Handboek voor de perfecte kip.

 foto: cover Handboek voor de perfecte Kip.

Handboek voor de perfecte kip, van boer tot bord. Het nieuwe boek van Marcus Polman, culinaire duizendpoot, journalist en jurylid van Masterchef schreef over alle ins en outs over kip. Wat vaak in de reclame het meest veelzijdige stukje vlees wordt genoemd. Dat is het ook, maar niet in de hoedanigheid van de plof- of supermarkt kip. Polman ging op zoek naar de adellijke dames en heren onder dit gevogelte. Bij boeren, poeliers en koks in binnen- en buitenland, waaronder een bezoek aan Vonnas in de Bresse, de residentie van kip en crème paus Georges Blanc.

Maar wat is een goede kip en hoe bereid je hem van kop tot kont? Marcus ging op pad en vond de antwoorden. Kip is bezig aan een opmars, overal duiken rotisserieën op. Van Amsterdam tot Arnhem gaat er niets boven een gastronomisch bereid kippetje, aldus Polman in zijn inleiding. Maar ook thuis kan het een genot zijn een deerne op te peuzelen. Kip zoals een kip behoort te smaken. Het handzame boek start met de basis, uitleg over pekelen, de kwaliteit van de kip, braden, de temperatuur, boter, garnituren, de rust en het aansnijden. Allemaal punten waar je in de basis rekening mee moet houden. Marcus Polman geeft hierna 10 gouden regels, waarvan koop kwaliteit er één is.

Van plofkip naar raskip, de schrijver heeft onderzoek gedaan naar de indicatoren voor kwaliteit. Die vind je in voer, leefruimte, leeftijd en ras. Dat een kip van 6 weken nog een kuiken is behoeft geen nadere uitleg. Hierna beschrijft hij een aantal rassen uit ons eigen land, zoals de kraaikop en Chaams hoen, maar besteedt ook aandacht aan legendes zoals de Bresse kip, met haar rode kam en blauwe poten. Aan de hand van bezoeken aan kippenboeren vertelt Polman het verhaal van de specifieke kenmerken van de raskip, zoals de kippen van de Walnoothoeve en blije kippen op het Franse platteland. Ook doet Polman een lesje anatomie cadeau. Waar zitten de lekkerste delen, van kop tot staart en alles daartussenin.

We gaan koken in het vierde hoofdstuk, van kop tot kont. De zelfgemaakte bouillon, kippenlevermousse van restaurant Guts&Glory, knapperig kippenvel uit de oven als snack en een klassieker: Hollands leghaantje met friet en appelmoes uit de oven. In Handboek voor de perfecte kip wordt het allemaal feilloos uit de doeken gedaan. Het boek besteed een apart hoofdstuk aan de diva onder de hoenders, de cultkip uit de Bresse, in gerechten onlosmakelijk verbonden aan Georges Blanc met zijn driesterrentempel en brasserie in Vonnas. Mocht je er eens komen moet je de Kip met roomsaus eten en ook meenemen in potten, die ter plaatse worden verkocht. Het recept van Gereons Keuken Thuis voor Bressekip in roomsaus verbleekt erbij.

Na dit uitstapje besteedt Polman aandacht aan technieken, zoals binden, het snijden van rauwe kip, het prepareren van een vuile kip en tenslotte het aansnijden van het resultaat. Prima basiskennis. Een minicollege kiptechnieken door Dominique van Rossum. Dan volgen de recepten en bijgerechten. Allemaal klassiekers van over de gehele wereld. Van pot au feu tot saté. Van bastilla met kip tot de klassieker en demi-deuil, de kip in halve rouw met truffel. Garnituren als appelmoes en kropsla en sauzen als béarnaise ontbreken niet. Aan het einde van het boek geeft Marcus Polman de lezer ook nog enkele restauranttips. Plekken om kip te verorberen in binnen- en buitenland.

Ik vind dit handboek een heerlijke aanwinst in Gereons Keuken Thuis, vanwege de kennis, die de schrijver deelt en de recepten zonder poespas. En dan te bedenken, dat Polman eerder handboeken schreef over steak en varken. Nu is het tijd voor dit derde boek, alles wat je wilt weten over Kip. Ik heb er in ieder geval van gesmuld.

Handboek voor de perfecte kip, Marcus Polman (ISBN 9789059566187) is een uitgave van Fontaine en is te koop ( in de boekhandel) voor  € 16,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Koken van pagina 53, Joke Bonen! Boon.

 foto: cover Bonen!

Koken van pagina 53, op deze zonnige donderdag een recept van Joke Bonen! Boon, what’s in a name? Het peulvruchtenjaar 2016 mag dan wel voorbij zijn, maar bonen, linzen, kekers en erwten kunnen het hele jaar rond, ook in twintig zeventien. Niet voor niets schreef bonendiva Joke er een heel boek over met de lekkerste bonenrecepten voor elk seizoen. Voor deze editie van koken van pagina 53, belandde Gereons Keuken Thuis in de maand februari. Een recept voor paprika-linzensoep.

Joke Boon zegt hier zelf het volgende over:

Soms heb je van die drukke dagen waarop je ook nog eens laat thuis bent, en dan het liefst heel snel iets op tafel wilt. Van die dagen dat er ook nog mensen mee komen eten. leuk, maar dat vereist wel wat planning en voorbereiding. Daarom maak ik vaak al een dag eerder deze paprikalinzensoep. Deze soep is heerlijk vol van smaak, umamirijk, prachtig dieporanje van kleur en zelfs een verstokte vleeseter vindt hem lekker. met wat brood of een quiche ernaast is het een volledige maaltijd waarbij het niet zoveel uitmaakt of er eentje meer aan tafel zit: er is altijd genoeg.

Tot zover Joke over deze heerlijke en makkelijke vega soep. Maak hem eens op voorraad, eet er een stevig stuk brood bij, bijvoorbeeld het pain de mer brood uit Bruinisse, gemaakt met gezuiverd water uit de Oosterschelde. Een lik zilte boter erbij en natuurlijk een stevig glas rood uit de Rousillon. Wat wil je nog meer op deze zonnige dag?

Nodig:

4 rode puntpaprika’s

200 g gele linzen

4 groentebouillontabletten

plantaardige olie

1 rode ui gesnipperd

1 witte ui gesnipperd

1 ½ tl gemalen komijn

1 tl gemalen koriander

200 g roomkaas naturel

1 el balsamico azijn

1 el ketjap asin

1 el sweet chilisaus

½ bos platte peterselie fijn gehakt

versgemalen peper

grote soeppan van circa 3 liter.

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 220 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg de paprika’s erop. Zet hoog in de oven en rooster de paprika’s gedurende 30 minuten. Het vel van de paprika’s is dan grotendeels geblakerd. Doe de nog warme paprika’s in een stevig diepvrieszakje en sluit het. Laat afkoelen. Spoel de linzen in een zeef onder koud stomend water even af. Doe ze dan samen met 1 ½ liter water en de bouillontabletten in een pan en breng zachtjes aan de kook. laat ze in 25-30 minuten gaar koken. Ze zullen hierbij uit elkaar vallen en dat is prima. Verhit een royale scheut olie in een koekenpan. Fruit de beide uiensoorten zachtjes bruin en gaar, voeg dan de komijn en koriander toe en bak even mee. Trek het vel van de paprika’s en verwijder het kroontje en de zaadjes. Pureer de ontvelde paprika’s in de keukenmachine samen met de roomkaas, de balsamicoazijn, de ketjap en de sweet chilisaus. Voeg deze puree al roerend bij de gekookte linzen. Doe de gefruite ui erbij en eventueel nog wat water. Het moet een gebonden, beetje dikke soep worden. Breng op smaak met versgemalen peper. Bestrooi met de peterselie en dien op.

Mijn keuken van Galicië.

 foto: credits website Terra.

Mijn keuken van Galicië. Een niet veel bezochte regio in het westen van Spanje, aan de Atlantische Oceaan, met een eigen taal en cultuur. Geen castagnetten, flamenco en brandende hitte, maar diepe fjorden, die rias heten, doedelzakken, vis en veel groen. Dat is Galicië, de geboortestreek van de vader van Isabel Meniño, een culinair en conceptueel styliste en initiatiefneemster van het Museum of Our Food. In haar nieuwe boek neemt zij de lezer en koker mee op een tocht door deze mooie regio, haar keuken van Galicië. Manolo, de vader van Isabel, belandde na een korte carrière bij de Spaanse marine in een café aan de Amsterdamse Peperstraat, waar hij de klanten kennis liet maken met de keuken van zijn  geboorteland. Zomers ging het gezin naar Galicië, naar oma Divina. Zes weken weg van het comfort van Nederland. Zoete herinneringen heeft Isabel hieraan. Ze bundelde deze jeugdherinneringen in dit mooi vormgegeven boek.

Galicië is zoals gezegd een onbekende streek. Santiago de Compostella, de stad van apostel Jacob kent iedereen, maar daar houdt het op. Deze Keltische regio kenmerkt zich door uitgestrekte natuur en een koel zeeklimaat. Door haar ligging is er weinig industrie en vertrokken veel Gallegos naar andere landen om werk te vinden. Wat bleef was de rust en het kalme en ingetogen karakter van de inwoners. Meniño probeert deze aard te vangen in beeld, tekst en recepten.

Galicië ligt aan zee, dus er wordt volop genoten van vis en schaaldieren, van mejillones en escabeche, krab met knoflookmayonaise, de bekende zarzuela en natuurlijk pulpo, die waarschijnlijk het meest wordt gegeten in Galicië. Al dan niet met en glas albariño of cider. Het boek gaat verder met Verano (zomer). Galicië kent een hoop feesten. En feest in Spanje betekent een comida. Zo worden in de stad Vigo grote vreugdevuren ontstoken voor de vissers, die terugkomen. Hierop worden sardines in vele variaties bereid. Isabel geeft een aantal feestelijke recepten.

Hierna komen meel en eieren, de basis van de empanada, meer dan 800 jaar oud, die al door de pelgrims in Santiago werd gegeten. Empanar betekent inpakken en vullen met iets hartigs. De Gallegos namen dit broodje mee naar Zuid Amerika. Empanadas met kabeljauw, vlees, tonijn of pompoen. Isabel en haar ouders kregen ze mee van oma en pas na de Pyreneeën werd er gestopt voor brood. De eerste etappe tot aan Frankrijk  hadden ze genoeg aan hun empanadas. Tortillas staan ook op het menu, een makkelijke boerenmaaltijd en heel #nowaste, met aardappel, voorjaarsgroenten of zoete aardappel. Het blijft een vindingrijk gerecht.

La cocina de Manolo. De vader van de schrijfster was kok en liet de Nederlanders kennis maken met zarzuela, ropa vieja, tortilla, paella en nog veel meer. Isabel heeft goede herinneringen aan deze keuken. Lamskoteletjes met komijn en fideos, een Iberisch pastagerecht. Meniño vergeet nooit het gekrijs van het varken dat vroeg op de binnenplaats werd geslacht. Het geslachte dier werd door oma van kop tot kont gebruikt. Het werd verwerkt en de familie kon er dan een jaar van eten. Van de ribben werd op het houtvuur een caldo, bouillon getrokken. Voor de al verhollandste kinderen een gruwelmaal. Voor vader Manolo een feest.

Met bouillon kun je de beroemde caldo gallego maken, eens stevige boerengerecht met kikkererwten en kool. Of wat te denken van ropa vieja, vieze kleren, een stoofpot, die de Galiciërs leerden kennen op de Canarische Eilanden. Gereons Keuken Thuis vindt het leuk dat de schrijfster ook iets in dit boek vertelt over wijn. Galicië is de bakermat van de albariñodruif, die in het vochtige zeeklimaat groeit op de rijke gronden van graniet en lei. Deze wijnen hebben een knisperend en fris karakter. Het is een goed gebruik van de Gallegos om een gast te verwelkomen met een taza de vino, een kommetje wijn. Het boek besluit met wat tapas en natuurlijk dulces.

Mijn keuken van Galicië is een spannend boek, met ingetogen foto’s van de gerechten en het knalblauwe water op de foto’s van de oceaan. Hiermee creëert Isabel Meniño een sfeervol geheel, waarin de tamelijk basic Spaanse keuken goed gedijt. Ik heb er in ieder geval van genoten en zou wel eens een kijkje in de rias willen nemen. Wie weet kan de schrijfster mij een goed plekje wijzen om kokkels te rapen.

Mijn keuken van Galicië, Isabel Meniño (ISBN 9789089897350) is een uitgave van Terra en kost € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Koken van pagina 53, Martin “Ceviche” Morales.

 foto: cover Ceviche.

Koken van pagina 53 met Martin “Ceviche” Morales. Kleurrijk en fantasievol eten uit Peru. Geuren en smaken verenigd. Al millennia lang. Van de kust van de Stille Oceaan, in de straten van Lima, in het hooggebergte van de Andes en de wouden van de Amazone. Dat is de rijke keuken van Peru. De Inca’s aten al quinoa, physalis (goudbes) en een vorm van de emblematische ceviche. Grootmoeders in de bergen hielden cavia’s in hun keuken. De conquistadores brachten knoflook, citrusvruchten en gember mee. De Afrikanen hun voedsel, zoals de spiesjes van runderhart. Veel gegeten streetfood in Lima. De Italianen kwamen met pasta en wijn. De Chinese arbeiders leerden Peru wokken. En de Japanners vervolmaakten de bereidingen van vis in de Peruaanse keuken. Ik kan er nog heel veel meer over vertellen.

Maar nog beter kun je Martin Morales, veelzijdige man, laten praten over zijn passie. De keuken van zijn geboorteland. En praten kan hij over food. Niet vreemd als je bedenkt, dat de vorige carrière van deze man in de entertainment business lag. Maar zijn Peruaanse bloed kroop waar het niet gaan kon. Al sinds zijn elfde. Hij startte een restaurant met de klassieker van dit mooie land. Ceviche. In dit restaurant kookt Martin Morales puur soulfood, natuurlijk gebruik makend van de rijkdommen van Peru.

We nemen een kijkje op pagina 53 van dit boek. Op deze bladzijde staat en recept voor Cancha, gebakken mais. Dit is een heel populaire snack uit de Andes, maar hij wordt overal in Peru gegeten. De maiskorrels hebben een nootachtige smaak, zijn ongelofelijk crunchy en zeer verslavend.

Nodig:

1 el plantaardige olie

250 g maiz chulpe (speciaal bewerkte pofmais, zie sabordelperu.nl)

1 tl zout

een kneepje limoensap (naar keuze)

Bereiding:

Verhit de plantaardige olie in een koekenpan met deksel op halfhoog vuur. Voeg de maiskorrels toe en bak ze terwijl je de pan af en toe schudt tot ze openspringen. Zet het deksel op de pan, draai het vuur laag en bak ze nog circa 5 minuten. Schud de pan regelmatig tot de korrels een diepe goudbruine kleur hebben en hier en daar een beetje verschroeid zijn.

Stort de maiskorrels in een kom, bestrooi ze met zout en laat ze afkoelen. De maiskorrels zijn in een luchtdichte trommel minstens een paar weken houdbaar. Je kunt ze warm eten of koud met een kneepje limoensap.

FOODIES nr. 100.

 foto: cover Foodies nr. 100


FOODIES nr. 100. Een extra dik feestnummer van dit culi tijdschrift ligt in Gereons Keuken Thuis op tafel. Onder gasthoofdredacteurschap (als je dat neerlegt met Scrabble op drie woordwaarde, ben je de bom) van niemand minder dan HHB diva Janny van der Heijden. Voor deze gelegenheid stapte zij weer in haar op oude rol van hoofdredactrice. Iets wat zij jaren deed bij TIP culinair. Wat heb ik veel uit dat blad gemaakt voor mijn kompanen in het studentenhuis. Maar dat terzijde. FOODIES nr. 100, het nummer van maart 2017.  Een feestelijke Charlotte Russe staat op de cover. Het fijne van eten luidt de ondertitel en als Janny de scepter zwaait weet je dat we het gaan beleven. “Eten verbindt, je deelt tradities, het geeft je een kijkje in de pannen en de ziel van de ander.” Zomaar uitgangspunten voor dit nummer, aldus de hoofdredacteur in haar editorial.

En dat gaan we beleven. Al bladerend, start  Foodies met een korte uitleg over verschillende vormen van cakejes, van de cannelé via de de brioche naar een baba au rhum, de opmaat naar het thema Franse patisserie verderop in het blad. We kijken in Janny’s keukenkastje, in haar kookboekenhoek. En dan gaat het los, voor dit honderdste nummer proostte Janny met haar gasten tijdens een lente pranzo.  De rivierkreeftjes risotto ontbrak niet. Als je proosten zegt zeg je natuurlijk champagne. Voor Foodies verkende Janny deze streek, de sfeer in de crayères vol flessen, het sanctum santorum van de rémueur, de man die de flessen draait. Arabisch zoet volgt en dat is meer is meer dan Marokkaanse koekjes en baklava.

Een bezoek aan het kookatelier van culinair specialist Carola de Kanter mag niet ontbreken. Binnenkort verschijnt bij Good Cook haar boek Leafs. Dat is pas #greenhappiness! Wie weet geschikt voor een pagina 53 blog. Een spread over bloggers volgt, met een kanttekening: de man, die koken kan is niet de enige mannelijke foodblogger, Foodies!! Waarvan akte! (stille hint) We gaan verder met wijn en ham, echt een  Gereons Keuken Thuis onderwerp. Op reis door Ribera del Duero! Na de wijn gaat Janny op de koffie bij kop tot kont chef Nel Schellekens. Van haar verscheen onlangs het heerlijke boek, Kop tot kont Chef. Het dubbelinterview levert smakelijke anekdotes op. Haute friture, snacken op stand, kleur in de keuken en de keuken van Nadia Zerouali. Foodies nr 100 sluit af met de vooraankondiging van hun nieuw kookboek, met hun 100 beste recepten. Vergeet ik bijna de uitsmijter, het Franse bakken.

Zoveel lekker leesvoer en kookplezier voor het weekend in één blad. Ik moet zeggen dat de input van Janny van der Heijden in de nummer goed is opgepikt en wat meer zwaarte geeft aan het blad. Dat miste ik wel eens in andere nummers. Die weg moeten jullie verder inzetten. Ik heb gesmuld van de terroirverhalen. Ga zo door zou ik zeggen, ook in nummer 101!

FOODIES nr. 100,  met gasthoofdredacteur Janny van der Heijden ligt nu in de kiosk of bij je bladenman voor € 5,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Koken van pagina 53, Spuntino.

 foto: cover Spuntino.

Koken van pagina 53, Spuntino. Op Gereons Keuken Thuis bespreek ik heel wat kookboeken. (in 2016 zelfs 72) Sommigen zijn regelrechte hits, anderen wat minder. Maar ik weet, op een enkel uitzondering na, altijd wel iets spannends te ontdekken in een kookboek.

Normaliter gebruik ik kookboeken nooit om recepten uit te koken. Ze dienen ter inspiratie, nemen me mee op reis of  dienen als naslagwerk. In alle vormen en hoedanigheden. ik kan er uren mee bezig zijn, dag of nacht. Maar nog nooit publiceerde ik klakkeloos een recept uit de door mij gerecenseerde boeken.

Daar gaat vanaf deze donderdag verandering in komen. Ik ga grasduinen in Gereons Kookboekenhoek, in de kelder in dozen of @Gereons SeaSpot, om sporadisch een recept op te duiken. Koken van pagina 53. Ik heb gekozen voor dit nummer als wegwijzer. Vraag me niet waarom. Ik grabbel dan door het kookboek en doe verslag van wat ik op pagina 53 aantref, pas het zo nodig aan en geef een wijntip erbij.

Vandaag heb ik gekozen voor voor Spuntino van Russell Norman, Op culi adventure door de keukens van de Big Apple, één van mijn favoriete wereldsteden. Met sappige sliders, salades, cocktails en dronken desserts. Never a dull moment in de NYC keuken!

Al bladerend door dit heerlijke boek kom ik op bladzijde 53 een recept voor toast met ricotta, rode bessen en venkel tegen. Een mooie combinatie van de verse kaas op geroosterd brood, met het zuur van de aalbessen en het anijs van de knapperige venkel. Doet je direct verlangen naar de lente. Een glas koude prosecco, BIO Casa di Malia uit de Veneto van Karakter wijnen erbij en je picknick in het (central) park. Ik hoop dat het snel zover is!

Nodig:

200 g ricotta

grof zeezout en peper

20 ml volle melk

extra vièrge olijfolie

1/2 venkelknol in dunne plakjes

blaadjes munt gehakt

75 g aalbessen

1-2 el citroen mosterd dressing (pagina 146)

1/2 stokbrood

1 grote teen knoflook

Bereiding:

Giet de ricotta af en doe deze in de keukenmachine met wat zout en peper. Maal het mengsel kort en voeg met een lopende motor de melk en olijfolie toe, zodat er een smeuïge massa ontstaat. Maak een dressing van 1 eetlepel Dijon mosterd, 25 ml rode wijnazijn, 25 ml citroensap, 150 ml olijfolie, 1 tl zout en flinke draai peper. (bewaar deze ook voor andere doeleinden in een schoon potje in de ijskast)

Doe de venkelplakjes, muntblaadjes en aalbessen in een grote kom en meg er 1 el dressing doorheen. laat even intrekken.

Zet een grillpan op het vuur. Snijd het stokbrood in 8 dunne lange plakken. Bestrijk het brood met wat olijfolie en grill het brood mooi goudbruin. Wrijf de toast in met de teen knoflook en schep de ricotta erop. Schep het venkel- en bessenmengsel erop en serveer direct als gezellige appetizer.

Volgende keer zak ik af naar Washington DC of is het toch Berlijn. Ben benieuwd wat ik aantref op pagina 53 van Kitchen Table Food. Stay tuned!

Gereons goulash.

 foto: Gereons goulash

Gereons goulash. Het schoot me deze week ineens te binnen. Lang niet gemaakt, Het stond als gerecht op mijn thuisafgehaald menu. (Overigens nooit opgehaald, maar dat geeft niets) Goulash of zoals deze stoofpot in mooi Hongaars heet: pörkölt, want gulyas is een soort soep. Gestoofd  vlees met de vrucht van het Hongaarse land de paprika, rood, geel of groen. Nederland maakte via pakjes en zakjes kennis met goulash in de seventies.

Paprika, vers of in allerlei varianten poeders. Ga eens kijken op de centrale markt van Boedapest vlakbij de Kettingbrug en je ziet het rode goud in allerlei gedaanten. Dan weet je ook waarom mensen, die werken in een paprikapoederfabriek rode kleding dragen. Een witte overall zou niet lang zijn maagdelijke kleur behouden.

Goulash, het liefst zou ik het eens maken als heiduken doen op de uitgestrekte poesta. In een keteltje hangende aan een driepoot boven een houtvuur. Is dat niet instant mannelijke foodbloggers porn. Zo van je paard, je tent net opgezet, hout gesprokkeld en stoven maar. Past zo in de wilde weken, waar ik al eerder blogs over schreef.

Maar nu naar Gereons goulash, juist ja, die van thuisafgehaald. Ik vind het een gerecht, dat deze grauwe dagen opvrolijkt. Wat pit in den donder geeft. En hoe langer het op het vuur staat, des te steviger de pittigheid van de rode paprika en het vlees zich vermengen. Dat deed ik afgelopen zaterdag ook. Op zaterdagochtend gingen, met muzak van Yonderboi op de achtergrond, alle ingrediënten in de pan om twee stoofsessies van 3 uur verder op zondagavond te worden op gesmikkeld  Gereons goulash met een stevig glas rood stierenbloed uit Eger. êtvágyat!

 foto: klaar voor de start.

Nodig:

1 kg runder riblappen

3 rode uien

1 stevige winterwortel

3 rode paprika’s

4 tenen knoflook

2 tl tijm

1 tl chilipoeder

2 el paprikapoeder

2 dl runderfond

1 glas rode wijn

1 klein blikje tomatenpuree

peper en zout

2 el bloem

50 g boter

extra water

Bereiding:

Was de rode paprika’s en snijd deze in stukken. Schrap de wortel en snijd in blokjes. Snijd de rode uien, maar niet te fijn. Hak de tenen knoflook in stukjes. Snijd het vlees in blokjes en bestrooi met bloem zout en peper. Voeg als laatste een el paprikapoeder toe. verhit de boter en braad het vlees om en om aan. Blus af met wat rode wijn. Fruit in een andere pan de uien aan en voeg deze toe aan het vlees. Zet de paprika en wortel even aan in dezelfde pan samen met de tomatenpuree. Voeg de fond, een el paprika poeder, tl chilipoeder, gehakte knoflook en tijm toe en verwarm. Giet dit mengsel over het vlees, zodat het onderstaat en voeg eventueel wat water toe. Het vlees moet onderstaan. Laat het geheel op laag vuur en een sudderplaatje minimaal 3 uur stoven. (Ik deed er 6 uur over)  Voeg tussentijds nog wat vocht toe. Serveer de goulash uit de pan met stevig zuurdesembrood of heel retro met gekookte rijst en erwtjes. Dat laatste deed Gereons keuken thuis op zondagavond. (niets wilds aan)

Hartwood, een culinair avontuur op Yucatán

 foto: cover Hartwood



Hartwood, een culinair avontuur op Yucatán. Stel je eens voor, dat je voor een rood stoplicht staat in Tulum op Yucatán. Je bent op de terugweg van een geslaagde vakantie naar huis. Dan begint een stemmetje in je hoofd: “What if….?”  Dit overkwam Eric Werner en Mya Henry, de schrijvers van het kookboek Hartwoord, toen zij na een geslaagde vakantie op Yucatán richting het vliegveld reden. Ze voelden duidelijk links in plaats van rechts. En zo geschiedde. Ze verkochten hun hele hebben en houden in New York en gingen de uitdaging aan. Een restaurant in de jungle onder de magische sterrenhemel van dit schiereiland. Hartwood. René Redzepi, bekend van NOMA is er dol op en plant altijd wat extra tijd in als hij met zijn gezin op het schiereiland op vakantie is om bij deze twee avonturiers langs te gaan. En zich te laven aan hun culinaire kunsten. Zo kan hij er weer tegenaan bij terugkeer in de Deense hoofdstad.

Hartwood betekent met minieme middelen het lekkerste eten van heel Yucatán koken op grill en in houtoven. Zelf met een harpoen je tandbaars vangen, tussendoor zwemmen in cenotes, verkoelende zoetwater grotmeren. Markten bezoeken met producten, die de Maya’s ook al gebruikten. Nu nog steeds verbouwd naast het huis van dorpsbewoners. Boeren uit de kleinste gaten als leverancier. Mexico in de kern, dat stond Eric en Mya voor ogen. Een tropische explosie van kleur smaak en geur. Inderdaad onder de sterrenhemel van Hartwoord. Een queeste van de twee, ver van de Big Apple. Hard werken maar met veel voldoening onder de Maya zon. Gereons Keuken en Route zou direct zijn koffers pakken om het allemaal eens te gaan aanschouwen. Mexico here I come!

Maar bij gebrek aan een live bezoek zijn de winterse dagen ook heerlijk te vullen met het lezen en savoureren van Hartwood, een culinair avontuur op Yucatán. De kleur spat van de foto’s af. Het is elke dag fiësta in de buitenkeuken. Eric en Mya koken volgens de Hartwood manier, d.w.z. dat gerechten kort worden dicht geschroeid op de grill en dan nagegaard in de houtoven. De schrijvers geven direct ook tips om hetzelfde effect te bereiken thuis, wel zo makkelijk.

Het boek start met El Almacén, de provisiekast, een schatkamer vol fruit, pepers, citrusvarianten, groenten, kruiden, noten, zaden en de emblematische mescal, al dan met of zonder worm. Op Yucatán gebruikt men dit vuurwater van de agave voor alles wat goed en slecht is. El Mercado, de markt. Niets is kleurrijker dan een Mexicaanse markt. De schrijver kopen er de meest verse heerlijke ingrediënten voor bijvoorbeeld een yamboon salade met munt crema, een koude avocadosoep of hoe basic, geblakerde bosuitjes. El Mar, de zee is nooit ver weg op Yucatán. De Golf van Mexico en Caraïbische Zee zitten vol heerlijke vis voor ceviches van horsmakreel, marlijn of tonijn. Of wat te denken van een makreeldip met guajillo peperplatbrood. Hartwood herontdekte ook de garnaal, in de vorm van Maya garnalen met chipotlemescalsaus.

La Tierra, het land, dat veel lekkers voortbrengt. Naast vis kent Yucat’n heerlijke vleesgerechten, zoals varkensribbetjes of agave varkensbuik met gegrilde ananas. De agave is bijna de nationale plant van Yucatán te noemen, geschikt vanwege zijn vruchtvlees, de drank mescal en het sisaltouw dat je van de vezels slaat. Maar niet alleen varkensribben zijn populair ook rundvlees vindt zijn weg in de keuken van Hartwoord. en laten we de kipgerechten niet vergeten.

Los Dulces, de nagerechten. Een horchatataart. En cacao, zo uit de Maya cultuur voor een chocolade Habanero cake of gekonfijte hibiscusbloemen.* En last but not least Las Bebidas, de drankjes met en zonder mescal, het agave vuurwater van Yucatán. Cocktails  zoals passie in het oerwoud, de “Hartwood” en niet te vergeten de Margarita. Maar ook sin alcohol zoals chayasap met aloë vera, een horchata (nu instant zin in) of een campeche van granaatappel.

Daarmee is de kijk in de keuken en in het leve van deze twee avontuurlijke mensen ten einde. Hartwood, een culinair avontuur ademt behalve de heerlijke gerechten, de prachtige foto’s een bom aan sfeer uit, waar je je direct in onder wilt dompelen. Arriba Arriba…. Ik begrijp die omweg van René Redzepi wel.

Hartwood, een culinair avontuur op Yucatán, Eric Werner & Mya Henry (ISBN 9789059567443) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 29.95.

* Yvette van Boven bekeek de recepten en voorzag ze van in Nederland verkrijgbare ingrediënten

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Cuisine du terroir.

 foto: cover vintage kookboek

Cuisine du terroir. Het is al weer een tijdje geleden, dat ik het erover had. Maar streekkeukens en -gerechten blijven altijd de hitparade in Gereons Keuken Thuis aanvoeren. Ik kan het gewoon niet laten om overal waar ik kom eerste- of tweedehands werkjes te scoren over de Franse terroirkeuken. Bij de kringloopwinkel in Amsterdam West, bij een benzinestop langs de autoroute of in dat knusse boekwinkeltje tegenover de abdij in Tournus. Mijn kookboekenhoek in de hal staat er vol mee. De basiskeuken van Gereons Keuken Thuis blijft nu eenmaal de Franse, niets meer en niets minder.

Vandaar dat ik zo verguld was met het heerlijke boek van ene Brigitte Talleray. Ik vond het bij de kringloopwinkel en het heet de Traditionele Franse Keuken, verschenen in 1993. (ver voor de tijd van bloggen, Instagram en Facebook) Niet de meest opzienbarende titel, maar het gaat om de inhoud. Talleray neemt je mee op reis door de zeshoek. Ze reisde van Vlaanderen en Artesië tegen de klok in naar Normandië en Bretagne. Deed het westen aan, de Limousin en Auvergne. Verkende de Gascogne en Pyreneeën. Belandde in de Languedoc, dwaalde door de Provence, Stak de Golfe du Lion over naar Corscica. Trok via de Rhône naar het Noorden, Lyon en Savoye. Schreef over Bourgondië. En eindigt in het Noordoosten, Lotharingen en Elzas. Wat een leuke culinaire Tour de France. Met dito recepten en liefdevolle bereidingen opgetekend uit de monden van locals. Dat levert niet altijd doorwrochte en sluitende recepten op, maar des te meer mooie verhalen. Cuisine du terroir, wat een queeste van deze schrijfster. Kom je zo’n leuk boek tegen schroom dan niet het direct aan te schaffen, want je hebt er veel plezier van, al zeg ik het zelf.

Vandaag twee recepten uit dit leuke boek, gebakken cêpes met persillade en boter en een aardappelsalade uit de Cevennes, die Ravien Cévenol heet. Ik paste de ingrediënten iets aan naar de 21e eeuw, en ook de bereiding. Want koperen pannen zijn echt niet per se nodig. Lekker vega op deze druilerige woensdag in februari. We drinken er een stevig glas rood uit de Rhônevallei bij.

Nodig:

Voor de gebakken cêpes:

500 g wilde paddenstoelen, naar keuze

3 el extra vièrge olijfolie

2 tenen knoflook geperst

2 el fijngehakte peterselie

zout en peper

klontje gezouten boter

Voor de Ravien Cévenol:

500 g vastkokende aardappelen

1 stronk friséesla, gesneden en gewassen

20 halve gepelde walnoten

1 Granny Smith geschild in stukjes

3 stengels bleekselderij in plakjes

4 el walnotenolie

1 1/2 el witte wijnazijn

peper en zout

Bereiding:

Veeg de wilde paddenstoelen goed af met keukenpapier en snijd ze in stukjes. Verhit een flinke scheut olijfolie in een (koperen) koekenpan en bak de paddenstoelen goudbruin. Voeg hierna de knoflook, peterselie en boter toe en laat met een deksel kort garen. (het originele recept doet alles tegelijk in de hete olie. M.i. niet zo een goed idee, omdat de knoflook dan kan aanbranden. Voeg deze later toe)

Kook de aardappelen gaar, laat ze afkoelen en snijd deze in stukjes. ( het originele recept heeft het over prakken?) Doe de blokjes aardappel en Granny Smith in een slakom. Voeg de gewassen frisee sla toe, de walnoten en bleekselderij. Het recept gaat ervan uit, dat je dit in laagjes doet. Maak een vinaigrette van de olie azijn, peper en zout en giet deze over de salade. Het recept van Talleray mengt de Ravien niet, ik wel.

Serveer de warme cêpes en Ravien Cëvenol op een bord en serveer direct met desembrood en boter.

De Bier Revolutie

 foto: cover De Bier Revolutie.

De Bier Revolutie. Er woedt al enkele jaren een ware revolutie in bierland, waar zo’n tien jaar geleden bier en pils nog synoniemen waren. Een bierlandschap, waarin de grote brouwers domineerden, veranderde in een areaal aan ambachtelijke en vernieuwende brouwers in Nederland, die bier niet als synoniem voor pils beschouwden. Zij brouwen zij het ambachtelijk, zij het innovatief. Een ware bier revolutie. Nederland heeft tegenwoordig zelfs een hogere brouwersdichtheid dan Groot Brittanië, de VS en zelfs onze zuiderburen. De diversiteit aan smaken kan makkelijk de concurrentie aan met de wijnwereld. (Het is zelfs zo zag Gereons keuken Thuis op de Horecava, dat café’s tegenwoordig beter ingericht zijn op bieren dan wijnen)

Aaanleiding voor journalisten Edo Dijksterhuis en Jan Willem Kaldenbach om in de pen te klimmen en een boel te schrijven over de almaar groeiende brouwerijwereld. Op reis langs 50 pareltjes. Het boek start met een stuk geschiedenis, van broodsoep, via het oude Egypte naar vakmanschap in de Middeleeuwen tot de tijd, dat Pilsner bier de standaard werd. Maar de ambachtelijke brouwers sloegen terug. Is dit een teken van de tijd, de economische crisis, het verlangen van hipsters om zelf aan de slag te gaan? In ieder geval is het aantal zelfbrouwers en zzpérs enorm gestegen. En in de bierwereld met succes. Tot zover de geschiedenis. Hierna gaan de heren op pad van Den Helder tot Zundert, via Amsterdam naar Friesland. ( Helaas mis ik de jonge brouwer uit Den Helder in het boek, die onlangs verkozen werd tot beste brouwer ter wereld met zijn geuze)

Brouwerijen in steden en op het platteland, met mooie namen, zoals de & Deugden, traditionele brouwerij Beerze, het verhaal van Duits en Lauret in fort Everdingen, trappisten uit Zundert bij de Kievit en Oedipus. Ik ga er niet meer noemen, omdat elk van deze brouwers zijn eigen verhaal heeft (dat moet je lezen) en bier (dat moet je gaan proeven)

De Bier revolutie is een leuke gids voor de bier afficionado. Met deze gids in de hand kom je bij brouwerijen in het ganse land. Achterin De Bier Revolutie vind je een index per provincie en op naam. Ga het lezen en ga het proeven zou ik zo zeggen. Of leg dit werk in je auto, mocht je weer eens in de buurt van een van deze brouwers komen. Santé.

De Bier Revolutie, Edo Dijksterhuis & Jan Willem Kaldenbach (ISBN 9789089896971) Is een uitgave van Terra en is te koop voor € 24,99

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten