Madame du Barry en haar saus

 

foto: Comtesse du Barry (internet)

 

Ze was een deksels mooie meid, die Marie Jeanne Bécu. Geboren in een eenvoudige familie, maar met een ambitieuze moeder, die haar een goede opvoeding en opleidingen gaf. Ze werd een echte social climber. In de salons van het Parijs van de 18e eeuw leerde ze de edelman Du Barry kennen. Ze werd zijn maîtresse. Later maakte ze promotie en werd na het overlijden van madame de Pompadour, het liefje van koning Lodewijk XV. Om aan het hof te komen, had je een adellijke titel nodig. Marie Jeanne werd de gravin Du Barry. Net als voor haar voorgangster bouwde de koning een mooi stulpje voor zijn maîtresse. Daar vonden hun rendez vous plaats. Vele avonden zullen ze daar genoten hebben van het voedsel, de wijnen en elkaar. De mare ging dat Marie Jeanne de koning vervreemdde van zijn familie en het hof. Maar dat kan ook roddel en achterklap in de gangen en zalen van Versailles zijn geweest
Modieus en goed opgevoed zette zij zich invoor goede doelen, ze had invloed op de koning. maar in de aanloop van de Revolutie kreeg zij ook steeds meer kritiek. Na de dood van Lodewijk XV in 1774, trok de flamboyante gravin zich terug in een klooster in Meaux, waar brie en mosterd vandaan komt.
Madame Du Barry wordt vooral geassocieerd met een crème of saus gebaseerd op bloemkool en aardappel. Of deze bloemkool connotatie te maken heeft met haar voluptueuze kapsels is niet bekend. In de Franse keuken worden veel bloemkool bereidingen nog steeds du barry genoemd. De saus kan worden gegeten bij wit vlees of groenten. Het zou me niet verbazen als er aan het hof ook een mooie Montagny werd gedronken, wit en rond uit de Chalonnais.
Voor het foodblogevent van april is mijn inzending dan een Du Barry saus. Ter variatie doe ik er wat kappertjes bij.

Nodig:

250 g aardappels
500 g bloemkoolroosjes
4 dl melk
1 l water
nootmuskaat
zwarte peper
zout
2 el kappers
30 g boter
1 eidooier

Bereiding:

Kook de bloemkool en aardappels gaar in een liter heet water. Laat het geheel dertig minuten doorkoken. Giet af maar bewaar wat kookvocht. Pureer de bloemkool en aardappels met een staafmixer. Breng op smaak met peper en zout. Doe de crème terug in een pan en voeg de melk toe. Breng op nieuw aan de kook. Voeg de boter in blokjes en verse nootmuskaat toe. Als de saus te dik wordt kun je nog wat kookvocht toevoegen.Laat de kappers uitlekken op papier. Laat de saus iets afkoelen en klop de eidooier erdoor. Meng de kappers als laatste erdoor.

Eendenborst met honing en rode wijnsaus

 foto: op bezoek bij de paashaas op het dak van Printemps

Pasen staat weer voor de deur. De brunch- en dinerideeën vliegen je om de oren. Pasen moet een soort tweede Kerst worden. Althans volgens de supermarktbladen. Starten met een zwaar ontbijt en volle glazen prosecco. Daarna een lunch van vier gangen. En we doen het daarna nog eens dunnetjes over ’s avonds met een Paasdiner. Geholpen door de Jamies, de Nigella’s en Raymonds. Allen doen een duit in het zakje. En dat twee dagen lang. Tussendoor nog wat chocolade wegwerken. De kinderen aan de mierzoete cupcakes van een Duits poedermerk. Voor je het weet is dit weekeinde één groot succes.

Pasen is voor mij altijd een tijd van het jaar dat ik zin krijg in nieuwe dingen. De lente staat voor de deur. Een opgeruimd gevoel. Weg met de winter! Met een beetje geluk kun je voor het eerst het strand op. De zee blijft natuurlijk te koud. Of erop uit wandelen, fietsen. Nee, niet naar een meubelboulevard, dat juist niet. Lekker buiten de frisse lucht in. Aan de slag met je planten op het balkon. Voor de eerste keer een picknick mee. Dat is Pasen voor mij.
En we eten eendenborst met honing in rode wijnsaus. Toch een zoet randje aan het wilde vlees, een kleine belofte van het nieuwe seizoen. We drinken er een jonge rode Bourgogne bij. Viooltjes en frambozen in je mond.

Nodig 4 personen:

2 grote eendenborsten
2 el honing
1 1/2 glas rode wijn
20 verse zilveruitjes
peper en zout
300 g tagliatelle
50 g boter
1 tl suiker

Bereiding:

Snijd het vette vel van de eendenborst kruislings in. Bestrooi de vleeszijde met wat peper en zout. Verhit een pan en bak de eendenborst in eigen vet om en om mooi aan tot bruin. Leg de eendenborst op een bord en bedek met aluminium folie. Zet in lauwe oven om warm te houden. Kook de tagliatelle volgens de gebruiksaanwijzing.
Halveer de zilveruitjes. Voeg de helft van de boter toe en fruit de uitjes aan. Voeg de honing en suiker toe en karameliseer kort. Blus af met de rode wijn en laat kort sudderen.
Haal de eendenborst uit de oven en snijd deze in mooie plakjes. Giet het uitgelopen vleesvocht bij de saus. Voeg kleine klontjes boter toe om te binden.
Verdeel het vlees over de borden en giet de saus erover. Serveer met de tagliatelle.

Garum, liquamen en colatura

 

 foto: Amforen in Pompeii

Pompeii was één van de grote productiecentra van garum of liquamen in de Romeinse tijd. Deze saus was een gefermenteerd product van verse ansjovis en zout. De Romeinen gebruikten deze vissaus als smaakmaker in hun gerechten. Hij was lang houdbaar, handig tijdens de grote veldtochten. In een grote bak werden om en om zout en verse onthoofde ansjovis gelegd om in de hete zon te fermenteren. Het sap wat daarbij vrijkwam werd door een dunne doek of zeef opgevangen en gebotteld in kleine amforen. Dit werd de vissaus garum. Deze werd rijkelijk gebruikt om gerechten een stevige smaak te geven.
Tegenwoordig wordt deze saus nog steeds gemaakt in Cetara aan de Amalfikust. Hier wordt de afstammeling van de garum gemaakt, colatura dei alici, een rijke vissaus van verse ansjovis met zout. Amberkleurig in mooie glazen flesjes in de vorm van een amfora. Ik heb het eens cadeau gekregen. Aan de kust van Amalfi wordt op ansjovis gevist van 25 maart, Maria Boodschap tot 22 juli, de feestdag van Maria Magdalena. Zo gauw de ansjovis binnen is, wordt hij schoongemaakt en onthoofd. Daarna gaat de vis in een bak vol grof zeezout om te fermenteren. Bij een ideale temperatuur van 18/20 graden. Daarna komt er een gewicht op de kuip en wordt het gefermenteerde visvlees langzaam uitgeperst. Het gefermenteerde vissap wordt opgevangen en gebotteld. Dan rijpt de colatura 4 à 5 maanden. De ontstane saus wordt gefilterd en is klaar voor gebruik. Je ruikt gewoon de zee. Mensen met angst voor vislucht zullen deze geur niet snel waarderen. Maar de smaak is hemels. Ik maakte mijn klassieker spaghetti alle vongole af met een scheut colatura. De wijn, die ik er bij kies is een droge strogele Lachrima Christi del Vesuvio een aromatische wijn van de hellingen van deze vulkaan, gemaakt van de coda di volpe druiven. het begint bijna een Arcadische gedicht te worden. Vergilius zou zijn vingers erbij aflikken.

Nodig 4 personen:

400 g spaghetti
800 g mosselen geschoond
2 tenen knoflook fijngehakt
1 glas witte wijn
4 el olijfolie
gehakte peterselie
1 Spaans pepertje
peper en zout
colatura

Bereiding:

Fruit de  knoflook en het pepertje aan in hete olie. Voeg het glas witte wijn toe. Breng aan de kook en voeg de mosselen toe. Kook de mosselen onder een deksel in 9 minuten gaar. Kook de spaghetti gaar volgens de aanwijzingen op het pak. Giet af en bewaar wat kookvocht. Meng de pasta door de mosselen en voeg wat kookvocht toe. Maak op smaak met wat peper en zout.  Doe de spaghetti in een grote schaal en bestrooi met wat peterselie. Eenmaal op het bord kun je naar smaak een scheut colatura toevoegen.

Pot au feu, stoofpot met kip

 

foto Venez voir dans ma cuisine!

Zuidelijke Bourgogne, het Romaanse land, waar zich één van mijn verhalen afspeelt. Het verhaal van Madeleine Bru, de mooiste kippenhoedster uit de Bresse bourguignonne. Een hittepetit. Alle mannen van de markt kwamen op maandag naar haar kijken. Wie was nu eigenlijk de attractie in Louhans? Madeleine of het gevogelte? Madeleine maakte ook potten vol confit en kipgerechten, die ze exporteerde naar Parijs. De rest is historie en een sprookje….
Wat geen fabel is, is een degelijke pot au feu, een pan vol gegaard vlees, groenten en bouillon, om op krachten te komen. Want het is hard werken met deze temperaturen in de wijngaarden rond Mâcon. Er hangt nog steeds de kenmerkende mist van de rivier de Saõne in het dal, wat rijp tussen de net gesnoeide wijnranken. Dus een stevige warme pot au feu bij het houtvuur in het keukentje gaat er altijd in. Daar kan Raphaël, de fictieve lover van Madeleine Bru alles over vertellen.
En hoe dit verhaaltje afloopt? Nou gewoon met een lekkere volle buik, een warme blos op de wangen…
We drinken er een Mâcon-Chardonnay la presse silencieuse bij van Talmard uit Uchizy. Een wijn van oude wijnstokken geconcentreerd en rijk. En in dit geval staat Chardonnay zowel voor de druivensoort als de dorpsnaam en dat is geen fictie.

Nodig 4 personen:

1 hele kip in stukken
1 winterwortel
2 rode uien
3 knoflook tenen
1 1/2 liter kippenbouillon (van blokje)
4 aardappels
2 preien
1/2 selderijknol
1/2 koolraap
olie
boter
bloem
peper en zout
peterselie gehakt
2 tl tijm
3 laurierblaadjes
1 el  Dijon mosterd
1/2 fles witte wijn

Bereiding:

Snijd de poten en vleugels van de kip af. Breek poten in tweeën. Haal filets van de bovenkant af en snijd in gelijke stukken. Let op dat vel en een stukje bot aan filets blijven zitten. Bewaar de rest van het karkas om bouillon extra kracht te geven. Maak een kippenbouillon van een blokje en laat het karkas meetrekken.  Snijd alle groenten in gelijke stukken. De wortel, selderijknol, aardappel, koolraap en prei. Snijd de ui in ringen en snijd de knoflooktenen fijn.
Wentel de kipdelen door de bloem. Verhit de boter met wat olie en bak de kip rondom bruin. Zet daarna apart onder folie. Verhit wat extra boter en fruit de uien aan. Voeg daarna één voor een de groenten toe en roer. Als alles goed warm is kunnen de kipdelen weer in de pan. Voeg de bouillon, de wijn en een schep mosterd toe. Kruiden erbij en laat het geheel op een heel laag vuur stoven totdat alle ingrediënten mooi gaar zijn. Serveer het vlees en de groentes in een diep bord met de bouillon.

NB lees de avonturen van Madeleine Bru op Gereons verhalen

schouderkarbonade in witte wijn/mosterd saus

 foto vieux Dijon

Waar Abraham de mosterd vandaan haalde weet ik niet. De Grieken en Romeinen gebruikten mosterd al als geneesmiddel en condiment. In de Middeleeuwen had de stad Dijon het monopolie op deze pittige pasta. De keuken van deze streek is met mosterd doordrenkt. In de Bourgogne wordt veel mosterd nog steeds op traditionele wijze wordt gemaakt. De mosterdmaker maalt de zaden en mengt ze met witte wijn of azijn, zout en suiker tot een gladde emulsie. Sommige huizen voegen kruiden, cassisbessen of zelfs peperkoekkruiden toe. Ga bijvoorbeeld eens kijken bij het huis Fallot in Beaune. Mosterd is een populaire smaakmaker voor sauzen, salades, groentes en wordt wereldwijd gebruikt. Vandaag een traditioneel gerecht uit de Bourgogne. Schouderkarbonade in witte wijn- en mosterdsaus. Ik heb het eens in Autun gegeten en sindsdien maak ik het thuis vaak. Drink er een Bourgogne Aligoté bij, deze matcht goed met het zuurtje in de saus.

Nodig 4 personen:

4 flinke schouderkarbonades
3 el olie
50 g boter
1 grote ui
1 teentje knoflook
gehakte peterselie
glas witte wijn
2 el Dijon mosterd
peper en zout
6 zure augurkjes

Bereiding:

Verhit de olie in een pan, bestrooi de karbonades met peper en zout en braad het vlees aan beide zijden aan.  Als de karbonades gaar zijn leg je ze apart op een bord bedekt met aluminiumfolie. Snipper de ui en knoflook. Voeg de helft van de  boter toe en fruit hierin de ui en voeg later de knoflook toe. Laat de knoflook niet aanbranden. Voeg beetje bij beetje de witte wijn toe. Voeg de mosterd toe en laat de saus kort sudderen. Leg de karbonades terug in de pan. Giet het uitgelopen vleesvocht bij de saus. Voeg de fijngehakte augurkjes en peterselie toe. Haal  het vlees uit de pan en leg op een schaal. Roer de rest van de boter door de saus. Voeg eventueel nog wat peper en zout toe. Serveer de karbonades met patates frites en wat veldsla.

Bouchon gerecht, steak haché sauce marchand de vin

 foto: Lyon in de winter.

Het fijne van reizen door de Beaujolais is, dat als je deze derde rivier volgt je vanzelf in Lyon belandt. Rivier zullen velen denken, hè? Het gezegde luidt dat de Beaujolais de derde rivier van Lyon is, omdat van oudsher de wijnen uit deze streek rijkelijk vloeiden in de bouchons. Dit zijn de bekende restaurants van Lyon, waar je kunt genieten van mooie aardse en lokale gerechten. Vandaag een recept geïnspireerd door een gerecht dat ik eens at in zo’n bouchon, een steak haché sauce marchand de vin. We waren eens in Lyon, eigenlijk te laat voor de lunch om half drie `s middags, maar de patron heeft toen toch nog snel iets gemaakt. Steak met rode wijnsaus. Ik als wijninkoper moest hier natuurlijk wel een draai aan geven. Sinds toen komt dit regelmatig op tafel. Erbij drinken we een Juliénas, één van de noordelijke cru’s uit de Beaujolais.

Nodig:

500 g tartaar of gehakte biefstuk

4 sjalotjes
uitgelekte zilveruitjes
1 tl gedroogde tijm
2 tenen knoflook
roomboter
2 el olijfolie
3 dl rode wijn
1 selderijstengel in  fijne stukjes
peper en zout

Bereiding:

Maak van de tartaar 4 ballen en druk deze plat. Bestrooi met peper uit de molen. Doe in een pan wat olie en fruit de sjalotten. Voeg de selderij stengel in kleine stukjes toe, geperste knoflooktenen en de tijm. Blus af met de helft van de wijn.

Smelt in de pan een klont roomboter en voeg wat olie toe. Laat bruin worden en bak de tartaar mooi bruin aan beide zijden. Haal de tartaar eruit en blus af met de rest van de wijn. Houd de tartaar warm onder folie. Voeg de saus van sjalotjes aan de jus toe en laat op hoog vuur kort inkoken. Als laatste voeg je de uitgelekte zilveruitjes eraan toe.

Serveer dit gerecht met wat veldsla met wat geitenkaas, olijfolie en balsamico azijn.

Boeuf Stroganoff

 

 foto: Kremlin by night

Aan rijke oligarchen ontbrak het niet (net zoals tegenwoordig) in het grote Russische Rijk van de negentiende eeuw. Bovenaan stond de Romanov tsaren familie, maar er waren meer families met grote verdiensten. Bijvoorbeeld de Stroganoffs. Vanaf de zestiende eeuw heeft deze familie een flinke vinger in de pap. Zij veroverden een groot deel van Siberië met alle grondstoffen, iets waar de hedendaagse Russische oligarchie nog van profiteert. De Stroganoffs zijn ook op culinair geen onbekenden. Op één van de veldtochten, zo gaat de mare, was het zo koud, dat een kok van een Stroganoff generaal het vlees slechts in reepjes gesneden kon bereiden en gaarde in de saus. Biefstuk Stroganoff was geboren. Andere verhalen zeggen dat het graaf Stroganoff, een vriend van Catharina de Grote was, die het gerecht bereidde voor arme studenten. Wie het weet mag het zeggen. Wel is een recept al beschreven in 1861 en in 1890 vond er zowaar in Sint Petersburg een kookwedstrijd met het gerecht plaats. De proliferatie van deze klassieker kwam in begin twintigste eeuw in het kielzog van alle Russische bannelingen. En de rest is geschiedenis, biefstuk met een saus, nog steeds op vele toeristenmenu’s wereldwijd. Overal in pakjes en zakjes te verkrijgen, in vele varianten. Vandaag een simpel recept voor Boeuf Stroganoff en waar al die tomaten en rode paprika’s in deze saus ooit vandaan zijn gekomen, blijft ook één van de raadselen. We drinken er een rode Bourgogne uit de Chalonnais bij, bijvoorbeeld een Givry.

Nodig 4 personen:

500 g biefstuk in reepjes
2 el olie om te bakken
50 g boter
2 grote uien in ringen
1 kippenbouillonblokje
3 el tomatenpuree
1 el bloem
2 laurierblaadjes
1 tl tijm
1 el scherpe mosterd
zwarte peper uit de molen
2,5 dl water
2 dl slagroom
1 dl crème fraîche

Bereiding:

Verhit in een pan de olie en fruit hierin de uienringen. Voeg het bouillonblokje toe en bak nog een minuut door. Fruit de tomaten puree en bloem mee en blus geleidelijk met wat water. Voeg de laurier, tijm, mosterd en peper toe.Giet langzaam de room erbij en roer tot gladde saus. Laat het geheel kort koken en voeg als laatste de crème fraîche toe.
bestrooi de biefstukreepjes met veel peper en zout. Verhit de boter in een koekenpan en bak de reepjes snel bruin. Doe het vlees in de saus en warm nog twee minuten op. Serveer meteen op grote borden met gekookte rijst. Garneer met wat peterselie.

Gesprekken en gerechten, cuisinier Bill Smith

 picture cook Bill Smith

I invited chef Bill Smith to join in in my blog series “gesprekken en gerechten” American writer Frances Mayes suggested me to invite him for this series. She calls him a prince. Bill is a man from Chapel Hill, North Carolina, who I follow on Facebook. He is the proud owner of a reaturant Crook’s Corner. Bill is the creator of many original recipes in his cookbook called Seasoned in the South. And I hope a wine lover. I know he takes a beer with him when  foraging for ingredients. For instance honeysuckle to make sherbet. Now my curiosity became even bigger.  I immediately ordered his book and started to read. In  the Netherlands we do not know much of the cuisine from the Southern states. The USA are more than burgers or an incidental Cajun style dish as Bill proves. Time to send him some questions and  based on Bill’s answers he will be rewarded a “southern style” Dutch recipe. To pair with a wonderful wine.

Who is Bill Smith and what would you like to share with us?

I was born and raised in Eastern North Carolina. This very much informs the way I cook today. I didn’t set out to be a chef. It was just good luck that I stumbled upon this profession.

You come from Chapel Hill, can you give a description what makes this place so special? 
Chapel Hill is a university town so although it isn’t a large city, it has sophistication. People tend to be progressive in thought and less judgemental than in other places. It is very pretty and is halfway between the beaches of North Carolina and the Smoky Mountains. Because it is so attractive, intersting people choose to live here.
You invest a lot of energy in cooking, escpecially when it comes to Southern dishes, can you tell something about it?

Cooking, or things associated with cooking, take up almost all of my time. Our menu can change every day if I choose for it to. It varies with the season. We are lucky to have a large community of farmers and artisans who cater to the food community here. This makes a seasonal menu easy. This restaurant was Southern before I came to work here, but since I was born in the South I already understood what was expected of me. I actually don’t think about “Southern” so much. It just happens.

Your book speaks to the imagination,  the recipes,  certainly with me. How do you do that?

Every recipe has a story, whether the person who is cooking it knows it or not. I had some sort of history with most of the things in my book. And, I see the dinner table as a lot more than just a place to eat. People who might disagree about religion or politics are liable to come together around food.

My parents were/are very French food oriented. The last two decades there has been a shift from French to a more international cuisine, certainly in my generation. Do you notice that too?

My first serious cooking job was in a French restaurant so my technique is certainly oriented in that direction. I still cook the way I learned to there. In this country from the end of World War II to maybe the mid 1980s, French food and style was seen as the most sophisticated. In recent years people have become able to see the whole world with ease so naturally France has had to share the stage with other cuisines. Still, when I have a wonderful meal in a French restaurant or taste a classic French vintage, I feel an affection and respect for that country.

What  would  you miss from the USA when you would live abroad ?

Foodwise, probably fried chicken. Culturally, there is a kind of self confidence that we seem to have here that I find appealing

Culinary speaking, you are very experienced in cooking, which one is your favorite recipe?

I have a lot of favorites and they seem to follow the season. By August each year, I have grown tired of dishes with fresh tomatoes. Yesterday at the market I found five different kinds of winter greens so I made gumbo z’herbes for dinner. It’s a Lenten stew from Louisiana, so today that is my favorite recipe.

Do you like wine and if you do can you tell me about your favorites?
I do like wine and I like many kinds. Champagne is always a favorite. I like the European classics like Bordeaux, Riojas, and such. I also like Vinho Verdes from Portugal, reds from Chile, whites from Austria and New Zealand.

Maybe you van tell a thing or two on North Carolina?  I have never been there but it is often portrayed a wonderful state. So different.

North Carolina is lucky in that it has a strong working class and middle class tradition. There is wealth of course as well. There is a tradition of caution and moderation in it’s politics, although there are the ocasional glaring exceptions to this. We were lucky in the second half of the last century to have had a series of forward looking leaders. The weather is mild, there are many medium sized cities rather a few large ones and the are scattered across the state. Much of North Carolina is still rural.

You learned to cook form your Grandmother and grand mère, can you explain some more on this subject?

I grew up in a time when women for the most part remained in the home rather than worked. My great grandmother, grandmothers and aunts were all good cooks and cooking was an important part of their lives. I grew up with the expectation of good food. I was expected to eat everything that was put before me. All this is a good professional foundation for me.

If you were to start all over in the Netherlands, what would you want to teach us? I know this is a though question.

I have never been to your country so I’m not sure what you do or don’t already know there. I suppose I would choose some traditional East North Carolina recipes, cook them and tell you the stories that come with them.

Last but not least, do you want to share anything else in my blog? Please be welcome
Recently it has occurred to me that while most of my friends are retiring, I am busier than ever. I have asked myself why. This is a hard job for someone of my age. I have decided that as long as it remains interesting, I’ll continue doing it.

 picture:  Book from Bill’s  cooking




The Recipe

Having read all the answers of Bill Smith, I tought let’s go to the Deep South of the Netherlands, the region of Southern Limburg, where there are still many old recipes to be found. Bill does not know our country nor the traditions, so I chose for “Knien in ’t soer” or Rabbit cooked in a sweet and sour sauce. One of the main ingredients is apple syrup from the orchards of this province. People from the South are often called Burgundian, because of their attitude to food and drink. I hope Bill likes this all time traditional. The wine I suggest is a a crisp young white wine from the Mâconnais (southern Burgundy) to match the sweet and sour taste of this dish.

Ingredients for 4 persons:

1 rabbit cut in parts (about 3 lbs)
1 red onion
1 big carrot
1/2 celeriac
6 stems of parsley
2 bay leaves
3 cloves
10 juniper berries
1 1/2 cup of white wine vinager
1 cup of water
2 tbs of apple syrup
2 tbs flour
butter
pepper and salt

Preparation

Cut the rabbit in pieces. Chop the onion in rings, cut the celeriac and and carrot in cubes. Chop four of the parsley stems very finely. Put the vegetables and rabbit in a bowl. Add the parsley, juniper berries, cloves and bayleaves. Pour a mixture of water and vinager on top, stir and leave to marinate four about 12 hours in the fridge.
Pat the pieces of rabbit dry and season them with pepper and salt. Heat some butter in a frying pan and fry the rabbit parts golden brown. Get the meat out and cover for a while. Add some flour to the butter and stir. Gently pour in the vegetables and juices from the marinade. Put to a boil, get the rabbit parts back in and leave to simmer for about one and a half hours.
When the rabbit is done, put it an a big plate. Mix the apple syrup through the sauce and stir. Maybe some extra seasoning is necessary. Put the sauce and the cooked vegetables over the rabbit meat. Garnish with some parsley. This dish can be served with either cooked potatoes or mashed ones.

Sneeuwjacht tijd voor een pastitsio

 foto sneeuw in december 

Ik kijk deze ochtend uit het raam en zie het grote wit. Het sneeuwt en niet zo een beetje ook. Code oranje voor het verkeer, alles loopt vast. Ik zal me altijd blijven afvragen hoe ze dat in Groenland doen. Want naast sneeuw is het daar in deze tijd van het jaar ook nog eens de hele dag aardedonker. Binnenblijven dus, een winterslaap houden. Doen ijsberen ook. Het beste wat je kunt doen is gewoon binnenblijven, de kachel aan en sudderen, zoals ik dat noem. Een mooie dag voor een ovenschotel, warm met veel kaas. Vandaag een ovenschotel, lekker stevig eten om de kacheltjes in je lijf brandende te houden.  Het gerecht lijkt op een Griekse pastitsio, het antwoord van de Hellenen op lasagne. Dikke lagen pasta in een gehakt- en bechamelsaus. Zo maak ik hem niet. Ik maak meestal deze pasta taart met een tomaten- en gehaktsaus, kaas en een korst van bladerdeeg erop. En veel kaas! Kan warm en koud worden gegeten. Maar warm zo direct uit de oven is te prefereren zolang het nog sneeuwt. We drinken bij de pastitsio een rode Barbera d’Asti, vol fruit en een klein zuurtje bij de tomatensaus.

Nodig  4 personen:
400 g rundergehakt
2 blikken gepelde tomaten
2 uien
2 tenen knoflook
2 tl paprikapoeder
2 tl oregano
1 tl tijm
olijfolie
400 g penne
1 el balsamico
peper en zout
300 g jonge kaas
100 g oude kaas
boter
5 vellen bladerdeeg
Bereiding:
Kook de penne beetgaar. Verhit olie in een pan en braad het gehakt aan. Voeg de ui en geperste knoflook toe en laat kort meebakken. Voeg alle kruiden en paprikapoeder toe. Doe de uitgelekte gepelde tomaten en balsamico erbij en laat de saus sudderen. Breng de saus op smaak met peper en zout. Vet een schaal in met wat boter. Doe de helft gekookte penne in de schaal en schep wat saus erover. Strooi er de jonge en oude kaas over. Dan weer een laag penne en saus en nog eens bestrooien met de kaas. Als laatste nog een laagje kaas en dan de vellen bladerdeeg. duw deze goed aan. Bak de pastitsio 25 minuten op 180 graden totdat het bladerdeeg een mooie bruine kleur heeft. Serveer deze ovenschotel met een tomaten en rode paprika salade.

Warm eten met tevredenheid moussaka

019

Ik realiseerde me vanochtend ineens, dat ik nog nooit heb geblogd over warm eten met tevredenheid. Over troostende desserts wel, maar dat is iets van een geheel andere orde. Ik heb het nu over warme gerechten voor na een lange dag werken of als je op pad bent geweest. Van die gerechten die de nodige inspanning vergen om ze te bereiden. In dit geval heb ik het over moussaka. De Griekse klassieker uit de bergen.  Soulfood par excellence In de ochtend werd van oudsher de moussaka geassembleerd en daarna door de vrouwen van het dorp naar de nog hete oven van de bakker gebracht. Konden de dames meteen even bijkletsen, alvorens aan de was te gaan. Mannen deden dat elders, in het kafeneío, het dorpscafé. Tegen lunchtijd was het goedje klaar. Aan tafel. Gelukkig gaat het ook in het hedendaagse Griekenland niet meer zo. Zou toch saai wezen, als man alleen maar in de kroeg zitten en als vrouw twee keer per dag naar de bakker. Tijden veranderden. Het gerecht gelukkig niet. Laagjes aardappel, groentes, vleessaus, de bechamelsaus en kaas maken warme maaltijd met tevredenheid. Eutuxía, instant tevredenheid. Goed gedaan vrouw, zou de Griekse man mompelen onder zijn pet uit. Mijn versie doet naast aubergine en aardappel ook andere groenten erbij. Bij de moussaka drinken we een stevige rode wijn, zoals die van Château de Nages, costières de  Nîmes.

 

Nodig 4 personen:
2 aubergines in plakken
1 courgette
1 rode paprika
3 aardappels in dunne plakjes
2 rode uien gesnipperd
2 tl kaneelpoeder
1 pakje passato van tomaten
1 glas rode wijn
500 g runder- of lamsgehakt
2 tenen knoflook fijn gehakt
peterselie
Peper en zout
olijfolie
3 dl melk
60 g boter
60 g bloem
1 tl nootmuskaat
100 g gruyère
2 eidooiers

 

Bereiding:
Bak alle groente kort aan in de olie en laat uitlekken op keukenpapier. Fruit de uien in wat olie. Voeg twee tenen knoflook toe. Bak daarna het gehakt mee. Voeg de kaneelpoeder, peper en zout toe. Blus het geheel af met de rode wijn. Voeg de tomatensaus toe. Laat kort sudderen. Vet een ovenschaal in en maak om en om lagen van rauwe aardappel, groente, peterselie en vleessaus. Maak een bechamelsaus. Verhit de melk. Smelt in een andere pan de boter, voeg de bloem toe en maak er een lichtbruine roux van. Giet langzaam de hete melk erbij en blijf roeren. Laat de saus iets inkoken en voeg nootmuskaat, peper en zout toe. Laat de saus afkoelen en voeg de gruyère toe. Voeg wat melk toe als de saus te dik wordt. Als de saus verder is afgekoeld kunnen de twee eidooiers worden toegevoegd. Giet de bechamelsaus in de ovenschotel. Bak de moussaka 1 uur in hete oven op 180 graden.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten