Côteaux d’ Ancenis Malvoisie met Bourgondische kaashapjes

foto: wijnbouwer Pierre Guindon

Vandaag wil ik het hebben over een speciale wijn van een bijzondere wijnbouwer uit Saint Géréon. (what’s in a name?) In 2006 las ik in een Frans wijntijdschrift een kort bericht over meneer Pierre Guindon, die een hele mooie Muscadet prestige maakte. Nieuwsgierig naar zijn product heb ik contact met hem gezocht. Onze eerste ontmoeting vond plaats op een parking in Turnhout. Hij had van zijn wijnen een hele range meegebracht, waaronder de wijn van vandaag de Malvoisie. Vele andere ontmoetingen volgden.

Malvoisie, een witte wijn, wordt gemaakt in kleine oplage van de pinot gris druif, die in de Loirestreek malvoisie wordt genoemd. De pluk is een zogenaamde vendange tardive, de druiven worden laat geplukt en met de hand. Daarna worden ze geperst en vindt er een fermentatie van 3 weken plaats. Dit levert een vin moelleux op. De Malvoisie kenmerkt zich door lichte en volle smaak, die doet denken aan rijpe appels en peren. Malvoisie smaakt zeer goed bij ganzenlever, patés, zoete fruittaarten en waarom ook niet bij een lekker kaashapje.

Erbij serveer ik Bourgondische kaashapjes, gougères.

Nodig voor 25 kleine gougères

1 dl water
50 g boter
100 g bloem
3 à 4 eieren (afhankelijk van de grootte)
50 g geraspte gruyère
1 snufje zout

Bereiding:

Verwarm in een pan het water met de boter en het zout. Breng aan de kook.
Haal als de boter gesmolten is de pan van het vuur. Voeg de bloem in één keer toe. Roer goed om met een pollepel. Zet de pan weer op het vuur en roer totdat het deeg een bal vormt en loslaat van de bodem. Haal de pan van het vuur en voeg één voor één de eieren toe.  Het deeg is goed als het aan je vinger blijft plakken. Voeg dan de kaas toe. Maak kleine balletjes op een bakplaat. Bak deze 15 minuten tot dat ze goudbruin zijn.

Binnenkort meer over de andere mooie wijnen van Domaine Guindon

Spaghetti met verse tuinbonen

 

 foto: de olie en het huis (www.tuscansun.com)

 

Tuinbonen, ik zag ze deze week ineens op de markt liggen in hun bast. Vies werkje om ze te doppen. Zwarte handen. Maar dan word je wel beloond. Ik maak er een lente pastagerecht mee. Simpel en easy voor de zaterdag trek. Spaghetti, tuinbonen en een flinke scheut groene olijfolie. Parmezaan erover. Dat zou je zowaar een pasta Bramasole kunnen noemen, van bramare,verlangen naar en sole, zon. Deze dichterlijkheid is niet van mij, maar van de Amerikaanse schrijfster Frances Mayes. Ook haar groene olijfolie draagt deze naam. Frances en haar man Ed plukken zelf de vruchten van de bomen boven Bramasole, die deze helgroene vloeistof voortbrengen. Hoe het ook zij, je hebt in ieder geval zon op je bord. We drinken er een witte wijn uit Montefiascone bij, maar dat verhaal volgt nog een keer.

Nodig 4 personen:

350 g gedopte tuinbonen
400 g  spaghetti
olijfolie EV
2 tenen knoflook
peper en zout
lente ui in ringetjes
gehakte peterselie
Parmezaanse kaas

Bereiding:

Kook de tuinbonen beetgaar. Laat ze afkoelen en haal het velletje eraf. Zet apart. Kook de spaghetti volgens de aanwijzingen op het pak. Fruit de gehakte knoflooktenen en de lente ui aan in wat olijfolie. Voeg de spaghetti en bonen toe. Maak op smaak met peper en zout. Doe de spaghetti in een grote schaal, giet er nog wat olie op, rasp er krullen Parmezaan over en bestrooi met peterselie.

Kijk ook eens op http://www.thetuscansun.com voor de olijfolie

Uit de Berry, paastaartjes.

foto: George Sand (internet)

 

Het is een koude rustige zaterdagmorgen. Dit soort ochtenden geeft mij altijd de inspiratie voor een “terroir” blog. Vandaag gaan we naar de Berry, een voor velen wat onbekende streek met Bourges als hoofdstad. Velen rijden er doorheen op weg naar het Zuiden. Buitenlanders komen hier haast niet. De Berry is een voormalig hertogdom in het hart van Frankrijk. Het is een dunbevolkte landelijke streek met even robuuste inwoners als keuken.
De Berry is beschreven in vele romans champêtres, landelijke vertellingen van schrijfster George Sand, pseudoniem van barones Amandine Lucile Aurore Dudevant. Zij was een dekselse meid en feministe avant la lettre. Velen kennen haar van haar stormachtige romance met de componist Chopin. Nadat zij haar wilde haren kwijt raakte vestigde zij zich weer in deze landelijke streek om te schrijven. En dat was meer dan nodig. George moest “brood” schrijven om de monden van de vele gasten te vullen op haar landgoed Nohant. Die kwamen af en aan en prikten allen een vorkje mee. Tot haar dood zou zij blijven schrijven. Meer dan honderd romans, tienduizend brieven en vele toneelstukken. Er is tegenwoordig een heel parcours door de streek uitgezet aan de hand van haar boeken.
Maar nu de keuken. De Berrichons koken op robuuste wijze. Veel stevige soepen, vis uit de rivieren Cher en Indre, lamsvlees, Charolais rund en kastanjes. Stevige maaltijden voor hen die hard werken op het land. Ook zijn de geitenkaasjes, zoals crottins uit de streek bekend, die perfect samengaan met de wijnen uit Sancerre en Reuilly. Er valt heel wat te ontdekken op eet- en drinkgebied in deze streek.
Met Pasen in zicht dacht ik aan paastaartjes gevuld met drie soorten vlees en geitenkaas. Een “paté de Pâques au Biquion”. In de Berry worden deze gevuld met varkens-, rund- en jonge geitenvlees. Ik maak er een simpele versie van met rundergehakt en lamsvlees. Er bij drinken we een rode Reuilly  gemaakt van de pinot noir druif. Een rode wijn uit een koel klimaat, licht met hints van frambozen en viooltjes. Een mooie tegenhanger van de paastaartjes.

Nodig 4 personen:

4 vellen bladerdeeg
125 g rundergehakt
100 g lamsvlees in hele fijne reepjes
75 g verse geitenkaas
1 sjalotje
2 el gehakte peterselie
4 eieren
nootmuskaat
peper en zout
olie

Bereiding:

Meng het gehakt, fijngesneden lamsvlees, gesnipperd sjalotje, 1 eidooier en peterselie door elkaar. Maak dit vleesmengsel op smaak met peper, zout en een snufje nootmuskaat. Kook twee eieren hard en pel ze. Snijd de eieren in kwarten.  Rol de vellen bladerdeeg heel dun uit. Leg ze op een met bloem bestoven werkblad. Verdeel de helft van het vleesmengsel over de vier vellen deeg en leg op elk 2 partjes ei. Maak af met een plakje verse geitenkaas. Verdeel daarna de rest van de vleesvulling over de flapjes. Vouw de vellen deeg goed dicht en druk aan met een vork. Bestrijk met eigeel voor ze de oven ingaan. Bak de flapjes in 25 minuten goudbruin in een oven van 180 graden. Serveer deze paastaartjes op een bord met wat waterkers.

Eendenborst met honing en rode wijnsaus

 foto: op bezoek bij de paashaas op het dak van Printemps

Pasen staat weer voor de deur. De brunch- en dinerideeën vliegen je om de oren. Pasen moet een soort tweede Kerst worden. Althans volgens de supermarktbladen. Starten met een zwaar ontbijt en volle glazen prosecco. Daarna een lunch van vier gangen. En we doen het daarna nog eens dunnetjes over ’s avonds met een Paasdiner. Geholpen door de Jamies, de Nigella’s en Raymonds. Allen doen een duit in het zakje. En dat twee dagen lang. Tussendoor nog wat chocolade wegwerken. De kinderen aan de mierzoete cupcakes van een Duits poedermerk. Voor je het weet is dit weekeinde één groot succes.

Pasen is voor mij altijd een tijd van het jaar dat ik zin krijg in nieuwe dingen. De lente staat voor de deur. Een opgeruimd gevoel. Weg met de winter! Met een beetje geluk kun je voor het eerst het strand op. De zee blijft natuurlijk te koud. Of erop uit wandelen, fietsen. Nee, niet naar een meubelboulevard, dat juist niet. Lekker buiten de frisse lucht in. Aan de slag met je planten op het balkon. Voor de eerste keer een picknick mee. Dat is Pasen voor mij.
En we eten eendenborst met honing in rode wijnsaus. Toch een zoet randje aan het wilde vlees, een kleine belofte van het nieuwe seizoen. We drinken er een jonge rode Bourgogne bij. Viooltjes en frambozen in je mond.

Nodig 4 personen:

2 grote eendenborsten
2 el honing
1 1/2 glas rode wijn
20 verse zilveruitjes
peper en zout
300 g tagliatelle
50 g boter
1 tl suiker

Bereiding:

Snijd het vette vel van de eendenborst kruislings in. Bestrooi de vleeszijde met wat peper en zout. Verhit een pan en bak de eendenborst in eigen vet om en om mooi aan tot bruin. Leg de eendenborst op een bord en bedek met aluminium folie. Zet in lauwe oven om warm te houden. Kook de tagliatelle volgens de gebruiksaanwijzing.
Halveer de zilveruitjes. Voeg de helft van de boter toe en fruit de uitjes aan. Voeg de honing en suiker toe en karameliseer kort. Blus af met de rode wijn en laat kort sudderen.
Haal de eendenborst uit de oven en snijd deze in mooie plakjes. Giet het uitgelopen vleesvocht bij de saus. Voeg kleine klontjes boter toe om te binden.
Verdeel het vlees over de borden en giet de saus erover. Serveer met de tagliatelle.

Hot Argentina chimichurri

 

 foto Argentijnse bandera (internet)

 

Ik werd op deze zonnige ochtend wakker met de song “Don’t cry for me Argentina” in mijn hoofd. Komt dat door al dat nieuws over die Argentijnse paus? Of, omdat we een Argentijnse koningin krijgen? Of is het omdat ik vandaag de crème de la crème van de Argentijnse wijnboeren ga ontmoeten? In ieder geval Argentinië is hot news, net als de saus van de plaatselijke veehoeders, chimichurri. Een hete saus waar je je steak mee insmeert, je brood. En dan roosteren maar! Lekker sterk. De tranen in je ogen, ineens snap ik de songtekst. Een stevige  rode wijn van de malbec druif erbij en je Argentijnse asado is een fiesta. Op de Argentijnse wijnen kom ik in een latere blog terug.

Nodig:

100 g gehakte peterselie
2 tl gedroogde oregano
4 tenen knoflook
2 el rode wijnazijn
1/2 el grof zeezout
peper
2 rode Spaanse peper in ringetjes
5 el olijfolie

Bereiding:

Doe alle ingrediënten in een kom en maal deze met de staafmixer niet te fijn.  Voeg de olie en azijn toe om er een mooie emulsie  van te maken

Suikertaks

 

foto: suiker kan ook fijn zijn

We zitten met ons allen aan de suikertaks in Nederland. Nadat vet een no no werd, is nu suiker de grote vijand van de gezondheid van de mensheid. We eten er veel te veel van. Las ik.Openlijke suiker en oh gruwel verborgen suikers. Je wordt er ziek van en dat kost centjes. Suiker moet dus in de ban. Het liefst door er een belasting op te heffen. Want, zo denkt de regelgever, dan krijgen we in ieder geval wat centjes binnen om al die hopeloze en zieke suikergebruikers in de verre toekomst te kunnen genezen.
Ik heb het al eerder geschreven, ik ben niet zo een zoetekauw. Ik ben niet een Nederlander met een gemiddeld snoepverbruik van 35 kilo per jaar. Ja een verse croissant met jam, een taartje onderweg. Maar ik ga het onheilspellende suikerquotum niet halen. Dus rijk worden van mijn suikerverbruik zullen ze niet worden in Den Haag. Ach, ze vinden wel een andere taks voor mij. De “‘echt vlees belasting” of “verse pasta heffing”” of wie weet “witschimmelkaas opcenten”. Wie weet?
Vandaag maak ik  riz au lait met rozijnen en rum. Een heel klassiek dessert, met rijst, melk, vanille, rum en rozijnen. En wat suiker erin. Erbij drinken we een glaasje Muscat de Rivesaltes, lekker zoet.

Nodig 4 porties:

1 liter volle melk
100 g dessert- of risottorijst
80 g suiker
1 vanillestokje (merg)
2 eierdooiers
1 dl slagroom
4 el rozijnen
2 el rum

Bereiding:

Breng in een grote pan de melk aan de kook. Voeg de rijst toe en laat deze langzaam gaar worden. Roer regelmatig. Meng de rozijnen met de rum. Voeg de suiker, room, rozijnen en vanillemerg toe en laat, regelmatig roerend, nog tien minuten zachtjes koken. Laat het geheel iets afkoelen en klop de eierdooiers erdoor. De riz au lait kan warm of koud worden geserveerd.

Garum, liquamen en colatura

 

 foto: Amforen in Pompeii

Pompeii was één van de grote productiecentra van garum of liquamen in de Romeinse tijd. Deze saus was een gefermenteerd product van verse ansjovis en zout. De Romeinen gebruikten deze vissaus als smaakmaker in hun gerechten. Hij was lang houdbaar, handig tijdens de grote veldtochten. In een grote bak werden om en om zout en verse onthoofde ansjovis gelegd om in de hete zon te fermenteren. Het sap wat daarbij vrijkwam werd door een dunne doek of zeef opgevangen en gebotteld in kleine amforen. Dit werd de vissaus garum. Deze werd rijkelijk gebruikt om gerechten een stevige smaak te geven.
Tegenwoordig wordt deze saus nog steeds gemaakt in Cetara aan de Amalfikust. Hier wordt de afstammeling van de garum gemaakt, colatura dei alici, een rijke vissaus van verse ansjovis met zout. Amberkleurig in mooie glazen flesjes in de vorm van een amfora. Ik heb het eens cadeau gekregen. Aan de kust van Amalfi wordt op ansjovis gevist van 25 maart, Maria Boodschap tot 22 juli, de feestdag van Maria Magdalena. Zo gauw de ansjovis binnen is, wordt hij schoongemaakt en onthoofd. Daarna gaat de vis in een bak vol grof zeezout om te fermenteren. Bij een ideale temperatuur van 18/20 graden. Daarna komt er een gewicht op de kuip en wordt het gefermenteerde visvlees langzaam uitgeperst. Het gefermenteerde vissap wordt opgevangen en gebotteld. Dan rijpt de colatura 4 à 5 maanden. De ontstane saus wordt gefilterd en is klaar voor gebruik. Je ruikt gewoon de zee. Mensen met angst voor vislucht zullen deze geur niet snel waarderen. Maar de smaak is hemels. Ik maakte mijn klassieker spaghetti alle vongole af met een scheut colatura. De wijn, die ik er bij kies is een droge strogele Lachrima Christi del Vesuvio een aromatische wijn van de hellingen van deze vulkaan, gemaakt van de coda di volpe druiven. het begint bijna een Arcadische gedicht te worden. Vergilius zou zijn vingers erbij aflikken.

Nodig 4 personen:

400 g spaghetti
800 g mosselen geschoond
2 tenen knoflook fijngehakt
1 glas witte wijn
4 el olijfolie
gehakte peterselie
1 Spaans pepertje
peper en zout
colatura

Bereiding:

Fruit de  knoflook en het pepertje aan in hete olie. Voeg het glas witte wijn toe. Breng aan de kook en voeg de mosselen toe. Kook de mosselen onder een deksel in 9 minuten gaar. Kook de spaghetti gaar volgens de aanwijzingen op het pak. Giet af en bewaar wat kookvocht. Meng de pasta door de mosselen en voeg wat kookvocht toe. Maak op smaak met wat peper en zout.  Doe de spaghetti in een grote schaal en bestrooi met wat peterselie. Eenmaal op het bord kun je naar smaak een scheut colatura toevoegen.

ACBM op zoek naar verloren tijden

 

foto Nancy place Stanislas (internet)

Opzij cupcakes, opzij nieuwerwetse fratsen, in papiertjes met hartjes, met glazuur,  met crèmes en  in allerlei kleurtjes. De madeleines komen eraan! De oermoeder van alle cakejes. Geen gedoe, maar gewoon bedacht door ene Madeleine uit een dorp in Lotharingen. Zij bakte ze in een schelpvorm voor de afgezette Poolse koning Stanislas, die in 1738 de hertog van Lotharingen werd. Zoals zovelen  tegenwoordig was hij een echte cake adept,  want behalve de madeleine wordt ook de baba au rhum aan Stanislas toegeschreven. Hij liet de traditionele kugelhopf cakejes drenken in Malaga wijn. En noemde deze Moorse cakejes Ali Baba.
Ook een andere Bekende Fransman (heet dat zo?) uit de negentiende eeuw had iets met de madeleine. Marcel Proust doopte ze in zijn jasmijn thee, terwijl hij gezeten op het terras van een hotel in Cabourg mijmerde over deze cakejes als metafoor in zijn grote werk “à la recherche du temps perdu”. Op zoek naar de verloren of is het de in te halen tijd? Die vraag kun je stellen. Daarom bombardeer ik de madeleine tot vervangster van de cupcake. En waar ga ik ze in dopen? Dat heb ik al bedacht. Een stroperige, donkerbruine, zoete PX sherry. En dan maar mijmeren.

Nodig 12 stuks

bakblik in schelpvormpjes (Carrefour)
2 eieren
merg van een vanillestokje
125 gram fijne suiker
100 g witte gezeefde bloem
125 g boter
1/4 tl  bakpoeder
1/2 el citroenrasp erg fijn

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 200 graden. Meng in een kom de eieren, citroenrasp en vanille. Voeg beetje de suiker toe terwijl je met een garde blijft kloppen. Klop het geheel tot een mooie massa. Na vijf minuten kan het meel en bakpoeder er beetje bij beetje bij. Klop tot een luchtig deeg. Als laatste kan de gesmolten en afgekoelde boter er door worden geroerd.
Vul de schelpvormpjes met 2/3 beslag. Bak de madeleines ongeveer 10 à 12 minuten. Als de randjes loslaten zijn ze gaar. Snijd de cakejes los en laat afkoelen.

Talk and table Jeff Titelius, a travel wizzard

 

 foto Jeff Titelius the travel wizzard
For some time now, I’ve been following Jeff Titelius, a travel wizard and freelance writer. He is the founder and writer of http://www.eurotravelogue.com. Our conversation started on the social media, because Jeff never seizes to send out the most beautiful pictures and stories. I became an ardent follower of his posts. Whether it is about Alsatian villages, olive oil from Bramasole or even our own tiny country The Netherlands, Jeff tells you a story. He has stories on snowy Bavaria, golden Tuscany, city life in London and Paris on which he poses the question could these two cities be your gateway Europe? That is when I came in. I invited Jeff to join my series “gesprekken en gerechten” ( Talk and table) Let’s see if we can conceive a dish for this multitalented guy, from the answers he provides to my questions. Needless to say, this willl be an international dish travel and foreign exciting ingredients to be in it.
Who is Jeff Titelius? Tell me some more.
I am freelance travel writer inspired by all things European, from storybook villages nestled in majestic settings, to magnificent art and architecture, to intriguing cultures with centuries of history, and the pure visual romance of scenic landscapes throughout the European continent. Wanderlust courses through my veins and my passion for exploring new places runs deep. I daydream of European adventures 24/7 and look forward to this lifelong journey to undiscovered worlds. With journal and camera in tow, I am off!
How did your attraction for traveling start?
I fell in love with Europe upon first setting down in 2005 in the Eternal City of Rome. On this first journey, I traveled throughout Rome, hopped onboard a train to Florence and then embarked on an overnight train to the City of Light, Paris, France! I spent a few days or more in each of these three cities and experienced everything I could in the little time I had! And boy, was it worth it.
Currently you are very busy with eurotravelogue, when did you start these activities?EuroTravelogue was founded in March 2011, however, I began travel blogging in 2007 with my very first site, [chuckle] TheEuroTraveler.com. It’s very basic and contained articles from my first journey I desribed above. From that point on, I fell in love with writing and the rest is history.
What is your favorite country?
This is a tough question to answer because I have loved every country I have visited, but if I have to choose one, right now it would be Italy! I can’t get enough of the hilltop towns, ancient architecture, scenic wonders of Tuscany and of course, the food!
Which means of transport do you like the most and which one you dislike? I am very curious about that
Without a doubt, train travel is my favorite, especially the overnight train I took from Florence to Paris. It turned out to be such an unexpected adventure and throughout the journey, I couldn’t help my childlike enthusiam from beaming as we rocked and rolled along the rails past breathtaking landscapes, towering Alpine mountain peaks, emerging from tunnels to some of the most spectacular vistas I have ever seen.
You traveled around Europe like a man in love, what was your most striking moment?
You hit the nail on the head with that statement my friend, and I just may borrow it for my site! I am a man in love, in love with Europe–the people, the cities, the history, the landscapes–among all that there is to see and do!
Are there differences between American and European travelers?
I think the only difference between American and European travelers is the matter of preference for final destination. Regardless of where our travels take us, we all share the love of travel for travel itself–to explore new places, meet new people, make new memories; all the while we revel in each of the moments along the way and seize the day, every day of our journey.
You talk a lot on Renaissance art. What  do like like the most about it?
My passion for Renaissance art began in college, with my art history studies. I had the good fortune of being taught by passionate professors whose love of art and experiencing art abroad, was brought to life in every lecture. It was during my very first class when we studied Michelangelo and Raphael and from that moment on, I knew a new love was born and a fire ignited within to see and experience all of the art we learned about. And, I have experienced a great deal of it. When I arrived at Florence for the very first time and Rome as well, my passion reawakened never to dim again. I seek out art discoveries on every journey and you can read more about those experiences in our ArtSmart Roundtable: a company of fellow bloggers whose passion for art and travel runs as deep as mine.
With whom would you like to travel one time and why?
I would love to travel with Rick Steves because he shares my passion and love for Europe. Plus, he’s traveled to just about every city and country throughout.
On food, which food do you like and which you would never eat?
Love, love, love Italian food, all of it!  But I think the French bake the best bread in the world and I prefer their pastries as well. As far as food, I like to try everything once but being not much a meat eater, I don’t explore much of that. Give me pasta, fish, bread filled with tomatoes and mozzarella, and I am good to go.
Which wines do you like?
Love all whites, dry whites from Pinot Grigio, Chardonnay, Liebfraumilch, Pinot Gris and some Reislings from Alsace as long as they are not too sweet. For reds, I love a hardy cabernet sauvignon as well! Not much into Merlot but love a good Pinot Gris. As for champagne, extra-dry and brut tops my list.
Can you tell me something about your “travelprint.” Are you a conscious traveler?
In all of my travels, I endeavor to minimize my carbon footprint as much as possible–from recycling my towels and linens to reduce energy consumption and seeking out the most energy-efficient modes of transport such as train and hybrid cars when available. We all need to care for our mother Gaia!
What else do you want to tell us? Do not be shy
All I can say is that my passion for Europe is a flame that burns bright, an eternal flame of my love to explore this fascinating continent and experience all that I can before I depart this wonderful world in which we live!
 foto Jeff visited North Holland
The recipe

Every traveler knows, that part of the journey is smelling the scents of a country, eating local food, that is prepared with love. Drinking the wines. Jeff will have savoured a lot of different dishes around Europe. Herring from the Low Countries, Alsatian choucroute, Bavarian sausages and pretzels and the fully Mediterranean kitchen of his beloved Tuscany. Jeff longs for the Extra Virgin Olive Oil of Bramasole, full of sun. For Jeff I’d make a fish stew with a savoury tomato sauce, topped with gremolata, an Italian mix of chopped parsley, garlic and lemon zest.
To pair this dish, I suggest a white Rhône wine, e.g. a wine from  Chusclan Laudun, a blend often made of grenache blanc, marsanne et rousanne. A white wine with a fruity and crisp character.Ingredients 4 persons:4 pieces of cod or another white meat fish (about 1/2 lb or 225 g each)
2 onions
1 big carrot
3 celery sticks
4 cloves of garlic
zest of 1 lemon
1 can of chopped tomatoes
1tbs of fineley chopped rosemary
2 tbs flour
1 red chilipepper
a bunch of parsley
pepper and salt
olive oil to fry
1 glass of dry white wine

Preparation:

Mix two tablespoons of flour with pepper and salt. Gently get the fish through  the flour. In a big pan you preheat some oil and fry the fish until lightly brown. Get the pieces of cod out and put aside for a while. (under some aluminium foil to keep it warm)  Cut the carrot, onions, celery, chili and 2 garlic cloves in very fine dices. Put some oil in the pan and start to fry these so called odori till light brown. Add the glass of white wine, the chopped tomatoes, a pinch of lemon zest and the rosemary. Leave to simmer for about 20 minutes. Season with some extra salt and pepper. Meanwhile chop the other two cloves of garlic, the parsley very finely. Put in a bowl and add the rest of the lemon’s zest. That will be the gremolata on top. Put the cod back in the pan and let the fish warm for another 10 minutes. Serve each piece of cod on a big plate, with some sauce and on top the gremolata. As a side dish I suggest a bowl of spaghetti with a good splash of olive oil.

Tarte aux pommes pur beurre

 

foto: benzinepompboekje uit Caen

Ik ben dol op regionale kookboekjes, die je voor een habbekrats bij benzinestations of  hypermarchés koopt in Frankrijk. Deze boekjes hebben mij al heel wat kennis verschaft. Altijd handig als naslagwerk. Of het nu gaat om het meesterwerk “La cuisine des vignerons de France”, waardoor ik op het idee kwam om een hartige cake te bakken voor een wandeling door de Mâconnais.. Of het werkje op de foto: “La cuisine Normande” Vol met receptjes uit deze regio, voorzien van  mooie technicolor foto’s. Ja er is heel wat veranderd sedert het digitale tijdperk zijn intrede deed. Vandaag een recept voor mijn tarte aux pommes pur beurre. Vele malen hebben mijn volgers op Facebook deze taart voorbij zien komen. Ik noem het de zondagmiddag “folie”. Een taart bakken met appel, veel boter en Calvados. (of andere drank) Heel simpel gewoon in een stenen bak en hem dan oppeuzelen met crème fraîche. Lang leve de calorieën. We drinken er een volle stevige dessertwijn bij, zoals een Moscatel de Setubal uit Portugal. Zoet en bruin. Of toch een trou Normand, het kleine “tussendoor” glaasje Calvados.

Nodig:

300 g bloem gezeefd
125 g lichte basterdsuiker
snufje zout
200 g koude boter
boter om schaal in te vetten
20 g extra boter
2 eidooiers
1 kg stevige appels
1 glas calvados
2 el suiker
3 el abrikozenjam

Bereiding:

Maak met messen een deeg van de bloem, koude boter, suiker, snufje zout en één eidooier. Kneed het geheel goed door en laat even rusten. Vet een aardewerk ovenschaal in en bestrooi met wat bloem.
Rol het deeg uit op een met bloem bestoven plank. Bekleed de binnenkant van de schaal met een lap deeg. Besmeer de bodem met de abrikozenjam.
Schil de appels en bestrooi met twee eetlepels suiker. Verhit 20 g boter in een pan en bak hierin de appels. Voeg de Calvados toe en laat kort karamelliseren.
Giet het gebakken appels en de Calvados jus in de schaal en dek het geheel af met een lap deeg. Maak een kleine inkeping om vocht te laten ontsnappen. Smeer de taart in met een geklopte eidooier. Bak het geheel af  in 45 minuten op 180 graden.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten