De Aardappeleters.

foto: cover De Aardappeleters.

De Aardappeleters. En dan heeft Gereons Keuken Thuis het niet over het wereldberoemde schilderij van Vincent van Gogh, maar over het leuke boek van  over twintig wereldgerechten. Moussaka, coq au vin en biefstuk Stroganoff, allemaal bekende gerechten, waar veel over valt te vertellen. De drie schrijvers van De Aardappeleters gingen voor de TV en nu hun boek op pad en kwamen op het spoor van de vele verhalen over de 20 gerechten in dit kook- en leesboek. Zo was er de roemruchte kettingrokende barones in Parijs, nazaat van het Stroganoff geslacht, die een duit in het zakje doet. En gaf een Atheense kok uiteindelijk zijn naam aan het woord dat de Grieken gebruiken voor kookboek. Zoals jullie weten zijn dit soort trivia spekkie voor het bekkie van Gereons Keuken Thuis. Ik vind de combinatie van een gerecht en verhaal minstens zo belangrijk al het oppeuzelen ervan. Want behalve dat je eet met je zintuigen doe je dat ook door verhalen. Zij vormen the food for thought. 

Aardappeleters Joost Engelberts, Joris Vermeer en Bas Zwartepoorte reisden de wereld rond om alle magische verhalen te verzamelen van eten, dat wij zo gewoon vinden. Ze gingen langs bij de heilige Ambrosius van Milaan, die naar zeggen de akte bewaakt, waarin staat, dat de schnitzel zijn oorsprong vond in deze stad. Sorry Wenen en Madrid. Babi Panggang komt aan bod, één van de kroonjuwelen van de Chin. -Ind. Spec. restaurants, een langzaamaan verdwijnend fenomeen in de Nederlandse horeca. Ik ben nog steeds dol op babi panggang, al dan niet met kroepoek erbij. Via sushi met haring (?) belanden we bij de niet meer weg te denken Vietnamese loempia, zoals ik die ken van To op de Ten Kate markt in Amsterdam. De drie heren weten er nu alles van. Troostrijk oorlogsvoer. Fritten,  de schrijvers leggen de link tussen Peruaanse boeren en een frittenkot in Brussel. Ook komt de 18e-eeuwse aardappelgoeroe Auguste Parmentier aan bod. Het verhaal van goulash, dat in het Hongaars pörkölt heet. Paprika galore. De hamvraag of moussaka Turks is of Grieks komt aan bod. Jullie mogen raden, welke mening Gereons Keuken Thuis is toegedaan. In ieder geval vormt de achternaam van kok Tselementes een synoniem voor kookboek.

En zo gaan de schrijvers van de Aardappeleters door in hun heerlijke boek over al die bekende gerechten en verhalen, Je zou er zo weer een televisiefeuilleton of nog een boek kunnen maken. Want zeg nu eerlijk: over eten ben je toch nooit uitgepraat?

De Aardappeleters, Joost Engelberts, Joris Vermeer & Bas Zwartepoorte (ISBN 9789400406889) is een mooi vormgegeven uitgave van Thomas Rap en is te koop bij je favoriete kookboekenvakhandel voor € 29,99. 

Treft het dat vanaf vandaag je weer gewoon naar je boekhandel kunt gaan zonder afspraak!

Video: De Aardappeleters in Bologna, la grasa, waar spaghetti alla Bolognese niet eens bestaat.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Vrouwe van het palazzo.

foto: cover Vrouwe van het palazzo.

Vrouwe van het palazzo. Marlena de Blasi. Een bijzonder kook- en leesboek over wonen en koken in Umbrië. Marlena is een bijzondere kok. Zij runde een kleine bistro in Kansas, maar werd verliefd op een Italiaanse bankier uit Venetië. Ze verkocht de boel en trok de Atlantische Oceaan over en vestigde zich vlak buiten Venetië op een eilandje in de lagune. Hierna vestigde het koppel zich in Toscane, in een oud huis. Uit het boek 1000 dagen in Toscane komt de inspiratie voor mijn recept voor worstjes van de wijnboer.

De Blasi trok verder en belandde in Orvieto, bisschopsstad in Umbrië, waar het stel een heus krakend palazzo betrok en wederom de sterren van de hemel kookte. Daarna wordt het stil rond deze schrijfster en heeft Gereons Keuken Thuis geen boeken van haar hand meer gelezen. misschien de draad binnenkort weer eens oppakken en kijken waar Marlena nu vertoeft.

Vandaag in de serie recepten uit niet alledaagse kookboeken een dessert voor maar liefst 12 personen. Ruimte zat in de balzaal van het palazzo zal de schrijfster gedacht hebben. Mocht je dit teveel vinden, vries dan de rest van het bruine basterdsuiker gelato dan gewoon in.

Nodig voor 12 personen:

10 grote eidooiers

150 g bruine basterdsuiker

8 hele kruidnagels, licht gekneusd

475 ml slagroom

475 ml volle melk

100 ml EV olijfolie

Bereiding:

Klop de eidooiers en de suiker in een grote kom door elkaar. Meng de  kruidnagels, slagroom en melk in een pan door elkaar en breng op een middelhoog vuur aan de kook. Laat kort sudderen. Zeef het mengsel en voeg het in een dun straaltje toe aan het eidooier- en suikermengsel. Klop goed door. Breng het geheel opnieuw aan kook in een pan en laat achtminuten koken totdat er een mooie custard ontstaat. Giet in een kom en laat deze custard afkoelen. Roer hierna de olijfolie erdoor en klop goed. Doe de custard in een bakken en vries deze in. Haal de bakken om de 15 minuten uit de vriezer en roer met een vork goed door. (met een ijsmachine gaat dit natuurlijk sneller)  Zet terug in de vriezer en herhaal dit proces een keer of 4, totdat een mooie ijsstructuur ontstaat. Na deze vier keer zal de custard licht bevroren zijn. Wil je steviger ijs herhaal dan het proces nog een keer of twee. Serveer dit ijs bij de gekaramelliseerde bloedsinaasappels uit Vrouwe van het palazzo. Deze maak je makkelijk zelf door sinaasappelschijven met suiker en een dot boter te karamelliseren. (ik zou er zelf ook nog een scheutje vin santo aan toevoegen)

Volgende week in de serie niet alledaagse kookboeken, de Hongaarse keuken van Gundel, een culinaire tempel in Boedapest.

Sluperkens uit Puntneuzen en kersenpitten.

Sluperkens uit Puntneuzen en kersenpitten. Een bijzonder boek, niet alledaags uit Gereons kookboekenhoek. Ik groeide in Den Bosch op, Een historische stad met zuiderse flair. Ik duik regelmatig in de culinaire geschiedenis van deze stad. Het kookboek Puntneuzen en kersenpitten staat prominent tussen de kookboeken ‘s-Hertogenbosch Kookt en het Bossche Bollenboek in.

Puntneuzen en kersenpitten, verhalen en recepten uit de keuken van Jeroen Bosch. ‘s-Hertogenbosch, stad van deze schilder en in de 15e eeuw een hub van activiteit en voorspoed. Als kind dacht ik vaak als ik bij de put op de markt op mijn moeder stond te wachten, hoe het zou zijn om laat Middeleeuws Den Bosch te bezoeken. Bijvoorbeeld met de teletijdmachine van professor Barabas. (Hij stuurde ook Suske en Wiske overal heen) Om te kijken, hoe de mensen leefden, wat ze deden en om de kathedralenbouwers aan het werk te zien. Want veel meer dan het verhaal van de erwtenman had ik op de lagere school niet meegekregen. En het blije lied, dat ik als kind leerde over de incomste van de hertog. ( refrein: Harba lorifa zong den hertog…harba lorifa…. na zevenhonderd jaren in dit edel Brabants land)
Den Bosch in de 15e en 16e eeuw dus. Een handelsstad, de vierde stad van het Brabantse hertogdom, gelegen aan de grens. Later gezien de toevloed van de vele clerici klein Rome genoemd.
Jeroen Thijssen en Lizet Kruyff doken onder in het wel en wee van deze booming stad. In verhalen en recepten. Mariëlla Beukers verzorgde de wijn. De gerechten werden gefotografeerd op aardewerk uit de tijd van Bosch, dat is te zien in het Groot Tuighuis. Een soort teletijdmachine dus, zij het in boekvorm.


RECEPT. Sluperkens uit Puntneuzen en kersenpitten.

Nodig:

4 à 6 mergpijpen

1 el suiker

1/2 tl kaneel

1/2 tl gemberpoeder

1/2 tl kruidnagelpoeder

zout naar smaak

300 g korstdeeg

2 eidooiers

ter variatie: 1 appel geraspt.

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 200 graden °C. Kook de mergpijpen een kwartiertje in wat water en laat ze afkoelen. Schraap het merg eruit en doe dat in een kom. Voeg de suiker en specerijen toe. Proef en doe er wat zout bij. Meng ter variatie wat geraspte appel door het mergmengsel. Rol het deeg uit en snijd het in driehoeken met zijden van ongeveer 10 cm. Leg een lepel vulling in het midden van de driehoeken en vouw er nette beursjes van. Kwast er eidooier over en bak ongeveer 20 minuten in de oven.

 Volgende keer in mijn serie over niet alledaagse kookboeken een recept uit Vrouwe van het palazzo van Marlena de Blasi

Smakeleyck.

foto: gekleurde pannenkoeken van de gebroeders van Eyck.

Smakeleyck. Het is vandaag vastenavond. In Engeland pannenkoekendag. De generatiegenoten van de broers Van Eyck draaiden hun hand niet om voor een feest meer of minder, valt te lezen in het mooie boekje Smakeleyck, dat historicus Joeri Mertens uit Gent mij vorig jaar stuurde. Het verscheen tijdens de expositie OMG! Van Eyck was here. Een kookboek, dat een kijkje geeft in de kalender van deze zonen van Gent. Per maand kom je van alles te weten uit de keukens van hun tijd. In februari werden er pannenkoeken gebakken voor Lichtmis en en adellijke wafels voor het carnaval. Pannenkoeken in alle soorten en maten worden al heel lang als feestvoer gegeten, zowel hartig als zoet. In de Oudheid waren pannenkoeken gezond en mierzoet. Zij zijn het symbool voor feest. Overigens is dit leuke kookboekje dat ook, een feestelijkheid, een genot om te lezen en uit te koken. Vandaag een recept voor gekleurde pannenkoeken om de laatste dag voor de vastentijd feestelijk te vieren.

foto: cover van Smakeleyck.

RECEPT voor kleurige pannenkoeken à la broers Van Eyck.


Nodig:

800 ml melk
200 ml bieten- of kruidensap. Kurkumamelk kan ook.(je kunt ook kleinere porties van de drie nemen)
500 g bloem
4 eieren
30 g boter (gesmolten)
snuifje peper en zout

Bereiding

Meng alle ingrediënten en mix in een meng kom. Bij verschillende kleuren koeken eerst beslag maken en dan bijkleuren naar believen. Doe he beslag door een fijne zeef. Bak de pannenkoeken goudbruin en gaar in een flensjespan. Qua verdere uitwerking kun je alle kanten op. Je kunt de koeken vullen met kaas en ham, maar ook de fijn gesneden stukjes gebruiken als garnituur in uw soep of salade. Smakeleyck!

foto: monument voor de gebroeders Van Eyck (credits visit Gent)


De volgende keer een Bretoens recept van twee Vlamingen in een wit huis met blauwe luiken.

BROOD, een geschiedenis van bakkers en hun brood.

foto: cover BROOD.

BROOD, een geschiedenis van bakkers en hun brood. Brood, bakkers en geschiedenis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Net als brood met politiek verbonden is. Dat wisten de Romeinse senatoren al. Panem et circenses. Hoe win je de gunsten van het volk en hoe houd je ze in toom? Verderop zie je vaak revoltes ontstaan bij het niet verkrijgbaar zijn van brood, zoals in Parijs in de 18e eeuw of niet zo heel lang geleden in Tunesië, waar de verhoging van de prijs van brood leidde tot vele grote demonstraties. Tegenwoordig mikken we rustig heel wat brood weg. In onze tijd heeft brood niet meer de rol van grote koolhydratenverschaffer, terwijl dat eeuwenlang wel het geval is geweest. Tot ver in de 19e eeuw was brood het hoofdbestanddeel van het dagelijks dieet. Een geschiedenis van bakkers en brood moest er komen, vond schrijver Peter Scholliers, gewezen hoogleraar sociale geschiedenis aan de VUB in Brussel. De schrijver was op zoek naar het verband tussen voedsel, in dit geval brood, en de verschillen in de maatschappij door de geschiedenis heen.

Brood was in de geschiedenis geen sinecure, want overal werden er strenge en strikte prijsmechanismes gehanteerd. En dan te bedenken, dat het meeste brood in de Lage landen niet van tarwe werd gemaakt, maar van rogge en gerst. De rijken hadden het privilege van wittebrood. Wie weet, maar dat is een gok, besefte daardoor Marie Antoinette niet, dat Parijs honger leed door de afwezigheid van brood. De tijden veranderden en in de 20e eeuw werd wit brood voor iedereen beschikbaar. Zeker na WOII. Nederland werd toen getrakteerd op Zweeds brood. Letterlijk een geschenk uit de hemel. Maar de tijd stond niet stil, op de baren van de seventies werd de vraag naar vezelrijker, dus bruin brood weer sterker. Industrieel wit brood werd ineens gezien als goedkoop en niet gezond. Gereons Keuken Thuis kan zich nog de reclames herinneren van Tarvo, waarin bruin brood ineens werd aangeprezen als een gezond alternatief. Met succes, want bruin brood was de norm in de jaren tachtig en negentig.

Brood. Zelfs de overheid bemoeide zich ermee. In de 21e eeuw gaat het bergafwaarts met brood, omdat allerlei fit & health goeroes deze koolhydratenbom in de ban deed. Keto- en lowcarbdiëten werden de rigeur. En wat de denken van glutenvrij? Dus brood en pasta moesten vooral worden vermeden. Groentevarianten kwamen in opkomst. Inmiddels is het weer zo, dat her en der weer ambachtelijk bakkers hun kennis en kunde inzetten voor het dagelijks brood. Zonder allerlei broodverbeteraars en smaakelementen, die je vaak in supermarktbrood aantreft. Gereons Keuken Thuis vindt dat een heerlijke ontwikkeling, want ad fundum ben ik een broodklant. Bij elke maaltijd.       

BROOD, een geschiedenis van bakkers en hun brood is een must read voor iedereen, die wat verder wil kijken dan het voedingsmiddel zelf. Schrijver Scholliers zet fijn uiteen, hoe je de huidige wereld kunt begrijpen door de kern van de zaak centraal te plaatsen. BROOD vormt uitstekende kost voor de dagelijkse maaltijd maar is ook studievoer voor culischrijvers en foodbloggers, die de context willen weten van voedsel. en maatschappij.

BROOD, een geschiedenis van bakkers en hun brood. Peter Scholliers. (ISBN 9789460019289) is een mooie uitgave van Vrijdag en is te koop voor € 24,95.

Peter Scholliers (1953) was hoogleraar Geschiedenis. Hij onderzocht de geschiedenis van sociale ongelijkheid, levensstandaard, voeding, lonen en prijzen, en de materiële cultuur van 1800 tot vandaag. Eerder publiceerde hij Arm en rijk aan tafel en Geschiedenis van de ongelijkheid.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Het Mafia Kookboek. (1970)

foto; cover Mafia Kookboek

Het Mafia Kookboek. Het origineel verscheen in 1970 van de hand van Joe Cipolla. Je zal maar UI als achternaam hebben, maar dat terzijde. Ik vond in de boekenkast in mijn moeders huis deze versie van dit boekje, uitgegeven door de Bijenkorf in 1975. Van ver voor de hausse aan Italiaans eten, zoals we dat tegenwoordig kennen.

Het Mafia Kookboek start met het verhaal van het inwijdingsdiner:

“Mijn inwijding vond plaats in New York City in de herfst van 1911 in de wijk Little Italy. Men bracht mij naar een restaurant, waar vrienden al op mij zaten te wachten. De “stoppagilero” (de man die belast is met het inwijdingsritueel) prikte mij met en naald in de top van mijn middelvinger, om er zoveel bloed uit te persen als nodig was om een kleine papieren beeltenis van Santa Rosalia te doordrenken. Mijn peetvader stak het papier vervolgens in brand en met de as in mijn hand moest ik de volgende eed zweren: Ik zweer trouw te zullen zijn aan mijn broeders, hen nimmer te verraden, hen altijd te helpen en zo mocht ik falen tot as verbrand te zullen worden zoals de as van deze beeltenis.”

Dit citaat vind ik een mooi stukje filmische nostalgie, à la The Gofather en ik denk dat dit boekje ook zo is bedoeld. Als gekkigheidje, maar dan met serieuze Siciliaanse kost.

video: trailer The Godfather.

Voor mijn serie van recepten uit minder gangbare kookboeken, koos ik Al’s caponata, in een Italo New Yorkse variant. Wat mij benieuwd maakte tijdens het lezen van dit recept, was hoeveel mensen in de seventies al van aubergine hadden gehoord? Of van het concept van antipasti?

Nodig:

1 kg aubergines

500 g uien in dunne ringen gesneden

zout

4 el olijfolie

500 g tomaten

2 el kappertjes

100 g bleekselderij in stukjes

ontpitte zwarte olijven met knoflook

azijn

1 el suiker

Bereiding:

Aubergines wassen  en in stukken snijden. Leg de gesneden aubergine op een theedoek, strooi er zout over en laat alles een uurtje staan. De gesneden uien bakken in olie tot ze mooi bruin zijn, dan gaan de gesneden tomaten, kappertjes, blokjes selderie en de olijven erbij. Alles even aanbakken. Als de tomaten gaar zijn nemen we de pan van het vuur. De aubergine voorzichtig afdrogen, daarna goudbruinbakken in olie, uit laten lekken en bij het tomatenmengsel voegen. Giet de azijn erover samen met een lepel suiker. Goed roeren en ondertussen nog even laten stoven tot de azijn verdampt is. De caponata kan koud worden opgediend als antipasto of als een warme groenteschotel.

Volgende keer kook ik als Van Eijck in het Gent van de 16e eeuw.

Het excellente Kookboek van doctor Carolus Battus.


Het excellente Kookboek van doctor Carolus Battus.
 Uit 1593 en daarmee het oudste Nederlandstalige kookboek. Van een arts? Ja, Carolus Battus was dokter uit Dordrecht. Toch ook weer niet vreemd in het licht van de vele artsen, die nu vijf eeuwen later ook een kookboek schrijven. Volgens mij is dat van alle tijden. Eigenlijk gek, dat er tot 2020 geen bewerking was van dit historische boek. Maar daar hebben Christianne Muusers en Marleen Willebrands in samenwerking met Alexandra van Dongen verandering in gebracht. Zij meenden, dat de tijd rijp was om zo’n belangrijk document het 21-eeuwse licht te laten zien. Want tegenwoordig is er veel belangstelling voor foodhistorie. Gereons Keuken Thuis kan daar over meepraten, want mijn plan voor 2020 was de bijzondere collecties van de UVA vaker te gaan frequenteren, om zo tot nieuwe inspiratie te komen.  Helaas gooide Covid-19 roet in het spreekwoordelijke eten. In het najaar dan maar. Het werk van  deze dames is namelijk machtig interessant. Te ontdekken, waar de verbanden liggen met onze huidige cuisine. Al dan niet voor je gezondheid.

Carolus Battus werd geboren in Gent, studeerde medicijnen in Rostock en werd arts in Antwerpen, destijds een metropool van 100.000 inwoners en grootste handelsstad van Noordwest Europa. Maar het tij keerde en Battus belandde in de Hollandse koopmansstad Dordrecht, waar hij stadsgeneesheer werd. Uiteindelijk belandde Battus in Amsterdam. Naast het praktiseren van de artsenij, schreef Carolus Battus boeken over medicijnen. Maar waarom dan ook een kookboek? In de heersende leer, die ook Battus aanhing, had genezen van ziekten en kwalen veel te maken met de aloude humorenleer, die ervan uitging dat zieketen ontstonden door een te veel of te weinig van bepaalde (voedings)stoffen  in het lichaam van bepaalde types mens. De aartsvader aller artsen Hippocrates deelde de mensheid al in al naar gelang de vloeistof, die hun wezen beheerste. We kennen allemaal de praktijk van aderlaten. Kennelijk had zo’n persoon te veel bloed. En moest met voedingsstoffen daarna aansterken. Zie daar het verband tussen artsenij en kookboeken. De temperamentenleer beïnvloedde ook Battus in zijn receptuur. Muusers en Willebrands illustreren hun verhaal met prachtige foto’s uit musea en archieven. 

Voor wie schreef de arts Battus het excellente kookboek? Voor de thuiskok? Welnee, het was een boek voor koks en keukenmeiden, opdat zij waakten over de gezondheid van hun werkgevers. Deze recepten zullen weinig zijn gebruikt in het Dordrechtse gasthuis. De schrijfsters vertellen over de menu’s, de kooktechnieken, het banket en de volgorde van recepten in dit oude boek. Over ingrediënten en de invloed van de kerk. De tafel, het servies en de gesprekken en geneugten aan tafel komen aan bod. Alexandra van Dongen dook hiervoor de collectie van Museum Boijmans van Beuningen in.

En dan de recepten. De schrijfsters doken de keuken in en maakten moderne versies van de gerechten van Battus. Grote schotels met klinkende namen als Bruwet Fulleet van kalfsvlees of hustpot van hert. Het laatste is iets anders dan de wortel- en uienstamppot van tegenwoordig. Ik vond Deuse Geertjes wel een aantrekkelijk bijgerecht. Die zal ik toch een moeten maken. De pommeranssaus komt aan bod en Spaanse marsepein. (Sinterklaas komt toch ook uit Spanje?) Een aanstekelijk werk en wat een moeite hebben deze drie dames genomen om het excellente Kookboek van doctor Carolus Battus naar onze tijd te vertalen. Hulde. Het zal in Gereons Keuken Thuis nog regelmatig worden gelezen en geraadpleegd.

Kijk ook eens op de speciale excellente kookboek site van Battus. Binnenkort plaats ik het recept voor Deuse Geertjes. Een mooi voornemen voor mijn nieuwe serie uit bijzondere kookboeken.

Het excellente kookboek van doctor Carolus Battus (1593), Christianne Muusers, Marleen Willebrands & Alexandra van Dongen ( ISBN 97890561564970) is een uitgave van Sterck & De Vreese en is te koop voor € 29,95. Let op vanaf 10 februari a.s. ook weer live af te halen bij je lokale boekhandelaar.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

God save the Queen.

foto: God save the Queen.

God save the Queen. Soms zie ik op vensterbanken een kleine maar oh zo bekende verschijning staan. Het is zo’n solar gedreven poppetje van ER II, de vorstin van het Verenigd Koninkrijk. Al bijna 70 jaar lang zit zij op de troon. Het poppetje zwaait en zwaait naar de voorbijgangers. Alsof haar hele leven bestaat uit wuiven. Niets is minder waar over deze, met 1,60 meter. kleine en kordate vrouw, die ondanks haar postuur telkens weer een groot respect afdwingt. In de film Queen werd dat heel duidelijk. Een vrouw, niet zonder emoties, maar geworteld in het gebied, waar zij het liefst vertoeft. De Schotse Highlands. een vrouw, die opgevoed is met een discipline. Je zou je kunnen afvragen, zeker in het licht van de nieuwe serie The Crown op Netflix, wie nu eigenlijk de “Iron Lady” is? Maar er is meer dan haar politieke rol. Doordat het Britse koninkrijk een vorst voor het leven aanwijst is dit ambt een levensvervulling, net als het managen van haar familie. Ging en gaat nooit zonder slag of stoot. In 1992 brandde Windsor Castle af en verzuchtte de toch al geplaagde koningin, dat dit haar annus horribilis was. Een uiting, die ze nooit snel in het openbaar zal doen, want het zwijgen ertoe doen is goud. Haar dagelijks leven is niet gevuld met klatergoud. In tegendeel. The Queen begint haar dag sober met wat biscuits en eindigt deze met een luttel glaasje champagne. Het boerenleven heeft al haar hele leven een grote aantrekkingskracht op haar. En dan natuurlijk de paarden en honden. Een bijzonder boekje, God save the Queen, waarin een geselecteerd gezelschap vrouwen, waaronder culinair historicus en vriendin Lizet Kruyff, hun verhaal vertellen over deze bijzondere vrouw. Voor de gelegenheid maakte Gereons Keuken Thuis een vrolijk zondags lunchgerechtje.

foto: potted shrimps uit In the royal manner.

Potted shrimps and salmon. (een recept uit Paul Burrel’s boek In the royal manner)


Nodig voor 6 potjes:

225 g boter, 350 g gepelde cocktailgarnalen, een snuifje foelie, een snuifje cayennepeper, een snuf geraspte nootmuskaat, 100 g gerookte zalm in flakes, zout, peper en geknipte bieslook.


Bereiding:

Doe de boter in een steelpan en smelt deze op een laag vuur tot vloeibaar. Laat de boter niet bruin worden.  Haal van het vuur en laat even staan totdat het bezinksel naar de bodem zakt. Zeef de boter langzaam door een mousseline doek.
Houd een kwart van de boter apart en verhit de rest opnieuw op een laag vuur. Doe de garnalen en specerijen erbij en kook het geheel 2 à 3 minuten. Haal van het vuur en laat het geheel 10 minuten afkoelen. Voeg de zalmflakes erbij. 
Verdeel over 6 ramequins en voeg de resterende boter toe. Maak op smaak met een snufje zout. Gereons Keuken Thuis zou nog wat geknipte bieslook als garnering gebruiken. Serveer dit lunchgerechte met bruin boerenbrood.


God save the Queen, ingeleid door Hieke Jippes, met bijdragen van Liddie Austin, Brigitte Balfoort, Reinildis van Ditshuyzen, Wies Enthoven, Dorine Hermans, Lizet Kruyff, Vanessa Lamsvelt, Nienke van Leverink & Monica Soeting (ISBN 9789083054292)  is een uitgave van Pluim en is te koop, het liefst bij je lokale boekhandel voor € 19,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

The Amsterdam Canals.

The Amsterdam Canals. Aan de Amsterdamse grachten…. Wie heeft daar nu niet zijn hart aan verpand?

De grachtengordel, aangelegd in de 17e eeuw. Nog steeds is het heerlijk struinen langs de gevels. Vooral ’s avonds in de herfst, want dan branden de lampen in sommige stadspaleizen en zie je de mooi gedecoreerde plafonds, de rijkdom van de interieurs. In het stadsdeel Centrum wonen 80.000 mensen, zijn er acht duizend officiële monumenten, vooral patriciërshuizen aan het water met 1500 bruggen over de meer dan 200 grachten. Amsterdam Canals, de Amsterdamse grachten. Negentig kilometer aan kademuur, heel actueel nu, want veel van deze muren hebben dringend groot onderhoud nodig. Amsterdam gebouwd op palen. Veertig historische kerken als teken van de diversiteit in deze tolerante zone. Tegenwoordig vaak gebruikt voor andere doeleinden. Nog drie voormalige scheeptorens en maar één paleis, dat ooit als stadhuis werd gebouwd op de Dam en het epicentrum was van het welvarende Amsterdam. Allemaal dingen, die bijdragen aan de authenticiteit van Mokum. Wereldberoemd als stad gebouwd op het water, met meer waterwegen dan Venetië en meer bruggen dan Parijs.

De Ecuadoraanse fotograaf Cris Toala-Olivares legde het allemaal vast op de gevoelige plaat. In 2014 schetste hij een beeld van de stad, gezien door zijn lens. Nu is er inmiddels de vierde druk van dit lijvige boek. Een must have voor elke Amsterdammer, uitwijkeling zoals ik sinds dit jaar of liefhebbers van Amsterdam. Toala Olivares laat nog het beeld zien in zijn boek, dat wij kennen van voor de gebeurtenissen dit jaar. Een levendige stad, zoals het hoort. Covid-19 veranderde het Centrum in een spookstad in het voorjaar en wie weet gaat dat nu in november weer gebeuren. Eerst waren er te veel toeristen, nu niet één meer te bekennen.  Bijna iedere inwoner van deze stad heeft een haat-liefde verhouding. Vervuiling, toeristen, geen woonruimte. Allemaal waar, maar uiteindelijk blijft, ook op afstand het je stad. Zoals bezongen in de grote hit, waarmee ik deze post begon.

The Amsterdam Canals is een must have! In de feestmaand editie van Gereons Mag, begin december, lees je er meer over, want het is een heerlijk eindejaarscadeau.

The Amsterdam Canals. De Amsterdamse grachten in 300 foto’s. Cris Toala Olivares (ISBN 9789089895592) is een uitgave van Terra en is te koop voor € 62,50

Noot: dit kookboek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Recept voor Evenveeltjes.

“Evenveeltjes: Men neemt een kommetje meel, een kommetje boter, een kommetje gest, een kommetje korinten, een kommetje suiker, een kommetje gestampte amandelen, een kommetje melk en wat kaneel, besla dit alles goed, laat het rijzen en bak het in eene kaakjespan.” (uit: Rijntje Biljardt, de doorveeljarige ondervinding geleerde keukenmeid, 1840, Lizet Kruyff)

Vorige week besprak ik het leuke nieuwe kookboek van Natascha van der Stelt.

Het Nederlandse koekjesboek. Natascha van der Stelt, kleindochter van een bakker, gaat in haar inmiddels derde bakboek aan de slag met iets oer-Nederlands, namelijk koekjes. Feestelijk exemplaren, voor mee naar school, als traktatie en voor bij de thee. Koekjes zijn gewoon verweven met diverse momenten van de dag en ons leven. Van krakeling tot sprits. Het interesseert haar mateloos. Ze dook in oude kookschriften van deftige dames en oude receptenboeken. Een lastige opgave zegt zij hierover. Want recepturen verschillen. Natascha dook in de geschiedenis en maakte uiteindelijk een selectie uit voornamelijk 19e eeuwse kookboeken. 38 recepten bleven erover en toen was het bakken geblazen. Uitproberen en weer opnieuw. Deze keer niet zoals in haar eerdere boeken met haver of zonder suiker en tarwe. Nee gewoon, zoals het heurt. Proeven moest dus worden gedaan door een panel. Lees meer: Het Nederlandse koekjesboek. Vandaag een recept van de leuke site van Natascha van der Stelt.

Evenveeltjes.

Nodig:
150 g (patent)bloem
3 g gist
90 g krenten
150 g suiker
60 g amandelmeel
1 tl kaneel, gemalen
150 g boter, gesmolten
150 ml melk, lauw

Bereiding

Meng in een kom de bloem met de gist, krenten, suiker, het amandelmeel en de kaneel. Meng in een andere kom de boter met de melk en schenk dit mengsel bij de bloem. Roer tot alles goed gemengd is. Dek de kom af en laat het dikke beslag ongeveer 1 uur en 30 minuten rijzen op een warme plek. Verwarm de oven voor tot 180 °C. Vet een metalen muffinbakvorm met 12 holtes goed in. Vul de holtes van het bakblik voor driekwart met het beslag. Bak de evenveeltjes in 25 minuten gaar en goudbruin.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten