Koken als Carlo Cracco. Op 17 mei volgde Gereons Keuken Thuis een webinar met Italiaanse chefkok Carlo Cracco, georganiseerd door de 3 Italiaanse kamers van koophandel in de Benelux. Doel van de webinar is om mensen kennis te laten maken met true Italian taste. “Want”, zo vertelde Cracco tijdens zijn verhaal, ” er is wat nep Italiaans voer te vinden op deze aardkloot.” “Kook daar nooit mee”, waarschuwde hij, “het gaat ten koste van je gerecht en de smaak.” Drie ambassadeurs zetten zijn woorden kracht bij door te verhalen over de geneugten van de keuken van de Bel Paese en hoe diplomatie kan worden bedreven tijdens een fijne en mooie maaltijd. Carlo Cracco is geen onbekende in Italië, opgeleid door Gualtiero Marchesi in Milaan en Alain Ducasse in Frankrijk, ontwikkelde hij zijn eigen stijl. Cracco houdt van simpel en één van zijn favoriete producten is rijst. “De vlag van Italië”, voegde Roberto Payer hieraan toe, wiens lievelingskostje risi e bisi is. Uit de Veneto.
RIsotto. Voorheen was de basis van risotto en risi e bisi een soort soep, waarin de rondkorrelige rijst van de Po vlakte goed gedijde. Zeker als je lokale producten gebruikt. In de Veneto is dat de ronde rijst Vialone Nano en in Lombardije: Arborio of Carneroli, met een stevige korrel. Cracco maakte voor de webinar met Vialone Nano rijst een dessert, gearomatiseerd met witte koffie. (recept volgt in de volgende editie van Gereons Mag) Als primo of hoofdgerecht maakte hij een risotto met erwtjes, gele tomatensaus uit Campanië en garnalen uit Ligurië. Cracco houdt van het combineren van al het moois en vers uit de Laars. Hij produceert tegenwoordig zelf de fijnste producten voor zijn keukens, zoals olijven, wijnen, olie en de beste groente en fruit. Moet ik nog meer vertellen op deze donderdag? Welnee, gebruik voortaan het beste dat je kan vinden, met een true Italian taste, en je kunt koken als Carlo Cracco.
Carnaroli rijst met gele tomaat, erwtjes, paarse garnalen uit Santa Margherita Ligure en munt.
Nodig:
320 g Carnaroli rijst
150 g gele tomatensaus of 1 blikje gepelde gele tomaten
100 g boter
50 g Parmezaanse kaas
150 g verse doperwtjes
12 paarse garnalen uit Sta. Margherita, vervang deze door makkelijker verkrijgbare scampi.
1 sjalotje
extra vergine olijfolie
muntblaadjes
1/2 glas witte wijn
citroenrasp
kokend water
Bereiding:
Breng in een steelpan water aan de kook en houd het aan de kook. Verhit in een koekenpan met dikke bodem een beetje extra vergine olijfolie van eerste persing en boter. Fruit de fijngehakte sjalot op laag vuur zonder bruin te worden. Voeg de rijst toe en bak hem mee op een matig vuur onder voortdurend roeren met een houten lepel. Blus af met witte wijn. Wanneer de wijn is verdampt, de tomatensaus en het zout toevoegen (ongeveer een mespunt zout per persoon). Voeg het kokende water pollepel voor pollepel toe tot de vloeistof perfect is opgenomen. Voeg halverwege de kooktijd de erwten toe. Maak intussen de garnalen schoon, verwijder de schalen en de ingewanden en snijd ze in 3 of 4 stukken. Zout de garnalen lichtjes en breng ze op smaak met citroenzeste en een beetje olijfolie. Zet opzij.
Zodra de rijst gaar is, van het vuur halen en overgaan tot de «mantecatura». Dit is een technische procedure die erin bestaat de rijst te binden. Voeg hiervoor de vers geraspte Parmezaan in één keer toe met de extra olijfolie van eerste persing, de rest van de boter en de fijngehakte munt en roer voortdurend om een romige risotto te verkrijgen. Breng op smaak met zout en een snufje witte peper. Leg de risotto op een bord en schik de garnalen er in het midden op.
Drink er een vrolijk glas witte wijn bij uit de Veneto.