Culinair mindmappen.

Culinair mindmappen op zaterdag. In Gereons Keuken Thuis (en hoofd) wemelt van de culinaire en vineuze onderwerpen, die mijn aandacht vragen. Uitgestelde kook- en receptprojecten, mijn #franseweken, gastbloggers voor de Italiaanse maand, wijn proeven uit Friuli, de nakende #alfresco zomer en aanstaande maandag de 10e editie van de Culiperslunch. Ik heb er op deze zaterdagochtend wat op bedacht. Culinair mindmappen maakt het hoofd leeg en je blog gaat een duidelijke richting in. Eigenlijk niets anders dan een inhoudelijk to do lijstje.

foto: logo van Wâldfarming

Ik start met de bonen van Wâldfarming. Wat hebben Kollummer zoete erwten, Friese woudbonen en Stienser pronkbonen gemeen, behalve hun rijkdom aan eiwitten, duurzaamheid en prijs? Ze komen alle drie uit het pakket dat Gereons Keuken Thuis onlangs ontving van Wâldfarming de (h)eerlijke streekproducten- en specialiteitenwebshop uit Jistrum in Friesland. Wâldfarming produceert, verwerkt en verkoopt lekkere en mooie streekproducten. Kleinschalig met behulp van zo’n twaalf boeren worden prachtige natuurproducten geteeld, die ze live verkopen op de markten van Leeuwarden en Groningen. Woon je daar niet in de buurt? Dan kun je altijd je licht op steken op Wâldfarming, want daar zijn de lekkere producten van het Hoge Noorden te bestellen. Gereons Keuken Thuis gaat eerst eens proeven en koken. Ik sla er het heerlijke boek Bonen! maar even op na van mijn vriendin en #bonendiva Joke what’s in a name Boon.

foto: witte quindici vendemmia.



Wijnen uit Friuli. Gereons Keuken Thuis werd dit voorjaar blij verrast met mooie wijn en olie uit Friuli, van een oude bekende van mij. Hij ontdekte deze wijnen tijdens het olijf plukken vlakbij Triëst en raakte bekoord van het aanbod aan refosco, monte d’oro en malvasia. Spek voor mijn bekkie, om er in mei wat meer mee te gaan doen. Maar eerst proeven,proeven, proeven!

foto; cover Basisboek Indonesisch.



Op dinsdag 26 maart was ik bij de boekpresentatie van Basisboek Indonesisch. Helaas is Gereons Keuken Thuis niet echt behept met de keuken van de Gordel van Smaragd, in de seventies maakte mijn moeder heerlijke bumbu Bali ikan, frikadel pan en babi kecap. Zij leerde deze gerechten maken, overigens net als zarzuela, van overbuurvrouw Daisy, ik moest zeggen mevrouw Bijleveld. Toen ik ging studeren nam ik het kookboek de Indische keuken thuis mee, uitgeleend aan kompaan en nooit terug gezien. Maar niet getreurd met het Basisboek Indonesisch van HHB finaliste Francis Kuijk, uitgave van GoodCook kan ik in de rebound en begin met verse makreel boemboe Bali.

foto: de pepergelei van Lovely Spice.



Ik ga verder met culinair mindmappen. In SeaSpot staan wat lekkere potjes pepergelei te wachten, totdat het #alfresco seizoen start. Dat betekent lekkere marinades, sausjes of als begeleider bij taco’s met pulled beef en jalapeño pepers, die ik onlangs at bij de Haven van Zandvoort. Vele variaties mogelijk met deze potjes van Lovely Spice.

foto: lunch bij de Haven van Zandvoort.


Baru Belanda, Indische keuken 3.0. Soms zijn er van die kookboeken waar je over blijft nadenken voor je een recensie schrijft. Aytems of inspiration van Ayt Erdogan is er zo eentje, Bijdendijk, een keuken voor de lage landen van Joris Bijdendijk en nu Baru Belanda van Pascal Jalhay, uitgave van Fontaine uitgevers. Waar ken ik Pascal van? Van samen koken voor AH bij een kookstudio in de Elanddsstraat in Amsterdam. Van zijn fenomenale lunch in november 2017 op de Dam samen met tafeldame Jean Beddington en co auteur Marcus CPL en FavorFlav Polman met de gedeconstrueerde gado gado. Anyway maandag zie ik Pascal weer een keertje tijdens de #CPL2019 en kan ik een beeld vormen van de recensie die gaat volgen op Gereons Keuken Thuis.

foto: een geweldig gerecht van Pascal Jalhay.



Tot slot een recept, want wat zou culinair mindmappen zijn zonder de recepten van professeur Circonflexe!

foto: port de Honfleur.

Het zijn nog steeds de #franseweken. Normandië is het land van appels, groene weiden vol gezonde koeien met een bril op. Deze appels leveren onder andere cider en van de melk van de Normandische dames wordt de lekkerste boter en crème fraîche gemaakt. De zee is niet ver weg, vis en schaaldieren vind je overal in Normandië. Daar weet professeur Circonflexe uit Boulogne sur Mer wel raad mee. Hij noteerde dit heerlijke recept voor mosselen in zijn carnet culinair.

Nodig:

2 kg mosselen
1/2 fles appelcider brut
100 g crème fraîche
3 kleine uien
50 g boter
50 g bloem
2 el Dijon mosterd
peterselie gehakt
bieslook gehakt
zout en peper

Bereiding:

Breng in een pan de helft van de cider aan de kook. Controleer de goed gewassen en schoongemaakte mosselen op breuk of openstaan. (door te tikken op schelp gaan ze dicht)
Breng de mosselen in de cider aan de kook met peper en zout.
Als de mosselen open gaan, haal ze uit de pan en houd ze in de oven warm (80 graden). Zeef het mossel en cider vocht en houd dit warm.
Doe de uien gesnipperd in een pan met de boter en laat ze even mooi goud bruin worden, voeg hieraan de bloem toe, bak deze licht mee. Voeg daarna al roerend de rest van de cider en het mosselvocht toe. Zet het vuur lager en laat kort sudderen. Voeg de crème fraîche en de mosterd toe. Doe de mosselen uit de oven op een schaal en giet deze saus erover. Garneren met de gehakte peterselie en bieslook.


HAPPY WEEKEND.

Kopenhagen Food, Trine Hahnemann

foto: cover Kopenhagen Food

Kopenhagen food. Wonderful, wonderful Købnhavn is de hoofdstad van Denemarken en een hele bijzondere stad. In de laatste twee decennia heeft de stad zich ontwikkeld tot een echt foodlover’s paradise. Of dit alles te maken heeft met NOMA of juist niet, doet er niet toe. Kopenhagen bruist van de gezellige en lekkere adressen. En degene, die dat kan weten is Trine Hahnemann, van wie ik zo’n anderhalf jaar geleden Scandinavisch Comfort Food besprak op Gereons Keuken Thuis. En wie is er nu beter geschikt dan oer Deense Hahnemann om ons op sleeptouw te nemen door de wijken van foody Kopenhagen? Een boek vol recepten, tradities en verhalen.

Het boek is geen reisgids, het is het verhaal van Trine, over haar eigen stad. Trine is geen jonge, net gelande hipster, die net als in Amsterdam hijgend en puffend achter nieuwe adresjes aanholt. Welnee, de schrijfster is 100% echte Kopenhaagse en kent de stad van voor en na de ontwikkeling tot de kosmopolitische stad, die Kopenhagen nu is. Met hippe buurten, cocktailbars, koffietenten en fietsen. Hipster galore dus. Wat Hahnemann hiermee doet is bijzonder, ze probeert het verband tussen het traditionele en moderne Kopenhagen te leggen. Het resultaat is dit boek.

We gaan slenteren door de wijken, met ieder een eigen signatuur. Kopenhagen food start in het van plaatjes bekende Nyhavn en de buurt Gammelholm, de nieuwe haven, toeristisch maar ook traditioneel. De schrijfster groeide op tussen de kanalen en havens en koestert goede herinneringen aan de stiekem gekochte marsepeincakejes. Recepten voor krebinetter, Deense burgers en laatstgenoemde cakejes volgen. We struinen verder via het Koninklijk theater en de morsige kant van Nyhavn, doorspekt met Hakkebøf en kreeftsalade. Traditioneel versus 21e eeuw. Gerechten van voor en na NOMA.

Nu is deze recensie geenszins bedoeld, om met jullie heel Kopenhagen door te nemen, dus  sla ik wat geselecteerde wijken over. Ontdek het zelf maar. Via Frederiksstaden, met als middelpunt de residentie van koningin Margrethe, culi-pelgrimage wijk Christianshavn, belanden we in het charmante centrum van Kopenhagen, met smalle straatjes en gekleurde huizen. Zo stelt Gereons Køkken Thuis zich een Scandinavische stad voor. Een levendige wijk. Voor ontbijt met amandelbroodjes (tebirkes) met maanzaad, het meest favoriete beleg van de Deen, leverpostej en Deense hotdogs. Wat ik leuk vind is dat Hahnemann bij elke wijk een verbinding maakt van hedendaags met wat ouderwetser eten. Mad in het Deens. We bezoeken de torens, Trine vertelt over Deense kerst, we bezoeken de wijken Vesterbro, Nørrebro en Østerbro met o.a. Scandinavische pizza en flødeboller, die wij zoenen noemen.

Kopenhagen Food is een heerlijk en sfeervol boek, met lekker maakbaar eten. Het laat je de mooie facetten van Kopenhagen zien en inspireert je direct een trip te maken naar de stad van de kleine zeemeermin en Tivoli. Ik snap, al lezende in mijn luie stoel, de bekende sprookjesschrijver Andersen steeds beter. En via dit boek de nordisk mad. Wat veel geneugten. Velbekomme, dat doet dit boek zeker!

Kopenhagen Food, Trine Hahnemann. (ISBN 9789000066620) is een uitgave van Spectrum Lifestyle en kost € 29,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Proef de zee, koken met zeewier.

foto: cover kookboek Proef de zee.

Proef de zee, of beter gezegd de smaak umami, wat in het Japans heerlijkheid betekent. Want dat is wat het gebruik van zeewier in je gerechten oplevert. Ik ruik als het ware de ziltige jodium lucht, die je vaak op het strand ervaart. Anne Fleur Sanders schreef er een kookboek over, want zeewier wordt in de keuken steeds populairder. Het is een bron van smaak en heel gezond. In Nederland is het gebruik van zeewier nog vrij onontgonnen gebied. Daarentegen de Japanse en Koreaanse keukens kennen deze groente en voedingsstof uit zee al eeuwen. En wij eigenlijk ook al decennia lang door de nori om sushi heen. Maar er is meer dan norivellen in zeewierland. Reden genoeg voor Anne Fleur en styliste Anya van de Wetering om op ontdekkingstocht langs de kust te gaan, want ook in ons kikkerlandje worden genoeg heerlijke wieren verzameld en gekweekt. Invliegen is zeker niet altijd nodig.

Waarom gaat Proef de zee over zeewier? Zeewier bevat onmisbare voedingsstoffen, zoals eiwitten en mineralen. Maar ook sporenelementen en antioxidanten. Zeewieren zijn veelzijdig met ieder een eigen karakter. Er valt dus van alles mee te doen en te maken. Het is een goede vervanger voor zout, met als kanttekening, dat een te grote consumptie door de aanwezigheid van jodium niet altijd goed voor  je schildklierwerking is. Zelf plukken raden de dames niet aan, omdat je niet weet hoe vers het wier is.

Proef de zee begint met de meest toegankelijke wieren, zeesla en zeespaghetti. Zeesla komt veel voor in Zeeland. Het groeit aan strekdammen en op oester- en mossel schelpen. Gereons Keuken Thuis ziet het vaak in aangespoelde vorm op het strand liggen. Het is de kropsla uit zee en in veel gerechten te verwerken, koud en warm. Ik vind het recept voor zeewierhummus met gerookte haring een vondst. Het leuke aan de schrijfsters is, dat ze zeewier uit de traditioneel macrobiotische Japanse hoek halen. Wat te denken van zeewierkaas van yoghurt met verse kruiden en eetbare bloemen.

Hierna volgt de bruine zeespaghetti. Een simpel doch chique gerecht vind ik de zeespaghetti met burrata, geroosterde tomaatjes en basilicum. Een mooie draai aan de insalata caprese. Kombu, kelp, komt aan bod, het Japanse wakame, dulse en nog meer andere zeewieren. Tot slot gebruiken de Anne Fleur en  Anya agar agar, dat ik ken uit de moleculaire keuken, voor snoepjes en heel bijzonder chlorella (feitelijk geen wier) voor meringues met een groene twist.

Proef de zee is een mooi en handzaam boek, dat je in een oogopslag laat kennis maken met de geneugten van deze groente uit zee. Mooie recepten, origineel, vrolijke styling en in frêle kleuren op de gevoelige plaat gezet door Bella Thewes, de grijs-, blauw- en groenschakeringen van de Noordzee, waar ik op deze maandagochtend vanachter de laptop op uitkijk. Gereons Keuken Thuis gaat naast de blik nu ook proefondervindelijk aan de slag met wat de zee ons biedt. Zeewier!

Proef de zee, koken met zeewier. Anne Fleur Sanders & Anya van de Wetering (ISBN 9789089897961) is een uitgave van Terra en kost € 23,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Frans, tu comprends?

foto: la couverture du livre Frans, tu comprends?

Frans, tu comprends? Praatjes maken in het Frans, ik deed het voorheen veel als ik op de ochtendkoffie en/of zoete apéro was bij overbuurvrouw Madeleine, tijdens bezoeken aan wijnbouwers en in de winkels van Tournus. Of tijdens telefoongesprekken vanuit Nederland. Sinds het stoppen met wijnimport, frequenteer ik de zeshoek de laatste jaren iets minder vaak en je raakt er dan uit. Uit de alledaagse wijze van conversatie. Geen lunches in Lille meer met Loire producent Guindon, geen matinale proefsessies meer bij domaine Petitot. En niet gezellig wat bavarder met vriendin Marieke en haar man uit de Beaujolais. Ik moet zeggen, dat daardoor je Franse taalbehendigheid wat inzakt. Het vervaagt. En bij elk nieuw bezoek aan Frankrijk moet je er dan opnieuw aan wennen. Voeg daaraan toe, dat tijdens mijn laatste bezoek aan de Côte d’Azur ik op mijn Franse vragen steevast in het Engels werd geantwoord. De alarmbellen gingen aan. Was mijn Frans zo belabberd of begreep mijn Franse gesprekspartner mij niet? Of wilde hij mij door in het Engels te antwoorden niet in verlegenheid brengen?

Maar zoals altijd in dit soort gevallen, is de redding nabij. Marion Everink schreef al eerder boeken over de Franse taal, zoals Meer sjans met Frans en nu is er het boek Frans, tu comprends? Een complete gids voor alledaags Frans. Marion neemt je mee aan de hand van praatjes, die het Nederlandse stel Tom en Carolien maken met buren, vrienden, collega’s en sportmakkers in hun dorp in de Dordogne. Leuke korte gesprekken met Sylviane, la célibataire en parner in het bedrijfje van Carolien.  Praatjes met Alain, vriend en Jean Daniël, sportmakker van oer Hollandse Tom, die zelf bricoleur is. En zo volgen nog een aantal andere personen, waarmee deze twee Nederlanders interacteren in de Franse taal.. Een heel hoofdstuk gaat over hun praatjes, zoals bij ontmoetingen, huis- tuin en burenverhalen, er is van alles te koop en wel en wee onderweg. Allemaal alledaagse dingen, waar je mee te maken krijgt als beginnend of verder gevorderd Franssprekende. Alle gesprekjes worden tweetalig weergegeven in het boek. In feite ook geschikt voor Franse expats hier in Mokum, die in de Nederlandse taal willen kouten. Everink heeft een mooi verwijzingssysteem opgenomen, waarmee je moeilijke woorden en heikele kwesties kunt opzoeken. Ze gaat in op vreemde gewoontes, het al dan niet tutoyeren, la bise of het hand schudden, etenstijd, de apéro dinatoire en het eventjes langswippen. Natuurlijk allemaal algemeenheden, maar toch van die dingetjes, die net even anders zijn dan bij ons.

Een apart hoofdstuk is gewijd aan survival Frans, de er niet om heen kunnen uitdrukkingen, wat maakt het uit Frans en bijvoorbeeld Frans om erbij te horen. En je leert schelden in het Frans. Daarna volgt de verdieping door regels en grammatica en een handige regelwijzer, die ik de komende tijd weer ga savoureren, om maar in culinaire termen te blijven. Frans tu comprends? is een heerlijk boek alleen al vanwege de avonturen van Tom en Carolien, maar voor mij vooral een heerlijke oppoetsgids, die ik nog vaak zal raadplegen. Een mooiere départ lancé van de aankomende Franse weken op Gereons Keuken Thuis kan ik me niet wensen.

Frans, tu comprends? Complete gids voor alledaags Frans. Marion Everink (ISBN 9789463190732) is een uitgave van Scriptum en kost € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer 

Le bon BIB.

foto: tempranillo premier van Sensawine bij Le Bon BIB.

Ik ga het vandaag eens over Le Bon BIB hebben op Gereons Keuken Thuis. BIB is een fenomeen, dat ik uit de Franse grandes surfaces ken en tevens via mijn wijnimportavonturen langs de dreven van de Bourgogne en Beaujolais. BIB is een afkorting voor bag in box, een wijze van bottelen van wijn in grootverpakkingen. In Nederland is de consument er wat huiverig voor. In andere Europese landen niet, want daar worden wijnen al jaren aangeboden in deze vorm van verpakking. Ideaal voor de regelmatige wijndrinker, milieuvriendelijker en goed voor je rug. Nooit meer al die lege flessen slepen naar de glasbak. Want een kleine BIB bevat het equivalent van 4 flessen wijn. Tenslotte is een geopende BIB langer houdbaar dan een geopende fles. Je kunt je voorstellen, dat Gereons Keuken en Route regelmatig wat BIBs insloeg onderweg. Ideaal voor feestjes en voor wijnproeverijtjes. Met natuurlijk wat hapjes.

Onlangs maakte ik kennis met Gregor en Jean, de mannen achter Le Bon BIB. Zij hebben zich als doel gesteld, de Nederlandse BIB markt te veroveren met hun webshop vol kwaliteitswijnen in deze verpakkingsvorm. Bij hun ontdekkingstocht bleek, dat sommige BIB kwaliteitswijnen al te koop waren. Andere wijnen worden speciaal gebotteld voor de heren. Of geBIBt, zoals zij zelf zeggen. Tegen schappelijke prijzen. De collectie van Le Bon BIB bestaat uit  Franse wijnen uit de Languedoc, Gascogne en Côtes du Rhône in rood en wit en in 3 en 5 liter BIB’s en dat tegen schappelijke prijzen. Ik zag ook een biologische rosé uit de Minervois, fijn voor de zomer al fresco. Er is wijn uit Zuid Afrika en uit Spanje. Uit dat laatste land proefde Gereons Keuken Thuis de rode Sensawine tempranillo premier van Bodegas Celaya uit la Mancha. Vier maanden gerijpt op eiken met een stevige rode tint. Tinto is niet voor niets Spaans voor rood. Met in de mond kersen en ander steenfruit. De eerste houtgerijpte wijn in hun collectie, die is geBIBt. Ga eens kijken op Le Bon BIB en laat je verrassen door het assortiment. Easy does it!  Daar moet wat bij worden gegeten. Een stevige Spaanse soep van de hoogvlakte, waar het in de winter knerpend koud is en waar de druiven in de zomer bijkans worden gestoofd. Ik maak voor deze BIB ridders een Castillaanse soep met kikkererwten voor bij de Spaanse oerdruif tempranillo. Salud y buen provecho!

Nodig:

2 schouderkarbonades

2 rode uien

3 tenen knoflook

1 prei in ringen

2 wortels

1 rode paprika

3 stelen bleekselderij

100 g blokjes chorizo

2  potten kikkererwten uitgelekt

glas rode wijn.

zout & peper

paprikapoeder

1 blik gepelde tomaten

2 bouillonblokjes, groente of kip.

1,7 liter kokend water

2 tl pimentón de la Vera

gehakte peterselie

olijfolie

Bereiding:

Snijd de groente fijn, snipper de uien en hak de knoflooktenen fijn. Bestrooi de  schouderkarbonades met wat peper, zout en paprikapoeder en verhit wat olijfolie in een diepe pan. Bak het vlees om en om aan. Haal de karbonades eruit en zet apart. Bak de chorizo uit en voeg de uien, groente en knoflook toe. Bak kort aan, voeg de tomaten uit blik en pimentón toe en blus af met wat rode wijn. Snijd de karbonades in stukjes en voeg toe. Voeg hierna gekookt water en de bouillonblokjes toe. Laat het geheel een half uur koken op laag vuur en voeg als laatste de uitgelekte kikkererwten toe. Laat deze nog 10 minuten mee garen. proef en voeg eventueel nog wat smaakmakers toe. Serveer direct in kommen, gegarneerd met wat gehakte peterselie en met stevig boerenbrood.

Tsukémono, Peter van Berckel.

foto: cover Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan.

Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan. Gereons Keuken Thuis staat op het punt een nieuwe liefhebberij te starten. Ik hakte al van alles in de pot, van tomatensaus tot appelstroop, maar sinds ik het mooie boek Tsukémono en de  Hi Pet picklepers ontving van fermentatieleraar Peter van Berckel ben ik helegaar in de ban van deze stijl van pickles maken. Het fermenteren van groente zoals het in Japan al eeuwenlang gebeurt. Snel en je kunt het elke dag doen, want met dit apparaat zijn je gefermenteerde groentjes in een handomdraai klaar.

Het fermenteren zit in de genen van Van Berckel, vertelt de schrijver in de inleiding van zijn boek. Hij stamt uit een geslacht van jeneverdestillateurs en bierbrouwers. Zelf is deze vrolijke kok al dertig jaar bezig met natuurvoeding. Hij gebruikte kefir, desem, kombucha en tempeh al voordat ze hipster werden. Niet alleen voor de consumptie, hij reisde zelfs naar Frankrijk af om alles te leren over wilde fermentatie. Daarna ging het snel. Peter ging zich specialiseren en werd fermentatieleraar, voor hem nog steeds een leuke ontdekkingstocht. Het creëren van nieuwe smaken, het ontdekken van telkens nieuwe gezondheidsaspecten. Het is een hele wereld. De wereld van Peter van Berckel.

foto: fermentatie maestro Peter van Berckel

Het eerste gedeelte van Tsukémono gaat over de geschiedenis, de smaak, de methode en gezondheidsaspecten van Tsukémono, de Japanse naam voor gefermenteerde groente. Al in de 4e eeuw ontdekten de Japanners deze methode en door de eeuwen heen zijn vele smaken en soorten ontstaan. Peter besteedt ook aandacht aan de tradities van de Japanse maaltijd, het vleselijke, maar ook de spirituele kant, het dankbaar zijn voor al het goede en de moeite die is getroost om in harmonie te leven met al het moois uit de natuur. Hij legt daarna de verschillen de wijzen van pickelen, picklen en pekelen uit en het verschil tussen traditioneel fermenteren en het werken met de pickle pers. (mijn nieuwe huisdier) Hygiëne komt nog aan bod en dan is het tijd om zelf aan de slag te gaan. Het daadwerkelijk zouten, kneden en persen van groenten. Smaakmakers toevoegen. Een kind kan de was doen. Het streven naar smaakbalans. Tsukémono is zo’n mooie traditie van de harmonie tussen zout, zuur, zoet, bitter en tot slot umami.

foto: stylish tsukéziki.

Ik maak een sprong naar het tweede gedeelte van het boek, de recepten. Als je de aanwijzingen goed opvolgt kunnen je pickles gewoon niet mislukken, minimaal 30 minuten in de pers en klaar is je gezonde groentehapje. Van Berckel start met Oosterse recepten zoals zoetzure rettich en appel pickle, kimchi ontbreekt niet of sushi van gepicklede kool. Overal worden de recepten uitgelegd in duidelijke woorden en foto’s. Spelen met smaken en de pickle pers doet de rest. Ter voorbereiding was ik onlangs bij een Chinese supermarkt in de stad om te kijken welke smaakmakers en ingrediënten ik zou aanschaffen. Peter legt deze allemaal duidelijk uit. Want de mogelijkheden zijn eindeloos.  Tsukémono is ook in Westerse keukens goed toe te passen. Wat te denken van een echte Hollandse snert pickle of tsukéziki, Peters variant van het in Gereons Keuken veel gegeten Griekse yoghurtgerecht. Zelfs caponata van Sicilië behoort tot de mogelijkheden.  Wat een keuze allemaal en dan te bedenken dat het allemaal gewoon op basis van groente en wat zout ontstaat. Ik ben overtuigd en heb er een nieuwe smakelijke hobby bij. Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan. Dat zou je vaker moeten doen!

Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan, Peter van Berckel (ISBN 9789081821575) is een uitgave van Rineke Dijkinga Books en is te koop voor € 28,95

TIP: kijk ook eens op de vrolijke website van Peter van Berckel, waar je alles vindt over het boek, fermenteren, workshops en benodigdheden.  

video: Peter van Berckel aan de pickle samen met Koken met Kennis Eke Mariën

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer 

Strudel + Knödel, de moderne Duitse keuken.

foto: de cover van Strudel und Knödel in meinem Küche.

Strudel + Knödel. Waar over het algemeen culi’s en foodbloggers erg veel weten en schrijven over de keuken van Italië, de tegenwoordig erg hippe Levantijnse cuisine en allerlei andere exotische gerechten, is er één onontdekte keuken, de Duitse! Een enkele blogger met Duitse roots daargelaten. Kennis van de culinaire cultuur van dit grote land gaat vaak niet verder dan zuurkool, schnaps, bier, schnitzels und rostbraten. Vergeet ik nog de Schwärzwalder Kirschtorte. Gereons Keuken Thuis is ook niet echt een kenner van Duits eten.  Ik bezit wel enkele Duitse wildboeken, maar daar houdt de kunde op. Daarentegen moet ik wel zeggen, dat ik tijdens mijn vele verblijven in Frankfurt, een heel andere kijk op modern Duits eten en lokale wijnen heb gekregen. Ik denk dat het ook een beetje Duits is om niet van de toren te blazen over hun culinaire prestaties. Eten moet wat Duitsers betreft vooral “deftig” zijn, goed verzorgd, hartig en stevig.

Het is de van Duits/ Welshe afkomst Anja Dunk, die vanuit haar woonplaats op het Britse eiland de Heimatküche van haar moeder beschrijft in het mooi vormgegeven kookboek Strudel + Knödel, een ontdekkingsreis in 200 recepten door de hedendaagse keuken van het geboorteland van haar moeder. In Wales tijdens haar jeugd werd er veel Duits eten gekookt, Zie het als een soort nostalgisch Essen. Dunk groeide dus op met de zachte en verfijnde smaken van Duitse gerechten. Zij wilde dan ook de recepten van haar moeder en Omi bundelen. Strudel + Knödel met zelfgemaakte foto’s is het resultaat. Een fijne handleiding door de heutige Duitse keuken. Duits eten gaf de schrijfster een gevoel van thuis. Overigens niet vreemd, in veel mediterrane badplaatsen, waar veel Duitse badgasten komen, zijn veel Gaststätte te vinden, met klinkende namen als Zum dicken Ei of Beim Hauswirt, waar nach Deutscher Art wordt gekookt. Klassiekers met een Warsteiner erbij.

Dunk noemt de Duitse keuken in Strudel + Knödel eenvoudig en troostrijk, met zuivel- en eiergerechten, zoals warme karnemelksoep of een hazelnotenomelet. Stevige gerechten met subtiele smaken. Ingelegde dingen, ook zo heerlijk. Anja Dunk verkent de Duitse kelders vol jam van Obst, tafelzuren en gefermenteerde gerechten. Een zuurkoolrecept ontbreekt natürlich nicht!

Meel en water vormen de basis voor knoedels. wij denken altijd dat de Italiaanse keuken patent heeft op  deegwaargerechten. In Duitsland kunnen ze er ook wat van. Deeg voor de wereldberoemde broden en voor knödel, met bijvoorbeeld witvis of karwijzaad, een echte Duitse smaak.

Midden in het boek vind je een repertorium van Duitse smaken, kruiden en specerijen. Heel handig. Hierna gaat Anja Dunk los in het hoofdstuk Alles mag, van hertenburgers tot met karwijzaad geroosterde bieten met karnemelk. Ik vind het een Neue Deutsche Welle, niet in muziek, maar in de keuken. Er wordt gebakken, drankjes worden gemaakt. Dunk spaart kosten noch moeite om je opnieuw kennis te laten maken met deze fijne en originele keuken. Strudel + Knödel is behalve leerzaam een echte ode aan de keuken van onze Nachbarn vom Osten.

Strudel + Knödel, de moderne Duitse keuken, Anja Dunk ( ISBN 9789038805986) is een uitgave van Nijgh Cuisine en is te koop voor € 29,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer 

Champagne van de bodem van de zee.

foto: de afgezonken spécialté Abyss 2013

Bij het Bretonse eiland Ouessant gebeurt iets heel bijzonders. Op zestig meter diepte, in stalen caissons, liggen daar flessen champagne uit Epernay, ver weg van de bewoonde wereld in stilte te rijpen. Sans oxygène. Champagne van de bodem van de zee. Een marketingverhaaltje of toch iets bijzonders? Tijdens de masterclass champagne door Hervé Justin van het biologisch en biodynamisch opererende champagnehuis Leclerc Briant leerde Gereons Keuken Thuis van alles over de teelt en productie van hun wijnen. Leclerc Briant, tegenwoordig in Amerikaanse handen, is al bijna 30 jaar bezig als biodynamisch bedrijf. Volgens de principes van Rudolf Steiner. In principe valt wijnbouw niet onder zijn principes, want wijn is de facto geen eerste levensbehoefte. Voedsel, lucht en water wel. Desalniettemin hebben ze het toch geprobeerd. Met een mooi resultaat, weinig of helemaal niet bijsuikeren, zoals bij hun blanc de blancs met de klinkende naam La Croisette (nee niet vernoemd naar de boulevard van Cannes, maar naar de wijngaard), een kakelstrakke brut met naar mijn oordeel iets te veel zuren. Een lang verhaal over de positie van Mars ten opzichte van de Aarde volgde en Justin vertelde, dat deze constellatie veel gevolgen had voor de malolactische gisting van de stille wijn. Maar, vroeg ik me direct af, dat probleem kennen toch niet alleen de biodynamische wijnproducenten? Ik ga binnenkort eens verder op onderzoek uit.

foto: zonder suiker de cépage La Croisette 2014.

Biochic, daar gaan ze voor bij Leclerc Briant. Champagne is namelijk een feestdrank, aldus Justin van Leclerc Briant. Speciaal voor deze masterclass tijdens deze editie van Vini Bio hadden zij hun paradepaardje Abyss, champagne van de bodem van de zee meegenomen, om te proeven. Ruwe flessen met zeepokken en ander gespuis, doordat deze flessen bij Ile d’Ouessant worden afgezonken en een jaar afgesloten blijven liggen. Opduiken heeft geen zin, want dat red je niet, volgens Hervé Justin. Abyss 2013 is een blend, zoals de meeste champagnes, gemaakt van pinot meunier en pinot noir en met wat witte chardonnay. Leclerc Briant gebruikt voor de tweede gisting alleen natuurlijke dosage en als de champagne in Epernay klaar is, wordt het tijd voor het Atlantische uitstapje van een jaar. De kurk kleurt zwart onder water, maar die wordt bij terugkeer in de Champagne direct vervangen. Helaas, antwoordde Justin, kan en mag dat niet met andere capsules of kurken, want dat is tegen de AOP regels.

video: bij Leclerc Briant is alles vibratie.

Champagne dient nu eenmaal van A tot Z gemaakt te worden in deze regio. Maar een uitstapje au bord de la mer kan altijd. Tijd om te proeven van deze wat door autolyse gevormde toasterige en amberkleurige wijn. Een kruidige geur, mooie belletjes en spannende beetje op Madeira lijkende smaak. Nutty flavours. Toch wel apart. Maar met de prijs van om en nabij de 195 euro’s mag je natuurlijk toch wel wat verwachten. (en sparen om zo’n fles te bemachtigen) Een niet alledaagse champagne. Abyss van de bodem van de zee, is het marketing of  iets magisch, wie zal het zeggen? Gereons Keuken Thuis is in ieder geval weer een wijnervaring rijker.

foto: de mooie amberkleur van Abyss.

Na deze masterclass was het tijd voor de wijnen bij Vini Bio, waarover een andere keer meer. Dank aan Ghislaine Melman voor de organisatie.

The Joy of Nature, Hockney & Van Gogh.

foto: Intro The Joy of Nature.

The Joy of Nature, Hockney & Van Gogh. Vandaag start de (meteorologische) lente, een nieuw seizoen, net als de nieuwe tentoonstelling The Joy of Nature in het Amsterdamse Van Gogh Museum. Voor het eerst zijn de kolossale en kleurrijke Yorkshire landschappen van  David Hockney te zien in Nederland. Een overweldigend visueel spektakel, dat je direct overvalt bij binnenkomst in de tentoonstellingsruimte. Want de schilderijen zijn niet gewoon groot, maar HUGE! Ze zijn dan ook samengesteld uit verschillende panelen, die samen het werk vormen. De kleuren spatten er vanaf. Gereons Keuken Thuis kende Hockney vooral van zijn Californische zwembadschilderijen. Toen ik zeventien was schilderde ik er één op groot formaat na en deed dit roze en blauwe gevaarte cadeau aan een schoolvriendin. Tot zover mijn kunstenaarsaspiraties.

foto: verticale lijnen bij Van Gogh.

In de schilderijen herken je onmiskenbaar de invloed van Van Gogh op de Britse kunstenaar. Beiden vertoefden in een klimaat waar de seizoenen weinig verschillen in licht. Zeker in Los Angeles, waar Hockney lang verbleef. In de jaren 90 keerde  David Hockney terug naar zijn geboortegrond Yorkshire en werd geconfronteerd met de wisseling van seizoenen en bijbehorende lichtval. Hij startte net als Vincent van Gogh met het schilderen van landschappen. Hockney’s werk vertoont duidelijke parallellen met de landschappen van Van Gogh. Bijvoorbeeld de verticale lijnen van de bomen, die mij sterk deden denken aan het werk van Van Gogh in Auvers sur Oise.

foto: verticale lijnen bij Hockney.


David Hockney is een bewonderaar van de beweging in de schilderijen van Van Gogh, volgens hem één van de redenen, waarom zoveel mensen nog steeds van het werk van Van Gogh houden. Het is niet statisch je bent er als het ware bij. Overigens kan Hockney er ook wat van. Met moderne technieken, zoals video en schilderen met een I-pad, neemt de kunstenaar je mee op een tocht door zijn geboortestreek. Hockney schuwt moderne technieken niet. Op de bovenetage van de tentoonstellingsruimte hangt een werk, dat er in eerste instantie eendimensionaal uit lijkt te zien, maar ga je er recht voorstaan is het net of je bij Hockney in zijn atelier staat. Bijzondere ervaring. Ik vraag me dan af, hoe Van Gogh aan de slag was gegaan met de huidige technologie?

foto: landschap vol beweging.

En zo gaat de hele tentoonstelling door, het dynamische werk van Hockney naast de beroemde werken van Van Gogh. Het laat zien dat beiden in staat zijn een sterk verhaal neer te zetten in beeld, dat je pakt in welke context dan ook. Prikkelend voor je fantasie.

foto: het kan niet altijd hetzelfde seizoen zijn.

The Joy of Nature, Hockney & Van Gogh, samengesteld door Edwin Becker (hoofdconservator Van Gogh Museum) i.s.m. David Hockney,  de David Hockney Inc.en  David Hockney Foundation is te zien van 1 maart tot en met 26 mei 2019 in het Van Gogh Museum. Een aanrader, geef je ogen, maar ook andere zintuigen de kost!

video: The Joy of Nature.

Risotto alla primavera, dat is het gerecht, wat bij mij opkomt, als ik de kleurrijke werken van Hockney en Van Gogh zie. Het is nu op sommige landgoederen in de duinen daslooktijd, frêle groen met minuscule witte bloemetjes onder de nog kale bomen. Lentesmaken om aan tafel met deze mannen te delen.

Nodig 4 personen:

400 g arborio of carnaroli rijst
1 l  groentebouillon (van blokje), getrokken van de afsnijdsels
1 bundeltje groene asperges of andere (groene) lentegroente
2 stengels bleekselderij
1 wortel
roomboter
2 sjalotjes
peterselie gehakt
peper en zout 
1 glas witte wijn
3 el olijfolie

Wat daslook en kaas voor de garnering

Bereiding:

Snijd de harde onderkanten van de groene asperges. Kook de asperges 3 minuten en laat ze afkoelen. Snijd de wortel in kleine blokjes en de stengels selderij in ringetjes. Snipper de sjalotjes fijn. Verhit in een pan de olie en fruit de sjalot. Bak de groenten kort mee, Voeg alle afsnijdsels toe aan de bouillon. Voeg de rijst toe en bak deze mee totdat de rijst kleurt. Blus af met de witte wijn. Voeg beetje bij beetje de warme bouillon toe en blijf roeren totdat de rijst alles opneemt.  Blijf de rijst tussentijd roeren. Na twintig minuten is de rijst klaar. Roer de aspergestukjes door de risotto (of een andere groene groente)  Maak de risotto af met wat boter, peterselie, peper en zout. Serveer op borden met eventueel wat daslook voor de kleur en wat geraspte Parmezaanse kaas. Een kloeke witte pinot grigio uit de Veneto gaat er prima bij.

foto: ets van Camille Pissarro, nieuw verworven werk uit privécollectie.

TIP: Breng naast je bezoek aan The Joy of Nature ook een bezoek aan de bovenste verdieping van het museum. Daar zijn de onlangs door het Van Gogh museum verworven etsen van tijdgenoot Camille Pissarro te zien.

SUMAK, Anas Atassi.

foto: cover van SUMAK.

SUMAK, mijn recepten en verhalen uit Syrië, geschreven door Anas Atassi. Mijn eerste reactie was: “O jee, het zoveelste Midden Oosterse kookboek, wat is dat toch met die keukens?” Om hierna direct een Cruijffiaanse manier van iets vertellen te gebruiken: Je mist pas iets, als je iets mist. Zo ook Anas Atassi, Toen hij voor zijn studie in Massachusetts zijn vaderland Syrië verliet, mistte hij het eten, dat zijn moeder kookte dusdanig, dat hij elke dag een Syrische maaltijd voor zich zelf bereidde. Dat doet hij nog steeds, tegenwoordig in Amsterdam voor zijn partner Jacob. Het brengt hem terug naar Homs, de stad die wij verdrietig genoeg alleen kennen uit andere verhalen van oorlog en verwoesting. Atassi heeft andere herinneringen aan deze stad, die tussen de twee grote steden van Syrië Aleppo en Damascus ligt. Homs is voor hem de zomervakantie, ontbijten bij zijn grootmoeder, zijn eerste baantjes, de barbecues, de ladies night van zijn moeder en vooral de wijze waarop Syriërs het leven vieren. En dat laatste doen de uitgewaaierde Syrische families nog steeds all over the world. Syrisch eten is voor Anas een metafoor voor het verloren dolce vita.


SUMAK is geen kookboek van een chef, maar een bundeling van familierecepten, die Anas Atassi geregeld maakt en met de lezer wil delen. In het begin checkte hij regelmatig de werkwijze bij zijn moeder. Inmiddels wijkt hij wel eens, tot ongenoegen van zijn moeder (ze lijkt wel een Italiaanse), af van de receptuur, door er een eigen twist aan te geven. Wat hij nooit vergeet is dat snufje nafas en het gebruik van Syrische sumak, dat zure kruidje, dat alle gerechten ophemelt. 


De Syrische keuken is een typisch mediterraan/arabische keuken, waarin we invloeden zien van de Arabische, Oosterse (door de zijderoute), Levantijnse, Ottomaanse en Franse keukens. Een rijke keuken van veel verse producten. Nuances per gerecht al naar gelang de streek waar het gerecht wordt gekookt en gegeten. Of bij welke huisvrouw het uit de keuken komt. Sumak start met het kruidenlaatje van Atassi, met daarin Natuurlijk dit besje, Aleppo-peper, tahin, granaatappelmelasse en za’atar. Allemaal smaken, die de laatste jaren veel opgang maakten in Europa.


Sumak begint met een ontbijt van musabaha, kikkererwten in yoghurt-tahinsaus, één van de mannenklusje in de keuken, auberginejam, peterselie-eipannenkoeken en uitgelekte yoghurt, labneh, ontbreekt niet. Een stevig begin van de dag. Mezze, een traditioneel onderdeel van de mediterraan/arabische keukens, ontbreken niet. Zeker niet op de befaamde feestjes van zijn moeder. Hummus trouwens ook niet, Anas geeft twee recepten. Ik wil vooral de mortadella vermelden uit Aleppo. Een gerecht, dat opvalt tussen de vele klassiekers. In Syrië worden alle koude vleeswaren mortadella genoemd. Streetfood komt aan bod. Atassi verdiende hier zijn eerste geld mee. Kocht samen met vriendjes dingen in om te verkopen. Falafel en shawarma ontbreken niet. Net zoals de geroosterde bloemkool.  Zullen we afspreken dat vanaf nu dit laatste gerecht niet meer standaard wordt opgenomen in kookboeken? Gereons Keuken Thuis zag de geroosterde bloemkool in een grote variëteit aan kookboeken uit verschillende landen langskomen het laatste jaar. Laten we maar snel verder gaan met granen, groenten en meer, voor een warme wintertafel, waarmee, Anas een warm bad creëert voor man, familie en vrienden tijdens de Hollandse winter. Vleesgerechten volgen, makloube een aubergine-vleespilav of lamskufta in tahinsaus. Stevige smaken uit Syrië. De kibbeh ontbreken natuurlijk niet. Atissa combineert kip en vis in een hoofdstuk. Nu heeft Gereons Keuken Thuis hem uitgenodigd als zomergast in #talkandtable. Wie weet kan hij dan deze combi ophelderen? SUMAK besluit met zoete gerechten en dranken.


Met SUMAK heeft Anas Atassi een mooi document geschreven, gelardeerd met foto’s, niet van voor de oorlog, maar van het hedendaagse Syrië, waar het nog steeds goed toeven is. Met gerechten, die hem het leven doen vieren, als is hij ver van Homs. Met SUMAK, mijn recepten en verhalen uit Syrië, laat Anas zien hoe hij zijn familietradities nog steeds koestert tijdens zijn vijfjarige verblijf in Mokum (vrijplaats). Om Nederland te danken voor de opvang van Syriërs gaat de opbrengst van dit kookboek naar een evenement met Syrisch eten voor daklozen of kinderen.


SUMAK, mijn recepten en verhalen uit Syrië, Anas Atassi (ISBN 9789038805993) is een uitgave van Nijgh Cuisine en is te koop voor € 34,99


Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer 

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten