Noma’s handboek voor fermenteren.

 foto: cover Noma’s handboek voor fermenteren.

Noma’s handboek voor fermenteren. Bij fermentatie denkt Gereons Keuken Thuis meestal aan het maken van witte en rode wijn, waarbij zoete druivenmost vergist tot alcohol. Of extra gistfermentatie om een bruiswijn te maken. Maar fermenteren is veel meer. Dat willen René Redzepi en David Zilber van het wereldberoemde restaurant NOMA in Kopenhagen laten zien in dit boek. Foundations of flavours noemen ze het. In NOMA wordt bij elke gerecht, dat op tafel verschijnt een vorm van fermentatie gebruikt. Een verhaal vol toevalligheden. Toen Redzepi jaren geleden met NOMA startte was hij op zoek naar bijzondere ingrediënten. Bijvoorbeeld daslook bloemknoppen, die werden gezouten en gerijpt tot kappertjes. Een toevalligheid. Dat leidde tot meer conserveringsexperimenten. Eigenlijk helemaal niet vreemd als je bedenkt wat wijn betekent voor de Franse cuisine. En stel je de Japanse keuken eens voor zonder miso? Zo begon NOMA in 2014 met een echte aparte fermentatie keuken. Een laboratorium net als bij dat andere bekende restaurant El Bullí in Roses, geleid door David Zilber. Een heuse expert op het gebied van fermenteren. En nu ligt hier het boek, het resultaat van tien jaar gebruikte technieken in NOMA.

Het boek start met de theorie, wat is fermentatie, waarom smaken gefermenteerde dingen zo lekker. Hoe dek je de tafel voor de microbeen, die hun werk doen? Wilde fermentatie en tips om het hygiënisch te houden, want dat is belangrijk. Tot slot fermenteren is experimenteren. Vallen en opstaan, maar al doende leert men en dan heb je ook wat. Er volgen recepten voor melkzuurfermentatie van vruchten en groenten, een fantastische manier om restjes te gebruiken. Ik ken melkzuurfermentatie uit de wijn wereld. Het zet fruitzuren om in zachtere melkzure smaken. Lactopruimen. Een eenvoudige kennismaking met zelf fermenteren aldus Redzepi en Zilber. Voorzien van stap tot stap foto’s. Of wat te denken van lacto asperges in het seizoen? Kombucha, een historisch drankje, dat je makkelijk kunt maken, opnieuw uitgevonden, een vorm van coöperatieve fermentatie. Bij NOMA maken ze verschillende smaken kombucha en verwerken die in gerechten.

Azijn volgt, een eeuwenoude beproefde manier om te fermenteren. Van perenciderazijn tot zwarte knoflookbalsamico Anything goes in het laboratorium van Zilber. De koji schimmel, die je zelf kunt kweken op basis van gerst met vele toepassingen in soepen en stoofgerechten. We belanden bij miso’s (bonen)  en zogenaamde peaso’s (gefermenteerde gele spliterwten) de belangrijke Japanse smaakmaker vol umami. De staf van NOMA was er in het begin totaal van in de ban. Miso kun je van bonen maken, van rogge, hazelnoten of van gefermenteerde maiskorrels. En je kunt het in allerlei gerechten gebruiken. Na shoyu gaat het verder met garum. Redzepi en Zilber maken deze van oorsprong Romeinse ansjovissaus allerlei varianten. Zelfs van sprinkhaan. Tot slot besteedt het boek aandacht aan zwarte groenten.

Wat een heerlijk boek is NOMA’s handboek voor fermenteren. Gedegen uitleg over processen en smaken. Veel dingen zijn makkelijk in je thuislaboratorium te maken. En door te fermenteren leg je echt de foundations of flavour. Ik ga er mee aan de slag heren Redzepi en Zilber!

Noma’s handboek voor fermenteren, René Redzepi & David Zilber (ISBN 9789045214801) is een uitgave van Karakter en is on- en offline te koop voor € 39,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Talk & table, Koken met Karin.

 foto: Karin op haar website.

Wie kent Koken met Karin nu niet? De ongekroonde antipakjes en zakjeskoningin. Wekelijks ontleedt zij in Trouw een nonsense product. Van Griekse kofta via boerenomelet tot Limburgse aspergesoep. Karin laat zien dat het ook allemaal anders kan. Zonder veel moeite en met groot effect. En gelijk heeft ze. Met een pakje of zakje koopt de consument veelal een recept, een berg zout en additieven. Ze schreef er al heel wat succesvolle boeken over. Daarnaast verscheen deze zomer opnieuw haar Handboek Oven, met praktische tips. In de zomer? Ja juist schuif je gewoon je gerecht in de oven terwijl je geniet van een glas wijn in de avondzon. Zo makkelijk maakt Karin Luiten het. En dan de leuke illustraties? Een ideale zomergast voor mijn serie Talk & table. Ik wil alles van haar weten en beloon deze veelzijdige vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijnsuggestie.

Wie is Karin Luiten. Vertel eens iets over jezelf?

Ik ben kookboekenschrijver en culinair journalist. Altijd bezig met lekker eten en vooral hoe je dat zo appetijtelijk mogelijk opschrijft.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?

Ik ben net terug van 5 weken vakantie, dus ik moet er weer een beetje inkomen. Maar ik heb in de Franse hangmat wel liggen mijmeren over mijn volgende (dertiende) kookboek, ik heb enorm zin om daar aan te beginnen.

Vertel eens iets over je interesse in food? Hoe is die ontstaan?  Wat deed je voor je ging schrijven over eten?

Mijn moeder had een pesthekel aan koken, dus het was heel lang eigenlijk geen issue. Tot ik na mijn middelbare school een jaartje au-pair naar Franstalig Zwitserland ging en ik elke dag geacht werd te koken voor 3 kinderen. Ik ben maar gewoon begonnen, met behulp van kookboeken en kooktijdschriften, en ik bleek het ontzettend leuk te vinden. En daarna was het hek van de dam. Ik weet nog goed mijn eerste Michelin-restaurantervaring, bij Christophe in Amsterdam: wauw! Dat eten zó kan smaken! Toch was ik realistisch genoeg om al snel in te zien dat kok worden niet mijn roeping was, dat is zo’n specialisme. Ik ben talen gaan studeren, daar was ik veel beter in, en dat leidde tot een baan bij de opera (elke dag 5 talen spreken, heerlijk!) en daarna bij een uitgeverij voor sponsored magazines, waar ik juist weer leerde communiceren in mijn eigen taal.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.

Restaurateur leek me altijd geweldig, en dan bedoel ik niet de horeca, maar iemand die minutieus maandenlang schilderijen of oude fresco’s in kerkjes zit te restaureren met een penseeltje.

Bij jouw stukken, op social media en in je kookboeken merk ik altijd dat jij niet over één nacht ijs gaat, geduldig probeer jij alles uit. Ik zelf ben impulsiever  Hoe doe je dat?

Recepten moeten kloppen, dat vind ik het allerbelangrijkst, naast uiteraard dat het lekker moet wezen. Als ik voor mezelf kook doe ik natuurlijk ook maar wat, dat luistert niet zo nauw, maar als je een gerecht de wereld instuurt met de bedoeling dat andere mensen het ook gaan maken, dan is het werkelijk mijn eer te na om recepten te publiceren die niet kloppen. Het is tenslotte mijn beroep. Wat niet wegneemt dat er natuurlijk toch af en toe een foutje insluipt, dat er bijvoorbeeld een knoflookteen uit de ingrediëntenlijst zoek raakt in de beschrijving of andersom, tja, het blijft mensenwerk natuurlijk. Maar dan baal ik wel. Online is het makkelijk, dan kun je het snel corrigeren, bij een boek moet je wachten op de eerstvolgende druk.

Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?

Haha, are you kidding? Een kookboek maken vind ik heerlijk! Van begin tot eind, van bedenken tot koken, van testen tot tekenen, van corrigeren tot vormgeving bijsturen. Eigenlijk vind ik het pas lastig worden als het gedrukt en af is, want dan moet het aan de man gebracht worden. Hoe ga ik in hemelsnaam 18 miljoen Nederlanders overtuigen dat ze toch echt mijn boek willen hebben? Dat is elke keer weer een zorg.

    foto’s: covers boeken van Karin.

En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?

Zie vorige vraag. Het is heel veelzijdig, ik kan er al mijn creativiteit in kwijt.

Kun je wat vertellen over de illustraties in je boeken en bij je blogs? Heb je altijd al getekend?

In mijn laatste baan kreeg ik bij functioneringsgesprekken steevast kritiek dat ik tijdens vergaderingen altijd het A4-tje met de agenda helemaal zat vol te tekenen, dat vonden ze een teken van desinteresse. Uiteindelijk nam ik maar geen pen meer mee naar vergaderingen. Ik moest daar echt weg, maar wat moest ik dan gaan doen? Alleen koken en tekenen vond ik leuk, maar wat kon ik daar nou mee? Tot een vriend suggereerde om die twee te combineren in een website met recepten en tekeningetjes.

Je handelsmerk is rood, al dan niet met witte stippen of blokjes, hoe is dat zo gekomen?

Ik tekende altijd met een zwart stiftje, maar dat werd op mijn website zo saai. Ik wilde geen waaier aan kleuren, dan werd het te kinderachtig, want laten we wel wezen, zo goed kan ik nou ook weer niet tekenen, haha, dus ik koos voor één steunkleur. Mijn favoriete kleur was rood, dus zo gezegd, zo gedaan. Al bleek het nog best lastig, want hoe teken je een bordje met sla als je alleen zwart en rood tot je beschikking hebt? Vandaar de neiging om met rode accenten te werken: gestreepte bordjes, gestippelde schaaltjes, glaasje (rode!) wijn erbij. Aanvankelijk had ik alleen maar illustraties op mijn website, maar intussen heb ik het tekenen een beetje los gelaten en doe nu meer met foto’s. Zeker in kookboeken werkt dat toch gewoon veel beter.

 foto: #fotomomentje tijdens boekpresentatie.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd?

Dat vind ik net zo’n onmogelijke vraag als ‘wat is je favoriete recept’. Het bijzondere van eten is dat er 1001 mogelijkheden zijn, het is maar net in wat voor bui je bent en wat daar het beste bij past.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Ik ben in het algemeen meer een wit-liefhebber. Fris en geurig, daar hou ik van, denk Grüner Veltliner, Rueda, dat spul. Maar de allerlekkerste witte wijn vind ik Condrieu. Alleen voor speciale gelegenheden, met een hele mooie vis erbij.

Wat lust je echt niet en waarom niet?

Zuurkool. Jekkiederrie. Als kind vond ik het al stinken. Als ik thuiskwam en rook dat mijn moeder zuurkool aan het maken was, maakte ik meteen rechtsomkeert en ging bij een vriendinnetje eten. Intussen weet ik rationeel wel dat zuurkool misschien best lekker kan zijn, mits gemaakt door een echte vakman, maar ik vind het stiekem wel prettig overzichtelijk om hardnekkig vast te houden aan die éne antipathie. Voor de rest eet ik namelijk alles.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

Frankrijk is altijd fijn en vertrouwd, maar vlak ook Azië niet uit, daar speelt eten en de versheid van ingrediënten zo’n belangrijke rol. Vooral in Vietnam heb ik zo heerlijk gegeten. En vorig jaar was ik in Japan, dat was culinair gezien ook een openbaring. ‘Oh, sushi zeker?’ vraagt iedereen dan, maar die heb ik in een maand tijd welgeteld twee keer gegeten. Er is zo ontzettend veel meer!

Je bent ook een Facebookpagina gestart als reactie op de challenge van Honig, de 365 dagen zonder pakjes en zakjes pagina? Hoe is de respons?

Ik krijg veel reacties, maar vooral van mensen die óók niks met pakjes en zakjes hebben. Natuurlijk hoop je vooral de mensen te bereiken die wél Honig-adept zijn, om ze te kunnen laten zien hoe het anders kan. Een beetje zendingsdrang heb ik toch wel in me… En de vele enthousiaste reacties van ‘bekeerlingen’ sterken me daarin gelukkig. Dat neemt niet weg dat Honig gewoon doorgaat met z’n malle challenge, al heb ik viavia wel vernomen dat ze mijn tegenactie niet leuk vinden. Gna gna.

Wil je nog iets anders vertellen….delen?

Lieve mensen, van mij mag je alles eten wat je wilt, wie ben ik om je dingen te ontzeggen als jij iets lekker vindt? Ik zeg alleen: het leven is te kort om vies te eten. Onthou dat als je de eerstvolgende keer vreugdeloos een bremzoute magnetronmaaltijd zit weg te lepelen.

     foto’s: trawlers, au marché.

Het menu.

Dank je voor de leuke antwoorden, Karin! Deze keer ga ik niet voor een recept maar voor un petit menu, want het was me alras duidelijk dat jij net zo een Frankrijk adept bent als ik. De campagne verkennend, op pad door de hypermarché en dwalend over de markten. Een menu du jour dus met een visgerecht uit Normandië, een verrine als voorafje (ik weet dat jij van leuke blikjes houdt) en iets met chocolat uit de oven toe. Allemaal lekkere recepten uit mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis. Dan de wijnen, voor bij de astuce een mooi chenin blanc uit de Loirestreek, bij het hoofdgerecht een zuiderse picpoul de pinet uit de Languedoc en bij het dessert,  een moelleux au chocolat een glas Banyuls. Bon Appétit!

Verrines de thon au fromage blanc.

Nodig:

1 blikje tonijn op water, uitgelekt

1/2 pot fromage blanc of kwark

1/2 potje crème fraîche

kappers uitgelekt

peper

zout

1 el olijfolie

dragon

Bereiding:

Maak de tonijn fijn met olie en zout, voeg de dragon toe en de crème fraîche/ kwark. Pureer alles tot een mooie gladde mousse. Voeg de kappers en peper naar smaak toe en vul hiermee een glas of potje. Serveer met geroosterd volkorenbrood in, gesneden in  smalle reepjes.

   foto: met vis kun je zoveel doen


Aumônières de la mer.

Nodig:

1 kg mosselen

400 g witvis, kabeljauw of koolvis

200 g grijze garnaaltjes

4 el crème fraîche

3 draadjes saffraan

1 bosje peterselie

1 tl Maïzena

peper en zout

4 grote koolbladeren

1 kop diepvrieserwtjes

water

bindtouw

Bereiding:

Was de mosselen goed. Verwarm in een grote pan een kop water met wat zout. Doe de mosselen in de pan en laat ze in ongeveer vijf minuten openen. Haal de mosselen uit de pan en laat ze iets afkoelen. Haal het mosselvlees uit de schelpen en zet apart. Zeef het kookvocht. Snijd de witvis in repen.

Meng de crème fraîche met saffraan, peper, zout en gehakte peterselie. Los de Maïzena op in het mosselkookvocht en meng dit door de crème fraîche. Breng het mengsel aan de kook in een pan en voeg de stukken vis en erwtjes toe. Als het te dik wordt kan er wat kookvocht bij. Als laatste voeg je de mosselen en garnaaltjes toe. Was de groene kool bladeren en kook ze ongeveer 10 minuten in gezouten water. Leg op elk koolblad een flinke schep van de visragout en bind de bladeren dicht met wat keukendraad. Doe de buidel terug in de pan met het water van kool en kook nog ongeveer 10 minuten.

Serveer de aumônières met in gezouten Normandische boter gebakken aardappeltjes.

  foto: coöperatie Banyuls.

Moelleux au chocolat met Banyuls.

Nodig:

2 grote eieren

25 g suiker

snufje zout

100 g pure chocolade

100 g boter

30 g bloem

4 ramequins (ronde ovenschaaltjes)

boter om in te vetten

bloem om te bestuiven

gezeefde poedersuiker ter decoratie

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 200 graden. Eieren met de suiker schuimig kloppen. Meng de bloem en het snufje zout er doorheen. Boter en chocolade samen au bain marie smelten. Eiermengsel toevoegen en alles glad roeren. Ramequins invetten en met bloem bestuiven. mengsel over bakjes verdelen. De ramequins 12 minuten in de oven bakken en beslist niet langer. Dat is wat mijn vriendin Sofoula uit Haarlem altijd zegt!  De ramequins op bordjes omkeren en bestrooien met poedersuiker. Eventueel garneren met gedroogde abrikozen of sinaasappelkonfijt in stukjes.

  foto: cover het grote ovenboek.

Boter, botten, zout.

 foto: cover Botten Boter Zout.

Boter, botten en zout. De drie basiselementen, waarmee de Maltese,  in Londen wonende Nicole Pisani graag mee kookt. De schrijfster kookt haar hele leven al, ze is van huis uit  met het kookgen behept en werkte voor diverse Londense adressen, waaronder NOPI. In elke keuken waar zij werkte pikte zij wat op, ook in de schoolkeuken, waar ze nu de scepter zwaait. Boter, botten en zout zijn voor haar de pijlers van haar keuken. Zout doet haar denken aan zomers Malta. Uren spelen aan zee, met aan het eind van de dag de zoutkristallen op je huid. Ondanks niet geheel ondiscutabel is zout een bouwsteen van smaak, in goede dosering maakt of breekt zout de smaak van een gerecht.

Boter, bij NOPI ging er elke week 25 kilo doorheen, is een verbinder, een klontje op het eind toevoegen maakt je saus. Botten zijn een essentie voor Pisani, niks geen visfilets. Botten zijn  het karkas van de keuken. En hoe ziet die erbij Nicole Pisani uit?

Het boek start met een lijst van technieken,van mise en place tot afblussen. Bouillon is het begin van je keuken, of je deze nu maakt van groenteresten, kip, schaaldieren of zelfs zeewier. Het is de basis van veel gerechten en een geweldige smaakmaker. Pisani besteedt ook aandacht aan voorraad van citrus olie, zout met een smaakje, ingelegde gardienera tot roze zuurkool. Boters met een smaakje volgen, eens iets anders dan de bekende kruidenboter is geklopte boter met zalm. Ik begrijp wel dat de  boterconsumptie met dit soort recepten omhoog wordt gestuwd. Gepekelde eidooiers. Tot zover de voorraadsuggesties van de schrijfster.

In Engeland leerde Nicole ontbijten. Het heeft voor haar eindeloze betekenissen. Van liters koffie op drukke dagen tot een uitgebreid ontbijt met vrienden of familie. Zo begin je je dag goed. Zelfgerookt spek, omeletten of Oosters getinte kojirijst met gepekelde eidooier.

Met een vegan vriendin ging Pisani naar thuisbasis Malta. Het werd een heuse test voor Maltese chefs, die hun kippenbouillon serveerden, uiteraard niet echt vegan. Eén kok noemde haar vriendin een konijn. Voor Nicole was het een uitdaging vegan varianten te maken voor haar Britse konijn, ik bedoel vriendin. Zo belanden we bij de groente keuken, waar waarschijnlijk wel boter en zout maar geen botten worden gebruikt. Een hoofdstuk met eetbare bloemen, salade van belugalinzen met asperges of tempuratofu met kurkuma. Met onmiskenbare Ottolenghi/NOPI invloeden.

Rauw en heel is het volgende onderwerp, één van de eetprincipes van Pisani in Boter, Botten, Zout. Oesters met kimchiwater, carpaccio van zeebaars of lamstartaar. Heel in de vorm van een geroosterde bloemkool, pompoen of spitskool.

Roken en pekelen is ook een techniek in de keuken van Pisani. In een simpele rookpan op het gas. Gereons Keuken Thuis doet dat altijd in een oude braadpan op het balkon. Pekelen moet ik toch eens proberen, zoals in het recept voor gepekelde eendenborst.

Na een zware dag vindt de schrijfster het heel therapeutisch om aan de slag te gaan met eten. Daardoor zorg je goed voor jezelf en recupereer je aan het einde van de dag. Lekkere vlees- en visgerechten. Met een heus pop up feestmaal gaat het boek verder, een Maltees kerstdiner in de haven van Valletta. Pisani koestert een nostalgisch beeld van de mediterrane cultuur en gerechten.  ot slot desserts, waarvan ik de gemberbiersorbet met appeljam wil vermelden.

Boter, botten en zout is een boek van een chefkok, die con brio de keuken in gaat, veel smaken van over de hele wereld weet te combineren in heerlijke gerechten. Ze geeft leuke basisrecepten en behandelt technieken. Ik mis soms de connectie met deze drie elementen. (vooral botten) Maar een kniesoor die daar op let. De smaak spat er vanaf. Het zet aan tot nieuwe experimenten in Gereons keukentje.

Boter, botten, zout. Nicole Pisani. (ISBN 9789461431882) is een uitgave van GoodCook en is te koop voor € 24,95

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Het grote oven handboek.

 foto: cover Het grote oven handboek.

Het grote oven handboek van Karin Luiten is opgepoetst. Haal alles uit je oven, al zou je dat niet geneigd zijn te doen tijdens de mediterrane zomer van de afgelopen weken. Al hanteert ze deze weken een tropenrooster, antipakjes en -zakjesdiva Koken met Karin behoeft geen introductie. Op Gereons Keuken Thuis besprak ik al eerdere boeken van haar en vandaag is de remake en uitbreiding van haar lievelingsboek aan de beurt. Het grote oven handboek, waarin zij laat zien, op de kenmerkende Koken met Karin manier, hoe je alles uit je oven haalt. Niet alleen zoetigheden, maar hele maaltijden, borrelhapjes of brood. Alles in een handomdraai. De oven als je beste vriend. 175 herziene recepten, half om half zoet en hartig, aangevuld met handige basisrecepten. Aan de slag dus.

Karin trapt af met een quote van Robert Kranenborg, die vindt dat alleen luie koks werken met de oven. Dat is inderdaad zo, want dit boek is niet bedoeld voor amateurchefs, die thuis restaurantje willen spelen, maar voor de luie thuiskok, die zijn geliefde, vrienden en familie iets lekkers wil voorschotelen. Het boek begint met wat algemene tips over ovens en noodzakelijke attributen. Let erop wat voor oven je koopt, welke temperaturen en hoe je je beste vriend schoonmaakt.

Hierna volgen de hartige recepten, zoals een tarte tain met sjalotten, originele vistompoezen met zalm & biet, een tian Provençal, tartelettes Lorraines… wat een lekkere recpeten allemaal, zonder pakjes en zakjes, met veel groente en makkelijk te maken. Ik maak een sprong naar zoet, want Koken met Karin houdt ook van bakken, haar bekende éclairs in een handomdraai, een frambozentaart met pistache of een pavlova, met erbij tips voor EHBO bij inzakken.

De oven als je beste vriend, ook in de zomer, daar gaat dit leuke en leerzame boek over. Met goede recepten, leuke tips en doorwrochte kennis en vrolijke illustraties. Het grote oven handboek van Koken met Karin, schenk een glas wijn in, geniet van je balkon en laat je beste vriend het werk doen. Ik mag hopen dat er ooit vaatwas/oven combinaties worden uitgevonden. Wat zou ik dan een luie kok worden.

Het grote oven handboek, Karin Luiten (ISBN 9789046824405) is een uitgave van NW-Adam en kost € 24,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Blijf koel met salades.

 foto’s: keep cool met salades.

De hitte te lijf met salades. Deze week wordt het weer heet, aldus het weerbericht. Afgezien van de klappen, die de natuur te verwerken krijgt, vind ik dit droge mediterrane weer met een noordelijke, beetje meltemi-achtige, wind heerlijk. Mijn bloed gaat harder stromen. Het vraagt om wat aanpassing, een ander werkritme en dagindeling. In de nog relatieve koelte van de dag snel alle klusjes en taakjes wegwerken, een blog typen en een boekje recenseren. Daarna snel op pad om de lunch bij elkaar te scharrelen, om die buiten achter een wit gespannen laken te verorberen. Daarna nog wat werken en dan is het tijd voor een plons in het water. Tenminste in blauwalg-loos water van de Noordzee of Gaasperplas. Bijkomen van de dag en daarna terug naar huis om op mijn Amsterdamse balkon te grillen of voor een maaltijd met uitzicht op zee.

 foto: groen met warm gerookte zalm

Een fijn zomerritme. Dit doet de moesson-achtige kletsnatte zomers van de laatste jaren direct vergeten. Deze zomer komen er verrassend veel salades als lunch op tafel in Gereon Keuken Thuis. Lekker fris en groen, de ene keer met gerookte kip, de andere keer met warm gerookte zalm, witlof met aardbei, groen met sardines. Of, zoals van de week na de uitzending van June tot 12 op NH Radio, een pastasalade Greek style, makkelijk te maken en vol mediterrane smaken. Keep it cool zou ik zeggen, blijf koel met salades.

 foto: Greek style pastasalade.

Nodig:

300 g volkoren penne

100 g feta

gehakte peterselie

grof zeezout, zwarte peper

1 tl pimentón de la Vera

1 el kappertjes

1 bakje roma-tomaatjes gehalveerd

1 komkommer

1 rode paprika in blokjes

2 grote tenen knoflook fijngehakt.

olijfolie

sap van halve citroen

Bereiding:

Kook de penne al dente en laat in koud water afkoelen. Verbrokkel de feta en maak deze op smaak met wat pimentón. Hak de peterselie en knoflooktenen fijn. Snijd de paprika in reepjes. Was de komkommer, haal de zaadlijsten eruit en snijd in blokjes. Laat de kappertjes uitlekken. Halveer de tomaatjes. Doe alle ingrediënten in een kom en meng door elkaar. Maak op smaak met wat grof zout en een draai zwarte peper. Giet er voldoende olijfolie over en zet de pastasalade een half uur in de ijskast. Maak de salade vlak voor serveren af met citroensap.

 foto: blijf koel met salades.

SOIL of Amsterdam

 foto: het duidelijke menu van SOIL.

SOIL of Amsterdam, aan de drukke en immer hipper wordende Bilderdijkstraat, op een steenworp van het Kwakersplein, startten de twee vrienden Remco Groeneveld en Gustavo Bottino onlangs SOIL of Amsterdam. Een restaurant en take-away, waar je van heerlijke, duurzame, seizoensgebonden, plantbased en lokaal geproduceerde gerechten kunt genieten. Met een goed glas wijn of biertje erbij.

De twee heren studeerden in Californië, waar al sinds 2004 veel van dit soort concepten op horecagebied uit de grond schoten, waarbij duurzaamheid en lokaal geteelde groenten de basis vormen voor de gerechten. Met als vaandeldrager het beroemde Chez Panisse in Berkeley.  Zoiets als SOIL was er tot nu toe niet in Amsterdam. Het bracht healthfood lover Groeneveld en levensgenieter Bottino op een idee.

Een ruimte werd gevonden, de tuin werd opgeknapt en in het midden van deze leuke plek is de open keuken, waar al hun sandwiches, ontbijtjes en bowls worden bereid door kok Guillem Francis. En dat deze kok creatief is met soulfood proefde Gereons Keuken Thuis op een zomerse dinsdagavond.

 foto’s: bowls & breakfast.

Het concept van de bowls is heel simpel. Je kiest een  warme geheel plantaardige bowl met klinkende namen als New Orleans of Peanut Curry bowl, waarin de namen verwijzen naar de homemade smaakmakers, een muur vol. De basis is rijst of lokaal geteelde quinoa. En natuurlijk veel groenten. Mocht je niet behept zijn met only vegan, biedt SOIL ook nog wat extra proteïnes in de vorm van Nederlands rundvlees, duurzame kip of eieren uit Barneveld. Bijzondere extra’s komen uit de potten met homemade pickles.

 foto: sandwich met gegrilde groente.

Daarnaast serveert SOIL leuke sandwiches zoals de Greeky of een sandwich met gegrilde groente. Salades zijn er ook te kust en te keur, net als lekkere ontbijtsuggesties. Keuze te over dus, al dan niet met een biertje of glas wijn (ik proefde een heerlijke Tourraine, fris en zomers) en een vrolijke selectie aan lekkere non alcoholische consumpties. En dat alles tegen schappelijke prijzen.

 foto’s: wijn en de pickle wall

Je vindt SOIL of Amsterdam aan de Bilderdijkstraat 141 hs in Amsterdam. Geopend van maandag tot vrijdag van 8 tot 22 uur. En op zondag van 8 tot 20 uur.  Drop by zou ik zeggen.

 foto: appetizers by SOIL

Dag van de pastasalade, 1 juli!

 foto: pastasalade al fresco

Het is vandaag 1 juli, dag van de pastasalade. Een gerecht, dat met de zomerse temperaturen van vandaag niet misstaat. En we gaan dat weer wereldkundig maken op Facebook, Instagram en Twitter. Gereons Keuken Thuis maakt graag deze salade, overigens niets Italiaans aan, als een welkome aanvulling op het zomerse saladeprogram in SeaSpot of op mijn buitenbalkon. Bestaat er dan ook zoiets als een binnenbalkon? Ja, dat heet een loggia en de marahadja’s van Jaipur kenden deze erkers ook. Maar nu dwaal ik weer verschrikkelijk af, want het is de dag van de #pastasalade. Dus butta la pasta! Gooi je penne in de pan. Laat na het koken het goedje onder koud stromend water afkoelen en assembleren maar! Eindelijk eens niet koken, dat is de portee van de pastasalade.Voor bij je picknick in het park, bij de avondbarbecue of als lunchbox aan je bureel. Je kunt de pastasalade natuurlijk in een pot met een leuke strik doen, maar dat is niet zo mijn ding. Dat laat ik aan andere bloggers over. Gewoon op een schaal met een paarse viooltjes van mijn balkon erbij voor het plaatje.

 foto’s: eerdere edities!

Zo maakte ik voor de 2015 editie een funky pastasalade, in 2016 een Portugese met pit en vorig jaar oh la la eentje met eend. Voor deze vierde editie bedacht ik een pastasalade integrale met vis uit blik, olijven en tomaatjes. Laten we het een koude putanesca noemen, maar dan als pastasalade.  Heerlijk simpel en recht doende aan de kritikasters, die mij regelmatig beschuldigen van te fancy en te dure gerechten. We drinken er een frisse witte Lugana uit Lombardije bij. Ik zou zeggen assembleren maar! Dit is voor iedereen maakbaar. Allen een hele happy dag van de pastasalade gewenst!

 foto: pastasalade en pastis.

Nodig:

300 g penne integrale

gehalveerde of hele zwarte olijven

2 el kappertjes

blikje tonijn op water

1 blikje sardines op olie

1 tl chilivlokken

3 tenen knoflook

grof zeezout

zout voor het pastawater

peper

bakje zoete kerstomaatjes

sap van een citroen

olijfolie

gehakte peterselie

Bereiding:

Kook de penne integrale in ruim water met een flinke dot zout beetgaar. Spoel af met koud water en laat afkoelen. Laat het blik tonijn uitlekken. Doe hetzelfde met de sardines, maar vang de olie op voor de dressing. Snijd de tomaatjes in halfjes. Pel de knoflook en hak deze fijn. Rasp wat schil van de goed gewassen citroen. Pers de citroen uit. Hak de peterselie fijn. Meng de pasta en alle ingrediënten, behalve de sardines door elkaar. Maak een dressing van 3 el olijfolie, 1 el olie uit het visblikje, chilivlokken en 2 el citroensap. Meng dit door de pastasalade.  Maak op smaak met wat grof zout en wat peper. Garneer met sardines en zelf geplukte bloem.

 foto: Facebookpagina dag van de pastasalade.

A propos, deze pastasalades ook de moeite waard:

Worstenbrood & Wijn

Kookgek Wilma

Gastblogger Nicole recenseert Bananenboek.

  foto: cover Bananenboek en bananacolada

Gastblogger van vandaag Nicole recenseert voor Gereons Keuken Thuis het Bananenboek. In  april maakte ik tijdens de culiperslunch kennis met het Bananenboek van Kim Waninge, een mono ingrediënt kookboek, zoals er ook kookboeken zijn over pindakaas, zoete aardappel en avocado. Een mooie gelegenheid om Nicole uit te nodigen haar licht erover te laten schijnen. En zo geschiedde. Nicole is mijn volgende gastblogger. Ik laat deze zomergast hieronder aan het woord.

 foto:  zomergast Nicole van Cookies & Carrotsticks.

Koken en bakken is mijn grote passie. Uren sta ik in de keuken om van alles te verzinnen en uit te proberen. Niet zo verwonderlijk voor een foodblogger natuurlijk. Zo’n tweeënhalf jaar geleden kreeg ik het lumineuze idee om de recepten, waar veel door vrienden en familie naar wordt gevraagd, te verzamelen op een blog. Want dan zet ik ze er eenmaal op en kan iedereen ze bekijken wanneer ze willen (little did I know). Het eerste jaar was het ook niet meer dan dat. Vorig jaar ben ik me echter serieuzer met het bloggen en ontwikkelen van nieuwe recepten bezig gaan houden en is het inmiddels een wat uit de hand gelopen hobby geworden. Maar eentje waar ik veel plezier aan beleef en ook weer veel energie uit haal. Op mijn blog Cookies & Carrot Sticks deel ik gezonde en minder verantwoorde recepten, die over het algemeen makkelijk en snel te bereiden zijn, en soms deel ik ook een stukje uit ons leven.

Maar dan nu het Bananenboek – een kookboek met in de hoofdrol: de banaan. Kim Waninge, de auteur van hét Bananenboek, kreeg wel meer dan eens de vraag: waarom een kookboek over bananen? Nou, omdat dat er nog niet was. Ah… ok. Nu zijn er vast nog meer ‘ingrediënten’ waar nog geen kookboek aan gewijd is. Een iets uitgebreider antwoord, waaruit misschien de ongekende passie voor deze tropische vrucht en zijn veelzijdigheid spreekt, had ik toch wat leuker en interessanter gevonden.

  foto: een heuse groene banaancurry.

Nou zijn bananen wel aan mij besteed, nochtans om er iets mee te bakken (gek genoeg eet ik nooit bananen zo). Ik was dan ook zeer verheugd dat ik dit boek door Gereon toegestuurd kreeg om mijn oordeel erover te vellen. Bakrecepten vond ik in dit geval minder interessant, ik heb inmiddels zelf al 15 recepten op mijn blog staan en er liggen er nog een paar om uitgewerkt te worden (ja, zo veelzijdig is banaan als bakingrediënt). Ik was vooral geïnteresseerd in de hartige recepten, want veel verder dan pisang goreng was ik eerlijk gezegd nog niet gekomen (wat overigens ook niet eens een hartig gerecht te noemen is, maar vaak bij een Indische rijsttafel wordt geserveerd).

Enthousiast begon ik gelijk door het boek te bladeren. Het boek is mooi vormgegeven en handig opgebouwd. Het begint met recepten voor ontbijt en brunch, om vervolgens zo door de diverse gangen te gaan. Achterin ook een handig register en bij elk recept staat een korte inleiding. Verder geeft Kim nog handige tips om een recept aan te passen of ingrediënten te wijzigen.

Wat mij opvalt is dat veel recepten van oorsprong Amerikaans zijn, zoals bijvoorbeeld Monkeybread, Hummingbird Cake, Fluffernutter S’Mores, Nicecream, Overnight Oats en bananen van de BBQ. Veel taalgebruik in de inleidingen is ook Engels/Amerikaans. Jammer genoeg kan ik echter nergens uit herleiden waar die invloed precies vandaan komt. Heeft Kim in Amerika gewoond? Is de voorliefde voor deze gerechten door buitenlandse reizen ontstaan of komt de inspiratie uit kookboeken of van het internet?

Zelf volg ik al jaren Amerikaanse foodblogs en ben dan ook meer dan bekend met veel van deze gerechten. In die zin weinig verrassend voor mij, maar ze passen wel mooi in dit boek. Ietwat teleurgesteld ben ik wel over het feit dat er bij nogal wat recepten niet gesproken kan worden van een hoofdrol van de banaan. Een fruithapje (gewoon gemengd fruit waar ook banaan tussen zit), een bagel met plakjes banaan (niet bepaald ‘recept’ te noemen maar eerder belegidee), garnering bij een pindasoep (toegegeven, wel lekker gebakken met kokos).

Gelukkig staan er ook nog voldoende recepten in die mij wel weten te verrassen. Voor de zuurkoolstamp met banaan vond ik het de afgelopen weken toch ietwat te warm, maar die staat nu wel op mijn lijst om in de wintermaanden eens te maken. Ik ging voor de Indiase curry variant, waarbij de ‘gehaktballen’ worden gemaakt van bakbanaan en aardappel.

Bakbananen zijn bij ons wat lastig te krijgen in de directe omgeving, dus ging ik voor onrijpe bananen zoals in het recept werd voorgesteld als alternatief. Alleen zijn die ook na slechts 10 minuten in de schil koken niet meer te ‘raspen’ maar waren eerder tot moes gereduceerd. Geen probleem, alleen (heel) wat extra bloem toevoegen om er toch nog ballen van te kunnen draaien. Aan de smaak deed het gelukkig niets af.

 foto: bananen cocktails voor de zomer.

Het is een zeer smaakvol gerecht. Wel wat bewerkelijk, dus niet voor een drukke doordeweekse dag, maar zeker de moeite waard. Zelfs de jongens vonden het superlekker en het verzoek om het nog eens te maken staat al genoteerd. Wel ga ik de volgende keer moeite doen om bakbananen hiervoor te krijgen. Wij serveerden het overigens met witte rijst en naan. Dit gerecht bewijst trouwens ook weer dat vegetarisch (of vegan als je de room door bijvoorbeeld kokosmelk vervangt) niet saai en flauw hoeft te zijn. Een verrassend recept.

Uit het hoofdstuk ‘diner’ maakt ik ook nog de witlofsalade. De inleiding quasi beloofde mij dat zelfs witlofhaters dit gerecht lekker zouden vinden. Niet zo letterlijk, maar zo vatte ik het toch op. En hoewel ik niet echt een hater ben, dit is de enige groente die ik echt niet lekker vind. Voor mij blijft de witlof te bitter (en nu niet gaan roepen: je moet wel het bittere hart eruit snijden, want dat weet en doe ik ook, maar dat mag echt niet baten). Mijn man was helemaal in zijn nopjes dat ik dit ging maken, aangezien hij dol is op witlof (en dat van mij dus nooit krijgt).

Het is, op de witlof na, een echt lekkere salade. De dressing ga ik nog eens maken, die is simpel maar lekker. En ook de combinatie van appel en banaan is top. Alleen die witlof, dat is een minpuntje (wat mij en de kinderen betreft dan). De 100 g walnoten is misschien ook wel wat teveel. De helft, en dan wat grof gehakt, was meer dan voldoende geweest. Maar, mijn man was meer dan happy. Die vond de salade echt g-wel-dig. De opmerking ‘die mag je nog eens maken’ heb ik maar even niet gehoord.

Zeker verrassend is het laatste hoofdstuk. Want: cocktails! Daar moest ik uiteraard ook wat van proberen. Gelukkig heb ik ook altijd bananen in de vriezer liggen voor smoothies en ijs, dus kon ik vrijwel meteen aan de slag met de drankjes. De Whanana, een cocktail met whisky, lieten we maar even zitten. Ik lust geen whisky (behalve in een Irish coffee) en voor mijn man is het pure heiligschennis (nochtans zouden de scheidingspapieren klaarliggen als ik één van zijn mooie whisky’s voor een bananencocktail zou gaan gebruiken).

 foto: witloof banaansalade.

Wel probeerden we de Frozen Banana Margarita (met tequila en triple sec) en de Banana Colada (met rum, kokosmelk en ananassap). Kan je vertellen, dat zijn cocktailtjes die mij wel wisten te bekoren. Gemaakt met bevroren banaan, dus eigenlijk een beetje smoothies voor volwassenen. De Frozen Banana Margarita was een stevige, die hakte er serieus in. Die kun je beter drinken als je geen verdere plannen hebt. In ieder geval heel erg lekker. Maar de Banana Colada is duidelijk mijn favoriet. Een heerlijke cocktail, niet te straf qua alcohol en ook niet te overheersend banaan. Zomers en lekker.

Al met al vind ik het wel een leuk kookboek. Toch een keer wat anders. Wat ik dus wel jammer vind is dat de banaan niet vaker een grotere rol in een recept aangemeten krijgt. In veel recepten is het toch meer een beetje een extra ingrediënt. En hoe verrassend zoiets ook kan zijn, van een boek met de titel ‘bananenboek’ zou ik misschien net iets meer verwachten. Desalniettemin staan er wel heel leuke en lekkere recepten in. Ik ga er ook zeker nog wat van maken.

Dank je wel voor deze leuke bijdrage Nicole!

  • Bananenboek, Kim Waninge (ISBN 9789492890023) is een uitgave van Loopvis en is te koop voor € 17,50

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Prutje, kikkererwtenspread.

 foto: bij June tot 12.

Prutje, ik heb een beetje een hekel aan het woord. Prutje in de Nederlandse taal lijkt een verzamelnaam voor iets wat in een pan ligt, maar waarvan de maker eigenlijk niet meer weet hoe het is gestart. Daarnaast heeft het wat bagatelliserends, iets van ach, ik doe maar wat, niet gehinderd door enige kennis. Prutje is tevens een verkleinwoord, net zoals zuurtje, wijntje, winkeltje… Ik kan nog wel even doorgaan. Ik denk dat het aan de Nederlandse cultuur ligt, klein land achter de dijken, gevoed door de moraal van de dominee. Doe maar gewoon, dus maak je een prutje. Een Thais prutje, een Italiaans prutje, groentenprutje, zelfs de blauwe grootgrutter zet het zonder enige vorm van gêne op de site van het clubblad.

Nu moet iedereen vooral zelf weten of hij of zij graag prutjes maakt en deze op zijn of haar blog deelt, ik ben geen dominee.Wel een zeurkous, als het gaat om prutje. Maar geef het beestje dan een naam, zodat de lezer begrijpt wat het is. Zo heet een groentenprutje uit de Provence ratatouille, het gehaktprutje voor door de pasta ragù en het visprutje van de Spaanse costa’s zarzuela. Je noemt per slot van rekening boerenkoolstamppot ook geen prutje.

De verwantschap het woord met pruttelen en gezelligheid geeft het iets van een thuisgevoel. Lekker kneuterig. We donderen wat ingrediënten in een pan, deksel erop en klaar is je prutje. Glunderende gezichten aan tafel. Zelfs de pakjes- en zakjesfabrikanten gebruiken deze metafoor in hun reclames. Prutje: een heerlijk woord voor thuisgebruik, maar als je over eten schrijft, vermijd het dan.

Vandaag een recept voor een prutje, ik bedoel kikkererwtenspread, voor op brood, bij de barbecue of picknick. Ik sprak er onlangs op NH radio over. Is dat dan geen hoemmoes? Nee, want er gaat geen sesampasta, tahin, in. Wel olijfolie in plaats van erover. Ik ga natuurlijk niet de toorn van hoemmoes puristen op me afroepen. Fijne maandag!

Altijd handig als broodbeleg, hapje of bij de maaltijd een pittige spread, zo gemaakt. Prima vervanger van vleeswaar op brood, met wat plakjes komkommer. Of serveer deze spread bij een salade met in de oven geroosterde paprika.

 foto: basic kikkererwtenspread.

Nodig:

1 pot kikkererwten

3 tenen knoflook

2 tl komijnpoeder

½ of 1 tl chilipoeder, al naar gelang je van pittig houdt

½ bosje peterselie

sap van 1 citroen

2 el water

olijfolie EV

peper en zout

evt. zongedroogde tomaatjes, worteltjes, bietjes ter variatie

Bereiding:

Laat de kikkererwten goed uitlekken en spoel ze goed af. Doe in een hoge beker. Was de peterselie. Pel de tenen knoflook en halveer, pers de citroen uit. Voeg de knoflook, peterselie met steel en al, komijnpoeder, chilipoeder toe aan de kikkererwten. Giet het citroensap erbij. Voeg wat water en een flinke scheut olijfolie toe en puree alles met de staafmixer tot een mooie niet te gladde puree. Maak op smaak met wat peper en zout. Laat de spread afkoelen in de ijskast. Als variatie kun je wat in warm water geweekte zongedroogde tomaatjes toevoegen, een bietje mee pureren of wat gehakte wortel. Zo maak ik elke keer een andere spread.

Naschrift: op Gereons Keuken Thuis vind je veel meer prutjes, zoals de pasta van mijn tante Canasta, nowaste velouté of ragout op maandag.

Mediterrane zomer, kip alla pizzaiola.

 foto’s: in Napels


Mediterrane zomer, kip alla pizzaiola. Door het zonnetje, dat schijnt over zee op deze morgen,  moest ik ineens aan dit simpele doch doeltreffende Italiaanse gerecht denken. Ik stuurde het eens in voor een aflevering van het maandelijkse #foodblogevent. Kip met een pittige tomatensaus. (in plaats van  kalfsvlees) Alla pizzaiola. Geïnspireerd op een recept uit een boek, dat al sinds 1999, want zo oud ben ik nu eenmaal, in Gereons kookboekenhoek staat. Ricordi e ricette van Sophia Loren, een ode aan haar geboortegrond aan de voet van de almachtige Vesuvius. Stevig eten. Met pit en bravoure.Wie is er niet groot mee geworden. La Loren in ieder geval wel, letterlijk en figuurlijk. De rest van haar ricordi zijn in dit leuke kookboek te lezen. Gelukkig is er voor de niet de Italiaanse taal machtigen een Nederlandse versie.

Kip in een vrolijke tomatensaus met wat Spaanse peper en zwarte olijven voor dat mediterrane zomergevoel. Wat gnocchi erbij en een frisse groene salade. En je lunch of diner is compleet. Bij deze stevige smaken Calabrees rood, uit Ciro. Stevige fruit tegenover de pit van de saus. Buon appetito.

 foto: cover Ricordi e ricette.


Nodig:

400 g kipfilet, plat gemept tussen folie met hamer of pan.

1 blik tomatenblokjes

1 tl oregano gedroogd

1 bosje gehakte peterselie

2 knoflooktenen in dunne plakjes

1 glas witte wijn

peper

zout

olijfolie

1 Spaans pepertje zonder zaadjes fijn gesneden

3 el gehalveerde zwarte olijven

kneepje citroensap.

1 el bloem

Bereiding:

Verhit in een grote pan de olie en bak hierin de met peper en zout bestrooide en door bloem gewentelde filets, zo’n 2 minuten per kant. Let op dat het vlees niet te droog wordt. Haal het vlees uit de pan en houd het warm onder folie in de oven. Fruit kort de knoflook de fijngehakte Spaanse peper aan.  Blus af met de witte wijn. Voeg de tomaten, oregano en peterselie toe en laat 15 minuten sudderen. Doe de kipfilet in de saus en verwarm even mee. Voeg aan het einde de olijven en een kneepje citroen toe. Eventueel nog wat peper en zout toevoegen. Garneer met nog wat verse peterselie. Serveer de kip met wat gnocchi ( met wat zoute boter) en een groene salade.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten