Recepten uit de bekroonde kookboeken van het jaar 2007-2016.

 foto: cover van het boek.

Recepten uit de bekroonde kookboeken van het jaar 2007-2016. Al tien jaar lang organiseert Fusina Verloop met haar bedrijf Wonderneming op gedreven wijze de verkiezing van het Kookboek van het Jaar. In dit decennium ontpopte dit evenement zich tot één van de meest waardevolle en creatieve kookboekenprijzen van Europa. Er is tegenwoordig zelfs een heuse Kookboeken Zevendaagse en door het jaar heen bespreken recensenten nieuwe kookboeken op een speciale recensiesite. Maar Fusina zit nooit stil. Dit jaar werd er voor het eerst een “foodblogger van het jaar” verkiezing aan toegevoegd. Met recht is Verloop een culineuze duizendpoot te noemen. Altijd op pad om de nieuwste kookboeken te verzamelen voor het event in november. Petje af.

Elk jaar kiest een speciaal samengestelde vakjury een titel en doet het publiek een duit in het zakje door te stemmen op de website. Dit jaar waren Jord Althuizen met Smoky Goodness (vakjury) en Bas Robben met ZUUR (gouden garde, de publieksprijs) de gelukkigen. Joke Boons Bonen! kreeg de duurzaamheidsprijs.

Maar nu op deze zondag aan zee een woord over het boek zelf. Tien jaar kookboekengeschiedenis. Het is verdeeld in voor- hoofd- en nagerechten uit de verschillende edities van de winnaars. Voorgerechten start met een recept voor Waterzooi (ik wist niet dat dit een voorgerecht was?) uit De keuken van ons moeder, winnaar van de vakjuryprijs 2007. 2008 levert ons een recept van Puck Kerkhoven, witlofschuitjes met kipkerriesalade uit Het grote kliekjesboek, dat een gouden garde ontving. Zo gaat het verder in een speelse lay out (wel wat klein lettertype) met voorgerechten van de laureaten door de jaren heen.

Hoofdgerechten, een januarimenu uit 12 maanden eten van AH (2009) of arrosto di miale met venkel van Toscanini venticinque (2010) of pastilla uit het boek Kookkaravaan (2011), een favoriet van wijlen Johannes van Dam, herinner ik me. En zo gaat het verder in deze palmares van al die kookboeken, die uitkomen, elk jaar opnieuw. Je ziet de receptuur en de styling door de jaren heen veranderen. En de thema’s.

Nagerechten is het volgende hoofdstuk. Spekkoek met warme vanillekersen uit Hartverwarmend van Janneke Philippi (2010). De antisuikers- en gezondheidslobby had nog niet toegeslagen in kookboekenland. De worteltaart met witte chocolade uit Echt Eten van Jonathan Karpathios, onze landelijke groentekok en in 2013 de publieksfavoriet.

Recepten uit de bekroonde kookboeken van het jaar 2007-2016 laat zien, dat de kookboekenbranche continu in beweging is, vol initiatief en verwondering. Net zoals de Wonderneming van Fusina Verloop. De letters in het boekje zijn dan wel wat klein (ik tik dit stukje met mijn leesbril op), maar Gereons Keuken Thuis kijkt nu al uit naar het tweede van deze bloemlezing, dat, wie weet, in 2025 ten tonele komt.

Recepten uit de bekroonde kookboeken van het jaar 2007-2016, Fusina Verloop (ISBN 9789491525520) is een uitgave  van Wonderneming en is te koop voor € 24,95

Inspiratie voor december.

 foto: de tafels van Seasons magazine.

Inspiratie voor december. Het is een zondagochtend in november. Buiten trekt de wind aan en verliezen de bomen hun laatste bladeren Een prima ochtend om te werken aan een virtueel moodboard voor de aanstaande feestmaand. Waar gaat Gereons Keuken Thuis dit jaar mee aan de slag? Wat plaats ik op mijn blog voor het aanstaande feestgedruis tijdens deze maand? Inspiratie is overal te vinden.

 foto: cover Foodies.

Zo ontving ik deze week “The big Christmas issue” van het tijdschrift Foodies. Zij hebben kosten noch moeite gespaard een dubbeldik kerstnummer in elkaar te zetten. De eerste schreden hiervoor werden gezet deze zomer in Portugal. Er werd gedineerd in kasteel Tongelaar. Op deze sfeervolle locatie in Mill heb ik ooit nog een wijnproeverij gegeven. Janny van der Heijden legt tafeletiquette uit en vijf foodbloggers, waaronder Simone van den Berg vertellen over hun signature dish. Een fijne bron van inspiratie.

 foto: kazen van Bourgondisch lifestyle.

Ook het bezoek aan het jaarlijkse All you need is food festival van De  Kroon op het Werk is een must. Ik zag, snoof, rook en proefde nieuwe producten. Sprak met bevlogen brouwers van brouwerij De Hoop uit Zaandam, scoorde een nieuw pennenblik bij Mutti en snuffelde aan de kazen van Bourgondisch lifestyle, kaasaffineurs pur sang. Seasons, het tijdschrift dekte de tafel en gaat voor groen geluk deze feestmaand. Inspiratie voor december.

 foto: Zaanse sambal.

Stephan Kuiper kwam op me af met zijn artisanale Zaanse sambal, een product met vele gezichten en mogelijkheden. Bijvoorbeeld voor in de wildstoof. Ik volgde op de valreep nog een workshop kaaspairing bij Old Amsterdam. In een klein groepje knutselden we een winterse mocktail van Earl Grey thee, groene kombucha en wintersiroop in elkaar en serveerden deze bij de oude kaas. Het was om het in “Sinterklaas” termen te zeggen een verrukkelijk avondje.

 foto: mocktail met Old Amsterdam.

In december ga ik weer aan de slag met mijn jaarlijkse receptenparade, uit door Gereons Keuken Thuis besproken kookboeken. In ieder geval een drie gangenmenu uit Bonen! van Joke Boon, een kennismenu uit het culinair compendium de grote Kleyn, Grieks uit het Griekenland kookboek, een Sylvester menu uit ZUUR van jeune premier Bas Robben. We gaan verder met Frans eten à la Alain Caron, Zuid Japans uit Nanban, Baskisch van José Pizarro en vis van Mikkel Karstad. Ideeën te over dus.

 foto: Mutti.

Maandag verkeer ik samen met kookboekrecensies Cobuse in Italiaanse sferen op de Bella Vita Expo in Amsterdam Daar levert zeker materiaal voor mijn virtuele moodboard op.  De wijnen en smaken van Catalonië staan woensdag op het schema. Gelukkig hebben we nog een maandje te gaan voordat het Kerstmis is. Inspiratie voor december.

 foto: groene Kerst.

Fijne zondag!

Feest voor iedereen.

 foto: cover Feest voor iedereen.

Feest voor iedereen. De tijd van samen genieten, samen tafelen en samen feesten komt er weer aan. Voor sommige gasten en gastheren/dames een ware kwelling. Want vaak is het voor gasten geen aangekleed, maar een uitgekleed gebeuren. En de gastheer/vrouw staat met de handen in het haar in de keuken. Zoveel verschillende dingen om rekening mee te houden. De koemelkeiwitallergie van tante, de glutenintolerantie van een studiegenoot of dochter, die slecht tegen geraffineerde suikers kan. Een ware puzzel en uitdaging dus!

Alexandra Besel, psychologe en natuurvoedingsdeskundige vond dat het anders kon en moest. Feest voor iedereen moest het zijn, ongeacht je allergie of intolerantie. Ze ging aan de slag met de materie. Haar oplossing is modulair koken. Je kookt een basis, waar al naar gelang smaak of wens dingen kunnen worden toegevoegd. Bijvoorbeeld een vegan gerecht als basis, waaraan de gasten vlees, suiker of room kunnen toevoegen. Zo wordt de maaltijd weer aangekleed. Een slimme keuze, want iedereen is weer welkom aan tafel. Feest voor iedereen!

Hoe gaat de schrijfster te werk? Alexandra gaat in haar boek niet over één nacht ijs. Na de uitleg, waarom feest voor haar samen genieten is en haar foodfilosofie, gaat ze aan de slag met de basis. Het op peil houden van voorraad. Altijd makkelijke vervangers in huis hebben. Voorkomt veel stress in de keuken, als een gast met een bepaald dieet zich aandient. Maak zelf lekkere bouillon, alternatieve ketchup en kaas van cashewnoten. Of wat te denken van glutenvrije bakmix. Een goede voorbereiding is het halve werk, aldus Besel.

Dan kan het feest beginnen en er daadwerkelijk worden gekookt. Het vroeg feest, startend met een virgin bloody Mary en een boerenkool-paarse broccolisalade. Feestelijk en gezond. De kleine feestjes, etentjes met intimi. Alexandra gaat aan de slag en geeft menuutjes voor de seizoenen, met gerechten als wortelsoep voor in de herfst en winter. Een apart hoofdstuk gaat over de kaasplank. Hoe meng je kaas met kaasvervangers? Praktisch gevonden. Er is zo voor elk wat wils.

Grote feesten komen en bod en die wil je wel zo praktisch mogelijk houden, zodat je niet uren aan het puzzelen bent. De schrijfster geeft leuke tips en gerechten, om dit aan te pakken. Recepten voor roodlofschuitjes en wilde gans komen voorbij. Allerlei salades, een kweepeerlikeur à la mode du voisin français en afsluitend sinaasappel-wortelijs. Tot slot de buitenfeesten en cocktailparty’s. In Feest voor iedereen komt alles en iedereen aan bod. En dat maakt dit boek zo bijzonder. te vaak kom je nog tegen, dat degene, die bepaalde voeding niet kan of mag eten een beetje buiten de boot valt. (dit zie je ook vaak bij kookscholen, die met een vast menu werken) Dat hoeft voortaan niet meer. Het boek is geen dieetboek. Het is een boek vol opgedane kennis gelardeerd met lekkere recepten en mooie fotografie. Volg de slimme en praktische adviezen van Alexandra Besel en het is feest voor iedereen! Aanrader voor de komende feestdagen en de rest van het jaar.

Feest voor iedereen!, Alexandra Besel (ISBN 9789059566644) is een uitgave van Fontaine. Het boek kost € 19,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Rikkert Walbeek, foodblogger con pasión.

 foto: El cocinero Rikkert.

Rikkert Walbeek, een foodblogger con pasión, is op deze maandag de vierde mannelijke foodblogger met een verhaal voor mijn serie.. Een eigen geluid, dat je kunt lezen op rikkerttefood.nl. Een blog vol Spaanse heerlijkheden zonder pakjes en zakjes en met de mooiste verse ingrediënten. Daar houdt Gereons Keuken Thuis wel van. ( wie niet?) ¡DISFRUTALO! zou ik zeggen. Dank voor je leuke en persoonlijke bijdrage Rikkert!

Ik heb iets met de Spaanse keuken. Hoewel het verder gaat dan dat, het is namelijk de hele Spaanse eetcultuur die mij aantrekt. Eten is in Spanje echt ‘een ding’, soms zelf obsessief. Het is veel meer dan voedsel tot je nemen. Juist dat obsessieve heeft iets moois waar wij nog wel het een en ander van kunnen leren. En soms is het ook heel vermakelijk voor ons buitenstaanders.

Al heel lang heb ik iets met Spanje. Jaren lang gingen wij er op vakantie om er uiteindelijk ook een paar jaar te gaan wonen. Midden tussen de Spanjaarden in een dorp aan de Costa Azahar. Daar heb ik Spaans leren koken van de Spanjaarden zelf. Vicente, mijn buurman, leerde mij een echte paella Valenciana maken. Moeders van vriendjes van mijn kinderen leerden mij tortilla de patatas, albóndigas of bijvoorbeeld salmorejo maken.

De Spaanse keuken is heel traditioneel, lokaal, puur en vooral trots. Koken leer je van je moeder en je oma en hun recepten zijn heilig. Je maakt gebruik van de producten van het seizoen en het liefst uit de regio. Bovendien gebruik je alleen, of zoveel mogelijk, verse producten. Smaken komen van de producten zelf en niet uit een zakje, pakje of een potje. In de supermarkt zit altijd een goede slager met prachtig vlees en op de visafdeling koop je de mooiste verse vis die op dikke lagen ijs gepresenteerd wordt. Tomaten in Spanje smaken naar tomaat en niet naar water en dat geldt voor de meeste groente.

Spanjaarden en eten, ze kunnen er urenlang over praten met een passie waar ik soms jaloers op ben. Menig gerecht wordt bestempeld als écht het allerlekkerste ter wereld. Typische lokale ingrediënten zijn steevast het summum waar ze in de rest van het land een puntje aan kunnen zuigen. Om maar te zwijgen over het recept van oma, dat is het enige authentieke recept dat eigenlijk de moeder aller recepten is. Hoewel soms ietwat overdreven geniet ik altijd van de geestdrift waarmee Spanjaarden over eten spreken.

In Spanje is eten een sociale bezigheid. Afspreken doe je in de kroeg en bij je glas bier of wijn hoort minimaal een klein hapje, ook ’s ochtends om 11 uur. In het weekend spreek je af met vrienden of familie en wordt er samen gegeten. In een restaurant, buiten in de natuur of bij elkaar thuis. Niemand komt met lege handen, iedereen heeft wel iets te eten of te drinken mee. Ook al is dat nergens voor nodig want er is altijd meer dan genoeg.

Tijdens het koken bemoeit iedereen zich met het eten. De ongevraagde adviezen wisselen elkaar in hoog tempo af, hoewel niemand dat iets schijnt te deren noch er zich ook maar iets van aantrekt. De kok wordt tijdens en na afloop van het eten meermaals gecomplimenteerd maar wel geregeld met de opmerking dat oma het toch echt het allerlekkerst maakt.

Uit Spanje zijn natuurlijk de tapas bekend, het kleine hapje dat je in de kroeg bij je borrel krijgt. Over het ontstaan van tapas doen vele verhalen de ronde, twee daarvan zijn het meest waarschijnlijk. Tapa zou afgeleid zijn van het Spaanse werkwoord ‘tapar’, wat bedekken betekent, ‘una tapa’ is een deksel. Vroeger werd het hapje op het glas gelegd om zo als dekseltje te zorgen dat er geen stof uit de bomen of insecten in je drankje terecht kwamen. Een andere mogelijke herkomst zouden de regels zijn die koning Alfono de 10e in de 13e eeuw afkondigde. Hij verplichtte kroegbazen om bij elk drankje iets te eten te serveren om zo de effecten van de alcohol wat te verminderen.

Mijn favoriete tapa is pimientos de Padrón, een hele simpel maar oh zo lekker hapje. Dat zijn gefrituurde Padrón pepers bestrooid met zeezout. Gelukkig kun je deze tegenwoordig ook in Nederland kopen!

foto: pimientos de Padrón.

Het is deze week sherry-week dus laat ik afsluiten met een typisch Spaans recept met sherry, Pollo al Jerez, kip in sherry saus dus. Zelf ben ik gek op sherry, heerlijk borrelen met wat tapas erbij. Dan vooral de hele droge sherry. Of een glas zoete sherry bij het dessert. Sherry is ook erg lekker om in gerechten te verwerken omdat het zo’n typische smaak afgeeft, heel anders dan wijn bijvoorbeeld.

Voor dit gerecht gebruik ik Oloroso Sherry, dat is echt hele zoete sherry. Je kunt ook een drogere variant gebruiken overigens. Door een kaneelstokje mee te laten pruttelen krijgt deze saus een bijzonder tikkie mee. Dit gerecht is simpel te maken en toch is het bijzonder. Bijzonder door de combinatie van zoete sherry, pruimen en kaneel. De saus ruikt hierdoor echt super lekker.
Heerlijk met wat gebakken aardappeltjes uit de oven of met rijst. Of beter nog, een flinke homp brood om lekker in de saus te soppen! Glas frisse witte wijn erbij en je bent klaar.

 foto: pollo al Jerez.

Ingrediënten:

4 kippenpoten (of bouten, dat mag ook)

Een flinke hand gedroogde pruimen

3 uien

4 tenen knoflook

Kippenbouillon

1 glas (250 ml) zoete sherry (Oloroso)

1 kaneelstokje

Olijfolie

Zeezout

Peper

Bereiding:

Bestrooi de kippenpoten ruim met zeezout en peper. Braad ze vervolgens aan in een braadpan in ruim olijfolie tot ze een mooie goudbruine kleur hebben.Snipper ondertussen de uien en hak de knoflooktenen fijn.  Haal de kippenpoten uit de pan en doe de ui en de knoflook erin. Bak de ui en de knoflook heel zachtjes voor zo’n 15 minuten. Doe nu de kippenpoten terug in de pan. Voeg een glas sherry toe en draai het vuur hoog, laat een minuutje of 2 pruttelen.Voeg nu de pruimen en het kaneelstokje toe en de kippenbouillon tot de kip half ‘onder water’ staat.  Laat het ongeveer 45 minuten zachtjes pruttelen met het deksel op de pan. Haal het kaneelstokje eruit en serveer.

Noot van Gereons Keuken Thuis: drink er een lekker glas Oloroso bij. ¡Salud!

 

PX sherry, un vino de Jerez.

 foto: PX sherry.

PX sherry, un vino de Jerez. Het is internationale week van de sherry. Mondiaal vinden vele evenementen plaats rond deze wijn uit het zuidwesten van Andalusië. In de streek rond Jerez de la Frontera worden de palomino en Pedro Ximénez druif verbouwd. Van deze druiven worden versterkte wijnen gemaakt variërend van zilt en beendroog tot knijterzoet. Dit heeft alles te maken met welke atmosfeer er heerst in de bodega’s. Flor ( een soort schimmel) zorgt ervoor dat sherry het predicaat fino krijgt, beendroog en zelfs zilt als het om een manzanilla gaat. Heerlijk bij mijn gazpacho helado con gambas picantes De wijnen die niet gevoelig zijn voor flor worden oloroso genoemd en hebben een hoger suiker gehalte. Dat is de basis van de PX.

Naast de natuurlijke omstandigheden hebben de keldermeesters ook wat werk te doen. Sherry is altijd een blend van verschillende jaren. Dit krijgt zijn beslag in het zogenaamde solera systeem. Dit bestaat uit drie lagen tonnen, waarin de sherry rijpt. In de onderste zit de oudere wijn, in de bovenste de nieuwe oogst. Hiervan wordt elk jaar een blend gemaakt.

 foto: PX solera 1941.

Ik dronk eens bij Josephine en Paul Spaan  een PX sherry, waarvan de solera gestart was in 1941. Bijzonder, gemaderiseerd en zoet. Een sherry voor bij het, door Paul vervaardigde, funky dessert van een warme custard met kokos, bramen, popcorn en roomijs.

Maar nu voldoende theorie. Het gaat om de PX sherry. Mijn eerste kennismaking met deze heerlijke stroperige traktatie was bij de Bokkendoorns in Overveen ( zal zo’n 15 jaar geleden zijn). Als afsluiting van de maaltijd werd een simpel doch doeltreffend dessert van ananas en hele donkere chocolade geserveerd. Ik heb deze drie-eenheid van smaken altijd onthouden. Een recept kon ik niet een, twee, drie meer vinden. Maar waar een wil is, is een weg.

Voor bij  de PX in deze internationale sherry week bedacht ik geroosterde ananas mat amandelen, donkere chocola en een vleug chilipeper. Spannende smaken uit de nieuwe wereld voor bij een wijn uit de oude….

Laat ik het een pintxo de piña con salsa de chocolate picón, een geroosterd ananasspiesje met een pittige chocoladesaus, noemen. Voor bij de PX sherry, un vino de Jerez. ¡Disfrutalo!

Nodig:

1 ananas in blokjes

2 el amandelschaafsel licht geroosterd

150 donkere pure chocola (72%)

1 tl chilipoeder

2 el rietsuiker

Bereiding:

Snijd de ananas in blokjes en rijg de stukjes aan satéprikkers. Rol de spiesjes door de rietsuiker en gril ze direct in een hete grillpan. Laat de ananas en suiker iets karamelliseren. Smelt de chocolade au bain marie en voeg naar smaak de chilipoeder toe. Indien de chocolade te dik blijft kun je wat warme lepels water toevoegen. Serveer deze pintxos direct met een beetje chocoladesaus. Garneer met wat geroosterd amandelschaafsel.

Meer informatie over sherrywijnen, recepten en alle activiteiten rond deze wijn, die deze week plaatsvinden vind je op http://sherry.wine/nl

Mannelijke foodbloggers vertellen: René Meesters

  foto: foodblogger René

Mannelijke foodbloggers vertellen. Vandaag is het podium gereserveerd voor René Meesters uit het zuiden des lands. Zijn positieve verhalen over eten, reizen en meer vind je op zijn blog Het eten is klaar. Voor velen is het dagelijks verzinnen wat te eten een regelrechte kwelling. Zo niet voor deze schrijver. Voor René is naar de supermarkt gaan fun shoppen. Naar de bakker en slager aan beide zijden van de grens. Grasduinen in het Brabantse en Vlaamse aanbod. wat een genot, dat hij dat zo dichtbij heeft. Ontdekken welke smaken er ter tafel komen. René Meesters vindt het fijne van de dagelijkse maaltijd iets bijzonders te maken. ( Dat lijkt inderdaad een beetje op….?  Yep Jeroen Meus) Voor deze aflevering van mijn serie “mannelijke foodbloggers vertellen” neemt hij ons mee op pad over de steenwegen en chaussées van het Belgische land. Moet Gereons Keuken Thuis ook weer eens snel doen.

 foto: de reien van Brugge

 

België

Hemelsbreed een dikke zes kilometer woon ik van de Belgische grens. Met de auto ben ik in 25 minuten op en neer om bijna 15 euro op een volle tank benzine uit te sparen. België, het beste land ter wereld, schreef Dylan van Eijkeren in 2008. Daar ben ik het mee eens en ik weet eigenlijk niet eens waarom. De Spaanse costa’s zijn warmer, de Italiaanse cultuur is rijker, de Engelse tradities, daar mag je als land van dromen, Duitsland is Weltmeister in voetbal en de Franse keuken staat hoger aangeschreven. En wat stelt België daar tegenover? De Belgische kust is volgebouwd en achteraf zijn ze jaloers op onze uitgestrekte duinen. Het land is hardnekkig verdeeld in twee delen. Vlaanderen en Wallonië, waarvan iedereen zich steeds weer afvraagt of het niet beter is deze te splitsen. Het Belgisch nationaal gerecht is moules-frites, mosselen met friet en de Rode Duivels voetballen aardig maar blijken net niet de capaciteit te hebben een kampioenschap naar zich toe te trekken. Nu niet én nooit gehad ook.

Maar in België zijn wel Belgen! Hoeveel relaxter kan je zijn? Aan ons gejaagde Nederlanders hebben ze waarschijnlijk een broertje dood. Geen gemopper dus in de rij aan de kassa’s van de Carrefour! De lunch duurt er iets langer en het tweede deel van een cursusdag is een stuk zwaarder vanwege de pint die er bij geschonken wordt. Hoe anders is ons broodje kaas met soms wat rucola ertussen, en een glaasje melk?
Natuurlijk is er ook nog die heerlijke vereenvoudiging van zowel de Nederlandse als de Franse taal. Woorden die bij ons in eerste instantie niets zeggen verwijzen in België rechtstreeks naar het doel. Zo is een portefeuille een brieventas, een filiaal een bijhuis, een kalender een dagklapper en een centrifuge een droogzwierder. De Franse taal moet er ook aan geloven. Want spreken de Fransen voor zeventig en tachtig over soixant-dix (60+10) en quatre-vingt (4×20), in Wallonië gebruikt men gewoon septante en huitante. Net als in Zwitserland trouwens.
En met Zwitserland is een sprongetje naar het Belgisch landschap zo gemaakt: Bergen of ten minste flinke heuvels! Op een heel klein stukje Limburg na kennen we dat niet in ons eigen landje. Met een beetje geluk kan je er best wat skieën en er komen hele goede wielrenners uit voort die een aardig stukje bergop kunnen fietsen. Ga je bij Maastricht de grens over dan rijd je er zo de Ardennen in. Heerlijk toch?

 foto: de markt van La Batte Luik.

 
En dan is er toch ook de Belgische kust. Volgebouwd met appartementen en hotels maar mét zandstrand. En met plaatsen als Knokke-Heist en Oostende is er voor ieder wat wils. Bovendien is één van de mooiste steden van Europa slechts een bolscheut (vertaald uit het Tilburgs: ‘zover je een bal kan schieten’) verwijderd: Brugge! En Brugge is niet alleen één van de mooiste steden het is óók nog eens één van de meest culinaire steden ter wereld. Hoeveel Michelinsterren heeft de stad waar jij woont? Brugge heeft er maar liefst 12 (!). Waaronder twee driesterren restaurants. Net zoveel als heel Nederland. De vergelijking die ik hierboven maakte, de Franse nationale keuken en de Belgische Moules-Frites snijdt in werkelijkheid dus geen hout. Hoewel Nederland met een inhaalslag bezig is, staat de Belgische keuken nog steeds hoger aangeschreven. Echte klassiekers, zoals in Frankrijk de Boeuf Bourguignon, Coq au vin, Tarte tatin en crème brûlée (jammer dat Frankrijk voornemens is die accent circonflexe uit te bannen) ken ik uit België niet. Ten minste niet op topniveau. Wél de gewoontes uit de dagelijkse kost (dank aan Jeroen Meus). Is het simpelweg niet zo dat als de wijn in Franse gerechten vervangen wordt door bier dat het dan typisch Belgisch is? Wordt boeuf bourguignon zo Vlaamse stoof? Niet helemaal. In België voegt men ook graag een flinke lik mosterd toe. En die wordt er in België niet dóórheen geroerd maar er ónderdoor!
België, een heerlijk land! Dat kunnen Molenbeek, Marc Dutroux en Filip Dewinter niet veranderen!

 foto: badstad Blankenberge.

 

Wortelstoemp


Bij de Nederlandstalige versie van The Taste met twee Nederlandse en twee Vlaamse koks in de jury ontstond er ooit een discussie tussen de juryleden omdat de Vlamingen vonden dat wortelstamp zónder mosterd geen wortelstamp is. Het onderstaande recept komt van Jeroen Meus. Het is onze hutspot maar dan net even anders en hij heeft bij ons thuis de traditionele hutspot inmiddels volledig vervangen.

 

Ingrediënten:
1,2 kg kruimig kokende aardappelen;

600 g uien;

600 g winterpeen;

50 g margarine;

1 el mosterd;

gedroogde tijm, peterselie, laurier;

2 dl water.

 

 

Bereiding:

Schil de aardappelen. Maak de uien schoon en snijd ze in (halve) ringen. Maak ook de winterpeen schoon en snijd deze in rondjes. Kook de aardappelen in ruim water waaraan wat zout is toegevoegd gaar. Smelt in een braadpan de margarine en fruit hierin de ui en de peen aan. Bestrooi de ui en wortel met wat tijm en peterselie (of gebruik verse kruiden en bind ze samen met de laurier tot een bouquet garni). Laat dit alles nog even stoven en voeg dan zoveel water toe dat de uien en wortels bijna volledig onder staan. Doe ook het laurierblad erbij. Laat even doorkoken totdat de wortels gaar zijn. Haal dan het laurierblad (of eventueel het hele bouquet garni) er uit en doe de aardappels erbij. Plet met een pureestamper maar maak het niet al te fijn. Schep op het eind een flinke eetlepel mosterd onder de stoemp door.

Smakelijk!

ZUUR van Bas Robben.

  foto: zure en pittige radijsjes

ZUUR. Eén van de vijf smaken. Als een komeet was daar ineens het nieuwe boek van jeune premier en culinair journalist Bas Robben. Direct genomineerd voor kookboek van het jaar 2016. Bas dook in de wereld van zuur, een onontgonnen terrein. Laat je wangen samentrekken en knijp met je ogen. Want in de wereld van Bas doet zuur iets met je. Alles in het boek van deze jonge schrijver is zuur. Of het nu in de ceviche, cocktail of zuurkoolkroketjes zit, Bas onderzocht diverse keukens op hun zuurgehalte. Met een aantal uitgangspunten. De recepten zijn voor hobbykoks en kunnen met een beetje inzet door iedereen worden gemaakt. Lekker eten kost geld, want eerlijke producten ontstaan niet zomaar (voor een eerlijke prijs). Lekker eten kost tijd, de gerechten van Bas prop je niet eventjes in je drukke dagritme. En last but not least: wie lekker eet moet ook bewegen. Bas schuwt suiker en vet niet. Extra rondje door het Vondelpark dus of wat meer baantjes zwemmen.

Bas vindt een zure smaak wild interessant. Gereons Keuken Thuis kan dat alleen maar beamen. Van atjar tot zult, de fruitzuren in een sauvignon blanc. Ik ben ook dol op zuur. Meteen volgt de vraag wat is zuur? Welke soorten zuur zijn er en welke smaken beleef je? Je kunt merken dat de schrijver niet over één nacht ijs is gegaan. Dan het koken met zuur. Door trial and error kennen alle culturen gerechten gemaakt met zuur. Dat is leuk om te ontdekken en om mee te spelen. Via vlees, vis, groente en fruit. Ja zelfs zuivel, ondanks dat Robben een kaasfobie heeft. Behalve dan voor ricotta en mascarpone. In het boek worden diverse zuurculturen besproken, van Duitse sauerkraut, via Japanse pickles, Taiwanees zuur tot Peruaanse ceviche, die hij eens proefde bij Martin Morales in het Londense Soho.

Na wat praktische tips en aanwijzingen gaan we aan de slag. Pickles en azijn. Zelf maken en zorg ervoor dat je altijd je eigen homemade azijn in huis hebt. Volgens Bas soms een beetje moeilijk op het balkon één hoog achter, maar met wat creativiteit kom je een heel eind. Soep. Bas is ondanks zijn Azië fetish  geen hete eter. (gebruik als je dat wel bent gewoon een extra pepertje) Regelmatig zie ik Bas al etend voorbijkomen op sociale media in Aziatische etablissementen in de stad. Toch eet hij graag soep zoals Thaise tom yum of Sichuan heetzure hotpot. En laten we de zuurkoolsoep met zalm-kerveldumplings niet vergeten. (Bas adviseert zijn moeder de zalm gewoon te vervangen voor kipgehakt.) Let op wat zuur voor je soep doet.

Zilt ontbreekt ook niet in het repertoire. Ceviche met leche de tigre. Gereon proefde dit eens tijdens een diner met Martin Morales. Een smaak- en techniekexplosie. Bas gaat een stapje verder en voegt zoete aardappel en oolong thee toe. Hij maakt een pot zure haring. Ben wel benieuwd wat voor haringfilets hij gebruikt?

We gaan verder met vlees. Weer veel Aziatisch geïnspireerde gerechten. De factor zuur in de bereiding. Met zoetzuur varkensvlees, maar ook zoervleis in een contemporaine setting. Groenten en dan met name de zuurkool van de schrijver, basis voor de zuurkool kroketjes. Bas deed zijn inspiratie hiervoor op in het Emmen van zijn jeugd, waar de plaatselijke snackbar zuurkoolballen bakte. Een lik gin mayo erbij. Hoppa.

Zoet, voor Bas kan het niet zonder zuur. Toetjes knappen op van een stukje zuur. Wafels met karnemelk (een andere passie van hem: wafels bakken) of easy Amaretto ijs. Inderdaad de stroperige Disaronno knapt op van zuur. Het boek eindigt met cocktails. Bas is behalve een city dweller ook een cocktailboy. Hij maakt zijn eigen tonic siroop en shaket wat af. Zoals zijn pornstar ananas-koriandermartini. Always time for a good stir, laten we maar zeggen.

Met  Zuur, dit nieuwe boek, voegt deze jonge schrijver iets wezenlijks toe aan alle kookboeken, die tegenwoordig uitkomen. Met dit mooi vormgegeven boek laat Bas Robben zien dat hij gedegen onderzoek doet, goed kan koken en dit weet te vertalen in mooie tekst. Ik begrijp die nominatie voor kookboek van het jaar wel!

 foto: cover ZUUR.

ZUUR, Bas Robben (ISBN 9789461431561) is een uitgave van GoodCook en is te koop voor € 24,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Thomas Culinair, de tweede gastblogger.

 foto: stoofpot met bokbier

Dit is de tweede inzending in de serie mannelijke gastbloggers vertellen. Thomas Culinair stuurde aan Gereons Keuken Thuis onderstaand verhaal en recept. Een lekkere stoofpot met pompoenpuree. Helemaal herfst! Kijk ook eens op zijn blog voor andere smakelijke suggesties. Dank voor het insturen! Who’s next?

Thomas Culinair.

Sinds april dit jaar ben ik met mijn foodblog Thomas Culinair begonnen. Ik plaats daar regelmatig recepten van leuke gerechten, die ik gemaakt heb. Naast dat smaak natuurlijk erg belangrijk is, probeer ik ook altijd aandacht aan de opmaak van het bord te besteden. Hoewel het maken van goede foto’s altijd een uitdaging is, ziet het er toch vaak best netjes uit voor een hobbykok vind ik. Via internet zag ik al regelmatig heerlijke gerechten van Gereon voorbij komen. Afgelopen maand zag ik via Facebook zijn initiatief om in in de herfst mannelijke bloggers een gastblog te laten schrijven. Het foodblog landschap lijkt voornamelijk uit vrouwen te bestaan, dus op deze manier kan de aandacht eens op diverse mannelijke foodbloggers gevestigd worden. Dat leek mij wel een leuke uitdaging!

De herfst is toch een beetje het seizoen voor comfortfood en daarom ben ik aan de slag gegaan om een stoofpot met bokbier te maken. Daarbij heb ik een eenvoudige stamppot van pompoen gemaakt, dat leek mij prima te passen bij de herfst! Je kunt zelf altijd lekker variëren met de ingrediënten voor een stoofpot, er is zoveel mogelijk!

Ik heb de stoofpot met een slowcooker gemaakt, maar je kunt dit natuurlijk ook prima in een braadpan bereiden. Het recept is geschikt voor twee personen. Aangezien er best wat vulling in de stoofpot zit, heb ik niet super veel vlees gebruikt.

  foto: eet smakelijk met Thomas Culinair.

Ingrediënten voor de stoofpot: 

500 gram rundvlees (ik heb sukadelappen gebruikt)

1 flesje bokbier

1 ui

2 tenen knoflook

1 winterpeen

1 prei

1 paprika

1 appel

2 ontvelde tomaten

2 laurierblaadjes

3 kruidnagels

1 flinke eetlepel appelstroop

1 blokje (runder)bouillon

water

olijfolie

boter

peper en zout

 

Ingrediënten voor de stamppot

2 grote aardappelen

een halve pompoen

1 ui

1 theelepel kerriepoeder

 

Bereiding stoofpot

Snijd het rundvlees in blokjes van zo’n 3 bij 3 centimeter. Zet een koekenpan op het vuur en doe er een scheut olijfolie en/of boter in. Bak het vlees in zo’n 5 minuten bruin. Als je geen slowcooker gebruikt kan je alles gewoon in een braadpan bereiden.

Snipper een ui fijn en voeg het samen met twee geperste tenen knoflook toe aan het vlees.

Snijd vervolgens de winterpeen, paprika, prei (eerst even wassen) en tomaat in blokjes en voeg bij het gerecht. Breng op smaak met peper en zout.

Bak alles enkele minuten terwijl je het regelmatig omschept. Zet ondertussen de slowcooker aan op stand “high”. Voeg nu alles toe in de slowcooker en giet er een flesje bokbier bij. Voeg water toe, totdat alles net onder staat en doe er dan een bouillonblokje bij. Voeg de stroop toe en roer alles nogmaals goed door elkaar.

Doe dan de blaadjes laurier, kruidnagels erin en laat het geheel minimaal 2 uur stoven tot het vlees lekker mals is. Voeg het laatste half uur de in blokjes gesneden appel toe.

Mocht het vlees nog niet mals zijn na twee uur, dan kun je het gerust wat langer laten garen.

 

Bereiding pompoenstamppot

Schil de aardappelen en pompoen en snijd in stukken. Zet een pan met water op het vuur en bren aan de kook. Voeg dan de aardappelen en pompoen toe en kook het in zo’n 20 minuten gaar. Dit kun je testen door er even met een mesje in te prikken, dan merk je dat de aardappel en pompoen zacht is.

Snijd de ui in halve ringen en bak ze even aan in een pan met wat olijfolie. Voeg een theelepel kerrie toe en roer even om. Zet de gebakken uien apart, totdat je ze in de stamppot doet.

Giet de aardappelen en pompoen af, maar bewaar iets van het kookvocht. Stamp de aardappelen en pompoen en meng goed door elkaar. Voeg naar wens een klontje boter toe en wat kookvocht om de stamppot smeuïg te maken.  Voeg de gebakken uien toe, schep het geheel weer even om en breng op smaak met peper en zout.

 

 

Vuur en IJs, klassieke Scandinavische gerechten.

 foto: cover Vuur en IJs

Vuur en IJs, klassieke Scandinavische gerechten. Het begint allemaal op een wat druilerige dag in Kopenhagen. Darra Goldstein staat op een kade met 18e eeuwse pakhuizen uit de tijd van de Deense Oost Indische Compagnie. Het is kil en grijs. Een deur en naamplaat lonken. Met de letters NOMA, nordisk mad, Het restaurant dat als eerste de new nordic cuisine introduceerde. Binnen wacht haar een warme verrassing. Warm hout, dierenvachten en heerlijk eten. Het idee voor Vuur en IJs en tocht door de keukens van Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden is geboren.

Gereons Keuken Thuis kende enkel wat traditionals uit het hoge Noorden en het eten, dat hij eens proefde in Finland, gerookte vis en rendiervlees. Tijd dus om Vuur en IJs te lezen tijdens mijn Scandinavische week. Darra Goldstein is oprichter van het gelauwerde tijdschrift Gastronomica en schreef al eerder verschillende kookboeken. Zij kan met recht specialiste genoemd worden op het gebied van de Scandinavische keuken. Daarnaast kent zij het Noorden goed, mede door haar functie als adviseur van het Noorse ministerie van cultuur.

Goldstein trapt af met de stelling, dat de Scandinavische eetlust een noordelijke manier van denken vertegenwoordigt. Een vorm van creativiteit gecultiveerd door versobering. Ik vind dit geen vreemde constatering, als je bedenkt dat de Scandinavische landen maar een kort teeltseizoen kennen. En bovendien lange en donkere winters. Voedsel vergaren betekent dus vooruit zien en voorraden aanleggen. Vlees en vis drogen, bessen plukken en inmaken. De Scandinaviërs zijn door de tijd heen meesters geworden in inmaken, roken, drogen, pekelen en fermenteren. Dat zie je terug in de gerechten.

Vuur en IJs start met kleine hapjes, voorafgegaan door de kreet Smör, Ost och Sill, (Boter, kaas en haring) de SOS van het Zweedse drankenbuffet, dat ontstond in de zeventiende eeuw. Ook wel eens gekscherend Snaps, Ost och Sill genoemd. Deze drie ingrediënten lagen aan de basis van de smörgasbord of het Deense smørrebrød. Canapés met allerlei lekkers voor bij de aquavit, zoals de beroemde toast Skagen of tartaar van rode biet. Brood is een belangrijke maaltijdcomponent. Goldstein vertelt over alle broodsoorten, rogge-biercrackers en saffraanbroodjes ter ere van het (kinder)feest Santa Lucia op 13 december. Een Finse expat kennis van mij vertelde onlangs nog dat zij altijd roggebrood door bezoekende familie mee laat nemen, want dat is wat zij hier mist.

Tussen de recepten door neemt Darra Goldstein de tijd om in verschillende hoofdstukken over de diversiteit van Zweden, Denemarken, Noorwegen en Finland te vertellen. Niet alleen over de keukens, maar ook de culturele en historische achtergronden, die bepalend zijn geweest voor de keukens. Zo is Finland het minst gepolijste land met een dito keuken. Soep en pap staat op het menu. Hartverwarmend in de winter of koude bosbessensoep zo van het veld in de zomer. In de Scandinavische keuken spelen bessen een belangrijke rol ze zijn talrijk en een bron van vitamines.

Vis, hoe kan het ook anders ontbreekt niet. De eerder genoemde Finse kennis vertelde me hoe haar vader zomers brasem ving, die dan direct op het houtskoolvuur ging bij hun zomerhuis. Wat salade erbij en smikkelen maar. Scandinaviërs eten veel zoet- en zoutwatervis. Goldstein geeft recepten voor o.a. snoek uit de oven en besteedt aandacht aan Noorwegen nationale vis de kabeljauw in al haar hoedanigheden. Vlees en gevogelte, zij het van het platteland of van de jacht. De Scandinavische klassieke keuken kent veel bijzondere vleesgerechten, zoals runderribben in honing en bier of een Kareliaanse stoofpot. Jammer vind ik dat de schrijfster geen recepten geeft voor eland en rendier, dat tegenwoordig soms is te krijgen bij het Zweedse meubelwarenhuis. Veel rendier- of elandvlees wordt vervangen door ander wild.

Groenten ontbreken ook niet. Scandinaviërs eten ze vers in de zomer en ingemaakt in de winter. Koolsoorten en paddenstoelen vormen een mooie voorraad voor de winter. Net als de geliefde aardappel. Zoetigheid mag ook niet ontbreken, zowel als nagerecht als bij de traditionele fika, de Zweedse middagkoffie, van marsepeinrepen, karamelroom tot gesluierde boerenmeisjes. Altijd een zoet moment. Tot slot is er de voorraadkast, zeker buiten de steden en tijdens de koude donkere winters geen overbodige luxe.Bijvoorbeeld aromatisch sparrentopjeszout of schnaps van berkenbast. Een weerspiegeling van de eerdere genoemde creativiteit gecultiveerd door versobering. Daarmee eindigt het boek.

Vuur en IJs is een boek, dat een kijk geeft in de keuken van het Hoge Noorden, met veel achtergrond informatie en sobere recepten. Als je dit boek leest maak je als het ware al lezend een reis door de elementen die verbinden, maar ook de eigenheden per land. Darra Goldstein heeft kosten noch moeite gespaard om zo compleet mogelijk te zijn. Mijn kleine noot van kritiek is het ontbreken van rendier- en elandvleesrecepten. Alsmede stokvisrecepten uit Noorwegen. Dat hoort voor Gereons Keuken Thuis toch bij de Scandinavische keuken. (Is dit gedaan ten behoeve van de Amerikaanse lezer?) Maar ja, met hertenvlees of verse kabeljauw kun je ook goed uit de voeten.

Vuur en IJs, klassieke Scandinavische gerechten, Darra Goldstein (ISBN 9789059566866) is een uitgave van Fontaine en kost € 27,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Mikkel Karstad, gone fishing.

 foto; cover Gone Fishing

Mikkel Karstad, de Deense chef, culischrijver en gastronomisch adviseur en VISSER!. Als jongetje ervoer hij de magie van het vissen op Groenland. Sindsdien is deze Deen bezeten van vis en visserij. En koken met al het heerlijks uit de Noordzee en Atlantische wateren. Het kon dus ook niet uitblijven, dat hij van zijn passie zijn beroep maakte. Mikkel Karstad werd kok in verscheidene Kopenhaagse toprestaurants en werkte als foodstylist. Een eerste boek over vis kon niet uitblijven, gevolgd door een tweede: Gone Fishing. Gereons Keuken Thuis trapt hiermee deze week de Scandinavische week af. Nordisk Mad, nordisch eten met vis en andere producten uit Scandinavië. En is het dan niet mooi om bij Karstad te rade te gaan?

Mikkel Karstad is dol op het bereiden van vis en heeft een missie: anderen leren hoe zelf om te gaan met vis. Alles wat uit zee, en dan met name wat uit de Noordzee en Atlantische Oceaan komt ligt hem na aan het hart. Echter hij vindt het jammer dat er slechts 5 soorten worden gegeten. Daar wil Karstad verandering in brengen. In 13 hoofdstukken neemt hij de lezer meer op pad langs bekende en wat mindere bekende soorten. Uit zee, van het strand en zoetwatervis. Gone Fishing start op het strand, waar Mikkel een recept voorschotelt voor schol met zeewier uit een krant, Op houtvuur! Voel het avontuur. De schrijver is graag buiten en kookt graag buiten. Zoals een bisque van vers gevangen strandkrab.

Het boek trapt af met SCHOL, een grote bekende, ook in onze contreien. Mikkel geeft verschillende bereidingen, met weinig toevoegingen en in korte recepten. Zoals heel gebakken schol met paddenstoelen, zilveruitjes en peterselie. Een mooi gerecht om deze herfst in Gereons SeaSpot te maken.

 foto: Mikkel aan de vangst.

De MAKREEL, in Nederland weinig warm bereid. Vaak alleen als gerookte vis. dat is zonde. Tijdens de boekpresentatie in IJmuiden proefde ik Mikkels recept voor op de huid gebakken makreel met chioggiabietjes en gezouten zwarte bessen. Wat een Deense touch aan de makreel, solbær, zwarte bes. Met GEEP, een mij onbekende vissoort (snel eens opzoeken op de Noordzee viskaart) gaat Karstad aan de slag. Een recept voor warm gerookte geep met ingemaakte groene tomaten. 

LANGOUSTINE, ook zo klassieker, waarvan de staarten gerild worden geserveerd met vlierbloesem. (in de lente lijkt mij)  Gone Fishing vertelt over ROG, een favoriet in Gereons Keuken Thuis. Bereidingen als gefrituurde rog met bietjes, dille en deze keer rode bessen of rog uit de oven met gesprokkelde cantharellen. De foto’s ernaast zijn stuk voor stuk een plaatje.

Mikkel Karstad zwemt graag  en lang door in het seizoen. Een hoofdstuk Aan het Meer kon niet ontbreken. Het geeft je bijna het Nils Holgersson gevoel. Op avontuur in een tentje in de uitgestrekte Scandinavische natuur. Een baars van je kampvuur. Of verse rivierkreeft. Aan de bak met KRABKLAUWEN in het volgende hoofdstuk voor een pasta met krabvlees, ricotta, zwarte peper en Parmezaan.

TARBOT, de koningin van de Noordzee wordt gebruikt door Karstad in een ceviche of geheel gesmoord. PIJLINKTVIS kan soms te taai worden. In IJmuiden liet de schrijver zijn aanpak zien met als resultaat malse stukjes pijlinktvis. Te gebruiken in een cassoulet met kikkererwt, tomaat, look en rozemarijn. Zoveel smaak met zo weinig ingrediënten.

SCHEERMESSEN , ooit een exoot in de Noordzee, maar volop voorradig. je kunt er hele mooie dingen mee maken,of ze gewoon gebruiken in de pasta.Het laatste hoofdstuk over vis gaat over SNOEKBAARS, gebakken met wat eekhoorntjesbrood of in viskoekjes.Het boek Gone Fishing eindigt op het strand, hoe kan het ook anders, met gestoomde mosselen en een goed stuk Deense appel/kaneelcake. Daarmee eindigt de reis van Mikkel.  

Gone Fishing is een boek vol dromen, langs de wateren van het Noorden, in simpele visrecepten en sfeervolle fotografie. Met het onderkoelde van Nordisk Mad. Het heeft nu al een plaatsje gekregen in de keuken van Gereons SeaSpot.


Gone Fishing, verse vis uit de Scandinavische keuken, Mikkel Karstad (ISBN 9789402601541) is een uitgave van Aerial Media Company en is te koop voor € 29,95

* Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten