Van Gogh en de olijfgaarden. Vandaag start de nieuwe tentoonstelling Van Gogh en de olijfgaarden in het Amsterdamse Van Gogh Museum. Gereons Keuken Thuis bezocht de preview afgelopen woensdag. Een genot, na twee jaar niet in het Van Gogh Museum te zijn geweest. Want uiteindelijk moet je schilderijen live beleven. En dan is een aftrap van deze tentoonstelling een mooie reden om weer eens te genieten van de kleuren van Vincent van Gogh in deze barre tijden.
Vanaf vandaag presenteert het Van Gogh Museum een tentoonstelling met 15 schilderijen, met daarop olijfbomen, die Vincent Van Gogh schilderde tijdens zijn verblijf in Saint Rémy de Provence. Volgens de kunstenaar de mooiste werken, die hij in Zuid Frankrijk maakte. Deze nieuwe tentoonstelling is het resultaat van jarenlang onderzoek en laat eindelijk de complete serie van 15 werken zien. Een bijzondere samenwerking met bruiklenen van diverse internationale musea. De schilderijen verbeelden Van Goghs passie voor de natuur en de troost, die hij vond in zijn kunst. Want het was geen makkelijke periode in Saint Rémy.
In de omgeving van Saint Rémy de Provence vind je veel olijfgaarden. Deze zijn er niet continue geweest, want de bomen, zoals Van Gogh ze zag in 1889, werden gerooid voor wijnbouw, om daarna in de jaren vijftig van de vorige eeuw weer aangeplant te worden. Helaas bevroren deze en werden de olijfgaarden tegen de Alpilles wederom aangeplant. Nu zestig jaar later kun je in deze streek beleven, hoe de schilder deze gaarden zag, want de bomen hebben inmiddels weer dezelfde grootte als in 1889.
Tussen juni en december 1889 maakte Van Gogh op verschillende tijdstippen van de dag een bijzondere reeks van 15 schilderijen. Hij was gefascineerd door het lijnenspel van deze bomen met hun zilvergrijze bladeren. Ze reflecteerden het licht en zetten de schilder aan tot experimenteren met kleuren.
Van Gogh schreef hierover aan zijn broer Theo op 28 september 1889:
“De olijfbomen zijn heel karakteristiek en ik doe alle mogelijke moeite, om die te pakken te krijgen. Het is zilverkleurig, nu eens meer blauw, dan weer groen gekleurd, brons, opblekend tegen een gele, paarsige of oranje tot dof roodokeren grond…. En op een dag zal ik er wellicht een persoonlijke impressie van maken, zoals de zonnebloemen dat zijn voor de gele tinten.”
Troost in de natuur. Voor het eerst brengt de tentoonstelling Van Gogh en de olijfgaarden deze belangrijke reeks samen. Aan de hand van de tekeningen en schilderijen, die hij maakte in Saint Rémy de Provence wordt je meegenomen in de intense en spirituele ontwikkeling, die Van Gogh daar doormaakte. Zijn stijl veranderde, evenals zijn ambities. In deze mentaal heftige periode vond hij zijn kracht terug in het schilderen van de door hem bewonderde olijfbomen. Emblematisch voor het zuiden, zoals populieren, dat in Brabant of knotwilgen langs het water in Holland zijn. Van Gogh vond het de taak van moderne kunst om troost te bieden en zijn schilderijen van de olijfgaarden beschouwde hij als zijn ultieme bijdrage aan deze nieuwe schilderkunst.
Van Gogh en de olijfgaarden is een mooie serene tentoonstelling, even weg van de huidige 21e eeuwse waan van de dag. Dompel jezelf onder in de zomer van 1889 en beleef hoe Van Gogh troost putte uit kleur en lijnenspel van de olijfgaarden.
De tentoonstelling Van Gogh en de olijfgaarden is te zien tot en mat 12 juni 2022. Meer informatie over deze tentoonstelling vind je op: Van Gogh Museum. Vanaf 11 maart is er op het YouTube-kanaal van het museum alvast een impressie te bekijken.
Recept: Provençaalse tartelette met gekonfijte tomaten en olijven.
Nodig voor 6 personen:
6 plakjes bladerdeeg
600 g kerstomaatjes
4 tenen knoflook
6 takjes verse tijm
4 el olijfolie
2 tl suiker
zeezout grof
peper
4 el tapenade van zwarte olijven
4 el gehakte groene en zwarte olijven
Bereiding:
Verwarm de oven voor op 120 graden. Leg de tomaatjes op een bakplaat en besprenkel met de olijfolie, bestrooi licht met zout en suiker. Rits de tijm af en strooi deze erover. Doe het zelfde met de gehakte tenen knoflook. Laat de tomaatjes 45 minuten garen in de oven. Keer ze soms voorzichtig om zodat ze heel blijven. Haal de tomaten uit de oven. Laat ze rusten. Verwarm de oven tot ongeveer 200 graden. Maak van de plakken bladerdeeg mooie ronde bakjes en plaats deze op een vel bakpapier in de oven om af te bakken. Om een wat dieper taartje te krijgen kan het bladerdeeg ook in een vormpje gedaan worden. Smeer de zwarte olijven tapenade op de rondjes van bladerdeeg. Erbovenop komen de tomaatjes en gehakte olijven.. Besprenkel de taartjes met het sap van het konfijten en strooi er nog wat tijm over. Of herbes de Provence. Deze taartjes kunnen zowel warm als lauw worden gegeten. Erbij een rode Côte du Rhône Villages.
Van deze tentoonstelling is een mooie Nederlandstalige catalogus verschenen met talloze unieke verhalen, details en historische foto’s uit de omgeving van Saint Rémy de Provence. Geschreven door conservator Nienke Bakker en onderzoekers Teio Meedendorp & Louis van Tilborgh. Te koop voor € 19,95 in het Van Gogh Museum.
Mindmappen op maandag. Als je hier vanuit SeaSpot naar naar de zee kijkt, krijg je niet echt het idee, dat er voorjaar in de lucht zit. In februari kwamen Corrie, Dudley, Eunice en Franklin langs met windstoten, zand, zeewater en regen. Gereons Keuken Thuis heeft in 22 jaar aan zee nog nooit deze stormfrequentie meegemaakt. Binnen snort gelukkig de kachel en is het uiteindelijk een mooie dag om wat te mijmeren en mindmappen, wat maart gaat brengen. Er kwamen veel kookboeken binnen, die mijn aandacht vragen. Met heel verschillende thema’s. De groene fit for fun weken lopen op het eind. Gastblogger Marjolijn van Puur koken schreef een stuk over fijne restaurants in The Big Apple. Een zilte maand maart staat voor de deur met aandacht voor vis en andere zeegeneugten. En wijn natuurlijk, want Vini Bio in Amsterdam vraagt om een bezoek. Net als de opening van een prachtige nieuwe Van Gogh tentoonstelling. Voor de maand april zit ik met kaarten van de hexagoon op schoot, want de Franse weken starten 1 april. Nee, geen grap. Gereons Keuken Thuis gaat deze weken dit voorjaar vormgeven vanaf locatie. Maar nu eerst de aanstormende maartweken. Erover nadenkend wil ik op Gereons Keuken Thuis het aantal opvolgende boekbesprekingen wat stroomlijnen. Per slot van rekening is mijn blog geen kookboekensite en vragen ook andere onderwerpen hun aandacht. Niet gevreesd, want alle boeken, die ik ontving, komen aan bod. Vandaag een preview. Vandaar het mindmappen over binnen welk kader alle gestalte gaat krijgen. Fijne maandag.
Video. Eunice op vrijdagmiddag.
KOOKBOEKEN in maart.
ZILT. Van Fontaine ontving ik onlangs dit op Texel gemaakte boek, waarin het telen, cultiveren en koken met zilte groente voorop staat. Anette van Ruitenburg tekende voor de recepten, zoals ze al eerder deed in andere kookboeken over Texel en de Wadden. Sabien aan Zee kookte de gerechten en Ellen van Straten geeft tips over het zelf kweken van allerlei zilt groentegenot. De fotografie is van Ruth de Ruwe, die ons verblijd met mooie natuuropnamen rond Texel. De fotografie van de gerechten vind ik wat minder geslaagd. Desalniettemin is er door dit team een leuk thema aangeboord Meer hierover in de zilte maand maart.
De verstandige kock. Van de makers van het prijswinnende boek over Carolus Battus is er nu de verstandige kock. Proef aan de hand van de verhalen van Marleen Willebrands, Manon Henze en Alexandra van Dongen de smaken van de 17e Eeuw. Wederom een prachtige historische uitgave. Het kookboek is verschenen bij Sterck & DeVreese.
ENAK! Heb je zelf altijd al een niet te versmaden kookboek willen maken. Humphrey Ottenhof, auteur van Het Boerenkool boek neemt je mee in de do’s en don’ts. Op basis van eigen ervaringen neemt hij de aspirant kookboekschrijver aan de hand in ENAK! Praktisch en vol tips. Een fijne uitgave van AHUM sport- en kookboeken.
Eat this fish, de kick off van vismaand maart. Op 7 februari werd dit zilte kookboek ten doop gehouden in het Zeeuwse land. Een nieuw kookboek van de Zeeuwse Blendbrothers Hendrik en Kamiel Buysse, Een kookboek vol eigentijds zeevoer en ander kookbaar spul uit de Zeeuwse wateren. Voor ieder wat wils, makkelijk maakbaar. Uitgave van Lannoo.
Wijntour 2022. Na een korte pauze gaat Gereons Keuken Thuis weer periodiek fotoblog maken van gedronken en geproefde wijnen. In maart vind je de eerste batch op mijn blog. Vini Bio staat weer voor de deur. De laatste editie die ik bezocht vond plaats begin maart 2020. Ook april in Frankrijk levert gegarandeerd weer nieuwe vondsten op. Blij werd ik van het leuke boek van Lonely Planet, met wereldwijd de mooiste wijnroutes. Komt zeer van pas tijdens de Franse weken. Wijnroutes is een uitgave van Kosmos.
Gastblogger Marjolijn. Deze in Duitsland wonende foodblogger op Puur koken stuurde Gereons Keuken Thuis een heuse top drie van bezochte restaurants in New York.
Zelf zegt zij daarover:
“Afgelopen december zijn mijn man en ik een week naar New York geweest, wat een waanzinnige stad is dat zeg. Alle clichés zijn waar, zodra je de metro uitstapt waan je je zelf in een film. Al het getoeter, de gele taxi’s de sirenes het is echt overweldigend. Nadat wij ons hotel hadden gevonden moesten we ook echt even bijkomen van al dat geweld, de lange reis en jetlag zou hier ook ongetwijfeld een rol in hebben gespeeld. Maar er moest gegeten worden en dus stapte wij na een power napje en een verkwikkende douche de drukte weer in. Men vertelde ons dat het nu helemaal niet zo druk was, dat het voor corona nog veel drukker was, wij dachten alleen maar…hoe dan?”
In maart het hele verhaal van Marjolijn. Inspiratie kun je alvast opdoen op haar Instagram account.
Franse weken 2022. Van 1 april tot en met half mei is het weer tijd voor de Franse weken. Zes weken lang Franse recepten, avonturen, wijnen en meer…. vanaf locatie. Ook de voorjaarseditie van Gereons Mag kleurt bleu, blanc & rouge. Heb je zelf ook nog een mooi Frans verhaal? Laat het weten in een reactie.
Noot: de boeken in dit stuk werden mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverijen. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Teruglezen 2021. Nog vier dagen te gaan en dan is het jaar weer om. Ik geraak daar altijd in een wat melancholische, maar ook gehaaste bui van. De eerste, omdat ik nog veel meer had willen toevoegen en verbeteren aan mijn verhalen van dit jaar. De tweede als rush het nieuwe jaar in; wat ben ik allemaal van plan? Je hinkt dus het oude jaar uit op twee benen. En daar horen lijstjes bij, de beste, leukste en slechtste blog. Het lekkerste recept van 2021 of juist niet. Je kunt alle kanten op. Ik heb vandaag zin om wat terug te lezen. Mijn blogposts, de lockdownweekberichten -waarvan ik hoop dat ze weldra tot het verleden behoren- en andere uitingen. Ik ga proberen een lijn te ontdekken in mijn blogs van 2021. Een jaar dat begon in een lange lockdown en eindigde in een nieuwe lockdown in december. Het Heintje Davids effect. Alleen de variant had een ander naampje. Nu genoeg aangekondigd; aan de slag! Vamos a ver*, zoals dat in mooi Spaans heet, wat er in 2021 te lezen viel op Gereons Keuken Thuis. Teruglezen!
Januari stond in het teken van een nieuwe balans na rollercoasterjaar 2020.
Het jaar 2020 was voor Gereons Keuken Thuis een soort rollercoaster van gebeurtenissen met daarbovenop alle perikelen van de Covid 19 pandemie, die ons nu ook nog in de greep houdt. Hoe lang het gaat duren deze wedstrijd, met al weer een verlenging weet ik op deze dinsdagmorgen aan zee niet. Je moet je er maar naar schikken. Deze periode had wel tot gevolg, in tegenstelling tot vele anderen, dat ik zelf mijn plezier in koken en eten een beetje ben kwijtgeraakt. Veel dingen smaken me niet. Ik ben uitgekeken op al het supermarkt en k&k (kant en klaar) voer en ben een beetje mijn dagelijkse ritme van bloggen kwijtgeraakt. Laten we zeggen dat de balans eruit is. Sporten daarentegen gaat me prima af, net als wandelen. Dat is mijn punt niet. Laten we mogelijkheden voor balans eens bekijken, zoals het mediterrane dieet. Lees meer.
Februari had een duidelijk historische hint, met recepten uit oude kookboeken, zoals het Mafia Kookboek. Of ik deze cyclus in 2022 ga herhalen, kan ik nu nog niet zeggen.
Het Mafia Kookboek start met het verhaal van het inwijdingsdiner:
“Mijn inwijding vond plaats in New York City in de herfst van 1911 in de wijk Little Italy. Men bracht mij naar een restaurant, waar vrienden al op mij zaten te wachten. De “stoppagilero” (de man die belast is met het inwijdingsritueel) prikte mij met en naald in de top van mijn middelvinger, om er zoveel bloed uit te persen als nodig was om een kleine papieren beeltenis van Santa Rosalia te doordrenken. Mijn peetvader stak het papier vervolgens in brand en met de as in mijn hand moest ik de volgende eed zweren: Ik zweer trouw te zullen zijn aan mijn broeders, hen nimmer te verraden, hen altijd te helpen en zo mocht ik falen tot as verbrand te zullen worden zoals de as van deze beeltenis.”
Dit citaat vind ik een mooi stukje filmische nostalgie, à la The Godfather en ik denk dat dit boekje ook zo is bedoeld. Als gekkigheidje, maar dan met serieuze Siciliaanse kost. Lees meer.
Maart was de maand van de Spaanse weken. Gastbloggers Anke Morreel en Cora Meijer vertelden over hun Spanje.
Tijdens de Spaanse weken liet Gereons Keuken Thuis Cora aan het woord:
April, de maand van de groene weken. Mijn lentevingers kriebelden en het eerste loof diende zich aan.
Ik noem het groene weken. Nee, dat groen heeft niets met CO2 uitstoot, windmolens of meer van dit soort klimaatproblematiek te maken. Het zijn groene weken op micro niveau. Tot en met de IJsheiligen van mei. Hoe je je leefomgeving vergroent, lekker in de keuken aan de slag gaat met groenten en je moestuin een boost geeft. Of guerrilla-tuinieren met de zaden, die ik ophaalde bij het Zandvoorts Museum. Dat bedoelt Gereons Keuken Thuis met groene weken. Zelf ga ik aan de slag met mijn moestuintjes van de blauwe grootgrutter en een plan maken voor wat balkonbeplanting voor mijn balkon aan zee. Want dat vergt nog wat aanpassing in verband met wind en zilte lucht. Lees meer.
Mei was de maand van #bonendiva, #linzenlady, #reukprofesseur en vriendin Joke Boon. Zij schreef Eerste hulp bij reukverlies. Een boek dat velen na een Covid 19 besmetting wel konden gebruiken.
Eerste hulp bij reukverlies. De nieuwe Joke Boon. Het nieuwe boek van bonendiva, kleurenkookster, linzenlady en vriendin Joke Boon, die zich met recht een non-olfactorisch genie mag noemen. Ze at een jaar bonen, kookte met kleuren, werd een vega-ontdekster en maakte vorig jaar een linzenboek. En dat, terwijl ze niets kan ruiken sinds haar prille jeugd! Anosmie heet dat. Ik vind het bijzonder hoe je dan zo lekker weet te te koken zonder dat je iets ruikt? Gereons Keuken Thuis doet het haar niet na. Reukverlies is een ding, waar velen mee worden geconfronteerd door/ na een Covid-19 besmetting. Hoe actueel is dit onderwerp wel niet? Joke klom in de pen en schreef er dit fijne boek over. Lees meer.
Juni. De wereld werd wat vrijer en we verheugden ons op een feestelijke zomer, die lang zou gaan duren.
Gereons Mag al fresco-editie 2021. Zomer is in het land. Laat je inspireren! De al fresco zomer gaat weer van start op Gereons Keuken Thuis, met lange avonden, waarop we weer van het buitenleven kunnen genieten. Buiten koken en eten. Fijne wijn, al dan niet uit Amsterdam, nieuwe CK trunks en fijn zomers leesvoer. Deze editie van Gereons Mag staat bol van de leuke ideeën om deze eindelijk vrije zomer te beleven. Musea zoals het Van Gogh zijn weer open, de horeca opent meer en meer. Flaneren dus. En de vakanties staan voor de deur. Have fun en geniet van het al fresco leven. Lees meer.
Juli, reismaand, live of met het fijne Frankrijkboek van Onno Kleyn.
Tijdens één van zijn reizen door la douce France at Onno Kleyn de mosselen van Dominique in de Languedoc. De moed van de huizenjacht was het stel was in de schoenen gezakt en gelukkigerwijs waren daar de Franse vrienden van Nederlanders. Dominique en Marielle, die een DIY diner à la Française serveerden, inclusief plastic borden en bekers, paella van de traiteur en k&k sangria. Zonder enige culinaire geldingsdrang. Behalve het aperitief. Enorme mosselen uit Bouzigues, vlakbij Sète, werden pardoes aan een ijzeren haak in het hete vuur gehangen en geserveerd met een saus, die Dominique enige faam had bezorgd in de gehele omtrek. In Mijn Frankrijk is het recept door Onno Kleyn wat aangepast, om te maken in een wok. De meesten onder ons zullen niet de juiste smid kennen en aan een batch wijnrankhout kunnen komen. Lees meer
Augustus stond in het teken van de zomerstop op Gereons Keuken Thuis. En de alfresco zomer werd na jaren een hit geweest te zijn gestopt.
Zomerstop 2021 in Gereons Keuken Thuis. In de aanloop naar de volgende editie van Gereons Mag bespreek ik wat leuke dingen, die bleven liggen tijdens mijn lange zomerstop. De Franse weken gingen natuurlijk onverdroten voort. Volgende week met een heuse foodbloggersparade à la Française. Door afwezigheid van enthousiaste bijdragen aan de al fresco zomerreeks, is deze voortijdig gestopt. Komt in 2022 ook niet meer terug. Maar terug naar mijn zomerstop 2021. Die bevalt goed. Wat langer nadenken, wat je met al die producten kan doen of juist niet? Lees meer.
September, dan zeg je Culiperslunch. Na maanden zonder leuke evenementen, het uitje van het jaar. Ook meteen het laatste van 2021. (zie foto-impressie)
Wat een happening was het weer op deze maandag 27 september in Duivendrecht. De twaalfde editie van de jaarlijkse Culiperslunch, een event voor allerlei foodpluimage, waar merken, uitgevers en koks hun kunsten en producten tonen. Eén groot feest en dit jaar te meer, omdat we na een lange Covid-19 periode eindelijk eens live weer konden proeven van al het lekkers en bijkletsen met alle culi-collegae. Want dat was nodig! Lees meer.
Oktober. Een lang geplande reis, de grand tour door de Hexagone startte op 30 september in Maastricht en eindigde op 13 november, net op tijd voor de persconferentie in Valenciennes. Zes diverse weken inspiratie opdoen in Frankrijk.
Vanuit Tournus, Bourgondië een selectie van foto’s van wijnen, die Gereons Keuken Thuis , bij producenten zelf en in de wijnwinkel tegenkwam. En vanzelfsprekend dronk. Wit en rood uit de Bourgogne en Beaujolais met een uitstapje naar de wijnen uit de petites récoltes serie van Nicolas. Wijnen, die de moeite waard zijn om eens te proberen. Lees meer.
November. De wilde maand. Bij terugkomst uit Frankrijk was de milde lockdown een feit. Dat weerhield Gereons Keuken niet om eens aan de slag te gaan met wild en wijn. En de keuken van la France profonde.
Het is zondagochtend en nevelig in de Quercy, de streek rond de stad Cahors, Steile kliffen aan de rivier de Lot, Eikenbossen, waarin wordt gejaagd met beagles en gezocht naar paddenstoelen en natuurlijk truffels. Het is herfst en de houtkachels snorren erop los. Die typische Franse lucht van rook in de ochtendmist. Huizen van gestapelde stenen. Gereons Keuken Thuis kan intens genieten van Asterix & Obelixland. Eendenvet om mee te braden, het angelus in een dorp, dat je aan de tafel maant. France profonde. Bestaat het nog wel of alleen in mijn fantasie? Ach, wat doet dat ertoe. Een week hier in Cahors is een eetfeest. Stevige kost, gekonfijte eendenbouten, al dan niet met truffel of een saus van ganzenlever. Gelukkig beweeg ik genoeg, want alleen maar eten zou je aanstonds kunnen veranderen in een Holle Bolle Gijs, niet alleen vanwege het stevige eten, maar ook de niet te versmaden taartjes en desserts. Lees meer.
December 2021. Het jaar is omgevlogen. En nu? Perspectief wordt er nog niet geboden. Maar één ding weet ik zeker. Er valt in 2022 weer heel wat te beleven en vertellen. Bijvoorbeeld in Gereons Mag!
2021, een turbulent jaar, waarin we een lange lockdown meemaakten, die begon op 15 december 2020 en duurde tot ver in het voorjaar. In de zomer mochten we wat vrijer bewegen De Grand Prix hier op het dorp ging zelfs door. We werden gevaccineerd en hoopten op een summer of joy. Gereons Keuken Thuis maakte een mooie grand tour door Frakrijk en kwam vol inspiratie terug. De droom werd alras verstoord in het najaar met een lockdown mild en een intens verdrietig overlijden. Nu is het bijna Kerstmis en staan de toch wat uitgeklede feestdagen voor de deur. Weinig bezoek, de steden leeg in de avonden. Hoe het zich gaat ontwikkelen weet ik nu niet, maar één ding was wel de moeite waard: deze feestdageneditie van Gereons Mag te maken. Met leuke dingen, die mijn pad kruisten. Een spannende cocktail, een amuse van Mascha Lammes, nieuwe boeken, kaarsen van Yvonne en Marcel uit Uithoorn en een winactie daags na Nieuwjaarsdag. Op naar 2022, waarvan ik hoop, dat alles weer het oude wordt. Lees meer.
Gereons Keuken Thuis wenst jullie een mooie Oudejaarsavond en een fijne start van 2022.
Frans koken met Alice B. Toklas. (1954) In de jaren twintig verzamelde zich rond de Parijse tafel van Gertrude Stein en Alice B. Toklas een bont gezelschap van schrijver, schilders en bohémiens. Het Parijs van vlak na de Grande Guerre en de Spaanse Griep pandemie. Parijs was een toevluchtsoord geworden voor jonge mensen en creatieve geesten en de eetkamer van dit stel was vaak het toneel van interessante gesprekken en het eten, dat Alice bereidde. Gertrude Stein had in de oorlog leren autorijden. Recht vooruit, achteruit was niet haar ding. Met hun auto genaamd La Pauline trokken zij in de oorlog door heel Frankrijk, om hulp te verlenen. Een reis vol ontmoetingen, maar ook heerlijk eten. In 1954 schreef Alice B. Toklas er een kookboek over, vol recepten uit haar kleurrijke leven. De later klassieke demi deuil kip van mère Fillioux uit Lyon ontbreekt niet, net zo min als een picknick lunch, baars op de wijze van Picasso of aubergine à la Provençale.
De dames Stein en Toklas aten zich dwars door de Hexagone heen. Alice B. Toklas is een boek, dat ik kreeg van Raya Lichansky en ik lees er elke keer met genoegen uit. Want naast kok was Alice ook een humoristisch verteller en wordt elk recept verdiept met een verhaal. La Pauline bracht de dames tot aan Perpignan, waar zij een oude feestzaal inrichten als depot voor medische spullen. Onderwijl genoten ze van de Catalaanse cuisine van deze stad. Van lokale kreeftjes tot illegaal geschoten zwijn. Alice B. Toklas noteerde het recept voor een millason, een dessert uit deze streek. (Andere bronnen noemen millason een Gascoons nagerecht.) Het deed haar gek genoeg denken aan Southern fried corn bread. De schrijfster is niet heel nauwkeurig in haar ingrediëntendeclaraties, dus waar nodig heeft Gereons Keuken Thuis de recept-tekst iets aangepast.
Nodig:
1/2 l kokende melk
175 g maismeel
200 g suiker
2 eieren
snufje zout
4 el boter
1 el oranjebloesemwater
frituurolie
poedersuiker
Bereiding:
Roer de kokende melk, het maismeel en suiker goed door elkaar. Zorg ervoor dat er geen klontjes ontstaan. Het mengsel moet goed glad zijn. Kook het mengsel gedurende 20 minuten, blijf roeren, tot het redelijk stijf is. Laat iets afkoelen en roer er twee losgeklopte eieren doorheen, 4 eetlepels boter en een eetlepel oranjebloesemwater. Giet dit beslag op een platte schaal, laat verder stollen en vorm er koekjes van, die je later frituurt in hete olie. Laat uitlekken en bestrooi met wat poedersuiker.
Pauze niet alledaagse kookboekenreeks. Eind maart 2021. Dit voorjaar startte op Gereons Keuken Thuis een reeks recepten uit niet alledaagse kookboeken en retroboeken uit mijn kookboekenhoek. Ik heb nog genoeg titels om uit te kiezen, maar nu is het, na de avonturen met Raya, Lizet, Jeroen Bosch en de gebroeders van Eyck, tijd voor een korte pauze. In juni ga ik dan weer onverdroten verder, want er staan nog heel wat boeken te trappelen om aandacht.
Pauze niet alledaagse kookboekenreeks. In juni staat er Hongaars klassiek, Pools traditioneel en muzikaal à la Mozart op het menu.
Gastblogger Cora Meijer over Noord Spanje. Deze gewaardeerde gast vertelt vandaag over haar heerlijke tocht door het voor velen onbekende noordelijke deel van Spanje. Galicië, Asturias, Cantabrië en Euzkadi. Een prachtige, geheel andere regio van dit grote land, dat wij toch vaak associëren met de Andalusische folklore van flamenco en stierengevecht. Niets is minder waar, dat laten de foto’s en verhalen van cultfood blogger Cora zien. Tijdens de Spaanse weken laten we op Gereons Keuken Thuis Cora aan het woord:
Trekkend langs de Noordkust van Spanje,
van de Ria de Pasaia naar het Fort van Ferrol,
van musea naar estuaria,
over rotsen en door bergen,
door een visafslag en in havens,
op een feestdag met inktvissen in koperen potten,
in steden met allure,
op zoek naar Spaanse authenticiteit.
Noord Spanje. Een reis die ons bijbleef, één waar je naar terug verlangt. In dit gastblog reizen we van het verste puntje in Galicië, het Fort bij Ferrol, via Asturië naar Baskenland voor het werfstadje Pasai Donibane bij statig San Sebastian. Ferrol is door haar ligging een belangrijke stad, nog steeds een marinehaven en ooit de thuishaven van de Spaanse Armada. Ze maakt deel uit van de maritieme geschiedenis van Spanje met haar Fort of Kasteel van San Felipe aan de riviermonding, met een korte verbinding naar open zee.
Het oude fort met donkere gangetjes en steile trappetjes had nog geen bewegwijzering op weg naar de bastions en torentjes. De diep ingesneden riviermonding werd onzichtbaar – onder water – afgesloten door een lange ketting naar het tegenover gelegen Castillo de Palma, menig schip liep er op vast. Ferrol was een bijna onneembare vesting.
Aan de kust van Galicië, niet het zonnigste plekje van Spanje, wisselen rotsen en kapen met vuurtorens af met riviermondingen, soms met beschermde wetlands zoals in het estuarium Ortigueira waar twee rivieren samenvloeien en het zoete rivierwater zich mengt met het zoute zeewater. Er is dan ook getijverschil en je vindt er prachtig witte stranden.
Die moerassen worden omlijst door bergen, de wetlands staan in schril contrast met de even verderop gelegen Kaap Ortegal met de hoogste kliffen van Europa. Die kaap steekt ver naar voren in zee waardoor je speelbal van de wind kunt worden, een vuurtoren kan niet ontbreken.
Vanuit Ortigueira koersten we naar de Punta de Estaca de Bares, de noordelijkst gelegen kaap waar je op een smal gewaagd pad voorbij de vuurtoren klautert. Estaca de Bares is evenals de Ria de Ortigueira een beschermd natuurgebied, hier door de trekvogels. De puntige rotsen van Galicië zijn uitgesleten door de golven en de wind, je bent nu ter hoogte van het einde van de Golf van Biskaje. Het uiterlijk van vuurtorens verschilt nogal.
Vrolijke vissersboten, van klein tot groot, kleuren de haventjes langs de kustlijn. Bijzonder is de vangst van de eendenmossel, een kreeftachtig zeedier, dat zich in specifieke maanden na springtij op de rotsbanken hecht. De eendenmossel vangers wagen zich of aan heuplijnen bij eb naar beneden in het roerige water of ze springen bij het laagste tij uit kleine bootjes van rots naar rots, een riskante onderneming in de branding van de Atlantische Oceaan. Bij gevaar is de kreet ‘Moita mar!’, wat ‘hoge golven’ betekent, een teken om dekking te zoeken. Net als oesters gelden eendenmossels als een delicatesse, ze worden gekookt met laurier. De Spaanse naam is percebeiros, je eet ze bij lokale bars
We passeren de regiogrens met Asturië, ook een kust met steile kliffen, maar afgewisseld met baaien en stranden en kleurrijke visserij.
Luarca is zo’n vissersstadje met een bedrijvige en toegankelijke visafslag, wat een plezier om er rond te snuffelen, nog nooit zoveel verschillende vis bij elkaar gezien. Door mijn enthousiasme stal ik hun hart en mocht foto’s maken.
We sliepen in een klein hotel direct aan de haven, ’s middags plonsde de lokale jeugd tussen die vrolijke bootjes, echt het levendigste plekje op deze reis. De Rio Negro slingert zich door het ‘witte’ stadje, van bovenaf echt een geweldig uitzicht.
Even voor Cudillero zijn de kliffen en de vuurtoren van Cabo Vidio, bij helder weer met prachtige uitzichten want die kliffen zijn tot 80 meter hoog. De vuurtoren, met een bereik van 25 mijl, past precies op een smal klif dat langzaam afloopt in zee. Ze werd in 1950 in gebruik genomen na talloze scheepswrakken. Cudillero, een van de mooiste vissersdorpen, is van oorsprong een zeevarende gemeenschap met een rijke visserijtraditie. De vissershuizen zijn herkenbaar aan ‘curadillo’: door de wind gedroogde vis, meestal kleine haaien, die aan de gevels hangen. Deze vissers hadden vroeger ook hun eigen taal.
Het haventje is ommuurd tegen de redelijk woeste golven van de Golf van Biskaje, de Plaza Marina is het hart van dit dorp. Eigenlijk zijn de kleurrijke huizen rond dit natuurlijk amfitheater tegen de rotsen omhoog gebouwd, met rechts hoog op de rots de vuurtoren en een uitkijktoren.
Er loopt een pad naar het uitzichtpunt Garita-Atalaya, waar je bovenop de vuurtoren kijkt. In Asturië weten ze die vuurtorens echt precies pas op een rots te plaatsen.
In Aviles waren de vissers juist hun netten aan het inspecteren, dat gaf ook weer bedrijvigheid.
Maar daar streken wij neer voor het zojuist geopende culturele centrum van de beroemde Braziliaanse architect Oscar Niemeyer. Dit Niemeyer Centre is groots van opzet voor allerlei kunstuitingen en heeft een gastronomisch restaurant in de twintig meter hoge uitkijktoren met uitzicht op de stad. Het was een prestigieus project, Aviles wilde zich net als Bilbao cultureel meer aanzien geven.
Het oude deel van Aviles was toen wat haveloos, maar het raadhuis is zeker ’s avonds mooi.
Van hieruit bezochten we Leon in Castilië, een sfeervolle stad met veel historische architectuur en een 13e-eeuwse gotische kathedraal, de Santa María de León, waarvan de oude glas in lood ramen heel bijzonder zijn.
De stad was een belangrijke halte op de Camino de Santiago. Er zijn mooie pleinen zoals Plaza Mayor, het centrale rechthoekige plein omringd door arcaden waar ook het barokke gemeentehuis staat en Plaza del Grano in het oude kwartier Barrio Humedo waar je tapas restaurants vindt.
De Catalaan Antoni Gaudi bouwde er in 1892 zijn Casa Botines, een ontwerp in neogotische stijl met een middeleeuwse uitstraling dat wordt geaccentueerd door het opmerkelijke smeedijzeren traliewerk voor de deur en rondom het gebouw. Boven die deur staat Sint-Joris die vecht met de draak.
Casa Botines werd in 1967 Historisch Artistiek Monument. Gaudí is een van de grondleggers van de organische architectuur, een modernistische stijl met oog voor duurzaamheid en leefbaarheid door moderne constructieve kenmerken zoals de lichtmetalen kolommen in de kelder en een combinatie van grotere ramen beneden met ramen in het dakvlak voor een betere lichtval. De casa is bekleed met lokaal gewonnen natuursteen.
Op de terugweg verraste het landschap van Los Barrios de Luna ons, een stuwmeer in het woeste berglandschap van Parque Natural de las Ubiñas, dat nog bij Asturië hoort. Het is een bergachtig gebied met grote contrasten in het reliëf, zeker in het Peña Ubiña-massief bij Leon. Het steile reliëf van dit gebied leidde tot de aanleg van een tachtig meter hoge dam in een smalle kloof van de Rio Luna, die in 1956 in gebruik werd genomen. Het stuwmeer heeft een kustlijn van veertig kilometer.
Gijón werd van oudsher bewoond door Asturische koningen, maar tijdens de Spaanse burgeroorlog van 1936 – 1939 is veel oude architectuur verwoest. Het Palacio de Revillagigedo, een 18e eeuws barok paleis, is bewaard gebleven.
De oude visserswijk, Cimadevilla is herkenbaar aan de San Pedro kerk, waar de twee stranden van de stad worden gescheiden. Door een bruiloft was het er gezellig druk.
Cimadevilla is het historische hart en er was een braderie met oude handmatig bediende kermisattracties en lekker eten. Ik vergaapte me aan de inktvissen in grote koperen kookpotten.
Vervolgens streken we neer in het familie badplaatsje Ribadesella, met een langgerekt strand waaraan prachtige oude villa’s staan. De monding van de Rio Sella knipt het stadje als het ware in tweeën: enerzijds is er het oude centrum met een klim naar de rots vanwaar je op het andere deel kijkt, het strand en haar villa’s en hotels. Op de Sella wordt vanuit het binnenland veel gekanood.
Het oude centrum heeft smalle straatjes met kleine winkeltjes, we vonden een leuk café en wandelden over de boulevard Paseo de la Grua naar het uitkijkpunt op de rots.
In het achterland van Asturië zie je nog de typische graanschuren staan, vrij van de grond door hoge ‘poten’. Losstaande trappetjes geven toegang. Deze schuren heten troj in het Spaans en staan op pootjes, om het graan niet te laten verrotten. (GKT)
Mijn Fabada op Cultfood, een typisch Asturisch gerecht in de kleuren van de Spaanse vlag, vloeit voort uit deze reis. Die kleuren zie je terug in meerdere gerechten van haar keuken: het geel van saffraan, kazen en omeletten; het rood van rode peper, paprika en tomaat naast de vele droge worsten en rauwe hammen en het wit van de bonen, rijst en knoflook, maar ook van vis en zeevruchten. De kleuren van paella zijn daarmee ook wel duidelijk. De smaak van het platteland krijg je ook te pakken in een van de mooiste historische dorpen, Santillana del Mar in Cantabrië. Het hele dorp valt onder monumentenzorg, de geplaveide straatjes en huizen in dit openlucht museum dateren meest uit de 18e eeuw.
Het dorp ligt in het landschap van de Costa Verde, dichtbij de zee in prachtig groene heuvels. Santillana is de verbastering van Santa Juliana; het dorp werd gebouwd rond een klooster en de Colegiata de Santa Juliana kerk. Omdat de naam Santillana al bestond werd ‘del Mar’ eraan toegevoegd. Op het pleintje is een was- en drinkplaats en er zijn enkele fonteinen. De Costa Verde loopt door tot aan Ribadesella.
We waren weer toe aan cultuur, dus op naar Baskenland voor het Guggenheim museum in Bilbao naar ontwerp van Frank Gehry. Zijn ontwerpen zijn zo spannend, het is maar goed dat de kunst er ook mocht zijn. Gehry is een belangrijk vertegenwoordiger van het deconstructivisme, zijn expressieve vormen en het vooruitstrevende gebruik van materialen zoals titanium in Bilbao maakten hem en zijn architectuur wereldberoemd. Titanium weerkaatst de zon weergaloos.
Aan de kade staat een reusachtige spin, Maman, een ontwerp van Louise Bourgeois met een afmeting van 9 meter hoog en ruim 10 meter in omtrek. Deze Parisienne maakte door haar studie geometrie meer kubistische ontwerpen en ziet de spin als een slimme wever, die ongewenste ziekteverspreiders als muggen eten en dus behulpzaam en beschermend zijn, maar waarvan ook dreiging uitgaat door de valstrikken die ze aanleggen. Maman is ontworpen voor het London Tate Modern, maakt deel uit van meer spinnenbeelden en draagt een zak met 32 marmeren eieren.
De geëxposeerde kunstwerken in 2011, in juni 10 jaar geleden, waren ook experimenteel. Op de foto zie je een doolhof van cortenstaal om doorheen te lopen, de sculptuur Open Ended van minimalist Richard Serra, een Amerikaans beeldhouwer. Zijn kennis van staal deed hij op als student om in zijn levensonderhoud te voorzien.
In Bilbao vind je in ‘Las Sietes Calles’ in het Casco Viejo winkeltjes, delicatesse zaken en bars. In het centrum is een markthal met regionale producten. We reden nog even naar de haven en vonden de eerste, geheel in ijzer uitgevoerde zweef- of hangbrug Vizcaya uit 1893 bijzonder. Een veer ontworpen door Don Alberto Palacio Elissague die de beide oevers – rotsachtig steil of zandkust – van de Nervión bij Bilbao verbindt. De vereisten aan dit veer waren het overbrengen van passagiers en vracht zonder de navigatie in de rivierhaven van Bilbao met druk scheepvaartverkeer te belemmeren tegen redelijke constructiekosten en de garantie van regelmatige dienstverlening. Het ontwerp verenigde twee technologische innovaties: de techniek van hangbruggen uit het midden van de 19e eeuw en de techniek van mechanische aandrijving door stoommachines.
De brug is 61 meter hoog en 160 meter lang. De Vizcaya-brug is een van de grote monumenten van de industriële revolutie, ijzer werd beschouwd als het krachtigste symbool van de vooruitgang. De Baskische regering riep de brug al in 1984 uit tot historisch artistiek monument, in 2006 werd ze als opmerkelijk ijzeren architectuurwerk officieel UNESCO-werelderfgoed. In 2010 startte een restauratie waarbij de zwarte verf werd vervangen door Somorrostro hematiet rood, de kleur van de lokale ijzerader.
We besloten om voor de afwisseling hoog in de bergen en landelijk te slapen en van daaruit Pasai Donibane en San Sebastian aan te doen.
De Ria de Pasaia is een monding bij het typisch Baskische stadje Pasai Donibane met een regelmatige kleinschalige veerdienst naar Pasai San Pedro. De smalle monding is een heuse haven, heel beschut gelegen tegen de woeste golven, en het kleine veer vaart de hele dag heen en weer. Wij trokken erheen voor haar Baskische uitstraling en om een kleine scheepswerf voor Baskisch maritiem erfgoed te bezoeken.
Pasai Donibane was nog niet toeristisch ontdekt, ademde een echt lokale sfeer met politiek getinte ‘posters’ voor afscheiding in haar tunneltje en hier en daar beklad met leuzen.
Victor Hugo ontdekte het stadje in 1843 en wilde er een reisboek schrijven over de Pyreneeën. Doordat zijn dochter in die tijd stierf verscheen dat boek postuum in 1890. Het 17e-eeuwse huis aan de waterkant dat hij die zomer bewoonde is nu een bescheiden museum. De kleurrijke vissershuizen, de smalle geplaveide straatjes, de eeuwenoude bogen, de Baskische muurschilderingen en haar ligging maken Pasai Donibane heel bijzonder. In oktober 2011, ons reisjaar, kondigde de afscheidingsbeweging aan haar activiteiten te gaan staken.
Als je in Donibane langs de kade staat en naar de havenuitgang kijkt, sta je perplex als een schip die haven daadwerkelijk verlaat. De uitgang naar zee is erg smal en maakt een scherpe hoek. De schepen worden begeleid door loodsen, maar dan nog is het een knap staaltje van zeemanschap. Bij de passage van die kade met huizen slokken ze de hele omgeving voor zich op.
Wij namen het kleine veer om naar de scheepswerf te gaan dat de lokale, traditionele houten boten repareert. We hadden daarover gelezen in het Franse tijdschrift La Chasse-Marée, dat vaker aandacht besteed aan lokale bootontwerpen. We kregen spontaan een persoonlijke rondleiding, manlief werkt in de scheepsbouw. Er was toen zelfs sprake van restauratie van een schip voor de walvisvangst want Pasaia speelde daarin vroeger een belangrijke rol, er vertrokken expedities. En wat blijkt, de tijd heeft niet stilgestaan: er is een glazen overkapping neergezet op deze Albaola werf en tien jaar later wordt er – gesteund door UNESCO – een replica gebouwd van de walvisvaarder San Juan, het eerste trans-Atlantische schip uit de Baskische maritieme industrie dat in 1565 zonk voor de kust van Canada en in 1978 als scheepswrak werd teruggevonden en uitgegraven.
Enthousiast bezochten wij na afloop het lokale café aan de kade en zittend aan een lange tafel gaf het ons een ontzettend Baskisch gevoel, al ben je op dat moment ook wel een echte outsider.
Sfeervol San Sebastian doen wij met enige regelmaat aan, de prachtige baai met haar drie stranden bekoort velen. In de bars is het heerlijk pintxos eten, ze hebben een leuke achtergrond.
Natuur, historie en cultuur gingen op deze reis hand in hand. De expositie in het Castillo de Santa Cruz de la Mota verbond Ferrol – via de Armada – met San Sebastian. Ook aan Don Quichot van La Mancha en zijn boerendienaar Sancho Panza, de wereldberoemde romanfiguren van Cervantes, werden wij meerdere keren herinnerd.
Muchas gracias Cora, voor dit mooie Spaanse reisverhaal!
Ben jij een foodblogger met net zo’n heerlijk Spanjeverhaal of -recept? Laat het dan hieronder in een reactie achter of schrijf eens een gastblog voor Gereons Keuken Thuis.
Smakeleyck. Het is vandaag vastenavond. In Engeland pannenkoekendag. De generatiegenoten van de broers Van Eyck draaiden hun hand niet om voor een feest meer of minder, valt te lezen in het mooie boekje Smakeleyck, dat historicus Joeri Mertens uit Gent mij vorig jaar stuurde. Het verscheen tijdens de expositie OMG! Van Eyck was here. Een kookboek, dat een kijkje geeft in de kalender van deze zonen van Gent. Per maand kom je van alles te weten uit de keukens van hun tijd. In februari werden er pannenkoeken gebakken voor Lichtmis en en adellijke wafels voor het carnaval. Pannenkoeken in alle soorten en maten worden al heel lang als feestvoer gegeten, zowel hartig als zoet. In de Oudheid waren pannenkoeken gezond en mierzoet. Zij zijn het symbool voor feest. Overigens is dit leuke kookboekje dat ook, een feestelijkheid, een genot om te lezen en uit te koken. Vandaag een recept voor gekleurde pannenkoeken om de laatste dag voor de vastentijd feestelijk te vieren.
RECEPT voor kleurige pannenkoeken à la broers Van Eyck.
Nodig:
800 ml melk 200 ml bieten- of kruidensap. Kurkumamelk kan ook.(je kunt ook kleinere porties van de drie nemen) 500 g bloem 4 eieren 30 g boter (gesmolten) snuifje peper en zout
Bereiding
Meng alle ingrediënten en mix in een meng kom. Bij verschillende kleuren koeken eerst beslag maken en dan bijkleuren naar believen. Doe he beslag door een fijne zeef. Bak de pannenkoeken goudbruin en gaar in een flensjespan. Qua verdere uitwerking kun je alle kanten op. Je kunt de koeken vullen met kaas en ham, maar ook de fijn gesneden stukjes gebruiken als garnituur in uw soep of salade. Smakeleyck!
De volgende keer een Bretoens recept van twee Vlamingen in een wit huis met blauwe luiken.
The Amsterdam Canals. Aan de Amsterdamse grachten…. Wie heeft daar nu niet zijn hart aan verpand?
De grachtengordel, aangelegd in de 17e eeuw. Nog steeds is het heerlijk struinen langs de gevels. Vooral ’s avonds in de herfst, want dan branden de lampen in sommige stadspaleizen en zie je de mooi gedecoreerde plafonds, de rijkdom van de interieurs. In het stadsdeel Centrum wonen 80.000 mensen, zijn er acht duizend officiële monumenten, vooral patriciërshuizen aan het water met 1500 bruggen over de meer dan 200 grachten. Amsterdam Canals, de Amsterdamse grachten. Negentig kilometer aan kademuur, heel actueel nu, want veel van deze muren hebben dringend groot onderhoud nodig. Amsterdam gebouwd op palen. Veertig historische kerken als teken van de diversiteit in deze tolerante zone. Tegenwoordig vaak gebruikt voor andere doeleinden. Nog drie voormalige scheeptorens en maar één paleis, dat ooit als stadhuis werd gebouwd op de Dam en het epicentrum was van het welvarende Amsterdam. Allemaal dingen, die bijdragen aan de authenticiteit van Mokum. Wereldberoemd als stad gebouwd op het water, met meer waterwegen dan Venetië en meer bruggen dan Parijs.
De Ecuadoraanse fotograaf Cris Toala-Olivares legde het allemaal vast op de gevoelige plaat. In 2014 schetste hij een beeld van de stad, gezien door zijn lens. Nu is er inmiddels de vierde druk van dit lijvige boek. Een must have voor elke Amsterdammer, uitwijkeling zoals ik sinds dit jaar of liefhebbers van Amsterdam. Toala Olivares laat nog het beeld zien in zijn boek, dat wij kennen van voor de gebeurtenissen dit jaar. Een levendige stad, zoals het hoort. Covid-19 veranderde het Centrum in een spookstad in het voorjaar en wie weet gaat dat nu in november weer gebeuren. Eerst waren er te veel toeristen, nu niet één meer te bekennen. Bijna iedere inwoner van deze stad heeft een haat-liefde verhouding. Vervuiling, toeristen, geen woonruimte. Allemaal waar, maar uiteindelijk blijft, ook op afstand het je stad. Zoals bezongen in de grote hit, waarmee ik deze post begon.
The Amsterdam Canals is een must have! In de feestmaand editie van Gereons Mag, begin december, lees je er meer over, want het is een heerlijk eindejaarscadeau.
The Amsterdam Canals. De Amsterdamse grachten in 300 foto’s. Cris Toala Olivares (ISBN 9789089895592) is een uitgave van Terra en is te koop voor € 62,50
Noot: dit kookboek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Rivierkreefttaart van Gala. Soms heb je van die dagen, dat je met de teletijdmachine van professor Barabas (uit Suske & Wiske) terug in de tijd zou willen gaan. Naar bijvoorbeeld het buiten van schilder Dalí en zijn geliefde Gala in het Catalonië van eind jaren twintig. Aan de kust bij Cadaquès. Daar verzorgde de kunstenaar de entourage en zorgde Gala voor de wijn en spijs. Net als Dick Soek een aantal jaren geleden deed in de Piloersemaborg met een Dalí lunch. Hij leende hiervoor de kookboeken, die vandaag in het kader van de laatste blog op Gereons keukentafel liggen en het slotakkoord zijn van mijn #mediterraneweken.
“We werden ontvangen in de borg door een charmante gids, die zoals later bleek onderdeel van het toneelstuk was. Zij vertelde ronduit over de borg en de mensen, die er woonden. In de keuken werd ondertussen hard gewerkt. Na de bezichtiging begon het spektakel. In een zaal stond een grote vrieskist, waarin zich het lichaam van Salvador Dali bevond. Door wat miscommunicatie en de eerder genoemde gids en een personeelslid van het restaurant ging de kist open en herrees de grote kunstenaar. Zomaar in een zaaltje in een borg op het Groningse platte land. De gids bleek niet alleen een kenner van de borg.…..”
Een onvergetelijke middag met met fijne tafelgenoten en dito gerechten. Ik snap, waarom ik op deze wat druilerige morgen zit te bladeren in het barokke boek van de kunstenaar en zijn vrouw. Waarin de verschillende gangen namen krijgen als “les cannibalismes de l’automne” (eieren en sea food), “les suprêmes de malaises lilliputiens” (voorgerechten) of “les je mange Gala” (afrodisiaca). Een wondere wereld van kunst en eten. stukje rêverie op tafel. Franse keuken in een spannend jasje zullen we maar zeggen.
Maar nu even naar de Nederlandse realiteit van de dag. Onze sloten, plassen en poelen in het Hollandse veenlandschap worden bevolkt door een roodschalige exoot uit de Verenigde Staten. Zij kunnen behoorlijke schade aanbrengen aan flora en fauna. Vandaar dat er alom wordt gevist op deze rakkers, die een prima alternatief zijn voor zoutwater schaaldieren en volop verkrijgbaar. Zag gisteren in IJmuiden nog een behoorlijke krat vol gewriemel staan. Bijvangst. Meer over deze delicatesse en de geweldige saus, die je hiervan kunt maken lees je begin oktober in de herfsteditie van Gereons Mag. Vandaag het recept voor de rivierkreefttaart van Gala, met natuurlijk sauce Nantua in de versie van Dick Soek. We drinken er een witte albariño uit Gallicië bij.
Rivierkreefttaart van Gala.
Nodig:
2,5 kg verse gekookte rivierkreeftjes.
1/2 kreeft
250 g snoek(baars)
750 ml slagroom
2 wortels
1 ui
tijm, laurier, peterselie, dragon en een steel selderij.
50 ml cognac
1/2 l visfumet
2 eiwitten
250 g tomaten in stukjes
zout & peper (was Dalí in zijn recept vergeten)
Bereiding:
Bereiding mousse voor taart:
Haal voorzichtig het vlees uit de achterkant van de rivierkreeftjes en zet apart. Bewaar de schalen, scharen en poten, om de saus te maken. Leg een hele gekookte rivierkreeft apart voor de presentatie. Maak de halve kreeft schoon, bewaar het koraal (in geval van vrouwelijk kreeft) voor de kleur. Doe de gekookte snoek, kreeft en rivierkreeftvlees in keukenmachine, maal fijn en voeg één voor één de geklopte eiwitten toe. Zeef de substantie en spatel er zout peper en lobbig geklopte slagroom doorheen. Voeg voor de kleur wat gezeefd koraal toe. ( indien bij de kreeft aanwezig). Doe voor je de mousse in een vorm doet een kooktest, door 1 eetlepel kort te pocheren. Dan kan je nog zout en peper of wat extra room toevoegen. Kook de taart in een vorm in 40 minuten af in een pan met kokend water. Laat daarna afkoelen.
Bereiding sauce Nantua:
Bak de karkassen kort aan in wat boter, voeg de gesnipperde ui, wortels, bleekselderij en kruiden toe. Blus af met cognac en flambeer. Voeg de visfumet toe en de tomaten en laat het geheel op laagvuur trekken. Zeef de saus. Maak van wat boter en bloem een beurre manié en bind de saus. Haal de taart uit de vorm en stort op een schaal. Overgiet met de warme sauce Nantua en garneer met een hele rivrierkreeft on top.
NB: 15 september is alweer de laatste dag van de #alfresco zomer. Wie gaat er een zomers kookboek winnen?
Franse zomerweken met gastblogger Cora Meijer. De schrijfster van Cultfood is geen onbekende op Gereons Keuken Thuis. Eerder schreef Cora al over de voortreffelijkheden van Corsica, de natuur en het eten op het eiland en nam ze ons mee op haar hikes en reizen door de Hexagone. Vandaag vraagt zij de aandacht voor een mooie Franse tentoonstelling in Scheveningen. Een stukje Frankrijk au bord de la Mer du Nord. Geknipt om te bezoeken tijdens je staycation.
BEAUTY TURNED BEAST.
De eerste overzichtstentoonstelling van de Franse beeldende kunstenaar Germaine Richier in museum Beelden aan Zee In Scheveningen. Germaine Richier (1902-1959), geboren in de Provence, was een leidend kunstenaar in de moderne Europese beeldende kunst na WO II. Deze kunstenares Ze maakte hybride beelden, half mens en half dier en laat zich volop inspireren door de natuur. De destructieve kracht van de natuur fascineerde haar mateloos. Richier werd opgeleid in de traditie van Rodin, ontwikkelde zich in het neo-classicisme, maar vond haar eigen weg en innoveerde met haar materiaalkeuzes en technieken. Haar bronzen beelden zijn heel zwaar bewerkt. Ze had eerder in Nederland al een expositie in het Stedelijk Museum (1955). Door haar ziekte had Germaine Richier soms de kracht niet meer voor de zware bewerking van het brons en maakte diverse miniaturen van onder meer sepia.
Deze overzicht tentoonstelling loopt tot 6 september 2020. Ik bezocht haar begin juni na de heropening van de musea in Nederland. Twee van haar werken, The Grasshopper en The Bat, publiceerde ik al op mijn Instagram Cultfood. Daarom kies ik nu voor een van haar laatste werken, Schaakbord Groot: het paard, de koningin, de toren, de loper en de koning. Vijf hybride beelden als mix van menselijke, dierlijke en plantaardige vormen die staan voor het leven als steeds wisselend spel, maar ook als onverbiddelijk strijdtoneel.
Dat klinkt als een mooie tentoonstelling Cora! Het bezoeken waard. Dank je wel voor je leuke bijdrage aan de Franse zomerweken!
Over gastblogger Cora Meijer: lees meer over deze foodblogger, kunst- en natuurliefhebber op haar mooie blog Cultfood. En let op: binnenkort plaatst Gereons Keuken Thuis een leuk recept van Cora. Stay tuned!
Reacties laden....
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.