Zondag aan zee met zarzuela

foto Collioure
Zarzuela. Een Spaanse visschotel, die toen ik een jaar of negen was altijd werd gemaakt door een buurvrouw. Zij maakte deze schotel met allerlei soorten vis o.a. makreel. Dit gerecht zit vol smaken van de Middellandse zee. Een heerlijk gerecht dus voor een luie zondag aan zee. We doen de zomer nog eens dunnetjes over. En heb je een kookplaatje buiten? Dan is dat natuurlijk helemaal top. Erbij drinken we natuurlijk koude Spaanse rosé van de Garnacha druif.
Nodig (4 personen):
6 el olijfolie
1 grote ui gesnipperd
3  tenen knoflook in stukjes
1 laurierblad
4 draadjes saffraan
1 tl paprikapoeder pittig
1 Spaans pepertje in kleine ringetjes (let op zonder zaadjes)
2 el tomatenpuree
4 tomaten
250 ml witte wijn
1 visbouillonblokje
500 g zeevruchten gemengd
500 g visfilet bijvoorbeeld kabeljauw in stukken
10 grote gamba’s (garnering)
peterselie gehakt
peper, zout
citroen
Bereiding:

Verwarm de olie in een pan en fruit zachtjes de ui aan. Voeg het laurierblad, de knoflook, saffraandraadjes, paprikapoeder en Spaanse peper toe en laat dit kort fruiten, zodat de aroma’s vrij komen. Bak dan even de 2 el tomatenpuree mee. En voeg daarna de tomaten toe. Laat alles even sudderen.Doe de witte wijn en het visbouillonblokje erbij en kook alles even door. Voeg de kabeljauw en zeevruchten toe. Doe een deksel op de pan en laat nog 15 minuten doorsudderen.  Garneer daarna de zarzuela met partjes citroen, wat gehakte peterselie en de verwarmde gamba’s.

Suikertaks

 

foto: suiker kan ook fijn zijn

We zitten met ons allen aan de suikertaks in Nederland. Nadat vet een no no werd, is nu suiker de grote vijand van de gezondheid van de mensheid. We eten er veel te veel van. Las ik.Openlijke suiker en oh gruwel verborgen suikers. Je wordt er ziek van en dat kost centjes. Suiker moet dus in de ban. Het liefst door er een belasting op te heffen. Want, zo denkt de regelgever, dan krijgen we in ieder geval wat centjes binnen om al die hopeloze en zieke suikergebruikers in de verre toekomst te kunnen genezen.
Ik heb het al eerder geschreven, ik ben niet zo een zoetekauw. Ik ben niet een Nederlander met een gemiddeld snoepverbruik van 35 kilo per jaar. Ja een verse croissant met jam, een taartje onderweg. Maar ik ga het onheilspellende suikerquotum niet halen. Dus rijk worden van mijn suikerverbruik zullen ze niet worden in Den Haag. Ach, ze vinden wel een andere taks voor mij. De “‘echt vlees belasting” of “verse pasta heffing”” of wie weet “witschimmelkaas opcenten”. Wie weet?
Vandaag maak ik  riz au lait met rozijnen en rum. Een heel klassiek dessert, met rijst, melk, vanille, rum en rozijnen. En wat suiker erin. Erbij drinken we een glaasje Muscat de Rivesaltes, lekker zoet.

Nodig 4 porties:

1 liter volle melk
100 g dessert- of risottorijst
80 g suiker
1 vanillestokje (merg)
2 eierdooiers
1 dl slagroom
4 el rozijnen
2 el rum

Bereiding:

Breng in een grote pan de melk aan de kook. Voeg de rijst toe en laat deze langzaam gaar worden. Roer regelmatig. Meng de rozijnen met de rum. Voeg de suiker, room, rozijnen en vanillemerg toe en laat, regelmatig roerend, nog tien minuten zachtjes koken. Laat het geheel iets afkoelen en klop de eierdooiers erdoor. De riz au lait kan warm of koud worden geserveerd.

Pot au feu, stoofpot met kip

 

foto Venez voir dans ma cuisine!

Zuidelijke Bourgogne, het Romaanse land, waar zich één van mijn verhalen afspeelt. Het verhaal van Madeleine Bru, de mooiste kippenhoedster uit de Bresse bourguignonne. Een hittepetit. Alle mannen van de markt kwamen op maandag naar haar kijken. Wie was nu eigenlijk de attractie in Louhans? Madeleine of het gevogelte? Madeleine maakte ook potten vol confit en kipgerechten, die ze exporteerde naar Parijs. De rest is historie en een sprookje….
Wat geen fabel is, is een degelijke pot au feu, een pan vol gegaard vlees, groenten en bouillon, om op krachten te komen. Want het is hard werken met deze temperaturen in de wijngaarden rond Mâcon. Er hangt nog steeds de kenmerkende mist van de rivier de Saõne in het dal, wat rijp tussen de net gesnoeide wijnranken. Dus een stevige warme pot au feu bij het houtvuur in het keukentje gaat er altijd in. Daar kan Raphaël, de fictieve lover van Madeleine Bru alles over vertellen.
En hoe dit verhaaltje afloopt? Nou gewoon met een lekkere volle buik, een warme blos op de wangen…
We drinken er een Mâcon-Chardonnay la presse silencieuse bij van Talmard uit Uchizy. Een wijn van oude wijnstokken geconcentreerd en rijk. En in dit geval staat Chardonnay zowel voor de druivensoort als de dorpsnaam en dat is geen fictie.

Nodig 4 personen:

1 hele kip in stukken
1 winterwortel
2 rode uien
3 knoflook tenen
1 1/2 liter kippenbouillon (van blokje)
4 aardappels
2 preien
1/2 selderijknol
1/2 koolraap
olie
boter
bloem
peper en zout
peterselie gehakt
2 tl tijm
3 laurierblaadjes
1 el  Dijon mosterd
1/2 fles witte wijn

Bereiding:

Snijd de poten en vleugels van de kip af. Breek poten in tweeën. Haal filets van de bovenkant af en snijd in gelijke stukken. Let op dat vel en een stukje bot aan filets blijven zitten. Bewaar de rest van het karkas om bouillon extra kracht te geven. Maak een kippenbouillon van een blokje en laat het karkas meetrekken.  Snijd alle groenten in gelijke stukken. De wortel, selderijknol, aardappel, koolraap en prei. Snijd de ui in ringen en snijd de knoflooktenen fijn.
Wentel de kipdelen door de bloem. Verhit de boter met wat olie en bak de kip rondom bruin. Zet daarna apart onder folie. Verhit wat extra boter en fruit de uien aan. Voeg daarna één voor een de groenten toe en roer. Als alles goed warm is kunnen de kipdelen weer in de pan. Voeg de bouillon, de wijn en een schep mosterd toe. Kruiden erbij en laat het geheel op een heel laag vuur stoven totdat alle ingrediënten mooi gaar zijn. Serveer het vlees en de groentes in een diep bord met de bouillon.

NB lees de avonturen van Madeleine Bru op Gereons verhalen

ACBM uitleg

 foto: taartjes in Tournus

In de herfst van 2012 viel bij mij het kwartje. De foodblogevents werden zoeter, niet zotter. Troostende desserts vlogen voorbij. Ik zag blauwe stoofperen in een kookboek. Overal heel veel roze pakken cupcakemix, stapels artificieel gekleurde fondant. En veel gefröbel met eten. Het was allemaal heel psychedelisch. In mijn hoofd vormden zich de letters ACBM. Nu in februari is het tijd hiermee aan de slag te gaan. Met de Anti Cupcake Behavior Movement. Een beweging als zovelen. Een beweging, die probeert te doorgronden waarom zoetigheid zo een ontzettende aantrekkingskracht heeft? Waarom er in een kookboek blauwe stoofperen staan, laat staan de blauw gekleurde pasta? Wat voegt dit toe?
Voordat ik het commentaar krijg anderen te diskwalificeren, wil ik ACBM uitleggen. Het gaat me niet om cupcakes an sich, noch om andere zoetigheden. Dat moet iedereen voor zichzelf weten. Een taartje op zijn tijd is heerlijk. En als dat je voldoening geeft, prima!  Dat is dan jouw ding. Ik houd ook van taartjes bij tijd en wijle.. Bij de ACBM gaat het om de origine en de eerlijkheid van een gerecht of product. Dat het niet gemaakt uit pakjes en zakjes vol suikers en kleurstoffen. En dan met een hoop gefröbel tot iets gemaakt wordt. Lagen kleurig fondant waar ik alleen maar van kan vermoeden, dat de kleur geen natuurlijke is.
De B van behavior is daarom het belangrijkst. In de queeste naar zoet, zoeter, zoetst laat de moderne mens zich graag verleiden door producenten, die zich als dokter vermommen. Een Duitse dokter die jonge kinderen al verlokt tot fröbelen met zoet. Met cupcake wedstrijden. Ongecensureerd. Aangeleerde smaak, want suikers zijn verslavend.
De ACBM is in die zin een uitdaging, een betoog voor mooi zoet, zoals het prachtige gebak bij Opéra Prima in de Kinkerstraat, de mignardises van patisserie Kuyt in de Utrechtsestraat of de bomboni van Puccini in de Staalstraat. Zo kan ik nog wel even doorgaan. ACBM is ook een uitdaging om eten eruit te laten zien zoals bedoeld is. Niet met kleurtjes voor het effect of plaatje. Terug naar af, zonder meteen te vervallen in dogmatisme. Dat is ACBM. Ik ga er de komende tijd nog op broeden. Mocht iemand anders nog ideeën hebben of iets willen toevoegen, behalve kleurstof, be my guest!

schouderkarbonade in witte wijn/mosterd saus

 foto vieux Dijon

Waar Abraham de mosterd vandaan haalde weet ik niet. De Grieken en Romeinen gebruikten mosterd al als geneesmiddel en condiment. In de Middeleeuwen had de stad Dijon het monopolie op deze pittige pasta. De keuken van deze streek is met mosterd doordrenkt. In de Bourgogne wordt veel mosterd nog steeds op traditionele wijze wordt gemaakt. De mosterdmaker maalt de zaden en mengt ze met witte wijn of azijn, zout en suiker tot een gladde emulsie. Sommige huizen voegen kruiden, cassisbessen of zelfs peperkoekkruiden toe. Ga bijvoorbeeld eens kijken bij het huis Fallot in Beaune. Mosterd is een populaire smaakmaker voor sauzen, salades, groentes en wordt wereldwijd gebruikt. Vandaag een traditioneel gerecht uit de Bourgogne. Schouderkarbonade in witte wijn- en mosterdsaus. Ik heb het eens in Autun gegeten en sindsdien maak ik het thuis vaak. Drink er een Bourgogne Aligoté bij, deze matcht goed met het zuurtje in de saus.

Nodig 4 personen:

4 flinke schouderkarbonades
3 el olie
50 g boter
1 grote ui
1 teentje knoflook
gehakte peterselie
glas witte wijn
2 el Dijon mosterd
peper en zout
6 zure augurkjes

Bereiding:

Verhit de olie in een pan, bestrooi de karbonades met peper en zout en braad het vlees aan beide zijden aan.  Als de karbonades gaar zijn leg je ze apart op een bord bedekt met aluminiumfolie. Snipper de ui en knoflook. Voeg de helft van de  boter toe en fruit hierin de ui en voeg later de knoflook toe. Laat de knoflook niet aanbranden. Voeg beetje bij beetje de witte wijn toe. Voeg de mosterd toe en laat de saus kort sudderen. Leg de karbonades terug in de pan. Giet het uitgelopen vleesvocht bij de saus. Voeg de fijngehakte augurkjes en peterselie toe. Haal  het vlees uit de pan en leg op een schaal. Roer de rest van de boter door de saus. Voeg eventueel nog wat peper en zout toe. Serveer de karbonades met patates frites en wat veldsla.

Martha Washington’s Jetties

 

 
 

Sneeuw buiten, chocola binnen, een recept van schrijfster en vriendin Frances Mayes. Originele Martha Washington’s Jetties. Fondantballetjes met een dikke laag chocolade. Alle leden van de Mayes’ familie maken ze al jaren. Van jong tot oud. Ik vind dat een mooie oude traditie “from the South” En ze koelen natuurlijk lekker af met dit weer. Dus zo gepiept.

Nodig voor 40+ balletjes:

120 g zachte boter
200 g fijne suiker*
60 ml dubbel dikke room
vanillemerg van twee peulen
240 g pecannoten fijngehakt
1 el cognac (mijn toevoeging)
300 g pure chocolade 70%

Bereiding:

Doe alle ingrediënten, behalve de chocolade, in een kom en mix tot een mooie stevige massa. Maak van de massa stevige ronde balletjes, leg ze op bakpapier en zet buiten om af te koelen. Buiten is vandaag natuurlijk ideaal. Let wel op vraatzuchtige vogels en dergelijke.
Smelt au bain marie de pure chocolade. Als de chocolade te dik is, voeg wat room toe. Doop de balletje één voor één in de chocolade en laat afdruipen. leg ze terug op het bakpapier en laat afkoelen.

Noot: * in het recept gebruikt Frances 400 gram suiker. Dat is volgens een maakster van de Jetties veel te zoet. Het recept is aangepast naar 200 gram.

Blog 150, nieuwe keukens

 

Ik wandel vaak door de stad, zo ook gisterenmiddag, terwijl in mijn hoofd een stemmetje vraagt, wat ik ga schrijven in mijn honderdvijftigste blogpost. Vaak neem ik een fototoestel mee, omdat sommige beelden meer kunnen zeggen dan woorden. Ik ben altijd gespitst op details, zo ook uithangborden van de detaillist voor zijn waar. Ik trof er recentelijk twee aan, die tot de verbeelding spreken en mijn fantasie ernstig prikkelen, zeg maar gerust dat ik er bijna visioenen van krijg. Dat, terwijl deze lieden niets anders verkopen dan standaard food. Maar de benaming van het voedsel, dat zij aanbieden, prikkelt de geest meer dan het werkelijk aangebodene. Als eerste fotografeerde ik een bord met het woord “mediterranees” Wat een vondst, is dit een nieuwe keuken, een soort fusion eten? Van mediterraan en chinees? Of van mediterraan en vietnamees? Ik zag het al helemaal voor me. Boeuf met bamboescheuten, pekingeend met Siciliaanse citroenrasp, kikkerbillen à la Sjanghai en babas au rhum met pisang goreng. Wat kan de wereld toch mooi zijn in al zijn verbondenheid. Blog 150

Tijdens een andere wandeling stuitte ik op het fenomeen “provinciale delicatessen”. Kwam de provincie naar Amsterdam, ik bedoel het eten uit de provincie? Niets was minder waar, maar alleen het idee al. Dat alle inwijkelingen van buiten de stad gewoon hun eigen Twentse krentenwegge, Brabantse balkenbrij, Friese nagelkaas en Zeeuwse alikruiken kunnen kopen en direct verorberen. Dat zou nog eens iets nieuws zijn. Jong en hip, altijd druk met het stadse bestaan, vindt een moment van rust tussen al die bekende dingen van thuis. Ach, het zijn maar dagdromerijen van me. Ons land is gewoon te klein voor winkels die streekgebonden producten verkopen. Behalve als het Italiaans is, want dan weten alle specialisten het precies. Toch blijft het een leuk idee, ga je mee een hapje halen bij de provinciaal?

Nieuwe keukens,  mooi  idee. Of het er van komt, ik mag het hopen. Anders blijf ik er over dromen en incidenteel een blog aan wagen. Net zo spannend, zulk voedsel voor de geest.

Boeuf Stroganoff

 

 foto: Kremlin by night

Aan rijke oligarchen ontbrak het niet (net zoals tegenwoordig) in het grote Russische Rijk van de negentiende eeuw. Bovenaan stond de Romanov tsaren familie, maar er waren meer families met grote verdiensten. Bijvoorbeeld de Stroganoffs. Vanaf de zestiende eeuw heeft deze familie een flinke vinger in de pap. Zij veroverden een groot deel van Siberië met alle grondstoffen, iets waar de hedendaagse Russische oligarchie nog van profiteert. De Stroganoffs zijn ook op culinair geen onbekenden. Op één van de veldtochten, zo gaat de mare, was het zo koud, dat een kok van een Stroganoff generaal het vlees slechts in reepjes gesneden kon bereiden en gaarde in de saus. Biefstuk Stroganoff was geboren. Andere verhalen zeggen dat het graaf Stroganoff, een vriend van Catharina de Grote was, die het gerecht bereidde voor arme studenten. Wie het weet mag het zeggen. Wel is een recept al beschreven in 1861 en in 1890 vond er zowaar in Sint Petersburg een kookwedstrijd met het gerecht plaats. De proliferatie van deze klassieker kwam in begin twintigste eeuw in het kielzog van alle Russische bannelingen. En de rest is geschiedenis, biefstuk met een saus, nog steeds op vele toeristenmenu’s wereldwijd. Overal in pakjes en zakjes te verkrijgen, in vele varianten. Vandaag een simpel recept voor Boeuf Stroganoff en waar al die tomaten en rode paprika’s in deze saus ooit vandaan zijn gekomen, blijft ook één van de raadselen. We drinken er een rode Bourgogne uit de Chalonnais bij, bijvoorbeeld een Givry.

Nodig 4 personen:

500 g biefstuk in reepjes
2 el olie om te bakken
50 g boter
2 grote uien in ringen
1 kippenbouillonblokje
3 el tomatenpuree
1 el bloem
2 laurierblaadjes
1 tl tijm
1 el scherpe mosterd
zwarte peper uit de molen
2,5 dl water
2 dl slagroom
1 dl crème fraîche

Bereiding:

Verhit in een pan de olie en fruit hierin de uienringen. Voeg het bouillonblokje toe en bak nog een minuut door. Fruit de tomaten puree en bloem mee en blus geleidelijk met wat water. Voeg de laurier, tijm, mosterd en peper toe.Giet langzaam de room erbij en roer tot gladde saus. Laat het geheel kort koken en voeg als laatste de crème fraîche toe.
bestrooi de biefstukreepjes met veel peper en zout. Verhit de boter in een koekenpan en bak de reepjes snel bruin. Doe het vlees in de saus en warm nog twee minuten op. Serveer meteen op grote borden met gekookte rijst. Garneer met wat peterselie.

Mijn blog in 2013, what’s new?

Goedemorgen, gelukkig Nieuwjaar!  De kruitdampen zijn opgetrokken en de stilte van de eerste ochtend van het jaar omringt me. Een nieuw jaar, een nieuwe ronde, een tabula rasa, schone lei. Ik heb er zin in dit jaar. Sommige onderwerpen op mijn blog gaan verdwijnen, sommige veranderen andere gaan extra aandacht krijgen. Nieuwe dingen ga ik toevoegen. Heerlijk vooruitkijken nu. Een heel jaar vol blogs over eten en wijn ligt voor me. Een korte samenvatting van mijn voornemens:

Gesprekken en gerechten:
Met deze serie ga ik onverdroten verder. De Engelstalige wel te verstaan, de Nederlandse versie was niet zo levensvatbaar. Ik noem het voortaan “Talk en table”‘ naar het idee van schrijfster Frances Mayes. Op de rol staan Jeff Titelius, reiziger in hart en nieren, Joe Wolff, koffiehuis expert (en dan bedoel ik niet dat soort koffiehuizen in Amsterdam) en Kate Hill kook”ster” uit de Gascogne. Ik verheug me op hun verhalen.

Ma Bourgogne:
Rond dit thema valt nog heel wat te bloggen. Recepten en wijnen gelardeerd met foto’s uit deze mooie streek.

Wijn:

Zal het smeersel blijven van mijn blog. Ga in 2013 weer nieuwe wijnen ontdekken en proeven. En erover berichten. En bij vragen over wijn, weest allen welkom.

Foodblogevent:
Ga zeker weer mee doen. Ik hoop dat dit jaar het zoet- en bakgehalte af zal nemen en er meer mannen een bijdrage gaan leveren aan het event. En dat het geheel wat meer verdieping krijgt. We gaan het meemaken.

Dit nieuwe jaar betekent ook een start van een aantal nieuwe dingen. Ben heel benieuwd wat de respons hierop zal zijn.

www.thuisafgehaald.nl:
Naast het schrijven over eten wil ik mensen dit jaar ook laten proeven van mijn kooksels. Sinds korte tijd sta ik op de site www.thuisafgehaald.nl. Een forum waarop kokers en afhaler elkaar ontmoeten. Heb je zin in iets lekkers? Kom dan eens iets afhalen. Eventueel met een lekker wijntje erbij!

Restyling blog:
Op korte termijn ga ik actief aan de slag met mijn vriendin Esmée Scholte. Zij opperde het idee om mijn blog opnieuw in te richten. We gaan hard werken aan het resultaat.

ACBM:
Het broeide al een tijdje, maar 2013 wordt het geboortejaar van de “ACBM” Intimi weten al een beetje wat dit betekent. De Anti Cupcake Behaviour Movement. Deze beweging is ontstaan als reactie op de overkill aan zoete gerechten. Ook wil de ACBM regelmatig tegengas geven tegen gewriemel met eten… Kan nog spannend worden.

En als laatste nieuwtje:

Gereons keuken thuis:
De laatste loodjes wegen het zwaarst. Iets later dan de bedoeling was komt komend voorjaar mijn eerste boekje uit. “Gereons keuken thuis” Vol verhalen, recepten en wijnen.

Heel wat werk aan de winkel dus, het nieuwe jaar. Straight forward! Ik heb er veel zin in!

Ik start vandaag met een simpel soepje. Goed tegen katers of voor mensen die gewoon back to basic willen na al het feestgedruis. En de wijn sla ik vandaag even over.

Nodig 4 personen:

1 kg iets kruimige aardappels
2 uien
2 tenen knoflook
1 prei
halve knolselderij
125 g spekblokjes
water
1 bouillonblokje (kip)
bieslook
potje crème fraîche
peper en zout

Bereiding:

Schil de aardappels en snijd in stukken. Maak de selderij schoon en snijd in blokjes. Was en snijd de prei in ringen. Snipper de ui. Pel de tenen knoflook. Verhit wat olie in een pan en bak de spekjes uit. Fruit daarna de uien mee. Doe de knoflook erbij en alle groenten. Bak kort aan. Zet alles onder water en verkruimel het bouillon blokje in het vocht. Breng aan de kook. Laat alles een half uur rustig pruttelen. Controleer of alles gaar is. Pureer de soep met een staafmixer en voeg de crème fraîche toe. Maak de soep af met wat peper, zout en fijn geknipte bieslook.

Sneeuwjacht tijd voor een pastitsio

 foto sneeuw in december 

Ik kijk deze ochtend uit het raam en zie het grote wit. Het sneeuwt en niet zo een beetje ook. Code oranje voor het verkeer, alles loopt vast. Ik zal me altijd blijven afvragen hoe ze dat in Groenland doen. Want naast sneeuw is het daar in deze tijd van het jaar ook nog eens de hele dag aardedonker. Binnenblijven dus, een winterslaap houden. Doen ijsberen ook. Het beste wat je kunt doen is gewoon binnenblijven, de kachel aan en sudderen, zoals ik dat noem. Een mooie dag voor een ovenschotel, warm met veel kaas. Vandaag een ovenschotel, lekker stevig eten om de kacheltjes in je lijf brandende te houden.  Het gerecht lijkt op een Griekse pastitsio, het antwoord van de Hellenen op lasagne. Dikke lagen pasta in een gehakt- en bechamelsaus. Zo maak ik hem niet. Ik maak meestal deze pasta taart met een tomaten- en gehaktsaus, kaas en een korst van bladerdeeg erop. En veel kaas! Kan warm en koud worden gegeten. Maar warm zo direct uit de oven is te prefereren zolang het nog sneeuwt. We drinken bij de pastitsio een rode Barbera d’Asti, vol fruit en een klein zuurtje bij de tomatensaus.

Nodig  4 personen:
400 g rundergehakt
2 blikken gepelde tomaten
2 uien
2 tenen knoflook
2 tl paprikapoeder
2 tl oregano
1 tl tijm
olijfolie
400 g penne
1 el balsamico
peper en zout
300 g jonge kaas
100 g oude kaas
boter
5 vellen bladerdeeg
Bereiding:
Kook de penne beetgaar. Verhit olie in een pan en braad het gehakt aan. Voeg de ui en geperste knoflook toe en laat kort meebakken. Voeg alle kruiden en paprikapoeder toe. Doe de uitgelekte gepelde tomaten en balsamico erbij en laat de saus sudderen. Breng de saus op smaak met peper en zout. Vet een schaal in met wat boter. Doe de helft gekookte penne in de schaal en schep wat saus erover. Strooi er de jonge en oude kaas over. Dan weer een laag penne en saus en nog eens bestrooien met de kaas. Als laatste nog een laagje kaas en dan de vellen bladerdeeg. duw deze goed aan. Bak de pastitsio 25 minuten op 180 graden totdat het bladerdeeg een mooie bruine kleur heeft. Serveer deze ovenschotel met een tomaten en rode paprika salade.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten