We eten thuis, Samuel Levie.

 foto: cover We eten thuis.

We eten thuis, 100 recepten uit de keuken van Samuel Levie. Altijd als iemand mij vraagt, waarom ik nooit een restaurant ben begonnen, heb ik altijd hetzelfde antwoord klaar: “Het is niet mijn ding om avond aan avond het zelfde repertoire op tafel te moeten zetten. Koken doe je thuis, het is ontspanning voor mij.” Levie bezigt een beetje dezelfde woorden in het voorwoord van zijn nieuwe boek. De Youth Food Movement en het restaurant waar hij werkte ontnamen hem de lust tot koken. Toen hij eenmaal aan andere activiteiten, zoals worst maken, begon, hervond hij zijn oude passie voor koken weer. Thuis koken! We eten thuis staat vol recepten om thuis voor je familie en je vrienden te maken. En daar heb je niet per se een grote keuken, die de Levies hebben, voor nodig. Lekker in de keuken staan met je geliefden om je heen. Want Samuel Levie is behept met het “kookgen“, ook geen onbekend verschijnsel in Gereons DNA. Op jonge leeftijd bracht hij vakanties in Cornwall kokend door, hielp zijn moeder met het bakken en jams maken. Vader Hugo leerde hem toetjes maken. En sinds een aantal jaren schrijft Levie wekelijks een food column in Het Parool.

Twee jaar koken volgens de seizoenen is samengebundeld in We eten thuis, recepten verdeeld over lente, zomer, herfst en winter. Met anekdotes, familiegeheimen, probeersels en klassiekers. Makkelijk te maken of ter inspiratie.

We beginnen in de lente, het favoriete seizoen van Samuel Levie. Voor hem betekent lente een nieuw begin, venkel, snijbiet en ganzeneieren. Waterkers en asperges passeren de revue. Hij gaat rivierkreeftjes vangen in de gracht. (hoe dat afloop?) De fishpie van zijn moeder. En Pesach, gezien zijn Joodse roots met seidermaaltijd ontbreekt niet. Langzamerhand wordt er aan tafel weer meer over Jodendom en de familiegeschiedenis gesproken. Al dan niet onder het genot van een klassieker uit de Joodse keuken.

Waar het in de lente nog een uitdaging kan zijn om gevarieerd te koken. Tijdens de zomer van Levie verdampt dit excuus onder de koperen ploert. Zo veel zomerse ingrediënten, zoals de linzen uit de buurt van het Bourgondische familiehuis, meiraapjes, bloemkool, een in de gracht gevangen harder, de smaken van Suriname, die Samuel leerde kennen via de familie van echtgenote Ragna. Kruisbessen, bramen, scheermessen  uit Bruinisse. Het moge duidelijk zijn dat de zomer een groot feest in Levie’s keuken thuis.

De herfst vraagt om een andere manier van koken. Het wordt kouder en donkerder. Levie gaat foerageren en op jacht. Wildstoof, tomatenjam, aligot, eekhoorntjesbrood, de pompoen natuurlijk en de emblematische Sunday roast van zijn ouders. Het leuke is dat Samuel Levie, net als ik altijd doe, een kippenbouillon maakt van het overgebleven karkas. Fazant en mierikswortel. In dit seizoen wordt eten thuis klassieker.

Winter is het kortste hoofdstuk. Misschien houdt de schrijver er niet van? Ingemaakte dingen, gatherings met de Engelse tak van de familie. Zelf zuurkool maken. Spruitjes. zomaar wat ingrediënten voor Levie’s winter. Vergeet vooral de risotto alla Milanese met merg niet!

Daarmee is het jaar rond en We eten thuis compleet. Een boek met makkelijke recepten, mooie foto’s, veel warmte en leuke illustraties. Een kookboek om als thuiskok direct mee aan de slag te gaan en prima studiemateriaal en tekstvoorbeelden voor foodbloggers (in spe). Want van Samuel Levie en dit boek leer je naast recepten koken, ook hoe verhalen te vertellen en te delen. Al dan niet aan tafel!

We eten thuis, Samuel Levie (ISBN 9789038804323) is een uitgave van Nijgh&VanDitmar en is “liever lokaal” te koop voor € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Eataly, eigentijds Italiaans eten.

 foto: cover EATALY in herfstlicht.

EATALY, eigentijds Italiaans koken. “Een kookboek biedt misschien wel de perfecte gelegenheid om het eens te hebben over gezondheid, duurzaamheid, harmonie en allerlei andere zaken, die komen kijken bij onze voedselkeuzes”, zegt Oscar Farinetti, eigenaar en oprichter van de Italiaanse foodketen Eataly, met winkels in Italië en buitenland. De mare gaat dat wij er in 2018 ook kunnen verwachten in Amsterdam. Eten is een agrarische keuze, want uiteindelijk bepaalt de consument wat de boer verbouwt, teelt of fokt. Wat de visser vangt en de jager bejaagt. Soms creëert  het aanbod de vraag. Maar uiteindelijk is iedereen in de keten, boer, gast en kok, evenveel verantwoordelijk voor de kwaliteit van het eten. Mooie filosofische gedachte. Farinetti vindt dat de beste keuzes, de keuzes zijn die positieve emoties bij ons oproepen, de ontroering bij een herinnering aan een oud recept van moeder thuis, de euforie bij het proeven van een nieuwe smaak en het visuele genot van een mooi opgemaakt bord. Eten is alleen voeding, het is meer, zeker als je voeding duurzaam is geproduceerd en bijdraagt aan je gezondheid en welzijn.

De Italiaanse keuken geeft de filosofie  “Mangia bene, stare bene” vorm in een echte thuiskeuken, waarin de herhaalbaarheid van recepten en het terroir een verbond aangingen. Hieruit ontstond in de Bel Paese een rijke traditionele keuken, die tegenwoordig wereldwijd wordt beschouwd als een van de beste keukens. Italië kent een lange landbouwgeschiedenis, veel verschillende bodems, microklimaten, planten en diersoorten. Zij vormen de basis van EATALY, een enorme biodiversiteit , gebundeld in dit dikke kookboek met eigentijdse recepten. Eten verbindt. Laten we eens een tour door de laars gaan maken. Andiamo!

Antipasti, de traditionele start van de Italiaanse maaltijd, het opwarmertje in de vorm van gebakken polenta met lardo en truffel, een lesje over antipasto etiquette, kabeljauwballetjes, muffins met mortadella, kaassaus en balsamicoblokjes, uitleg over salumi en tong-hamrolletjes. Een buffet vol  thuis- en restaurantcreaties. Soepen in allerlei gedaanten zijn in Italië altijd een belangrijk gerecht geweest voor de contadini. Een hoeksteen van de samenleving, verfijnd of goed gevuld. De beroemde Toscaanse aquacottatortellini in brodo of een verfijnde paddenstoelen-zeeduivelsoepEATALY legt ook uit welke bouillon je gebruikt voor welke soep.

Pasta, vers en gedroogd, het fundament van de Italiaanse keuken, een hoofdstuk over de bereiding en het bewaren van verse pasta. Heerlijke primi zoals pappardelle  met konijn, gnocchi met cime di rapa of canederli met speck uit Alto Adige. Gedroogde pasta, zoals reginette met ragù of de wereldberoemde bucatini op de wijze van Amatrice.

Het fijne aan EATALY vind ik dat er bij elk gerecht een passende Italiaanse wijn wordt gepresenteerd of een extra katern met wat meer achtergrond over het gerecht. We reizen verder, via rijst, hartig gebak, vis en zeevruchten naar Vlees, voor sappige hamburgers, die tegenwoordig ook deel uitmaken van het Italiaanse dieet. Maar dan wel gemaakt van prime quality rundvlees, zoals het witte Val de Chiana ras. Een lesje in kwaliteitsvlees, ossobuco ontbreekt niet. Noch faraone, parelhoen, dat vaak op het menu staat. Weer een mix van thuis- en chefreceptenGroenten, belangrijk ingrediënt, voor panzanellaartisjokpakketjes en gefrituurde courgettebloemen.

Via granen komen we bij het hoofdstuk brood, focaccia en pizza. De controverse tussen de Napolitaanse en Romeinse pizza wordt uitgelegd, het zoutloze brood van Toscane heeft een plek, gistsoorten en creatieve focacciarecepten. #nowaste. Via kazen, desserts, zoet gebak komen we wel misschien bij het leukste hoofdstuk over warenkennis. Dat maakt dit kookboek zo bijzonder, de volledigheid en dat EATALY behalve bijzondere recepten een stuk kennis overdraagt. Want daar begon het tenslotte mee in de cucina casalinga. EATALY is een boek, om, telkens als je over Italiaans eten schrijft of praat, te raadplegen.

EATALY, eigentijds Italiaans koken. (ISBN 9789000356867) is een uitgave van Unieboek/HetSpectrum en is “liever lokaal” te koop voor € 45,00

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Het Wild kookboek, Jacques Hermus.

 foto: cover Het Wild kookboek.

Het Wild kookboek, de beste recepten voor elk seizoen, doorspekt met reportages. Ik ben een vreemde kookboekengebruiker. Ik kook nooit de recepten uit een boek, maar zie het als een geheel. Een kookboek moet voor mij een belevenis zijn, mij mee op reis nemen, mij voeden met nieuwe ideeën. Of zoals in het nieuwe boek van Jacques Hermus een glimp geven van een wereld, die ik niet van nabij ken. Storytelling noemt men dat tegenwoordig. Hermus nam Gereons Keuken Thuis al eens op sleeptouw met zijn “jongensboek” Het Wilde Eten, waarin hij je mee op avontuur neemt naar de geneugten van het erf, de eigen moestuin, visserij en foerageren. In zijn nieuwe boek Het Wild kookboek heeft Jacques een specifieker doel: de jacht! In de Achterhoek, het wild walhalla van ons land.

Laten we eens op verkenning gaan. Hermus’ boek start met een herinnering aan zijn ouders, die al handenwrijvend klaar stonden als jagers langs kwamen om een fazant, haas of ree te brengen. Zijn vader draaide zijn hand er niet voor om een haas te villen, waarvan zijn moeder dan een heerlijk gerecht maakte. Van kindsbeen tot op heden heeft de jacht Hermus gefascineerd. Hij zegt dat dit boek ontstaan is uit deze fascinatie en ging op onderzoek uit. Op bezoek bij de jager, zelf op jacht, de poelier en in Achterhoekse restaurants.

 foto: vederwild bij Strandlodge.

De Smaak van Wild. Wild is krachtig van smaak, maar ook van emotie. Een anonieme speklap of kipfilet uit de onzichtbare vleesindustrie is wat anders dan een verschrikte blik van een ree of het gefladder van een fazant. Het doden van dieren is nooit mooi. Maar jacht op wild is wel duurzaam. Dan is er de controverse tussen jacht en “plezierjacht”. Je zou er een pittige discussie avond over kunnen opzetten. Maar los hiervan is wild ook smaak en tegenwoordig in steeds meer een light jasje te verorberen in de Achterhoekse restaurants. Zonder zware sauzen, maar met finesse. Daar wordt hard aan gewerkt in één van de grootste jachtregio’s van het land. En als het je emotioneel raakt kun je het ook niet doen, jagen, plukken of rapen. Maar gewoon genieten van de schoonheid van wild. Je bent tenslotte in de natuur.

Deze inleiding wordt gevolgd door een hoofdstuk, wat wild is. In principe alles wat niet is gedomesticeerd.  Niet alle wild is geschikt om direct op je bord te belanden. Vos is niet te eten, net als meeuw of kraai. Ook damhert uit de Amsterdamse waterleidingduinen is niet van goede kwaliteit. Hermus poetst direct een mythe weg: wild is niet biologisch. Want het is nooit te achterhalen waar het dier van heeft gesnoept, een on- of bespoten akker. In het boek betekent wild de soorten, die volgens de kalender mogen worden bejaagd en vers worden gepresenteerd op je bord.

Nederland is een klein jachtland, zeker vergeleken met Frankrijk of Duitsland. Dat heeft zo zijn voordelen, want waar elders soms wat losjes met de jachtzeden wordt omgegaan, is er in ons land veel toezicht. Hermus legt het allemaal uit, gevolgd door beschrijvingen van “ons” wild, de verspreiding daarvan en waar het te eten in de mooie Achterhoek, waar je tussen bolakkers en zoombos veel wild kunt spotten.

De Jacht. Jacques Hermus besteedt veel aandacht aan het officiële jachtseizoen en de jacht buiten het seizoen. Tegenwoordig mag wild niet meer worden uitgezet voor de jacht. Het zwijn was bijvoorbeeld uitgestorven, totdat de prins gemaal Hendrik zwijnen uitzette bij het Loo. Een enorme populatie van wilde zijnen is hiervan nog steeds het gevolg. Of wat te denken van de damherten, die nog steeds de waterleidingduinen bij Zandvoort bevolken en elke dag smachtend achter het afsluitend hek staan, dat hen nog steeds de doortocht over het speciaal aangelegde ecoduct verbiedt. (dit terzijde) Jacques Hermus betoont zich hierna een echte jager tijdens zijn reportage. Hij vertelt hoe je jaagt, wat je nodig hebt en welke hond je gezelschap houdt. Ik wist niet dat er verschillende taken bij verschillende honden passen. Tot slot een jachtkalender en wat terminologie.

We gaan de keuken in. Waar haal of koop je wild? Heel belangrijk het besterven. Hoe wild te bereiden? Met verhalen van de poelier en de chef. Het garen komt aan bod. En er moet natuurlijk gedronken worden, wijn uit de Achterhoek, biertjes of bitters. De garnituren bij het wild komen aan bod, van paddenstoelen via bessen tot noten.

 foto: hotel Bakker in Vorden.

Aan de slag met de recepten. Hermus verzamelde mooie wildrecepten van 19 restaurants in de Achterhoek, van Hummelo tot Winterswijk, van Ulft tot Groenlo. De Achterhoek is bezaaid met mooie wildrestaurants en dito gastvrijheid. Zo merkte Gereons Keuken Thuis ook tijdens een trip die ons oktober 2016 door de streek voerde.

Soepen en voorgerechten, winterse preisoep van de Hoofdige boer of een salade van reeham bij Hotel Bakker in Vorden. Hoofdgerechten passeren de revue. Wild-zwijnsrugfilet op de wijze van Boetiek Hotel Restaurant  Bonaparte, Smient van Ellens Restaurant of een tajine van Achterhoeks reebok. Allemaal beschreven in verbluffend makkelijk te maken recepten. De klassieke hazenpeper van Landhotel de Hoofdige Boer, fazantenborst met rookworst en spek van Hotel Café Restaurant de Gouden Karper of Haas in de wei van Strandloge in Winterswijk. Ik kan nog wel even doorgaan. De bijgerechten, een aardappel rösti taart van Hampshire Hotel Restaurant Avenarius, spruitjes met zongedroogde tomaat en sjalot van Havezathe Carpe Diem of spannende cantharelkroketjes van Restaurant de Woord. En hete bliksem, een jeugd dingetje in Gereons Keuken Thuis. Hermus besluit met sauzen en basisbereidingen. Likkebaardend lekker allemaal. En mocht je het niet thuis willen bereiden. Achterin het boek staan alle adressen, waar je gastvrij wordt ontvangen om te genieten van al dat wild uit de Achterhoek. Spring in je auto en ga het beleven.

Wat een boek heeft Jacques Hermus geschreven. Vol heerlijk eten en verhalen. Het Wild Kookboek is gewoon één bonk terroir!  Een must read!

Het Wild kookboek, de beste recepten voor elk seizoen, Jacques Hermus. (ISBN 9789059568044) is een uitgave van Fontaine en is “liever lokaal” te koop voor € 24,95.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Pays d’Oc pop up winebar.

 foto: Pays d’Oc pop up winebar.

Pays d’Oc pop up winebar.  Gisterenavond was hij voor het eerst te bewonderen, de pop up bar op de bel étage van Odeon aan het Amsterdamse Singel. Zo’n dertig jaar geleden kwam ik daar om te dansen en met medestudenten bier te drinken. Op deze 31 oktober bezocht Gereons Keuken Thuis het gebouw om te proeven van al het moois, dat Pays d’Oc IGP  al vijfendertig aan wijnen biedt. Dat willen ze van woensdag 1 tot en met zondag 12 november  delen met het publiek.

 foto: binnen in de pop up wine bar.

Wit, rosé en rood uit de Languedoc, een zeer gevarieerd wijngebied in Zuidwest Frankrijk. Voorheen bekend om zijn slobbers, maar dat is al jaren niet meer het geval. Hiervandaan komen echte juweeltjes, die onder de noemer gems worden verkocht. De tijdelijke kaart van Pays d’Oc pop up winebar schenkt meer dan vijftig wijnen, veelal monocépages, ook van onvermoede druivenrassen.

Bij binnenkomst startte Gereons Keuken Thuis met een semillon vermentino blend, stuivend in je glas. Een mooie binnenkomer. Hierna was het tijd voor een van de Big Five, de chardonnay, precies zoals je verwacht van zo’n cépage.

 foto: pop up sommelier Wouter legt uit.

  foto: 50 plus vins sur l’ardoise

De fraaie bar nodigde uit de uitgebreide kaart verder te inspecteren en her en der te proeven van de schappelijk geprijsde wijnen. Sommelier Wouter is de komende 12 dagen de gastheer van deze pop up winebar en verraste mij met een kloeke witte gemaakt van de druivensoort rolle, een soort met elliptische druiven, die een karaktervolle en aromatische witte wijn geven. Daarna was het tijd voor een gewürztraminer, fijn wit uit Pays d’Oc. Rood kwam in de vorm van een uiterst soepele mourvèdre als monocépage en twee verschillende rode wijnen gemaakt van petit verdot. Allemaal niet mis.

 foto: monocépage van les Jamelles.

Wat een keuze biedt Pays d’Oc. Gereons Keuken Thuis komt er zeker op terug, al was het maar in mijn aanstaande kerstwijnen line up. Maar voor nu stap eens binnen op Singel 460 en maak je keuze uit het mooie assortiment van de Pays d’Oc pop up winebar. Nog 12 dagen lang vanaf vandaag, van 16 tot 23 uur geopend.

 

Wat lunchen we vandaag?

  foto: cover Wat lunchen we vandaag?

Wat lunchen we vandaag? De titel van het nieuwe boek van “smulpaapje” schrijfster Susan Aretz. Een bijzondere vrouw met een bijzondere kijk op food voor zichzelf en haar kind. In een tijd, waarin voor velen de lat hoog ligt in het dagelijks leven, een praktisch kookboek om je kind(eren) voorzien van een leuke lunch of traktatie, naar school te laten vertrekken. Volgens Aretz is dat helemaal niet zo moeilijk, noch hoeven er halsbrekende toeren uitgehaald te worden. In Gereons Keuken Thuis zijn echter geen kinderen aanwezig, noch enig benul hoe ik stunning traktaties of gezonde lunchtrommels zou moeten maken. Overigens gaan mijn homemade picknicks er altijd wel in als koek, bij volwassenen dan. Kidproof koken doe ik nooit. Derhalve riep ik de hulptroepen in van mijn vriendin Sofoula en haar dochter. Zij zijn mijn testers en gastbloggers van vandaag. Onderstaand lees je wat het duo van het boek Wat lunchen we vandaag? vond. En nog belangrijker wat deze dames eruit maakten.

  foto: work in progress!

Sofoula vertelt:

“Zeg nou eerlijk. Wie lukt het om ‘s ochtends allerlei ingewikkelde, gezonde dingen klaar te maken voor de kinderen? Het vraagt iedere dag een klein mirakel om iedereen schoon, aangekleed, met de juiste spullen en tassen op tijd op de goede plek te krijgen, niet dan? Voor alle papa’s en mama’s die net als ik niet verder komen dan boterhammen in een trommel met rauwkost en een appeltje is er ‘Wat lunchen we vandaag?’ van Susan Aretz. Het is een mooi vormgegeven lunch- en traktatiebijbel voor ouders met weinig tijd en kieskeurige koters. De gevulde broodtrommels zien er fantastisch uit en kinderen helpen er graag aan mee. Op een stormachtige herfstdag voelt mijn dochter zich aangetrokken tot de hartige appel-kaasmuffins. Ze mag zelf papiertjes in de muffinvorm frotten en kaas en appel raspen kan ze ook. Roeren en dingen af- en uitlikken maken het extra feestelijk. Ik vind de honing, olijfolie en appelstroop erin een vondst. Een paar weken later is het herfstvakantie en komt nichtje Fleur logeren. We zetten ons aan de sneeuwpopmuffins met banaan, bedekt met kokosrasp. Superlekker en best gezond. De pizzatortilla’s maak ik bij elk denkbare gelegenheid. Op woensdagmiddagen, als er ’s avonds kinderen mee-eten, op kinderfeestjes, etc. Je zorgt gewoon dat je altijd een paar pakken tortilla’s in de kast hebt liggen en tomatensaus. Iedereen kan er op leggen waar ie zin in heeft. Makkelijker wordt het niet. De rest van het boek is even praktisch en origineel. De recepten voor drankjes, tienuurtjes en traktaties zijn erg goed bedacht. Tot slot zit er achter in het boek voor de hardnekkige chaoten nog een weekplanner in.”

Dank je wel Sofoula voor je leuke gastrecensie! Gereons Keuken Thuis moet toch echt eens komen proeven al jullie aan de slag zijn geweest. Tot snel!

Wat lunchen we vandaag? Susan Aretz. (ISBN 9789046822715) is een uitgave van NwADAM en is on- en offline te koop voor € 24,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

¡Sabor Sabor!

 foto: cover Sabor Sabor!

¡Sabor Sabor!  De nieuwe Spaanse keuken van Sandra Alvarez, kandidaat in Masterchef 2015, waarvan  “BAUT” Michiel van Eerde in zijn voorwoord zegt dat hem het meest is bijgebleven, dat deze dame aioli zonder zout maakte en daarvoor stond. Sandra Alvarez kookte met Spaanse ingrediënten en dito temperament.  Zij heeft een grote liefde voor typisch Spaanse keuken. Sandra is niet op het Iberisch schiereiland geboren, maar bracht er wel, vanwege haar Spaanse roots, heel wat zomers door. In Galicië en op Ibiza. Daarna snakte zij een heel jaar lang naar de volgende zomer. Met een soort heimwee naar de geuren en smaken van het land. De rook van Ducados, het zinderende asfalt, pijnbomen en hun hars en Puig Agua Brava colonia.  Wat een geuren. Voor Gereons Keuken Thuis heel herkenbare sensaties. Sandra voegde de daad bij het woord en schreef haar heimwee recepten op in ¡Sabor Sabor! en hoopt je zo te inspireren om ook modern Spaans te gaan koken uit de keukens van Santiago de Compostela tot Eivissa.

In ¡Sabor Sabor! met als ondertitel de nieuwe Spaanse keuken kookt Sandra tradicionales met een moderne twist. Minder vet, meer groente en vaak vegetarisch. De woorden healthy, happy chic en Ibiza hadden mijns inziens niet extra aan de ondertitel toegevoegd hoeven te worden, want de kookstijl van Sandra spreekt al boekdelen. Net als de mooie fotografie.

Dit gezegd hebbende, gaan we aan de slag in de cocina van de schrijfster. Het boek begint met onmisbare ingrediënten, zoals chorizo, inktvisinkt, EV olijfolie, pimentón de la Vera, donkerbruine PX sherry en het geel van de saffraan. Voeg hieraan verse waar, zoals vis, vlees en groente en je kunt aan de slag. We beginnen met, hoe kan het ook anders, tapas y pinchos. Een pincho met gevulde dadel, una bomba de la Barceloneta, met inktvisinkt gekleurd brood. allerlei soorten croquetasauberginechips en het hoofdstuk eindigt met een plank vol prachtige Iberische waar. Ik miste de ensalada rusa, maar die komt verderop in het boek aan bod in een moderne vegetarische versie. Sopasajoblanco, vissoep uit Baskenland, sopa de lentejas en een gazpacho cremoso ontbreken niet.

ClasicosDe tortilla de patatasaardappelomelet. Het emblematische Spaanse eiergerecht. Voor Sandra Alvarez eens de relatiemeter. Een geliefde kookte de aardappels voor en deed banaan in de tortilla.  Je begrijpt dat de liefde snel over was. Want wat de tortilla betreft is ze purist pur sang. De patatas bravaspimientos de Padrónmigas, coca de Ibiza, de paella Valenciana, waar saillant detail, eens een uil voor uit een boom werd geschoten. Via ossenstaart in wijn en chocolade tot zarzuela. Al deze soms wat zware gerechten geeft zij een draai. En worden voorzien, en dat vind ik heel bijzonder, van een Spaanse wijntip.

Het volgende hoofdstuk is healhty (zie mijn opmerking hierboven) met mooie salades, gegrilde watermeloen, zeevruchten salade en groene asperges. Laten we dit gewoon het balansdag eten, noemen na de clasicos ervoor. Veel groente en een recept voor vegetarische bloedworst. Origineel!

Hierna volgt happy chic, een deel vol gewaagde experimenten, zoals een zwart broodje met een inktvisburger, een bikini Iberico, zwarte rijst, coquilles a la gallega. Ik noem het Puerto Banús meets Jockey Club Salinas food. Spaans met een internationale vibe.

Holy aioli,  de quintessentiële saus voor Alvarez met allerlei smaken. Wat een geur en kleur. Gevolgd door aromatische aceitesmermelada de chorizo, gerookt zout en de Catalaanse romescoDulce, zoet hoort erbij. Wat te denken van een Tarta de Santiago? Arroz con leche uit Asturië? Churros met pittige chocolade saus en natuurlijk de flaó van Eivissa. (glaasje hierbas erachteraan?) Tot slot komen dranken als een witte sangria, gin&tonic aan bod en een hoofdstuk over Spaanse wijnen door Sandra’s privésommelier Daniel.

¡Sabor Sabor! is een vrolijk en modern boek. In de van oorsprong wat zware Iberische keuken wordt door Sandra  Alvarez verbluffend licht gekookt. Ik zou instant heimwee krijgen naar de asfalt- pijnboom-  en jodiumgeuren tussen Figuretes en Sa Canal. Zoveel sabores!

¡Sabor Sabor!, de nieuwe Spaanse keuken. Sandra Alvarez (ISBN 9789089897602) is een uitgave van Terra en is on- en offline te koop voor € 24,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

SuriMAM Cooking.

 foto: cover SuriMAM cooking.

SuriMAM cooking, op zoek naar de soul van de Surinaamse keuken. Dat is de zussen Moreen, Aretha & Martha wel toevertrouwd. Zij namen de passie voor en “het –soso lobie– met liefde” bereiden van eten over van hun moeder, die in de jaren zestig naar Nederland verhuisde. Eten was altijd een feest bij de zussen thuis. Oma’s en tantes sneden de ingrediënten en de kinderen scharrelden rond in de keuken. Op deze wijze kregen de drie dames hun familieverhalen en keukengeheimen met de paplepel in gegoten. (Of eten ze in Surinaamse gezinnen geen pap?)

De moeder van het drietal verhaalde hoe zij op het platteland opgroeide. Heel andere beleving dan de flat in Dordrecht en later in Amsterdam. Inmiddels kennen de zussen het land van herkomst op hun duimpje en denken vaak aan de geur van bloemen, planten en kruiden langs de dreven. Nippend aan gemberbier onder de zwoele tropische avondluchten. Hun groene moederland. De basis van hun met –soso lobie– bereiden van eten.

Ik moet bekennen, dat ik niet veel weet van de keuken van Suriname. Niet uit desinteresse, maar de focus van Gereons Keuken Thuis ligt toch vooral in het Europese bassin. Daarnaast, dat is een minder positieve herinnering,  hadden voormalige collega’s de gewoonte om tussen de middag Surinaamse broodjes en roti te halen bij Tjin’s. Als deze maaltijd in de kantoortuin was genuttigd rook de afdeling de hele  middag naar vet. Persoonlijk vond ik het altijd vrij zwaar eten. De tjauw min soep van een warung naast het huis met de kabouters aan de Ceintuurbaan was daarentegen wel heerlijk en evenwichtig. Tijd dus voor een hernieuwde kennismaking met de Surinaamse keuken.

Suriname is een smeltkroes van culturen, Indianen, Creolen, Hindoestanen, Javanen en Chinezen deden een spreekwoordelijke duit in het “culinaire” zakje van dit land. Een klein stukje Libanees, een beetje Joods of Hollandse kost erbij en je hebt een echte melting pot. Het boek start met de Surinaamse voorraadkast en uitleg over ingrediënten. Tegenwoordig zijn deze producten natuurlijk overal te koop.

Het eerste hoofdstuk, “Tang boengswiti srnanan” verhaalt over de koloniale periode en de herinneringen, die de moeder van Moreen, Aretha & Martha hieraan heeft. Daarbij horen de emblematische bruine bonen met rijst en kip, gele pesie (erwten) met karbonade en rijst of  het nostalgische gerecht roti en de tjauw min. Laten we vooral de pom niet vergeten. De jaren 70 waren de tijd voor de zussen van het avondje AVRO. ’s Middags gonsde het al in de keuken om de hapjes klaar te maken, voordat Toppop en Hans van der Togt (wie had daar geen crush op?) hun gewag maakten op de kijkbuis. Vis als kwie kwie masala met oker, telo (gebakken cassave) met bakkeljauw, kokos koekjes en limoenwater op de bank!

Een dagje op stap. Als er familie opgehaald moest worden van Schiphol ging dat natuurlijk niet zonder slag of stoot. Er ging proviand mee. Bojo (cassavetaart), schuimpjes en gemarineerde kippenvleugeltjes. Picknicken is nog steeds een favoriete passtime van de Surinaamse gemeenschap. Een glas markoesa siroop erbij en eten maar. Via feestmaaltijden belanden we in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De meiden gingen graag op stap in de hoofdstad en het uitgaan voegde soul aan hun leven toe. Op hun feestjes is er naast Surinaams eten is altijd een DJ booth, want naast lekker eten moet er worden gedanst. SuriMAM geeft recepten voor vrolijke snacks, Surinaamse broodjes met kip-kerrie, kousenband, pom en bakkeljauw. Of voor broodjes met kippenlevers of zalmsalade. Als andere feestelijke hapjes ontbreken schaafijs, een rumpunch of gekleurde flensjes met kokos niet. Alles vrolijk gefotografeerd, de kleur spat van de bladzijden af.

Het laatste hoofdstuk gaat over “losie foeroe” de Surinaamse familie-barbecue. Ik zie dat regelmatig in het Gaasperpark. Lekker sporten, een duik in het water en dan eten –soso lobie– met een Parbo biertje in de hand. Ze weten er wel een feestje van te maken. Trouwens de zussen weten dat met hun boek SuriMAM, op zoek naar de soul van de Surinaamse keuken, ook. Ik zou direct willen aanschuiven. Want soul heeft dit boek!

SuriMAM, op zoek naar de soul van de Surinaamse keuken. Moreen, Aretha & Martha Waal. (ISBN 9789024577675) is een uitgave van Luitingh-Sijthoff en is o.a. te koop bij Scheltema (waar de dames regelmatig koken) of elders. Het boek kost € 24,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

De smaak van bloemen, Julia Voskuil.

 foto: cover de smaak van bloemen.

De smaak van  bloemen, tuinieren en recepten met eetbare bloemen. Net als je denkt dat het #alfresco en balkonteeltseizoen een beetje over begint te raken, ploft dit vrolijke boek van Julia Voskuil op de mat. Een kookboek, dat twee grote passies van mij combineert. Koken en rommelen met bloemen en planten op mijn stadse balkon. Lekker zaaien, oogsten en opeten. Alhoewel meestal bloemen van het balkon in een vaasje belanden in plaats van op het bord. Een enkele knaloranje Oost-Indische kersbloem daargelaten of een solitaire dahlia als decoratie. Dat is het zo ongeveer.

De smaak van bloemen is een hommage aan Elisabeth de Lestrieux. (1933-2009) Tuinboekenschrijfster en zover ik me kan herinneren televisie presentator. In 1977 verscheen haar eerste tuinboek. Vele andere boeken volgden. Deze dame heeft maar liefst 50 boektitels op haar naam staan en deze nieuwe titel is een knipoog naar haar boek uit 1991. Want meer dan 25 jaar later is de koken met en de consumptie van bloemen meer dan hot te noemen. En gezond, maar dat vind ik niet het meest belangrijke.

 foto: Oost- Indische kers

Voskuil start in de lente, het seizoen waarin eerst de ui- en lookachtigen ter tafel komen, of bernage (komkommerkruid), de pinksterbloem. Allemaal met beschrijving en culinaire gebruiksaanwijzing. De anjer bijvoorbeeld, nooit geweten, dat die eetbaar was. Julia Voskuil sprak ook met experts, zoals Claudia smultuin Reina, die recepten geeft voor een gele snijbiet stamppot, rozenwater en een smeuïge baktaart met pruimen. Gert Tabak, fotograaf gaat voor dagleliesoep. Rob koppertcress Baan zou van Nederland de gezondste delta willen maken.

De zomer van Voskuil is er één met duizendblad, de bloem van de stokroos, de begonia en knalroze bergamot, met het aroma van Earl Grey. Ook de geranium is eetbaar, volgende keer bij het plukken in de zomer daar eens aan denken. Yuri Verbeek, zelfstandig topchef bij de kokkerie noemt bloemen het takje peterselie van weleer. En zeg nu eerlijk een bonbon van witte chocolade, Sambuca en lavendelsuiker is toch niet te versmaden? Lavendelzout trouwens ook niet voor bij je vis en op de foccacia. Arthur villa augustus van Brug kookt ook graag met bloemen, saliebloemen voor op een pizza.

 foto: sunny dahlia.

Dan komt de herfst, met citrusgeuren. Ik moet ooit nog eens een sinaasappelboompje scoren, want azahar (Spaans voor sinaasappelbloesem) is een favoriete geur van mij. Dahlia, mijn balkon staat er nu half oktober nog vol mee. De bellenman of fuchsia, die ook bessen geeft. Herfstkleur en geur. RozenbottelpeppadewsKruudmoes een streekgerecht met Roomse kervel. Het boek eindigt met de winter, het madeliefje, de camelia, het winters viooltje. Ook in de winter kun je koken en decoreren met bloemen. Bijvoorbeeld in de kreeftenrisotto van Tom ’t Soerel Oudshoorn.

Tot slot nog wat praktische tips en een eetbare bloemen A-Z. Een heerlijk en praktisch boek, de smaak van bloemen, dat ik bij de start van het nieuwe balkonseizoen zeker ter hand ga nemen.

De smaak van bloemen, tuinieren & recepten met eetbare bloemen, Julia Voskuil (ISBN 9789089897367) is een uitgave van Terra en is te koop voor € 24,99.

 foto: funky pastasalade met rode dahlia.

 A propos! Mocht je nu liever bloemen in een vaas hebben staan in plaats van dat ze op je bord liggen? Ga dan eens met je vaas naar Dennis mooi anders bloemen Lanzaat. Sinds ik dit boek heb gelezen voor mij een culi-adresje of moet ik zeggen snoepwinkel.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Nederlanders in Parijs 1789-1914.

 foto: Pont St. Michel van Camille Corot.

Nederlanders in Parijs 1789-1914, een reis door het métropolitaine Parijs van de negentiende eeuw. Gereons Keuken en Route maakte deze reis mee woensdag jl. Een overzichtstentoonstelling van de werken van 8 kunstenaars die vanuit het toen nog slaperige Nederland naar boomtown en broedplaats Parijs trokken. Het Van Gogh Museum in Amsterdam wil met 120 werken laten zien hoe deze stad de ogen en de harten beroerde van de meestal jonge kunstenaars. Hoe beleefden zij Parijs, wat ontdekten ze daar en op welke wijze beïnvloedden zij de Franse kunstscene? Een mooie tentoonstelling, in samenwerking  met Paris Musées/ Petit Palais en het RKD -Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis-. Nederlanders in Parijs 1789-1914 toont meer dan 120 werken, waarvan een gedeelte bruiklenen uit musea en privécollecties uit de gehele wereld. Edwin Becker (Van Goghmuseum) en Mayken Jongman (RKD) zijn de conservators. Zij namen de aanwezigen mee op pad.

 foto: de conservatoren vertellen!

Parijs had met zijn broedplaatsen, de mogelijkheden van exposeren en opleidingen een meer dan magische aantrekkingskracht op jonge kunstenaars van over de hele wereld. Ook op Nederlandse kunstenaars. Parijs was een nieuwe wereld en na het midden van de 19e eeuw was je er met de trein in één dag. In deze wonderlijke stad. (vergelijkbaar met de indrukken die je ervaart als je voor het eerst Manhattan  binnen rijdt via één van de bruggen) Een stad, waar je anderen ontmoette, nieuwe ideeën, andere culturen. De boost van de grote stad. Het zette de Nederlandse kunstenaars zoals Jongkind, Breitner, Van Gogh, Van Dongen en Mondriaan aan tot het maken van geheel nieuwe werken. Ook speelden hierbij ontmoetingen met Monet, Degas, Cézanne en Picasso. Een periode van verregaande kruisbestuiving in de kunst.

 foto: bloemen door Van Spaendonck

Monet zegt bijvoorbeeld over Jongkind, dat hij de man is die hem uiteindelijk goed leerde kijken. Van Spaendonck, waarmee het verhaal begin had 35 jaar lang een atelier in de Jardin des Plantes en maakte het schilderen van stillevens op 17e eeuwse wijze mateloos populair in Frankrijk. Ary Scheffer werd een bekende salonschilder. Kaemmerer werd door zijn contacten met kunsthandelaar Goupil één van de best verkopende kunstenaars. Van Gogh raakte begeesterd door impressionisten als Monet, Pisarro en Signac. Zijn kleurgebruik veranderde, mede door de betere verf, die in Parijs volop verkrijgbaar was.

 foto: Doop tijdens Directoire, van Kaemmerer.

Van Dongen raakte gefascineerd door het nachtleven van Montmartre, dat een enorme aantrekkingskracht had op jonge kunstenaars en anderen. Jan Sluijters deed Van Dongen na. Breitner vertrok naar Parijs en nam het impressionisme mee. Bij terugkeer in Nederland ging hij terstond naakten en ballerina’s schilderen. Mondriaan is de laatste kunstenaar van deze belle époque, hij ontwikkelde in de Lichtstad een volledig abstracte beeldtaal.

Nederlanders in Parijs 1789-1914 neemt je mee op reis door een tijd, waarin alles heel hard veranderde. Parijs werd herbouwd door baron Haussmann, Montmartre, eens een slaperig dorp werd het toneel van feesten en oh la la. Deze tentoonstelling zuigt je  als het ware op.  Net als Parijs deed bij deze 8 schilders. Er ontstond een gepassioneerde relatie tussen de kunstenaars en deze stad. Te zien in hun eigen werk, maar ook in de werken van anderen. Vol verbeelding, het kon niet op. De sky was de limit en je ziet de kleuren feller en sprankelender worden, naarmate de eeuw vordert. Een eeuw vol nieuwe kunst en verhalen. Het feest eindigt in 1914 met la Grande Guerre.

 foto: schilderij nr. 11, Piet Mondriaan

Nederlanders in Parijs 1789- 1914 is van 13 oktober 2017 tot en met 7 januari te zien in het van Van Gogh Museum. Daarna is de tentoonstelling te zien in Parijs. Uitgeverij TOTH geeft in samenwerking met het RKD een speciale catalogus uit met portretten en illustraties van de kunstenaars, die lang of kort in deze stad verbleven. Nederlanders in Parijs 1789- 1914 is er in een Nederlands- en Engelstalige versie en kost € 29,90.

foto: Zicht uit Theo’s appartement,Vincent van Gogh

Wie Parijs zegt, zegt eten. In de negentiende eeuw, toen behalve kunstenaars, ook veel andere jongeren hun geluk kwamen beproeven in de stad, schoten brasserieën, bistro’s, estaminets en restaurants als paddenstoelen uit de grond. Plek om elkaar te ontmoeten, een glas wijn te drinken. (door de trein was de Beaujolais een stuk dichterbij komen liggen) en je maal te doen. Zoals een stevige kom uiensoep. Hartverwarmend na een dag schilderen op je krappe zolderkamer. We drinken er een vrolijke Beaujolais Villages bij.

 foto: Bal Tabarin van Jan Sluijters

Nodig:

1 kg uien

50 g boter

2 el olijfolie

2 takjes tijm

1 takje rozemarijn

1 el mosterd

1 liter runderbouillon (vers of van blokje)

1 glas rode wijn

1 laurierblaadje

stokbrood

geraspte oude kaas of Gruyère

gehakte peterselie

peper en zout

Bereiding:

Pel de uien en snijd ze in grove stukken. Verhit de boter en olie in een diepe pan. Voeg de uien toe en laat op laag vuur in een kwartier glazig worden. Zet het vuur hoger en bak de uien in circa 10 minuten bruin. Blus af met een glas rode wijn. Voeg de mosterd, tijm en rozemarijn toe. Als laatste de warme runderbouillon. Laat het geheel nog zeker een half uur pruttelen. Voeg naar smaak nog wat peper en zout toe. Snijd plakken van het stokbrood en leg deze bestrooid met de kaas kort onder de grill. Serveer de Franse uiensoep in diepe kommen met het stuk stokbrood erin. Strooi er wat fijngehakte peterselie overheen.

 foto: De blauwe japon Kees van Dongen

Dagelijkse kost 2, Jeroen Meus.

  foto: cover Dagelijkse Kost 2.

Dagelijkse Kost 2, koken met gezond verstand. Op de zondagvooravond gaat Gereons Keuken Thuis er altijd even voor zitten. De weekeditie op Eén van Dagelijkse kost, mijn apéro TV moment, met Jeroen Meus, die schalks aan den kook gaat met makkelijke, maar ook mooie klassieke gerechten. Glas in de hand en genieten van al dat eten. Jeroen Meus is geen onbekende in Vlaanderen en daarbuiten. Dagelijks maakt hij een kostje voor honderdduizenden kijkers. Echt eten, van bij ons, zoals hij pleegt te zeggen. Altijd met een kwinkslag en voor iedereen te maken. Met liefde.

Ik begrijp wel, dat deze kok en TV chef zoveel boeken verkoopt. Iedereen wil toch wel zo’n razende Roeland – ik bedoel Jeroen- in de keuken hebben staan? Nu is dat natuurlijk niet direct mogelijk, maar je kunt wel aan de slag gaan met de gerechten uit Dagelijkse kost 2.

Jeroens nieuwe boek start met een persoonlijke brief aan de lezer. Hij resumeert de dag, zijn wandeling in het bos, de heide in de herfst, kinderen op schoolreis met thuis gesmeerde en geplette boterhammen. Eenmaal thuis een slok water. Jeroen beeldt zich in dat het water uit een koele bron komt. Beeld het je in en smaak krijgt instant een extra dimensie! Italiaanse chef Antonio Carluccio krijgt driewerf gelijk van hem. Vers geoogste erwtjes, zoontje George at een in suiker gedoopte stengel rabarber. Allemaal mijmeringen doorspekt met herinneringen van zijn eigen jeugd. Daar gaat het om, herinneringen aan eten. Het kunnen nooit hypes zijn, aldus Jeroen. Eten moet worden gekoesterd, nooit geclaimd. Gerechten vertellen ons veel over wie we zijn. Dat is eten voor Jeroen Meus: zonder franje, maar koken met zijn gezonde verstand.  Een boek met 101 nieuwe recepten, waarmee je jouw dagelijkse portie geluk kookt!

Daar gaan we dan. Dagelijkse kost 2 heeft geen structuur, geen hoofdstukken. Het gaat over vlees, vis, veggie, pasta & pizza, salade, soep, uit het vuistje en dessert. Lekker door elkaar en de paginanummers staan erachter. Dus wat je wilt maken is snel te vinden. Ook in het register, dat op ingrediënten is gesorteerd. Tussendoor nog wat basisbereidingen. Duidelijk zat.

Koken is liefde tonen. Met een recept voor stromboli, een duidelijk recept met een tip onderaan om zelf eenvoudige tomatensaus te maken. Tomatensoep met krab. Nee, niet het schaaldier, maar varkenskrabbetjes. Een vidé, wij noemen dat pasteitje in Holland, met bospaddenstoelen en schorseneren. Een rijke vispan met prei. Klassieke kalfsfricassee. Rillettes met toast voor bij de apéro in Gereons Keuken Thuis, instant plezier. Mosselkroketjes, bierke erbij. Zoete babas au rhum met sinaasroom, een hedendaagse twist van de cakejes waar de hertog van Lotharingen zo dol op was! Vooruit, ik noem nog de Luikse balletjes en de hachis van konijn en witloof! Die laatste gaat Gereons Keuken  Thuis  zeker deze winter maken. Wat een gerechten allemaal. Een boek vol hedendaags en klassiek eten. Meus verstaat zijn vak, dat blijkt maar weer eens met Dagelijkse Kost 2. Een boek met 101 recepten, gelardeerd met foto’s van de kost en dagelijkse kiekjes van Vlaanderen. “Alleen in de keuken moet je soms iets opkloppen” De rest is gezond verstand! Mooi motto.

Dagelijkse Kost 2, koken met gezond verstand Jeroen Meus (ISBN 9789022334232) is een uitgave van Manteau en kost € 24,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten