BLAUW, authentieke Indonesische gerechten.

 foto: sambal peteh

BLAUW. Op een boogscheut van mijn huis bevindt zich aan de Amstelveenseweg restaurant Blauw, getooid in rode letters. Vorig jaar schreef ik al over de smakelijke meet&greet bij BLAUW. Een Indonesisch restaurant en instituut, waarvan er naast een vestiging in Zuid er ook eentje in Utrecht zit. Meta van den Boomen, schrijfster van BLAUW, werkte tijdens haar studie in de bediening en werd zo gevangen door Indonesische eten en het restaurant, dat zij stopte met studeren en fulltime ging werken voor BLAUW. Toen in de zomer de koks naar hun vaderland Indonesië waren, werd haar passie voor koken weer aangewakkerd. Zij nam de koude keuken over en is sindsdien vaak achter de kachel te vinden bij BLAUW. In het restaurant zijn ze stiekem toch best trots op hun kunsten en Henk van Hees, patron van BLAUW ontvouwde het idee om de recepten te bundelen. Meta ontfutselde de geheime recepten van de koks en zette deze voor dit kookboek om in thuis maakbare recepten.

 foto: ikan pepesan

De Indonesische keuken is wat anders dan de hier in Nederland over bekende Indische keuken van het Chin. Ind. Spec. restaurant. Het is volgens van den Boomen belangrijk te begrijpen, dat er een scheidslijn ligt tussen Indisch en Indonesisch eten. Allereerst waren de Nederlanders geen scherpe smaken gewend en paste men de graad van pittigheid aan. Bij terugkeer in Nederland waren ook veel ingrediënten uit de Gordel van Smaragd niet verkrijgbaar en veranderden zowel Indonesiërs als Nederlanders hun gerechten. Zo kun je de alom bekende rijsttafel niet los zien van de Nederlandse invloed. Rijke Europeanen lieten hun koks en bedienden een rijsttafel bereiden om mee te pronken. De Indonesische keuken is net zoals het hele eilandenrijk heel divers. Regionaal bepaald. Zo zie je op Sumatra veel Indiase invloeden, is de keuken van Java wat milder en zoeter en wordt er op Bali varkensvlees geserveerd. Allemaal te verklaren door geografische en ook niet onbelangrijk om religieuze motieven.

 foto: ayam paniki.

BLAUW start met veel gebruikte producten, die makkelijk te krijgen zijn bij toko’s, want dat is wel veranderd sinds de jaren 50 van de vorige eeuw. Daarna gaat de schrijfster in op veel gehanteerde kooktechnieken, het samenstellen van rijsttafels, van eenvoudig tot uitgebreid.

Sambal ulek volgt, dat zijn naam dankt aan ulekan, de stamper van een vijzel. De meest bekende Indonesische smaakmaker. Van den Boomen geeft een aantal recept variaties. Ik blader verder naar snacks, zoals pangsit goreng, de Indonesische variant van de Chinese wonton. De lumpia en lemper passeren de revue als snack. Acar (atjar) en salades vromen een belangrijk bestanddeel van de maaltijd. Zoals acar ketimum, een zoetzure komkommersalade. Fris tegenover de pittigheid van de gerechten. Via soepen komen we bij natuurlijk saté, van ayam, kip of van kabeljauw. Er wordt in de Indonesische keuken, ook die van  BLAUW heel wat aan spiesjes geregen. Vegetarische en visgerechten komen aan bod. Bijvoorbeeld ikan pepesan, kabeljauw in bananenblad, dat ik een keer bij het restaurant proefde. Of een tonijn variant van ikan bumbu Bali, van kinds af aan een favoriet van mij. Mijn moeder maakte dit gerecht met verse makreel. Bij de vleesgerechten treffen we natuurlijk babi ketjap met steranijs aan en ontbreekt de ayam paniki niet. Tot slot wat bijgerechten van rijst of noedels. We sluiten de rijsttafel af met wat zoetigheden. Zo is de reis compleet en je buikje vol. BLAUW is een boek geworden om van te smullen, in woord en beeld. Het idee om de geheimen van de koks van BLAUW te ontfutselen en te bundelen voor thuisgebruik was zo slecht nog niet en anders is het restaurant maar een steenworp bij Gereons Keuken Thuis vandaan.

 foto: cover BLAUW

BLAUW, authentieke Indonesische gerechten, Meta van den Boomen (ISBN 9789089897756) is een uitgave van Terra en te koop voor € 25,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Wild zwijn?

 foto: wild zwijn?



Wild zwijn? Vorige week vertelde ik op Gereons Keuken Thuis nog over de jagers, die ik tegenkwam in de heuvels tussen Mancey en Tournus. Mannen in oranje hesjes, die op zaterdag een robbertje achter de wilde zwijnen aan gaan rennen. In de hoop, als waren zij Asterix en Obelix, een wild zwijn te verschalken. Ik vroeg me direct af of Théo erbij was? Die oranje hesjes zijn er voor het geval ze elkaar per ongeluk in de bil schieten. Uitstappen uit de auto voor foto’s was derhalve geen optie. Het bracht me meteen op het idee, om weer een karbonaadjes te maken met een wildsmaak. Het verschil tussen varken en zwijn is dat de laatste erop los scharrelt en veel meer dingen zoals jeneverbessen, wilde kruiden en ander natuurlijk spul eet. En…, voegde een Facebook vriendin, die voorheen in de Bourgogne woonde, eraan toe, veel meer spiermassa heeft. Dus roder vlees. Natuurlijk is het geen wild zwijn, maar niet getreurd, met kruiden en specerijen in een marinade kun je een heuse wilde stoof van varkensvlees maken. Dat leerde ik van mijn tante Doubs, juist ja, die van de soep, uit de Morvan. Lekker stevig glas rood erbij en smikkelen maar.

 foto: de jachtvelden rond Tournus.



Nodig:

1,5 kg schouderkarbonaden

2 sjalotten

1 prei in ringen

1 winterwortel

1 tak rozemarijn geritst

2 laurierbladeren

3 tenen knoflook

genoeg rode wijn om het vlees onder te laten staan

2 cm gember

8 kruidnagels

15 gekneusde jeneverbessen

1 el Dijon mosterd

bloem

peper en zout

boter

Bereiding:

Maak een marinade van de wijn, grof zout peper, mosterd, gehakte knoflook, gember in dunne reepjes, de jeneverbessen, laurier en rozemarijnnaalden. Leg de ontbeende schouderkarbonaden in deze marinade en dek af. Laat het geheel minimaal 24 uur in de ijskast staan. Haal het vlees uit de marinade, dep het droog en haal het door de bloem met wat zout en peper. Verhit boter en bak het varkensvlees aan. Snijd ondertussen de prei, sjalot en wortel fijn. Breng in een steelpan de marinade aan de kook. Haal de karbonades uit het vet en zet apart. doe de groenten in de pan en zet ze kort aan. Blus af met de warme en gezeefde marinade. Doe de karbonaden terug en laat het geheel een uur stoven op heel zacht vuur. Bind de saus met wat beurre manié.

Serveren met fluffy aardappelpuree en geroosterde pompoen uit de oven.

Franse foodparade, herfst 2018.

 foto: déjeuner.

Het is wat grijzig vandaag, grisaille, een mooie dag om wat vrolijke vakantiegerechten te delen in een heuse Franse foodparade, herfst 2018. Een jaarlijks terugkerend item, waaraan door veel foodbloggers gehoor wordt gegeven. Zelf net terug van mijn congé annuel, probeer ik altijd de opgedane inspiratie te bundelen en vast te houden, met foto’s, het uitwerken van recepten in het carnet culinair van professeur Circonflexe. (daar gaan jullie in 2019 meer van horen) en erover te praten, wat ik vrijdag jl. deed bij June tot 12 op NH radio. Vergezeld van een gezellig hapje vertelde ik daar over cuisine du marché en hartverwarmende uiensoep.

 Allons-y! Franse foodparade, herfst 2018.

 foto: pissaladière van Ingrid.

Ingrid serveert een pissaladière, samen met socca het nationale gerecht van Nice. Ik at het onlangs nog in de oude stad bij het bekende adres Lou Pilha Leva voor socca en pissaladière.

 foto: Lou Pilha Leva, Vieux Nice.

Van Nice gaan we maar Marseille voor het nationale Provençaalse visgerecht, geen soep maar gekookte vis uit de oude haven van deze door Grieken gestichte stad. De mare gaat dat zij reeds een vorm van bouillabaisse maakten op hun driepoot boven vuur.

 foto: bouillabaisse van Hanneke.

Bouillabaisse van Hanneke met, hoe kan het ook anders, rouille, roest, de peperige knoflooksaus voor in je soep. Vind je deze soep te bewerkelijk kun je ook vissoep volgens de beproefde methode van vissers uit Cassis maken.

 foto: Lisette’s blanquette.

We gaan verder met een Franse klassieker. Lisette met blanquette Deze kalfsvleesstoof is heerlijk in de herfst en past binnen het rijtje van boeuf Bourguignon, coq au vin, pot au feu en andere herfstgerechten.

 foto: canthareltaartje van Cora

Canthareltaartje met bavette van Cora. Zij gaat creatief aan de slag met cantharellen, het is tenslotte oktober, en tartaar van bavette.

Tot slot francoblogger René. Hij komt met een recept voor Gebraden kip met champignons . Niet te versmaden, want een goed gebraden kip is de quintessentie van la cuisine Française.

Dank alle foodbloggers voor het inzenden van jullie gerechten voor deze Franse foodparade herfst 2018. Un grand merci à tous!

 foto: Madame du Barry.

en… uit mijn eigen keuken komt het verhaal van Madame du Barry

FIN

WIJN & spijs uit NL.

 foto: cover Wijn & spijs uit NL.

WIJN & spijs uit NL. Meer en meer wordt Nederland een wijnland en wordt er in gerenommeerde restaurants wijn van eigen bodem geschonken bij spannende Nederlandse gerechten. Onlangs las ik in een bericht van de Provinciale Zeeuwse Courant een bericht dat er door sommelier Koen van der Plas van Manoir Inter Scaldes (***) een boek was verschenen over wijn en spijs in ons land. Koen Herinnert zijn eerste slok wijn nog, zuur, zuur en nog eens zuur. Hij werkte toen als afwashulp bij Hendrikje Stoffels in Hoorn. Dit prille begin werd gevolgd door een studie aan de hotelschool. Een tijd, die Van der Plas niet zal vergeten, want als het budget en de tijd het toelieten laafde hij zich met heerlijke wijnen in restaurant Dauphine, zoals mooie Brunello’s. Zijn carrière leek voorbestemd en in 2012 kwam Koen bij Inter Scaldes terecht, waar hij naast de gerechten van Jannis Brevet op entertainende wijze wijn serveert. Hij ontwikkelde een voorliefde voor Nederlandse wijnen en legde hiervoor honderden kilometers af. Inmiddels worden er bij het restaurant zo’n dertig wijnen van eigen bodem geschonken. Vooral wit, maar rood geeft ook een steeds beter visitekaartje af.

 foto: portret Van der Plas.

Laten we eens een tour d’Hollande maken. respect hebben voor al het moois, dat we in Nederland produceren. Na wat praktische tips gaat hij op pad, van wijngaard Apostelhoeve nabij Maastricht, een pionier van vaderlandse wijnbouw, via het leuke Betuws wijndomein, waar ik op de Horecava wijnen van proefde naar het hoge Noorden, wijngaard Frysling, die een heerlijke Brûswyn maken, ondanks het gemis aan heuvels. Deze huizen laten zien dat Nederlandse wijn veel potentie heeft. In het boek WIJN & spijs uit Nederland daagt Koen van der Plas zijn patron en andere koks uit gerechten te maken bij geselecteerde Nederlandse wijnen. Zo maakt Jannis Brevet een parelhoen met pimiento del piquillo, een zoetige peper. Van der Plas adviseert er een pinot noir bij van Domein de Wijngaardsberg. De Kleine Schorre passeert de revue, net als de Linie in Made, waar ik eens blind een 2003 pinot noir proefde tijdens een examen. Chef Margo Reuten maakt gerechten bij wijnen uit Thorn. En de sommelier daagde Sidney Schutte uit tot een gerecht van melkkoe, ansjovis, zwarte peper, merg en BBQ knolselderij. Erbij een rode cuvée van het Betuws wijndomein.

En zo gaat het door in dit mooi vormgegeven boek, vol verhalen van bevlogen wijnmakers, die net als de restaurateurs meer en meer gaan geloven, dat er genoeg ruimte is voor mooi Nederlands product op je bord en in je glas. Met foto’s van Maaike Petri en tekst van Etienne Verhoeff. Net als de gastronomie is de wijnbouw ook volwassen geworden en op elk moment inzetbaar. Van der Plas laat met WIJN & spijs uit NL zien dat er heel wat te proeven en ontdekken valt op het gebied van wijn. Gewoon doen dus en genieten.

WIJN & spijs uit NL, Koen van der Plas (ISBN 9789492881076) is een uitgave van Trichis en is te koop bij je favoriete boekhandel voor € 29,95


Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Ma Bourgogne

 foto: bourg de Mancey

Ma Bourgogne, vorig weekend reed Gereons Keuken en Route weer eens over de dreven van Bourgogne du Sud. Te lang geleden. Noem het een recherche du temps perdu , met op elke hoek en in elke bocht een anekdote of verhaal. Behalve een inspiratievijver voor mijn food & wineschrijfsels stond in deze streek ook de wieg van heel wat figuren uit mijn sprookjes. En ja, het kasteel van Royer bestaat echt, dicht getimmerd en verwaarloosd, maar nog steeds bezit van een rijke Lyonese familie. Overbuurvrouw Madeleine, parisienne van oorsprong, kwam als jonge vrouw in dienst bij het kasteel en bleef hangen in de streek rond Tournus. Ze is inmiddels 97 en het weerzien afgelopen zaterdag was een groot feest. Alsof de tijd had stilgestaan, maar dat doet het ook in dit soort dorpjes.

 foto: in de keuken van Madeleine.

Ma Bourgogne, streek voor mij van de rots van Solutré, die boven de wijnstad Mâcon uitsteekt, de abdij St. Philibert in Tournus, een slaperig stadje aan de Saône en de wijngaarden van Mancey, Chardonnay, Viré en Pouilly Fuissé, die wit van de chardonnay druif voortbrengen en rood van gamay en pinot noir. De laatstgenoemde druif wordt ook gebruikt voor de bruisende crémants, die door de Vignerons de Mancey worden gemaakt.

 foto’s: wijnstad Mâcon.

In oktober weekenden gaan de mannen uit de dorpen op pad in een oranje hesje. Er worden borden langs de wegen gezet met de tekst: Attention chasse! Drijfjacht op everzwijnen. Afgelopen zaterdag zag ik ze weer bezig. Ik was nieuwsgierig of Théo inmiddels ook bij de troupe de chasseurs behoort, maar waagde het niet uit de auto te stappen. Stel je voor dat ik aangezien zou worden voor het objet du désir, waarnaar deze mannen zo druistig naar op zoek waren. En op een schot hagel in mijn billen zat ik niet te wachten.

 foto: Mancey aan de voet van de heuvel.

Ik had wel weer langer willen blijven, maar la rentrée lonkte, nieuwe kookboeken, de herfst in Gereons Keuken Thuis en mijn praatje over eten bij June tot 12 op NH radio. Het ochtendzonnetje schijnt de woonkamer binnen en buiten kan nog net al fresco worden geluncht. We boffen maar met deze beetje Bourgondische nazomer, zoals ik deze ken uit ma Bourgogne. Licht frisse ochtenden en als de zon dan de huizen, gebouwd van gestapelde stenen beschijnt warmt het dorp op en is het heerlijk buiten vertoeven.

 foto’s: Tournus ville

Lunchen met een kop warme uiensoep of een lekkere hartige cake van de monniken van het pelgrimspad, dat boven op de Col des Chèvres loopt en de verbinding was tussen Cluny en de wijngaarden en kloosters van de Côte d’Or. Warme herfstlunch. Uiensoep, vandaag in de kom en morgen bij NH radio. De smaken van ma Bourgogne. We drinken er een glas passetoutgrain bij uit Dulphey.

Nodig:

1 kg uien

50 g boter

2 el olijfolie

2 takjes tijm

1 takje rozemarijn

1 el mosterd

1 liter runderbouillon (vers of van blokje)

1 glas rode wijn

1 laurierblaadje

stokbrood

geraspte oude kaas of Gruyère

gehakte peterselie

peper en zout

Bereiding:

Pel de uien en snijd ze in grove stukken. Verhit de boter en olie in een diepe pan. Voeg de uien toe en laat op laag vuur in een kwartier glazig worden. Zet het vuur hoger en bak de uien in circa 10 minuten bruin. Blus af met een glas rode wijn. Voeg de mosterd, tijm en rozemarijn toe. Als laatste de warme runderbouillon. Laat het geheel nog zeker een half uur pruttelen. Voeg naar smaak nog wat peper en zout toe. Snijd plakken van het stokbrood en leg deze bestrooid met de kaas kort onder de grill. Serveer de Franse uiensoep in diepe kommen met het stuk stokbrood erin. Strooi er wat fijngehakte peterselie overheen.

Het Franse Kookatelier

 foto: cover Het Franse Kookatelier

Het Franse Kookatelier. Beaune in het midden van de Côte d’Or. Ik kom, of beter gezegd, kwam er graag, in deze middeleeuwse Bourgondische wijnstad. Voor de wijnen van domaine Petitot net buiten de stadsmuren, de mosterd van Fallot en de kazen van Alain Hess. En niet te vergeten om leuke hebbedingen te kopen in de boekhandel tegenover het Hospices de Beaune. Stuk voor stuk mooie culinaire adressen. En ik kwam er voor de sfeer, rond de Hospices met zijn torentje en Vlaamse tegeldak, de markthallen of om een hapje te eten. Maar al weer 3 jaar geleden vond ik het, tijdens mijn laatste bezoek aan Beaune op weg naar het zuiden, iets te veel. TROP!!!! Te veel touringcars, toeristen en rumoer. De stilstaande tijd is voorbij. In Amsterdam wordt geklaagd, maar moet je dit eens voorstellen in zo’n kleine stad. Gelukkig verdwijnen aan het einde van de dag de hordes en keert de Bourgondische calme, zoals beschreven in het mooie boek Het Franse Kookatelier weer terug. Dat is waar moeder en dochter hun bestaan in het Amerikaanse Arizona voor verruilden.

Tijdens haar schooltijd in Phoenix ontwikkelt dochter Kendall een coup de foudre voor de Franse taal en cultuur. Zij verkast naar Parijs, volgt een vinologencursus en belandt als employée bij Amerikaanse wijnkoper Kermit Lynch in Beaune.  In de tussentijd is moeder Marjorie met succes aan het kokkerellen geslagen in Phoenix. Uiteindelijk mist ze haar dochter en verruilt ze Arizona voor de Bourgogne, met als bagage wat kookboeken en de hond.

Niets doen kan moeder Marjorie niet en alras is het idee voor een kookstudio, The Cook’s Atelier geboren. De dames startten in een klein appartement in het stadje, maar al snel is er  meer ruimte nodig en verhuizen ze naar een droom van een pand in de Rue de Lorraine, waar naast de kookstudio ook een winkel en een heuse cave aux vins zit, bestierd door de echtgenoot van Kendall, die ook voor de Provençaalse touch zorgt in het geheel. Het is allemaal heel idyllisch, het oude pand, de eetzaal via de 17e eeuwse wenteltrap, koken met koperen pannen en antiek kookgerei. Het boek leest daarom een beetje als een sprookje en dat is kennelijk wat de dames voor ogen hebben. De prachtige plaatjes van de batterie de cuisine in het gelid, messen, koperen pannen, het oerklassieke fornuis. Een droombeeld van Frankrijk en voor de lieve somma van € 295,00 p.p. ga je met de dames een ochtendje naar de markt, om daarna een lunch van 7 gangen te bereiden. (een weekprogramma kost, schrik niet, 4500 Euro)

En dan het koken. In het boek Het Franse Kookatelier wordt niet over een nacht ijs gegaan. Alle seizoenen komen voorbij, gerechten, producten, wijnboeren en la vie campagnarde. Gereons Keuken Thuis vertoefde vaak in deze contreien (afgelopen week nog) en kan als het ware de gerechten in het boek ruiken en proeven. Het is nu herfst en tijd voor cèpes. Dus serveren Marjorie en Kendall deze paddenstoelen op toast, gevolgd door pompoensoep met beurre noisette, als hoofdgerecht een eendenborst met knolselderij en cantharellen. Toe is er een tarte Tatin met pruimen. De recepten zijn voor acht tot tien personen. Ik denk dat dat ligt aan het aantal gasten per kookworkshop. Gewoon door twee delen dus, als je voor 4 kookt.

Net terug komende van mijn congé annuel kan ik niets anders zeggen dat Het Franse Kookatelier een heerlijk (kook) boek is om mee op de bank voor je Bourgondische haardvuur te gaan zitten. (of naast de CV in Holland) Een boek vol charme en terroir, met leuke eenvoudige recepten en voorzien van kookadviezen. Ik zou zeggen schenk een glas stevig rood uit de Côte d’Or in en stap in de wereld van Het Franse Kookatelier.

Het Franse Kookatelier, Marjorie Taylor & Kendall Smith Franchini (ISBN 9789000361229) Is een uitgave van Het Spectrum en is on – en offline te koop voor € 39,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Time, een jaar & een dag in de keuken.

 foto: de keuken van Gill Meller.


Time, een jaar & een dag in de keuken. In Gereons Keuken Thuis pruttelt het runderstoofvlees à la Provençale in de pan. Buiten heerst een herfstachtig grisaille. De tijd van  cocoonen breekt weer aan. Met dit wederom prachtige boek van “Gather” Gill Meller, time, een jaar & een dag in de keuken, gaat dat zeker lukken. Eén bonk terroir. Het herinnert mij, althans de foto’s van de keukens, aan de keukentafel van het ouderlijk huis in Brabant. Oud, doorleefd en kookplek, waar de tijd voortschrijdt. Of het roosteren van vlees in de haard in Bourgondië, fles lokaal rood erbij. Naast een citydweller ben ik nu eenmaal ook een campagnard. Basic geneugten, zou ik zeggen. De keuken als hart van je bestaan. River Cottage chef Meller vindt, dat je op deze plek zowel fysiek als mentaal veel tijd moet doorbrengen, op verschillende momenten van de dag. Dat doet hij al vanaf zijn prille jeugd. Zijn voorliefde voor koken en eten ontstond aan de keukentafel bij zijn ouders. En zelf zet hij deze traditie met zijn eigen jonge gezin voort. 

 foto: herfstige bospaddenstoelensoep.


Tijd nemen om te koken en eten driemaal daags, want dat is de indeling van time. Recepten voor de ochtend, middag en avond. Verdeeld over vier seizoenen en zoals Meller ook in zijn eerste kookboek Gather deed, rond verse producten. Vier seizoenen koken. Neem je tijd, dan wordt alles lekkerder. Want citeert Meller: “Tijd is gisteren, tijd is morgen. Tijd is die fractie van een seconde, die je hebt – nu, op dit moment. En nu is die voorbij”  Hiermee is de toon gezet, want de schrijver gelooft heilig in het doorbrengen van quality time in zijn keuken. Keukens zijn voor Meller de vensters naar de wereld. Ik zit te smullen van de foto’s van keukens in dit boek. Zo rustiek en doorleefd.

 foto’s: Meller aan het werk en stoofpot van buikspek.

Gill Meller heeft ervoor gekozen elk deel van ochtend tot avond met een gedicht te laten beginnen, daarna gaat hij op de op zijn gebruikelijke wijze aan de slag met mooie verse en lokale producten. Ik sla de lente- en zomerrecepten over en duik meteen in de herfst. Meller is dol op paddenstoelen, ook bij het ontbijt. Gebakken paddenstoelen op geroosterd brood met tuinkruiden, boter & knoflook. Hoe simpel kan het zijn om te genieten van herfstgeuren en – smaken. Of geroosterd brood met gerookte schelvis & snijbiet. Kop thee met suiker en melk erbij. Hoe Engels. Meller geeft in dit deel ook zijn recept voor mijn ontbijtfavoriet witte bonen in tomatensaus, zo lekker als je de tijd ervoor neemt het zelf te maken. 

 foto: toast met schelvis & snijbiet plus een kop thee met suiker & melk.


De middag breekt aan. Met weer time om te besteden in je keuken. Een warm bord met bospaddenstoelensoep met cider & blauwschimmelkaas. Of heel speciaal in vet gekonfijte garnalen. Dat gaat Gereons Keuken Thuis zeker in oktober als de trawlers weer langs het strand varen proberen. Meller voegt eraan toe dat garnalen, die worden bereid op deze manier iets hebben wat andere gekonfijte voedingsmiddelen niet hebben. 

Ik maak een stap naar de avond, met een in de oven gebakken knolselderij, uiensoep, geroosterd brood met gegrilde cheddar & gebakken appels. Aan traditionele gerechten geeft de kok vaak een verrassende twist. Of wat te denken van een stoofpotje van buikspek, spekblokjes, paddenstoelen met room, cider & peterselie. Je kunt het als het ware ruiken. En zo vliegt een dag en een jaar om. Time, een jaar & een dag in de keuken. Ik moet zeggen dat ik altijd een beetje draal om afscheid te nemen van de zomer en naar binnen te trekken, na een heel seizoen #alfresco buiten koken en eten. Maar met dit heerlijke aardse kookboek van Meller lonkt ineens de keuken binnen weer. Aan de slag laat de herfst maar komen. Time, time, time….  is on my side!

 foto: cover time.



Time, een jaar & een dag in de keuken, Gill Meller (ISBN 9789460431967) is een uitgave van GoodCook en is te koop voor € 29,95


Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer



Nazomeren.

 foto: het licht wordt weer diffuser.

Nazomeren…. Gereons Keuken Thuis probeert in de maand september zo veel mogelijk het gevoel van de zomer vast te houden. Nog even de warmte van de zon te voelen, buiten te borrelen, voordat de dagen echt weer korter gaan worden, want dat merk je. De avonden worden koeler en het is al weer eerder donker. Je smaakpalet verandert mee merk je. Deze #alfresco en warme zomer is er heel wat afgegrild op mijn Amsterdamse balkon, zijn er talloze schaaltjes hoemmoes en tzatziki doorgegaan en werd er in de warme zomerzon geluncht met een keur aan salades. Misschien is dat de reden, waarom ik wil nazomeren…..

 foto: covers van zonnige boeken.

Gelukkig ontving ik deze week nog een leuke zonnige boeken, Onder de Mediterrane Zon (dacht direct aan mijn vriendin Frances, maar dat terzijde) van Merijn Tol en Nadia Zerouali, die een reis langs de keukens van de Middellandse Zee maakten, ANDINA, het nieuwe boek van de Londense restaurateur Martin Morales, vol kleurrijk voedsel van de hoge Andes en ook uit het Londense horecawezen, Catalonië, geschreven door José Pizarro. Heerlijke boeken om nog even te nazomeren.

Nazomeren betekent ook plannen maken, bedenken, hoe het aankomende seizoen gaat aanvliegen. Gaat Gereons Keuken Thuis voor traditioneel of funky? Of raak ik tijdens mijn aanstaande reis naar de hexagone weer bevlogen  van de Franse terroirkeuken. In ieder geval weet ik nu al dat tijdens het nazomeren heel wat afgekookt en uitgeprobeerd gaat worden in het gehuurde Zuid Franse stulpje. Maar dat duurt nog even… Vandaag ga ik nazomeren met wat lekkere #zomerherhaalverhaal recepten. Een beetje à la Saint Tropez.

A propos je kunt nog een week je #alfresco bijdrage insturen. Op 16 september verloot ik twee leuke  kookboeken. Bon weekend!

 foto: verse vangst….

Sardines met Antiboise:

Nodig:

4 sardines schoongemaakt

1 citroen

zout

peper

1 el peterselie gehakt

aluminium folie

2 ontvelde tomaten

50 g gehakte zwarte olijven

3 el olijfolie

2 tenen knoflook

1 el kappers

1 el rode wijn azijn

2 el gehakte peterselie

Bereiding:

Kruis de tomaten met een mesje in en leg in heet water. Daarna laten schrikken in koud water. Ontvel de tomaten en haal de zaadlijsten eruit. Snijd fijn. Hak de knoflooktenen fijn. Verhit wat olie en fruit de knoflook kort. laat niet aanbranden, want dan wordt de saus bitter. Voeg de tomaten toe en laat kort sudderen. Als laatste de olijven. Schep uit pan in kommetje voeg peper, zout, peterselie.kappertjes en rode wijn azijn toe. Snijd de citroen in acht partjes. Houd vier partjes apart. Vul de buik van de sardines met een partje citroen, peterselie, zout en peper. Pak de sardines in folie en zet ze in oven van 180 graden. Na ongeveer een kwartier zijn ze klaar, al naar gelang de grootte van de vis. Serveer de vis met wat Antiboise saus en een partje citroen.

 foto: gegrilde aubergine.

Caviar d’aubergine


Nodig:

2 flinke aubergines

6 teentjes knoflook

2 takjes rozemarijn

2 el olijfolie

1 uitje gesnipperd

zeezout en zwarte peper

dressing van 1 el rode wijnazijn, 3 el olijfolie, peper en zout.

2 tl Provençaalse kruiden

1/2 pakje boter

bieslook

zwarte olijven zonder pit

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 200 graden. Snijd de aubergines in de lengte doormidden. Bestrooi de delen met wat zeezout. Laat de aubergines een kwartiertje staan. dep ze daarna droog met papier. Maak een ruitpatroon in het vruchtvlees. Snijd de teentjes knoflook in stukjes en doe deze tussen de inkepingen. Doe hetzelfde met de naalden van de rozemarijn. Voeg zout en peper toe en schenk er wat olijfolie overheen. Wikkel de aubergines in aluminiumfolie en bak ze 45 tot 50 minuten in de oven tot het vruchtvlees helemaal zacht is. Haal de pakketjes uit de oven en laat iets afkoelen. Hak het vruchtvlees van de aubergines, de knoflooktenen en rozemarijn fijn en doe in een kom. Laat de caviar d’aubergine afkoelen in de ijskast. Snipper een uitje en meng dit door de caviar d’aubergine, Maak een dressing van azijn, olijfolie, peper en zout en roer deze door de pasta. Hak de bieslook fijn en roer deze samen met een el grof zeezout door een half pakje zachte boter. Serveer de caviar d’aubergine op vers stokbrood met de boter en olijven.

Terrine de campagne


Nodig:


250 g schouderkarbonade zonder bot

500 g half om half gehakt

12 gedroogde pruimen

5 sneden oud brood zonder korst

2 tenen knoflook

1 glas cream sherry

1 dl slagroom

50 gram gepelde walnoten

200 g ontbijtspek

1 tl gedroogde tijm

2 eieren

1 tl chilipoeder

zout en peper


Bereiding:


Snijd het vlees van de schouderkarbonade zo fijn mogelijk. Snijd de korstjes van het oude brood en week deze in een mengsel van room en eieren.  Voeg de tijm, chilipoeder. peper en zout toe aan het brood/roommengsel. Doe het vlees en gehakt erbij en meng goed door elkaar. Week de gedroogde pruimen in de sherry. Snijd ze daarna in stukjes. Hak de walnoten (niet te) fijn. Meng de pruimen en walnoten door het vleesmengsel. Bekleed een vorm of patéschaal met de spek en laat deze iets over de rand hangen. Vul de vorm met het vleesmengsel en druk goed aan. Schud goed met de vorm om  luchtgaten in de terrine te voorkomen. Dek af   met de spekplakjes. Verwarm de oven op 180 graden. Vul de grote ovenschaal met heet water. Zet daarin de terrine. Bak het geheel in 50 minuten gaar. Haal op het einde het overtollige vet van de terrine. Laat de terrine afkoelen. Serveer in dikke plakken met bijvoorbeeld wat gebakken appels.

 foto: artichaut.

Pasta il primo piatto.

 foto: cover Pasta il primo piatto.

Pasta il primo piatto, de eerste gang maar ook een belangrijke pijler van de Italiaanse keuken. Wie is er niet groot mee geworden of zoals Catherine Deneuve eens zei: “Italianen denken maar aan één ding, het andere is spaghetti” Pasta is een goot onderdeel van de Italiaanse culinaire identiteit, omringd met mythes, met het motto van wijlen Antonio Carluccio: MOF MOF, wat zoveel wil zeggen als, minimum of fuss, maximum of flavour. De Romeinen aten al pasta, maar de Arabieren brachten de gedroogde variant pasta mee. Pasta is voedzaam, makkelijk te maken en geeft een verzadigd gevoel. Reden voor Giovanni d’Apice om een ode aan dit voedingsbestanddeel te schrijven, voorzien van foto’s van Marco Paone en recepten van chefs. Pasta doet je Italiaans voelen. Het eten dat men is gaan eten om zich Italiaans te voelen, zo stelt Giulia Ubaldi. Tijdens de Italiaanse eenwording werd pasta verheven tot cultureel en culinair erfgoed van de nieuwe nazione. Van een fysieke handeling werd het koken van pasta een symbolische daad.

Pasta il primo piatto begint natuurlijk bij de basis, recepten om zelf verse pasta te maken. Zelfgemaakt is lekkerder aldus d’Apice. Hij legt alles fijntjes uit en leert je de kneepjes van het vak. Het opmerkelijke is dat je YouTube filmpjes via een QR code kunt scannen, om je verder te helpen de mooiste pasta te maken. Ook glutenvrije. Ravioli, tortellini, basissauzen, alle komt aan bod. De ragù Napoletano, alla carbonara en pesto.

Daarna gaan we koken, semplicitá noemt de schrijver het. Bucatini alla Sorrentina, cannelloni alla Napoletana en linguine alla puttanesca. Ook de colatura di alici di Cetara ontbreekt niet. Allemaal klassiekers, waarbij je merkt dat d’Apice een voorkeur heeft voor de Zuid Italiaanse stijl, gelardeerd met foto’s van de Amalfi kust. Veel pastagerechten uit Campania, in restaurantstijl gefotografeerd door Marco Paone. Dat maakt het boek meer een koffietafelwerk dan een day to day kookboek voor de snelle maaltijd. Maar niet getreurd de thuiskok kan prima uit de voeten met de recepten van d’Apice. Leuk voor etentjes of om zelf eens te experimenteren met opdienen van een pastagerecht.

Tot slot nodigde de maker van dit boek een aantal bekende chefs uit om hun ultieme pastagerecht te maken. Van Gennaro Comtaldo, via Vlaamse chef Peter Goossens tot Alain Caron. Ieder maakte zijn eigen creatie.

Met dit boek laat Giovanni d’Apice de evolutie en traditie van het nationale Italiaanse gerecht zien. Nadat hij bij zijn nonna leerde koken, probeert hij tegenwoordig nog dagelijks Maastricht mee op sjouw te nemen. Te laten proeven van zijn pasta. En als je daar fysiek niet bij bent, kun je altijd met Pasta il primo piatto in de hand op pad door pastaland.

Pasta il primo piatto, Giovanni d’Apice & Marco Paone. (ISBN 9789401449236) is een uitgave van Lannoo en is on- en offline te koop voor € 29,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Ligurisch konijn van gastblogger Petra.

Het is Italiaanse nazomerweek op Gereons Keuken Thuis. Met een recept voor Ligurisch konijn van Petra Poudèl, die als gastblogger dit leuke Italiaanse recept voor mijn blog inzond. Ik leerde Petra kennen op een evenement van de Italiaanse KVK in Amsterdam. Zij is reis- en cultuurschrijfster en schrijft als freelancer over Italië en Zuid Frankrijk. Ze zei meteen ja, toen ik onlangs tijdens een kop koffie opperde, of zij eens wilde gastbloggen. “Graag”, was het antwoord, “want ik heb een passie voor streekgerechten en heel wat op de plank liggen.”  “Petra, welkom op Gereons Keuken Thuis.”

 foto: het boek van Anna del Conte.

Ik zal me even voorstellen, ik ben Petra Poudèl, woon in Amsterdam Zuid met mijn man, die advocaat is. Wij hebben twee zoons, die inmiddels het huis uit zijn. Ik ben 25 jaar geleden vanuit Liguria naar Amsterdam vertrokken per l’amore. Ik leerde mijn man in Nice tijdens een beurs kennen, waar ik destijds werkte als gastvrouw. Un coup de foudre. Ik besloot naar Amsterdam te verhuizen en ging daar aan het werk als reisleider en gids. Daarnaast schrijf ik artikelen en korte stukjes over reizen naar Italië en Zuid Frankrijk. Wij hebben beiden een grote passie voor eten en wijn. Mijn man en ik gaan zo vaak het kan op pad om nieuwe dingen te ontdekken aan de Côte d’Azur en natuurlijk thuis in Liguria.

Voor de Italiaanse nazomerweek hoefde ik niet lang na te denken welk recept ik zou insturen. Een recept voor Ligurisch konijn, dat ik heb gebaseerd op het heerlijk recept van culinair historica Anna del Conte uit het kookboek L’Arte della Cucina uit 2007, een mooi boek over een reis door culinair Italië, vol verhalen met illustraties van Amerikaanse Val Archer. In dit boek komt de Ligurische cucina ruim aan bod. Al jarenlang een favoriet in mijn keuken. Een sfeervolle uitgave van Tirion Culinair. Ik weet alleen niet of het nog te koop is?

In Liguria worden veel konijn-gerechten gegeten.Konijn wordt altijd met veel verse kruiden bereid. En in dit gerecht ontbreken de kenmerkende pijnboompitten niet, o.a. bekend van de pesto uit Genua. Dit is mijn versie van coniglio con olive e pinoli. Ligurisch konijn met olijven en pijnboompitten.

Nodig 4 personen:

1 konijn van 1,5 kg in gelijke stukken.

3 tenen knoflook

1 sjalot gesnipperd

1/2 tl cayennepeper

grof zeezout en zwarte peper

verse kruiden, tijm, rozemarijn en salie fijngehakt

1/2 l witte wijn

olie om te bakken

30 g pijnboompitten

75 g gehalveerde zwarte olijven

klontjes boter

wat basilicum blaadjes ter garnering.

Bereiding:

Bestrooi de konijn-stukken met wat bloem, peper en zout. Verhit wat olie in een pan en bak het vlees om en om aan. Haal het konijn uit de pan en zet apart onder folie. Bak kort de gesnipperde sjalot, knoflook in fijne stukjes, de kruiden en 1/2 theelepel cayenne aan. Voeg het konijn toe en blus af met de wijn. Bren aan de kook en laat het konijn zeker 40 minuten sudderen tot het mooi gaar is. Voeg op het einde de gehalveerde olijven toe. Bind de saus met wat boter. Maak eventueel nog op smaak met wat zout en peper. Rooster de pijnboompitten. Hak wat basilicum fijn. Serveer het vlees en saus in een schaal en strooi de basilicum en pijnboompitten erover.

Geef er wat gebakken aardappels of verse focaccia bij.

Naschrift: Dank voor je leuke bijdrage Petra aan de Italiaanse nazomerweek!

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten