Clau de Nell. Twaalf hectaren wijnland, in de wijde natuur van de Loire vallei. Dat is Clau de Nell, dat van bovenaf uitkijkt op de oevers van de rivier. Producenten van vins natures. Ranken met grolleau, cabernet franc en cabernet sauvignon voor rood en chenin blanc voor hun witte wijn. Ze staan in het gelid, in de blauwe ochtendmist en de felle rijpende zon. Het lijkt wel een sprookje, zoals de website van dit wijnhuis begint. Je zou ook kunnen starten met er was eens…. Een dame uit de Bourgogne, die zich inzette voor het bio-dynamiseren van de wijnbouw, Anne Claude Leflaive, moeder van de huidige wijnmaakster Claire, die tijdens de laatste editie van Vini Bio in Amsterdam vol passie vertelde over het domein. Moeder Leflaive ging in 2008 een nieuw avontuur aan in de Loirestreek en kocht domaine Clau de Nell, verrijkte de gaarden met aanplant van chenin blanc en ging op bio dynamische wijze aan het werk. Een plaatje van een wijnbedrijf, omringd door bossen, met een bodem van tufsteen, gelardeerd met zand en klei van de rivier. Prima condities voor hun wijnen. De chais bevinden zich in de bekende grotten van de Anjou.
De wijngaarden voor rood zijn 30 tot 50 jaar oud. De most vergist met eigen natuurlijke gisten en de wijn gaat ongeklaard in de fles. Het sulfiet gebruik is laag bij Clau de Nell. De in 2012 aangeplante chenin blanc geeft een wonderschone witte wijn. Chefkok Alain Passard, die dichtbij Clau de Nell zijn groenten teelt, is een groot fan.
Maar nu even naar de masterclass tijdens Vini Bio. Gereons Keuken Thuis proefde drie rode cépagewijnen van grolleau en cabernet franc en een blend van cabernet franc en cabernet sauvignon met de mooie naam Cuvée Violette. Wit was er in de vorm van chenin blanc, een IGP Val de Loire.
De grolleau druif wordt in Anjou vooral gebruikt voor rosé, maar Clau de Nell maakt er rood mee. De wijn stuift in je neus, is uitgesproken en vol fruitzuur. De beide geproefde cabernet francs met braamtonen en zachte tannine deden wat soepeler aan. Het meeste structuur had de Cuvée Violette door de blend van cabernet franc (75%) en cabernet sauvignon (25%). De laatste wijn was een IGP chenin blanc, die wat houterig overkwam. De witte chenin leek een beetje een Bourgogne stijl wijn, maar dan gemaakt in de Loire. Aantekening is wel dat deze wijnen meer tot hun recht komen in combinatie met eten. Denk daarbij eens aan de fijne groentegerechten van Alain Passard. Gereons Keuken Thuis begrijpt zijn voorkeur wel. En om het sprookje mooi af te sluiten, leefden ze op Clau de Nell nog lang en gelukkig. Des histoires de vies et de vins.
Morue de Honfleur au calvados. Gezouten en gedroogde kabeljauw is Franse gerecht van vandaag, met aardappels en calvados. Ik denk dat het laatstgenoemde ingrediënt maakt, dat het uit Honfleur, Normandië komt. Een streek vol appelbomen. Alhoewel, de zeevaarders, zoals Champlain, die Quebec stichtte, al vanuit dit pittoreske havenstadje op (wal)visvangst gingen voor de kust van Oost Canada en dan terugkeerden met aan boord gezouten vis. Voeg daarbij de rijke boter en room van de lieve brilkoeien en je hebt de essentie van zee en land te pakken. Want Normandiërs zijn niet zo bang voor een extra klontje boter, stukje rauwmelkse kaas, afgeblust met een trou Normand, een glaasje calvados. En ik weet niet op deze maandag of er inmiddels vegan vervangers zijn voor deze geneugten.
Morue de Honfleur dus. Ik vond het recept in één van mijn retro Franse kookboeken, dat over dit soort terroirgerechten gaat. Ik vertelde er op Gereons Keuken Thuis al vaker over. Het kookboek heet Cuisine du Terroir en ik doe al sinds mijn studietijd culineuze Frans getinte inspiratie op uit dit gele boek, dat je kris kras door de Hexagone voert. Ouderwetse gerechten. Ik geloof, dat Fransen, die ook niet veel meer eten en of koken, maar dat terzijde. Zulke kookboeken blijven voor mij een regelrechte schatkist d’antan. Het maakt in mij de liefhebber van la France profonde wakker. Slaperige boerendorpen, met de luiken gesloten. Of dat nu in het eerder genoemde Normandië is, de Bourgondische Mâconnais of Catalaanse Roussillon. Ik vraag me altijd af, wat er als het angelus heeft geklonken op tafel komt? Eten van het land, verse producten of tegenwoordig de surgelés van Picard?
Morue de Honfleur vergt wel wat voorbereiding, want je moet de gezouten kabeljauw 12 uur ontzilten, onder langzaam stromend water, zegt Cuisine du Terroir. Aangezien ik niet van plan ben om het Amsterdamse Waternet nog rijker te maken, door twaalf uur de kraan te laten stromen, pak ik het anders aan. Niet met gedroogde en gezouten kabeljauw maar met een flinke moot verse witvis. Daarmee maak ik deze ovenschotel. We drinken er, hoe kan het ook anders een frisse cider bij.
Nodig:
750 g kabeljauw in stukken
75 g boter
room
1 kg iets kruimige aardappelen in plakjes
1 gesnipperde ui of twee sjalotjes
wat gehakte peterselie en bieslook
witte wijn
peper & zout
1 klein glaasje calvados
Bereiding:
Schil de aardappels, spoel ze af en snijd in dunne plakjes. Smeer een ovenschaal in met boter. Maak laagjes van vis, ui, bieslook en aardappels, di je telkens met zout en wat peper op smaak brengt. Voeg de witte wijn en room toe, zodat het gerecht onderstaat. Voeg nog wat extra klontjes boter toe en zet het geheel in een voorverwarmde oven op 180 graden. Laat het gerecht in één uur garen. Een kwartier voor het eind voeg je de calvados toe en haal je de schotel uit de oven, ter voorkoming van brand. Dek hem af met deksel of folie en laat de morue de Honfleur nagaren. Serveer met wat gehakte bieslook en peterselie.
Jambon au Chablis Bourgondische ham in witte wijn. Dat mag ook een andere chardonnay zijn. “Chardonnay”, zo wordt mij weleens gemeld tijdens wijnproeverijen: “dat drink ik niet zo graag, wel Chablis.” De verbazing is dan ook groot als ik antwoord, dat Chablis gemaakt wordt van de Bourgondische druif chardonnay. Maar dat terzijde. Daar gaat het op deze vrijdag tijdens mijn #franseweken niet om. Het gaat om de kost, die de plukkers van druiven krijgen voorgezet na een dag in de wijngaarden. Want na de pluk is het vaak goed toeven in de kelders van het domaine, waar de wijnvrouw haar best heeft gedaan in de keuken, en dat vaak tweemaal daags. Schrijver Rosi Hanson van het leuke retroboek, dat ik eens bij een kringloopwinkel op de kop tikte, tekende de thuisrecepten op. Het heet Recipes from the French wine harvest en laat zien dat er creatief wordt gekookt in de wijngaarden van de Hexagone. En dat de koks niets verspillen. Dat zouden we tegenwoordig #nowaste noemen. Vandaag begin ik in de Bourgogne, waar regelmatig hamspecialiteiten en ander varkensvleesbereidingen op het menu staan, al dan niet met moutarde en cornichons. Zo at ik zelf eens schouderkarbonades in Autun, met een witte wijn mosterdsaus. In mijn herinnering een van de lekkerste bereidingen van een schouderkarbonade. Maar vandaag staat er in de vignobles beenham, Jambon au Chablis, op het menu, in een saus van tomaten en witte wijn. Hanson kiest voor Chablis. Hieraan kun je merken, dat men in de jaren zeventig geheel anders tegen wijn aankeek om mee te koken. Ik gebruik generieke chardonnay uit de Bourgogne. Kies bij de beenham voor wat dikker gesneden plakken. Let wel op dat je een geëmailleerde pan gebruikt, om een reactie van de wijn met metaal te voorkomen. Serveer de ham met een salade en desem baguette. We drinken er een glas karaktervolle chardonnay bij.
Jambon au Chablis
Nodig:
4 dikke plakken beenham (125 g per stuk)
250 ml witte Bourgogne
500 ml kippenbouillon
500 g. tomaten in blokjes
4 takjes dragon
1 tl tomatenpuree
peper & zout
250 ml crème fraîche
Bereiding:
Doe de bouillon, wijn en tomaten blokjes in en pan samen met de dragon takjes. Breng aan de kook en laat een uur of twee sudderen. Zeef het geheel en kook het in voor de helft. Laat iets afkoelen en voeg voor de kleur de tomatenpuree toe. Proef de saus en maak op smaak met peper en zout. Als de saus wat zuur is zal dat worden gematigd door de crème fraîche. Verwarm ondertussen de ham in de oven. Let op dat hij niet aanbrandt. Roer de crème fraîche door de saus. Serveer de ham direct uit de oven met een schep saus en een stuk desem baguette.
Binnenkort meer over de wijnavonturen van Rosi Hanson.
Surprise royale. Gastblogger Lizet Kruyff vertelt vandaag het verhaal over de zonnekoning Louis XIV en zijn onmetelijke appétit. Lizet is een verwoed historica, die overal de archieven induikt om te speuren naar leuke en lekkere weetjes. Vaak heel mooie trouvailles, zoals in Rijntjes Keukengeheimen, dat Lizet schreef, omdat zij gefascineerd was door het kookschrift van keukenmeid Rijntje uit 1840. In Puntneuzen en Kersenpitten neemt Lizet je mee naar het Den Bosch van begin 16e eeuw. Wat aten de stedelingen en Jeroen Bosch? Aan de hand van brieven en liedteksten stelde Lizet Mozarts Menu samen. De Mozarts reisden heel wat af in de 18e eeuw en wat kwam er op tafel. Heerlijke boeken van deze schrijfster, die in Gereons Kookboekhoek staan. En sinds kort blogt ze weer, vanuit de stad van fabelverteller LaFontaine, op haar kakelnieuwe site lizetkruyff.nl Maar nu is het woord aan Lizet. Zij trapt de #franseweken af op Gereons Keuken Thuis. Soyez bienvenue, Lizet!
Oorlog en Vreten en een Koninklijke Verrassing
Lodewijk de Veertiende, beter bekend onder zijn soubriquet De Zonnekoning, was een extravagante man. In alles zocht hij de overtreffende trap. Paleizen, kleding, feesten, landhonger, macht. Die buitensporigheid strekte zich ook uit tot zijn welgevulde tafel. Dat weten we, omdat zijn schoonzus Elisabeth-Charlotte van de Pfalz (prinses Palatina) uitvoerig met haar ouderlijk huis en vriendenkring correspondeerde. Zij zag hem vaak ‘vier volle borden soep eten, allemaal verschillend. Een hele fazant, een patrijs, een grote schotel salade, twee flinke plakken ham, schapenvlees in saus en met knoflook, een schotel patisserie en tenslotte nog vruchten en hardgekookte eieren’. En dat was dan nog maar één van de drie of vier maaltijden per dag. Hij dronk ook graag chocola en at daar de nodige zoetigheid bij.
Ook al tobde de Zonnekoning met spijsverteringsproblemen en gebitsmalheur, toch bleef hij uitgebreid consumeren. Voelde hij zich niet echt geweldig, naar buiten toe wenste hij het beeld van welvarendheid en gezondheid uit te stralen. Met die vraatzucht en alle bijbehorende problemen heeft hij het nog best lang uitgehouden, hij overleed een paar dagen vóór zijn 77ste verjaardag. De koninklijke maag bleek bij de autopsie in 1715 drie keer zo groot als die van een normale volwassene. Quelle surprise!
Prille Erwtjes
Zijn lijfarts moest trouwens niets van Lodewijks vreetpartijen hebben, en al helemaal niet voor zijn voorliefde voor groente. Die zouden de spijsvertering alleen maar verder vertragen, meende hij. Helaas gaf de koning mateloos toe aan zijn voorliefdes, waaronder die voor het zo prille erwtje. Vanaf het begin van het seizoen kwamen die in alle mogelijke bereidingen op tafel hetgeen tot grote schranspartijen aanleiding gaf. Volgens het boek dat ik lees over de Franse culinaire geschiedenis is deze groente in januari 1660 met een courtisane als souvenir van een reisje naar Italië in Versailles beland, ver vóór het tuinseizoen. Daarmee kwam een enorme hype op gang: iedereen moest en zou erwtjes eten, ook buiten het seizoen, iedere dag en graag véél. Hoe het verder ging lees je in het aangename boek Histoire de France à Plein Dents.
Bij mij rees de vraag: hebben we een recept met erwtjes uit deze periode, bij voorkeur van een Franse hofkok? Dan kom je vanzelf bij Vatel, in dienst van de prins van Condé, de broer van de koning. Fritz-Karl Watel, geboren in Doornik in1631, overleden in Chantilly in 1671, bekend onder de naam Francois Vatel, kennen we vooral van zijn exuberante maaltijdtheaters. Maar receptuur? Aan een kookboek is hij dankzij zijn zelfmoord niet toegekomen, hij was tenslotte pas veertig. Massialot is dan wel een goede bron, die leefde van 1660 tot 1733 en kookte onder meer voor een andere broer van de zonnekoning, de hertog van Orléans. Massialot publiceerde in 1691 zijn culinair opus Le nouveau cuisinier royal et bourgeois, ou cuisinier moderne. Qui apprend a ordonner toutes sortes de repas en gras & en maigre, & la meilleure maniere des ragoûts le plus délicats & les plus à la mode; & toutes sortes de pâtisseries: avec de nouveaux desseins de tables….Ouvrage très-utile dans les familles, aux maîtres d’hôtel & officiers de cuisine. Het zal nog vele malen en in veel vormen herdrukt worden. (Er is een exemplaar in de Bijzondere Collecties van Allard Pierson/UBA). Er staat een heerlijk recept voor erwtjes in. Ik vertaal het even voor jullie en laat de suiker een beetje weg (die andere koninklijke zonde, ook door deze van zichzelf al zoete erwtjes ging een flinke schep suiker):
Jonge erwtjes à la crême (en zonder)
Neem piepjonge erwtjes. Doe boter in een casserol en laat daarin de erwtjes op een klein vuur garen. Als ze bijna gaar zijn doe je er een handje peterselie en een handje bieslook bij, wat zout en room. Je kunt de erwtjes ook zonder room bereiden. Doe ze dan met boter in een casserol en een bouquet garni, breng op smaak met peper en zout, laat ze met een deksel op de pan sudderen op klein vuur tot ze gaar zijn. Roer af en toe om. Als ze bijna gaar zijn roer je er een eetlepel bloem laat die een beetje mee garen en dan doe je er een glas warm water bij. Nog even nastoven en dan direct warm opdienen. Wij snappen nu al die ophef misschien niet meer. Toen was het een hype want nieuw en met koninklijke goedkeuring. Er is ook niets mis mee. Verse erwtjes zijn ontzettend lekker.
Maar even terug naar de titel van dit verhaal Oorlog en Vreten. In de oorspronkelijke tekst gaat het natuurlijk om een woordgrapje: War and Peas. De erwtjes snappen we nu, maar die oorlog? Die voerde Lodewijk vaak, ook met ‘onze’ stadhouder-koning Willem III. Die op zijn beurt graag de Franse koning na-aapte in extravagante kleding, pruiken en hofhouding en oorlog voeren. Of Willem aan de erwtjes raakte? Dat zou zo maar kunnen. Ook de tafel van Willem III en Mary II was rijk voorzien van schotels. We hebben een beschrijving van onder andere de indeling van de maaltijd. En wat lezen we daar bij de nagerechten, jawel, erwten (of artisjokken, pistachescrême of zwezerikenragoût)? Wedden dat daar ook een schepje suiker in zat?
Lezen: Histoire de France à Plein Dents, Le grand roman national à savourer, Stéphane Hénaut & Jeni Mitchell. 2019, Flammarion; verscheen eerder als A Bite-Sized History of France, 2018, The New Press, New York.
Merci Lizet pour ta belle surprise royale et à la prochaine!
Maart Frankrijk maand. Gereons Keuken Thuis heeft een mooi voornemen. een maand lang op zoek à mes racines perdues. Meer dan dertien jaar geleden begon ik met de blog Vins de Géréon op mijn toenmalige wijnwebsite. De reden was heel simpel. In die tijd organiseerde ik veel Bourgogne en Beaujolais proeverijen bij mij thuis of op locatie. Met zelfgemaakte hapjes en, Gereon zou Gereon niet zijn, de nodige verhalen en anekdotes van mijn wijnavonturen in Frankrijk. Mijn proevers en toehoorders waren altijd nieuwsgierig naar de achtergronden van de wijnen en de recepten. Een blog was een mooi medium. Jammer genoeg ging rond 2011 mijn webhost failliet- zonder dat ik het wist- en zijn veel Frankrijk werk uit de eerste 5 jaar en de nodige gastbijdragen aan een aantal wijnwebsites verloren gegaan. Maar niet getreurd. Opnieuw beginnen of herhaalverhalen de wereld in slingeren kan altijd. Dus maart 2020 is Frankrijk maand, met verhalen uit de Hexagone van foodbloggers, gastblogger Lizet over de Zonnekoning, recepten van professeur Circonflexe en een aantal leuke Franse (kook) boeken. Krijg jij nu ook zo’n zin om iets bij te dragen? Laat het me dan in een reactie hieronder weten of anders weten jullie me wel te vinden op de social media.
Maart Frankrijk maand op Gereons Keuken Thuis. A bientôt!
Evergreen Mikkel Karstad. Op Gereons keukentafel ligt een groot groen gevaarte, het kakelnieuwe kookboek Evergreen van Mikkel Karstad, die ik al kende van een memorabele lunch in een ijskoude hal van de visafslag van IJmuiden. Destijds ging het om zijn Noordzeevisboek Gone Fishing. Dit voorjaar verblijdt hij mij met een boek vol recepten uit de Scandinavische groentekeuken, die ik begin februari mocht proeven tijdens een lunch bij WS19 in de Weteringstraat. Een mooi gelegenheid, om hem direct wat feedback vragen over zijn gefermenteerde blauwe bessen, die in Gereons Keuken Thuis eens iets te zout uitpakten.
Ik ben dol op de jongensachtige avonturen van Karstad. Dat was bij zijn visboek zo en in Evergreen neemt hij je ook weer mee langs de Scandinavische paden en dreven. Samen met fotograaf Anders Schønnemann, die tekende voor het onderkoelde Deense beeld. Gereons Keuken houdt daarvan. Gek, om te zeggen, maar zoals Mikkel laat zien in Evergreen, gaat er een grote rust uit van met je tengels in de aarde wroeten, dennentoppen te verzamelen en een feestelijke maaltijd in het bos te bereiden. Maar ja, dat is ook archetypisch Scandinavisch, every man’s land. Evergreen staat vol seizoensgebonden nordisk mad met al die mooie groente, die Scandinavië biedt. Bij de foto’s en de gerechten, die begin januari in Amsterdam werden gekookt, herken je direct zijn signatuur. Karstad houdt van basic. En de grap van zijn bereidingen is, dat het geen hoogstaande ingewikkelde processen vergt, zoals bij die andere koning van de Deense foerageringskeuken, René Redzepi. Juist niet, Mikkel streeft ernaar, dat alle gerechten in de meest simpele keuken te maken moeten zijn met behoud van de smaak van de natuur. Dat maakt het boek zo bruikbaar. En eetbaar, zelfs voor verstokte vleeseters, als fotograaf Anders.
Laten we eens op pad gaan door Evergreen. We trappen af in het bos, volgens mij een habitat waar Mikkel zich, net als zijn matinale plons in de zee, wel thuis voelt. We drinken daar Ethiopische koffie met barndnetels, klaverzuring, beukenblad en sparrenscheuten. De toon is gezet. Of wat te denken van zelfgemaakte roomkaas met wilde kruiden? Na het uitje in het bos gaan de groenten een hoofdrol spelen, Karstad tovert met courgette en courgettebloem, gevolgd door verse erwtjes, een voorjaarsbode van de lente. Of wat te denken van parelgort met tuinbonen?
We gaan naar het eiland, Mikkel en Anders laten in Evergreen in het midden welk, maar sereen en groen is het. Het vuur wordt weer opgestookt voor een zelf verzamelde tuinkruidensoep met gepocheerde eieren. Van de geteelde groente speelt bloemkool een rol in het volgende hoofdstuk, in vele gedaanten. En wat te denken van een puree van gele erwten, die Karstad in Amsterdam serveerde met boerenkool, omdat dat nu eenmaal in het seizoen is. Want dat staat voorop in Evergreen.
De akker is ook een hang out voor Karstad, zelf mais roosteren, buiten! Moet ik nog meer schrijven over dit jongensboek vol nordisk mad. Het wakkert in mij een groot de paden op, de lanen in gevoel aan. Gelukkig staat het voorjaar voor de deur en gaat Gereons Keuken Thuis binnenkort op een fijn plekje in het duin daslook verzamelen. Dat kan volgens mij goed gebruikt worden bij de heerlijke groentegerechten uit de Scandinavische keuken van Mikkel Karstad. Evergreen trapt de lente af, en is, zoals het met elke tophit hoort, here to stay!
Evergreen, de Scandinavische groentekeuken, Mikkel Karstad & Anders Schønnemann (ISBN 9789089898241) is een uitgave van Terra en is on- en offline te koop voor € 34,99.
Noot: dit kookboek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
De Smaak van Italië nummer 100. Zentein jaar geleden begon het met een jongensdroom en in een tot kantoor verbouwde garage. Zo startte Marcel Molenbeek zijn avontuur. Het zou iets moeten worden met Italië, geen import van olijfolie of wijn, maar een heus magazine over de geneugten van de Bel Paese. Pionieren, een eigen weg vinden en nu is er De Smaak van Italië nummer 100, de jubileum editie, met een speciaal katern vol leuke prijzen, die zijn te winnen. En natuurlijk de aankondiging van het leuke Little Italy Event in de Westergasfabriek, dat Gereons Keuken Thuis volgende week gaat bezoeken. Jullie toch ook?
De Smaak van Italië nummer 100 staat deze keer o.a. in het teken van twee nieuwe columnisten, Rome-correspondent Jarl van der Ploeg en Italië connaisseur Onno Kleyn. Zij gaan vanaf dit nummer leuke bijdragen schrijven over de Laars. Maar er is meer te lezen…. De Smaak van Italië struint door Toscaanse dorpen, gaat op zoek naar streetfood vibes in Firenze, laat BN’ers hun Italiëgevoel uitspreken en gaat badderen in Toscaanse warmwaterbronnen, net als de Romeinen. We lezen ons door de Bel Paese met de mooiste boeken. Ontdekken de geheimen van architect Vitruvius. Toevallig ligt zijn boek, de 10 principes van architectuur, hier al een tijdje te wachten op lezing door Gereons Keuken Thuis. De Smaak van Italië eet de Toscaanse sterren van de hemel en gaat slapen in een duurzame borgo. Thuis kun je aan de slag met comfort zuppa en recepten voor een groene start. Laat het u smaken, deze editie van de Smaak van Italië, nummer 100. En tanti auguri voor Marcel Molenbeek en zijn team. Op naar nummer 200!
Het nieuwe nummer van De Smaak van Italië is te koop bij je favoriete bladenman of online voor € 6,99.
Sous-vide van Bas Robben. Na VET en ZUUR, zijn debuut, verscheen er van de hand van de jeune premier van Nederlands kookboekenland een boek over sous-vide techniek. Het in een warm waterbad garen van ingrediënten, hetgeen de smaak intenser maakt en waardoor textuur mooi blijft behouden. 85 recepten om te oefenen en daarna van te smullen. Geschreven in de stijl, die we inmiddels van Bas kennen. Speciaal voor Gereons Keuken Thuis ging culi-collega René Meesters aan de slag met het kookboek. In deze gastblog vind je zijn recensie.
René Meesters over Sous-Vide:
Ik schat dat het zo’n beetje in de zomer van 2016 is geweest dat ik op een terras zat in Walldorf, een plaatsje in Baden Württemberg, niet zo heel ver van Heidelberg. Stiekem ben ik er een beetje verliefd op geworden. Eigenlijk gebruikten we de plaatselijke camping, met de toepasselijke naam Astoria, in eerste instantie alleen als doorreiscamping naar Oostenrijk of Italië. De omgeving bleek dermate leuk dat we er inmiddels een keer een hele week geweest zijn én dat we er op doorreis regelmatig een paar dagen zijn blijven hangen op heen- of terugreis. Een onderschat gebied!
Goed, daar gaat het nu niet om. Waar het wél om gaat is het terras van hotel-restaurant Erbprinz in de Hauptstrasse. Of eigenlijk de hanenborst die ik daar at. Kipfilet, in mijn beleving. Heerlijk geserveerd met Bospaddenstoelensaus en rijst. Vooraf natuurlijk de enige echte Duitse salade met kruidenazijn. Een goed restaurant? Ik weet het niet. Niets bijzonders. Wél bijzonder was de hanenborst, want wat was die mals en sappig. Zo kende ik kipfilet helemaal niet. Natuurlijk zijn er allerlei manieren om te zorgen dat ze niet al te droog worden. Maar dit? Nee.
Pas later kwam ik er achter dat deze hanenborst wel sous-vide gegaard moest zijn. Sous-vide! Ik kende het alleen maar uit het programma Masterchef waarbij de techniek soms werd gebruikt. Voor mij leek het iets chemisch omdat ik in eerste instantie ‘sulfide’ verstond. Als chemisch technoloog lag dat dichter bij mijn belevingswereld op dat moment.
Sous-vide heeft natuurlijk niets met chemie te maken. Bij sous-vide worden levensmiddelen, vlees, groenten, eigenlijk kan het van alles zijn, onder vacuüm gegaard. De producten worden met een (eenvoudige) vacuümmachine in plastic gevacumeerd. In de horeca gaat het daarna vaak in een stoomoven. Voor thuisgebruik zijn er handige verwarmingselementen die kunnen worden gedompeld in een waterbak. De temperatuur is zo tot op een tiende graad nauwkeurig in te stellen. Dat is belangrijk.
Eerder recenseerde ik het boek ‘Sous vide’ van Thomas Keller. Een grootheid op dat gebied. Maar zijn boek is geschreven voor de horeca en absoluut niet praktisch voor thuisgebruik. Daarom was ik enorm blij met het boek van Bas Robben. Dat was ik trouwens ook al met zijn boeken ‘Zuur’ en ‘Vet’. Sous-vide helpt je op weg in de wereld van het garen onder vacuüm. Op weg naar dat hanenborstje op het terras in Duitsland. Want, beaamt ook Bas Robben, als er één stuk vlees is wat zich leent voor sous-vide dan is het wel kipfilet. Maar dat is niet het enige. Sous-vide is onderverdeeld in 11 hoofdstukken, waarvan meer dan de helft gaat over vlees. Alle soorten vlees: rund, kip, varken, wild en lam. Belangrijk dat ze allemaal een eigen hoofdstuk hebben. Ieder vlees heeft zijn eigen ideale temperatuur en bereidingstijd. Al is voor de bereidingstijd vooral de minimale tijd belangrijk. Een bijkomend voordeel is namelijk dat het meestal niet uitmaakt of vlees één, twee of drie uur in het waterbad verblijft. Absoluut een voordeel wanneer je niet precies weet op welk moment je aan het gerecht toe bent.
Bij mijn eigen sous-vide staaf kreeg ik een overzicht met standaardtemperaturen en verblijftijden. Inmiddels ben ik volledig gaan vertrouwen op de temperaturen van Bas Robben. Bavette (1 uur op 54 graden, heerlijk!), varkenswang, maar ook op de huid gebakken zalm. Sous-vide gegaard mislukt het niet en Bas Robben maakt er de lekkerste gerechten van. Maar ook bijgerechten als aardappelpuree met knoflookboter (ook sous-vide bereid) en hazelnoot-tijm topping, of allerlei soorten groenten. De mogelijkheden zijn onbeperkt en ik begrijp heel goed dat je er, net als de schrijver, verslaafd aan kan raken. Een van die mogelijkheden waar ik nog niet aan gedacht had is infusie. Daarbij worden smaken toegevoegd aan een vloeistof. Dat gaat beter bij warme vloeistoffen. Bij Bas Robben zijn dat vaak alcoholische drankjes, zoals speculaas-rum, aardbeien-wodka of Campari met tijm en grapefruit. Maar ook je eigen yoghurt maken behoort tot de mogelijkheden.
Je zult het inmiddels welk begrijpen. Sous-vide van Bas Robben is voorlopig mijn bijbel in de wereld van bereiden onder vacuüm. Ik ben er van overtuigd dat ik hiermee veel vrienden ga overhalen ook een sous vide staaf en vacuümmachine aan te schaffen. Behalve dan die vrienden bij wie ik de temperatuur van de biefstuk 10 graden te hoog had ingesteld. Dan wordt het een droge bedoening. Maar dat lag zeker niet aan Bas Robben!
Sous-Vide, Bas Robben (ISBN 9789461432230) is een uitgave van GoodCook en kost € 30,95
Over de gastblogger: René Meesters is afgestudeerd chemisch technoloog maar blogt al sinds 2010 op zijn website het eten is klaar Zijn passie voor koken ontstond echter al op de middelbare school. Dat hij geen kok is geworden komt apart genoeg door de chefkok bij wie René een weekendbaantje had in de keuken. Hij overtuigde hem er van dat het koksbestaan een hondenbaan is. Had hij gelijk? René zal het nooit weten. Hij bleef koken en ontdekte dat hij ook schrijven leuk vind. Dan is de combinatie snel gemaakt. Op zijn blog zien we vaak een relatie met vakanties in Europa met een voorkeur voor Frankrijk, maar ook Duitsland, Oostenrijk en zeker ook België (René woont tegen de grens aan) komen regelmatig in zijn blogs voor.
Dank aan René voor deze mooie gastblog en recensie van Sous-vide!
Tulpendag op de Dam 2020. “Als de lente komt, dan stuur ik jou tulpen uit Amsterdam ….” luidt de titel van een populair liedje. In Mokum zelf doen ze dat anders, want elk jaar op de derde zaterdag van januari worden er 200.000 tulpen speciaal geplant op het centrale plein van de stad, de Dam. De start van het snijtulpenseizoen. Nederlandse tulpenbollenkwekers zijn trots op hun waar en willen zo hun visitekaartje aan de wereld afgeven. Een leuke geste in de toch wat saaie januarimaand. Een stukje lente, vormgegeven in een artistieke tuin voor het paleis. En plukken mag! Dan zie je locals en toeristen blij met bossen tulpen in de tram en op de fiets. Als dat nu geen leuke promotie is voor ons land en de bollensector.
Aan tulpen en vooral bollen kleven ook andere herinneringen. Oorlogsvoedsel in de barre hongerwinter. Een nare herinnering. Maar… Gereons Keuken Thuis ontving van uitgeverij Poiesz in het najaar een boekje Eet smakelijke tulp over het eten van tulpenbollen en -bloemen. Geschreven door Johanna Huiberts-van den Berg en Reineke Tol. Biologische tulpenbollen wel te verstaan, want andere soorten zijn niet eetbaar. In het naar mijn mening visueel niet zo mooi uitgevoerde kookboek -fotografie van de gerechten is niet echt smakelijk. Dat is jammer.- staan originele recepten en verhalen over de geschiedenis van deze bloem, die oorspronkelijk uit Klein Azië komt. Apicius kende al de geneugten van de tulpenbol. Of dit waar is betwijfelen de schrijfsters. In de 17e eeuw ontstaat een regelrechte bubbel van tulpen en bollen. Er worden vermogens aan uitgegeven en verloren zeker na het rampjaar 1672, toen de economie van de Republiek ging haperen. Tegenwoordig is de bio tulpenbol te beschouwen als delicatesse.
Na een korte geschiedenis volgen recepten voor broodjes tulp, voorafjes en tulpenhapjes. Sauzen met in de hoofdrol tulp. De eerder genoemde tulpensalade van Apicius uit de negende eeuw, hoofdgerechten met tulp, zoete baksels en culinaire traktaties. Heel origineel, om deze bloem en bol eens vanuit een andere optiek te bekijken. Maar nogmaals eet alleen biologische bollen. Ze zijn te krijgen via de site Eet smakelijke tulp Een mooie voorbode van de aankomende lente en lokaal geproduceerd.
Terug naar Tulpendag op de Dam 2020. Om 13.00 uur gaat de tuin open en kun je aansluiten om je eigen bosje Neerlands trots te plukken. Meer informatie vind je op de site het is weer tijd voor tulpen Veel plezier, want als de lente komt…. dan stuur ik jou…. tulpen uit Amsterdam.
Eet smakelijke tulp, Johanna Huiberts-van den Berg en Reineke Tol (ISBN 9789491549977) is een uitgave van Poiesz uitgevers en kost € 18,50
Noot: dit kookboek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Op naar het nieuwe jaar! Een nieuw decennium staat eraan te komen. Op deze laatste maandag tuur ik over de Noordzee, een mooie manier om terug en vooruit te kijken. De laatste zonnestralen van 2019. Een mooie dag om goede voornemens te maken en snode plannen te smeden. Met inbegrip van de bagage, die ik meeneem uit het jaar ervoor. Zo ga ik op Gereons Keuken Thuis onverdroten -helaas haakten sommigen af dit jaar- verder met #talkandtable. In 2020 wederom gevuld met leuke gasten, zoals theesommelier Mariëlla, reislustige Laura, pickles Peter en anderen. Wil je ook je bijzondere verhaal vertellen op mijn blog en beloond worden met een lekker gerecht en wijntip? Meld je dan aan!
De maand januari trapt af met gastblogger en kok René, voor de recensie van Sous Vide, het nieuwe boek van Bas Robben. Zelf ga ik aanstaande vrijdag aan de slag met Beiroet van Merijn Tol. Terroir blijft een grote rol spelen in mijn blogposts en Gereons Keuken Thuis wordt kritischer op processed food. Net als mijn suikerconsumptie. Ik merk na al het kerstvoer van de laatste weken, dat ik er niet meer aan gewend ben, eten met teveel onnodige toevoegingen. Tulpen staan ook in januari op het menu.
Op naar het nieuwe jaar! Culinaire kennis en kunde is in 2019 een beetje een ondergeschoven kindje geworden op mijn blog. Geïnspireerd door o.a. het mooie kookboek Keukenlab en de werken van Claudia Roden ga ik kijken wat er beter kan in keuken en op mijn blog. Ik vind een groot nadeel van veel culinaire sites, dat ik er vaak dertien in een dozijn recepten met supermarktingrediënten aantref. En niet geplaatst in een mooie context. Mindfood. Gereons Keuken Thuis gaat zich weer meer richten op smaak en schwung in de cuisine. Dat geldt ook voor wijn. Want daar begon het tenslotte allemaal mee, zo’n 14 jaar geleden. Werk aan de winkel dus!
Op naar het nieuwe jaar! Minder vlees, meer groente en vegan koken staan op de agenda. Net als een nieuwe #fitforfun serie in februari, want in 2019 sloeg de waan van de dag vaak toe en werd mijn dagelijkse sportritme danig gefrustreerd. Gelukkig kan ik op 8 januari. a.s. al inspiratie opdoen met Marlene en Leontien tijdens een fitte appellunch. In 2020 vormt Gereons Keuken Thuis weer een canvas voor kookboekrecensies, productreviews en eventverslaggeving. Durf je het aan om je boek te laten recenseren, wil je je unieke product door mij laten testen of mij iets laten schrijven over je evenement? Be my guest! Gereons Keuken Thuis is altijd op zoek naar nieuwe input. Ik meld er wel bij dat ik dit jaar strenger zal zijn in mijn keuzes en aandachtspunten. Maar dat maakt het spannend!
Een heel nieuw decennium gloort voor Gereons Keuken Thuis aan de einder. Nu eerst nog een dag of wat lanterfanten en dan op naar het nieuwe jaar! Een heel mooi en geïnspireerd 2020 gewenst.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.