Bistrotier.

foto: cover Bistrotier.

Bistrotier. Le livre des joues rouges et des asiettes à saucer. De bistro, al sinds de 19e eeuw het kloppende hart van Franse steden. Van vroeg tot laat, voor een glas met quelque chose à grignoter of een fijn middagmaal. In Gereons kookboekenhoek stond al het rode boek A propos bistro waarin kok en kookboekenschrijver Stéphane Reynaud de essentie van het bistroleven en -eten uit de doeken doet. Onlangs verscheen bij Fontaine van zijn hand Bistrotier, de beroemde bistrokeuken voor bij je thuis, met tachtig bladzijden over drank en 400 pagina’s vol gerechten. En Reynaud zou Reynaud niet zijn als het geheel niet werd gelardeerd met productinformatie en verhalen. Want naast een goede kok is hij een uitstekend verhalenverteller en soms ook grapjas, zoals in zijn seizoensboek De lente op tafel. Toen GKT in 2015 de recensie hierover schreef was het snel gedaan met de op handen zijnde kookstaking. M.a.w. Stéphane Reynaud weet je altijd weer de keuken in te lokken.

Bistrotier. Het boek verwelkomt je op een plek, waar je even buiten de wereld van alledag wilt zijn. Een zaak als een vrolijke dinsdag, een soort huiskamer, waar je de tijd neemt om te genieten van wat de patron je voorschotelt. Van oudsher kwamen de schuiten met verse waar op maandag aan in Rungis. Dinsdag werden de fijne en verse producten van de tuinders geleverd. De aftrap voor een week vol lekkere gerechten in de bistro. De baas van de bistro schrijft zijn menu op het schoolbord. Sur l’ardoise. Zo gaat het al heel lang in Parijs en de rest van Frankrijk.

GKT wil niet blijven hangen in de geschiedschrijving van het fenomeen bistro op deze druilerige maandag, maar gaat kijken, wat Bistrotier Reynaud in petto heeft om de maagjes van klanten te vullen. Het boek start met het menu en de drankkaart (van Frankrijk) met daarop de gerechten , de wijnen en bieren, die de restaurateur verkoopt. Vanaf 7 uur in de ochtend ben je welkom voor een kop koffie of een simpel petit déjeuner. Dat kan een croissant au beurre met jam zijn of een omelet. En vergeet vooral het broodje met ham, kenmerkend voor Ile de France niet!

Om 12 uur, midi, is het tijd voor een kleine apéro, een glas wijn of aperitief met een stukje worst. Den k aan een glas Brouilly of Mâcon. Het hele boek staat vol met geslaagde wijn/spijs combinaties. Bijvoorbeeld voor bij de heerlijk brandade de morue of een hoemmoes van Puy linzen. Griekse tarama op een blini ontbreekt niet. De smaakpapillen zijn geopend voor de répas van de middag of de avond. Met uitleg over oesters, scheermessen en ander zeegrut. Als Bistrotier binnenkort met GKT meeverhuist naar de Languedoc, ga ik zeker te rade bij de lekkere zeevruchtenrecepten van Reynaud. Net als de terrines en charcuteriegerechten. Hierin verloochent Stéphane zijn afkomst als boerenzoon niet. Hij schreef hier eens het boek Van het varken over.

A table. Met vooraf een klassieker uit de Franse bistrokeuken: oeufs à la mayonnaise, eieren met mayo. Glaasje champagne of crémant erbij. Kikkerbillen uit de Dombes met een glas frisse Muscadet sur lie of voor in de winter een kloeke cassoulet, met erbij rode Fitou. En zo staat Bistrotier vol met allerlei fijne en lekkere, al dan niet klassieke Franse gerechten. We sluiten de maaltijd bij Reynaud af met een college over kaas. Daar zou je ook een hel avond mee kunnen vullen. Zoals de mooie Normandische kazen met een trou Normand, een klein glaasje Calvados. Goed gelaafd verlaat je het établissement.

Met Bistrotier is Stéphane Reynaud er wederom in geslaagd je een kijkje te laten nemen in zijn habitat: de bistro in al zijn facetten. Je krijgt er honger van als je de likkebaardend lekkere foto’s van Marie-Pierre Morel ziet en de recepten leest. Dit kookboek krijgt een mooie plek in Gereons Occitaanse kookboekenhoek en zal er weer vaak bij worden gepakt ter inspiratie. Wat nou kookstaking?

Bistrotier, de beroemde Franse bistrokeuken nu bij je thuis. Stéphane Reynaud. (ISBN 9789464042016) is een uitgave van Fontaine en is  te koop voor € 44,99

Oui mon général. 14, Rue du général Bertrand. 75007 Paris http://www.oui-mon-general.fr/

Verklarende woordenlijst:
Le livre des joues rouges et des asiettes à saucer: Het boek van rode wangen en borden vol saus.
Quelque chose a grignoter: iets om erbij te knabbelen.
Op het schoolbord: sur l’ardoise.
Petit déjeuner: ontbijtje.
Croissant au beurre: boterige croissant.
Ile de France: de streek rond Parijs, het hart van Frankrijk.
Apéro: drankje voor de maaltijd uit.
Brandade de morue: stokvispuree uit de stad Nîmes.
Tarama: viskuitdip uit Griekenland voor op een Russische blini.
Répas: maaltijd.
Midi: middaguur of Zuiden.
Patron: de waard, baas van de bistro.
Charcuterie: vleeswaren.
A table: aan tafel.
Crémant: mousserende wijn uit andere streken dan Champagne, denk aan Elzas, Loire of Bourgogne.
Dombes: water- en kikkerrijke streek in het Saône dal tussen Bourg en Bresse en Lyon.
Muscadet sur lie: witte frisse wijn uit Loire Atlantique, gemaakt van de melon de bourgogne druif.
Cassoulet: het traditionele bonengerecht van Occitanië.
Fitou: rode wijn uit de Languedoc.
Trou normand: glaasje Calvados een appeldestillaat uit Normandië.

Stéphane Reynaud is een Franse chef-kok en kookschrijver. Reynaud komt uit een familie van slagers en varkenshouders in de Ardèche in Frankrijk. Hij woont in Parijs met zijn vrouw en drie kinderen. Hij schreef maar liefst 18 boeken, waarvan er velen door Fontaine met succes zijn vertaald.

N.B.: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Bougnettes Albigeoises.

foto: bougnettes Albigeoises

Bougnettes Albigeoises. Gereons Keuken Thuis vond een lekker recept voor gehaktballetjes uit de stad Albi in het departement Tarn. Stad van de bekende schilder en socialite Toulouse Lautrec. Je leest veel over het departement en de stad Albi op de leuke site van Tarn Coeur d’Occitanie. Ook leer je via deze website wat Occitaanse woorden. Onder het mom: “Vous parlez Occitan sans le savoir.” worden hedendaagse uitdrukkingen in het standaard Frans gekoppeld aan de magie van de Occitaanse taal. Een beetje chauvinisme kan geen kwaad.

Uit het hart van Occitanië een recept voor bougnettes Albigeoises, balletjes van fijngemalen en in vet gegaard vlees van een varkenshoofd. Bewaard in stenen potten onder een laag reuzel. Je verwarmt ze nadien in hete soep of in het vet zelf.

Het recept.

Nodig:

300 g broodkruim

melk

6 eieren

1,5 kg vet en mager vlees van een varkenshoofd of ander gemalen vlees.

4 tenen knoflook fijngehakt

6 takjes peterselie gehakt

peper & zout

2 tl quatre épices (Ducros)

brede stukken spekvet 

50 g reuzel

Bereiding:

Week het broodkruim in melk en klop de eieren erdoor. Laat een paar uur rustig staan in de ijskast. Maal het varkenshoofdvlees fijn en meng dit gehakt door het melk-, broodkruim- en eierenmengsel. Voeg de fijngehakte knoflook toe, de peterselie, peper & zout en de quatre épices. Maak het geheel goed op smaak. Week het vetspek in warm water en rek het uit. Snijd het in 12 stukken. Maak twaalf platte balletjes en rol deze in het uitgerekte spekvet. Smelt 50 g reuzel in een gietijzeren pan en leg hierin de bougnettes naast elkaar met nog wat extra reuzel erboven op. Bak de balletjes in 40 minuten gaar in de oven op middelhoge temperatuur. Keer ze halverwege om. Laat daarna rustig afkoelen. Doe de bougnettes in aardenwerk potten of in gesteriliseerde glazen potten met genoeg reuzel om ze volledig te bedekken. Op deze wijze zijn de balletjes nog lang te bewaren.

Drink bij de bougnettes Albigeoises een rode Fronton of rood uit het naburige Cahors.

foto: Tarn het hart van Occitaniè.

Noot: dit recept vond GKT in het kookboek Cuisine du Terroir,, the lost domain of French cooking dat ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw op de kop tikte. Het recept heb ik vertaald en bijgewerkt.

Het Vlees Boek.

foto: kalfstartaar met oesters.

Het Vlees Boek. “Vleesch mevrouw, u weet best waarom.” In deze tijd een minder vanzelfsprekende kreet. Aan de ene kant terecht, gezien de vele misstanden in de vleessector, aan de andere kant niet, want er zijn heel veel slagers of moet ik zeggen beenhouwers, die werken met liefde voor het dier en product. Zo ook Luc De Laet. Deze slager en schrijver van Het Vlees Boek heeft een eigen methode van met vlees omgaan. Hij zet er graag zijn stempel op door te vernieuwen en met een eigen aanbod, dat nooit doorsnee is. Zoals zijn op speciale wijze gedroogd rundvlees voor een carpaccio. Vlees dat haaks staat op het industriële product. Een reden, waarom Gereons Keuken Thuis ook steeds kritischer wordt over zijn vleesconsumptie. Hij verkoopt bijvoorbeels lokaal gefokt mangalica varken, een oud Hongaars ras met krulletjes. De Laet probeert waar hij kan zijn ecologische voetafdruk te verkleinen. Het Vlees Boek moest er komen, om zijn visie op vlees en de heerlijkste bereidingen te delen. Van jongs af aan zit De Laet in het vlees. Op zijn dertiende begon hij met een slagersopleiding en hielp hij in zijn vrije tijd mee op de boerderij van oom Alois. Hij belandde op zijn 20e in de dorpsslagerij en breidde dit bedrijf alras uit tot het eerste slagerij met een restaurant van België. Met succes, want andere zaken volgden door de jaren heen.

foto: kalfsfricassee met truffel.
foto: fazant à la Brabançonne.

Het Vlees Boek is eenvoudig van opzet en behandelt per diersoort de speciale eigenschappen van het ras en het vlees. Want niet ieder ras of stuk vlees is geschikt voor elke bereiding. Hij beschrijft de onderdelen en versnijdingen en laat hierbij zien dat bijvoorbeeld een rund meer is dan alleen een kogelbiefstuk. Via tartaar, een millefeuille van de eerder genoemde carpaccio van gedroogd rundvlees en rosbief belanden we bij een ossenstaart parmentier. Het kalf komt aan bod voor bijvoorbeeld een fricassee met truffel en eekhoorntjesbrood of heel chique: kalfstartaar met oesters. Als kleine jongen herinnert Luc De Laet zich nog het buikspek, dat zijn moeder bereidde. Ingang voor vele lekkere toepassingen. Bij zuurkool of op brood met een lik mosterd. Beuling komt aan bod. Op 17 januari was het St Antonius, de patroonheilige van de slagers en daar hoort bloedworst, pens of beuling bij. Gereons Keuken Thuis kent beuling als typisch Bosch. Kipkap, Limburgse zultbereiding, prijkt in Het Vlees Boek. Allemaal ambachtelijk vlees en likkebaardend lekker op de gevoelige plaat gezet. Er is gevogelte, van oorsprong het domein van de poelier. Wat te denken van rillettes van hoevekip? Tot slot wild, niet per se een slagersding, maar in het huidig tijdsgewricht, waarin ook Nederlandse slagers geschoten wild als vleesoptie aanbieden, niet onlogisch. Konijn in bier en fazant à la Brabançonne, te zien op mooie foto’s in het boek, deden mij likkebaarden.  Komt snel eens op tafel in Gereons Keuken Thuis.

foto: rillette van konijn met kinnebakspek.

Het Vlees Boek biedt een kijkje in de slagerswereld van Luc De Laet en de kunstige gerechten, die hij hier mee maakt. Vlees zoals het heurt en mevrouw weet ook tegenwoordig best waarom. Een heerlijk naslag- en terroirboek!

Het Vlees Boek, de puurste kwaliteit en de heerlijkste bereidingen. Luc De Laet (ISBN 9789401468886) is een uitgave van Lannoo en is te koop bij je boekhandel voor € 39,99.

foto: cover Het Vlees Boek

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Jambon au Chablis.

foto: cover van het retro kookboek vol recepten uit de wijngaarden van Frankrijk.

Jambon au Chablis Bourgondische ham in witte wijn. Dat mag ook een andere chardonnay zijn. “Chardonnay”, zo wordt mij weleens gemeld tijdens wijnproeverijen: “dat drink ik niet zo graag, wel Chablis.”  De verbazing is dan ook groot als ik antwoord, dat Chablis gemaakt wordt van de Bourgondische druif chardonnay. Maar dat terzijde. Daar gaat het op deze vrijdag tijdens mijn #franseweken niet om. Het gaat om de kost, die de plukkers van druiven krijgen voorgezet na een dag in de wijngaarden. Want na de pluk is het vaak goed toeven in de kelders van het domaine, waar de wijnvrouw haar best heeft gedaan in de keuken, en dat vaak tweemaal daags. Schrijver Rosi Hanson van het leuke retroboek, dat ik eens bij een kringloopwinkel op de kop tikte, tekende de thuisrecepten op.  Het heet Recipes from the French wine harvest en laat zien dat er creatief wordt gekookt in de wijngaarden van de Hexagone. En dat de koks niets verspillen. Dat zouden we tegenwoordig #nowaste noemen. Vandaag begin ik in de Bourgogne, waar regelmatig hamspecialiteiten en ander varkensvleesbereidingen op het menu staan, al dan niet met moutarde en cornichons. Zo at ik zelf eens schouderkarbonades in Autun, met een witte wijn mosterdsaus. In mijn herinnering een van de lekkerste bereidingen van een schouderkarbonade. Maar vandaag staat er in de vignobles beenham, Jambon au Chablis, op het menu, in een saus van tomaten en witte wijn. Hanson kiest voor Chablis. Hieraan kun je merken, dat men in de jaren zeventig geheel anders tegen wijn aankeek om mee te koken. Ik gebruik generieke chardonnay uit de Bourgogne. Kies bij de beenham voor wat dikker gesneden plakken. Let wel op dat je een geëmailleerde pan gebruikt, om een reactie van de wijn met metaal te voorkomen. Serveer de ham met een salade en desem baguette. We drinken er een glas karaktervolle chardonnay bij.

Jambon au Chablis

Nodig:

4 dikke plakken beenham (125 g per stuk)

250 ml witte Bourgogne

500 ml kippenbouillon

500 g. tomaten in blokjes

4 takjes dragon

1 tl tomatenpuree

peper & zout

250 ml crème fraîche

Bereiding:

Doe de bouillon, wijn en tomaten blokjes in en pan samen met de dragon takjes. Breng aan de kook en laat een uur of twee sudderen. Zeef het geheel en kook het in voor de helft. Laat iets afkoelen en voeg voor de kleur de tomatenpuree toe. Proef de saus en maak op smaak met peper en zout. Als de saus wat zuur is zal dat worden gematigd door de crème fraîche. Verwarm ondertussen de ham in de oven. Let op dat hij niet aanbrandt. Roer de crème fraîche door de saus. Serveer de ham direct uit de oven met een schep saus en een stuk desem baguette.

Binnenkort meer over de wijnavonturen van Rosi Hanson.

Calabria in tour.

foto: warm welkom bij Calabria in tour.

Calabria in tour. Veel Nederlanders kennen de regio’s Toscane, Puglia, de eilanden Sardinië en Sicilië, maar Calabria staat niet vaak hoog op het lijstje als het om reizen, eten en wijn gaat. Daar wilde Gereons Keuken Thuis eens meer van weten en hij toog naar het bijzondere slow food en bio restaurant Pianeta Terra in de Amsterdamse Beulingstraat om te ontdekken en proeven, wat Calabria in tour nu allemaal in petto heeft. En dat bleek veel!

Calabrië ligt in de punt van de spreekwoordelijke laars, in het noorden begrensd door Basilicata, het westen door de Thyrreense zee, grenst in het oosten aan de Ionische zee, ten zuidwesten aan Sicilië  met zicht op de Eolische eilanden. Het is een relatief dun bevolkte streek van ongeveer 15.000 vierkante kilometer en heeft 2 miljoen inwoners. Hoofdstad van de regio is Catanzaro.

De streek staat vooral bekend om zijn schone helder zeewater, de hoge bergen met smalle canyons en ongerepte natuur. Er is veel cultuur, denk aan de mooie beroemde opgedoken bronzen beelden uit de Hellenistische periode, die te zien zijn in het museum van Reggio Calabria. Elk volk dat deze streek bevolkte liet zijn culturele sporen achter. De streek was een centrum van Griekse beschaving, een Romeinse provincie, maakte deel uit van Byzantium, werd veroverd door de Noormannen en werd lange tijd bestuurd, tot aan de eenwording van Italië, door de Habsburgers en Bourbons. Een echte melting pot.

Met Calabria in tour wil de regio in het kader van #truitaliantaste laten zien, wat voor een moois er uit deze streek op eet- en drinkgebied komt. Verfijnde maar ook stevige pittige smaken, gefermenteerde ingemaakte groenten, vlees en salumi van zwart varken, olijfolie en pit door de rode pepers uit deze streek. Een stevige basic keuken.  En dan de wijnen, al sinds de Grieken dit deel van Italië Oinotria, wijnland, noemden, een koninkrijk vol wijnranken dat tussen 600 en 350 vóór Chr. floreerde. Met bijvoorbeeld de gaglioppo of greco druif.

foto: de chefs en gastheren van de Italiaanse kamer van koophandel.

De gastheren van de middag hadden kosten noch moeite gespaard om de lekkerste dingen uit hun streek mee te brengen. De chef van Pianeta Terra, die en passant ook een kwaliteitskeurmerk ontving van de voorzitter van de Italiaanse kamer van koophandel, kookte voor de aanwezigen een uitgebreide Calabrische lunch.

foto: antipasto van worst en kaas uit Calabrië
foto: wit voor bij de antipasti.

Calabria in tour:

Antipasto: een proeverij van typische worsten en kaas, ingemaakte groenten zoals venkel en aubergine, zelfgebakken zuurdesembrood en focaccia met Calabrische EV gearomatiseerde olijfolie. Erbij een IGP Bianco Calabria 2017 van Rocco Brettia, gemaakt van pinot en greco bianco.

Primo: een pastagerecht van handgemaakte fileja met een saus van spacatella van tomaat, het bekende vlees- en pepersmeersel ‘nduja en pecorino Crotonese. Pit in je pasta. Erbij rode Costa Viola Armacia IGP 2018 van Casa Vinicola Crisera, een blend van lokale druiven zoals malvasia nera en gaglioppo.

foto: lokale pasta met tomaat en ‘nduja.
foto: rood van Crisera.

Het is bijzonder te noemen, dat deze streek qua wijnbouw nog zoveel oude rassen herbergt.

foto: secondo van nekfilet en cime di rape.

Secondo: nekfilet van het zwarte varken met cime di rapa, een pesto van zongedroogde tomaten en de beroemde uien uit Tropea. Een rosso Don Vale, IGP Calabria 2017 van Azienda Vinicola Manna was de wijn bij deze creatie. Gemaakt van magliocco en gaglioppo.

foto: crostata als dessert.

Dolce e caffé: een crostata met melk en ricotta met confituren van peer en van walnoten. Bij de koffie waren een aantal typische likeuren van distilleria Fratelli Caffo te proeven. Van drop, van venkel en citroen. Naar mijn persoonlijke smaak te zoet.

Gereons Keuken Thuis is blij verrast door de smaken, die Calabria in tour liet zien. Je proeft een heel andere Italiaanse keuken, stevige smaken, gefermenteerde groenten afgemaakt met pit van rode pepers. Een aanrader zou ik zeggen, net als de producten uit deze nog onbekende streek. Ik zou bijna wensen, dat dat zo bleef. Authenticiteit galore zal ik maar zeggen. True Italian Taste.

foto: een van de likeuren van Caffo.

Deelnemende producenten:

Likeuren en amaro van Distilleria Fratelli Caffo

Spicy ‘nduja worst van L’Artigiano della ‘nduja

Wijnen van Azienda MannaRocco Brettia, Feudo Gagliardi, Dell”Aera & Crisera

Gedroogde pasta, fileja van Astorino

De volledige catalogus vind je hier:

WILD van Bruno Doucet.

foto: het ree tussen de vignes.

WILD van Bruno Doucet, 85 recepten en alle technieken, die je nodig hebt voor de bereiding. Het is oktober, wildmaand op Gereons Keuken Thuis en dan ontvang ik van uitgeverij Terra dit prachtige boek. Het begin: opgroeiend in een boerenfamilie mocht de vader van Bruno Doucet, Claude, als 10- of 12-jarige mee op jacht met zijn vader. Een niet ongebruikelijk coming of age ritueel op de Franse campagne. Na het gewone werk op de boerderij trokken de jagers eropuit en keerden dan voor de lunch terug met een weitas vol klein wild. De jacht herhaalde zich daarna in de middaguren. Toen Claude Doucet volwassen was werd het kleinwild ingeruild voor grootwild. Een andere tak van sport zullen we maar zeggen en later hij gaf zijn passie voor de jacht door aan zijn zoon Bruno. Voor zover Bruno Doucet zich kan herinneren zag hij zijn grootvader en vader jagen. Elk weekend vanaf kinds af aan jaagden zij op WILD op het terrein van ouders Doucet, kwekers in de buurt van Tours. Hier werd de basis gelegd voor zijn culinaire carrière. Bruno ging naar de hotelschool en werd chef-kok. Hij haalde tevens zijn jachtvergunning en is sindsdien een culinair- en jachtexpert in Frankrijk.

foto: illustratie van koningsfazant uit WILD.

Geen seizoen wordt meer overgeslagen. Doucet beleeft veel plezier aan het bereiden van eigen geschoten wild in de keuken. Je zou kunnen zeggen, dat wild in wezen duurzamer vlees is dan het vlees, dat op grote schaal wordt gefokt en geslacht, nadat de dieren zijn gemest, met mais en andere gewassen. WILD betekent een minder grote belasting voor het milieu. Alhoewel, als iedereen nu gaat jagen, hoeveel stikstof produceren de kruitdampen?

foto: déjeuner na de jacht.

WILD begint met de geschiedenis van de jacht in Frankrijk en Nederland, de verscheidene jachtmethodes en geschiedenis van de wildkeuken. Er zijn namelijk verschillen tussen het jagen op klein- of grootwild. En of je werkt met een staander hond of speurhonden meute. Het stuk over jacht en de keuken is ook interessant. Doucet beschrijft in WILD verschillende kookboeken vol technieken om wild te bereiden. Daarna volgt een catalogus van veder- en haarwild. Van patrijs via Schotse sneeuwhoen tot wintertaling. Gelardeerd met prachtige terroirfotografie en illustraties. Per vogelsoort verteld Bruno Doucet over de kenmerken. Dan volgt het kleine haarwild, in Europa betekent dat veelal haas of wild konijn. 

foto: gebraden reebout

Het derde deel bestaat uit groot- of grofwild, het ree, hert of everzwijn. Heel Frans vind ik ook, dat de gems een rol krijgt. Tot slot besteedt de schrijver aandacht aan specifiek wild, dat in Nederland niet meer wordt bejaagd, zoals de gaai en hotsnip. Het slotstuk gaat over de “clandestiene”jacht op de ortolaangors. Een vogeltje omringt met mythes. In het tweede deel van WILD gaat Bruno Doucet koken. Paté en croute van zomertaling of een nougat van haas uit de Beauce (departement Eure et Loir). Watersnip uit de Camargue of lijsters uit de Var. Boerenterrines komen aan bod. Alles op een rustieke wijze gefotografeerd door Louis Laurant Grandadam.

foto: lijsters uit de VAR.

Alle recepten in WILD zijn gewoon likkebaardend lekker en het terroir spat van de plaatjes af. Naast kleinwild gaat  Bruno Doucet in WILD aan de slag met hert, ree en zwijn. al dan niet gecombineerd met ganzenlever, stevige sauzen. Ik noem het gewoon France profonde eten. Zoals een gebraad van reebout. Het boek sluit af met bijgerechten, fonds, marinades en boters. Wat zal het in de keuken van Doucet heerlijk aards ruiken.

foto: boerenterrine van houtduif met kool en ganzenlever.

In ieder geval vindt Gereons Keuken Thuis, dit vuistdikke boek WILD van Bruno Doucet over jacht en het bereiden van wildgerechten een must have en één bonk terroir. Al kook je er niet uit, dan nodigt dit prachtige boek de lezer uit om mee op pad te gaan door de campagne, die chef-kok en jager Doucet zo koestert. Lekker mijmeren met een glas rode Chinon… instant herfstgevoel!

foto: de jager in het wild.

WILD, Bruno Doucet (ISBN 9789089897985) is een uitgave van Terra en is te koop voor € 45,00

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Het slagershandboek voor de thuiskok.

foto: cover Slagershandboek.

Het slagershandboek voor de thuiskok. Na alle aandacht voor groente, vegan en plantbased, is het nu weer eens tijd voor een stukkie vlees in de keuken. Gelukkigerwijs ontving ik dit terroir boek van schrijver, illustrator en ontwerper Arthur le Caisne, die in de rol kroop van slagersknecht. Le Caisne ging op stage bij twee toppers op vleesgebied in France métropolitaine. Vleesaffineur en rijper Jean Denaux, die zelf liever spreekt veredelen spreekt. En Fred Ménager, expert op het gebied van alles dat fladdert en dat is in la douce France meer dan de kipdelen, die je in ons kikkerland aantreft. Twee vaklieden dus stonden aan de basis van dit uiterst handige boek. Ik vind het een leuk naslagwerk in de categorie werk van Stéphane Reynaud en Bon Appétit van François Régis Gaudry. Heel Frans zijn de getekende illustraties van topvee, wild en gevogelte. En de clin d’oeil (knipoog) bij de besproken waar. in de vorm van commentaren boven de tekst. Want vlees eten, zeg nu zelf, is naast een serieuze zaak ook genieten.

Het eerste gedeelte gaat over dieren, van rund tot en met wild. Welke rassen zijn er?Hoe snijd je het vlees uit? Is wayguvlees echt zo bijzonder? En hoe zaag je een mergpijp? Le Caisne legt ook uit bij welk vlees je een scherp vleesmes gebruikt en bij welk vlees juist een gekarteld broodmes. Het Hongaarse wolvarken passeert de revue, een ras, dat bekend staat als de waygu onder de biggen. Je leest tevens een grote betrokkenheid bij de vee-industrie, want bij het lamsvlees pleit de schrijver voor raslamsvlees. De AOC’s, Label Rouge en andere keurmerken komen aan bod. De geschiedenis van de kip en tot slot wat lokaal wild.

foto: varkensrassen, nooit vergeten dat een varken een heel intelligent dier is met heel veel humor.

Nadat het vlees is geslacht en afgehangen, gaat Arthur le Caisne in het slagershandboek voor de thuiskok aan de slag met de bereiding. De geheimen, die hij ontfutselde aan eerder genoemde experts. Het gebruik van materiaal, je ingrediënten, het al dan niet “voor”zouten van vlees, geheimpjes van sterrenkoks en je braadvet. Wederom met leuke illustraties van aquarellist Jean Grosson. En als het echt bijzonder wordt bezigt Le Caisne het de Franse kreet MIAM, wat zoveel betekent als Mmmmmm. Een groot gedeelte gaat in dit hoofdstuk over koken versus braden. Heel belangrijk is altijd de juiste temperatuur kiezen. Die is bij een stoof natuurlijk anders dan bij een entrecote of eendenborst

In het derde gedeelte van het slagershandboek vind je 25 basisrecepten voor rund-, kalfs- varkens- en lamsvlees. Lekkere bereidingen van gevogelte. Een apart deel, het blijft een Frans boek over fonds en bouillons ontbreekt niet. Gereons Keuken Thuis wordt er vrolijk van. Het slagershandboek voor de thuiskok krijgt een lekker plekje in mijn kookboekenhoek naast Jacques Hermus’ Wilde Eten, het wildboek van Stéphane Reynaud en de de bijbels van Bocuse en Troisgros. Vlees u weet wel waarom messieurs/dames!

Het slagershandboek voor de thuiskok, Arthur le Caisne. (ISBN 9789059569942) is een uitgave van Fontaine en kost in de kookboekenvakhandel of online €27,00

Video: een kippetje geroosterd op de wijze van Le Caisne

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

France profonde, terrine.

 foto: portail

 Het is maandag . La France profonde. Als je mijn blog leest, zal het je niet ontgaan dat ik een fervent Frankrijkganger ben. Ik vind het heerlijk om met de auto fraaie steden te bezoeken, wijnen te proeven en in te slaan, me te koesteren in de Mediterrane zon -se lézarder, zoals Fransen, dat zo mooi noemen- of op het platteland te sudderen. Kleine verlaten dorpjes tussen de wijngaarden, akkers en velden voor zonnebloemen. Waar het angelus tweemaal daags slaat. Geautomatiseerd of handmatig. Winters in de mist van het dal. Het rokerige van de Bourgogne. La France profonde, de luiken dicht en het houtvuur aan. La solitude van de kleine dorpen.

 foto: le bourg de Mancey

Dit was de intro van mijn gastblog op de leuke Franse site van René Meesters, het eten is klaar. Ik realiseerde me ineens, hoeveel ik in de zes jaar dat mijn blog bestaat heb geschreven over de hexagone. Over Lamartine en zijn eieren in rode wijnsaus, die Yvette van Boven gretig overnam in een paasnummer van Libelle. Of de avonturen van mijn sprookjesfiguren, die graag en route zijn. Van Pontarlier tot Saint Tropez! Elke keer beleven ze nieuwe dingen en proeven nieuwe smaken. Of Théo die mee mocht met de jagers om in het voorjaar de aanwas van zwijnen te tellen. Lotharingen, de madeleines van Proust, de babas uit Nancy. Ik kan er over blijven vertellen. Ik ben namelijk verknocht aan de campagne. En terrines.

Vandaag daarom een herhaalrecept van mijn terrine de campagne. Dat is natuurlijk ook France profonde. Daarom geniet ik zo van de kookboeken van Stéphane Reynaud. De lol vind ik van bezig zijn met het vleesdeeg dat je er elke variant van een terrine van kunt maken, die je wilt. Of door toevoeging van lever een paté. De herfst komt eraan, dus ik zou zeggen handen uit de mouwen en kneden maar. Glas passetoutgrain van de Caves de Mancey erbij en het herfstfeest kan beginnen.

 foto: terrine de campagne.



Nodig:

250 g schouderkarbonade zonder bot

500 g half om half gehakt

12 gedroogde pruimen

5 sneden oud brood zonder korst

2 tenen knoflook

1 glas cream sherry

1 dl slagroom

50 gram gepelde walnoten

200 g ontbijtspek

1 tl gedroogde tijm

2 eieren

1 tl chilipoeder

zout en peper

Bereiding:

Snijd het vlees van de schouderkarbonade zo fijn mogelijk. Snijd de korstjes van het oude brood en week deze in een mengsel van room en eieren.  Voeg de tijm, chilipoeder. peper en zout toe aan het brood/roommengsel. Doe het vlees en gehakt erbij en meng goed door elkaar. Week de gedroogde pruimen in de sherry. Snijd ze daarna in stukjes. Hak de walnoten (niet te) fijn. Meng de pruimen en walnoten door het vleesmengsel.

Bekleed een vorm of patéschaal met de spek en laat deze iets over de rand hangen. Vul de vorm met het vleesmengsel en druk goed aan. Schud goed met de vorm om  luchtgaten in de terrine te voorkomen. Dek af met de spekplakken.

Verwarm de oven op 180 graden. Vul de grote ovenschaal met heet water. Zet daarin de terrine. Bak het geheel in 50 minuten gaar. Haal op het einde het overtollige vet van de terrine. Laat de terrine afkoelen. Serveer in dikke plakken met bijvoorbeeld wat gebakken appels. Of kleine zure cornichons.

 foto: dorpsplein Mancey.

Mannelijke foodbloggers vertellen.

 foto: herfstterrine

Mannelijke foodbloggers vertellen. Een nieuwe serie. Door het grote aantal vrouwelijke bloggers zou je bijna niet in de gaten hebben, dat er ook veel mannen zijn die koken en recepten delen. Gereons Keuken Thuis is altijd op zoek naar (nieuwe) input voor zijn blog of om over te schrijven. Dat kan in de vorm van een gesprekken- en gerechtenblog (er staan er al wat op de rol deze herfst) of in mijn nieuwe serie “Mannelijke foodblogger vertellen”

Deze herfst bied ik aan mannelijke (gast) bloggers een podium op Gereons Keuken Thuis. Niets ingewikkelds, geen eisen vooraf. Lekker zelf je expertise delen door middel van een recept, een review of wat je maar kwijt wilt over product., waar je leuke ervaringen mee hebt. Of over die mooie wijn , die je dronk. Of je ambacht. Of de exquise ervaringen in een hotspot in je woonplaats. (let wel op pure commerciële verhalen/advertorials zijn niet toegestaan)

Komende maandag bijt Simon Vanbecelaere het spits af. Hij is beter bekend als de BBQ bastard en kookte uit Rook! van Steven Raichlen.

Dus heren, laat het me weten in een reactie onder deze korte blog of stuur je input naar gereonseateryandwinery@gmail.com. Wie weet staat jouw leuke stuk dan snel op Gereons Keuken Thuisl  Succes mannen!

Tour du terroir.

 foto: van alles in pot en blik.

Tour du terroir. Het is zo’n mooie term dat terroir. Het klimaat, de bodem en de inspanning van de boer zorgen er voor, dat er in elke uithoek van Frankrijk de mooiste producten zijn te vinden. Met specifieke smaken behorend bij de streek. Streekproducten en -gerechten en wijnen, al dan niet voorzien van een AOP. Want de Fransen zijn trots op hun eigen producten. In supermarktfolders zie je steevast de term “production Française” staan als het om vlees en groente gaat. Het is een aanbeveling. Nobody does it better. (ook de titel van één van de Franse kookboeken van TV kok Trish Deseine)

Een rondje Frankrijk levert dan ook een karrenvracht aan producten op. De buren van Gereons Keuken Thuis fronsten regelmatig de wenkbrauwen als na een trip naar Frankrijk de auto werd uitgeladen. Dozen met wijn en tassen met allerlei aangeschafte waar stonden voor het gebouw. Culisouvenirs. Kruiden, blikken confit de canard, olijfolie, cassis de Dijon, stokbroodplank, zeep…. Het paste allemaal ternauwernood in de kofferbak en op de achterbank.

Terroir dus met de klok mee: potten met krabbensoep uit Le Touqet, macarons uit Picardië, champagne en roze biscuit uit de koninklijke stad Reims, mirabellenjam uit Lotharingen, Elzasser wijnen, cassislikeur en mosterd uit Dijon, comté uit de Jura. Verder zuidwaarts nougat uit Montélimar, herbes de Provence, roze knoflook uit Cavaillon, potten gevulde mosselen uit Sète en rode Banyuls. Alles zorgvuldig bij elkaar gescharreld.

Uit het westen piment d’espelette, wijnen uit de Bordelais, boekweitmeel uit Bretagne, witte Muscadets. Cider en kaasjes uit Normandië, Dan is het rondje nog niet eens compleet. Gereons Keuken Thuis kan uren struinen over markten, door grandes surfaces en langs wijnhuizen. Ondanks het voornemen om deze keer eens niet zoveel te kopen. Het lukt gewoon niet. De lokroep van het terroir en al het lekkers.

Een leuke tip en makkelijk te doen voor een dagje is gaan shoppen in Ronq net boven Lille aan de Frans/Belgische grens. Naast een mega Auchan vind je er ook  wijnwinkel en        -kelder Hyperwine. De laatste heeft altijd leuke aanbiedingen op wijngebied. En in de Auchan is gewoon alles te krijgen. Food en non food. Een andere tip is de Leclerc of Cora net onder de Frans/ Luxemburgse grens. Ideaal om nog wat laatste inkopen (vers) te doen tijdens je terugreis naar Nederland. Zo kom je in ieder geval bepakt en bezakt terug van je vakantie. Na een tour du terroir.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten