Geland in de Languedoc, gastblog op Het eten is klaar.

Geland in de Languedoc, een gastblog van GKT op hetetenisklaar.com, de leuke Frankrijkblog van René Meesters. Hij schrijft over eten en koken, recenseert nieuwe kookboeken en laat de lezer proeven, wat hij tijdens vakanties en reizen tegenkomt. Frankrijk is daarbij een grote favoriet.

foto: De promenade in het dorp.

René Meesters:

Al eerder mocht ik een gastblog plaatsen van Gereon de Leeuw van Gereons Keuken Thuis (GKT) en evenzogoed plaatste Gereon al eens een gastblog van mij. Deze keer een jaloersmakend verhaal want Gereon en zijn partner kochten namelijk een huis in het schitterende OccitaniëAls bonus krijgen we er een recept bij van aligot met worstjes.

foto: de negen sluizen van Fonserane.

Geland in de Languedoc. In het najaar van 2021 maakten we na een lange tijd van niet reizen een grand tour door het Franse land. We startten in Trier, aten in Dijon bij een ons geliefd adres, verbleven 10 dagen in een uiterst charmant middeleeuws huis met Romeinse roots in Tournus. Daarna vervolgden wij onze reis via één nacht in Orange en een tweedaagse stop over in Aix en Provence. Bestemming Saint Raphaël, alwaar we genoten van het laatste warme weer van oktober. Precies tijdens ons vertrek naar Montpellier begonnen de kenmerkende november regenbuien, die ze ook wel Cevenol noemen in Zuid Frankrijk. Het werd een lange reis met veel regen en meer dan het hotel hebben we die dag niet gezien. Volgende etappe was Toulouse, alwaar het op 1 november, Toussaints, zowaar heerlijk zonnig was. Dus nog even nazomeren in de “ville rose” De volgende verblijfsplaats was Cahors, een aanrader. Wat een fijne stad is dat. Via de Loire, Troyes en het Vlaams aandoende Valenciennes keerden we na 7 weken huiswaarts. Het zaadje was geplant. Hier lees je het hele verhaal.

foto: manadiers in het gelid.

Lees ook de leuke gastblogs, die René schreef voor Gereons Keuken Thuis.

Hauts de France

Sous vide van Bas Robben

Over Barricourt

Boles de picolat

Mannelijke foodbloggers vertellen, René Meesters

Gruissan met recept

foto: Gruissan van bovenaf gezien.

RECEPT: een zomers recept van de hand van René. Boles de Picolat (Catalaanse gehaktballetjes)

​​
Nodig:

700 g gehakt (half-om-half)
1 ei
50 gram bloem
2 uien
2 teentjes knoflook
1/2 bosje verse koriander of platte peterselie
250 gram groene olijven
100 gram eekhoorntjesbrood (of gedroogd eekhoorntjesbrood of champignons)
tomatenpuree, olijfolie, zout, peper.


Bereiding:

Reinig het eekhoorntjesbrood of week ze als ze gedroogd zijn.
Hak één ui zeer fijn samen met een teentje knoflook en de koriander (of peterselie). Voeg zout en peper toe en meng met het gehakt en het ei.
Maak kleine balletjes, Rol door de bloem en bak bruin in olijfolie. Houd warm.
Snipper ook de overgebleven ui en de knoflook en fruit dit aan in olijfolie. Doe ook de tomatenpuree en een half glas water in de pan. Laat gedurende 15 minuten sudderen (voeg eventueel een kleingesneden winterwortel toe). Voeg dan de gehaktballetjes, het eekhoorntjesbrood en de groene olijven toe. Doe er zoveel water bij dat de balletjes net onder staan, voeg zout en peper toe, doe de deksel op de pan en laat dit gedurende 45 minuten stoven. Doe er naar smaak kruiden bij.

Wijntip: Jonge rode Côtes du Roussillon AOP.

foto: boles de picolat van René Meesters.

Het favoriete seizoen van Gereon de Leeuw.

Nu te lezen op het Seizoenenblog van Elsa: “Het favoriete seizoen van Gereon de Leeuw zijn er eigenlijk 2. Wil je weten welke het zijn? In dit artikel kun je het lezen. Gereon “ken” ik al een tijd, niet in echt maar virtueel en het is altijd leuk om zijn blog te volgen. Zijn manier van schrijven is heel bijzonder en super interessant om te lezen. Vooral als je van eten en wijn houdt, net als ik… haha … Voor nu heel veel leesplezier!”

Mijn favoriete seizoenen zijn de lente en de herfst. In de lente op pad naar de duinen achter Zandvoort om de eerste daslook te plukken, het licht aan zee te zien toenemen en de temperatuur te zien stijgen. Genieten van het aankomende seizoen, de komst van de eerst badgasten en de tulpenvelden achter de duinen. Ook geniet ik van de stad in het voorjaar. De terrassen gaan open, er is nieuwe mode en Amsterdam ontwaakt.

In Zuid Frankrijk is de lente geweldig, velden vol rode klaprozen, de wijngaarden botten uit en dat alles onder een strakblauwe hemel. Terwijl de Pyreneeën nog bedekt zijn met een laag sneeuw. Ik vind het dan heerlijk om erop uit te gaan door de velden. Moet altijd denken aan de verrassing, die Vincent van Gogh ervoer, toen hij uit het donkere Parijs per trein aankwam in Arles. Op een gegeven moment verandert het licht.

Hier lees je alles over het favoriete seizoen van Gereon de Leeuw.

Hameau du Somail aan het Canal du Midi.

foto: au bord du Canal, hameau du Somail.

Hameau du Somail Begin maart bezocht GKT het slaperige Le Somail aan het Canal du Midi. Een pleisterplaats voor schepen met reizigers in de 17e eeuw, maar ook nog tegenwoordig. In le Somail vind je diverse adressen om je te laven en te restaureren. Dat is niet veranderd sinds de dagen, dat het Canal du Midi door 12.000 man sterk werd gegraven. In amper 13 jaar. De geestelijk vader van dit 240 kilometer lange kanaal is Pierre Paul Riquet. Van hem staat een groot standbeeld op de naar hem vernoemde Allées Riquet in de stad Béziers. Behalve belastinginner op zout voor de Zonnekoning, omringde Riquet zich met ingenieurs, wetenschappers, geografen en landmeters. Hij werd uiteindelijk de bouwmeester voor Lodewijk XIV, die het Etang du Thau verbond met de Garonne. Zo onstond het Canal Royal du Languedoc, dat je van Sète naar de monding van de Gironde bracht. Een slingerend meesterwerk met bruggen, sluizen en zelfs een tunnel (Malpas) die onder de heuvel van Ensérune doorloopt.

foto: Béziers: Allées Pierre Paul Riquet in de winter.
foto: le tunel de Malpas.

Le Somail is in alles een pleisterplaats. Je vindt naast de brug een mooie kapel voor een kort schietgebed, er zijn auberges en chambres d’hôtes. In het dorp staat nog steeds de grote ijstoren, la Glacière, waarin ijs uit de Montagne Noire werd bewaard, om in de zomer de gasten te kunnen verblijden met gekoelde waar. Ook nu nog voorziet de lokale parlevinker de bootmensen van eten en drinken.

foyo: hoekje in Le Trouve tot du Livre.
foto: een oude wijnloods als boekenwalhalla.

Le Trouve tout du Livre. Dit is voor GKT misschien wel de grootste attractie van dit gehucht. Een voormalige opslag van wijnvaten aan het water werd omgetoverd tot een walhalla voor de boekensnuffelaar met maar liefst 50.000 titels aan boord. Uit allerlei tijdperken. Op elk gewenst gebied valt er een boek te ontdekken. In 1980 werd de uit Parijs afkomstige Madame Gourgues verliefd op le Somail, vestigde zich er en begon deze bijzondere boekenzaak. Een oude overkapte wijnloods, die tot op vandaag fungeert als pleisterplaats voor een boekenwinkel met meer dan 50.000 boeken, aangeboden aan lezers, toeristen en schrijvers, die er elkaar kruisen. Zij het via land, zij het via het Canal. Een niet te missen hot spot in dit prachtige gehucht. GKT zal hier nog vaak zijn te vinden.

foto: compleet oeuvre van Jules Verne uit de 19e eeuw.

LE TROUVE TOUT DU LIVRE. 28 Allée de la Glacière, LE SOMAIL 11120 SAINT-NAZAIRE-D’AUDE · +33 4 68 46 21 64

video: rondje boekenzaak in le Somail.
foto: confit de celeri van Pierre.

RECEPT: Confit de celeri van kok en boekenschrijver Pierre Winkler.

“Jullie kennen de gekonfijte eendenbout (confit de canard) waarschijnlijk wel. Lekker, gewoon met wat groenten erbij en aardappel in de vorm naar keuze. Maar je kunt dat ook omdraaien en de groente konfijten op de manier van de eend, en er dan eenvoudig gebakken eend bij geven. Dit herken je niet, maar het is gekonfijte bleekselderij. Echt goddelijk, en je verrast er iedereen mee. Supersimpel te maken ook. Moet je geprobeerd hebben. Als je niet van eend houdt kan je ook biefstuk doen of entrecote, of lamsbout. Of je houdt het lekker vega. Goed, hierbij het recept van wat er op onze bordjes lag”

Nodig:

2 struiken bleekselderij

1 fles rode wijn (ik had een goedkope merlot gescoord bij de Deka)

2 tl kruidnagelpoeder

2 tl kaneelsap en rasp van 1 sinaasappel

4 el rodewijnazijn

3 el suiker

50 gr boter

Bereiding:

Snijd de bleekselderij in heel dunne plakjes (0,5 cm). Doe samen met alle andere ingrediënten in een pan en breng aan de kook. Zet dan het vuur op een laag pitje en laat helemaal zacht en gaar worden en tegelijk inkoken totdat de bleekselderijstukjes door een filmlaag van de ingedikte saus omhuld worden. Je kunt de confit van bleekselderij eventueel nog versieren met een beetje fijngesneden bladpeterselie of rucola.

P.S van Pierre: Als je er eendenborst bij geeft, snij dan de velkant kruislings in, droog aan beide zijden met keukenpapier goed af en zout en peper de vleeskant. Verhit boter of olie in een pan en bak eerst de velkant goudbruin (ca. 3 minuten). Draai om en bak de andere kant ook nog even kort (2 a 3 minuten). Eend moet van binnen echt rosé/rood blijven, dan is ie het lekkerst. (Haal de eend dus ook ruim van tevoren uit de koelkast zodat ie op kamertemperatuur is als je hem gaat bakken)

foto: cover De Winkler keukenprins.

Lees hier meer over Keukenprins Pierre Winkler.

Trudy, de fazant. Een gastblog van Rinze de Vries.

Trudy de fazant. Onlangs plaatste ik op Facebook een oproep voor leuke verhalen voor de groene editie van Gereons Mag, die rond 22 februari verschijnt. Gastblogger Rinze de Vries stuurde mij een verhaal uit zijn Amsterdamse tuin. Over Trudy, een tuinbewoonster, waarvan Rinze eerst dacht, dat zij een fazant was.

foto: Trudy en de twee andere kippen.

Trudy, de fazant. In mei 2002 woonde ik in een huis met een grote achtertuin in Amsterdam. Het stel dat er voor ons woonde was al oud en had lang niets meer aan de tuin gedaan. Die verwilderde tuin trok, tot onze verrassing, veel vogels, kikkers en op een middag zelfs een konijn. In het najaar zag ik een grote vogel hoog in één van de bomen zitten. Het leek wel een fazant. Grappig vond ik het wel. In Amsterdam zoveel natuur. Later zaten we aan de koffie en bleek die fazant een kip te zijn. Tevreden scharrelde zij door de tuin. Ik heb haar een bruine boterham gegeven en die hapte ze zacht tokkend weg. Echt dichtbij kwam ze niet, maar dat had ik ook niet verwacht. Na de boodschappen (het was op een zaterdag) was ze er nog steeds. Ze zat in een groenblijvende boom op een lage tak. Tja wat te doen? Maar weer een boterham onder de boom gegooid en ook die hapte ze tevreden tokkend weg. Toen het donker werd dacht ik, dat ze was vertrokken. Na nog eens goed te hebben gekeken bleek ze veel hoger in de boom te zitten. Klaar voor de nacht. 

’s Ochtends scharrelde ze weer door de tuin en de hele zondag bleef ze dat doen. Maandag heb ik bij de dierenwinkel gemengd graan aangeschaft. Dit ging er vlot in en zodra ze me zag kwam ze al voorzichtig aanscharrelen die week. Een tijd lang ging dit zo door. Wij vonden het wel gezellig. Zelfs toen ze op een zaterdagochtend om acht uur luid onder ons slaapkamerraam zat te tokken. Een bakje voer en stil was onze Trudy weer. Via via hoorden we dat Tru thuishoorde op de school om de hoek. De conciërge kwam haar halen toen ik aan het werk was, want ik wilde het niet zien. Erg tam was ze nog steeds niet en ik zag al wilde taferelen van een angstige kip voor me, die met grof geweld door een nare man werd meegesleept. Dit was eind november 2002. Het kippenvoer heb ik op 30 december maar in de tuin gegooid voor de andere vogels. Mijn stille hoop, dat ze terug zou komen, had ik laten varen.

Echter het jaar 2003 had niet beter kunnen beginnen want op 3 januari scharrelde ze weer tevreden door onze tuin. Trudy was terug en voorgoed hoopte ik. De tuin werd haar domein. Ik snoeide en haalde onkruid weg. Ze stond zowat op mijn tenen te trappelen om te kijken of er beestjes omhoog kwamen als ik iets ging planten. Kleine plantjes kregen geen kans, want nijver als ze was, groef ze alles op. Op een dag merkte ik dat ze uit de tuin van buren kwam. Eieren had ik nog nooit gezien. Ook niet echt meer aan gedacht, maar ineens ontdekte ik een nest met meerdere eieren achter de omheining. En het was niet eens Pasen.

In de achtertuin is het bij een beetje snoeien en het planten van wat bessenstruiken gebleven. En een nachthok voor de kippen want ik haalde er nog twee Orpingtons bij. Trudy bleek een Assendelfter raskip. Ze had een grappig rozetje op haar hoofd. Jaren scharrelden ze door de tuin. Nijver krabbend trokken ze rond op zoek naar pieren. In de avond gingen ze in het nachthok en gelukkig legden ze daar ook eitjes. Nu 20 jaar later tuinier ik op een dakterras vol met grote potten. Ik kan vanaf het dak de tuin bijna zien. Op het dak groeien frambozen, zwarte bessen, aalbessen en bramen. Er staan kersenbomen, een perzik, pruimenbomen, nectarines en vijgen. In het seizoen verbouw ik sla, spinazie en snijbiet in potten. De groene parkieten hebben de kersenbomen al ontdekt. Ik vind het wel grappig, maar nog leuker had ik het gevonden als Trudy in weer in een boom had gezeten. Ze heeft 10 jaar bij ons gewoond en telkens als ik weer iets verplant denk ik dat ik haar zachtjes hoor tokken.

foto: Gereons oeufs en meurette in Libelle.

Dank je wel Rinze voor deze leuke gastblog. Speciaal voor jou een Bourgondisch eierrecept uit mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis: “Oeufs en meurette”, een Bourgondische klassieker van eieren gepocheerd in rode wijn met een rode wijnsaus. Deze saus is een combinatie van wijn, spek en uien. Lang inkoken maakt de saus dikker en stroperiger. 

Nodig:

1 fles rode Bourgogne wijn

100 g spek in blokjes

6 sjalotjes

100 g boter

250 ml runderbouillon

8 sneden brood

2 tenen knoflook

50 ml wijnazijn

8 verse eieren

zout, peper

gehakte peterselie/bieslook

1 l heet water

Bereiding:

Snijd het spek in heel fijne kleine blokjes. Hak de sjalotjes fijn. Verhit ongeveer 20 g boter en bak  de spekblokjes en sjalotjes kort aan tot bruin. Giet er 500 ml rode wijn bij en de bouillon. Bewaar de rest van de wijn voor het pocheren. Kook dit onder telkens roeren voor de helft in zodat een dikke saus ontstaat. Rooster het brood en wrijf in met de knoflooktenen. Giet in een pan de overige wijn, water en azijn en breng aan de kook. Let op dat het niet kookt maar borrelt. Breek de eieren één voor één in een kopje. Zet het vuur laag en roer het water kokende water zo dat er een kolk ontstaat. Voeg het ei toe en laat het 3 minuten pocheren. Schep eruit met schuimspaan. Doe dit ook met de andere eieren. Houd ze warm in een schaal met warm water. Snijd eventueel de randjes van de eieren bij. Als de saus goed is ingekookt, voeg dan peper en zout toe en de rest van de boter in blokjes om te binden. Niet meer verwarmen. Leg het geroosterde brood op een schaal, en leg op elke snee een gepocheerd ei. Giet de saus erover en bestrooi met wat bieslook en peterselie.

De aftrap van 2023.

De aftrap van 2023. Een nieuw jaar vol nieuwe plannen. Het voelt altijd pril aan die eerste en nieuwe ochtend van het nieuwe jaar hier aan zee. De kruitdampen zijn opgetrokken en door de wolken piepen de eerste zonnestralen van 2023. De eerste januari is voor Gereons Keuken Thuis een mooie dag om goede voornemens te maken en snode plannen te smeden. Met inbegrip van de bagage, die ik meeneem uit het jaar ervoor.

foto: des volets ouverts.

Wat ga ik doen in 2023?

Voor Gereons Keuken Thuis ben ik altijd op zoek naar gastbloggers, voor een leuk verhaal of voor een leuk recept.

Terroir blijft een grote rol spelen op Gereons Keuken Thuis en onder de hashtag #occitanie ga ik aan een nieuw Frans avontuur beginnen. Ook laat professeur Anatole Circonflexe regelmatig wat horen op zijn nieuwe eigen pagina op GKT.

Een nieuw jaar vol nieuwe plannen! Culinaire kennis en wijnkunde is in 2022 een beetje een ondergeschoven kindje geworden op mijn blog. Geïnspireerd door reizen en try outs ga ik 2023 kijken wat er beter kan in mijn gerechten. Er valt immers altijd wat te leren! Ik vind een groot nadeel van de bloggerswereld, dat er vaak 1000 in een dozijn recepten met supermarktingrediënten worden gepost. Gereons Keuken Thuis gaat zich weer meer richten op smaak, uitdaging en schwung in de keuken. Dat geldt ook voor wijnen. Want daar begon het tenslotte allemaal mee meer dan 16 jaar geleden. Tijd om in mijn nieuwe omgeving weer wijnen te gaan ontdekken.

#Nowaste, minder vlees, meer groente staan ook hoog op de agenda. Ik realiseerde me gisteren tijdens het koken, dat meer dan ooit het omgaan met resources een belangrijk onderdeel van mijn dagelijkse leven wordt. Net als een nieuw sportprojectje, want in 2022 sloeg de waan van de dag toe en werd mijn day to day sport-, zwem- en voedingsregime danig verwaarloosd.

Things will get edgier. In 2023 staat Gereons Keuken Thuis weer open voor kookboekrecensies, productreviews en event verslaggeving. Durf je het aan om je boek te laten recenseren, wil je je unieke product door mij laten testen of mij iets laten schrijven over je evenement? Be my guest. Gereons Keuken Thuis is altijd op zoek naar nieuwe input. Ik vermeld er wel bij dat ik strikter ga worden in mijn selecties en vooronderzoek.

Een spannend en uitdagend jaar 2023 ligt er dus voor Gereons Keuken Thuis in het verschiet. De aftrap van 2023, een nieuw jaar vol nieuwe plannen! Maar nu eerst nog een dagje uitbrakken.

Een heel gezond en inspirerend 2023 gewenst.

Eindejaarsrally 2022

foto: winter in Brabant

Eindejaarsrally 2022.De kerstdagen zitten er weer op, de buikjes rond gegeten en we worden hier aan de Noordzee zee getrakteerd op een fijne eindejaarsstorm. Prima dag om bij te lezen en snode plannen te smeden voor het nieuwe jaar. Laat die zee buiten maar tekeer gaan. 2022 was een bijzonder jaar, met veel ups and downs. De derde lockdown eindigde in februari en op ons continent begon een oorlog, die iedereen nog steeds in meer of mindere mate raakt. We beleefden een mooie zomer en GKT maakte mooie reizen in het voor- en najaar. Lees meer.

Nu is de koek al weer bijna op voor 2022. Tijd om vooruit te kijken. 

foto: cover De Druif

Er ligt sinds 10 december een mooi boek in GKT, de Druif, te wachten op bespreking, van de hand van Gianluca di Taranto, sommelier van The Jane in Antwerpen en Osteria Francescana in Modena. Een schrijver, die je aan de hand van verschillende druivensoorten van albariño tot zinfandel meeneemt in geur, kleur en smaak. Met de nodige anekdotes en humor.

foto: cover Fit op 50.

Januari komt eraan, dus gaan we weer met ons allen diëten, geen alcohol drinken en stoppen met roken. Tijdens de kerstdagen heb ik me verdiept in Fit op 50, het relaas van topdokter en androloog Guy T’Sjoen, die zich op Zaventem realiseerde, dat hij graag zo wilde worden als de onberispelijke en fitte zakenman, dei hij in de lounge zag zitten. Rug recht, een gezonde uitstraling en fit. Een uitdaging voor hemzelf en anderen,, want de dagelijkse praktijk van deze arts laat vaak anders zien. Mannen met obesitas, diabetes 2 en hartproblemen. T’Sjoen schreef een leuk fitnessboek voor de bewuste man van boven de 50. Met veel motivatoren om je leefstijl te veranderen. GKT vindt het medische betoog en fitnessgedeelte heel interessant, om te lezen. Een boek, waar je wat van opsteekt.

foto: tielles in Sète

Professeur Anatole Circonflexe, ja die van het carnet culinaire op Facebook gaat verhuizen, letterlijk en virtueel. In 2023 strijkt de professeur neer in Occitanië en virtueel verhuizen zijn postings naar GKT. Een hele verandering, maar in de loop van 2023 lezen jullie daar meer over. 2023 wordt ook een jaar, waarin ik andere foodies en bloggers van harte uitnodig eens een gastblog op GKT te schrijven. Of nog leuker zelf eens gast te zijn in mijn serie talk & table.

We gaan vegan koken, op zijn Indonesisch met het kakelnieuwe vegan kookboek van Blauw aan de Amstelveenseweg. En No Meat, no nonsense van Paul Florizoone Het format heb ik nog niet af maar het wordt een blog tijdens de groene weken van februari. Geen vlees, gene zever, heet dat.

foto: wijn van Vincente Gandia.

De wijntour komt in het voorjaar ook terug zij het in een ander jasje en een andere setting. We gaan bistro-koken met de Franse kok en schrijver Stéphane Reynaud. Tot slot verschijnt eind februari de vroege groene voorjaarseditie van Gereons Mag. Mocht je denken: ik wil ook een duit in het zakje doen? Dan ben je van harte welkom met je verhaal, product of iets, dat je bezighoudt. 

video: throw back duik in de Noordzee.

Ik wens jullie allen een voorspoedige duik het nieuwe jaar in.

Gruissan met gastblogger René.

Gruissan met gastblogger René. René Meesters is net als Gereons Keuken Thuis een groot liefhebber van de hexagoon. Hij reist er graag in rond en schrijft erover op zijn leuke en lezenswaardige frankrijkblog het eten is klaar. Vandaar dat ik hem regelmatig uitnodig als gastblogger. René schrijft mooie verhalen over zijn reizen zijn koken en kookboeken. Hoe toevallig was het dat hij een verhaal instuurde over Gruissan, een bijzonder Occitaans dorp aan zee, hier niet ver vandaan. Vandaag zijn relaas over daube de boeuf en Gruissan.

foto: les toits de Gruissan.

La tour, Le sel et la plage

Waarmee begint een blog over Frankrijk? Met het maken van een ferme pan daube de boeuf natuurlijk. Terwijl zich de geur daarvan door het huis verspreidt komen de ideeën voor het blog vanzelf omhoog en heb je nog steeds moeite met een definitieve  keuze? Schenk jezelf een Pastis in en het toetsenbord begint als vanzelf woorden te spuwen. Toch? Al die mooie vakanties in Frankrijk schieten aan me voorbij. Van het meest zuidelijke puntje tot de absolute noordzijde bij Lille. Één die me is bijgebleven is die in de Lanquedoc-Rousillon, of beter Occitanië in de buurt van Narbonne. Het mediterrane weer in september speelde daarbij zeker een rol.

De grootste vakantiedrukte is voorbij en de avonden worden korter. In de smalle straatjes rondom La tour Barberousse in Gruissan gaan de luiken op tijd dicht. De warmte van de dag blijft zo langer in huis hangen. In de zomer is het omgekeerde ook waar. De luiken gaan dan helemaal niet open om de koelte binnen te houden. Bovendien hebben de Fransen niet zo’n behoefte aan pottenkijkers en die zijn er meer dan genoeg in de warme zomermaanden. In de lager gelegen bredere straten gaat de horeca gewoon door gelukkig. Dat maakt september hier zo heerlijk. De klim naar en de afdaling vanaf de tour zorgen ervoor dat het terras daar dan zeer verdient voelt. Een blond bier lacht me toe.

foto: zout het goud uit de Languedoc.

Buiten opstarten met een croissant, een vers stokbrood en koffie is geen straf. In tegendeel, het is een godsgeschenk. De kortere dagen komen voorlopig vooral door de zonsondergang, In de ochtend hebben we dus nog niets te klagen. Het bezoek aan Gruissan maakte ons nieuwsgierig naar de witte bergen die we op een afstandje zagen liggen. We besloten er heen te rijden. We kwamen uit bij de zoutwinning ‘Le Salin de Gruissan’. Een walhalla voor een foodblogger. De adembenemende wandeling tussen de zoutbassins en het bezoek aan de bijbehorende winkel annex museumpje maakte opnieuw dorstig en ja, ondanks dat het september was ook enigszins plakkerig. Het bijbehorende terras was helaas gesloten dus reden we naar die andere bijzondere locatie.

foto: de paalwoningen van Gruissan.

De kust van Gruissan is niet alledaags. In plaats van het aanleggen van een dijk om de achterliggende huizen te beschermen besloot men hier om de huizen op palen te zetten. Behalve de palen ziet de stadsplattegrond van Gruissan plage er bizar uit. Tien diagonaal geschakelde blokken met in ieder blok zo’n 100 paalwoningen. Lang geleden gebouwd voor toeristen die toen nog voornamelijk uit Frankrijk zelf kwamen. Erg uitnodigend om er doorheen te wandelen is het niet, maar het strand is er breed en we hadden nog steeds afkoeling nodig van onze wandeling bij de zoutbassins. Het was er perfect. Had ik al gezegd dat we er ook dorst van hadden gekregen? Deze keer geen bier maar een Sex on the beach bij restaurant les Chalets, typisch Frans. À votre santé!

Dank je wel René voor je gastblog!

foto: couleurs du Sud.

RECEPT voor gastblogger René: daube de boeuf à la Provençale.


Nodig:

1,5 kilo runderstoofvlees
½ liter runderbouillon
2 grote wortels
4 tenen knoflook
2 grote tomaten
1 rode paprika
3 uien
1/2 Spaans pepertje
1 blikje tomatenpuree
1 glas rode wijn
olijfolie
peper en zout
2 el Dijon mosterd
zwarte pitloze olijven
3 tl paprikapoeder
bloem en boter voor beurre manié
2 laurierblaadjes
paar takjes verse tijm
4 tl Provençaalse kruiden

Bereiding:

Verhit een flinke scheut olijfolie in de braadpan en fruit hierin de ui, knoflook en Spaanse peper aan. Schep deze eruit en verhit weer olie in de pan. Bak dan ook het door wat bloem gewentelde rundvlees bruin in ongeveer 5 minuten. Voeg de wortel, paprika, tomaten en daarna de eerder gefruite uien, knoflook en Spaanse peper toe. Bak de tomatenpuree samen paprikapoeder kort in de braadpan mee. Blus af met een glas rode rode wijn en voeg de runderbouillon, mosterd, tijm, laurier en Provençaalse kruiden toe. Laat het geheel zo’n drie uur sudderen. Verwijder de laurier en tijmtakjes. Maak op smaak met peper en zout en bind het stoofgerecht met wat beurre manié. Voeg als laatste de zwarte olijven toe. Server de daube met een salade en stokbrood.

foto: gastblogger René Meesters.

Over gastblogger René Meesters: René is afgestudeerd chemisch technoloog maar blogt al sinds 2010 op zijn website Het eten is klaar. Zijn passie voor koken ontstond echter al op de middelbare school. Dat hij geen kok is geworden komt apart genoeg door de chefkok bij wie René een weekendbaantje had in de keuken. Hij overtuigde hem er van dat het koksbestaan een hondenbaan is. Had hij gelijk? René zal het nooit weten. Hij bleef koken en ontdekte dat hij ook schrijven leuk vind. Dan is de combinatie snel gemaakt. Op zijn blog zien we vaak een relatie met vakanties in Europa met een voorkeur voor Frankrijk, maar ook Duitsland, Oostenrijk en zeker ook België (René woont tegen de grens aan) komen regelmatig in zijn blogs voor.

Gastblogger Marjolijn gaat eten in NYC.

Gastblogger Marjolijn gaat eten in NYC. Marjolijn Maurik-Verheijen is food- en travelblogger op puur koken. Op haar blog neemt ze haar lezers en volgers graag mee naar de mooiste plekjes op deze aardbol en deelt ze haar lekkerste recepten. Onlangs is ze geëmigreerd naar Duitsland. Ze vertelt daar graag over op haar blog. Verhalen over haar nieuwe woonomgeving, huis en haar andere passie huisdieren. Neem eens een kijkje op Puur Koken en maak kennis met veelzijdige Marjolijn. Vandaag een stuk over haar eetescapades in The Big Apple, een stad, die haar hart sneller doet kloppen. Overigens geldt dat ook voor Gereons Keuken Thuis. Het is zaterdag, here comes the weekend!

foto: NY door de ogen van Gaby Zwaan.

Tofste restaurants in New York City. Afgelopen december zijn mijn man en ik een week naar New York geweest, wat een waanzinnige stad is dat zeg. Alle clichés zijn waar, zodra je de metro uitstapt waan je je zelf in een film. Al het getoeter, de gele taxi’s de sirenes het is echt overweldigend. Nadat wij ons hotel hadden gevonden moesten we ook echt even bijkomen van al dat geweld, de lange reis en jetlag zou hier ook ongetwijfeld een rol in hebben gespeeld. Maar er moest gegeten worden en dus stapte wij na een power napje en een verkwikkende douche de drukte weer in. Men vertelde ons dat het nu helemaal niet zo druk was, dat het voor corona nog veel drukker was, wij dachten alleen maar…hoe dan?

Wij hebben in New York in de meeste leuke restaurants gegeten, een aantal tips kregen we van vrienden die al eerder in New York waren geweest en een aantal restaurants hebben wij gevonden door willekeurig iemand op straat aan te spreken waar we goed en gezellig konden eten. We kwamen echt in de meest enge achteraf straatjes terecht, dat vonden we toch niet zo’n goed idee en dus zijn we toch maar weer terug gelopen en hebben een wederom iemand aangesproken, ditmaal kwamen we wel bij een tof restaurant uit.

foto: inside Ellen Stardust Diner.

TOP 3. Marjolijn heeft een top 3 gemaakt van alle restaurants , waar zij geweest is met haar partner. Hier zitten ook restaurants bij waar zij alleen ontbeten of geluncht hebben, Marjolijn kan dus niet zeggen hoe het avondeten hier is, maar ze hoort het uiteraard graag als je daar ’s avonds gegeten hebt.

Nummer 1. Met absolute stip op nummer 1 staat Ellen Stardust Diner. Hou je wel van een beetje sfeer tijdens het eten en hou je van musicals dan zit je hier echt helemaal op je plek. Deze tip kregen wij van vrienden en deze tip geef ik dan ook graag door aan jullie. Je kunt bij dit restaurant niet van te voren reserveren en dus moet je aansluiten in een lange rij. Wij besloten vroeg te gaan en dus viel bij ons de rij nog heel erg mee, maar toen wij weer naar buiten gingen stond de rij al tot op de hoek van de straat (zo’n 200 meter). Bij Ellen Stardust Diner zingen de serveersters en serveerders, vaak zijn dit liedjes uit musicals, maar ook komt regelmatig iets van ABBA of een poplied voorbij. Het is allemaal heel gemoedelijk en niemand wordt opgedrongen mee te dansen of te zingen, gewoon lekker blijven zitten en genieten. De serveerster en serveerders zijn ook super vriendelijk en het ontbreekt je echt aan niks die avond. Leuk weetje is dat iedere Stardust medewerker binnen 2 tot 3 jaar in een grote musical staat op Broadway. Het zijn dan ook niet zomaar zangers en zangeressen.
Wat staat er op het menu? De kaart is echt typisch Amerikaans, chickenwings, burgers, milkshakes, roast beef enz. Super lekker en echt als je er bent neem een milkshake en als toetjes de Rainbow cake…goddelijk!

Ellen Stardust Diner, 1650 Broadway, New York, NY. $$$

foto: start de dag met een stevig ontbijt.

Nummer 2: The Red Flame Diner, in dit restaurant gingen wij elke dag ontbijten. Het ontbijt was super goed en zat dichtbij ons hotel, echt ideaal. Wat mijn man voornamelijk een voordeel vond is dat je er onbeperkt koffie kunt krijgen. Je bestelt 1 kop koffie en doorlopend wordt je kop koffie gratis bijgevuld. Had ik na 2 kopjes koffie echt wel genoeg, liet mijn man zijn kopje gerust een keer of 6 bijvullen. In dit restaurant kan je de meest uiteenlopende ontbijtjes krijgen. Wil je eieren? Geen probleem. Wil je dan roerei? Gekookt ei? Gebakken ei? Of toch liever een gepocheerd ei? Keuze gemaakt, oké wil je dan spek, ham, kaas of worst bij je ei? En wil je er bruin, wit, of speltbrood bij? Wil je er aardappeltjes bij? Gebakken of gefrituurd? En zo ging het maar door. Maar echt zo’n lekker gebakken eitje (uiteraard Sunny side up) heb ik lang niet gegeten. Wat je hier verder nog vind zijn de typische Amerikaanse ontbijtjes, pancakes met chocolade, pancakes met noten, pancakes met boter en siroop, pancakes met banaan, pancakes met blauwe bessen. Maar ook wafels, wafels met fruit en slagroom, wafels met kip en spek, wafels met een eitje en ham en/of kaas of spek en/of kaas. Maar uiteraard is er ook de yoghurt met fruit en muesli voor wie iets rustiger wil opstarten ’s morgens.
Wat wij ook erg fijn vonden is dat je normale porties krijgt, geen mega ontbijt maar gewoon 2 geroosterde boterhammen bij je 2 eitjes, wat aardappeltjes en wat boter en jam.

The Red Flamer Diner.  67 W 44th St, New York, NY P $$

foto: Connolly’s Pub.

Nummer 3: Connolly’s. Hou je van pubs dan zit je hier helemaal op je plek. Connolly’s is een echte Ierse pub met alle gezelligheid die daarbij hoort. Er staat een sportwedstijd aan op de tv, mannen en vrouwen hangen lachend en bier drinkend aan de bar en aan de tafeltjes zitten mensen heerlijk te genieten van hun eten. Op de achtergrond klinkt Ierse muziek en zelfs de barman lijkt met Iers accent te praten (hij vertelde ons dat hij een Amerikaans was en zelfs nog nooit in Ierland was geweest). Wat vind je hier op de menukaart? Eigenlijk van alles wat, salades, burgers, roast beef, finger food, soep, enz.

Je krijgt hier wel extreme Amerikaanse porties, de eerste keer dat wij hier gingen eten hebben dan ook ieder de helft opgegeten, zonde maar we zaten echt propvol. De keer daarna hebben we 1 maaltijd gedeeld met z’n tweeën en de laatste avond in New York toen wij daar weer gingen eten hebben we allebei een salade genomen, we hadden de hele week nog niet echt fatsoenlijk groente gegeten en dus werd dat wel weer tijd. De salades waren groot, maar het is toch al koud dus konden we er de hele avond over doen. Ondertussen wat kletsen met de barman, zo vertelde hij ons dat deze pub van origine een politiekroeg is. He dat is leuk, ik werk zelf bij de politie en nadat ik hem dat vertelde en hem foto’s had laten zien van mijzelf in uniform kregen we een rondje drinken van hem. Ook toen we nog 2x terug kwamen kregen wij het drinken van de barman, super lief. Het eten was erg lekker,, maar dus wel erg veel, maar dat mocht de pret zeker niet drukken. Wat je in dit restaurant moet doen is vroeg gaan, lekker eten bestellen, genieten van de gezelligheid, een sportwedstrijd kijken en dan is je bordje vast zo leeg.

Connolly’s. 121 W 45th Street, New York NY.  $$

Eten in NYC Mochten wij weer eens naar New York gaan (hopelijk eind dit jaar) dan gaan we deze restaurants zeker weer bezoeken. We zijn ondertussen al nieuwe restauranttips aan het verzamelen en dus kom ik hopelijk aan het eind van het jaar opnieuw bij jullie terug met een nieuwe top 3 van leuke, gezellige en lekkere restaurants in New York.

foto: Dean & Deluca Broadway, bron NY Times.

Recept van Gereons Keuken Thuis voor Marjolijn. 

NY style glazed ham. Begin jaren negentig stond er in het huisblad van de blauwe grootgrutter een recept dat afkomstig was van Dean & Deluca, de vermaarde delicatessenzaak. op Broadway. Het was een brunchgerecht, Ham met koffie en bruine suiker. Ik maakte het in de nineties regelmatig klaar. Helaas is het recept verloren gegaan en stond  Gereons Keuken Thuis voor de uitdaging om opnieuw het wiel uit te vinden. Coffee glazed ham een stevige start van je decemberzondag.

Nodig:
4 dikke plakken ham
75 g bruine suiker
2 el ciderazijn
1 el Dijon  mosterd
1 kop sterke espresso
2 verkruimelde beschuitjes
klontje boter

Bereiding:

Zet de oven op 200 graden. Meng de suiker, azijn, espresso door elkaar en verhit even tot de suiker is opgelost. Roer de verkruimelde beschuitjes en mosterd erdoor. Leg de plakken ham in een ovenschaal en bestrijk deze met het mengsel. Bak de ham ongeveer 25 minuten in de oven. Keer halverwege om en bestrijk de ham opnieuw met het mengsel. Serveer het gerecht met hash browns (gebakken aardappelen)

Dank je wel voor je leuke gastblog en veel plezier bij je volgende trip naar The Big Apple.

video: NYC boy van The Pet Shop Boys.

Anke Morreel over haar Andalucia.

Anke Morreel over haar Andalucia. Semana Santa is altijd een grote happening in Spanje. Dat is dit jaar niet zo door Covid-19. Het is de laatste week van mijn #spaanseweken. Met een bijzondere gastblogger, Anke Morreel. Zij verruilde het Belgische stadsleven voor het Andalusische plattelandsbestaan en vertelt daar graag over op haar blog. Een ontdekkingsreis langs alles wat het leven goed maakt in Comares.


foto: Comares.

Van België naar Spanje, Van stad naar platteland. Twaalf jaar geleden kon ik mijn man overtuigen om onze zomervakantie eens in Spanje door te brengen, in Zuid-Spanje dan nog wel. Horrorbeelden van all-in hotels en overbevolkte playas doemden daarbij al op. Maar ik wou wel eens Sevilla, Cordoba, Granada,… gaan bezoeken. Een strand hebben we toen denk ik niet nauwelijks of zelfs niet gezien. Maar wel het mooie binnenland met witte dorpen en prachtige natuur.

Zoveel vakanties en reizen later in verschillende Spaanse regio’s, konden we nooit denken dat we intussen al 8 maanden in het Axarquía gebied zouden wonen, daar waar we toen de eerste keer op vakantie gingen. Dromen is een ding. Deze dromen ook definitief waarmaken is best zowel overweldigend als beangstigend. Van een stedelijk gebied in België naar “de campo” in Spanje. Een hele ommekeer waar we uiteraard wel eerst goed over hadden nagedacht. Omdat we er jawel, al een vakantiehuis hadden, wisten we wel hoe het er was en aan toe ging. Het was nu of nooit.

Dat dit net in volle corona-crisis zou gebeuren konden we uiteraard moeilijk voorzien. Maar we hebben nog geen moment spijt gehad. Niet alleen wij hebben deze mooie regio ontdekt. Meer en meer Nederlanders en Belgen baten hier een B&B uit. Ik laat jullie dan ook graag tijdens de Spaanse weken kort kennis maken met dit prachtige gebied. Hopelijk kunnen jullie snel zelf deze regio komen bezoeken.

foto: uitzicht vanaf Comares.

Axarquía. De Axarquia is een regio ten oosten van Malaga. De benaming komt van het Arabische woord “al-Sharq” wat zo goed als “Land in het Oosten” betekent. Tekenen van de Moorse overheersing zijn trouwens overal nog goed zichtbaar in het landschap. Ook in ons eigen dorp Comares dat het hoogste gelegen dorp van de regio is. Comares werd ook uitgeroepen tot 1 van de “magische dorpen” van Spanje. Zeker een bezoekje waard dus.

Het zuiden van deze regio grenst aan het rustige gedeelte van de Costa del Sol. De kuststeden zoals Torre del Mar zijn een stuk rustiger dan hun tegenhangers zoals Torremolinos aan de westkant van Malaga. Verder zijn er verschillende mooie “pueblos blancos” (witte dorpen) te bezoeken waaronder Frigiliana met tal van winkeltjes. Winkeltjes betekent natuurlijk ook toeristen, maar het blijft er nog aangenaam.

foto: strand van Torre del Mar.

foto: magisch dorp Frigiliana.

Ook natuurliefhebbers en wandelaars komen hier goed aan hun trekken. Er zijn verschillende natuurparken oa Parque Natural Montes de Malaga en Parque Natural de las Sierras Almijara, Tejada y Alhama. Deze regio is er voor iedereen die eens de platgetrapte paden wil verlaten en nog een authentieker stukje Spanje wil zien en beleven.

Culinair. Op culinair vlak valt er eveneens een hoop te vertellen. Eigenlijk te veel om in één gastblog te zetten. Maar hierbij toch een kort en beknopt overzicht.In de Axarquía heb je namelijk een overvloed aan amandelen, olijven, wijnstokken, avocado’s, honing, kaas… De geur van wilde venkel en rozemarijn. De geneugden van het land en van de zee allemaal op één plek. De keuken is nog sterk traditioneel, zeker in het binnenland. In heel wat dorpen zijn er ook feesten met een link naar een product uit de streek. De landbouwers zijn terecht trots op wat ze maken.

foto: olijven Andaliusië staat er vol mee.

Olijfolie. Alleen al over de olijfolie kunnen we een hele blogpost schrijven. Hoewel wij zelf bijna geen olijfbomen hebben, worden we er wel mee omringt en kunnen we onze olijfolie gewoon aan onze overbuurman Juan vragen. De olijfolie in de Axarquía is van een uitzonderlijke hoge kwaliteit door de hele lage zuurtegraad van maar 0,15 tot 0,30%. Dit is met andere woorden “extra virgen”. Als je op zoek bent naar een lekkere olijfolie uit de streek, neem dan zeker eens een kijkje op: Shop Andalucia of Finca don Carmelo. Er is trouwens ook een reisroute die je alle mooie plekjes laat zien.

foto: de olijfolieroute.

Geitenkaas. Eerst hoor je de belletjes, dan zie je ze: de geiten met de geitenhoeder. De kans dat je even moet stoppen onderweg om ze te laten passeren is hier zeer reëel.
Hoewel helemaal niet zo bekend als de schapenkaas manchego is de geitenkaas uit de Axarquia uitstekend. Er zijn zo’n 30 tal kaasmakerijen, waarvan er zich al 2 bevinden in 15 km omtrek. Tegenwoordig eten we dus meer geitenkaas dan vroeger.  De Queso de Montes de Malaga, waar ik vorig jaar een mooi pakket met lokale producten van heb gewonnen in een wedstrijd.

foto: productos locales.

Flor de Bermeja. In Casabermeja wordt er jaarlijks een feest gehouden “ Fiesta de cabra Malagueña” waarbij er onder andere de beste tapa met geitenkaas wordt gekozen, proeverijen, rondleidingen enz.

Rozijnen en wijn. De Moscatel is uiteraard geen onbekende dessert wijn. De Moscateldruif is het druivenras dat ook hier lokaal wordt geteeld. Niet alleen voor de wijn, maar ook voor de rozijnen. In El Borge is er jaarlijks “El Dia del pasa” (dag van de rozijn) derde zondag van september. Er is ook een klein museum. In september worden de druiven volop geoogst en gedroogd. 
Hier in de coöperatieve Ucopaxa wordt echter niet alleen een zoete wijn gemaakt maar ook andere soorten. Zeer aan te raden is hier de Montefacco secco!

foto: avocado’s, Anke weet er wel raad mee.
foto: net als met mango’s, die er volop groeien

Mango’s en avocado’s. Het is wellicht minder algemeen geweten dat hier ook enorm veel mango’s en avocado’s worden geteeld. Let wel, niet iedereen is daar tevreden mee. Deze hebben namelijk veel water nodig en dat is nu net iets waar hier niet te veel van aanwezig is. (foto mango en avocado)
Met andere woorden het is een fragiel evenwicht tussen ecologie en economie. Heel wat landbouwers zijn er echter wel afhankelijk van. Soms zelfs ten nadelen van andere gewassen. Avocado staat hier echter wel vaker op het menu dan vroeger. Probeer bijvoorbeeld eens een pasta met avocado.

foto: Flores de almendras


Amandelen. Vanaf januari zie je ze verschijnen: de amandelbloesems. (foto amandelbloesem). Heel het dal kleurt dan wit en roze. Een prachtig moment dat jammer genoeg niet veel toeristen zien. En ja, er bestaat ook een Día de almendras, dag van de amandelen in Almogia. Amandelen worden in heel wat gerechten gebruikt, en niet enkel zoete gerechten.  De “Ajoblanco” is hiervan het voorbeeld uit de streek: een koude amandel/look soep die hier wellicht nog populairder is dan de gewone gazpacho.

Ook gehaktballetjes in amandelsaus zijn populair als tapa.

En verder…zijn er nog de perziken uit Periana, slakken van Riogordo, miel de caña uit Frigiliana (soort rietsuikersiroop) en honing in Colmenar. Een walhalla voor foodies dus… en dan hebben we het nog niet gehad over de mooie natuur, prachtige stranden, en het culturele erfgoed…

foto: footstep in Comares.

Zin gekregen in meer en om de regio zelf te verkennen? Zoals reeds vermeld, zijn er hier tal van B&B die gerund worden door Belgen en Nederlanders. Uiteraard was en is dit ook voor hen een zeer moeilijke periode.Daarom hier enkele mogelijkheden om een volgende vakantie te plannen :-).

Culinair. Wil je culinair worden verwend dan kan je terecht bij de Nederlandse topkok Léon Winthaegen Je kan er dan ineens een verblijf aan vastkoppelen bij Casa la Quinta in Riogordo.
Fotocursus. Meer interesse in een fotocursus dan kan je bijvoorbeeld terecht bij Finca Gordo.
Wandelen. In Almogia is er een fijn adresje bij Casa Sarandy met enkele wandelarrangementen. Ook in Comares kan je terecht bij Viva España voor een kennismaking met de streek. Wellness In Arenas is er dan weer Casa La Pura Vista met bijvoorbeeld een wellness arrangement. 

Wil je eerder zelf een huisje huren? Dan kan je terecht bij bijvoorbeeld Finca Maran in Colmenar of Casa Wendy in Comares. En uiteraard zijn er nog zo vele anderen. Neem daarvoor ook zeker eens een kijkje op de website Malaga for you.

foto: straatje in Comares.

Zelf een huis kopen? Als je zelf interesse hebt in een vakantiehuis of om permanent te verhuizen, dan is Andalucië Vastgoed een goed beginpunt, met 16 jaar ervaring in deze regio. Geert en Patricia helpen jullie graag verder.

foto: de Arxaquia!


Dank je wel, muchas gracias Anke voor een kijkje in jouw speciale stukje Andalucia en alle leuke tips! 

foto: Anke en haar man.

Bio Anke Morreel: Mijn naam is Anke en sinds juni 2020 heb ik samen met mijn man de stap gezet om permanent naar Spanje te verhuizen. Wij wonen op “El Campo” = “den buiten” even buiten het witte dorp “Comares” dat ook wel “Balcón de la Costa del Sol” wordt genoemd.Deze blog is ontstaan omdat ik mijn eigen recepten wou bewaren. Stilaan is dat meer en meer gegroeid tot een heuse kookblog en wil ik jullie over mijn schouder laten meekijken in mijn keuken. Nu kan ik nog meer uitleven in gezond koken met Spaanse en lokale producten. Mijn moto is: weinig moeite, veel effect. Eenvoudige recepten maar met boordevol smaak.

Gastblogger Cora Meijer over Noord Spanje.

Gastblogger Cora Meijer over Noord Spanje. Deze gewaardeerde gast vertelt vandaag over haar heerlijke tocht door het voor velen onbekende noordelijke deel van Spanje. Galicië, Asturias, Cantabrië en Euzkadi. Een prachtige, geheel andere regio van dit grote land, dat wij toch vaak associëren met de Andalusische folklore van flamenco en stierengevecht. Niets is  minder waar, dat laten de foto’s en verhalen van cultfood blogger Cora zien. Tijdens de Spaanse weken laten we op Gereons Keuken Thuis Cora aan het woord:

Trekkend langs de Noordkust van Spanje,

van de Ria de Pasaia naar het Fort van Ferrol,

van musea naar estuaria,

over rotsen en door bergen,

door een visafslag en in havens,

op een feestdag met inktvissen in koperen potten,

in steden met allure,

op zoek naar Spaanse authenticiteit.

Noord Spanje. Een reis die ons bijbleef, één waar je naar terug verlangt. In dit gastblog reizen we van het verste puntje in Galicië, het Fort bij Ferrol, via Asturië naar Baskenland voor het werfstadje Pasai Donibane bij statig San Sebastian. Ferrol is door haar ligging een belangrijke stad, nog steeds een marinehaven en ooit de thuishaven van de Spaanse Armada. Ze maakt deel uit van de maritieme geschiedenis van Spanje met haar Fort of Kasteel van San Felipe aan de riviermonding, met een korte verbinding naar open zee.

foto: Fort van San Felipe met zicht op het Castillo de Palma.

Het oude fort met donkere gangetjes en steile trappetjes had nog geen bewegwijzering op weg naar de bastions en torentjes. De diep ingesneden riviermonding werd onzichtbaar – onder water – afgesloten door een lange ketting naar het tegenover gelegen Castillo de Palma, menig schip liep er op vast. Ferrol was een bijna onneembare vesting.  

foto: Fort van San Felipe, doorkijkje.

Aan de kust van Galicië, niet het zonnigste plekje van Spanje, wisselen rotsen en kapen met vuurtorens af met riviermondingen, soms met beschermde wetlands zoals in het estuarium Ortigueira waar twee rivieren samenvloeien en het zoete rivierwater zich mengt met het zoute zeewater. Er is dan ook getijverschil en je vindt er prachtig witte stranden.

foto’s: Estuarium Ortigueira & wetlands.

Die moerassen worden omlijst door bergen, de wetlands staan in schril contrast met de even verderop gelegen Kaap Ortegal met de hoogste kliffen van Europa. Die kaap steekt ver naar voren in zee waardoor je speelbal van de wind kunt worden, een vuurtoren kan niet ontbreken.

foto’s: Kaap Ortegal

Vanuit Ortigueira koersten we naar de Punta de Estaca de Bares, de noordelijkst gelegen kaap waar je op een smal gewaagd pad voorbij de vuurtoren klautert. Estaca de Bares is evenals de Ria de Ortigueira een beschermd natuurgebied, hier door de trekvogels. De puntige rotsen van Galicië zijn uitgesleten door de golven en de wind, je bent nu ter hoogte van het einde van de Golf van Biskaje. Het uiterlijk van vuurtorens verschilt nogal.  

foto: Vuurtoren Punta de Estaca de Bares.

Vrolijke vissersboten, van klein tot groot, kleuren de haventjes langs de kustlijn. Bijzonder is de vangst van de eendenmossel, een kreeftachtig zeedier, dat zich in specifieke maanden na springtij op de rotsbanken hecht. De eendenmossel vangers wagen zich of aan heuplijnen bij eb naar beneden in het roerige water of ze springen bij het laagste tij uit kleine bootjes van rots naar rots, een riskante onderneming in de branding van de Atlantische Oceaan. Bij gevaar is de kreet ‘Moita mar!’, wat ‘hoge golven’ betekent, een teken om dekking te zoeken. Net als oesters gelden eendenmossels als een delicatesse, ze worden gekookt met laurier. De Spaanse naam is percebeiros, je eet ze bij lokale bars

video: Percebeiros de Galicia – Uno de los trabajos mas peligrosos del mundo

We passeren de regiogrens met Asturië, ook een kust met steile kliffen, maar afgewisseld met baaien en stranden en kleurrijke visserij.

foto: Asturië klifkust

Luarca is zo’n vissersstadje met een bedrijvige en toegankelijke visafslag, wat een plezier om er rond te snuffelen, nog nooit zoveel verschillende vis bij elkaar gezien. Door mijn enthousiasme stal ik hun hart en mocht foto’s maken.

foto: Luarca_achter de schermen bij de visafslag.

foto: Luarca,visvangst visafslag

We sliepen in een klein hotel direct aan de haven, ’s middags plonsde de lokale jeugd tussen die vrolijke bootjes, echt het levendigste plekje op deze reis. De Rio Negro slingert zich door het ‘witte’ stadje, van bovenaf echt een geweldig uitzicht.

foto: Luarca met eb in de Rio Negro.

oto: Klussen aan de vissersboot.

Even voor Cudillero zijn de kliffen en de vuurtoren van Cabo Vidio, bij helder weer met prachtige uitzichten want die kliffen zijn tot 80 meter hoog. De vuurtoren, met een bereik van 25 mijl, past precies op een smal klif dat langzaam afloopt in zee. Ze werd in 1950 in gebruik genomen na talloze scheepswrakken. Cudillero, een van de mooiste vissersdorpen, is van oorsprong een zeevarende gemeenschap met een rijke visserijtraditie. De vissershuizen zijn herkenbaar aan ‘curadillo’: door de wind gedroogde vis, meestal kleine haaien, die aan de gevels hangen. Deze vissers hadden vroeger ook hun eigen taal.

foto: Cudillero, vissershuis.

Het haventje is ommuurd tegen de redelijk woeste golven van de Golf van Biskaje, de Plaza Marina is het hart van dit dorp. Eigenlijk zijn de kleurrijke huizen rond dit natuurlijk amfitheater tegen de rotsen omhoog gebouwd, met rechts hoog op de rots de vuurtoren en een uitkijktoren.

foto: vissersdorp Cudillero in Asturië

Er loopt een pad naar het uitzichtpunt Garita-Atalaya, waar je bovenop de vuurtoren kijkt. In Asturië weten ze die vuurtorens echt precies pas op een rots te plaatsen.

foto: Vuurtoren van Cudillero.

In Aviles waren de vissers juist hun netten aan het inspecteren, dat gaf ook weer bedrijvigheid.

foto: Inspectie visnettten in Aviles.

Maar daar streken wij neer voor het zojuist geopende culturele centrum van de beroemde Braziliaanse architect Oscar Niemeyer.  Dit Niemeyer Centre is groots van opzet voor allerlei kunstuitingen en heeft een gastronomisch restaurant in de twintig meter hoge uitkijktoren met uitzicht op de stad. Het was een prestigieus project, Aviles wilde zich net als Bilbao cultureel meer aanzien geven.

foto: Niemeyer Centre in Aviles.

Het oude deel van Aviles was toen wat haveloos, maar het raadhuis is zeker ’s avonds mooi.

foto: Raadhuis van Aviles.

Van hieruit bezochten we Leon in Castilië, een sfeervolle stad met veel historische architectuur en een 13e-eeuwse gotische kathedraal, de Santa María de León, waarvan de oude glas in lood ramen heel bijzonder zijn.

foto: Kathedraal van Léon

foto: Portaal kathedraal Léon

De stad was een belangrijke halte op de Camino de Santiago. Er zijn mooie pleinen zoals Plaza Mayor, het centrale rechthoekige plein omringd door arcaden waar ook het barokke gemeentehuis staat en Plaza del Grano in het oude kwartier Barrio Humedo waar je tapas restaurants vindt.

foto: Plaza Mayor, Léon

foto: Plaza del Grano.

De Catalaan Antoni Gaudi bouwde er in 1892 zijn Casa Botines, een ontwerp in neogotische stijl met een middeleeuwse uitstraling dat wordt geaccentueerd door het opmerkelijke smeedijzeren traliewerk voor de deur en rondom het gebouw. Boven die deur staat Sint-Joris die vecht met de draak.

foto: Casa Botines van Gaudí.

Casa Botines werd in 1967 Historisch Artistiek Monument. Gaudí is een van de grondleggers van de organische architectuur, een modernistische stijl met oog voor duurzaamheid en leefbaarheid door moderne constructieve kenmerken zoals de lichtmetalen kolommen in de kelder en een combinatie van grotere ramen beneden met ramen in het dakvlak voor een betere lichtval. De casa is bekleed met lokaal gewonnen natuursteen.

foto: Casa Botines in Léon.

Op de terugweg verraste het landschap van Los Barrios de Luna ons, een   stuwmeer in het woeste berglandschap van Parque Natural de las Ubiñas, dat nog bij Asturië hoort. Het is een bergachtig gebied met grote contrasten in het reliëf, zeker in het Peña Ubiña-massief bij Leon. Het steile reliëf van dit gebied leidde tot de aanleg van een tachtig meter hoge dam in een smalle kloof van de Rio Luna, die in 1956 in gebruik werd genomen. Het stuwmeer heeft een kustlijn van veertig kilometer. 

foto: de kloof van la Luna. Barrios de la Luna.

Gijón werd van oudsher bewoond door Asturische koningen, maar tijdens  de Spaanse burgeroorlog van 1936 – 1939 is veel oude architectuur verwoest. Het Palacio de Revillagigedo,  een 18e eeuws barok paleis, is bewaard gebleven. 

foto: Gijon jachthaven.

De oude visserswijk, Cimadevilla is herkenbaar aan de San Pedro kerk, waar de twee stranden van de stad worden gescheiden. Door een bruiloft  was het er gezellig druk.

foto: Gijon, San Pedro kerk.

Cimadevilla is het historische hart en er was een braderie met oude handmatig bediende kermisattracties en lekker eten. Ik vergaapte me aan de inktvissen in grote koperen kookpotten. 

foto: Oude kermisattracties.

foto: pulpo koken in Gijon.

Vervolgens streken we neer in het familie badplaatsje Ribadesella, met een langgerekt strand waaraan prachtige oude villa’s staan. De monding van de Rio Sella knipt het stadje als het ware in tweeën: enerzijds is er het oude centrum met een klim naar de rots vanwaar je op het andere deel kijkt, het strand en haar villa’s en hotels. Op de Sella wordt vanuit het binnenland veel gekanood.  

foto: Ribadesella, playa.

Het oude centrum heeft smalle straatjes met kleine winkeltjes, we vonden een leuk café en wandelden over de boulevard Paseo de la Grua naar het uitkijkpunt op de rots. 

foto: Pub in Ribadesella.

In het achterland van Asturië zie je nog de typische graanschuren staan, vrij van de grond door hoge ‘poten’. Losstaande trappetjes geven toegang. Deze schuren heten troj in het Spaans en staan op pootjes, om het graan niet te laten verrotten. (GKT)

foto: oude graanschuren, trojes.

Mijn Fabada op Cultfood, een typisch Asturisch gerecht in de kleuren van de Spaanse vlag, vloeit voort uit deze reis. Die kleuren zie je terug in meerdere gerechten van haar keuken: het geel van saffraan, kazen en omeletten; het rood van rode peper, paprika en tomaat naast de vele droge worsten en rauwe hammen en het wit van de bonen, rijst en knoflook, maar ook van vis en zeevruchten. De kleuren van paella zijn daarmee ook wel duidelijk. De smaak van het platteland krijg je ook te pakken in een van de mooiste historische dorpen, Santillana del Mar in Cantabrië. Het hele dorp valt onder monumentenzorg, de geplaveide straatjes en huizen in dit openlucht museum dateren meest uit de 18e eeuw.

foto: Santillana del Mar.

Het dorp ligt in het landschap van de Costa Verde, dichtbij de zee in prachtig groene heuvels. Santillana is de verbastering van Santa Juliana; het dorp werd gebouwd rond een klooster en de Colegiata de Santa Juliana kerk. Omdat de naam Santillana al bestond werd ‘del Mar’ eraan toegevoegd. Op het pleintje is een was- en drinkplaats en er zijn enkele fonteinen. De Costa Verde loopt door tot aan Ribadesella.

foto: Santillana del Mar.

We waren weer toe aan cultuur, dus op naar Baskenland voor het Guggenheim museum in Bilbao naar ontwerp van Frank Gehry. Zijn ontwerpen zijn zo spannend, het is maar goed dat de kunst er ook mocht zijn. Gehry is een belangrijk vertegenwoordiger van het deconstructivisme, zijn expressieve vormen en het vooruitstrevende gebruik van materialen zoals titanium in Bilbao maakten hem en zijn architectuur wereldberoemd. Titanium weerkaatst de zon weergaloos.

foto: Guggenheim, Bilbao.

Aan de kade staat een reusachtige spin, Maman, een ontwerp van Louise Bourgeois met een afmeting van 9 meter hoog en ruim 10 meter in omtrek. Deze Parisienne maakte door haar studie geometrie meer kubistische ontwerpen en ziet de spin als een slimme wever, die ongewenste ziekteverspreiders als muggen eten en dus behulpzaam en beschermend zijn, maar waarvan ook dreiging uitgaat door de valstrikken die ze aanleggen. Maman is ontworpen voor het London Tate Modern, maakt deel uit van meer spinnenbeelden en draagt een zak met 32 marmeren eieren.

foto: Maman van Louise Bourgeois in Bilbao.

De geëxposeerde kunstwerken in 2011, in juni 10 jaar geleden, waren ook experimenteel. Op de foto zie je een doolhof van cortenstaal om doorheen te lopen, de sculptuur Open Ended van minimalist Richard Serra, een Amerikaans beeldhouwer. Zijn kennis van staal deed hij op als student om in zijn levensonderhoud te voorzien. 

foto: Ricardo Serra, open end.

In Bilbao vind je in ‘Las Sietes Calles’ in het Casco Viejo winkeltjes, delicatesse zaken en bars. In het centrum is een markthal met regionale producten. We reden nog even naar de haven en vonden de eerste, geheel in ijzer uitgevoerde zweef- of hangbrug Vizcaya uit 1893 bijzonder. Een veer ontworpen door Don Alberto Palacio Elissague die de beide oevers – rotsachtig steil of zandkust – van de Nervión bij Bilbao verbindt. De vereisten aan dit veer waren het overbrengen van passagiers en vracht zonder de navigatie in de rivierhaven van Bilbao met druk scheepvaartverkeer te belemmeren tegen redelijke constructiekosten en de garantie van regelmatige dienstverlening. Het ontwerp verenigde twee technologische innovaties: de techniek van hangbruggen uit het midden van de 19e eeuw en de techniek van mechanische aandrijving door stoommachines.

De brug is 61 meter hoog en 160 meter lang. De Vizcaya-brug is een van de grote monumenten van de industriële revolutie, ijzer werd  beschouwd als het krachtigste symbool van de vooruitgang. De Baskische regering riep de brug al in 1984 uit tot historisch artistiek monument, in 2006 werd ze als opmerkelijk ijzeren architectuurwerk officieel UNESCO-werelderfgoed. In 2010 startte een restauratie waarbij de zwarte verf werd vervangen door Somorrostro hematiet rood, de kleur van de lokale ijzerader.

foto: Vizcaya brug.

We besloten om voor de afwisseling hoog in de bergen en landelijk te slapen en van daaruit Pasai Donibane en San Sebastian aan te doen.

foto: Kippenren in Gipuzkoa.


De Ria de Pasaia is een monding bij het typisch Baskische stadje Pasai Donibane met een regelmatige kleinschalige veerdienst naar Pasai San Pedro. De smalle monding is een heuse haven, heel beschut gelegen tegen de woeste golven, en het kleine veer vaart de hele dag heen en weer. Wij trokken erheen voor haar Baskische uitstraling en om een kleine scheepswerf voor Baskisch maritiem erfgoed te bezoeken.

foto: Scheepswerf in Ria de Pasaia.

foto: Op de helling van de scheepswerf in Ria de Pasaia.

Pasai Donibane was nog niet toeristisch ontdekt, ademde een echt lokale sfeer met politiek getinte ‘posters’ voor afscheiding in haar tunneltje en hier en daar beklad met leuzen.

foto: Pasai Donibane.

Victor Hugo ontdekte het stadje in 1843 en wilde er een reisboek schrijven over de Pyreneeën. Doordat zijn dochter in die tijd stierf verscheen dat boek postuum in 1890. Het 17e-eeuwse huis aan de waterkant dat hij die zomer bewoonde is nu een bescheiden museum. De kleurrijke vissershuizen, de smalle geplaveide straatjes, de eeuwenoude bogen, de Baskische muurschilderingen en haar ligging maken Pasai Donibane heel bijzonder. In oktober 2011, ons reisjaar, kondigde de afscheidingsbeweging aan haar activiteiten te gaan staken.  

foto: Pasai Donibane, vanuit de ria.

Als je in Donibane langs de kade staat en naar de havenuitgang kijkt, sta je perplex als een schip die haven daadwerkelijk verlaat. De uitgang naar zee is erg smal en maakt een scherpe hoek. De schepen worden begeleid door loodsen, maar dan nog is het een knap staaltje van zeemanschap. Bij de passage van die kade met huizen slokken ze de hele omgeving voor zich op.

foto: Havenuitgang van de Ria de Pasaia.

Wij namen het kleine veer om naar de scheepswerf te gaan dat de lokale, traditionele houten boten repareert. We hadden daarover gelezen in het Franse tijdschrift La Chasse-Marée, dat vaker aandacht besteed aan lokale bootontwerpen. We kregen spontaan een persoonlijke rondleiding, manlief werkt in de scheepsbouw. Er was toen zelfs sprake van restauratie van een schip voor de walvisvangst want Pasaia speelde daarin vroeger een belangrijke rol, er vertrokken expedities. En wat blijkt, de tijd heeft niet stilgestaan: er is een glazen overkapping neergezet op deze Albaola werf en tien jaar later wordt er – gesteund door UNESCO – een replica gebouwd van de walvisvaarder San Juan, het eerste trans-Atlantische schip uit de Baskische maritieme industrie dat in 1565 zonk voor de kust van Canada en in 1978 als scheepswrak werd teruggevonden en uitgegraven.

foto: ontwerp walvisvaarder San Juan.

Enthousiast bezochten wij na afloop het lokale café aan de kade en zittend aan een lange tafel gaf het ons een ontzettend Baskisch gevoel, al ben je op dat moment ook wel een echte outsider.

Sfeervol San Sebastian doen wij met enige regelmaat aan, de prachtige baai met haar drie stranden bekoort velen. In de bars is het heerlijk pintxos eten, ze hebben een leuke achtergrond.

foto: San Sebastian, Donostia.

Natuur, historie en cultuur gingen op deze reis hand in hand. De expositie in het Castillo de Santa Cruz de la Mota verbond Ferrol – via de Armada – met San Sebastian. Ook aan Don Quichot van La Mancha en zijn boerendienaar Sancho Panza, de wereldberoemde romanfiguren van Cervantes, werden wij meerdere keren herinnerd.

foto: San Sebastian_Don Quichot van La Mancha met Sancho Panza

Muchas gracias Cora, voor dit mooie Spaanse reisverhaal!

Ben jij een foodblogger met net zo’n heerlijk Spanjeverhaal of -recept? Laat het dan hieronder in een reactie achter of schrijf eens een gastblog voor Gereons Keuken Thuis.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten