Downtime, thuiskoken met Nadine Levy Redzepi.

 foto: voorgerecht uit Downtime

Waarmee veroverde de 19-jarige Nadine Levy Redzepi in 2005 het hart van NOMA topchef René? Juist kippenlevers met een saus van tomaten en chilipepers. De Deense moeder van René Redzepi kookte dit klassieke Balkangerecht altijd voor zijn vader. Met een snuif Vegeta en paddenstoelen. Net als zijn moeder serveerde Nadine het gerecht met pasta. Sindsdien zijn ze een stel en kookt Nadine nog steeds thuis de sterren van de hemel. Bewondering alom voor elke thuiskok van René en speciaal voor de kookkunsten van zijn vrouw. Want de echte topsport vindt thuis aan het fornuis plaats. Lovende woorden van deze man over zijn vrouw Nadine. Geen doetje gezien haar levensverhaal. Deense moeder, Engelse vader, opgegroeid in Portugal, Engeland, Frankrijk en Denemarken , ontwikkelde zij een fascinatie voor producten en koken. En leerde van het kijken naar kookprogramma’s. De moeder van Nadine probeerde altijd vers te koken voor haar kinderen, geen geringe opgave gezien het zwervende bestaan van beide ouders, die straatmuzikanten waren. René en Nadine hebben iets gemeen, zij willen een mooie omgeving creëren en daar hoort  lekker eten bij. Naast hun drukke bestaan in NOMA. Snuifje hygge erbij en het boek Downtime, heerlijkheden voor aan de keukentafel was geboren. En dan te bedenken dat Nadine ooit als invalkracht binnenwandelde bij NOMA.

 foto: zoete aardappelkoekjes met biet en gezouten yoghurt.

Downtime, de titel vind ik wat verwarrend klinken in het Nederlands, betekent voor Nadine thuis koken ver van de druk van het restaurantwezen. In haar eigen habitat, met haar kinderen, echtgenoot en moeder. Koken voor gasten. Samen eten. Seizoensgebonden.

De voorgerechten van Nadine vind ik heel bijzonder. een must voor haar zijn aardappelchips, homemade met bijvoorbeeld ansjovishummus, zalmtartaar of van zoete aardappel met zwartebonensaus. Ook noem ik haar spruitenblaadjes en aardappelbakjes met beurre blanc en kuit. Wat een leuke amuse. Een opmerking wil ik wel maken over de laatste alinea van dit recept en bij andere recepten in het boek, waarin de schrijfster je gefeliciteerd, je kunt nu …. maken zegt tegen de lezer. Komt wat kleuterschool jufferig over. Maar verder met de geweldige gerechten, groene asperges met gepocheerd ei. Met een tip, die ik ook altijd geef om op makkelijke wijze eieren te pocheren. Kippenlevers ontbreken niet. Allemaal doordachte en creatieve recepten. En de schrijfster is meester in het toegankelijk uitleggen, stap voor stap.

 foto: gegratineerde aubergine.

Modern zijn ook de hoofdgerechten van makkelijke ovengerechten, pasta met tomatensaus, snelle gerechten uit de pan en het steviger braadwerk. Vlees, vis en vega door elkaar. Nadine doet ook een oproep om niets weg te gooien. #nowaste is het devies. Van elk restje is een nieuw gerecht te maken. Smullen is het van haar gegratineerde aubergine of carbonara van kool en paddenstoelen. Voor haar man René een zegen na een dag receptuur ontwikkelen.

Desserts horen er ook bij en geven Nadine dat thuisgevoel, ik begin de titel Downtime steeds beter te begrijpen. Net als een gebraden kip, kunnen boter en suiker in de oven dat fijne welkome thuisgevoel geven. Wat een feest is het dagelijks in huize Redzepi.

Maar het meest onder de indruk ben ik van het laatste hoofdstuk van Downtime, over het leven van Nadine. Als een vrouw van een wereldberoemd persoon een kookboek schrijft, wordt vaak gezegd, dat het niet authentiek is. Het kan de reactie oproepen van: “Zal hij wel een vinger in hebben gehad” Niets is minder waar.  De keuken van Nadine Levy Redzepi is juist authentiek , want zij kookt, als autodidact vanuit haar ervaringen en levensvisie, met technieken, die niet misstaan in een toprestaurant. En niet met een competitiedrang. Haar -downtime- mantra vol zelfvertrouwen is het lezen en koken waard. Een origineel boek om van te smullen.

Downtime, heerlijkheden voor aan de keukentafel. Nadine Levy Redzepi (ISBN 9789045215679) is een uitgave van Karakter en is on- en offline te koop voor € 29,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

 foto: cover Downtime.

Kookboek van de Gouden Eeuw.

 foto: cover Kookboek van de Gouden Eeuw.

Kookboek van de Gouden Eeuw. Een woensdagmiddag eind april vond de presentatie plaats. Plek: de Schreierstoren aan de Geldersekade, waar vrouwen wenend afscheid namen van hun zeevarende mannen en de plek waar de grote karbelen vol spannende waar uit den Oost aanmeerden. In de zeventiende eeuw maakten de Hollanders kennis met vele nieuwe producten. Zuidvruchten, specerijen, zout uit de Caraïbische Zee (een minder mooi verhaal uit onze geschiedenis), thee uit Ceylon en nog veel meer. Dat had gevolg voor de keukens in Amsterdam en de andere Hollandse steden. Het Amsterdam van nu beleeft een heuse culinaire renaissance, in de tweede helft van de Gouden Eeuw was dat niet anders. In 1667 verscheen het eerste Noord Nederlandse kookboek. De keuken kreeg meer en meer invloeden vanuit Frankrijk. Wat tot voor kort een nog wat middeleeuws gebaseerde keuken was werd een rijke keuken. Dat zie je ook terug op de schilderijen in de eregalerij van het Rijksmuseum. Wat een koopwaar.

Historisch kookfanaat Manon Henzen, van kookstudio Eetverleden in Nijmegen, dook in het kookgebeuren van de zeventiende eeuw, de Gouden Eeuw. Met als resultaat dit kleinood. Laten we eens met haar op pad gaan door deze eeuw. De reputatie van zuivelland is grotendeels ontstaan in de 17e eeuw. Op het sappige grasland graasden de koeien en leverde een overvloed aan kaas en boter op. Deze producten werden betaalbaar en dus veel toegepast in de keuken. Zuivel als in eigen gekarnde boter. Of voor Lombardische eieren, iets wat we nu kennen als sabayon. Of voor pap en vla. Noord Holland werd door Leeghwater ingepolderd en de bestemming was agrarisch. Voor groente, graan en vlees. De eerste kassen verrezen. Tegenwoordig kennen wij in onze supermarkt slechts kip, rund en varken. De variëteiten in de Gouden Eeuw waren veel groter. De gewone man at voornamelijk varken, maar op de tafels van de herenhuizen verschenen, kapoen, hamel en os. Ook vederwild was geliefd.

Er werd zalm gezouten, haring gekaakt en oesters waren volksvoedsel. Dat zie je ook terug op schilderijen. Een geliefd gerecht waren frikadellen, gehaktballen van kalfsvlees. In tegenstelling tot andere landen werden groente en fruit pas geliefd in de tweede helft van de 17e eeuw. Manon Henzen wees mij tijdens de presentatie op een leuk selderijrecept. Zo makkelijk.  Graan deed zijn intrede en patissiers en bakkers vertoonden hun kunsten. Kijk een naar de duivenkater op het schilderij van Jan Steen. Pasteien met hanenkammen of melkbroodjes. Tot slot de dranken, destillaten kwamen op naast het bier. De gegoede burgerij dronk wijn uit het Rijnland en andere regio’s. Wat een overvloed aan smaken.

Kookboek van de Gouden Eeuw is gemaakt om er uit te koken, je inzicht te geven in de smaken van toen en een glimlach te toveren op je gezicht bij herkenning van de producten. Henzen vat deze rijke keuken samen in dit heerlijck boekske.

Kookboek van de Gouden Eeuw, Manon Henzen (ISBN 9789082347579) is een uitgave van Het Zwarte Schaap en is te koop voor € 9,95

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Zout Vet Zuur Hitte.

 foto: cover Zout Vet Zuur Hitte.

Zout, Vet, Zuur en Hitte. Wat hebben deze vier elementen met elkaar te maken? Alles, tenminste volgens de theorie van Iraans/Amerikaanse chefkok Samin Nosrat. Door de jaren heen ontdekte zij dat, als je deze vier elementen in de vingers hebt, je geweldige gerechten kunt koken. Ze schreef er het vuistdikke boek Zout, Vet, Zuur, Hitte over. Niet een één in een dozijn kookboek maar een unieke masterclass vol kooktheorie. Nosrat onderwijst haar revolutionaire filosofie zowel aan topchefs als aan middelbare scholieren. Het is haar queeste.

Maar laten we bij het begin starten. Samin Nosrat is van Iraanse afkomst en groeide op in San Diego. Haar droom was nooit om kok te worden, maar op een avond at ze samen met haar vriend de sterren van de hemel in Chez Panisse in studentenstad Berkeley. Op eetgebied was ze nog vrij naïef. Want bij de moelleux au chocolat vroeg ze de serveerster een glas koude melk. Dat hoorde toch bij deze zachte brownie? De serveerster gaf gehoor aan haar wens en bracht Samin een glas koude melk en twee glazen dessertwijn. Het maakte het verschil. Wat een openbaring! Het maakte iets los in Samin.

De kiem was gelegd. Nosrat ging werken bij het befaamde restaurant, belandde in de keuken en reisde de wereld rond om smaken te ontdekken. Zo ontwikkelde zich beetje bij beetje haar theorie. Hoe zout, vet, zuur en hitte te gebruiken om je recepten de juiste touch te geven. Het klinkt in eerste instantie wat ingewikkeld. Daarom raadt Nosrat aan het hele boek eerst te lezen, alvorens de keuken in te duiken. Ik ben er nog mee bezig, omdat ik alle wetenschap, die zij wil delen, moet laten bezinken. In die zin is het geen gewoon recepten kookboek, maar een naslagwerk.

Te beginnen met ZOUT, voor Samin als eerste herinnering dat wat je uit de zoutpot op je eten strooit. Maar al lerende ontdekte zij dat zout op verschillende wijzen kan worden ingezet. Zo leerde zij dat de romig/boterige smaak van polenta niet kan zonder een flinke dosis zout. Het liefst niet uit een bus met antiklontermiddel en toegevoegde jodium. (en soms suiker) Maar puur zout zonder poeha. Koosjer zout is heel geschikt en haalt smaken omhoog. In bijgevoegde infographics van de hand van Wendy MacNaughton wordt alles uit de doeken gedaan.

Element twee VET. Een bindende en brekende factor. Het kan je tomatensaus verpesten, als je niet de goede olijfolie gebruikt. Probeer het uit en al gaandeweg ga je meer proeven van wat vet doet met de structuur en het mondgevoel. Voor bijvoorbeeld de lekkerste mayo of het gebruik van boter. Ik herken dit als je wijn spijscombinaties gaat bedenken.

De moeder van Samin Nosrat vond, dat eten altijd iets zuurs moest hebben. Zij voegde altijd iets van ZUUR toe om de juiste balans te krijgen tussen zoet, zout, zetmeelachtig of een te volle smaak. Van sumak tot Perzisch tafelzuur. Nosrat groeide ermee op. Uit ervaring weet Gereons Keuken Thuis ook dat je soep of hoemmoes opknapt van citroensap. Of wat te denken van wat rode wijnazijn in je soep. In Frankrijk soms gedaan met een glas wijn. Daar kikkert je uiensoep van op.

Tot slot element 4, HITTE. Temperatuur maakt het verschil tussen een krokante korst of uit elkaar vallende vlees. Nosrat leerde van een pizzaiolo om te letten op de korst van de pizza, was deze eerder verbrand dan de vulling of andersom? Dat was zijn graadmeter om het vuur al dan niet op te stoken. Niet de thermometer. Bij dit laatste element neemt ze je aan de hand via verschillende temperaturen en het effect op je gerecht. Smoren, aanbraden, koken en sudderen…

Zout, Vet, Zuur Hitte is een schatkamer vol tips en trucs voor in je keuken. Samin Nosrat is duidelijk niet over één nacht ijs gegaan bij het schrijven. Na de eerste 209 pagina’s theorie volgen de recepten in het tweede deel. Zonder fotogeweld, want het gaat om het koken, niet om het plaatje. Dit boek vol theorie, dat voor mij een topper is, als naslagwerk en inspiratiebron. Het zal nog vaak worden gebruikt in en op Gereons Keuken Thuis. Nu ga ik de overige 270 bladzijden uitpluizen.


Zout, vet, zuur hitte, de vier elementen van goed koken, Samin Nosrat (ISBN 9789000360017) is een uitgave van Spectrum en kost € 35,00.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Thuis in planten.

 foto: cover Thuis in planten.

Thuis in planten, creëer je eigen urban jungle. Een paar jaar geleden is Gereons Keuken Thuis er ook mee begonnen. Want ik ben niet alleen thuis in de keuken, maar ook behept met groene planten. Buiten op mijn Amsterdamse balkon, maar sinds een paar jaar ook weer binnen. Ik maakte van een oud Marokkaans theedienblad een zogenaamde kantoortuin en voor een artikel over ficus stond ineens mijn flat vol variëteiten van deze plant. Ik zal zeggen, dat ik best bevangen ben door de groenkoorts. Net als de schrijver van het boek Thuis in planten, architect en interieur designer Jason Chongue uit Melbourne, die al van jongs af aan met planten bezig is. Laten we het zijn tweede natuur noemen. Inmiddels is zijn enorme plantencollectie veranderd in een stedelijke jungle. Fijn om tussen de planten te verblijven, ook voor zijn partner Nathan, die voor zij elkaar ontmoetten, geen groen in huis had, vanwege zijn baan als steward. Dat betekent vaak vertoeven in kille ruimtes zoals lounges, vliegtuigen en standaard hotels. Inmiddels is de man van Chongue net zo into green als de schrijver zelf. Want planten geven een positieve vibe aan je woonomgeving.

 foto’s: creëer je eigen groene habitat, net als Jason (rechts) deed.

 

Moeilijk planten? Moet je per se groene vingers hebben? Welnee legt de lachende Jason uit, het is gewoon aan de slag gaan en kijken wat bij jou en je interieur het beste past. En net zoals voor koken geldt: oefening baart kunst. Chongue richtte zelf een heuse Plantsociety, op waar groenliefhebbers elkaar treffen wereldwijd. Want na twee decennia (80- en 90-er jaren)  een beetje weggeëbd te zijn is groen in huis helemaal terug. Heuse #greenhappiness

Thuis in planten start met het hoofdstuk “het is echt niet moeilijk”. Thema’s als groene vingers versus groen denken, de juiste plant kiezen, tips over planten en huisdieren, een verklarende plantenwoordenlijst gaan vooraf aan de handleiding voor je kamerplant met basisregels voor verzorging, het juiste licht, water geven. (vaak een van de grootste problemen, hoeveel en wanneer), grond en voeding en tot slot het vertroetelen en schoonmaken van je plant. De schrijver doet stap voor stap voor hoe je verpoot en snoeit. Allemaal praktische info. Tussen alle informatie schetst hij ook portretten van begeesterde plantenliefhebbers zoals Christan en Ivan uit Brooklyn met hun planten truck.

 foto: ook je badkamer kan een groen paradijsje worden.

Een plantenencyclopedie, van kwartjesplant tot zamioculcas en van de immens populaire pannenkoekenplant tot de ficus elasticaonbreekt niet en via een hoofdstuk over vermeerderen en problem solving kom ik aan bij het stylen met en van planten. Want daar draait het om, groen een integraal onderdeel van je dagelijkse woon- en werkomgeving maken. Voor frisse lucht en positieve energie. Want dat laatste is, net als die oude slogan, precies wat groene planten doen. Het is een kleine moeite met een groot effect.

 foto’s: styling en verzorging van en met je groene planten.

Ik vind Thuis in planten een heerlijk boek, dat ik zowel voor mijn stukjesschrijverij over groen, als at home vaak zal gaan gebruiken. Want net als in de keuken geldt het adagio: verandering van spijs doet eten. Jason Chongue is erin geslaagd je mee aan de hand te nemen met Thuis in planten. Dus aan de slag met je urban jungle!

Thuis in planten, creëer je eigen urban jungle, Jason Chongue (ISBN 9789461431868) is een uitgave van GoodCook en is on- en offline te koop voor € 21,95

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Italiaanse week, tot slot….

Italiaanse week tot slot….. Het is vandaag de laatste dag van de #italiaanseweek op Gereons keuken Thuis. Ik ga deze week vol leuke Italiaanse onderwerpen, zoals 1820 Magazine, een heuse foodparade met recepten van bloggers, de mooie boeken Made at Home en Mangiamo! en appels uit de Alpen nog aanvullen met wat meer topics die mij ter ore kwamen. Laten we het een kleine slotbloemlezing noemen, alvorens het fenomeen #italiaanseweek weer een tijdje op de plank belandt. Stoffen we de serie later in het jaar weer af.

 foto: covers Mijn Italië

In april verscheen het vijfde reis- en leesboek Mijn Italië van Ciao Tutti blogger Saskia Balmaekers. In haar inmiddels vijfde boek gaat zij op pad door de Bel Paese om leuke adressen, fijne plekken en lekker eten te ontdekken. Balmaekers geeft je 101 redenen om Italië in je hart te sluiten. Bespreekt de (eigen) aardigheden van de Italiaan. Gaat al bar voor een aperitivo of caffé. Bezoekt de mooiste clericale werken. Beschrijft de spil van het Italiaans dagelijkse leven en gaat rijstballen eten in Palermo. Gereons Keuken Thuis heeft nog lang niet alles gelezen, maar wel genoten van de vrolijke fotografie, de verhalen van Saskia en direct zin om ook de laars te gaan verkennen. Heb je ook zin in het Mijn Italië van deze schrijver? Dit heerlijke boek is een uitgave van Xander en is te koop voor €19,99. En als je na het lezen nog niet gelaafd bent is er altijd Ciao Tutti.

  foto: amforen in Pompeii.

Dit jaar vindt de Week van de Romeinen plaats van 28 april tot en met 6 mei. Zij waren immers de bewoners van het Italisch schiereiland, die later heel Europa veroverden, de volken de Pax Romana brachten en ook hun sporen achterlieten in onze Delta. Gisteren bedacht ik nog dat de Romeinen nooit helemaal verdwenen zijn uit ons leven, denk aan het rechtssysteem, wegaanleg en het principe van burgerschap. Interessante kost allemaal. Over het laatste gesproken. De Week van de Romeinen daagt foodbloggers en foodies uit een mooi Romeins gerecht te maken. Cultfood droeg er een steentje aan bij met geitenlamsvlees balletjes. Een deskundige jury met o.a. Onno Kleyn beoordeelt de gerechten dan op 6 mei a.s. Stemmen op je favoriete Romeinse gerecht kan ook! Zelf wil ik jullie mij recept voor spaghetti alle vongele met garum niet onthouden.

 foto: #culipost van Eurocompany.

Nu we het toch over fermentatie hebben kom ik automatisch terecht bij een cashew notenkaas uit Italië van de  hand van Milanese chefkok Daniela Cicione. Ik sprak tijdens de Bellavita expo met Gert-Jan de Groot van Eurocompany -nuts for healthy living-, die mij enthousiast vertelde over dit moderne vegan product. Kaas van cashewnoten of amandelen zonder toevoegingen  Ik was verbaasd, omdat ik nu eenmaal niet verwacht, dat Italianen hiermee zouden experimenteren. Dat is toch meer iets voor hipsters uit Noordwest Europa. Niets is minder waar. In Ossigeno een prachtig vormgegeven tijdschrijft over kunst, cultuur en natuurlijk food, laat deze innovatieve Milanese raw food chef  zien wat je allemaal kunt doen met haar Cicione kaas. Een recept uit het dit heerlijk lifestyle magazine wil ik jullie niet onthouden. Wat te denken van rauwe artisjokken met kruiden en Franse dressing met gehakte amandelen?

 foto: artisjokken rauw met notenkruim.

Nodig:

6 artisjokkken gewassen en in fijne julienne gesneden

1 citroen

mix van verse kruiden zoals munt, tijm en peterselie

15 ml EV olijfolie

fijn zeezout

75 g ongepelde amandelen

75 g ongepelde pistachio

25 g ongepelde hazelnoten

15 g gistvlokkken

1/4 tl zout

chilipoeder

Bereiding:

Pel en kraak de noten. Maak er kruimels van door alle ingrediënten te mixen. Spoel de artisjokken af en leg deze in water met citroensap. Snijd de artisjokken in dunne reepjes en giet er een tl dressing van olie, citroensap en zout over. (persoonlijk zou ik wat meet dressing maken) Verdeel de artisjok over borden en strooi er de kruim en vers gehakte kruiden over.

Toegift: Farinata di ceci alla curcuma, cicorino, yogurt vegetale e açai. Kijk eens voor meer mooie recepten op de site van Ossigeno.

Je kunt het tweemaal per jaar uitgegeven Ossigeno kopen bij Italiaanse boekenzaken, museumshops overal in  Europa en in de webshop van Eurocompany . Gereons Keuken Thuis is nog niet uitgelezen en gefermenteerd. De vegan kaas is vanaf deze zomer te koop bij Eko Plaza.

 foto: Smaak van Italië

Italiaanse week tot slot…. Inmiddels ligt het nieuwe nummer van de Smaak van Italië bij je boekhandel of kiosk. Deze keer verkent het tijdschrift de mooiste route op Sardinië, gaat op citytrip naar de Toscaanse stad Lucca, bier proeven in Rome en heeft een interview met Russell Norman over zijn boek Venetië.

 foto’s: Venetië Russell Norman.

Het zit er weer op de #italiaanse week. Op 15 mei start de #alfresco zomer op Gereons Keuken Thuis. Je inzending kan een leuk zomers kookboek opleveren.  Stay tuned!  Arrivederci!

Noot: de boeken en magazines werden mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverijen. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Mangiamo! van Antoinette Coops

Mangiamo! Aan tafel met Antoinette Coops. Zeventien jaar geleden verruilde Antoinette per l’amore ons koude kikkerland voor de Bel Paese. Het mooie en barokke maar tegelijkertijd chaotische Italië. Ze vestigde zich in de Valpolicella, een wijngebied bij Verona, stad van, inderdaad, opera en Romeo en Julia. Haar inburgeren kon beginnen en hoe doe je dat in Italië? Door te koken, te proeven, te praten (met je handen) en te eten. Snuffelend onder de deksels van de pannen van schoonmama, op ontdekkingstocht met een houtsnip jager, vis kopen op de markt en deze opeten bij Nino en Wanda, terwijl de stekeblinde nonna in de keuken blijft. Antoinette moest hierover een boek schrijven. Dat vertrouwde ze mij al weer 5 jaar geleden toe tijdens een caffé in haar vakantieverblijf.

 foto’s: giardiniera en salumi.

Mangiamoligt nu te blinken in Gereons Keuken Thuis. Met als cover een Veronees boterwikkel, want Antoinette is niet van hip & health. Zij wilde een boek schrijven over terroir. De traditionele keuken van de Veneti, zoals de inwoners van deze mooie Noord Italiaanse streek heten, bekend van Apérol spritz, de sarde in saor uit Venetië en natuurlijk polenta. Welke inwoner van de Veneto is er niet groot mee geworden? Maar, zo vertelt Antoinette, er is zoveel moois te ontdekken. Andiamo! En dat deed ze samen met fotografe Marleen van Es. Waar Antoinette de smaken van de Veneto neerpende,  legde Marleen de gerechten en de sfeer vast op de gevoelige plaat. Een prachtige combinatie. En wie Antoinette kent weet hoe precies zij  te werk gaat. Alles moet kloppen in een boek. En dat doet het in Mangiamo!

    foto’s: antipasti uit de Veneto

Basta, we gaan een rondje maken door dit leuke boek, dat is op gezet als een Italiaans menu. Dus antipasto, primo, secondocontorno en dolce. De vijf pijlers van de Italiaanse cucina. een keuken, die voor Coops staat voor het gebruiken van pure producten, zonder poespas. Daar moet je soms moeite voor doen om ze te vinden. En het koken zelf duurt ook wat langer, ma non troppo. Goede producten dus, ansjovis uit een potje, goede olijfolie voor je bruschette, boter is boter en griesmeel “semola” is van durum tarwe. Tijdens de presentatie van Mangiamo1 snoepte ik van knapperig tafelzuur, waarvan de schrijfster het recept geeft. Gelukkig heb ik in de kelder nog genoeg potten staan. Aan de slag dus. Een antipasto van gegratineerde jakobsschelpen of gefrituurde sardientjes. De voorstelling is begonnen. Op naar de primi, zoals de risotto met rode cichorei. Zelf verse pasta maken zoals de inventieve halvemaantjes met biet en maanzaad. Ik weet nog waar we de mal kochten voor de mezzelune, toen Antoinette en ik de Cuyp af struinden.

 foto: #momentje tijdens de presentatie.

Tijd voor de secondi, zoals stoofpot met paardenvlees. Voor veel Nederlanders een no go, maar voor de Veneti een must. Net als ezelvlees. Het moet Coops niet onbekend voorkomen gezien haar Limburgse roots. Het recept voor stokvis uit Vicenza. Italianen zijn ware schriftgeleerden als het op streekgerechten aankomt. In de laatsgenoemde stad bestaat een echte broederschap voor baccalà. Via het instituut la mamma belandden we bij de contorni. Verse groenten, polenta, paddenstoelen en wilde spinazie. Het laatste leerde Gereon als klein kind eten in Como en het duurde jaren voordat ik andere groenten lustte. Eigenlijk snap je met zoveel lekkers niet dat de Italiaanse kinderen de dikste van Europa zijn.

We sluiten de maaltijd af met dolci, zoals een kruimelkoek met amandelen (glaasje grappa erbij) en het verhaal over de Russische taart van Verona. Zo gauw de kalender aangeeft dat het winter wordt worden de bontmantels uit de mottenballen gehaald en gaan de dames van Verona erin flaneren. Voor een kopje caffé met torta russa.

 foto: ik mocht ook een steentje bijdragen.

Als toegift staan in Mangiamo! nog homemade zaken voor je voorraadkast. Droplikeur en kruidenzout. Wat een dijk van een boek is Mangiamo! geworden door haar noeste arbeid. Antoinette Coops is er in geslaagd om je mee te nemen in haar keuken en in haar terroir, de Veneto. Je blijft het oppakken en lezen!

Mangiamo! De heerlijkste streekgerechten en ander lekkers uit de Italiaanse Veneto. Antoinette Coops (ISBN 9789046823606) is een uitgave van NW_Adam en is on- en offline te koop voor € 27,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Lunch met Marlene, de dochter van de Alpen.

 foto: lunch met Marlene.

Lunch met Marlene, de dochter van de Alpen. Alweer een maandje geleden toog Gereons Keuken Thuis door de stromende regen naar de lieflijke kookboekenwinkel van Mevrouw Hamersma in de Gerard Doustraat, alwaar Marlene®, dochter van de Alpen het zonnige middelpunt van een lunch vormde. Wie is Marlene? Zij is de dochter van de Alpen en komt uit Süd Tirol, of Alto Adige in het Italiaans, een regio in het noorden van de Bel Paese, met hoge bergen, die de boomgaarden beschutten en de zuiderse mediterrane zon, die deze appels hun smaak geeft. Appels met een mooie zoet/zuur balans. En dat was te proeven tijdens de appeltasting voorafgaand aan het lunchmenu met speciaal uitgezochte wijnen van Anfors Imperial. Wally Bosman (ex Toscanini) tekende voor het menu, dat bestond uit een salade van raddichio, Granny Smith appel, speck, hazelnoot en asagio kaas, een risotto met Marlene® red delicious en venkelworst en hoe kan het ook anders apfelstrüdel als dessert. Een ode aan de keuken van Süd Tirol.

      foto’s: gerechtjes van Wally Bosman.

Ook de wijnen deze middag bij dit menu kwamen uit deze streek, die naast appels ook mooie wijnen voortbrengt. Zoals de witte Alto Adige sylvaner Valle Isarco 2016, een Alto Adige pinot nero Colterenzio 2017 en een dessertwijn Moscato rosa Franz Haas 2015. Een perfecte match van wijnen met de appels van deze dochter van de Alpen. Omdat het nog steeds #italiaanseweek is in Gereons Keuken Thuis deel ik graag het recept voor de risotto. Een klein feestje van appel en venkelworst. We drinken er de pinot nero uit Alto Adige bij.

  foto: risotto met Marlene® appel.

Risotto met Marlene® appel en venkelworst 

300 g arborio rijst
600 g Marlene® Red Delicious appel geschild en in blokjes
1 grote ui
vlees van twee verse venkel worsten
125 ml droge witte wijn
klont roomboter
1,2 liter kippen bouillon
15 gram Grana Padano
1 witlof
olijfolie

Bereiding:

Snijd de worst in stukjes zonder darm en bak deze mooi goudbruin in een pan met een eetlepel olijfolie. Blijf regelmatig roeren. Snijd de appel, verwijder klokhuis en schil  in blokjes van een halve centimeter en pel en snipper de uien. Doe de ui bij de plakjes worst, blijf regelmatig roeren en fruit lichtjes verder tot de ui glazig wordt. Laat de bouillon ondertussen in een andere pan pruttelen op laag vuur. Voeg de rijst toe bak deze kort mee (2 minuten) en giet de wijn erbij. Laat kort de wijn inkoken. Schep er steeds wat bouillon bij en blijf roeren tot telkens al het vocht is geabsorbeerd. Blijf dit 20 minuten doen om alle zetmeel uit de rijst te masseren. Voeg halverwege dit garingsproces de blokjes appel toe. Snijd de witlof fijn en roer deze met de Grana Padano en boter door de risotto. Maak op smaak met een fikse draai zwarte peper.

  foto: blozende appels.

Appels van Marlene zijn te koop bij de beter gesorteerde groente- en fruitspecialist.

Noot: de appellunch werd mij aangeboden  #sample #spon door de producent. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Talk & table, Antoinette Coops.

 foto: Antoinette Coops.

Antoinette Coops en ik delen een aantal overeenkomsten. Wij zijn allebei foodbloggers van het eerste uur, op terroir gericht en jurist. Is dat niet grappig? Ik kom regelmatig juristen tegen, die uiteindelijk foodblogger zijn geworden. Niet vreemd als je bedenkt dat San Lorenzo de beschermheilige is van koks en juristen. Ik lees al jaren met plezier het blog Italiaans koken met Antoinette, waarop, muzikaal begeleid, deze diva uit de Valpolicella de sterren van de hemel kookt voor marito en bloedjes van zoons. Tijdens een bezoek in 2013, toen ik eens een caffé zat drinken met Antoinette in Overveen, vertrouwde ze mij toe eens een kookboek te willen schrijven. En dat komt vandaag uit.  Mangiamo!, op pad met deze vrouw door de keuken van de Veneto.  Gereons Keuken Thuis is erg benieuwd. Maar nu laten we Antoinette zelf aan het woord in een nieuwe aflevering van Talk & Table. Ik wil alles van haar weten en beloon deze lieve vrouw dan met een speciaal recept en een bijpassende wijntip. Wordt het iets Italiaans of gaan we terug naar haar Limburgse roots?

Wie is Antoinette Coops. Vertel eens iets over jezelf? Vanuit Limburg stoomde ik door naar mijn stadje Utrecht, waar ik Rechten heb gestudeerd. Sinds 17 jaar woon ik in de Valpolicella, een wijngebied ten noorden van Verona. Ik ben getrouwd met een Italiaan, die ik in Nederland heb leren kennen. Hij pakte me in met tagliatelle met artisjokken en garnalen, ik was toen al verkocht. We hebben twee zoons, ze zitten in de eerste en de tweede klas van de middelbare school.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig? Ik werk, moeder en inmiddels maak ik een tweede boek met Italiaanse recepten. Daar gaat mijn vrije tijd grotendeels aan op.

Vertel eens iets over je interesse in food? Hoe is die ontstaan? Van wie leerde je koken en m.n. Italiaans koken?  Mijn moeder houdt van koken. Ze maakte vroeger altijd een voor-, hoofd- en nagerecht voor het gezin. Tegenwoordig niet meer nu ze alleen is, maar ze kookt nog iedere dag. Mijn vader nam ons toen we wat ouder waren eens per jaar mee naar een sterrenrestaurant. Dat maakte onderdeel uit van de opvoeding, vond hij. Hij maakte kilometers om de lekkerste wijn uit Duitsland en de meest uiteenlopende bieren uit België te halen. Hij kocht de lekkerste bonbons en de verste vis in Venlo. Honing kwam van de botanische tuin, vlaai en brood van een goede bakker, eieren van de eierboer, asperges en aardbeien rechtstreeks van de koude grond en kaas van de kaasboer. Voor alles was er wel een adresje. Eten was in ons gezin iets om samen van te genieten, daar werd veel zorg aan besteed.

De overbuurvrouw gaf kookles op de Huishoudschool. Zie liet me wel eens zien hoe je bijvoorbeeld een roux moest maken. Ze nam me ooit mee naar haar leslokaal, fantastisch vond ik dat. Een enorm lokaal, met hoge ramen waar veel licht door naar binnen viel en waar heel veel mensen tegelijk aan de slag konden. Zo jammer dat er geen kookles meer gegeven wordt op school! We gingen vaak op reis naar Italië en Frankrijk, landen waar het eten meer smaak had dan in Nederland en waar eten een belangrijk onderdeel was van de dag. Watermeloenen werden een zoete en verfrissende traktatie en tomaten smaakten naar meer. We reden door geurende lavendelvelden en plukten rozemarijn en tijm in het veld. We hadden zo enorm veel kruiden! We gooiden ze zelfs met nonchalance in het houtskoolvuur tijdens de barbecue. We kochten stinkende kazen, levende krab en grote blokken ijs bij gebrek aan een koelkast. We keken de levenskust af van Fransen, Belgen en Italianen. Ik denk dat ergens tussen de asperges van de koude Limburgse grond en de route du soleil mijn interesse in food is ontstaan.

Italiaans koken leerde ik van mijn schoonmoeder, maar ook door te praten met collega’s, buren, vrienden en kennissen. Door te leven in het land en er veel dingen te proeven. Door boeken vol recepten te lezen maar vooral door heel veel te koken!

Ik weet dat Italianen weinig rekkelijk kunnen zijn als het om de wijze van koken gaat. Hoe heb jij hierin je draai gevonden? Denk aan een groepje mannen op het strand, stuk voor stuk de waarheid in pacht, geanimeerd discussiërend over de juiste ingrediënten voor recept Zus of de bereidingswijze van recept Zo. Over dingen die voor smaak of structuur weinig of geen verschil maken. In het begin was ik ervan onder de indruk, nu vind ik het vooral mooi spektakel om naar te kijken en te luisteren. En soms is het ook leerzaam.

Meer in het algemeen gaat het er volgens mij niet om een recept naar de letter te volgen, zodat je kunt zeggen dat je bijvoorbeeld de perfecte tagliatelle alla bolognese hebt gemaakt, of de enig echte baccalà alla vicentina. Het gaat erom dat je plezier hebt in het koken zelf en dat je kunt genieten van het eindresultaat, dat dit naar je smaak is. Een recept is wat mij betreft een inspiratiebron, geen verzameling van dwingende regels. Aan de andere kant begrijp ik niet waarom je een saus zonder vlees bolognesesaus wil noemen. Of een gerecht zonder rauw rundvlees carpaccio. Qua naamgeving ben ik blijkbaar niet zo rekkelijk. Het zal de jurist in me zijn!

 foto: Mangiamo! op de CPL2018.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven over eten en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.  Schrijven over eten is leuk. Je kunt een hoop creativiteit kwijt in de verhalen, je leert over ingrediënten, geschiedenis en cultuur. Dat is een creatief proces, wat richting geeft aan de indeling van mijn vrije tijd.  Zonder schrijven over eten dool ik denk ik maar wat doelloos rond.

Jij vertelde mij eens dat bloggen voor jou ook een mooie manier is van contact houden met je moedertaal. Pikken je Italiaanse lezers soms ook Nederlandse recepten op? Italianen houden van mijn boerenkoolstamppot, de Indische rijsttafel en tomatensoep met balletjes doen het ook goed.

Wat is de minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou? Het maken van de auteursfoto. Lachen naar het vogeltje is echt een vak apart.

En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou? En verheug je je al op het verschijnen van Mangiamo? Het recept dat eindelijk naar je zin is, dat inspirerende interview afnemen, het speuren naar informatie. Je persoonlijke verslag maken van een heel uitgebreide zoektocht, dat is het mooie van het maken van een kookboek. Het boek tonen aan de buitenwereld is spannend natuurlijk, want je hoopt dat iedereen net zo van het boek kan genieten als je dat zelf hebt gedaan. En ik heb nu een pdf gezien van de kaft en van het binnenwerk, maar ik wil Mangiamo! nou eindelijk wel eens vasthouden en aan mijn hart drukken! Nog even geduld tot half april.

Staan er nog andere projecten op stapel?  Nee, op dit moment niet, met het tweede boek ben ik wel weer een paar jaar zoet.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd? Ik hou van maaltijden waarbij er allerlei kleine gerechtjes op tafel staan, waarvan je deels met je handen van eet. Dat kan een tuintafel vol vlees en groente van de barbecue zijn, met zelfgemaakte baba ganoush, hummus, tzatziki en veel rode wijn ernaast. Maar ik word ook heel blij van een Indische rijsttafel. Als ik in Nederland ben moet ik altijd minstens 1 keer eten bij een Indisch restaurant. Een tafel vol Thaise of Indiase hapjes mag je me ook altijd voor bellen, wakker maken zelfs.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is? Zeker omdat jij te midden van de mooie Veneto wijngaarden woont. Mijn favoriete wijnen uit de streek zijn de rode Ripasso en de witte Lugana. De eerste complex maar ook weer niet te, en de tweede fris en fruitig.

Wat lust je echt niet en waarom niet? Hutspot. Ik kan een smeuïge stamppot op z’n tijd echt waarderen: boerenkoolstamppot met worst, zuurkoolstamppot, andijviestamppot met uitgebakken spekjes. Ik kan uitzien naar een dampend bord vol, maar ik walg van hutspot. De ingrediënten los van elkaar eet ik graag, maar samen… Als kind heb ik van ellende een keer overgegeven tijdens het eten van hutspot. Sindsdien heb ik het nooit meer hoeven eten.

Waarheen ga je het liefst naar op reis? Ik heb hele goede herinneringen aan onze verre reizen naar Brazilië, Argentinië en Australië. Sinds we kinderen hebben zijn we Europa niet meer uit geweest. Maar inmiddels zijn die wel toe aan wat intensere buitenlandervaringen. Trouwens, pa en moe ook. Die reizen staan ook garant voor culinaire hoogtepunten en nieuwe ervaringen. Zo ging ik eens barbecueën met mijn mans Argentijnse vrienden en zag wat en hoe de rol is van de assador. Een eretaak, hoofd barbecue zijn. En wat een enorme hoeveelheden vlees kunnen die Argentijnen wegwerken. In Brazilië vielen de mango’s rijp van de boom, proefde ik fruit waarvan ik nog nooit had gehoord en zag ik een dode kip aan mijn tafel voorbij gaan. Je wist dat ze die kip speciaal voor ons hadden laten aanrukken. Nee werd niet verkocht. Feijoada eten tot je erbij neer viel en heel limonadelicht koud pils drinken aan het strand.

Krokodil eten in Australië, en eten bij buffetten waar je kunt kiezen uit ontelbare visgerechten. Heerlijke witte wijnen erbij drinken. Nou ja, te veel om op te noemen. Dichter bij huis vermaak ik me ook prima tijdens onze heel actieve wandelvakanties in de Dolomieten. En daarna Italiaans eten op z’n austrohongaars. Ook daar heb ik mijn aha-momenten en maken we bijzondere culinaire dingen mee.

Wat kun je vertellen over de terroirkeuken van de Veneto, ik weet dat tegen het volksgeloof in, boter een belangrijke rol speelt? Best veel, ik heb er net een boek over vol geschreven! In Mangiamo! staan veel streekgerechten en interviews met inwoners van Veneto. Bovendien wordt ieder recept ingeleid met een kort verhaal. Bijvoorbeeld over ingrediënten, culturele verschillen en typische gebruiken of over de geschiedenis van de Veneto. De kaft van het boek is de wikkel van de boter die ik meestal gebruik. Weten de eetlezers meteen dat het in Mangiamo! om een heel andere keuken gaat dan de Siciliaanse of de Toscaanse.

Wil je nog iets anders vertellen….delen? Iedereen is van harte welkom op mijn blog Italiaans koken met Antoinette voor Italiaanse recepten en om meer te lezen over of te proeven van het leven in Italië.

Het recept.

Als Mangiamo! uitkomt is het aspergeseizoen in volle gang. Voor Antoinette bedacht ik dus een lauwe aspergesalade van Limburgs goud en de groene asperge. Met krokante ham en een lopend eitje. Een fris gerecht, mooi voor de lente, of dat nu tussen de gaarden van de Valpolicella of de Limburgse maasheuvels is. Als wijn kun je kiezen voor een Lugana. Maar voor Antoinette stel ik voor een wijn uit de Veneto, van de boorden van het Gardameer. De Corte Fontana Custoza 2017, een blend van Garganega, Malvasia, Tocai, Friulano en Trebbiano. Een vleugje appel en peer in deze droge wijn en elegante zuren. Deze wijn was nummer twee tijdens de verkiezing van aspergewijn van het jaar 2018 in Hostellerie de Hamert.

  foto’s: Limburgs goud en Provençaals groen.

Lauwwarme salade van witte en groene asperges.

Nodig:

16 witte Limburgse asperges

bosje groene asperges

8 plakken rauwe ham

4 eieren

peterselie gehakt

sap van 1/2 citroen

1 el witte wijnazijn

3 el walnootolie

handje blanke hazelnoten

1 el mosterd

peper uit de molen en grof zout

Bereiding:

Snijd de houterige onderkant van de asperges af en leg deze apart. Schil de asperges, was de schillen en breng aan de kook met water en zout. Voeg de asperges toe, kook ze in 15 tot 25 minuten, afhankelijk van de dikte gaar en schep de asperges uit de pan. Zeef het kookvocht en bewaar dit voor een aspergesoep. Leg de asperges onder een bord of folie. Was de groene asperges en snijd het harde onderstuk af. Verhit een grillpan en grill de asperges om en om tot ze gaar zijn. Leg apart. Zet de oven op 180 graden en leg de plakken ham op bakpapier. Rooster ze tot ze krokant zijn. Bekleed 4 kopjes met keukenfolie en smeer deze van binnen in met wat olie. Breek de eitjes in de kopjes en draai het folie dicht. Breng in een pan water aan de kook, zet het vuur laag en laat de eieren 3 minuten koken. Niet langer! Rooster de hazelnoten kort en hak ze fijn, ma non troppo. Verkruimel de geroosterde ham. Maak een dressing van olie, citroensap, azijn en mosterd. Snijd de witte asperges in stukken van 4 cm. laat de gegrilde groene heel en leg ze op een bord. Verdeel de dressing erover, de hazelnoten en verbrokkelde ham. Voeg grof zout en een draai uit de pepermolen toe. strooi voor de kleur wat gehakte peterselie erover en leg als laatste een eitje erbovenop.

Buon Appetito.

foto: cover Mangiamo!

Mangiamo!, Antoinette Coops (ISBN 9789046823606) is een uitgave van NW_Adam vanaf vandaag, 19 april te koop voor € 27,99.

1820 Magazine, the art of Italian gastronomy.

foto: cover 1820 Magazine.

1820 Magazine, the art of Italian gastronomy. Via Instagram volgde ik dit mooi gemaakte tijdschrift al een tijdje. Nu ligt uitgave nummer 1 in Gereons Keuken Thuis. Een mooi item om mijn Italiaanse week, die vandaag start, te beginnen. Het magazine, over alles wat de Italiaanse keuken, gastronomie en een snuif cultuur zo belangrijk maakt is het geesteskind van fotograaf en designer Marco Paone.

De redactie heeft een grote passie, namelijk de Italiaanse gastronomie. Niet voor niets is 1820, het geboortejaar van Pellegrino Artusi gekozen voor de titel. De passie van Paone cum suis werd hun missie. Op pad door Italië, om de mooiste beelden en verhalen te verzamelen, net als Artusi, en deze te bundelen in dit tijdschrift. Food, design, art & culture ter ere van deze maestro.

 foto’s: at Don Alfonso 1890

Het eerste nummer van wil de Italiaanse gastronomie laten zien zonder kunstjes. Het verhaal start in Campania, waar onder toeziend oog van de machtige Vesuvius de mooiste producten zijn te vinden voor de lokale keuken. het verhaal van Don Alfonso 1890 in Sorrento. Ik kende dit restaurant via de BBC serie van Giorgio Locatelli, omdat de chef van dit restaurant een geweldig gerecht maakt van de mooiste tomaten gekweekt op de vruchtbare lavabodem van deze streek. Een spaghetti al pommodoro in de vorm van de Vesuvius. Eigenlijk een gerecht uit de cucina povera, maar door de hand en ingrediënten van chefkok Ernesto krijgt het een geweldige smaak.

 foto: kunst in Daní Maison.

Van Sorrento gaan we naar Ichsia. Nino di Costanzo is de ambassadeur van de keuken van dit eiland. Slechts 17 zeemijlen van Capri ligt dit nog onbedorven vulkanische eiland. Chefkok Nino is hier geboren en getogen en runt Daní Maison met een keuken geïnspireerd op de barokke tafels van de almachtige Bourbons. Dat levert mooie plaatjes op. Van zijn bekende antipasti, via een citroenrisotto, verse visgerechten tot aan met konijn gevulde ravioli.

 foto: antipasti van Nino op Ichsia.

Ik blader snel verder en beland in Caiazzo waar Franco Pepe tracht een gemeenschap te bouwen rond de kunst van het pizzabakken. Zoals de verkeerde Margherita, waarbij de kaas en basilicum de basis zijn en de tomaten de topping. Een prachtig adres om te bezoeken. Ik besluit mijn tour door 1820 magazine met het Festa Vico, waar een Italiaans food festival meer is dan food. En verder gaat als een soort pelgrimage voor bezoekers van overal ter wereld. Een must see. 1820 Magazine staat vol met deze mooie verhalen en naast eten is er veel aandacht voor mode van onder andere kostuummaker Kiton en muziek. Jazz, de zwarte ziel van Napoli.

 foto’s: pizzaiolo Franco Pepe

1820 Magazine is een mooi vormgegeven blad voor de fijnproever en liefhebber van Italië. Het eerste nummer over Campania legt direct de ziel bloot van de gastronomie, waar ook Pellegrino Artusi naar op zoek was. In beeld en tekst. Gereons Keuken Thuis is nu al benieuwd naar numero due!

1820 Magazine, the art of Italian gastronomy (ISBN 9772588938006) is een uitgave van 1820 Magazine en verschijnt tweemaal per jaar. Het is te koop bij onder andere Scheltema en Athenaeum of online voor € 20,00

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Kookboek van Amsterdam, Frank Noë.

 foto: cover Kookboek van Amsterdam

De collectie met een Nederlands, dan wel Amsterdams thema groeit gestaag in Gereons kookboekenhoek. Regelmatig ploffen er kookboeken op de mat over al het moois, waarvan te genieten valt in Mokum. Deze keer het kleinood Kookboek van Amsterdam, geschreven door Frank Noë, samen met Karen Groeneveld eigenaar van Het Zwarte Schaap, een uitgeverij, gespecialiseerd in regionale kook- en taalboekjes. Ik heb al eens hun Hanze kookboek gerecenseerd en kijk uit naar het binnenkort te verschijnen Gouden Eeuw boekje.

Maar vandaag springen we op de fiets, door Amsterdam, want Noë verzamelde verhalen, recepten en foto’s voor Kookboek van Amsterdam. Wat at men door de eeuwen heen? Een moeilijke vraag. Er zal vis geweest zijn, door graanimport brood en er werd bier gedronken in plaats van water. Schraalhans was voor veel Amsterdammers echter keukenmeester. De aardappel deed zijn intrede in de 17e eeuw als volksvoedsel.

Het eerste hoofdstuk gaat over brood, vooral rogge- en bruinbrood. Wittebrood was een luxe. Gevolgd door recepten voor een broodje halfom, een stratenmakertje en de duivekater.. De koffiehuizen, met belegde broodjes, die tegenwoordig er nog mondjesmaat zijn. Denk aan Van Dobben of Broodje Mokum, maar over het algemeen lijken deze instituten niet te overleven in het latte- en hipstertijdperk.

Via uitleg over Mokum en mevrouw Wannée belanden we bij het warme eten in de stad. De garnalen- of Jordanese gehaktbal. Garnalen waren vroeger zo goedkoop, dat ze als vleesvervanger dienden. Omgekeerd is tegenwoordig het geval. Warm eten, zoals Joodse latkes, Amsterdams cement en linzen met de beroemde gele Amsterdamse uien.

Worst en zuur vormen een belangrijke traditie in Amsterdam, meegebracht door Oost Europese joden, die de zuurwaren uitventten. De Leeuw  tafelzuur aan de Vrijheidslaan is hiervan nog steeds een voorbeeld. Amsterdamse uien, augurken en leverworst. Noë besteedt aandacht aan de Joodse? ossenworst, waarmee iets aparts aan de hand is. Volgens de koosjere leer mag je stieren niet castreren. Dus of de originele worst altijd van ossenvlees gemaakt werd?

Via de Joodse buurt belanden we bij de zoetigheden als kosrstjes en koggetjes. Dranken als jenever, bier en likeuren zijn altijd ruim voorhanden geweest in de bodega’s van Amsterdam. Een pikketanussie, jajem, neut of hassebassie wordt bij diverse adressen nog ingeschonken met een kop, waardoor je staande zonder handen moet bukken om de eerste slok te nemen. De kop is er dan vanaf.

Eten zorgde in Mokum ook voor rellen, zoals de paling- en aardappeloproer. Tot slot de snacks, haring op zijn Amsterdams en eten uit de muur. En natuurlijk de uitvinding van de HEMA rookworst op de Nieuwendijk.

Kookboek van Amsterdam is een klein, maar fijn boekje met verhalen over de Amsterdamse culinaire traditie. Een groot gedeelte is vanuit Joods/ Jiddisch perspectief verzameld en beschreven, maar dat neemt niet weg dat je een goed beeld krijgt van het eten van de Mokumers. Een leuk en leerzaam boekje! Dat laat je als Amsterdams burger,  als buitenlui of als toerist toch niet liggen.

 foto: de Engelstalige editie

Kookboek van Amsterdam, Frank Noë (ISBN 9789082347586) is een uitgave van  Het zwarte schaap en is te koop in het Engels en Nederlands voor € 9,95

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten