Nederlanders verkopen Nederland, Noord Holland door Marion Oudhoff

297foto: Haarlem, Bavokerk
In de serie Nederlanders verkopen Nederland vandaag wederom een dame uit de Bourgogne. Volmondig antwoordde zij dat ze mee deed aan deze serie. Marion Oudhoff komt uit Noord Holland. Zij zendt een recept in voor Haarlemmer Halletjes. Wat dat zijn vertelt ze zelf in het verhaal over deze provincie.
Eerst iets over Marion:
Wij hebben sinds 2003 een boerderij in het zuiden van de Bourgogne en daar wonen we permanent sinds 2009. Ik heb in Nedrland heel ander werk gedaan, maar koken en mijn groententuin waren wel  al mijn grote hobby’s. Wonend in de Bourgogne kan ik me helemaal uitleven met alle dieren die we hebben, de moestuin op permacultuurbasis en de gite die ook geschikt is voor mensen met een handicap.  Daardoor ben ik ook meer gaan koken voor anderen.
Wij proberen met veel elementen uit het leven (meer) onafhankelijk te zijn. Proberen zelfvoorzienend te leven. Denk dan aan zaken als je voedselvoorziening (groenten, natuur, kippen, vissen etc), je kleding (reden voor de schapen), gezondheidszorg (kruiden), verwarming (oa op hout kunnen  koken) etc etc. Back to basic.Ik organiseer momenteel voor zowel individuen als kleine groepen kookworkshops en excursies, bijvoorbeeld zelf geitenkaas maken.  Mijn kookworkshops voor Nedrlanders zijn gericht op de traditionele keuken uit de Bourgogne. Lekker het terroir! Daarnaast vervlecht ik het voedsel uit de natuur (de wildpluk) in mijn maaltijden. Hier start  ik daar binnenkort ook workshops in.
Marions verhaal over Haarlem en haar recept:
Haarlem de hoofdstad van Noord-Holland. Stad waar ik geboren en getogen ben. Haarlem heeft niet echt een hele roerige historie, los van de religieuze opstanden is er ooit wel een boter (belasting-)opstand geweest en natuurlijk is het Haarlems beleg van de hertog van  Alva bekend met een heldinnenrol voor Kenau Simonsdochter Hasselaer (of is dat nu toch een mythe?) en kreeg Haarlem een bijnaam : het Spanjaardsgraf.
In de Haarlemse culinaire historie zie nog steeds terug het Jopenbier. Dat de herinneringen doet herleven aan de honderd brouwerijen die er ooit waren. Het heeft de Haarlemmer Olie, dat overal goed voor lijkt te zijn en nog steeds verkocht wordt bij o.a. van der Pigge, een heerlijk ouderwets zaakje waar ze je in stofjassen helpen en het zo heerlijk ruikt. En de Damiaatjes, de klokjes die geschonken werden aan de stad na een kruistocht op Damiate, maar nu in eetbare variant, want ze zijn van chocolade. Trouwens de Droste chocolade is ook wel bekend. Echte oude traditionele Haarlemse recepten zijn er echter niet veel. De fontijnkoek was er ooit, maar die heb ik nooit gegeten. Iets voor een volgende speurtocht misschien? En nu kennen we eigenlijk alleen nog het Haarlemmer of Haarlemsche Halletje, een krokante koek die ook nog eens opnieuw uitgevonden moest worden. Het is aan het eind van de Gouden Eeuw, 1693, ontwikkeld door Eymert van der Schee. Die woonde toen in de Korte Veerstraat in het Oude Halletje, vandaar de naam. Ze zouden destijds zelfs internationaal bekend zijn geweest. Wie weet komt dat er weer van.
Er zijn diverse recepten. In 1768 wordt een recept beschreven in “de volmaakte Geldersche keukenmeid” met potasch, waarvoor we nu bakpoeder gebruiken. Ook worden daar eerst balletjes van het deeg gedraaid en dan platgedrukt. Tegenwoordig rollen we het uit en snijden we dit met een uitsteekvormpje, alhoewel ik de oude methode praktischer vind. Ook werden toen veel eieren gebruikt en was de hoeveelheid specerijen nog royaler. En ze bakten ze in een niet te warme oven. In het moderne recept zien we geen eieren meer in het recept, en bakken we in een hete oven, zodat het een hard koekje wordt. De specerijen blijven gelukkig wel een hoofdrol spelen. Voor de smaak van nu gaan we uit van het recept dat Cees Holtkamp heeft herontwikkeld en het echte Haarlemmer Halletje wordt nog steeds alleen in Haarlem verkocht bij Michel, de patisserie-chocolaterie in de Grote Houtstraat 173. En…dat recept blijft geheim.
Wat heb je nodig voor Haarlemmer Halletjes:
125 gram zachte boter
225 gram bruine basterdsuiker
12 gram gemalen kaneel
5 gram gemalen kruidnagelen
120 gram water
375 gram Zeeuws bloem gezeefd (is bloem uit een land met zeeklimaat)
12 gram bakpoeder gezeefd
Hoe ga je te werk:
Meng in een kom de boter, de suiker, kaneel en kruidnagel en voeg het water toe al werkende. Als dit goed gemengd is doe dan de bloem en bakpoeder erbij. Kneden tot een egaal deeg. Dit deeg is en blijft kleverig. Afgedekt in de koelkast zetten voor minimaal 1 uur zetten, langer mag ook.
Dan kun je voor 2 technieken kiezen om ronde koeken te krijgen. Je rolt het deeg uit (met bloem en folie) tot 2 mm dikte en steek je rondjes uit met een vormpje van 6 cm doorsnede. Of je snijdt deegstukjes af van ca. 30 gram, rol tot een balletje en duw dit onder wat folie tot de 2 mm dikte. Leg de rondjes op een bakplaat met bakpapier o.i.d. met een kleine afstand, want ze zetten nog iets uit.
De oven heb je al voorverwarmd op 190 graden, hetelucht,  en je laat de Haarlemmer Halletjes 10 minuten bakken. Daarna laten afkoelen op een rooster. Je krijgt met deze hoeveelheid zeker 25 koeken of meer als je ze kleiner maakt, dan ook ietsje korter bakken. Dit recept geeft grote krokante koeken met een wat brosse binnenkant.
306foto: Haarlem, Frans Halsmuseum
Meer informatie over Marions activiteiten? Ga naar de volgende websites:

Nederlanders verkopen Nederland, Groningen door Agnes.

 foto: Groningse vlag (internet)
Er gaat niets boven Groningen. Deze aflevering doet Agnes Roeleveld-Hoekstra een duit in het zakje. Of moet ik zeggen een Jan in de zak. Agnes is geboren in 1969, en getogen in Oost Groningen. Ze ging op haar achttiende studeren in Baarn/ Ze volgde de opleiding recreatie, toerisme en cultuur aan de Hogeschool Midden Nederland. Na haar studie, het was crisistijd begon ze bij Perry Sport, Daarna werkte ze bij een verzekeraar. Agnes pakte een studie P&O op en ging werken als intercedent bij uitzendbureau Start. Daarop volgend werd Agnes personeelsadviseur en customer relations manager bij het Nederlands Vaccin Instituut. Maar dat is inmiddels verleden tijd! Agnes woont al weer enkele jaren in de prachtige Morvan, aan de rand van de Nivernais. “Na onze komst eerst twee seizoenen gekookt op een camping en de animatie gecoördineerd.”, vertelt ze. Agnes is al weer al weer geruime tijd eigenaar van Fromagerie Champs Fleuris, de Nederlandse kaasboer in Frankrijk. Zij staat op marketen in Bourgondië en struint ze ook af naar brocante, zoals vaak te lezen is op Facebook. Agnes barst van de hobby’s koken, lezen van kookboeken, fotografie, sport, huisdieren, haar twee honden, kippen, tuinieren en haar culinaire pagina freetbook. Agnes is ook blogeuse. Zij hoopt ooit een boek te schrijven over haar leven In de Bourgogne. Ze schrijft hier nu al blogs over op Histoires met recepten die ze graag maakt. Lees hieronder de inzending van deze bourgondische Groningse.

 

In Groningen komen zeer veel verschillende gerechten voor terwijl ze het zelfde heten (komt vooral door de verschillende regio`s). Dit gerecht staat in deze website nog een keer alleen met een heel ander receptuur.Het typisch Groningse gerecht klont heeft iets weg van wat in andere provincies Jan in de zak wordt genoemd. Jan in de zak wordt echter gegeten als nagerecht, terwijl klont met gekookte aardappelen een echt hoofdgerecht is. Klont werd altijd gegeten na het dorsen

 

Nodig:

500 g tarwemeel
500 g boekweitmeel
1 tl zout
3 el stroop
700 ml melk1 kg aardappelen
200 g vetspek in dobbelsteentjes

 

Bereiding:

Doe het meel in een kom met het zout en maak er – scheutje voor scheutje de melk bijschenkend – een mooi deeg van. Roer vervolgens de stroop erdoor.
Doe het deeg dan in een vochtige,uitgewrongen en met wat bloem bestrooide katoenen of linnen zak. Bind de zak aan de bovenkant dicht, maar zorg dat er wat ruimte overblijft tussen knoop en deeg.Breng in een grote pan ruim water aan de kook. Leg op de bodem een omgekeerd schoteltje (om aanzetten te voorkomen) en kook de klont in 1 ½ uur op laag vuur gaar. Schil intussen de aardappelen, kook ze gaar. Bak het spek langzaam uit in een koekenpan. Haal de gare klont uit de pan en uit de zak en laat de klont even opdrogen.Dien het gerecht op met de gekookte aardappels, het uitgebakken spek en met het spekvet.

Nederlanders verkopen Nederland, het Friesland van Mannin!

IMG_4661B_resize foto: It  Fryske gea

In mijn queeste naar recepten diende Mannin zich aan. Fries in bloed en aderen ging zij vol enthousiame aan de slag. Twee recepten voor de serie nederlanders verkopen Nederland, met prachtige foto’s stuurde zij in. Dank Mannin. En veel succes met je broodverkoop in Ljouwert.

Mijn naam is Mannin. Ik blog over diverse baksels op www.baksels.net, Ik bak op bestelling en geef workshops in bakken. Ik ben getrouwd en moeder van twee jongens (van 4,5 en 6,5 jaar). Geboren in Friesland en na een 10-jaar durend uitstapje naar Twente zijn we sinds 1,5 jaar weer terug op Friese bodem. We wonen in het Noord-westen van Friesland, de streek die ook wel de Klaaihoeke (kleihoek) wordt genoemd.
Friesland (of Fryslân zoals tegenwoordig de officiële naam is) is één van de noordelijke provincies, welke bijna 650.000 inwoners telt en als hoofdstad Leeuwarden heeft. Hoewel ik Twente ook erg mooi vond, ben ik blij weer terug te zijn in Friesland. Hier vind je nog ongekende rust en dorpen met hun oude, met liefde onderhouden dorpskernen met allemaal hun eigen kerk die hoog boven alles uittorent. Dit omdat deze op een grote terp staat en ons herinnert aan vervlogen tijden waarin de Friezen met grote regelmaat te maken kregen met overstromingen. Hier zie je  “kop-hals-romp-boerderijen” genoemd  naar de hoge vorm van het voorhuis (de kop), het lagere verbindingsstuk als nek en de hoge schuur welke de romp moet voorstellen. Dit type boerderij schijnt haar naam te hebben gekregen omdat de vorm doet denken aan een liggende koe. Daarbij komen we bij wat de Friezen “ús mem” (onze moeder) noemen. Dit verwijst naar het Friese stamboekvee, de zwart met witte koeien die als melkkoe over de hele wereld bekend zijn.
Natuurlijk mag ik het Fryske Hynder (het Friese paard); dat grote, statige, zwarte paard met zijn lange manen en staart niet vergeten. Als ik een stukje ga fietsen kan ik ontzettend genieten van de vergezichten en de afwisseling van prachtige wolkenluchten, weilanden waarin niet alleen vee staat, maar waar ook diverse weidevogels te zien zijn. Denk bijvoorbeeld aan de grutto of de kievit, een vogel waarvan de Friezen uit eeuwenoude traditie graag de eieren rapen. Friesland biedt veel afwisseling.
Zoals gezegd zitten wij in de Kleistreek, de streek waar oude-zeeklei ligt en het landschap voornamelijk bepaald wordt door weilanden, aardappelvelden en akkers met suikerbieten, uien en penen. In het oosten van de provincie vindt men “De Wouden”, het meer bosrijke gebied van Friesland en waar men zandgrond heeft. Het midden en zuid-oosten van de provincie kenmerkt zich door uitgestrekte veengebieden. In het Zuidwesten ligt Gaasterland, waar zelfs enig hoogteverschil te vinden is, veroorzaakt door landijs dat in de ijstijd de keileem opstuwde. Tot slot de welbekende elf steden, verbonden door waterwegen (het liefst bedekt met dik ijs, want dan staat Friesland op zijn kop!) met elk hun oude kernen.
Naast de eigen (officiële) taal die we hier hebben, heeft Friesland ook vele typische streekgerechten en streekproducten.  Een selectie van de heerlijkheden:  Fryske dúmkes, Friese oranjekoek, Fryske Sûkerbôle, anijsbeschuit, suikerlatten, diverse soorten (kruid)koeken, Fries roggebrood, het drankje Berenburg, Friese nagelkaas (kaas met komijn en kruidnagel), Jouster pof (een soort gevulde krentenbol), Friese pepernoten en drabbelkoeken. Wie meer Friese heerlijkheden met hun recepten wil bekijken gaat naar: www.lekker-frysk.nl
Zoals je misschien zal opvallen staan er veel baksels in dit lijstje, deels omdat mijn voorkeur naar baksels uit gaat, maar ook omdat de Friezen zoet zijn aangelegd. Misschien wel omdat er hier zoveel suikerbieten worden geteeld? Ook worden er veel specerijen gebruikt, met name anijs kom je vaak tegen.
Hieronder twee Friese recepten: Fryske Sûkerbôle (Fries suikerbrood) en het recept voor de welbekende, kruidige Fryske Dúmkes (Friese duimpjes)
IMG_1190B_resizefoto: grutto
Fryske Sûkerbôle: 

Ingrediënten:
·         75 gram zachte roomboter
·         500 gram bloem
·         6 gram zout
·         1,5 dl lauwe melk
·         12 gram droge gist
·         3 eetlepels gembersiroop (= ongeveer 45/50 ml)
·         2 eieren op kamertemperatuur
·         1 flinke theelepel kaneel
·         120 gram kandijsuiker, greinsuiker of parelsuiker (verkrijgbaar bij o.a. de Welkoop, in een paars doosje van het merk Tiense Suiker)
·         suiker
·         boter voor het invetten van de vorm
Werkwijze:
·         Smelt de boter voorzichtig in een pannetje op laag vuur en laat afkoelen tot kamertemperatuur.
·         Doe de bloem en het zout in de een kom en roer goed door met een garde.
·         Voeg de gist toe, roer weer goed door met een garde.
·         Voeg de lauwe melk toe, de gesmolten boter, de gembersiroop en de eieren.
·         Kneed dit in een standmixer met de kneedhaak in ca. 10 minuten tot een mooi soepel, samenhangend deeg. Het deeg is goed als je er tussen je vingers een vliesje van kunt vormen. Je kunt natuurlijk ook met de hand kneden, dit zal wat langer duren.
·         Leg het deeg in een licht ingevette kom en zet weg op een warme, vochtige en tochtvrije plek. (Ik doe dit in een onverwarmde oven met een bakje heet water op de bodem)
·         Laat ca. een uur rijzen tot het deeg in volume verdubbeld is.
·         Kneed er dan de kaneel en de parelkorrels door.  Je kunt als alternatief ook het deeg tot een grote plak uitrollen en deze gelijkmatig bestrooien met kaneel en de suikerparels.
·         Maak een rechthoekige plak van het deeg, deel denkbeeldig in drieën en vouw de linke flap over de middelste, en de rechterflap vervolgens ook over de middelste.
·         Draai het deeg een kwartslag en rol losjes op.
·         Vet een cakebakblik van 25 cm dik in met boter en bestrooi met suiker.
·         Leg het deeg hierin en laat nog ca. een kwartier rijzen op een warm, vochtig en tochtvrij plekje.
·         Verwarm de oven voor op 190 graden.
·         Bestrooi de bovenkant van het deeg met suiker en bak het in ca. 30/33 minuten gaar en goudbruin.

·         Stort het brood na het bakken op een rooster (doe er eventueel een plastic zak omheen, iets lucht inlaten zodat het niet tegen het brood aan komt, dit zorgt ervoor dat de suiker lekker gaat plakken) en laat afkoelen.

Fryske dúmkes (ca. 20-25 stuks): 

Ingrediënten:
·         125 gram Zeeuwse bloem (als je hier niet aan kunt komen kan je gewone tarwebloem gebruiken
·         0,5 gram zout (1/8 theelepel)
·         1,6 gram kaneelpoeder (1/2 theelepel)
·         1,5 gram gemberpoeder (1/2 theelepel)
·         1,5 gram anijspoeder (1/2 theelepel)
·         3 gram anijszaad
·         25 gram lichte basterdsuiker
·         50 gram donkere basterdsuiker
·         50 gram hazelnoten
·         60 gram zachte roomboter
·         1 eidooier
·         1-2 eetlepels water
Werkwijze:
·         Doe de tarwebloem, zout, kaneelpoeder, gemberpoeder, anijspoeder, anijszaad, basterdsuiker bij elkaar in een kom en roer goed door met een garde.
·         Rooster de hazelnoten in een droge koekenpan op een halfhoog vuur tot ze kleuren.
·         Laat de hazelnoten afkoelen en hak ze in kleine stukjes.
·         Doe ook de hazelnoten in de kom en roer nog eens goed door.
·         Voeg nu de boter, eidooier en 1 eetlepel water toe.
·         Kneed het geheel kort tot een samenhangend deeg. Het deeg hoort vrij droog te zijn, het moet net genoeg samenhang vertonen. Als het te het te droog is, voeg dan nog een beetje water toe. Begin bij een halve eetlepel en kijk of het deeg dan goed is. Zo niet, voeg dan nog maximaal een halve eetlepel toe.
·         Laat het deeg ingepakt in huishoudfolie een 20 minuten rusten in de koelkast
·         Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius
·         Bestuif het werkblad met wat bloem en rol het deeg met een deegroller hierop uit tot een rechthoekige plak met een dikte van 1 cm.
·         Snijd rechthoekjes van 2 X 5 cm. en druk de hoekjes iets rond.
·         Leg de Fryske dûmkes op enige afstand van elkaar op een met bakpapier of siliconen bakmatje beklede bakplaat.
·         Bak de Fryske dûmkes in ca. 15 minuten gaar met de ovendeur op een heel klein kiertje om vocht te laten ontsnappen.
·         Laat de koekjes afkoelen op een rooster.
Bron: “Het Nederlands bakboek” door Gaitri Pagrach-Chandra
Lekker ite! (eet smakelijk!)

 

Nederlanders verkopen Nederland, Antoinette met Limburgse vlaai.

In de serie Nederlanders verkopen Nederland staat vandaag de provincie van het bronsgroen eikenhout centraal, het Limburgse land. Het land waar Antoinette van http://kokenmetantoinette.blogspot.nl/ vandaan komt. Tegenwoordig woont deze blog”ster” in Verona, waar ze op haar blog schrijft over het heerlijk eten in de Bel Paese. Ik weet zeker, dat als Antoinette in Venlo of pakweg Bunde was gaan wonen, zij met evenveel élan en blijheid over de Limburgse keuken zou schrijven. Antoinette zond een proemevlaai in. We drinken er een Muscat de Rivesaltes bij of koffie…..
 proemevlaai 006foto: proemevlaai.
Proemevlaai
Ze staat bekend om haar asperges en zoervleis, de vele bierbrouwerijen, het carnaval en om Maastricht.
Ze is omringd door België en Duitsland, Noord-Brabant en Gelderland. En van boven tot onderen doorsneden door de Maas. Maar het is er oeverloos gezellig!
De zuidelijkste provincie van Nederland is Limburg.
Schuif aan bij onze koffietafel . De ereplaats is, hoe kan het ook anders, voor meneer pastoor.
Hij gaat voor in een gebed. (Amen! ) En iedereen gaat aan de bouillon, of ‘goeie soep’ zoals sommige mensen zeggen.
Daarna gaan we door naar zachte broodjes met fijne vleeswaren en kaas.
O ja, niet te vergeten, die kroketten komen ook van de beste slager van het dorp. En de mosterd is natúúrlijk Limburgs.
We ronden af met koffie en vlaai. En na een afsluitend woord van de pater familias proosten we op het goede leven. Zo wordt zelfs een begrafenis toch nog gezellig…
Er gaat nog veel water door de Maas tot heel Nederland aan de koffietafel zit. Maar een Limburgse vlaai bakken kan vandaag nog!
Vulling:
1 kilo verse blauwe pruimen
2 eetlepels rietsuiker
Bodem en raster:
400 gram bloem en wat extra om het werkblad mee te bestrooien
20 gram verse gist
ongeveer 1,5 dl melk
1 biologisch ei of ½ ei van gemiddelde grootte
40 gram boter en wat extra om de bakvorm in te vetten
40 gram suiker
4 gram zout
melk
grove suiker
(Vrij naar het recept voor pruimenvlaai uit het Limburgse vlaaienboek van Netty Engels – Geurts, via http://dailykaat.wordpress.com/2013/04/08/proemevlaai-voor-verona/)
Was de pruimen en verwijder de pitten.
Pureer de pruimen met een staafmixer tot moes, doe er twee eetlepels rietsuiker bij en breng aan de kook in een pan met dikke bodem.
Laat de moes een uurtje pruttelen onder regelmatig roeren. Laat de moes afkoelen.
Los de gist op in wat lauwwarme melk.
Doe de bloem in een kom en strooi het zout langs de rand. Maak een kuiltje in het midden en doe hierin het gistmengsel, boter, ei, melk en suiker.
Kneed er een soepel deeg van en zet dit weg totdat het deeg flink is in volume is toegenomen en je een sterke gistgeur ruikt.
Verwarm de oven voor op 175 graden.
Wrijf een ronde bakvorm met een doorsnee van 30 cm in met boter.
Bestrooi het werkblad met wat bloem.
Rol 2/3 van het deeg uit en bekleed een vlaaivorm met het deeg. Prik er gaatjes in met een vork en laat het deeg nog een keer een kwartier rijzen.
Verdeel de pruimenmoes erover.
Rol de rest van het deeg uit en snijd er latjes van met een vlaaienraster of met een pizzasnijder. Maak er een raster van op de vlaai.
Druk de latjes aan de rand van de vlaai aan en haal overtollig deeg weg.
Bestrijk de latjes met melk en bestrooi met wat grove suiker. Mocht je die niet hebben dan gebruik je gewone kristalsuiker.
Bak de vlaai ongeveer 20 minuten in de heteluchtoven op 200 graden.
Muziek terwijl u werkt:

Rowwen Heze – Herberg de Troost

Talk and table, the first Fall guest Daniel Wallace

picture: Daniël Wallace (internet)

Roaming around the alleys of the world wide web I met Daniël Wallace. He is an American author of the in the Netherlands best known novel Big Fish; A novel of mythic proportions. Telling the story of a father through the eyes of his son William. Edward Bloom. A father, who thinks that what he does is of mythical value. (1998) The novel was later filmed by Tim Burton.
Daniël Wallace is multi talented man, he has had a lot of different carreers, from the veterinary to teaching to writing. He wrote a lot. Books like the Watermelon King (2003) en his last The Kings and Queens of Roam (2013)
He lives in Chapel Hill, North Carolina, where many writers live. Since I am an aspired writer too on my tales blog-I write fairytales and surreal stories- I thought it was time to invite Daniël to speak his mind and join me in talk and table. His reward is a special recipe and wine for this man. Perhaps a Big Fish will cross the dish.

Who Daniël Wallace? Tell me some more
Writer, husband, father, drawer of pictures.

How did your attraction for writing start?
I like to make things by myself. I have always liked to entertain. Books have always been important to me so I wanted to write one that could be important to other people.

Currently you teach undergraduates, what do you want them to learn from you and your way of writing? 
Teaching undergraduates you have to deal with the fundamentals, the scaffolding of a story. It’s easy to forget that if you’ve been writing for a while. Teaching makes me remember.

What are favorite type of stories?
Beautifully written stories with an engaging but not overwhelming plot, always about people who have life-changing choices to make.

Which book from your youth you like the most and which one you dislike? I am very curious about that.
Love: Gulliver’s Travels. Not love: The Scarlet Letter.

You did a lot of different things in your life, can you recall your most striking moment?
When I told my father I wasn’t going to work for his company.

I read that you would prefered to have another of your books filmed. Which one and why?
I would like to have any of my books filmed. Films are fun to be a part of and they always bring new readers.

Can you tell me something of you most favorite place Where is it, does it even exist and why?
Good question. I will always say HOME, wherever that is.

I am very intrigued by the theme of Big Fish, because there is a certain thing on father and son communication. In my case it is absent, can you tell me some more on that?
That’s a very long answer! I think that’s why I wrote the book.

On food, which food do you like and which you would never eat?
I love almost everything but liver and beets.

What wine do you like?
Sancerre.

Can you tell me something about your “foodprint” A lot of waste we have in the Western world?
Oh god you are so right. I don’t know what to do about it. Do you?

What else do you want to tell?
I’m a happy man.

Further reading on Daniël Wallace? www.danielwallace.org

 picture: cover in sepia of the Big Fish

The Recipe

Daniël Wallace shows in his answers he is a plain man. Short answers. He likes to be a family man. A happy one. Home is his favorite destination. And on the wine question he does not give a cellar full of wines. The recipe for him was easy. Something with a big fish. A fisherman’s meal. A classic Dutch dish, that I make a lot. Cod with leek and butter. Hearty and warm after a day of fishing on the Zuiderzee. The wine to pair is a crisp white wine from the Mâconnais, perhaps one from the Caves de Lugny. But also a plain Dutch Heineken beer will do.

Ingredients 4 persons:

2.2 lbs/ 1kg potatoes
2 lbs/ 900 g of cod in pieces
2 leeks
1 onion
1 carrot
3 oz butter
1 tbs white wine vinager
1/2 glass of white wine
1/2 cup/ 120 ml milk
chopped parsley
chopped chives
2 tbs Dijon mustard
bread crumb
nutmeg
salt and pepper

Preparation:

Cut the leeks in tiny rings and rinse. Chop the onion. Peel the carrot and cut in tiny pieces. Peel the potatoes and bring to a boil until done. Make a mash of it by adding some warm milk and a dash of nutmeg. When this potato mash is done ad a lump of butter and the chopped chives. Season with some peper and salt.
Heat some butter in a pan and stir fry the leek, onion and carrot until glazy. Add the fish and bake for another two minutes. Add some wine, the mustard and some butter. Leave to simmer for a while. season the whole with some salt and pepper.  Add the parsley in the end. Pour the fish and vegetables in an oven dish. Preheat the oven on 356 Fahrenheit/180 Celsius. Cover withe the mashed potatoes. Put some lumps of butter and the bread crumb on top. Put the dish in the oven for 25 minutes. The dish should have a nice crumble.

Leave to cool  for a while before serving.

Easy Saturday Slaatje met peerkes en abdijkaas.

 foto: da’s nou un peerke

Een zaterdagmorgen, aan de koffie in de keuken, het miezert. Dat na een lange mooi zomer. Ik weet zeker dat we nog een Indian Summer er achteraan krijgen. Maar dat is het weer. Nu is het de tijd voor ons eigen inheemse fruit uit de boomgaarden. Het gaat bij mij al weer kriebelen, perenstroop, peren in de Beaujolais, Gereons Deense appelmoes in potten. Laat die herfst maar komen, om dan een heerlijk voldaan gevoel bij het zicht op al die potten op de plank. Soms ben ik net een eekhoorn of moet ik zeggen een hamster. Maar ja, nu is het Easy Saturday en ga ik voor een salade met peertjes en abdijkaas. Zuiderse smaken. We drinken er natuurlijk een Trappist van Koningshoeven bij, het enige Nederlandse trappistenbier. Als dan niet met een scheutje grenadine.

Nodig 4 personen:

150 g veldsla, 2 zakjes
2 stronken witlof
3 handperen
50 g walnoten
200 g trappisten- of abdijkaas
3 el walnotenolie
2 el olie
2 el ciderazijn
1 tl appelstroop
1 tl mosterd

Bereiding:

Rooster de walnoten in een droge pan. Was de veldsla. Snijd de stronkjes witlof in stukken en was ze. Meng de veldsla en witlof door elkaar. Verdeel over borden. Schil de peren en snijd ze in partjes. Snijd de kaas in blokjes. Maak van de oliën, mosterd, stroop en azijn een dressing en verdeel deze over de salade. Eventueel nog wat zout en peper uit de molen. Leg de plakjes peer en abdijkaas op de salade. Garneer met de geroosterde walnoten.

Nederlanders verkopen Nederland, Overijssel door Nico.

Op deze zonnige maandag in september aandacht voor de inzending van Nico den Hollander. Hij is de schrijver van het boek “Mannen kunnen koken”, dat dit najaar verschijnt. Ik schreef hier vorige week over. Word ook aandeelhouder. Voor het thema Overijssel zond Nico het onderstaande recept in, met een Zwolse connotatie.


Pannenkoeken met ijs en een romige karamel saus van Zwolse balletjes met een topping van Zwolse balletjes.

Voor dit gerecht worden alleen maar ingrediënten uit Zwolle en omgeving gebruikt.
Het meel
Komt van de Windesheimer molen een windkorenmolen aan de N337 van Zwolle naar Wijhe ter hoogte van de plaats Windesheim. Een molen met een lange historie;
In 1391 kregen de Broeders des Gemenen Levens[1] van het toen net gevestigde klooster bij Windesheim toestemming voor de bouw van een molen. In december 1747 brandde de molen af en werd er op enkele honderden meters afstand van deze locatie een nieuwe molen gebouwd. Deze werd gerestaureerd in 1952 en 1974. In 2008 is de molen wederom gerestaureerd.
Het ijs
IJs zonder gedoe zoals Erben Wennemars dat schrijft op zijn homepage/website.
Een heerlijk fris biologisch yoghurtijs, weinig meer aan toe te voegen.
Zwolse balletjes
In 1845 kocht de heer J. van der Kolk van zijn schoonvader het recept voor de ouderwetse specialiteit ‘steken’. Deze snoepjes werden alleen in Zwolle gemaakt. De familie van der Kolk vestigde zich in een winkelpand aan het Grote Kerkplein en richtte het in als stekenbakkerij. Het huis staat nu bekend als het Zwols balletjeshuis. Het eeuwenoude recept is natuurlijk geheim. In de nostalgische winkel is ook ander oudhollands snoepgoed te koop, zoals stroopsoldaatjes, wijnballen en duimdrop.

 

Ingrediënten: pannenkoeken

400 gr. (pannenkoeken)meel van de molenaar
3 eieren (biologisch)
± 800 ml ½ volle melk (biologisch)
Snufje zout
Boter/olie of margarine om de pan in te vetten
Ingrediënten, Romige Zwolse balletjes saus
150 g Zwolse balletjes + extra om te garneren
3 el water
2 el roomboter
50 ml slagroom
Ingrediënten garnering
Aardbeien en banaan vers en in stukjes gesneden (of vers fruit naar smaak en seizoen)
Zwolse balletjes, fijn gemaakt

Bereiden:

Bereid de pannenkoeken zoals je gewend bent, alle ingrediënten met elkaar vermengen en indien nodig het beslag wat dunner maken. De een houd van dikke pannenkoeken en de ander weer van wat dunnere pannenkoeken (crêpes).
Bewaar de pannenkoeken in een lauw/warme oven.
Romige Zwolseballetjes saus
De Zwolse balletjes in een plastic zakje doen en met een paar flinke klappen van een steelpan deze klein slaan. (bewaar wat voor garnering)
Je kan ervoor kiezen om een bepaalde smaak te maken door de saus van uitsluitend 1 smaak te maken.
In een pan enkele eetlepels water en de vermalen Zwolse balletjes verhitten totdat ze smelten. Let op niet laten karamelliseren. Voeg al roerend de boter toe. Als het een egale massa is de slagroom beetje bij beetje toevoegen. Zodra er een mooie gebonden saus ontstaat de pan van het vuur nemen en de saus bewaren.
Serveren:
Vouw de pannenkoek in drieën schep er (minimaal) 2 bolletjes ijs en wat stukjes verse aardbeien op. Vouw de uiteinden naar elkaar toe.
Besprenkel met de lauwe saus en bestrooi met wat verkruimelde Zwolse balletjes.
Lekkerder kan ik het niet maken.
Nb.
Je kan natuurlijk overdrijven maar voor de liefhebbers er dan ook nog een flinke dot (verse) slagroom erbij.
En voor de echte liefhebbers; fijn gesneden chilipepertje (½ zonder zaadjes) aan de saus toevoegen. Geeft een verrassende ‘byte’.

 


[1] Vanwege de bestaande onvrede met allerlei ongewenste kerkelijke praktijken vonden de predikingen van Grote instemming bij een grote groep mensen. Kort na zijn bekering in 1374 bracht hij een groep vrouwen onder in zijn ouderlijk huis te Deventer. Ze vormden daar een gemeenschap die de door hem voorgestane levenswijze van praktische vroomheid en spiritualiteit en arbeid in praktijk bracht. De zusters, en wat later ook de broeders, zochten een geestelijk reveil tegen de verloedering van het leven en de verruwing van de volkse zeden.

 

Nederlanders verkopen Nederland: de uierboord van George Hahn.

640_Erasmusbrug_Tour1foto: Erasmusbrug (rotterdaminfo) 

In de serie Nederlanders verkopen Nederland een recept uit het Rotterdamse. Ingezonden door George Hahn van de blog www.foodcrazy.nl  George is kok en heeft grote aspiraties om veel en vaak voor ons te gaan schrijven. Over eten natuurlijk. In het Zeeuwse land, waar hij woont, denkt en droomt over deze volgende stap in zijn levenspad. Ik kwam hem ook tegen op Twitter en ging zijn blog volgen. Alras ontstond een gezellig gesprek via de virtuele weg, waarin wij elkaars belangstellingen aftasten. Wat gaat dat toch makkelijk. Ik daagde George uit om iets in te zenden. Een blog over een recept van zijn geboortegrond. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Hij zond een aansprekend verhaal over een traditioneel Rotterdams gerecht in. Uierboord. Een gerecht waar zijn oma van smulde, George zelf niet. Dank je wel voor het inzenden, George!  Lees zijn relaas en het recept hieronder:

De lucht en het idee alleen al maakte dat ik de keuken zo snel mogelijk verliet . Ook het uiterlijk vond ik dusdanig dat ik mezelf beloofd heb om het nooit te eten.
 Een andere vreemde variant die ik nog weet van vroeger is gebakken bloedworst met appeltjes. Uit principe heb ik ook dat nog nooit gegeten. Captain’s Dinner, voor mij een Rotterdams gerecht, kapucijners, spek, uien, augurken en een pot piccalilly op tafel. Dat was een maaltijd waar ik met volle teugen van genoot.  Uierboord of koeientiet daar heb ik het over in de eerste zinnen. Iedere keer als het in huis gehaald werd en oma het ging bereiden, walgde ik bij het idee. Oma niet! Zij vond het een delicatesse, lekker op een verse bruine boterham met een snuf peper en zout, in geuren en kleuren kon ze er over vertellen. Dat fenomeen en de blik van oma zijn mij altijd bij gebleven. Op latere leeftijd toen ik met mijn vader een kaaswinkel had, werd ik er weer mee geconfronteerd. De slager aan de overkant verkocht het. Natuurlijk, ondanks dat ik er van walgde moest ik een stukje brengen bij mijn lieve oma.

 

Nodig:

1 kilo uier
Prei, peen, ui en laurierblad
1 liter bouillon
Peper zout

 

Bereiding:

Spoel de uier af onder stromend koud water (afspoelen indien nodig). Verwarm de bouillon met daarin de schoongemaakte, wortel, ui, prei en de laurierblaadjes. Kook hier de uier in circa 9 tot 10 uur ‘’beet’’ gaar. Niet te lang koken anders word de uier taai. Laat de uier afkoelen alvorens je deze gaat eten. Je kunt de uier in dunne plakken snijden en je brood ermee beleggen, vergeet niet om er vers gemalen peper en zout op te doen. Paneren in de bloem en rondom bakken in de roomboter, die variant is zelfs heden ten dage weer populair. Een smaakvol recept wat ik tegenkwam is de uier bakken, met uienringen, katenspek, tomaten en peterselie om het afmaken.

Bon appétit .

Bij dit Rotterdamse gerecht drink je natuurlijk een Rotterdamse imitatie. Die maak je met citroen gazeuse en bier.

Nederlanders verkopen Nederland, Flevoland.

 foto vlag van Flevoland (internet)

Onze jongste provincie, laten we haar een adolescent noemen met twee volwassen trekjes, Urk en Schokland,  de twee oude eilanden. Nieuw land ontstaan door het plan van ingenieur Lely. Zijn naam is gegeven aan de hoofdstad van deze provincie. De landbouwgronden van de Noordoostpolder, de nieuwe natuur van de Oostvaardersplassen, de randmeren met hun schat aan recreatiemogelijkheden. Watersport, lucht, ruimte. Almere met zijn uitdijende skyline. Het wilde wonen. Dat is allemaal Flevoland. Het is niet makkelijk een gerecht te vinden. Maar ik bedacht voor deze provincie blini’s met vers gerookte paling uit Urk. Het graan ontmoet de vis uit het water er omheen En om toch ook een exotische kant te benadrukken, meng ik crème fraîche met ras al hanout en gebruik ik koriander als garnering.

Nodig voor circa 20 blini’s:

1/2 zakje droge gist
250 ml melk
150 g boekweitmeel
2 eieren
1 tl suiker
zout
boter of olie om te bakken
50 g bloem

Beleg:

200 g gerookte palingbekertje crème fraîchetakjes koriander
potje zalmeitjes
citroen sap
1 tl ras al hanout

Meng gist en 100 g boekweitmeel en de helft van de melk door elkaar. Beslag een uurtje op een warme plek laten rijzen. Eieren splitsen, dooiers los kloppen met zout en suiker. 25 g boter smelten in warme melk. roer dit dan door het gerezen beslag. Schep de rest van het boekweitmeel en bloem erdoor. Klop de eiwitten stijf en spatel door beslag. Laat nog eens een half uur staan en bak dan de blini’s in een poffertjes pan of met een eierring. Bij een poffertjespan worden het er natuurlijk meer.

Hak de koriander fijn. Snijd de paling fijn. Meng de crème fraîche met wat citroensap en ras al hanout. Smeer op elke blini een dun laagje. Beleg de blini’s met de paling en wat koriander. En garneer met wat zalmeitjes.

Wat neem ik mee op vakantie? Aardappelen

Het stond er echt. Vanmorgen vroeg in het gratis krantje, dat je op alle stations vindt. Eén van de lezers van deze krant kan niet op vakantie naar Frankrijk zonder aardappelen mee te nemen. Heb je dan geen aardappelen in dat land? Welnee, het antwoord was, dat Hollandse aardappelen toch het lekkerst zijn. En dan twee weken zonder te moeten. de gedachte alleen al. Nee, ook op vakantie is het piepers, groente en vlees, wat de klok slaat. En die klok heit exact om half zes. Etenstijd. Nog lekker in de warme namiddagzon voor je tentje of caravan je bintjes prakken en dan wat jus erover. Al dan niet uit een ook meegebracht pakje of zakje.
Maar alle gekheid op een stokje. Iedere reiziger moet vooral doen waar hij of zij zich senang bij voelt. Dat je dan de geneugten van de pieper Française mist. Ja dat is een bijkomstigheid. Ach, pommes duchesse of gratin dauphinois kon je toch al niet maken op de camping, want je hebt geen oven bij de hand.
Dan maar aan de aardappelsalade, met boontjes en gebakken spekjes. Zo klaar en ideaal voor je kampeervakantie. Glas koele witte wijn erbij. Bijvoorbeeld een witte Loire van de chenin blanc.

Nodig:

750 g krieltjes
500 g boontjes
2 rode uien
2 tenen knoflook
150 g gerookt spek
4 el rode wijn azijn
gehakte peterselie
peper en zout
olie

Bereiding:

Was de krieltjes grondig en kook ze met wat zout gaar. Maak de sperzieboontjes schoon en kook ze in korte tijd gaar. Meng de krieltjes en bonen en laat iets afkoelen. Snijd de rode uien in mooie ringen. Verhit de olie en bak de spekblokjes uit. Voeg de gehakte knoflook toe. Blus het geheel af met de rode wijn azijn. Giet het nog hete spekvet/azijn mengel mengsel en de spekjes door de salade. Maak op smaak met wat peper en zout. Garneer met gehakte peterselie. Direct serveren.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten