Ma Bourgogne

 foto: bourg de Mancey

Ma Bourgogne, vorig weekend reed Gereons Keuken en Route weer eens over de dreven van Bourgogne du Sud. Te lang geleden. Noem het een recherche du temps perdu , met op elke hoek en in elke bocht een anekdote of verhaal. Behalve een inspiratievijver voor mijn food & wineschrijfsels stond in deze streek ook de wieg van heel wat figuren uit mijn sprookjes. En ja, het kasteel van Royer bestaat echt, dicht getimmerd en verwaarloosd, maar nog steeds bezit van een rijke Lyonese familie. Overbuurvrouw Madeleine, parisienne van oorsprong, kwam als jonge vrouw in dienst bij het kasteel en bleef hangen in de streek rond Tournus. Ze is inmiddels 97 en het weerzien afgelopen zaterdag was een groot feest. Alsof de tijd had stilgestaan, maar dat doet het ook in dit soort dorpjes.

 foto: in de keuken van Madeleine.

Ma Bourgogne, streek voor mij van de rots van Solutré, die boven de wijnstad Mâcon uitsteekt, de abdij St. Philibert in Tournus, een slaperig stadje aan de Saône en de wijngaarden van Mancey, Chardonnay, Viré en Pouilly Fuissé, die wit van de chardonnay druif voortbrengen en rood van gamay en pinot noir. De laatstgenoemde druif wordt ook gebruikt voor de bruisende crémants, die door de Vignerons de Mancey worden gemaakt.

 foto’s: wijnstad Mâcon.

In oktober weekenden gaan de mannen uit de dorpen op pad in een oranje hesje. Er worden borden langs de wegen gezet met de tekst: Attention chasse! Drijfjacht op everzwijnen. Afgelopen zaterdag zag ik ze weer bezig. Ik was nieuwsgierig of Théo inmiddels ook bij de troupe de chasseurs behoort, maar waagde het niet uit de auto te stappen. Stel je voor dat ik aangezien zou worden voor het objet du désir, waarnaar deze mannen zo druistig naar op zoek waren. En op een schot hagel in mijn billen zat ik niet te wachten.

 foto: Mancey aan de voet van de heuvel.

Ik had wel weer langer willen blijven, maar la rentrée lonkte, nieuwe kookboeken, de herfst in Gereons Keuken Thuis en mijn praatje over eten bij June tot 12 op NH radio. Het ochtendzonnetje schijnt de woonkamer binnen en buiten kan nog net al fresco worden geluncht. We boffen maar met deze beetje Bourgondische nazomer, zoals ik deze ken uit ma Bourgogne. Licht frisse ochtenden en als de zon dan de huizen, gebouwd van gestapelde stenen beschijnt warmt het dorp op en is het heerlijk buiten vertoeven.

 foto’s: Tournus ville

Lunchen met een kop warme uiensoep of een lekkere hartige cake van de monniken van het pelgrimspad, dat boven op de Col des Chèvres loopt en de verbinding was tussen Cluny en de wijngaarden en kloosters van de Côte d’Or. Warme herfstlunch. Uiensoep, vandaag in de kom en morgen bij NH radio. De smaken van ma Bourgogne. We drinken er een glas passetoutgrain bij uit Dulphey.

Nodig:

1 kg uien

50 g boter

2 el olijfolie

2 takjes tijm

1 takje rozemarijn

1 el mosterd

1 liter runderbouillon (vers of van blokje)

1 glas rode wijn

1 laurierblaadje

stokbrood

geraspte oude kaas of Gruyère

gehakte peterselie

peper en zout

Bereiding:

Pel de uien en snijd ze in grove stukken. Verhit de boter en olie in een diepe pan. Voeg de uien toe en laat op laag vuur in een kwartier glazig worden. Zet het vuur hoger en bak de uien in circa 10 minuten bruin. Blus af met een glas rode wijn. Voeg de mosterd, tijm en rozemarijn toe. Als laatste de warme runderbouillon. Laat het geheel nog zeker een half uur pruttelen. Voeg naar smaak nog wat peper en zout toe. Snijd plakken van het stokbrood en leg deze bestrooid met de kaas kort onder de grill. Serveer de Franse uiensoep in diepe kommen met het stuk stokbrood erin. Strooi er wat fijngehakte peterselie overheen.

Time, een jaar & een dag in de keuken.

 foto: de keuken van Gill Meller.


Time, een jaar & een dag in de keuken. In Gereons Keuken Thuis pruttelt het runderstoofvlees à la Provençale in de pan. Buiten heerst een herfstachtig grisaille. De tijd van  cocoonen breekt weer aan. Met dit wederom prachtige boek van “Gather” Gill Meller, time, een jaar & een dag in de keuken, gaat dat zeker lukken. Eén bonk terroir. Het herinnert mij, althans de foto’s van de keukens, aan de keukentafel van het ouderlijk huis in Brabant. Oud, doorleefd en kookplek, waar de tijd voortschrijdt. Of het roosteren van vlees in de haard in Bourgondië, fles lokaal rood erbij. Naast een citydweller ben ik nu eenmaal ook een campagnard. Basic geneugten, zou ik zeggen. De keuken als hart van je bestaan. River Cottage chef Meller vindt, dat je op deze plek zowel fysiek als mentaal veel tijd moet doorbrengen, op verschillende momenten van de dag. Dat doet hij al vanaf zijn prille jeugd. Zijn voorliefde voor koken en eten ontstond aan de keukentafel bij zijn ouders. En zelf zet hij deze traditie met zijn eigen jonge gezin voort. 

 foto: herfstige bospaddenstoelensoep.


Tijd nemen om te koken en eten driemaal daags, want dat is de indeling van time. Recepten voor de ochtend, middag en avond. Verdeeld over vier seizoenen en zoals Meller ook in zijn eerste kookboek Gather deed, rond verse producten. Vier seizoenen koken. Neem je tijd, dan wordt alles lekkerder. Want citeert Meller: “Tijd is gisteren, tijd is morgen. Tijd is die fractie van een seconde, die je hebt – nu, op dit moment. En nu is die voorbij”  Hiermee is de toon gezet, want de schrijver gelooft heilig in het doorbrengen van quality time in zijn keuken. Keukens zijn voor Meller de vensters naar de wereld. Ik zit te smullen van de foto’s van keukens in dit boek. Zo rustiek en doorleefd.

 foto’s: Meller aan het werk en stoofpot van buikspek.

Gill Meller heeft ervoor gekozen elk deel van ochtend tot avond met een gedicht te laten beginnen, daarna gaat hij op de op zijn gebruikelijke wijze aan de slag met mooie verse en lokale producten. Ik sla de lente- en zomerrecepten over en duik meteen in de herfst. Meller is dol op paddenstoelen, ook bij het ontbijt. Gebakken paddenstoelen op geroosterd brood met tuinkruiden, boter & knoflook. Hoe simpel kan het zijn om te genieten van herfstgeuren en – smaken. Of geroosterd brood met gerookte schelvis & snijbiet. Kop thee met suiker en melk erbij. Hoe Engels. Meller geeft in dit deel ook zijn recept voor mijn ontbijtfavoriet witte bonen in tomatensaus, zo lekker als je de tijd ervoor neemt het zelf te maken. 

 foto: toast met schelvis & snijbiet plus een kop thee met suiker & melk.


De middag breekt aan. Met weer time om te besteden in je keuken. Een warm bord met bospaddenstoelensoep met cider & blauwschimmelkaas. Of heel speciaal in vet gekonfijte garnalen. Dat gaat Gereons Keuken Thuis zeker in oktober als de trawlers weer langs het strand varen proberen. Meller voegt eraan toe dat garnalen, die worden bereid op deze manier iets hebben wat andere gekonfijte voedingsmiddelen niet hebben. 

Ik maak een stap naar de avond, met een in de oven gebakken knolselderij, uiensoep, geroosterd brood met gegrilde cheddar & gebakken appels. Aan traditionele gerechten geeft de kok vaak een verrassende twist. Of wat te denken van een stoofpotje van buikspek, spekblokjes, paddenstoelen met room, cider & peterselie. Je kunt het als het ware ruiken. En zo vliegt een dag en een jaar om. Time, een jaar & een dag in de keuken. Ik moet zeggen dat ik altijd een beetje draal om afscheid te nemen van de zomer en naar binnen te trekken, na een heel seizoen #alfresco buiten koken en eten. Maar met dit heerlijke aardse kookboek van Meller lonkt ineens de keuken binnen weer. Aan de slag laat de herfst maar komen. Time, time, time….  is on my side!

 foto: cover time.



Time, een jaar & een dag in de keuken, Gill Meller (ISBN 9789460431967) is een uitgave van GoodCook en is te koop voor € 29,95


Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer



SIMPEL, Yotam Ottolenghi.

 foto: simpele cover SIMPEL.

SIMPEL. In der Beschränkung zeigt Sich erst der Meister, vrij naar Goethe. Een vraag, die je jezelf kunt stellen als restaurateur en kookboekenschrijver. Ga ik voor uitgebreide en onbekende gerechten en recepten vol spannende ingrediënten, een beetje ingewikkelde bereidingswijzen of  wil ik bekend worden om mijn eenvoud? Fenomeen Yotam Ottolenghi, de uit Israël afkomstige en tegenwoordig in Londen wonende restauranteigenaar koos voor het eerste, zette daarmee een trend, die wereldwijd werd gevolgd. Midden Oosters eten werd een hype en Ottolenghi kreeg een grote schare fans. Vorig jaar kwam zijn boek SWEET uit, een nieuwe loot aan de Ottolenghi boom. Gereons Keuken Thuis is geen thuisbakker, maar de trouvailles in dit boek waren “mouth watering”, om het maar in het Engels te zeggen. Net zoals de chique gerechten in zijn mooie kookboek NOPI, waarover ik schreef, dat het in kort bestek moeilijk zou zijn om alle zintuiglijke prikkelingen te beschrijven. Zo kijk ik naar zijn kookboeken. Het is lees- soms droomvoer voor mij, geen handleiding. In die zin was ik nieuwsgierig wat SIMPEL met mij zou doen?

Er zijn vele soorten koks, de één ervaart het bereiden van de dagelijkse maaltijd als een soort taakstraf, de ander flanst wat in elkaar en voor weer een andere thuiskok is de gang naar het fornuis een bijna dagelijkse liturgie. Zoveel mensen zoveel smaken. Als hij door de stad loopt heeft Yotam Ottolenghi geen idee, wat hij gaat maken, totdat hij langs een groenteman  loopt en zomaar wat koopt. (dit principe werkt ook al jaren prima in Gereons Keuken Thuis) Samen met wat er in huis is vormt dat het avondmaal, stelt de schrijver De echtgenoot van Yotam beleeft dat heel anders. Voor hem is voorbereiding het toverwoord. Eén van de andere schrijvers van SIMPEL, Tara Wigley, vindt pas rust als alle bestanddelen kant en klaar als mise en place in de ijskast klaarstaan. Ze hoeft dan alleen maar te assembleren.

Vele voorkeuren dus, maar hoe houd je het SIMPEL? 

Door structuur: Snel, Ingrediënten niet meer dan 10, Maak van tevoren, Provisiekast, Eenvoudiger dan u denkt en Lui. Elke letter voorzien van een icoontje, dat bij de recepten in het boek staat. Tevens lag er de uitdaging voor Ottolenghi om de veelgehoorde klacht van zijn afficionados te tackelen, wat betreft het aantal soms moeilijk te krijgen ingrediënten. Want niet iedereen in Nederland, maar ook in Engeland, hoeft maar de deur uit te lopen en te kiezen, welke keuken en specifieke ingrediënten hij kan kiezen uit de vele winkels uit alle hoeken van de wereld. Ottolenghi voegt hier wel aan toe, dat een beetje internet shoppen geen kwaad kan. Het moet allemaal ook weer niet te SIMPEL worden.

 foto: zo houd je het SIMPEL.

En dan de gerechten in het boek?

Voor de zondags brunch:  portobello’s met brioche en gepocheerd ei, eigenlijk best chique voor SIMPEL, toast met avocadoboter en brood met rode biet, karwijzaad en geitenkaas. Rauwe groenten, koude komkommersoep met bloemkool en gember en een komkommersalade met veldsla (kan toch echt niet moeilijk zijn). Geroosterde druiven in al hun eenvoud met basilicum en burrata, wat een trouvaille. Een groot succes tijdens een dinertje met vrienden onlangs. Verder met gare groenten, zoals geplette courgettes, geroosterde aubergine met ansjovis. Ottolenghi blijft, ondanks dat het boek SIMPEL heet bij de Levantijnse keuken. Een lijvig hoofdstuk, met voor ieder wat wils. Ik maak een sprongetje, om het simpel te houden naar vlees, lamsburgers met pistachenoten en yoghurtsaus met sumak, vis in de vorm van Bridget Jones’zalm met pijnboompitsalsa of deze vind ik ene hele leuke: “kip Marbella” Een kind kan de was doen. Desserts ontbreken niet, net als maaltijd- en menusuggesties. SIMPEL besluit met een lijst van typische Ottolenghi ingrediënten, die mits goed gebruikt, juist zijn signatuur weergeven aan verder day to day gerechten. Wel een kleine kanttekening: waarom zie ik al die Londense restauranthouders een geroosterde bloemkool erin fietsen? Maar dat terzijde.

SIMPEL is een heerlijk dagelijks te gebruiken kookboek, voor al die koks, die met hun handen in het haar zitten, geen tijd hebben of geen inspiratie. Ik moet zeggen, daar slaagt Yotam Ottlolenghi ook deze keer weer in. De vertaalslag te maken.  In die zin gaat voor SIMPEL Goethe’s slogan “In der Beschränkung zeigt Sich erst der Meister” zeker op.

SIMPEL, Yotam Ottolenghi (ISBN 9789059568266) is een uitgave van Fontaine en is on- of offline te koop voor € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Onder de Mediterrane Zon.

 foto: cover Onder de Mediterrane Zon.

Onder de Mediterrane zon. Warm en mediterraan was het deze zomer wel, heerlijk #alfresco eten op mijn Amsterdamse balkon. Je hoefde er echt niet voor op reis naar zuiderse oorden deze zomer. Gewoon lekker Mediterranéetje spelen onder de Amsterdamse zon. En nu is de nazomer in volle gang, waarbij je zo lang mogelijk, althans ik, dat je ne sais quoi zomergevoel wilt vasthouden. Het leek alsof de goden van de Middellandse Zee mijn wens gehoord hadden. Onlangs plofte Onder de Mediterrane Zon, met de lekkerste recepten van keukenprinsessen Merijn Tol en Nadia Zerouali op de deurmat van Gereons Keuken Thuis. De dames reisden van Spanje en Zuid Italië naar Marokko en Tunesië, om via Libië uiteindelijk in Libanon te belanden. Een snuifje Israël en Palestina en wat Turkse ingrediënten en hun odyssee, met als souvenirs recepten, door de Middellandse Zee was compleet. En als je Nadia en Merijn een beetje kent weet je dat zij niet met lege handen zijn terug gekomen.

Grote tafels vol smakelijk eten, gemaakt door mama’s in de keuken, vol smaken van specerijen en kruiden. En de ongelofelijke gastvrijheid die de dames ervoeren op hun reizen. Dat is tegenwoordig wat minder, omdat bezochte landen als Algerije, Libië en Syrië niet de meest vrolijke landen zijn om te verblijven. Dat belet je niet om met dit boek te gaan reizen en hun verhalen te lezen.

Onder de Mediterrane Zon. (bij de titel moet ik een beetje aan mijn vriendin Frances Mayes denken, maar dat terzijde) begint met de keukenkast van Merijn en Nadia. De smaken van Noord Afrika, uit de souq en van de Mediterranée en ik kan je verzekeren. De schrijfsters zijn ervaringsdeskundigen.

Hun reis begint in Marokko, gekonfijte citroenkip met ras al hanout, Marokkaanse salades en sardinetosti’s met chermoula. We bezoeken de elegante stad Tunis, drinken muntthee en koffie en genieten van verse ricotta met gemarineerde venkel en kappertjes.

De dames doorkruisten Algerije en Libië, de Sahara verwachtte hen. En Libische pasta met lamsvlees en pepers. De Levant en Midden Oosten lonken. Hierover schreven Merijn en Nadia vorig jaar in Souq, tafels vol mezze. Hun emblematische labne ontbreekt dan ook niet in dit kookboek. Noch de aardappelkibbeh met sinaasappel & citroenschil. Glas arak erbij of lekkere limonade en het feest is compleet. Falafel uit Israël, de enige echte voordat we oversteken naar Turkije met zijn caleidoscopische smaken. Bulghurpilav.

We trekken verder langs de grote Italiaanse eilanden Sicilië en Sardinië, die vele invloeden kennen uit de mediterraans/arabische keuken. Zoals de frisse amandelgranita. Gefinisht wordt er op het Iberisch schiereiland, waarin vele sporen van de keukens van Nadia en Merijn zijn te vinden. Natuurlijk gazpacho, ik zie het gewoon voor me in de tuinen van het Generalife. En wat te denken van saffraanijs. Wat een fiësta. Yalla! zouden de dames eraan toevoegen.

Daarmee is de reis rond en trek ik me terug in een zonnig hoekje op mijn Amsterdamse balkon, om alle reis- en kookavonturen te lezen en beleven. Maar vooral koken en proeven. Onder de Mediterrane Zon is een topper!

Onder de Mediterrane Zon, Merijn Tol en Nadia Zerouali (ISBN 9789038805559) is een uitgave van Nijgh Cuisine en kost in de boekhandel € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Andina, Martin Morales.

 foto: cover Andina.

ANDINA, recepten en verhalen uit de Andes. Het is alweer een tijdje geleden, dat Gereons Keuken Thuis op een zwoele nazomeravond bij het Rijk van de Keizer in Amsterdam West aanschoof om te genieten van de kookkunsten van veelzijdige Martin Morales, Londense chef, DJ en wat niet. Lees over hem in het #talkandtable gesprek dat ik had met deze duizendpoot. Deze avond was ter ere van het verschijnen van zijn eersteling Ceviche. Dat er een vervolg aan zou komen over zijn roots moge duidelijk zijn. Andina heeft een drieledige betekenis als bijvoeglijk naamwoord, vrouw , gerecht of ingrediënt uit de Andes. Hiermee komt voor Morales alles samen. Zijn oudtantes uit de Andes, de ingrediënten, die zij naar Lima stuurden en de gerechten die zijn moeder, ook een Andina, ermee kookte. Het hart en de ziel van de Peruaanse keuken. Een oude keuken, want in dit hooggebergte wordt al duizenden jaren gekookt met dezelfde ingrediënten, vers van het land en biologisch avant la lettre. Andere zaken werden door immigranten meegebracht en zo ontstond de typische keuken van de Andes.

 foto: pikant ontbijt met eieren.

Martin Morales neemt de lezer  mee op pad langs zijn roots en door zijn Londense keukens, want de Andes keuken is de basis van zijn menu’s. In de bergen kan het op grote hoogte koud zijn, dus een warm en stevig desayuno gaat er altijd in met picanto de huevos, mais tamales of bloedworst met kwarteleitjes. Peru en de Andes staan bekend om piqueos, kleine snacks. Peruanen snacken graag, gefrituurde aubergines met een dipsaus. bombas van gele pepertjes, amarillos, die Morales ook gebruikt voor zijn leche de tigre. Of wat te denken van maca kroketjes. Het spannende aan de keuken van de Andes zijn toch wel de ingrediënten, inheems en vaak bij ons niet bekend.

 foto: piqueo de berenjenas.

Het hoofdstuk ensaladas volgt, kleurrijk en van kop tot staart, want alles wordt gebruikt. Zoals testikels voor een sarza de criadillas, wel wat werk om te bereiden, maar de beloning is mals en pittig vlees. Voor degenen, die dit een brug te ver vinden, zijn er ook mooie andere kleurrijke salades.

Ceviches ontbreken niet in Andina, van zeebaars. deze maakte de kok bij de presentatie van zijn eerste boek. Of van forel uit de bergen. Maar ook ceviches van groenten en artisjok.

Fritos & al vapor. Gebakken en gestoomd, een hoofdstuk vol vleesgerechten, met buikspek en peulvruchten, krokante cavia ( in NL konijn) volgens een oud recept uit de Andes. het zijn immers andere, maar niet mindere duurzame ingrediënten. Ook geeft dit hoofdstuk groentebereidingen, zoals een op smaak gebrachte aubergine, een spannend gerecht dat niet alleen is voorbehouden aan de Levantijnse, Griekse of Italiaanse keuken.

 foto: sarza de criadillas.

Via de parrilla, el horno en asados maken we een sprong naar de stevige soepen in Andina. Goed gevuld voor het harde leven in het hooggebergte. met peulvruchten en eekhoorntjesbrood. Caldo verde of garnalensoep. De herfst komt eraan, dus deze gerechten zullen niet misstaan in mijn keuken. Andina sluit af met dulces en bebidas. Zoetigheden en drankjes.

Als toegift zijn er de verhalen, relatos, uit de Andes, over het leven, de plaatsen en mensen van dit immense gebergte. Het hart en ziel van de Peruaanse keuken. Wat een spannend eten. Andina is een mooie aanvulling op wat Gereons Keuken Thuis leerde uit het eerdere boek Ceviche. Wederom slaagt Martin Morales deze wereldse keuken te openen voor de lezer en thuischef.

 foto: peulvruchten en eekhoorntjesbrood in de chupa.

Andina, het hart en ziel van de Peruaanse keuken. Martin Morales (ISBN 97890595684333) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 24,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Japan Easy, Tim Anderson.

 foto: cover Japan Easy.



Japan Easy.  De Japanse keuken kende ik tot op heden allen van buiten de deur eten. Bij Hosokawa, Yamazoto of Teppanyaki Nippon. De laatstgenoemde is helaas een all you can eat paleis geworden. Restaurants, waar Japanse chefs hun snijd- en andere culinaire kunsten vertonen. In balans, verfijnd en smakelijk. Ik heb altijd het beeld gehad “don’t try this at home” Niet alleen vanwege de verfijnde technieken, maar ook vanwege de halve apotheek aan exotische ingrediënten, die je aan moet schaffen en die dan in de voorraadkast staan te verstoffen. En daarbij, hoe makkelijk is het om sushi hier om de hoek bij de Japanse take-away af te halen? Tot zover mijn perceptie van thuis Japans eten koken.

Tim Anderson, ik vertelde op Gereons Keuken Thuis al eens over zijn boek Nanban, denkt daar geheel anders over: “De samoerai waren schurken in jurken en vreemde kapsels en haiku zijn limericks die niet grappig zijn” Met dit citaat start hij zijn vrolijke boek Japan Easy. Als autodidactisch Nippon adept wil Anderson je wegwijs maken in de makkelijke Japanse keuken. Sushi? Verrassend makkelijk, Gyoza? Enorm makkelijk, tempura dito. Yakitori of misosoep? Ach dat zet je zo op tafel. Japan Easy is een inleiding in de wereld van de Japanse kookkunst.

Aan de slag, want Anderson, die al van jongs af aan gefascineerd is door Japans eten, neemt je mee aan  de hand. Hij start met zeven Japanse ingrediënten, waarmee je bijna alle gerechten in dit kookboek kunt maken. Sojasaus, mirin, rijstazijn. dashi poeder. sake, miso, rijst. Hierna volgt een lijstje van 10 ingrediënten, die ook van pas kunnen komen. Tim legt uit hoe je rijst kookt, zonder een te plakkerige zetmeelstructuur, want rijst is de aardappel of het brood van Japan. menuplanning komt aan de orde. Eet je één groot gerecht, een combinatie met kleine bijgerechten of maak je een menuutje van veel kleine gerechten. Anything goes laten we maar zeggen. Japans eten zit minder strak in het velletje dan je mocht denken. Doet mij direct denken aan de heerlijke zalmhuid chips, die ik bij Teppanyaki Nippon kreeg voorgeschoteld.

We gaan koken, bijgerechten als  superlekkere edamame, Japanse aardappelsalade of meirapen met zoete misosaus. Kleine gerechten zoals gyoza, romige krabkroketten of kip yakitori komen voorbij. Alles met gedegen uitleg en verbluffend weinig ingrediënten in de declaratie ernaast.

Sushi maken komt aan bod, een prima bezigheid met het weer van vandaag, dat me doet denken aan de prent met regen boven de brug van Edo, die schilder Van Gogh inspireerde tot een schilderij. Maar we hebben het over Japan Easy, niet over het weer. Grote gerechten volgen, een sumo hotpot of pak eens uit met een sukiyaki party. Rijst en noedels spelen een hoofdrol in het volgende hoofdstuk. Tot slot pakt Anderson nog uit met wat basissauzen, zoetigheden en besteedt hij aandacht aan dranken van sake, via groene thee tot Japanse whisky.

Japan Easy, sushi, tempura, ramen of sukiyaki. Het maakt je allemaal gelukkig en na het lezen kan Gereons keuken Thuis dat alleen maar beamen. Japan Easy is een vrolijk boek, dat je als thuiskok de fijne kneepjes van Japans eten leert. Ik stel mijn beeld direct bij. Try this at home!

Japan Easy, Tim Anderson (ISBN 9789000361236)  is een uitgave van Spectrum en is te koop online of in je kookboekhandel voor € 24,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Boter, botten, zout.

 foto: cover Botten Boter Zout.

Boter, botten en zout. De drie basiselementen, waarmee de Maltese,  in Londen wonende Nicole Pisani graag mee kookt. De schrijfster kookt haar hele leven al, ze is van huis uit  met het kookgen behept en werkte voor diverse Londense adressen, waaronder NOPI. In elke keuken waar zij werkte pikte zij wat op, ook in de schoolkeuken, waar ze nu de scepter zwaait. Boter, botten en zout zijn voor haar de pijlers van haar keuken. Zout doet haar denken aan zomers Malta. Uren spelen aan zee, met aan het eind van de dag de zoutkristallen op je huid. Ondanks niet geheel ondiscutabel is zout een bouwsteen van smaak, in goede dosering maakt of breekt zout de smaak van een gerecht.

Boter, bij NOPI ging er elke week 25 kilo doorheen, is een verbinder, een klontje op het eind toevoegen maakt je saus. Botten zijn een essentie voor Pisani, niks geen visfilets. Botten zijn  het karkas van de keuken. En hoe ziet die erbij Nicole Pisani uit?

Het boek start met een lijst van technieken,van mise en place tot afblussen. Bouillon is het begin van je keuken, of je deze nu maakt van groenteresten, kip, schaaldieren of zelfs zeewier. Het is de basis van veel gerechten en een geweldige smaakmaker. Pisani besteedt ook aandacht aan voorraad van citrus olie, zout met een smaakje, ingelegde gardienera tot roze zuurkool. Boters met een smaakje volgen, eens iets anders dan de bekende kruidenboter is geklopte boter met zalm. Ik begrijp wel dat de  boterconsumptie met dit soort recepten omhoog wordt gestuwd. Gepekelde eidooiers. Tot zover de voorraadsuggesties van de schrijfster.

In Engeland leerde Nicole ontbijten. Het heeft voor haar eindeloze betekenissen. Van liters koffie op drukke dagen tot een uitgebreid ontbijt met vrienden of familie. Zo begin je je dag goed. Zelfgerookt spek, omeletten of Oosters getinte kojirijst met gepekelde eidooier.

Met een vegan vriendin ging Pisani naar thuisbasis Malta. Het werd een heuse test voor Maltese chefs, die hun kippenbouillon serveerden, uiteraard niet echt vegan. Eén kok noemde haar vriendin een konijn. Voor Nicole was het een uitdaging vegan varianten te maken voor haar Britse konijn, ik bedoel vriendin. Zo belanden we bij de groente keuken, waar waarschijnlijk wel boter en zout maar geen botten worden gebruikt. Een hoofdstuk met eetbare bloemen, salade van belugalinzen met asperges of tempuratofu met kurkuma. Met onmiskenbare Ottolenghi/NOPI invloeden.

Rauw en heel is het volgende onderwerp, één van de eetprincipes van Pisani in Boter, Botten, Zout. Oesters met kimchiwater, carpaccio van zeebaars of lamstartaar. Heel in de vorm van een geroosterde bloemkool, pompoen of spitskool.

Roken en pekelen is ook een techniek in de keuken van Pisani. In een simpele rookpan op het gas. Gereons Keuken Thuis doet dat altijd in een oude braadpan op het balkon. Pekelen moet ik toch eens proberen, zoals in het recept voor gepekelde eendenborst.

Na een zware dag vindt de schrijfster het heel therapeutisch om aan de slag te gaan met eten. Daardoor zorg je goed voor jezelf en recupereer je aan het einde van de dag. Lekkere vlees- en visgerechten. Met een heus pop up feestmaal gaat het boek verder, een Maltees kerstdiner in de haven van Valletta. Pisani koestert een nostalgisch beeld van de mediterrane cultuur en gerechten.  ot slot desserts, waarvan ik de gemberbiersorbet met appeljam wil vermelden.

Boter, botten en zout is een boek van een chefkok, die con brio de keuken in gaat, veel smaken van over de hele wereld weet te combineren in heerlijke gerechten. Ze geeft leuke basisrecepten en behandelt technieken. Ik mis soms de connectie met deze drie elementen. (vooral botten) Maar een kniesoor die daar op let. De smaak spat er vanaf. Het zet aan tot nieuwe experimenten in Gereons keukentje.

Boter, botten, zout. Nicole Pisani. (ISBN 9789461431882) is een uitgave van GoodCook en is te koop voor € 24,95

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Talk & table met Tieme Hermans.

  foto: cover Noosh e Jaan

Vol bewondering las ik onlangs het relaas van Tieme Hermans, die in zijn eentje een culinaire reis van tweeënhalfjaar maakte op de fiets. Van Zwolle naar Bali. Je moet het maar durven. Via Duitsland, Midden- en OostEuropa, Rusland, Iran, de steppen van Centraal Azië en dan zuidwaarts via China naar Bali. Opmerkelijke tocht, lijkt me soms best eenzaam. Maar Tieme kreeg er iets voor terug, gesprekken met mensen, ontdekkingen en eten on the road. In Noosh e Jaan, Perzisch voor smakelijk eten, tekende hij zijn avonturen op en lardeerde deze met 32 lokale gerechten. Ik las het in één ruk uit. En nu is Tieme  zomergast voor mijn serie Talk & table. Ik wil alles van hem weten en beloon deze reislustige reporter dan met een speciaal, wie weet,  werelds recept met een bijpassende wijn.

Wie is Tieme Hermans. Vertel eens iets over jezelf?

Ik zou kunnen zeggen dat ik een enorme avonturier ben, maar eigenlijk voel ik me ook nog gewoon een normale Hollandse jongen. Toevallig heb ik een passie voor ontdekken, talen, verhalen, cultuur en eten die me de wereld rond drijft. Ik ben enorm sociaal en maak overal makkelijk vrienden, maar ben soms ook het slachtoffer van mijn eigen sociaal-zijn en kan daardoor ook enorm genieten van stilte en alleen zijn. Ik hou van knoflook, lange gesprekken met oude vrienden, verstoppertje spelen, de hele dag in de keuken staan en wakker worden in mijn kleine tentje.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?

Na mijn fietsreis naar Bali stopte het avontuur niet. Ik heb 2,5 jaar in Vietnam gewoond en ben van daaruit weer gaan fietsen, dit keer met mijn vriendin Elske, die ik daar leerde kennen. Op dit moment fietsen we door de bergen van Sri Lanka tussen de theeplantages. Hier doe ik geweldige inspiratie op voor een vervolg op Noosh-e-Jaan, aangezien de gastvrijheid hier de mensen met de paplepel ingegoten wordt. Met grote regelmaat worden we uitgenodigd bij mensen thuis voor lekkere ceylonthee, vaak gevolgd door een tafel vol Sri Lankaanse specialiteiten.

Vertel eens iets over je interesse in reizen? Hoe is die ontstaan?

Misschien heeft het iets te maken met mijn vader, een echte verhalenverteller. Zelfs tijdens wandelingen in het bos vlakbij mijn oude woonplaats Zwolle, vertelde hij over die ene magische boom of heuvel verderop en kreeg ik als kind zin om de wereld te verkennen. Later kreeg ik een wereldbol cadeau en had ik een grote placemat op mijn bureautje met plaatjes van allerlei verschillende stammen in hun traditionele kledij. Ik bleef nieuwsgierig en bleef vragen stellen. Ook las ik altijd al veel en als tiener maakten onder andere de avonturen van Marco Polo enorm veel indruk op me. Dat wilde ik ook!

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijver zijn en een ander beroep? Wat was je dan geworden?

Waarschijnlijk zou ik dan met kinderen willen werken, iets wat ik eerder ook gedaan heb. Ik vind het fantastisch om stadskinderen mee te nemen het bos in om te leren boomklimmen, kamperen en een vuurtje maken. Tijdens mijn reis maakte ik ook altijd makkelijk contact met lokale kinderen en wat ik altijd bijzonder vind is hoe weinig taal je nodig hebt om een hechte band met ze te krijgen.

Volgens mij is een reis alleen ook soms wel een eenzame bezigheid. Zeker als  je een monotone rit maakt. Hoe ga je dan verder?

Mijn tweeënhalf jaar durende fietsreis was inderdaad grotendeels een solo-expeditie. Maar los van een aantal lange woestijnritten en de grote leegte van Mongolië voelde ik me toch maar weinig alleen. Door zo langzaam te reizen sta je voortdurend in contact met de mensen die je passeert. Omdat ik meestal kleine weggetjes kies, kom ik meestal door gebieden waar mensen echt nooit toeristen zien, of waar ze zelfs nog nooit een Europeaan hebben gezien. Daarom had ik eigenlijk veel kleine praatjes, mensen zwaaien veel en soms wordt je spontaan uitgenodigd. Dit ging in sommige landen zelfs zo ver dat ik er soms naar snakte om even een nachtje lekker te kamperen en alleen te zijn. De keren dat ik dan echt alleen was voor wat langere tijd kon ik er ook echt van genieten. Vreemd genoeg is China de enige plek waar ik me af en toe alleen heb gevoeld. Ik fietste door het dichtbevolkte oosten van het land langs allemaal miljoenensteden waar ik nog nooit van gehoord had. Chinezen zijn alleen wat ingetogener dan in veel andere landen en buiten Shanghai en Beijing kwam ik niet veel mensen tegen die ook maar een woord Engels spreken. Vaak keken mensen me wat verschrikt aan en reageerden wat verlegen als ik ze benaderde. Daarom was ik voortdurend onder de mensen, maar toch wat alleen.

Video: voor RTV Oost doet Tieme verslag van zijn reis.

Je hebt ook gereisd door minder veilige oorden, hoe heb je dat ervaren?

Ik heb in Turkije de artillerie horen knallen in Koerdisch gebied, fietste vlak langs Tsjetsjenië, reed langs mijnenvelden in Cambodja en door het omstreden grensgebied van Nagorno-Karabach (tussen Armenië en Azerbeidzjan) waar nog wekelijks geschoten wordt. Voor de meeste van deze gebieden geldt een code rood als reisadvies. Ook landen als Iran, Oezbekistan en Transnistrië klonken me voor ik aan mijn reis begon best spannend in de oren. Natuurlijk fiets ik niet zomaar een echt oorlogsgebied in en zorgde ik altijd wel wat ik op de hoogte was van wat er lokaal speelde. Toch viel het me op dat juist in deze gebieden de mensen extra verheugd reageerden op mijn komst. Net als in het verhaal in Noosh-e-Jaan over Nagorno Karabach. Hier at ik tussen de ruïnes met een stel automonteurs en we hadden een geweldige avond. Eigenlijk heb ik me nooit echt onveilig gevoeld.

Wat was minst aantrekkelijke kant van deze reis voor jou?

Ik kan het me werkelijk niet bedenken. Natuurlijk was het soms ontzettend zwaar. Een sneeuwstorm om 4500 meter hoogte is geen gein en ik heb wel eens ergens in een halve greppel moeten kamperen in de regen omdat er nergens anders plek was. Mijn tent lekte en alles was nat en koud. Bepaald geen droomvakantie als je het zo bekijkt. Maar eigenlijk zijn juist dat de momenten die je enorm intens beleeft. Als je daar doorheen komt, kan je er de volgende dag om lachen, klop je jezelf op de schouder en ben je weer een ervaring rijker.

En wat was de meest aantrekkelijke kant van je reis voor jou?

De wereld heel langzaam zien veranderen vanarf mijn fietsje. Je ziet het ene landschap overgaan in het volgende, je ziet de mensen langzaam meeveranderen; de huizen die ze bouwen, wat ze eten, hoe ze eruit zien en waar ze in geloven. Als je zo langzaam reist heb je eigenlijk nooit een cultuurschok, maar wordt de wereld een stukje logischer.

Wat ik zo leuk vind is dat jij vaak met open armen werd ontvangen. Kun je daarover vertellen?

Het leek soms zo dat hoe verder ik oostwaarts fietste, hoe gastvrijer ik ontvangen werd. In veel culturen is het een soort gouden regel dat je reizigers onderdak moet bieden. Hier vindt je sporen van in de islamitische cultuur, de nomadische culturen van Centraal-Azie en Mongolie, bij bergvolkeren en in boeddhistische landen. Mensen zijn hier ook meer van elkaar afhankelijk, waardoor je een vreemdeling nooit buiten zal laten staan. Op de Mongoolse steppe weet je bijvoorbeeld dat er misschien maar een klein tentenkamp staat per 50 kilometer. Daarom is er een soort regel dat de deur van hun tent altijd open staat, een reiziger hoeft niet eens te kloppen. Het is volledig vanzelfsprekend dat ze je eten, drinken en onderdak geven omdat ze precies weten hoe het is om reiziger te zijn in vreemd gebied.

Ik heb deze ontmoetingen echt ervaren als de hoogtepunten van mijn reis. Hoe geweldig is het om de kans te hebben het echte familieleven te ervaren in al die verre landen?!

Noosh e Jaan is klaar. Staan er nog momenteel andere projecten op stapel?

Ik heb nog stapels aan verhalen op de plank liggen en voel, zeker na het verschijnen van dit boek, een grote drang om deze te delen. Noosh-e-Jaan heb ik geschreven in de rust en stilte van een Cambodjaanse boomhut. Ik ben van plan me de komende maand op nog zo’n plek op te sluiten, misschien wel in een klein klooster in de Sri Lankaanse bergen. In zo’n omgeving weet ik zeker dat ik een mooi format ga bedenken om de rest van mijn verhalen in te gieten.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd?

De Iraanse khoresh-e fesenjaan is zeker een van mijn favorieten, maar omdat ik zo lang in Vietnam heb gewoond roept de mi quang ook een soort thuisgevoel bij me op. Als ik in Azië ben is het enige wat ik wel eens mis de lekkere kaas en room uit Europa en die lekkere volheid van gerechten.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Ookal drink ik zelf maar amper, toch deed ik op reis ook verslag van bijzondere wijngebieden. Zo genoot ik erg van Roemeense Frankenwijn, mierzoete Tokai, echte sovjettchampagne in Rusland, originele (en illegaal geproduceerde) Shiraz in Iran, fantastische Georgische rode wijnen en ook wat minder succesvolle expirimenten uit Oezbekistan, China en Vietnam. Toch is een van de beste wijnen een reserva uit de kelders van Purcari Estate in Moldavië geweest. Deze is tijdens een wijnconcours al eens verkeerd aangezien voor een Franse Bordeaux en doet er qua volheid zeker niet voor onder.

Wat lust je echt niet en waarom niet?

Mongoolse geitenkop was bepaald geen favoriet. Misschien komt het omdat we in Nederland niet gewend zijn om organen en andere onderdelen van het dier te eten, althans, niet zoals in veel andere landen. Er is me in Kirgizië ook wel eens een hele schapendarm gevoerd die ik wel geproefd heb, maar daarna toch maar even onder de andere botjes heb verstopt.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

India is nog altijd een grote droom van me, maar als ik een land zou moeten kiezen om nog eens naar terug te gaan dan zou het misschien Georgië of Iran zijn. Deze landen hebben allebei een bijzondere keuken die voor mij een perfecte combinatie is tussen mediterraan en oosters. Ook qua cultuur en natuur zijn dit hele rijke landen.

Wat was je meest indrukwekkende eetervaring tijdens je reis?

Wat een lastige vraag Gereon! Misschien kies ik dan wel voor de Birmese khao swe die ik at in een enorm afgelegen boeddhistische tempel tussen de rijstvelden. Ik kwam hier per toeval terecht en voelde me echt een soort ontdekkingsreiziger die een nieuwe stam ontdekte in de jungle. Er stond iemand met een grote waaier naast me, tegenover me zat een boeddhistische monnik in zijn lange gewaad en er kwamen meisjes binnen met grote schalen eten.

Het recept.

Dank voor je leuke antwoorden, Tieme.Voor iemand, die zoveel heeft gereisd en gegeten is het niet makkelijk om 1,2, 3 een gerecht te verzinnen, te meer omdat ik de keukens en landen waar Tieme doorheen fietste niet ken, noch geproefd heb. Gereons Keuken Thuis moet toch eens aan de slag met de gerechten uit Noosh e Jaan. Gekozen heb ik voor mijn homemade ribbetjes, lekker sticky tussen je vingers. Als wijn zoek je dan iets zuidelijks erbij, wat in het geval van Tieme een rode shiraz uit Australië, waarvan de druif zijn naam dankt aan de sprookjes- en tapijtenstad in Iran. Of wat dichter bij huis een primitivo uit Puglia. Moge het  je ziel voeden!

   foto’s: ribbetjes voor en na het lakken !

Nodig:

1,2 kg ribbetjes of krabbetjes

2 el kikkoman sojasaus

2 el rijstazijn

2 el ketchup

1 el honing

een stukje gemberwortel fijngehakt

2 tenen knoflook geperst

2 tl sambal

3 el olie

peper en grof zout

Bereiding:

Doe de ribbetjes in de oven op 180 graden en laat ze in 45 minuten gaar worden. Giet het overtollige vet en vocht af en laat afkoelen. Maak een marinade van alle ingrediënten hierboven en smeer de ribbetjes ermee in. Zet de oven op 180 graden en bak het vlees in een half uur of langer af. Als je de oven lager zet kun je ze langer doorgaren. Serveer de ribbetjes met wat gele Iraanse rijst en een frisse komkommer/meloensalade.

Noosh e Jaan, een culinaire wereldreis per fiets, Tieme Hermans (ISBN 9789089897688) is een uitgave van TERRA en is te koop voor € 20,00

Al fresco zomer, berenjenas rellenas.

Het is nog steeds zomer en de #alfresco actie op Gereons Keuken Thuis gaat onverdroten verder. (tot en met 15 september a.s.) Vandaag met een inzending van mijn schoolvriendin Meggy Timmer- Oostdijck uit Vaassen. Wij kennen elkaar van gymnasium Beekvliet. Gastblogger Meggy studeerde Spaans en belandde in de reiswereld. Zij zag alle hoeken en gaten van de wereld. Tegenwoordig coacht ze en geeft ze workshops met Ziel & zaligheid, in haar heerlijke boomgaard, waarbij je leert uit de sleur van je werk of alledag te stappen en met hernieuwde energie er weer tegenaan te gaan. Dat daarbij iets lekkers hoort spreekt vanzelf. Meggy stuurde special voor de #alfresco zomer een lekker gerecht in van het eiland Mallorca, berenjenas rellenas. Met aubergine in de hoofdrol.

 foto: workshop intuïtief schilderen in Meggy’s boomgaard.

Mijn favoriete zomergerecht at ik begin jaren 90 op Mallorca. De slager van het lommerrijke Sa Pobla had mij uitgenodigd voor het diner. Na een vooraf van sobresada, jamon serrano en olijfjes kregen we als hoofdgerecht berenjenas rellenas, gevulde aubergines. Echt zo verrukkelijk! Ik deel het recept graag met anderen, en ook al smaakt het niet helemaal zoals toen, is het toch een fijn zomers gerecht.

 foto: aubergines.

Nodig voor 2 personen:

2 aubergines

300 g lams- of half om half gehakt

1 eitje

1 uitje fijngesneden

2 teentjes knoflook fijngesneden,

broodkruim

flink wat peterselie.

zelfgemaakte tomatensaus

peper en zout

Bereiding:

Kook de aubergines een kwartiertje zodat ze zacht worden. Hol ze uit en laat een beetje aan de schil zitten. Meng alle ingrediënten plus de aubergine pulp door elkaar en vul de aubergines ermee. Doe de tomatensaus in een ovenschaal en leg de aubergines erin. Verwarm de oven voor tot 180 graden en zet de schotel 30 minuten in de oven tot het gehakt gaar is. Lekker met een frisse salade en stokbrood om in de saus te dopen.

Gereon weet er vast wel een passende wijn bij of probeer eens een tinto de verano, een rood slobberwijntje met gazeuse limonade. Een rode Costières de Nîmes combineert goed bij dit gerecht van Meggy.

Que Aproveche!


NB: wil je ook meedoen aan #alfresco actie en op 15 september kans maken op één van de twee boeken, die ik verloot laat dan een reactie achter op Al fresco zomer

Brindisa, Monika Linton

 foto: cover Brindisa.

Brindisa, het pure eten van Spanje. In Gereons Keuken Thuis ligt een lijvig werk op tafel. Van Monika Linton, die zo’n dertig jaar geleden Brindisa oprichtte, een bedrijf dat zich specialiseert in de toen niet overal in Londen verkrijgbare Spaanse producten. Op haar vele omzwervingen door met name Catalonië en de Balearen, een studie Spaans en geïnspireerd door haar grootvader, die rijsthandelaar was in Malawi, raakte Linton in de ban van de Spaanse keuken. Brindisa werd geboren en in middels heeft het bedrijf van Linton meerdere winkels en vijf tapasrestaurants, die gebruik maken van de door haar geïmporteerde producten. Inmiddels al 30 jaar, desde 1988, daar moet op worden getoost!. En dat is precies wat brindis betekent, het glas heffen. Voeg daaraan toe het Spaanse sociedad anonima en je hebt een de bedrijfsnaam in handen. Eentje die garant stond voor succes.

Net als bij het door mij vorig jaar beschreven Eataly, wil het boek een showcase zijn van al het moois dat de peninsula heeft te bieden. En uitgebreid is het, te dik om in een korte blog vorm te geven, dus beperk ik me me tot wat highlights. Want het mag duidelijk zijn Monika Linton gaat niet over één nacht ijs in dit persoonlijke document. Spaans eten in 546 bladzijden.

Brindisa start met het verhaal van Monika, geboren in Malawi, kind van expat ouders en gefascineerd door exotische producten. In 1988 toen zij Brindisa startte, was Spanje net lid van de toen nog Europese Gemeenschap geworden en stond voor Monika vast dat zij al dat lekkers in Londen zou gaan verkopen. Er mee te gaan koken en zelfs zou gaan serveren later in Brindisa Kitchens.. So far so good.

Maar wat is Spaans eten voor Monika? Het boek start met de manier waarop de inwoners van Spanje eten. Niet gehaast, tijd voor een gesprek, om daarna goed gevoed weer aan de bak te gaan totdat de tapas lonken.

Desayunos y meriendas, ontbijt en vieruurtjes vormen een belangrijk onderdeel van het Spaanse dagritme. Churros, chocolademelk, van die dikke bijna vla-achtige, horchata van aardamandelen (vind ik zo lekker) en ensaimada van de Balearen. Een speciaal hoofdstukje wijdt Linton aan gofio, het volksvoedsel van de Canarische eilanden. Via wat hartige snacks belanden we bij de tapas y raciones, waar je al een heel boek mee kunt vullen. Van simpele geroosterde amandelen, olijven, ham, ensaladilla rusa tot vis en gazpachos. Elk product wordt omlijst met anekdotes en informatie. En dat waren dan alleen de koude.

Ik maak nu een sprong door het boek naar de platos principales, vis, aardappel, vlees, fideus, arroces. het kan niet op. Veel Catalaanse namen, waaraan je ziet, dat daar het centrum van Lintons aandacht ligt. Ik mis paella en boquerones. Het is ook zoeken naar zarzuela, maar dat maakt de schrijfster goed door andere stoofgerechten met vis. De Baskische en Cantabrische invloed mis ik ook een beetje. Bij het vlees tref je mar i muntanya aan, het voor Spanje zo gewone konijn uit de oven en de estofat de buey amb chocolata, een Catalaanse klassieker. Mooie gerechten.

Brindisa is een lijvig boek, waarmee Linton de lezer een caleidoscopische blik biedt van alles wat zij importeert, kookt en ontdekte op haar reizen. Geen sinecure en soms iets TMI (too much information)  Puur eten, het reflecteert haar persoonlijke keuzes, maar ik vind Brindisa geen echt standaardwerk. Brindisa is een boek voor de echte aficionado van de Spaanse keuken. Die achter de schermen wil kijken en op zoek is naar productinformatie. Om op te pakken en wat in te lezen of uit te koken. ¡Brindis! of moet ik zeggen ¡Salud!

Brindisa, Monika Linton (ISBN 9789059567658) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 34,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten