Iberico foodbloggers parade.

Iberico foodbloggers parade. Het kon natuurlijk niet uitblijven aan het einde van de Iberische weken op Gereons Keuken Thuis. Volmondig werd er gereageerd op mijn oproep in een Facebookgroep.Van de Alentejo tot Navarra en van Barna tot Lisboa, uit alle hoeken ontving Gereons keuken Thuis recepten. Ik ben blij met jullie inzendingen. Deze vormen de afsluiting van de #iberischeweken. Zelf doe ik een duit in het zakje met een oud receptje voor zarzuela.

Buen provecho, bon profit, aproveite sua refeição, goza da túa comida en tot slot gozatu zure janaria!

Cora gaat naar het groene Noorden met zijn groene weilanden, wolken in de valleien, koeien, doedelzakken, sidra en stevige kost met fabada Asturiana

foto: pulpo a la Gallega.

Het Keltische Noordwesten van het Iberisch schiereiland inspireerde Judith om pulpo a la Gallega in te zenden voor deze Iberico foodbloggersparade.

foto: Spaans vispannetje.

Priya met een vispannetje, want Spanjaarden en vis zijn een match made, hecho en cielo!

foto: Madama Antonia Sanchez Pardel in 1866..

Lizet, hoe kan het ook anders dook in de geschiedenis met Spaans eten uit de 19e eeuw

foto: lekkere Portugese jam van Ingrid.

Altijd origineel, Vinissima Ingrid kookt een  Portugese stijl tomatenjam en heeft daar zelfs een wijntip bij.

foto: romesosaus voor bij je groenten.

Marie Louise stuurde romescu saus op voor bij de calçots. Deze geblakerde lenteuien uit de Prat de Llobregat mogen niet ontbreken in deze Iberico foodbloggers parade.

foto: olé tinto de verano

Anne-Marie Otter voorzag in tinto de verano Het is zomer, vamos a la playa en wie zegt dat je rode wijn niet koud en fris kunt drinken. De Andalusiers weten wel beter!

foto: sopa uit de Alentejo.

Sabine met knoflooksoep uit de Alentejo. Deze soep uit kurkeikenland ten zuiden van de machtige Taag, waar zwarte varkens scharrelen en het leven saudade is.

foto: vis bij Waasdorp, zie tip aan einde van de blog!

Tot slot van deze Iberico foodbloggers parde komt Gereons Keuken Thuis zelf met zarzuela, een Spaanse visstoofpot van Catalaanse oorsprong.

Nodig:

6 el olijfolie

1 grote ui gesnipperd

3  tenen knoflook in stukjes

1 laurierblad

4 draadjes saffraan

1 tl paprikapoeder pittig

1 Spaans pepertje in kleine ringetjes (let op zonder zaadjes)

2 el tomatenpuree

4 tomaten

250 ml witte wijn

1 visbouillonblokje

500 g zeevruchten gemengd

500 g visfilet bijvoorbeeld kabeljauw in stukken

10 grote gamba’s (garnering)

peterselie gehakt

peper, zout

citroen

Bereiding:

Verwarm de olie in een pan en fruit zachtjes de ui aan. Voeg het laurierblad, de knoflook, saffraandraadjes, paprikapoeder en Spaanse peper toe en laat dit kort fruiten, zodat de aroma’s vrij komen. Bak dan even de 2 el tomatenpuree mee. En voeg daarna de tomaten toe. Laat alles even sudderen. Doe de witte wijn en het visbouillonblokje erbij en kook alles even door. Voeg de kabeljauw en zeevruchten toe. Doe het deksel op de pan en laat nog 15 minuten doorsudderen. Garneer daarna de Zarzuela met partjes citroen, wat gehakte peterselie en de verwarmde gamba’s. Serveer met brood.

* tip: ga eens naar Waasdorp aan de Halkade in IJmuiden en koop daar 3 kilo bijvangst, altijd lekker voor in de zarzuela!

Videotoegift: Braga in Lisboa!

Gastblogger Lizet Kruyff over nette tenten.

Gastblogger Lizet Kruyff vertelt vandaag het verhaal over nette tenten in het Haagje van eind negentiende en begin twintigste eeuw. Lizet is een verwoed historica, die overal de archieven induikt om te speuren naar leuke en lekkere culinaire weetjes. En er daarna dan mooie verhalen en boeken over schrijft. Vaak vol mooie trouvailles, zoals in Rijntjes Keukengeheimen, dat Lizet schreef, omdat zij gefascineerd was door het kookschrift van keukenmeid Rijntje Biljardt uit 1840. Over de toetjes van de Oranjes. Die op een gegeven moment niet alleen meer oranje van kleur waren. In Puntneuzen en Kersenpitten neemt Lizet je mee naar de stad Den Bosch van begin 16e eeuw. Wat aten de poorters en schilder Jeroen Bosch? Aan de hand van brieven en liedteksten stelde Lizet Mozarts Menu samen. De Mozarts reisden heel wat af in de 18e eeuw en wat kwam er dan op tafel? Heerlijke boeken van deze schrijfster, die in Gereons Kookboekenhoek staan. Lizet werkt momenteel aan een nieuw boek. Gereons Keuken Thuis is heel benieuwd, waarover dat zal gaan? Maar nu eerst de bijdrage van gastblogger Lizet. Want we gaan dansen en dineren in Den Haag. (met alleen maar heul nette mensen)

foto: dansfeestje Jean Beraud.

Nette tenten

Waar ging je zo eind 19de– begin 20ste eeuw in Den Haag uit eten? Waar kon je gezien worden? Waar kreeg je goed te eten? Waar verkeerde je in het juiste gezelschap? Waar kon je als vrouw alleen ook naar binnen zonder problemen? Eten op stand  buitenshuis was zo eenvoudig nog niet voor lieden van goeden huize. Gelukkig bestaat er adviesliteratuur die jong en oud op het rechte pad houdt.  

Restaurantbezoek is één van de onderwerpen die uitgebreid behandeld wordt in het etiquetteboek Meneer van Netten, een boek over wellevendheid voor iedereen. Deze opvoedende meisjesroman is van de hand van Marie Koopmans en dateert uit de  jaren twintig van de vorige eeuw. Het gaat over een gezin van vader en moeder, een zoon en twee dochters, grootvader Van Netten en de uitgebreide kennissenkring. Een toepasselijke momentopname:

De dochters, 18 en begin 20 bezoeken Tweede Kerstdag lunchroom Heck. ‘Zullen we wel? Als dames -alleen ’n restaurant binnen– hier in Den Haag en op zo’n feestdag? ‘Bij Heck kunnen we als dames wel gaan – daar komen er zo veel om te lunchen of te tea-en. Ik ben er laatst nog met moeder geweest’.  Dat geeft de doorslag.

foto: fin de souper Grün.

Papa: ‘dat jullie dáár in die lunchroom gingen – ik houd daar anders niet van, restaurants of dergelijke gelegenheden, zelfs niet voor heren. Die eetzalen voor Jan en alleman heten ‘en vogue’ en voor zakenlui, zo ‘s middags op een drafje? – ja, dán zal ik het niet zeggen. Maar ‘k vind het er altijd zo, zo….  Je moet doorlopend simuleren om geen derde– of vierdehands kennissen te zien. Zelfs als ’t een fijner restaurant betreft, hoor je nog op te letten of je er wel voor ‘gekleed’ bent.;

Zoon die het priestergewaad draagt zegt: ‘Wij hoeven ‘s avonds niet meer ’n smoking aan om naar het theater te gaan… om onze dames later nog ’n warm souper bij Anjema te offreren. Toch maar gemakkelijk, zo’n priesterpakje. Je kunt er overal mee komen.’ ‘Nou ja – Anjema, dáár gaan moeder en ik ook nog wel eens heen – dàt is ook wel dé gelegenheid – zo vlak bij tram en schouwburg’, stemt vader toe. ‘Of Des Indes.’

Het voorkeurslijstje van de nazaten van Meneer van Netten kan nog worden aangevuld. Behalve Des Indes, aan het Voorhout en Heck aan het Spui (later Ruteck) konden mevrouw en dochters natuurlijk ook terecht Bij Krul op het Noordeinde, waar ook koningin Wilhelmina genoot van taart en thee. De naamgeving van deze nette tenten is vaak ‘modern’ Engels met lunchroom en tearoom in plaats van Frans, alhoewel Patisserie J.A. Krul (zoon van de oprichter) zich toch liever klassiek een ‘salon de rafraîchissements’ noemt.  

foto: Haagse Spui met Heck.

Van de meeste hotels en restaurants uit de lange 19de eeuw is het nodige terug te vinden. Zo niet van Anjema. Toch ken ik die naam van rekeningen en aantekeningen die ik nodig heb voor mijn nieuwe boek. Jan Anjema senior is namelijk de chef en later ook directeur in het etablissement Van der Pijl aan het Plein pal tegenover sociëteit De Witte. (zie advertenties). Bij Van der Pijl eet bonton Den Haag. Of men laat thuis bezorgen, want cateren doet hij  ook. Anjema senior overlijdt echter al op 47-jarige leeftijd, waarna zijn vrouw het directeurschap van het etablissement overneemt met goedkeuring van de raad van bestuur, haar zoon Jan junior neemt de koksfunctie over. Later zal hij in een statig pand aan de Lange Vijverberg zijn vleugels uitslaan. 

foto: Van der Pijls La Haye, founisseurs de la Cour.



Bij Van der Pijl en Anjema kon je in een apart zaaltje privé dineren. Daar maken diverse ministers ook dankbaar gebruik van. Je zat dus niet in de zaal tussen “jan en alleman”, maar je kon met mevrouw of belangrijke gasten je privacy waarborgen en van een uitstekend maal genieten in alle rust.

foto: Menu Casino Scheveningen juli 1939.

En zocht men eens vertier in Scheveningen, dan lonkte het Casino  (zie menukaart), dat ook regelmatig op de aanwezigheid van de Koningin en haar gevolg kon rekenen.  Ook daar werd een uitstekende maaltijd geserveerd en kon je van een muzikale soirée genieten. Als vrouw alleen ging je daar natuurlijk niet naar binnen. En al helemaal niet om te gokken.

foto: Advertentie Anjema, lange Vijverberg 12.

Bij Anjema zal in 1930 ook een belangrijke conferentie plaatsvinden, namelijk die van de oorlogsschulden van Duitsland aan Frankrijk en Engeland. In het Museum Folkwang in Essen zijn er foto’s van te vinden, gemaakt door de Duitse fotograaf Erich Salomon (1885-1944)    

foto: Maison Krul, Noordeinde Den Haag.

Maison Krul, Noordeinde 42-46 – 1903 – 1970. Onder de cliëntèle bevinden zich koningin Wilhelmina, dan nog prinses Juliana. Voor de opening van het Vredespaleis in 1907 bakken ze 2000 taartjes, schenken ze 200 kopjes chocolade met slagroom, 150 kopjes thee en 100 glazen limonade. In 1966 vervaardigen ze de bruidstaart voor prinses Beatrix en prins Claus. 


Dank je wel gastblogger Lizet voor je leuke stuk! Wil je meer lezen leuzen van deze schrijfster, kijk dan op http://landentuinbouw.spinazieacademie.nl/

Gastblogger Anne-Marie Otter-Schuster.

Gastblogger Anne-Marie Otter-Schuster. Ik leerde de schrijfster van het blog My Happy Kitchen kennen tijdens een zomerse bijenlunch in het voormalige bankgebouw van Albert de Bary aan de Gouden Bocht. Sindsdien treffen wij elkaar regelmatig tijdens evenementen, boekpresentaties en het drinken, ik moet zeggen het proeven, van wijn. Het leuke aan de blog van Anne-Marie vind ik, dat zij naast recepten, die zij zoveel mogelijk zonder pakjes en zakjes kookt, ook op zoek gaat naar het verhaal achter het recept of gerecht. Zo heeft Gereons Keuken Thuis genoten van het verhaal van de vader van Anne-Marie, die zorgde dat het huis van Monet weer echt het Blauwe Huis kon worden genoemd. Heerlijke verhalen, net zoals haar gastblogger verhaal over Oostenrijk op deze zaterdag. Dank Anne-Marie!

foto: De Hintersee bij Mittersill. Voor mij het mooiste plekje ter wereld!

Culinair Oostenrijk

Waar in mijn jeugd driekwart van de klas in de zomer naar Spanje of Frankrijk afreisde, ging ons gezin steevast naar Oostenrijk. En dat vond ik bepaald geen straf! Want naast de prachtige natuur (die bergen!), de gezellige stadjes en de vriendelijke mensen, ben ik vanaf dag één fan van de Oostenrijkse keuken.

Oostenrijkse keuken

De Oostenrijkse keuken is niet echt verfijnd. Het is meer stevige boerenkost, om te eten na een dag hard werken op de alm. Gerechten met het lekkerste Tiroler speck, scharreleitjes en vaak stinkende maar oh zo lekkere boerenkazen. Ook kent de keuken veel invloeden van omringende landen, zoals Hongarije, Tsjechië, Kroatië en Italië, die voor 1900 ten dele tot het Oostenrijkse keizerrijk behoorden.

Beroemd

Natuurlijk kent de Oostenrijkse keuken een aantal wereldberoemde gerechten. Zoals de Wiener Schnitzel en de Sachertorte. En wist je dat zelfs de cappuccino niet uit Italië maar uit Oostenrijk komt? Daar vertel ik na de zomer meer over op in de reeks geschiedenis van beroemde gerechten op mijn blog.

Als kind – en nu trouwens nog steeds – keek ik echter het meest uit naar knödels, spätzle, Tiroler gröstl en Pinzgauer kasnocken. Erbij natuurlijk een Almdudler, de Oostenrijkse frisdrank gemaakt van Alpenkruiden.

foto: Pinzgauer kasnocken, mijn favoriete gerecht.

Kookboek

Ook fan van of benieuwd naar de Oostenrijkse keuken? Een kookboek dat ik je van harte kan aanbevelen is ‘Recepten uit Wenen’ van Antonia Kögl. Gereons Keuken Thuis schreef er al een uitgebreide review over.

foto: cover Recepten uit Wenen, klassiek & modern.

Kaiserschmarrn

Wie Oostenrijk vooral kent van de wintersport, is vast ook fan van kaiserschmarnn. Het recept vind je op mijn blog. Zoete, luchtige reepjes pannenkoek met poedersuiker, al dan niet aangevuld met rozijnen en appel-, pruimen- of bessencompote. Omdat ik op mijn blog regelmatig schrijf over de geschiedenis van beroemde gerechten heb ik dit keer – speciale voor Gereons keuken thuis – een editie geschreven over de geschiedenis van kaiserschmarrn.

foto: Keizer Franz Josef, naamgever van Kaiserschmarrn.

Geschiedenis

Over het ontstaan van het gerecht kaiserschmarrn bestaan – zoals meestal het geval is – weer verschillende verhalen. Was het keizer Franz Josef (1830-1916) die zijn naam gaf aan dit calorierijke gerecht? De kaiserinneschmarrn die de patissier van het hof speciaal had gemaakt vielen bij keizerin Sisi niet in de smaak. Zo kon ze haar mooie figuur toch niet behouden? Franz Josef daarentegen vond het zalig, en at gewoon ook haar portie op. Het hof veranderde de naam dan ook al snel in Kaiserschmarrn.

Of waren het toch de boeren en kaasmakers (käser) die de naam gaven aan dit gerecht? Wanneer zij zomers op de alm bij hun koeien verbleven aten ze graag käserschmarrn. Gemaakt van de melk en eieren die ruim voorradig waren. Toen de keizer tijdens een jachttrip op de alm overnachtte kreeg hij de schmarrn te eten. Hij was hier zo erg van gecharmeerd dat ze de naam veranderde van käserschmarrn naar Kaiserschmarrn.

foto: kaiserscharrn.

Tot slot is er nog het verhaal van de arme boerin, die aan de verdwaalde keizer Frans Joseph een mislukte pannenkoek serveerde met de verontschuldiging dat het slechts ‘Schmarrn’ was (rommel) wat zij serveerde. Waarop de keizer, die het zich goed liet smaken, eraan toevoegde: maar dan wel Kaiser-schmarrn!

foto: gastblogger Anne-Marie Otter-Schuster van My Happy Kitchen in haar habitat.

Gastblogger Anne-Marie deelt op My Happy Kitchen heel veel tips over bezienswaardigheden in Oostenrijk en natuurlijk diverse recepten. Auf wiedersehen!

Gastblogger Laura van Veenendaal.


Gastblogger Laura van Veenendaal. Het mag toeval heten of niet, maar daags na mijn recensie van het boek Magisch Maleisisch trof  ik de zomerse gastblog van deze schrijver aan in mijn mailbox. Laura trapt daarmee een zomer af, die hopelijk meer van deze leuke persoonlijke verhalen oplevert op Gereons Keuken Thuis. Zij beaamt, wat ik donderdag schreef: Maleisië en haar keuken zijn magisch. Maar Laura van Veenendaal is niet alleen behept met Maleisië, kijk eens op haar site Lekkerplan . Daar staat hoe je Thaise viskoekjes maakt van Hollandse schol, hoe je zelf mooie loempia’s fabriceert en vertelt ze over de smaken van Taiwan. Maar nu eerst Maleisië! Dank Laura voor je enthousiaste deelname als gastblogger. En ik hoop voor je, dat er snel in Huizen zulk heerlijk streetfood is te vinden, alhoewel reizen naar Maleisië natuurlijk ook geen slechte optie is. Fijne zomer.

foto: op weg naar Dabong.

Laura van Lekkerplan ontdekte het lekkerste land ter wereld (het is niet Italië)

Aziatische smaken zijn de beste smaken, als je het mij vraagt. Koriander, gember, vissaus, daar word ik vrolijk van. Daarom kook ik met de smaken van China, Vietnam en wijde omstreken en op Lekkerplan schrijf ik een blog vol over de lekkere dingen, die ik al doende ontdek. De allerfijnste gebakken rijst met lente-ui-gemberdressing, bijvoorbeeld. Of noedelsoep met spekjes, die de rotste dag beter maakt. Of…

Maar ik dwaal af. Ik ben hier om te vertellen over het eten in het lekkerste land ter wereld. Het zal duidelijk zijn dat de keuze makkelijk was toen de echtgenoot en ik vorig jaar een bestemming zochten om zes weken rond te trekken met onze twee koters. We gingen richting Azië. Nou is dat een aanzienlijk deel van de wereld, dus er zat wat leeswerk in de nadere plaatsbepaling. Toen ik de Lonely Planet van Maleisië in handen kreeg, was de zoektocht echter voorbij. Een land waar Maleisiërs, Chinezen en Indiërs hard hun culinaire best doen. Net als een hele rij kleinere bevolkingsgroepen. Vlak onder Thailand? Het is alsof Maleisië is ontworpen voor mijn smaakpapillen.

Maleisië in drie maaltijden

Het is een risico, al vóór aankomst zo zeker van zijn, dat je het smaaknirvana gaat bereiken. En we hebben ook heus middelmatige happen geïncasseerd. Dat gebeurde vooral als we bij een menukaart van acht kantjes beter hadden moeten weten  dan aan te schuiven. Maar het was voornamelijk heerlijk, zes weken Maleisië. Laat me de reis samenvatten in drie iconische maaltijden.

 Op houtskool geroosterde saté bij Capital Café in Kuala Lumpur. Voor we in het vliegtuig stapten, dacht ik bij Maleisisch eten vooral aan laksa (pittige, zure noedelsoep met vis) en rijst met prutjes. (Het is de Indische in mij die overal een rijsttafel in ziet.) Eenmaal rondstappend op het schiereiland begreep ik al snel dat saté ook thuishoort  in het lijstje “typisch Maleisisch”.

Uiteraard zijn Maleisiërs niet de enigen die gemarineerd vlees op een stokje rijgen om te bakken boven houtvuur. Maar ze zijn er wel zo dol op dat geroosterd vlees resoluut mijn Maleisische herinneringen geur geeft. Dat roosteren gebeurt meestal op straat.  In Kota Bharu, in het noorden van Maleisië, was er bijvoorbeeld een paar avonden per week een straat afgezet zodat mensen vers gemaakte saté (en rijst en groenten) konden eten.

De eerste saté die wij aten, kwam van de stoep voor het Capital Café in Kuala Lumpur. We waren rond half zeven bij het restaurant en hoopten dat de barbecue al aan zou zijn. We hadden geluk. Grote rookpluimen begroetten ons en omarmden ons met het aroma van net-niet-geblakerd vlees.

Met een grote grijns gingen we zitten en selecteerden een stel bijgerechten. Maar helaas. Alleen de gebakken noedels waren er nog. Okay. Noedels werden het dus, plus een berg vleesstokjes. Na de eerste hap saté waren we de teleurstelling over de afwezige bijgerechten vergeten. Sappig vlees, marinade met veel knoflook en koriander en dan dat rokerige van de grill. Wat een fijn maal! En omdat we niet hoefden te wachten op de keuken, stonden we ook betrekkelijk snel weer buiten (Na een tweede rondje van de saté, uiteraard.) Best fijn, als je met twee gejetlagde minimensen onder de arm op stap bent.

foto: saté’s roosteren bij Capital Café in Kuala Lumpur

 Loeivers platbrood naast de speeltuin in Dabong. Sowieso speelt veel van het eetavontuur in Maleisie zich af op straat. Toeristen uit heel zuid-oost Azië schijnen speciaal naar Georgetown (in het noordwesten van het schiereiland) te komen voor het streetfood. En die heerlijkheid beperkt zich niet tot de steden. We aten ook in dorpen een hoop lekkers op de stoep. In Dabong, bijvoorbeeld.

Dabong is één van de toegangspoorten tot de jungle in het binnenland van Maleisie. Aan de andere kant van die jungle ligt echter een nog veel beroemdere toegang en Dabong krijgt daardoor niet zoveel toeristen. Ze zijn er, maar wild toeristisch is het niet. Er zijn één of twee hotels, je kunt op het treinstation een hapje eten en op de stoep naast de speeltuin ijsthee drinken. Oh, en je kunt de jungle in. Dan ben je er wel zo’n beetje.  

Dat dachten wij tenminste, toen we na een dag rondsjouwen tussen de bomen neerstreken tegenover de glijbaan. Toen we even hadden gezeten, kwamen er echter opeens een hoop mensen naast ons zitten. Bleek dat er ’s avonds een keukentje openging bij het terras, dat gloeiendhete roti canai (lekker vettig platbrood met laagjes) bakte. Ze waren zo populair dat wij dachten: “hee, we eten mee”.

Bestellen was even een toneelstukje. Ik geloof dat ze niet begrepen, dat wij vragen konden hebben over de zeer overzichtelijke keuze. De enige reactie die kwam op “Wat is dat voor saus?” en “Heeft u verschillende smaken?” was “Do you want egg or no egg?”. Twee met en twee zonder ei dan maar, en we hoopten dat we van die intrigerende dip zouden krijgen. Dat kregen we en het bleek de perfecte pittige jus-saus om het elastische brood met schroeiplekjes in te dopen.

foto: het mooie uitzicht bij Duyong Cherating

Vriendelijk met rust gelaten worden en brood eten

De maaltijd was ook naast z’n locatie op de stoep typerend voor veel van onze reis. Zodra we de palmstranden en beroemde stadjes verlietten, waren er niet zoveel andere witte gezichten en konden we een beetje meedoen in de randen van het Maleisische leven. Mensen waren zeker behulpzaam. Toen de peuter op de stoep in Dabong z’n melk over tafel knalde kwam er voor wij “sorry, sorry!” konden roepen een nieuwe, met een aai over z’n bol voor de schrik. Maar verder hadden ze betere dingen te doen dan zich druk maken over ons.

Brood eten, bijvoorbeeld. Ik had me ingesteld op zes weken rijst en noedels en noedels en rijst. Die waren er, uiteraard, maar geroosterd brood met kokosjam is een populair ontbijt en overal waar we kwamen werd verse roti canai gebakken. Hoe heerlijk, supervers brood eten met de zon op je rug en de geur van knoflook in de lucht.

Thaise rundvleessalade bij Duyong, Cherating. De laatste maaltijd die voor mij Maleisie samenvat, is een Thaise. Je kunt geen gids openslaan zonder te lezen over wat een harmonieuze etnische smeltkroes het land is. Nou valt daar genoeg op af te dingen, met bijvoorbeeld een graaiende ex-premier, dames die een onderzoek aan hun broek krijgen als ze bespreken waarom ze geen hoofddoek meer dragen en inheemse stammen die uitsterven, maar qua eten ben je bepaald niet beperkt tot één keuken. Zo aten we fantastische dim sum, prima Koreaanse bibimbap en supersappige kip uit de Indiaase tandoor.

Misschien wel mijn favoriete “buitenlandse” maaltijd aten we in het stranddorp Cherating. Daar kun je op het witte strand liggen, vuurvliegjes bewonderen en dus heel fijn Thais eten bij restaurant Duyong.

Duyong ligt aan een rivier en op het grote terras heb je rond etenstijd een betoverend uitzicht op de zon die zich roze en paars verstopt achter het water. Dan krijg je een menu van acht kantjes en ga je je zorgen maken, maar dat is nergens voor nodig.  De eerste avond bestelden we uit het Thaise deel van het menu en ook al zijn we nog een keer terug geweest, verder zijn we niet gekomen. Het was ook zo lekker. De gefrituurde tofu had een dun, knapperig jasje en romige binnenkant. De noedels hadden flink wat wok-adem en genoeg knoflook om Dracula maanden in Transsylvanië te houden. Maar het allerbest was de Thaise rundvleessalade.

Voor die salade bakten ze reepjes rundvlees net lang genoeg om gaar te zijn (tropen hè?), maar nog wel sappig. Die legden ze op een lading knapperige, rauwe groente met een dressing die vurig van de chilipeper, fris van het limoensap en funky van de vissaus was. De echtgenoot wilde ook graag proeven, maar ik vond het heel, heel lastig om hem meer dan een minihapje te geven. Niet erg harmonieuze smeltkroes van mij, maar tsja. Soms moeten oude liefdes het afleggen tegen nieuwe vlammen.

Nog niet overtuigd dat Maleisië het lekkerste land is?

Op Lekker Plan vertel ik je over de tien lekkerste hapjes die we er aten. Lees, krijg honger en koop een ticket. Selamat makan alvast!

foto: gastblogger Laura van Veenendaal.

Over Laura van Veenendaal

Laura is verliefd op Aziatische smaken en blogt op Lekkerplan over de lekkerste recepten met die smaken. Ze woont in Huizen en droomt over de dag dat daar goed street food te koop zal zijn. Tot die tijd gaat ze regelmatig op reis om het elders te eten.

Dit was de eerste zomerse gastblogger op Gereons Keuken Thuis, volgende keer lezen we het verhaal van Anne-Marie Otter-Schuster van My Happy Kitchen. Stay tuned!

Culinair mindmappen.

Culinair mindmappen op zaterdag. In Gereons Keuken Thuis (en hoofd) wemelt van de culinaire en vineuze onderwerpen, die mijn aandacht vragen. Uitgestelde kook- en receptprojecten, mijn #franseweken, gastbloggers voor de Italiaanse maand, wijn proeven uit Friuli, de nakende #alfresco zomer en aanstaande maandag de 10e editie van de Culiperslunch. Ik heb er op deze zaterdagochtend wat op bedacht. Culinair mindmappen maakt het hoofd leeg en je blog gaat een duidelijke richting in. Eigenlijk niets anders dan een inhoudelijk to do lijstje.

foto: logo van Wâldfarming

Ik start met de bonen van Wâldfarming. Wat hebben Kollummer zoete erwten, Friese woudbonen en Stienser pronkbonen gemeen, behalve hun rijkdom aan eiwitten, duurzaamheid en prijs? Ze komen alle drie uit het pakket dat Gereons Keuken Thuis onlangs ontving van Wâldfarming de (h)eerlijke streekproducten- en specialiteitenwebshop uit Jistrum in Friesland. Wâldfarming produceert, verwerkt en verkoopt lekkere en mooie streekproducten. Kleinschalig met behulp van zo’n twaalf boeren worden prachtige natuurproducten geteeld, die ze live verkopen op de markten van Leeuwarden en Groningen. Woon je daar niet in de buurt? Dan kun je altijd je licht op steken op Wâldfarming, want daar zijn de lekkere producten van het Hoge Noorden te bestellen. Gereons Keuken Thuis gaat eerst eens proeven en koken. Ik sla er het heerlijke boek Bonen! maar even op na van mijn vriendin en #bonendiva Joke what’s in a name Boon.

foto: witte quindici vendemmia.



Wijnen uit Friuli. Gereons Keuken Thuis werd dit voorjaar blij verrast met mooie wijn en olie uit Friuli, van een oude bekende van mij. Hij ontdekte deze wijnen tijdens het olijf plukken vlakbij Triëst en raakte bekoord van het aanbod aan refosco, monte d’oro en malvasia. Spek voor mijn bekkie, om er in mei wat meer mee te gaan doen. Maar eerst proeven,proeven, proeven!

foto; cover Basisboek Indonesisch.



Op dinsdag 26 maart was ik bij de boekpresentatie van Basisboek Indonesisch. Helaas is Gereons Keuken Thuis niet echt behept met de keuken van de Gordel van Smaragd, in de seventies maakte mijn moeder heerlijke bumbu Bali ikan, frikadel pan en babi kecap. Zij leerde deze gerechten maken, overigens net als zarzuela, van overbuurvrouw Daisy, ik moest zeggen mevrouw Bijleveld. Toen ik ging studeren nam ik het kookboek de Indische keuken thuis mee, uitgeleend aan kompaan en nooit terug gezien. Maar niet getreurd met het Basisboek Indonesisch van HHB finaliste Francis Kuijk, uitgave van GoodCook kan ik in de rebound en begin met verse makreel boemboe Bali.

foto: de pepergelei van Lovely Spice.



Ik ga verder met culinair mindmappen. In SeaSpot staan wat lekkere potjes pepergelei te wachten, totdat het #alfresco seizoen start. Dat betekent lekkere marinades, sausjes of als begeleider bij taco’s met pulled beef en jalapeño pepers, die ik onlangs at bij de Haven van Zandvoort. Vele variaties mogelijk met deze potjes van Lovely Spice.

foto: lunch bij de Haven van Zandvoort.


Baru Belanda, Indische keuken 3.0. Soms zijn er van die kookboeken waar je over blijft nadenken voor je een recensie schrijft. Aytems of inspiration van Ayt Erdogan is er zo eentje, Bijdendijk, een keuken voor de lage landen van Joris Bijdendijk en nu Baru Belanda van Pascal Jalhay, uitgave van Fontaine uitgevers. Waar ken ik Pascal van? Van samen koken voor AH bij een kookstudio in de Elanddsstraat in Amsterdam. Van zijn fenomenale lunch in november 2017 op de Dam samen met tafeldame Jean Beddington en co auteur Marcus CPL en FavorFlav Polman met de gedeconstrueerde gado gado. Anyway maandag zie ik Pascal weer een keertje tijdens de #CPL2019 en kan ik een beeld vormen van de recensie die gaat volgen op Gereons Keuken Thuis.

foto: een geweldig gerecht van Pascal Jalhay.



Tot slot een recept, want wat zou culinair mindmappen zijn zonder de recepten van professeur Circonflexe!

foto: port de Honfleur.

Het zijn nog steeds de #franseweken. Normandië is het land van appels, groene weiden vol gezonde koeien met een bril op. Deze appels leveren onder andere cider en van de melk van de Normandische dames wordt de lekkerste boter en crème fraîche gemaakt. De zee is niet ver weg, vis en schaaldieren vind je overal in Normandië. Daar weet professeur Circonflexe uit Boulogne sur Mer wel raad mee. Hij noteerde dit heerlijke recept voor mosselen in zijn carnet culinair.

Nodig:

2 kg mosselen
1/2 fles appelcider brut
100 g crème fraîche
3 kleine uien
50 g boter
50 g bloem
2 el Dijon mosterd
peterselie gehakt
bieslook gehakt
zout en peper

Bereiding:

Breng in een pan de helft van de cider aan de kook. Controleer de goed gewassen en schoongemaakte mosselen op breuk of openstaan. (door te tikken op schelp gaan ze dicht)
Breng de mosselen in de cider aan de kook met peper en zout.
Als de mosselen open gaan, haal ze uit de pan en houd ze in de oven warm (80 graden). Zeef het mossel en cider vocht en houd dit warm.
Doe de uien gesnipperd in een pan met de boter en laat ze even mooi goud bruin worden, voeg hieraan de bloem toe, bak deze licht mee. Voeg daarna al roerend de rest van de cider en het mosselvocht toe. Zet het vuur lager en laat kort sudderen. Voeg de crème fraîche en de mosterd toe. Doe de mosselen uit de oven op een schaal en giet deze saus erover. Garneren met de gehakte peterselie en bieslook.


HAPPY WEEKEND.

Foodblogger Cora over haar Frankrijk.

Foodblogger Cora over haar Frankrijk. Vorige week plaatste ik mijn jaarlijkse lenteparade met foodbloggers over hun associaties bij l’Hexagone. Helaas ontbrak gastblogger Cora van Cultfood. Een blog over moeiteloos koken voor elke dag. Vandaag haar Franse verhaal en een recept voor kumquatmarmelade.

foto: oud & modern Marseille.

Frankrijk gezien door de ogen van Cultfood.

Onze eerste belevenissen starten met een huwelijksreis naar Parijs. Daarna kwamen we zo vaak terug – met en zonder het hele gezin – dat we alle kuststreken en berggebieden hebben gezien. Dat zijn gewoon onze favorieten evenals de eilanden, van Belle Ile, de Golf van Morbihan tot Ile de Ré en Ile d’Oleron. Het mooiste eiland bezoeken we dit jaar, ik kan haast niet wachten om op weg te zijn naar Corsica. Aan de kusten lopen we natuurlijk de Sentiers des Douaniers, bezoeken havens, oude zeilboot-evenementen en vissershaventjes. Maar ook mondaine steden en musea. We nemen zeker ook altijd het achterland mee van de regio waar we zijn en organiseren een leuke aanrijd- en vertrekroute.

foto: Lyon fontein tegenover hôtel de Ville.

Meestal trekken we in zo’n regio ook nog een aardig eindje door meerdere logeeradressen te bespreken. En dat maakt Frankrijk zo leuk: de afwisseling van logies in kasteeltjes, olijvenboomgaarden, een havenplekje. Zo associeert onze oudste Normandië met boenwas door te logeren in meerdere oude boerderijtjes. De Pyreneeën verschillen als berggebied hemelsbreed van de Alpen, Elzas en Jura. En dan zijn er nog de vakwerkhuisjes, niet alleen in Normandië en Bretagne, maar bijvoorbeeld ook in Colmar. En de hooggelegen, vaak verstilde middeleeuwse bergdorpen. Frankrijk verveelt nooit door die diversiteit. Want we hebben het nog niet niet eens gehad over de dieren – ezeltjes en wilde Potok paardjes – of over de de diverse rotsen van krijt, graniet etc. en het banjeren over lange, diepe stranden of door leuke kunstenaarsdorpen.

foto: Bel Ile in Bretagne, côté ouest.

Als foodblogger zijn de streken van Frankrijk voor mij verbonden met de Franse specialiteit ‘marmelade’ of ‘compote’. Voor mijzelf natuurlijk bij al die prachtige kazen, voor mijn man in zijn croissant en voor de kinderen in hun crêpe. Als ik al een taart maak, dan start die activiteit toch met het maken van een heel mooie compote. En dat brengt mij bij een laatste, nog vergeten aspect van het Franse platteland: de abdijen. Die zulke heerlijke on-Nederlandse jam fabriceren.

Ik beveel nu mijn kumquat-bloedsinaasappel marmelade aan in deze Franse weken op Gereons Keuken Thuis. In de Provence staat namelijk de eerste of oudste Franse kumquateraie, het domaine de la Jouasse.

foto: village perché in de Provence

In mijn blog vertel ik al dat deze vruchten nu worden geïmporteerd vanuit het Middellandse Zee gebied. Franse smaken zijn zo bijzonder. Daarom zijn ook mijn favoriete Franse drankjes erin verwerkt: wat Grand Marnier en Calvados. Die laatste hield ik over aan mijn verblijf in een klein, wat uitgestorven kasteel. In mijn voorraadkast prijkt nog slechts één potje bijzondere Franse jam, de kiwis a trois épices. De kennismaking met de Franse confitures is waarschijnlijk de reden dat ik zo graag met fruit aan de slag ga. En dat mijn nieuwe Franse vakantie maar snel moet beginnen.

foto: Cora’s kumquatmarmelade.

Kijk voor het heerlijke kumquat recept van Cora op: Cultfood’s kumquat marmelade.Merci Cora voor je deelname! 

Ben jij een foodblogger met net zo’n heerlijk Frankrijkverhaal of -recept? Laat het dan hieronder in een reactie achter of schrijf eens een gastblog voor Gereons Keuken Thuis.

Oesterman Marcus van den Noord, gastblogger.

Het is vandaag de laatste dag van januari, mijn maand vol eten en drinken uit de keukens van de Lage Landen. De hekkensluiter en tevens gastblogger is oesterman Marcus van den Noord van Zilt en Zalig, fruits de mer catering. Hij weet alles van oesters uit Zeeland en maakt ze graag voor je open. Hieronder lees je zijn leuke verhaal.

foto: verse oester juist geopend

Oesters van de Lage Landen.

Denk je aan oesters, dan gaan je gedachten waarschijnlijk al automatisch naar de Franse kust maar wat dacht je van onze Nederlandse kust? Ook hier hebben we generaties lang een uitgebreide oestercultuur.

Van de geraapte wilde oesters van het Wad tot de Zeeuwse platte uit de putten van Yerseke heeft Nederland een geweldige diversiteit en kwaliteit in het aanbod van oesters.

De Wad oesters worden met de hand geraapt of uitgegraven, omdat de Waddenzee een Werelderfgoed status heeft. Er zijn een aantal kleine bedrijven die van Texel tot Schiermonnikoog een vergunning hebben om te mogen rapen.

foto: een echte delicatesse, de oester.

Deze oesters worden in zakken of manden in zeewater gehouden zodat de oester zichzelf kan ontdoen van zand. Ondanks dat deze oesters er aan de buitenkant grillig uitzien is de smaak zeer verfijnd zilt en fris tegelijk en gaat heel goed met de betere dessertwijn.

In Zeeland is de kennis in het veredelen van oesters zo gegroeid dat de oesterboeren kunnen spelen met smaken. De oesters worden bijvoorbeeld soms van de Grevelingen naar de Oosterschelde verplaatst en andersom. Zij maken gebruik van de verschillende watergebieden omdat dit invloed heeft op de ontwikkeling van groei en smaak.

foto: oesterman Marcus in actie op Pure Markt in Amsterdam

De Grevelingen is brak en zorgt voor een mooie druppelvormige, makkelijk te openen oester met een licht zilte aardse smaak in het vlees. De Grevelingen oesters in combinatie met een mooie mousserende wijn brut is een culinair feestje.

De Oosterschelde is zelfs zouter dan de Noordzee. De watergebieden binnen de Oosterschelde zoals Yerseke, Neeltje Jans en Tholen hebben elk hun eigen samenstelling van water zoals zilt en mineraal waarmee de oesterboeren kunnen spelen, de oesters krijgen hierdoor hun eigen karakter. Deze creuses zijn in het algemeen grillig van vorm met een flink zilte, minerale smaak. Combineer deze oester met een Oude Genever of Trappist.

We mogen zeker de Zeeuwse platte niet vergeten! Voor sommigen de mooiste oester uit de putten aan de Noordzeekust. Een geheel andere beleving. De Platte oester is de reden dat een oester als voorgerecht geserveerd wordt. Het activeert je smaakpapillen extra door het minerale in deze oesters. Een prachtige schelp met vlees dat stevig moet zijn. Je moet echt even kauwen om de minerale en nootachtige smaak te bevrijden. Deze oester neem je puur en laat je even op je inwerken, een drankje erbij? Liever niet.

foto: oesters uit Zeeland.

Dank Marcus van den Noord voor je gastblog! Meer weten over de activiteiten of het inhuren op locatie van deze oesterfanaat, mail dan naar info@ziltenzalig.nl of kijk op Facebook: Zilt en Zalig, Instagram: @ziltenzalig en tot slot LinkedIn: Marcus van den Noord.

Gereons Keuken Thuis richting 2019.

foto: het bleke januarilicht.

Gereons Keuken Thuis richting 2019. Als de kruitdampen van het oudjaarsgedruis zijn opgetrokken, de laatste oliebol is ingeslikt en dat restje bubbels is opgedronken, ben ik altijd blij dat het januari is. Lekker fris er tegenaan, opruimen, snode plannen voor mijn blog smeden. Gereons Keuken Thuis barst in de eerste dagen van het jaar, net zoals op overige dagen, van de ambities en plannen. Ik heb er in 2019 echt zin in. Volgende week trap ik af op de Horecava, eens kijken wat er komend jaar weer op culinair en horecagebied te beleven valt? Half januari is het tijd voor pijlinktvis en het heerlijke kookboek met Noordzeevis uit IJmuiden, De BTW aangifte moet worden gedaan en de jaarrekening.

De dames van Surimam en Maroeska Metz zijn uitgenodigd als wintergasten voor #talkandtable. Daarna is het tijd voor de opening van brasserie Carstens door Librije sous chef Maik Kuijpers, een leuk interview in Gereons SeaSpot met Smaak van Noord Holland en tot slot een lezing van Onno Kleyn over de Italiaanse keuken met afsluitend een pop up lunch, verzorgd door Roberto’s Restaurant. Vergeten jullie in het eerste weekend van februari overigs niet de leuke Little Italy evenement te bezoeken?

Februari is #fitforfun maand in Gereons Keuken Thuis. Dat betekent een maand geen wijn (alcohol), een nieuw sportregime -in het oude heeft in 2018 een beetje de vervelingsfactor toegeslagen- en op ontdekkingsreis door kookboeken als het Pioppi kookboek van Nora French en het onlangs ontvangen #FitBody van Delphine Steelandt. Ben benieuwd wat ik daar voor een leuke trouvailles uit haal? Ik verheug me er nu al op. Ik ben al een tijdje aan een aanvulling op mijn matineuze workout toe.We gaan het testen. Eind november was ik te gast bij Eke Mariën en Joris Schildknecht voor een heuse vegan masterclass zonder poespas. In februari lees je over de manier van koken van deze twee heren.

In maart 2019 keert Gereons Keuken Thuis terug op honk. Met aandacht voor terroir, een heuse Franse week, mediterrane streekrecepten -in 2019 ga ik op zoek naar 2.0. versies-  en wijn, want na mijn detox maand is het begin maart tijd voor biologische wijnen. En… ik ga een kijkje in de keuken van Tsukémono Peter van Berckel nemen.

Gereons Keuken Thuis richting 2019 kan natuurlijk ook niet zonder jullie input. Mocht je een leuk onderwerp hebben, eens een gastblog willen schrijven of aandacht generen voor je product of bedrijf via een advertorial op mijn blog? Be my guest, anything goes. Het is pas januari.

video: Kapitein Winokio zingt het nieuwe jaar toe.

Franse foodparade, herfst 2018.

 foto: déjeuner.

Het is wat grijzig vandaag, grisaille, een mooie dag om wat vrolijke vakantiegerechten te delen in een heuse Franse foodparade, herfst 2018. Een jaarlijks terugkerend item, waaraan door veel foodbloggers gehoor wordt gegeven. Zelf net terug van mijn congé annuel, probeer ik altijd de opgedane inspiratie te bundelen en vast te houden, met foto’s, het uitwerken van recepten in het carnet culinair van professeur Circonflexe. (daar gaan jullie in 2019 meer van horen) en erover te praten, wat ik vrijdag jl. deed bij June tot 12 op NH radio. Vergezeld van een gezellig hapje vertelde ik daar over cuisine du marché en hartverwarmende uiensoep.

 Allons-y! Franse foodparade, herfst 2018.

 foto: pissaladière van Ingrid.

Ingrid serveert een pissaladière, samen met socca het nationale gerecht van Nice. Ik at het onlangs nog in de oude stad bij het bekende adres Lou Pilha Leva voor socca en pissaladière.

 foto: Lou Pilha Leva, Vieux Nice.

Van Nice gaan we maar Marseille voor het nationale Provençaalse visgerecht, geen soep maar gekookte vis uit de oude haven van deze door Grieken gestichte stad. De mare gaat dat zij reeds een vorm van bouillabaisse maakten op hun driepoot boven vuur.

 foto: bouillabaisse van Hanneke.

Bouillabaisse van Hanneke met, hoe kan het ook anders, rouille, roest, de peperige knoflooksaus voor in je soep. Vind je deze soep te bewerkelijk kun je ook vissoep volgens de beproefde methode van vissers uit Cassis maken.

 foto: Lisette’s blanquette.

We gaan verder met een Franse klassieker. Lisette met blanquette Deze kalfsvleesstoof is heerlijk in de herfst en past binnen het rijtje van boeuf Bourguignon, coq au vin, pot au feu en andere herfstgerechten.

 foto: canthareltaartje van Cora

Canthareltaartje met bavette van Cora. Zij gaat creatief aan de slag met cantharellen, het is tenslotte oktober, en tartaar van bavette.

Tot slot francoblogger René. Hij komt met een recept voor Gebraden kip met champignons . Niet te versmaden, want een goed gebraden kip is de quintessentie van la cuisine Française.

Dank alle foodbloggers voor het inzenden van jullie gerechten voor deze Franse foodparade herfst 2018. Un grand merci à tous!

 foto: Madame du Barry.

en… uit mijn eigen keuken komt het verhaal van Madame du Barry

FIN

Ligurisch konijn van gastblogger Petra.

Het is Italiaanse nazomerweek op Gereons Keuken Thuis. Met een recept voor Ligurisch konijn van Petra Poudèl, die als gastblogger dit leuke Italiaanse recept voor mijn blog inzond. Ik leerde Petra kennen op een evenement van de Italiaanse KVK in Amsterdam. Zij is reis- en cultuurschrijfster en schrijft als freelancer over Italië en Zuid Frankrijk. Ze zei meteen ja, toen ik onlangs tijdens een kop koffie opperde, of zij eens wilde gastbloggen. “Graag”, was het antwoord, “want ik heb een passie voor streekgerechten en heel wat op de plank liggen.”  “Petra, welkom op Gereons Keuken Thuis.”

 foto: het boek van Anna del Conte.

Ik zal me even voorstellen, ik ben Petra Poudèl, woon in Amsterdam Zuid met mijn man, die advocaat is. Wij hebben twee zoons, die inmiddels het huis uit zijn. Ik ben 25 jaar geleden vanuit Liguria naar Amsterdam vertrokken per l’amore. Ik leerde mijn man in Nice tijdens een beurs kennen, waar ik destijds werkte als gastvrouw. Un coup de foudre. Ik besloot naar Amsterdam te verhuizen en ging daar aan het werk als reisleider en gids. Daarnaast schrijf ik artikelen en korte stukjes over reizen naar Italië en Zuid Frankrijk. Wij hebben beiden een grote passie voor eten en wijn. Mijn man en ik gaan zo vaak het kan op pad om nieuwe dingen te ontdekken aan de Côte d’Azur en natuurlijk thuis in Liguria.

Voor de Italiaanse nazomerweek hoefde ik niet lang na te denken welk recept ik zou insturen. Een recept voor Ligurisch konijn, dat ik heb gebaseerd op het heerlijk recept van culinair historica Anna del Conte uit het kookboek L’Arte della Cucina uit 2007, een mooi boek over een reis door culinair Italië, vol verhalen met illustraties van Amerikaanse Val Archer. In dit boek komt de Ligurische cucina ruim aan bod. Al jarenlang een favoriet in mijn keuken. Een sfeervolle uitgave van Tirion Culinair. Ik weet alleen niet of het nog te koop is?

In Liguria worden veel konijn-gerechten gegeten.Konijn wordt altijd met veel verse kruiden bereid. En in dit gerecht ontbreken de kenmerkende pijnboompitten niet, o.a. bekend van de pesto uit Genua. Dit is mijn versie van coniglio con olive e pinoli. Ligurisch konijn met olijven en pijnboompitten.

Nodig 4 personen:

1 konijn van 1,5 kg in gelijke stukken.

3 tenen knoflook

1 sjalot gesnipperd

1/2 tl cayennepeper

grof zeezout en zwarte peper

verse kruiden, tijm, rozemarijn en salie fijngehakt

1/2 l witte wijn

olie om te bakken

30 g pijnboompitten

75 g gehalveerde zwarte olijven

klontjes boter

wat basilicum blaadjes ter garnering.

Bereiding:

Bestrooi de konijn-stukken met wat bloem, peper en zout. Verhit wat olie in een pan en bak het vlees om en om aan. Haal het konijn uit de pan en zet apart onder folie. Bak kort de gesnipperde sjalot, knoflook in fijne stukjes, de kruiden en 1/2 theelepel cayenne aan. Voeg het konijn toe en blus af met de wijn. Bren aan de kook en laat het konijn zeker 40 minuten sudderen tot het mooi gaar is. Voeg op het einde de gehalveerde olijven toe. Bind de saus met wat boter. Maak eventueel nog op smaak met wat zout en peper. Rooster de pijnboompitten. Hak wat basilicum fijn. Serveer het vlees en saus in een schaal en strooi de basilicum en pijnboompitten erover.

Geef er wat gebakken aardappels of verse focaccia bij.

Naschrift: Dank voor je leuke bijdrage Petra aan de Italiaanse nazomerweek!

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten