Mannelijke foodbloggers vertellen, de lepel van lex.

 foto: gastblogger Alexander.

Mannelijke foodbloggers vertellen, de lepel van lex. In september 2016 deed ik op Facebook een oproep aan mannelijke foodbloggers om hun verhaal te vertellen op mijn blog. Hartstikke leuk om te doen, want sorry dames bloggers, jullie krijgen al aandacht genoeg. Dit voorjaar, na een wat lange pauze in deze serie, meldde lepel van lex zich. Een blog vol culinaire verhalen, recensies en lekkere recepten. Heel divers. Wat een mooie culiblog heeft deze kerel! En hij kan goed schrijven. De man achter al dit leuks en lekkers pakte de handschoen op om te gaan gastbloggen op Gereons Keuken Thuis, want hij vindt dat er meer ruchtbaarheid moet komen voor de mannelijke foodblogger. Dat ben ik helegaar met hem eens. Het podium is voor de lepel van lex:

Mijn naam is Alexander Houthuyse en ik ben een echte foodlover! Sinds kort begonnen met mijn foodblog De lepel van Lex. Met een aangeboren interesse en passie voor eten en drinken uit alle windrichtingen schrijf ik mijn blogs. Ik ben een grote voorstander van ‘try before you die’ en altijd op zoek naar nieuwe smaakbelevingen. Met een Hongaarse moeder en Duits-Nederlandse vader heb ik een on-Hollandse culinaire opvoeding gehad. De Oost-Europese keuken is mij dan ook niet onbekend. Daarnaast heb ik door mijn Peruviaanse vrouw inmiddels ook veel Zuid Amerikaanse gerechten voorbij zien komen. Ik hou erg van Fusion food en combineer graag diverse stijlen en keukens, waarbij traditionele technieken samen gaan met moleculair koken. Ik wens jullie veel plezier met het lezen van mijn verhalen!

Soepie? Ja, als hij vers is. Ik ben zo’n enorme fan van home made soepen. Dat komt eerlijk gezegd omdat ik op een gegeven moment helemaal afknapte op de pakken en blikken soep. Tuurlijk was het ook een goed excuus om vaker in de keuken te staan. Omdat ik thuis vaak diverse paprikaschotels voorgeschoteld kreeg, ken ik deze populaire groente vrij goed. En de rode zoete paprika’s vind ik heerlijk. Deze zoet-pittige soep is lekker als lunch op een frisse zomerse lentedag met een goed boek in de tuin. Heb je een eigen broodbakmachine of een goede bakker om de hoek, doe je zelf dan een plezier met een dik snee brood die je lekker in je soepje kunt dopen.

Voor 4 personen

Ingrediënten:

4 grote rode paprika’s en 4 zoete puntpaprika’s
1 witte zoete ui
2 eetlepels Vegeta (kruidenmix, Albert Heijn) of 2 groentebouillon blokjes
2 theelepels Paprikapoeder
1 theelepel Cayennepoeder
Zout

Bereiding:

Snijd de paprika’s in grove stukken. Snipper de ui en fruit in een soeppan op een laag vuur aan. Doe de stukken paprika bij de ui en ‘bak’ even mee. Gooi vervolgens 2 liter koud water in de pan en laat 15 minuten op middelhoog vuur staan (Echte kooktijd ca. 10 minuten). Let op: de paprika’s moeten volledig onder water staan, anders wordt de soep te dik. Haal de pan van het vuur en pureer met een mixer. Schenk de soep door een fijne zeef over in een andere soeppan of kom. Druk met een pollepel de paprikamassa door de fijne zeef, zodat de schilletjes in de zeef achterblijven en je een mooie roodkleurige bouillon overhoudt. Zet de pan met de bouillon opnieuw op een middelhoog vuurtje. Voeg 2 eetlepels Vegeta, 2 theelepels paprikapoeder,  1 theelepel cayennepoeder en een beetje zout toe en laat nog 3 minuten doorkoken. Proef de soep en breng extra op smaak met een beetje Vegeta of zout.

Leafs, vegetarische seizoensrecepten uit de moestuin.

 foto: detail cover leafs.

Leafs, vegetarische seizoensrecepten uit de moestuin. Het is voorjaar en het gaat kriebelen in Gereons Keuken Thuis en balkon. Mijn handen jeuken om te gaan zaaien, planten en stekken, zodat ik later in het  #alfresco seizoen van mijn beperkte oogst kan genieten. Want laat ik eerlijk zijn, veel groente en fruit brengt mijn Amsterdamse balkon niet op. Niet getreurd, nu is er het boek Leafs van Carola de Kanter. Laat ik het een extra aansporing noemen om echt aan de slag te gaan met alles wat ik zelf teel en vanuit het oogpunt om minder vlees te gaan eten. 100% vegetarisch zoals Carola zit er bij mij toch niet in, maar je kunt het proberen. Zeker omdat vakvrouw Carola een ongelofelijke ervaring in schrijven, tv-maken, restaurant draaien, lesgeven, pionieren, concept-ontwikkeling en styling heeft, aldus Janny van der Heijden, die voor het voorwoord tekende. Het epicentrum van deze activiteiten is Caatensteyn in Ulvenhout, waar de moestuin en het kookatelier van Carola zich bevinden. Het hele jaar rond is zij aan de slag zijn met het telen van allerlei producten en het verwerken van haar gekoesterde oogst in mooie vegetarische recepten. Want dat staat al sinds haar twaalfde vast, Carola eet vegetarisch en probeert de lezer uit te dagen, dat ook te doen. Vier seizoenen lang je merkt nog niet eens dat het vegetarische gerechten zijn, die zij componeert.

Laten we beginnen in de lente. Carola’s handen jeuken in februari al. Dan start ze met zaaien, binnen of in de kas, want het kan nog koud zijn. Direct vind je in Leafs een moestuinkalender voor het zaaien en planten, maar nog belangrijker oogsten in dit seizoen. En dat zullen we weten het hoofdstuk lente gaat verder met what’s in a name springrolls met wasabimayonaise, pickled onions, of helemaal van het seizoen magnoliabladeren en erwtenscheuten voor een salade. Wat een verse smaken allemaal, instant lentegevoel.

De zomer nadert, dagen, avonden en zelfs nachten met eindeloos buiten zijn of als het slechter weer is onder een afdakje. Maar buiten gegeten zal er worden. Snackpepers, een gerechtje van milde pepers uit Marokko of Spanje, die je op bergen ziet liggen in veel Amsterdamse winkelstraten. Tunesische brick, een frisse komkommergazpacho met kruidentuintje en kaaskoekjes, een ode aan de maggiplant (haal je handen er eens doorheen). De zomer lijkt eindeloos bij Carola. Gelukkig heb ik deze week al veel Oost-Indische kers gezaaid, want die ga je handenvol gebruiken in het recept voor een salade. Heel verrassend zijn de mayonaise tips, van ei, maar ook van cashewnoten.

Herfst (ik moet er nu nog niet aan denken) het buitenleven maakt plaats voor een plaatsje bij de kachel, er is een kleurrijke oogst van pompoenen. Het eten wordt weer steviger. De moestuin wordt opgeruimd en klaargemaakt voor haar winterslaap. Doe je dit niet heb je veel werk aan het begin van het jaar. Carola fêteert je op een Indian summersoep, een vegetarische ramen of een spinazierisotto met pompoencrème. Ik moet er nu nog niet aan denken, maar wanneer het seizoen weer daar is is het laatste gerecht een welkome dis (met een glas pinot noir) Net als het inmaken van allerlei dingen.

Winter! Zelfs in dit seizoen is Carola bezig met haar moestuin, ze bekijkt filmpjes, tekent haar droommoestuin en maakt lijstjes. Haar grootste tip voor een starter is het simpel te houden. Winterkost volgt, groene bouillon van cavolo nero, stoofperen met kardemom, quiche van amandelmeel met aardpeer en hoe basic geroosterde knolletjes. Ze zouden eigenlijk geuren aan een boek moeten toevoegen.

Zo zijn we het jaar weer rond en kan je net als in deze lente opnieuw beginnen. Of het nu op je balkonnetje in de stad, op je vensterbank of je domein is. Groen is here to stay. Dat vind ik het inspirerende aan Leafs. Vegetarische seizoensrecepten uit de moestuin, prachtig gefotografeerd door Mitchell van Voorbergen. En in een handomdraai aan te passen naar je eigen smaak, dat is spannend. Ik schreef het gisterenavond laat al op mijn Facebook tijdlijn: “Wat ik heel bijzonder vind aan het kookboek leafs van Carola De Kanter is dat de styling -net als bij Deense visman Mikkel Karstad– dat je ne sais quoi basic en onderkoelde heeft. Geen tralala maar puur. Mooi, daar geniet ik van. Design!” 


Leafs, Carola de Kanter (ISBN 9789461431622) is een uitgave van GoodCook en is te koop (in de boekhandel) voor € 29,95

 

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Handboek voor de perfecte kip.

 foto: cover Handboek voor de perfecte Kip.

Handboek voor de perfecte kip, van boer tot bord. Het nieuwe boek van Marcus Polman, culinaire duizendpoot, journalist en jurylid van Masterchef schreef over alle ins en outs over kip. Wat vaak in de reclame het meest veelzijdige stukje vlees wordt genoemd. Dat is het ook, maar niet in de hoedanigheid van de plof- of supermarkt kip. Polman ging op zoek naar de adellijke dames en heren onder dit gevogelte. Bij boeren, poeliers en koks in binnen- en buitenland, waaronder een bezoek aan Vonnas in de Bresse, de residentie van kip en crème paus Georges Blanc.

Maar wat is een goede kip en hoe bereid je hem van kop tot kont? Marcus ging op pad en vond de antwoorden. Kip is bezig aan een opmars, overal duiken rotisserieën op. Van Amsterdam tot Arnhem gaat er niets boven een gastronomisch bereid kippetje, aldus Polman in zijn inleiding. Maar ook thuis kan het een genot zijn een deerne op te peuzelen. Kip zoals een kip behoort te smaken. Het handzame boek start met de basis, uitleg over pekelen, de kwaliteit van de kip, braden, de temperatuur, boter, garnituren, de rust en het aansnijden. Allemaal punten waar je in de basis rekening mee moet houden. Marcus Polman geeft hierna 10 gouden regels, waarvan koop kwaliteit er één is.

Van plofkip naar raskip, de schrijver heeft onderzoek gedaan naar de indicatoren voor kwaliteit. Die vind je in voer, leefruimte, leeftijd en ras. Dat een kip van 6 weken nog een kuiken is behoeft geen nadere uitleg. Hierna beschrijft hij een aantal rassen uit ons eigen land, zoals de kraaikop en Chaams hoen, maar besteedt ook aandacht aan legendes zoals de Bresse kip, met haar rode kam en blauwe poten. Aan de hand van bezoeken aan kippenboeren vertelt Polman het verhaal van de specifieke kenmerken van de raskip, zoals de kippen van de Walnoothoeve en blije kippen op het Franse platteland. Ook doet Polman een lesje anatomie cadeau. Waar zitten de lekkerste delen, van kop tot staart en alles daartussenin.

We gaan koken in het vierde hoofdstuk, van kop tot kont. De zelfgemaakte bouillon, kippenlevermousse van restaurant Guts&Glory, knapperig kippenvel uit de oven als snack en een klassieker: Hollands leghaantje met friet en appelmoes uit de oven. In Handboek voor de perfecte kip wordt het allemaal feilloos uit de doeken gedaan. Het boek besteed een apart hoofdstuk aan de diva onder de hoenders, de cultkip uit de Bresse, in gerechten onlosmakelijk verbonden aan Georges Blanc met zijn driesterrentempel en brasserie in Vonnas. Mocht je er eens komen moet je de Kip met roomsaus eten en ook meenemen in potten, die ter plaatse worden verkocht. Het recept van Gereons Keuken Thuis voor Bressekip in roomsaus verbleekt erbij.

Na dit uitstapje besteedt Polman aandacht aan technieken, zoals binden, het snijden van rauwe kip, het prepareren van een vuile kip en tenslotte het aansnijden van het resultaat. Prima basiskennis. Een minicollege kiptechnieken door Dominique van Rossum. Dan volgen de recepten en bijgerechten. Allemaal klassiekers van over de gehele wereld. Van pot au feu tot saté. Van bastilla met kip tot de klassieker en demi-deuil, de kip in halve rouw met truffel. Garnituren als appelmoes en kropsla en sauzen als béarnaise ontbreken niet. Aan het einde van het boek geeft Marcus Polman de lezer ook nog enkele restauranttips. Plekken om kip te verorberen in binnen- en buitenland.

Ik vind dit handboek een heerlijke aanwinst in Gereons Keuken Thuis, vanwege de kennis, die de schrijver deelt en de recepten zonder poespas. En dan te bedenken, dat Polman eerder handboeken schreef over steak en varken. Nu is het tijd voor dit derde boek, alles wat je wilt weten over Kip. Ik heb er in ieder geval van gesmuld.

Handboek voor de perfecte kip, Marcus Polman (ISBN 9789059566187) is een uitgave van Fontaine en is te koop ( in de boekhandel) voor  € 16,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Mijn keuken van Galicië.

 foto: credits website Terra.

Mijn keuken van Galicië. Een niet veel bezochte regio in het westen van Spanje, aan de Atlantische Oceaan, met een eigen taal en cultuur. Geen castagnetten, flamenco en brandende hitte, maar diepe fjorden, die rias heten, doedelzakken, vis en veel groen. Dat is Galicië, de geboortestreek van de vader van Isabel Meniño, een culinair en conceptueel styliste en initiatiefneemster van het Museum of Our Food. In haar nieuwe boek neemt zij de lezer en koker mee op een tocht door deze mooie regio, haar keuken van Galicië. Manolo, de vader van Isabel, belandde na een korte carrière bij de Spaanse marine in een café aan de Amsterdamse Peperstraat, waar hij de klanten kennis liet maken met de keuken van zijn  geboorteland. Zomers ging het gezin naar Galicië, naar oma Divina. Zes weken weg van het comfort van Nederland. Zoete herinneringen heeft Isabel hieraan. Ze bundelde deze jeugdherinneringen in dit mooi vormgegeven boek.

Galicië is zoals gezegd een onbekende streek. Santiago de Compostella, de stad van apostel Jacob kent iedereen, maar daar houdt het op. Deze Keltische regio kenmerkt zich door uitgestrekte natuur en een koel zeeklimaat. Door haar ligging is er weinig industrie en vertrokken veel Gallegos naar andere landen om werk te vinden. Wat bleef was de rust en het kalme en ingetogen karakter van de inwoners. Meniño probeert deze aard te vangen in beeld, tekst en recepten.

Galicië ligt aan zee, dus er wordt volop genoten van vis en schaaldieren, van mejillones en escabeche, krab met knoflookmayonaise, de bekende zarzuela en natuurlijk pulpo, die waarschijnlijk het meest wordt gegeten in Galicië. Al dan niet met en glas albariño of cider. Het boek gaat verder met Verano (zomer). Galicië kent een hoop feesten. En feest in Spanje betekent een comida. Zo worden in de stad Vigo grote vreugdevuren ontstoken voor de vissers, die terugkomen. Hierop worden sardines in vele variaties bereid. Isabel geeft een aantal feestelijke recepten.

Hierna komen meel en eieren, de basis van de empanada, meer dan 800 jaar oud, die al door de pelgrims in Santiago werd gegeten. Empanar betekent inpakken en vullen met iets hartigs. De Gallegos namen dit broodje mee naar Zuid Amerika. Empanadas met kabeljauw, vlees, tonijn of pompoen. Isabel en haar ouders kregen ze mee van oma en pas na de Pyreneeën werd er gestopt voor brood. De eerste etappe tot aan Frankrijk  hadden ze genoeg aan hun empanadas. Tortillas staan ook op het menu, een makkelijke boerenmaaltijd en heel #nowaste, met aardappel, voorjaarsgroenten of zoete aardappel. Het blijft een vindingrijk gerecht.

La cocina de Manolo. De vader van de schrijfster was kok en liet de Nederlanders kennis maken met zarzuela, ropa vieja, tortilla, paella en nog veel meer. Isabel heeft goede herinneringen aan deze keuken. Lamskoteletjes met komijn en fideos, een Iberisch pastagerecht. Meniño vergeet nooit het gekrijs van het varken dat vroeg op de binnenplaats werd geslacht. Het geslachte dier werd door oma van kop tot kont gebruikt. Het werd verwerkt en de familie kon er dan een jaar van eten. Van de ribben werd op het houtvuur een caldo, bouillon getrokken. Voor de al verhollandste kinderen een gruwelmaal. Voor vader Manolo een feest.

Met bouillon kun je de beroemde caldo gallego maken, eens stevige boerengerecht met kikkererwten en kool. Of wat te denken van ropa vieja, vieze kleren, een stoofpot, die de Galiciërs leerden kennen op de Canarische Eilanden. Gereons Keuken Thuis vindt het leuk dat de schrijfster ook iets in dit boek vertelt over wijn. Galicië is de bakermat van de albariñodruif, die in het vochtige zeeklimaat groeit op de rijke gronden van graniet en lei. Deze wijnen hebben een knisperend en fris karakter. Het is een goed gebruik van de Gallegos om een gast te verwelkomen met een taza de vino, een kommetje wijn. Het boek besluit met wat tapas en natuurlijk dulces.

Mijn keuken van Galicië is een spannend boek, met ingetogen foto’s van de gerechten en het knalblauwe water op de foto’s van de oceaan. Hiermee creëert Isabel Meniño een sfeervol geheel, waarin de tamelijk basic Spaanse keuken goed gedijt. Ik heb er in ieder geval van genoten en zou wel eens een kijkje in de rias willen nemen. Wie weet kan de schrijfster mij een goed plekje wijzen om kokkels te rapen.

Mijn keuken van Galicië, Isabel Meniño (ISBN 9789089897350) is een uitgave van Terra en kost € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Koken van pagina 53, de Vrolijke Tafel.

 foto: cover De Vrolijke Tafel.

Koken van pagina 53 op deze zaterdagmorgen. Uit Gereons Kookboekenhoek pakte ik De Vrolijke Tafel, feestelijke recepten voor elke dag van Karin Luiten, de antipakjes- en zakjesdiva. Maar, verhip, op pagina 53 trof ik drie juichende en voetbal kijkende (neem ik aan) mannen aan in plaats van een recept. Dus voor deze editie van deze serie op Gereons Keuken Thuis (geen voetballiefhebber) wordt uitgeweken naar bladzijde 52, alwaar ik merguez-hapjes met yoghurt aantrof. Een recept, dat ontstond als een soort kliekjessnack, en zowaar, het zijn heel party-waardige hapjes. Aldus Koken met Karin. Een prima snack voor deze zonnige zaterdag. Dus hopperdepop naar de Kinkerstraat voor de ingrediënten. We doen er fris glas koele witte Spaanse albariño erbij. Laat ik het de eerste #lentevibes noemen.

Nodig:

4 merguez worstjes

250 ml Turkse yoghurt

2 pitabroodjes

2 takjes verse munt

1 tl pikant paprikapoeder (of pimentón hot)

2x scheut olijfolie

Bereiding:

Oven voorverwarmen op 160 graden. Roer 1 theelepel paprikapoeder door 4 eetl. olijfolie. Meng de helft hiervan door de yoghurt, zodat deze lichtoranje kleurt. Laat de yoghurt uitlekken in een koffiefilterzakje in een zeef. (dat vind ik praktisch) Snij alvast de munt in reepjes. Snij de merguez-worstjes in 4 stukken en bak ze gaar in wat olie in een koekenpan. Verwarm de pitabroodjes in de oven. Snij doormidden en vervolgens elke schijf in kleine partjes. Leg die op een platte schaal. Schep de uitgelekte yoghurt erop. Leg overal een stukje merguez op en steek er een prikkertje in. Sprenkel de rest van de oranje paprikaolie erover, en als je hebt, vooral ook wat bakvet uit de pan. Bestrooi met de munt.

Koken van pagina 53, Martin “Ceviche” Morales.

 foto: cover Ceviche.

Koken van pagina 53 met Martin “Ceviche” Morales. Kleurrijk en fantasievol eten uit Peru. Geuren en smaken verenigd. Al millennia lang. Van de kust van de Stille Oceaan, in de straten van Lima, in het hooggebergte van de Andes en de wouden van de Amazone. Dat is de rijke keuken van Peru. De Inca’s aten al quinoa, physalis (goudbes) en een vorm van de emblematische ceviche. Grootmoeders in de bergen hielden cavia’s in hun keuken. De conquistadores brachten knoflook, citrusvruchten en gember mee. De Afrikanen hun voedsel, zoals de spiesjes van runderhart. Veel gegeten streetfood in Lima. De Italianen kwamen met pasta en wijn. De Chinese arbeiders leerden Peru wokken. En de Japanners vervolmaakten de bereidingen van vis in de Peruaanse keuken. Ik kan er nog heel veel meer over vertellen.

Maar nog beter kun je Martin Morales, veelzijdige man, laten praten over zijn passie. De keuken van zijn geboorteland. En praten kan hij over food. Niet vreemd als je bedenkt, dat de vorige carrière van deze man in de entertainment business lag. Maar zijn Peruaanse bloed kroop waar het niet gaan kon. Al sinds zijn elfde. Hij startte een restaurant met de klassieker van dit mooie land. Ceviche. In dit restaurant kookt Martin Morales puur soulfood, natuurlijk gebruik makend van de rijkdommen van Peru.

We nemen een kijkje op pagina 53 van dit boek. Op deze bladzijde staat en recept voor Cancha, gebakken mais. Dit is een heel populaire snack uit de Andes, maar hij wordt overal in Peru gegeten. De maiskorrels hebben een nootachtige smaak, zijn ongelofelijk crunchy en zeer verslavend.

Nodig:

1 el plantaardige olie

250 g maiz chulpe (speciaal bewerkte pofmais, zie sabordelperu.nl)

1 tl zout

een kneepje limoensap (naar keuze)

Bereiding:

Verhit de plantaardige olie in een koekenpan met deksel op halfhoog vuur. Voeg de maiskorrels toe en bak ze terwijl je de pan af en toe schudt tot ze openspringen. Zet het deksel op de pan, draai het vuur laag en bak ze nog circa 5 minuten. Schud de pan regelmatig tot de korrels een diepe goudbruine kleur hebben en hier en daar een beetje verschroeid zijn.

Stort de maiskorrels in een kom, bestrooi ze met zout en laat ze afkoelen. De maiskorrels zijn in een luchtdichte trommel minstens een paar weken houdbaar. Je kunt ze warm eten of koud met een kneepje limoensap.

Lente in de keuken.

 foto: ontluikend lentegevoel.

Lente in de keuken. Het nakende voorjaar betekent voor mij lucht en ruimte. Opruimen, zowel fysiek als in mijn hoofd. Plannen maken voor mijn blog. Welke recepten ga ik delen, welke producten vind ik interessant, welke kookboeken ga ik dit seizoen recenseren? Het leidt allemaal tot een draaikolk in mijn hoofd. Zoveel plannen. Het omgekeerde effect ontstaat. Ik ga procrastinatie gedrag vertonen. Ik verzin alles om niet iets op papier of in het huidig tijdsgewricht in mijn laptop te stoppen. Ik ga me ergeren aan troep, aan onbestendige potjes, die me aankijken en boeken ter recensie, die lonken. Dat remt mij in mijn creativiteit. En geeft geen luchtig lentegevoel. Een probaat middel is dan opruimen, inventariseren en vooral dingen wegmikken of beter weggeven. (Bij ooievaars zie je dat ook, het mannetje keert eerder terug van overwinteren om het nest te kuisen.) Noem het een tour de cuisine. Je kruidenkast eens updaten, de vriezer leegeten en onbestemde restjes in  de vuilnisbak gooien. Dat ruimt op en geeft lucht. Inmiddels is mijn kledingkast op orde en is er een bezem door mijn kookboekenhoek en mijn keukenkastjes gegaan. Ik vind het een feest. Ook het lichaam was aan een beurt toe en dat uitte zich in een maand geen alcohol tot mij nemen. Niet het dagelijkse gewoontewijntje. Het is mij prima bevallen en voor herhaling vatbaar. Het wordt een jaarlijks terugkerend festijn in Gereons Keuken Thuis. Maar nog even over mijn tour de cuisine. Mijn keuken moet in lente-stand en gisteren kreeg ik gezien de temperaturen bijna zin om het #alfresco gebeuren vast op te starten. maar je moet realist blijven. We leven in Nederland en een koutje is zo gevat terwijl je buiten aan het koken bent. Eenmaal opgeruimd kan het brainstormen beginnen. Wat worden de thema’s dit voorjaar? In ieder geval start begin mei mijn jaarlijkse #alfresco actie. Er ligt al een leuk kookboek klaar voor de meest originele inzending. Begin april is het tijd voor een “lente” foodparade. met allerlei nieuwigheidjes en ,hoop ik, veel inzendingen. Er verschijnen weer veel leuke boeken, waarvan ik jullie op de hoogte ga houden. Ik ga Gereons kookboekenhoek reorganiseren en heel wat pareltjes weggeven. (ophalen kan altijd) Kortom er is veel te doen in Gereons Keuken Thuis. Vandaag ga ik aan de slag met salie, een voorbode van de lente bij de Romeinen. Ik gebruik het in een klassiek gerecht uit Rome, een in de mond springende saltimbocca alla Romana. Erbij een glas wit uit Castelli Romani. En de lente in mijn keuken is compleet.

Nodig:

4 dunne kalfsschnitzels of platgeslagen kalfsoesters

4 plakken parmaham

salieblaadjes

bloem

50 g boter

1 glas witte wijn

peper en zout.

Bereiding:

Leg op elk stuk vlees een plak parmaham en één of twee blaadjes salie. Vouw dicht en zet vast met een prikker. Bestrooi het vlees met peper en zout en wentel het door de bloem. verhit de boter en bak snel aan. Laat het vlees kort garen en haal het uit de pan. Leg op een bord en dek af met aluminium folie. Giet het glas wijn in de pan en laat de jus iets inkoken. Serveer de saltimbocca direct met wat jus.

Koken van pagina 53, Kitchen Table Food.

 foto: cover Kitchen Table Food

Koken van pagina 53, Kitchen Table Food. Aan tafel in twee federale hoofdsteden, Berlijn en Washington DC. Vol recepten, verhalen en vrienden. Tal Maes en Petra de Hamer bloggen erover en schreven het kookboek Kitchen Table Food, dat verscheen in oktober 2015. Dat is al weer een tijdje geleden. Het is lente, een mooie tijd voor een hernieuwde kennismaking. Koken van pagina 53. Is het Berlijn of Washington DC geworden?

Bladzijde 53 gaat over Berlijn en over de moestuin van Petra in deze stad. Niet een instant succes, die moestuin. Maar niet getreurd, Petra wordt blij van concepten als de Prinzessinengarten in Kreuzberg. Een collectief stuk grond, waarop je heerlijk kunt stadstuinieren. Niemand heeft zijn eigen stukje, je doet het samen. Achterin, ook een leuk weetje, zit het Gartencafé voor een eenvoudige lunch. Met groenten uit deze tuin en Berlijnse streekproducten. Herrlich!

Petra beschrijft op pagina 53 een salade, die zij vaak in het naseizoen maakt. Een bonensalade van cannellini, borlotti & sardientjes. Met deze keer blikken uit de voorraadkast. Een glas witte Soave erbij en je waant je in de lenteachtige Prinzessinengarten. (alleen die naam al). Koken van pagina 53, Kitchen Table galore.

Ingrediënten:

1 el olijolie

2-3 bospeentjes in plakjes

1 gele paprika, zaadjes verwijderd en in blokjes

1 ui gesnipperd

1 teen knoflook fijngehakt

ca. 6 zongedroogde tomaten in olie, in stukjes

1 el kappertjes (potje) uitgelekt

een kleine handvol olijven zonder pit

1 blik borlottibonen (400 g), afgespoeld en uitgelekt.

1 blik cannellinibonen (400 g), afgespoeld en uitgelekt

een scheutje rode-wijnazijn

1 blikje sardientjes, uitgelekt en graatjes verwijderd

een handvol verse tuinkruiden, fijngehakt

Bereiding:

Verwarm de olijfolie in een grote (koeken)pan. Voeg bospeentjes, paprika, ui en knoflook toe en bak 2-3 minuten op matig vuur. Stoof afgedekt 3-4 minuten tot de groenten enigszins zacht zijn.

Voeg tomaatjes, kappertjes en olijven toe en stoof kort mee. Schep de groenten in een schaal en meng er de bonen door. Voeg wat azijn toe en breng op smaak met wat zout en peper. Verdeel over vier borden. Leg op elk bord een paar sardientjes. Maal er verse peper over en garneer met kruiden.

Tip van Gereons Keuken Thuis: Maak van de olie uit het blikje sardientjes, 2 el olijfolie, wat gehakte bieslook, een teen geperste knoflook en wat peper en zout een dip voor het brood, dat je bij deze salade serveert. #nowaste.

Salades van Katie en Giancarlo Caldesi.

 foto: Salades, 120x inspiratie uit de hele wereld.

Salades van Katie en Giancarlo Caldesi. Het stamppotseizoen loopt ten einde. Ik hoor de vogels al weer fluiten en zie het groen ontbotten. Er zit lente in de lucht. Een nieuw seizoen, de dagen gaan weer lengen en voor je het weet is het #alfresco gebeuren weer aan de orde van de dag. Dat vraagt om een ander soort maaltijd. Bijvoorbeeld een salade. Voor op je balkon, tijdens de picknick of bij de BBQ.

In Gereons Keuken Thuis ligt het nieuwe boek van Katie en Giancarlo Caldesi, Salades, 120x inspiratie uit de hele wereld. Een kookboek, zoals de titel al doet vermoeden, vol inspirerende saladerecepten. Katie en Giancarlo zijn al 10 jaar restaurant- en kookschooleigenaren in Londen en delen hun culinaire kennis graag met de lezers van hun kookboeken en cursisten. Zij hebben voor dit boek salades verzameld voor elk moment van de dag, uit alle hoeken en gaten van de wereld, met allerlei ingrediënten, van groente tot en met noedels. Anything goes. Want salades zijn multi inzetbaar.

Giancarlo, de smulpaap kreeg te horen, dat hij moest afvallen vanwege diabetes. Geen pizza of cappucino’s met suiker meer. Een mooie reden voor salade adept Katie om zich te gaan verdiepen in de materie van salades. Niemand had tegen Giancarlo gezegd, dat hij geen groente meer mocht eten. De daad werd bij het woord gevoegd. Door hun vele reizen hadden de Caldesi’s hun horizon al verbreed en voilá het concept voor dit boek over salades lag er.

Het eerste deel leert je alles over salade, texturen, evenwicht tussen zoet, zuur en zout, ingrediënten, heel belangrijk olie en azijn, het snijden, uiteindelijk assembleren en opdienen van salades. So far so good. Dan is het wakker worden, met een ontbijtsalade van watermeloen, feta met muntvinaigrette of een salade van saffraanperziken & munt met bananenpannenkoekjes. Ontbijten met een salade, dat is weer eens iets anders. Gereons Keuken Thuis gaat het eens proberen in plaats van het winterse bordje pap.

Salade als voorgerecht, zoals kropsla met zoete gorgonzola en een hete vinaigrette met spek, ceviches of een Koreaanse grapefruitsalade met aardbeien. Zeer creatieve appetizers. Deel drie speelt zich af op het platteland. Met salades van de boerderij, zoals Oud-Engelse salade van gerafelde kip met sinaasappel & berberisbessen. Een salade van warmgerookte varkenspoot & bleekselderij met marmelade-gemberdressing of een Griekse salade van citroenkip, graan & feta met wat tzatziki. Ik hoop, dat weer snel het picknickweer zich aandient.

Zeesalades met vis en schaaldieren volgen, net zoals salades uit de tuin of erbij. Katie en Giancarlo halen de ingrediënten uit alle hoeken en gaten en van alle continenten. Het boek sluit af met lekker zoet, want het dieet van Giancarlo betekent niet dat er niet van iets zoets mag worden genoten. Heerlijke saladedesserts met fruit, dadels, rozenwater, homemade labne en vijgen. Wat kun je daar lekkere dingen mee maken.

En zo is de trip  van Katie en Giancarlo compleet in 120 recepten, met prachtige fotografie van Helen Cathcart. Zij legde al deze voorjaarsheerlijkheden vast op de gevoelige plaat. Salades van Katie en Giancarlo Caldesi maken Gereons Keuken Thuis ongeduldig. Zon kom uit je schulp, de lente gaat van start. Ik wil weer buiten eten. Wat te denken van een salade?

Salades, 120x inspiratie uit de hele wereld, Katie & Giancarlo Caldesi (ISBN 9789059567252) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 19,95

 

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Ribbetjes op maandag.

 foto: ribbetjes op maandag.

Ribbetjes op maandag. Soms koop ik bij de slager in de Kinkerstraat een zak met kluiven. Ribbetjes, spareribs of hoe je ze ook wilt noemen. In de zomer voor op de barbecue. Buiten het #alfresco seizoen gaat het vlees in de oven in Gereons Keuken Thuis. Met een marinade. Lang garen totdat het vlees van het bot afvalt. Het maakt een beetje de Galliër in mij wakker of zou ik gezien de marinade moeten zeggen de samoerai? Ach, wat maakt het uit. Ribbetjes. Ik kreeg vorige zomer een hele goede tip bij de slager, zeker als je gaat barbecueën. (en niet uren wilt wachten) De ribben 45 minuten voorgaren op 180 graden en dan pas marineren en lakken. Zo doe ik het tegenwoordig meestal. #easy In de ochtend gooi ik de ribben zonder toevoegingen in de oven. En ’s middags maak ik dan een marinade. Hoef je de ribbetjes er alleen nog maar een half uur of langer vlak voor het avondeten de oven in te schuiven. Ik vind dit een heel makkelijk recept. Biertje erbij, een IPA. Heel #LUBM

 foto: de kale kluiven.

Nodig:

1,2 kg ribbetjes of krabbetjes

2 el kikkoman sojasaus

2 el rijstazijn

2 el ketchup

1 el honing

1 tl gemberpoeder

2 tenen knoflook geperst

2 tl sambal

3 el olie

peper en zout

Bereiding:

Doe de ribbetjes in de oven op 180 graden en laat ze in 45 minuten gaar worden. Giet het overtollige vet en vocht af en laat afkoelen. Maak een marinade van alle ingredienten hierboven en smeer de ribbetjes ermee in. Zet de oven op 180 graden en bak het vlees in een half uur of langer af. Lak ze af en toe bij met een kwastje. Als je de oven lager zet kun je ze langer doorgaren. Serveer de ribbetjes met frisse Bombay curry spice limoenrijst. (koud of warm)

 foto: voor de ribbetjes de oven in vliegen.

Tip: mijn marinade doet het ook goed bij varkensbuik uit de oven, alleen is de gaartijd dan langer.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten