PX sherry, un vino de Jerez.

 foto: PX sherry.

PX sherry, un vino de Jerez. Het is internationale week van de sherry. Mondiaal vinden vele evenementen plaats rond deze wijn uit het zuidwesten van Andalusië. In de streek rond Jerez de la Frontera worden de palomino en Pedro Ximénez druif verbouwd. Van deze druiven worden versterkte wijnen gemaakt variërend van zilt en beendroog tot knijterzoet. Dit heeft alles te maken met welke atmosfeer er heerst in de bodega’s. Flor ( een soort schimmel) zorgt ervoor dat sherry het predicaat fino krijgt, beendroog en zelfs zilt als het om een manzanilla gaat. Heerlijk bij mijn gazpacho helado con gambas picantes De wijnen die niet gevoelig zijn voor flor worden oloroso genoemd en hebben een hoger suiker gehalte. Dat is de basis van de PX.

Naast de natuurlijke omstandigheden hebben de keldermeesters ook wat werk te doen. Sherry is altijd een blend van verschillende jaren. Dit krijgt zijn beslag in het zogenaamde solera systeem. Dit bestaat uit drie lagen tonnen, waarin de sherry rijpt. In de onderste zit de oudere wijn, in de bovenste de nieuwe oogst. Hiervan wordt elk jaar een blend gemaakt.

 foto: PX solera 1941.

Ik dronk eens bij Josephine en Paul Spaan  een PX sherry, waarvan de solera gestart was in 1941. Bijzonder, gemaderiseerd en zoet. Een sherry voor bij het, door Paul vervaardigde, funky dessert van een warme custard met kokos, bramen, popcorn en roomijs.

Maar nu voldoende theorie. Het gaat om de PX sherry. Mijn eerste kennismaking met deze heerlijke stroperige traktatie was bij de Bokkendoorns in Overveen ( zal zo’n 15 jaar geleden zijn). Als afsluiting van de maaltijd werd een simpel doch doeltreffend dessert van ananas en hele donkere chocolade geserveerd. Ik heb deze drie-eenheid van smaken altijd onthouden. Een recept kon ik niet een, twee, drie meer vinden. Maar waar een wil is, is een weg.

Voor bij  de PX in deze internationale sherry week bedacht ik geroosterde ananas mat amandelen, donkere chocola en een vleug chilipeper. Spannende smaken uit de nieuwe wereld voor bij een wijn uit de oude….

Laat ik het een pintxo de piña con salsa de chocolate picón, een geroosterd ananasspiesje met een pittige chocoladesaus, noemen. Voor bij de PX sherry, un vino de Jerez. ¡Disfrutalo!

Nodig:

1 ananas in blokjes

2 el amandelschaafsel licht geroosterd

150 donkere pure chocola (72%)

1 tl chilipoeder

2 el rietsuiker

Bereiding:

Snijd de ananas in blokjes en rijg de stukjes aan satéprikkers. Rol de spiesjes door de rietsuiker en gril ze direct in een hete grillpan. Laat de ananas en suiker iets karamelliseren. Smelt de chocolade au bain marie en voeg naar smaak de chilipoeder toe. Indien de chocolade te dik blijft kun je wat warme lepels water toevoegen. Serveer deze pintxos direct met een beetje chocoladesaus. Garneer met wat geroosterd amandelschaafsel.

Meer informatie over sherrywijnen, recepten en alle activiteiten rond deze wijn, die deze week plaatsvinden vind je op http://sherry.wine/nl

Bon Appétit, François Régis Gaudry.

 foto: cover Bon Appétit.

Bon Appétit. Het is vrijdag en deze blog belooft enigszins ongestructureerd te worden. Gereons Keuken Thuis gaat het vandaag hebben over culinaire zaken en nog veel meer. Ben ik nu te cryptisch? Voor mij ligt het boek Bon Appétit van François Régis Gaudry en zijn vrienden,.Het is de enigszins ongestructureerde encyclopedie van culinaire zaken. Gaudry is een Franse radiopresentator, die sinds een jaar of zes een onveranderd format hanteert voor zijn programma. Een drieeenheid van 1/3 culinaire cultuur, 1/3 kookpraktijk en 1/3 proeven. Voeg daarbij een stevige dosis gezelligheid, want tijdens zijn show wordt er natuurlijk niet gedaan alsof. Er wordt echt gegeten, gedronken en gekletst. Dat moest zijn weerslag krijgen in dit boek, Bon Appétit. Een inventaris van alles wat ter tafel kwam. Een subjectieve mix van gastronomische passie. Om te verslinden of in te grasduinen. Laten we een kijken wat Gaudry daar mee bedoelt? Kris kras door dit vrolijke boek. het boek start met het verhaal van Auguste Escoffier, kok, reiziger en grondlegger van de Franse gastronomie, maar ook de bedenker van het laatste menu dat de Titanic serveerde. Ik blader verder, naar de prangende vraag of een Baskische piperade nu met of zonder paprika wordt gemaakt? De RN7, een populaire smulroute langs culinaire bedevaartsoorden. Een cursus ontgiften iets verderop. De fijnste adressen voor bouillabaisse, in Marseille en Parijs. De toetjes van Julie “carnets de” Andrieu. (Ik kijk vaak naar haar programma op TV5). De geheime adressen van la Serenissima. Hachis parmentier volgens Victor Hugo. Ik kan nog wel even doorgaan. De Franse keuken in 64 data. Je zou met dit boek zo een culinaire spel- of quizavond met vrienden kunnen vullen. Een kaart met gekke gerechten, zoals wijn van babyvleermuizen of gefermenteerde haai. Onder het kopje sandwiches ontbreekt zelfs het oerhollandse  broodje kroket niet. Bon Appétit is van alle markten thuis. Een heuse ravioli Galaxy, niets is Gaudry en zijn vrienden te gek. Het leest alsof je aanschuift tijdens een culi brainstormsessie. De sauzen families Béarnaise en Bechamel komen langs. De soirées van de door mij bewonderde George Sand flitsen voorbij Sands aardappeltaart  en jams uit de Berry. Tot slot geef ik er nog eentje, de nostalgie van de aioli. En dan is deze opsomming nog maar het topje van de ijsberg. (zie ook mijn eerder genoemde menu van Escoffier)

Wat een hoeveelheid aan diverse onderwerpen. François Régis Gaudry somt ze met behulp van zijn vrienden op. Kennis, gelardeerd met vrolijke illustraties en 250 recepten. Gebardeerd met een flinke dot humor, die je vaak ziet bij Franse culi schrijvers. (Ik denk aan Stéphane Reynaud) Bon Appétit heeft een goed thuis gevonden in mijn keukentje. Een aanwinst voor mij als foodblogger. Eruit koken, maar vooral reciteren. dat ga ik vaker doen, nadat ik dit boek heb verslonden!

Bon Appétit, François Régis Gaudry en zijn vrienden. (ISBN 9789059567108) is een uitgave van Fontaine en kost € 34,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Mannelijke foodbloggers vertellen: René Meesters

  foto: foodblogger René

Mannelijke foodbloggers vertellen. Vandaag is het podium gereserveerd voor René Meesters uit het zuiden des lands. Zijn positieve verhalen over eten, reizen en meer vind je op zijn blog Het eten is klaar. Voor velen is het dagelijks verzinnen wat te eten een regelrechte kwelling. Zo niet voor deze schrijver. Voor René is naar de supermarkt gaan fun shoppen. Naar de bakker en slager aan beide zijden van de grens. Grasduinen in het Brabantse en Vlaamse aanbod. wat een genot, dat hij dat zo dichtbij heeft. Ontdekken welke smaken er ter tafel komen. René Meesters vindt het fijne van de dagelijkse maaltijd iets bijzonders te maken. ( Dat lijkt inderdaad een beetje op….?  Yep Jeroen Meus) Voor deze aflevering van mijn serie “mannelijke foodbloggers vertellen” neemt hij ons mee op pad over de steenwegen en chaussées van het Belgische land. Moet Gereons Keuken Thuis ook weer eens snel doen.

 foto: de reien van Brugge

 

België

Hemelsbreed een dikke zes kilometer woon ik van de Belgische grens. Met de auto ben ik in 25 minuten op en neer om bijna 15 euro op een volle tank benzine uit te sparen. België, het beste land ter wereld, schreef Dylan van Eijkeren in 2008. Daar ben ik het mee eens en ik weet eigenlijk niet eens waarom. De Spaanse costa’s zijn warmer, de Italiaanse cultuur is rijker, de Engelse tradities, daar mag je als land van dromen, Duitsland is Weltmeister in voetbal en de Franse keuken staat hoger aangeschreven. En wat stelt België daar tegenover? De Belgische kust is volgebouwd en achteraf zijn ze jaloers op onze uitgestrekte duinen. Het land is hardnekkig verdeeld in twee delen. Vlaanderen en Wallonië, waarvan iedereen zich steeds weer afvraagt of het niet beter is deze te splitsen. Het Belgisch nationaal gerecht is moules-frites, mosselen met friet en de Rode Duivels voetballen aardig maar blijken net niet de capaciteit te hebben een kampioenschap naar zich toe te trekken. Nu niet én nooit gehad ook.

Maar in België zijn wel Belgen! Hoeveel relaxter kan je zijn? Aan ons gejaagde Nederlanders hebben ze waarschijnlijk een broertje dood. Geen gemopper dus in de rij aan de kassa’s van de Carrefour! De lunch duurt er iets langer en het tweede deel van een cursusdag is een stuk zwaarder vanwege de pint die er bij geschonken wordt. Hoe anders is ons broodje kaas met soms wat rucola ertussen, en een glaasje melk?
Natuurlijk is er ook nog die heerlijke vereenvoudiging van zowel de Nederlandse als de Franse taal. Woorden die bij ons in eerste instantie niets zeggen verwijzen in België rechtstreeks naar het doel. Zo is een portefeuille een brieventas, een filiaal een bijhuis, een kalender een dagklapper en een centrifuge een droogzwierder. De Franse taal moet er ook aan geloven. Want spreken de Fransen voor zeventig en tachtig over soixant-dix (60+10) en quatre-vingt (4×20), in Wallonië gebruikt men gewoon septante en huitante. Net als in Zwitserland trouwens.
En met Zwitserland is een sprongetje naar het Belgisch landschap zo gemaakt: Bergen of ten minste flinke heuvels! Op een heel klein stukje Limburg na kennen we dat niet in ons eigen landje. Met een beetje geluk kan je er best wat skieën en er komen hele goede wielrenners uit voort die een aardig stukje bergop kunnen fietsen. Ga je bij Maastricht de grens over dan rijd je er zo de Ardennen in. Heerlijk toch?

 foto: de markt van La Batte Luik.

 
En dan is er toch ook de Belgische kust. Volgebouwd met appartementen en hotels maar mét zandstrand. En met plaatsen als Knokke-Heist en Oostende is er voor ieder wat wils. Bovendien is één van de mooiste steden van Europa slechts een bolscheut (vertaald uit het Tilburgs: ‘zover je een bal kan schieten’) verwijderd: Brugge! En Brugge is niet alleen één van de mooiste steden het is óók nog eens één van de meest culinaire steden ter wereld. Hoeveel Michelinsterren heeft de stad waar jij woont? Brugge heeft er maar liefst 12 (!). Waaronder twee driesterren restaurants. Net zoveel als heel Nederland. De vergelijking die ik hierboven maakte, de Franse nationale keuken en de Belgische Moules-Frites snijdt in werkelijkheid dus geen hout. Hoewel Nederland met een inhaalslag bezig is, staat de Belgische keuken nog steeds hoger aangeschreven. Echte klassiekers, zoals in Frankrijk de Boeuf Bourguignon, Coq au vin, Tarte tatin en crème brûlée (jammer dat Frankrijk voornemens is die accent circonflexe uit te bannen) ken ik uit België niet. Ten minste niet op topniveau. Wél de gewoontes uit de dagelijkse kost (dank aan Jeroen Meus). Is het simpelweg niet zo dat als de wijn in Franse gerechten vervangen wordt door bier dat het dan typisch Belgisch is? Wordt boeuf bourguignon zo Vlaamse stoof? Niet helemaal. In België voegt men ook graag een flinke lik mosterd toe. En die wordt er in België niet dóórheen geroerd maar er ónderdoor!
België, een heerlijk land! Dat kunnen Molenbeek, Marc Dutroux en Filip Dewinter niet veranderen!

 foto: badstad Blankenberge.

 

Wortelstoemp


Bij de Nederlandstalige versie van The Taste met twee Nederlandse en twee Vlaamse koks in de jury ontstond er ooit een discussie tussen de juryleden omdat de Vlamingen vonden dat wortelstamp zónder mosterd geen wortelstamp is. Het onderstaande recept komt van Jeroen Meus. Het is onze hutspot maar dan net even anders en hij heeft bij ons thuis de traditionele hutspot inmiddels volledig vervangen.

 

Ingrediënten:
1,2 kg kruimig kokende aardappelen;

600 g uien;

600 g winterpeen;

50 g margarine;

1 el mosterd;

gedroogde tijm, peterselie, laurier;

2 dl water.

 

 

Bereiding:

Schil de aardappelen. Maak de uien schoon en snijd ze in (halve) ringen. Maak ook de winterpeen schoon en snijd deze in rondjes. Kook de aardappelen in ruim water waaraan wat zout is toegevoegd gaar. Smelt in een braadpan de margarine en fruit hierin de ui en de peen aan. Bestrooi de ui en wortel met wat tijm en peterselie (of gebruik verse kruiden en bind ze samen met de laurier tot een bouquet garni). Laat dit alles nog even stoven en voeg dan zoveel water toe dat de uien en wortels bijna volledig onder staan. Doe ook het laurierblad erbij. Laat even doorkoken totdat de wortels gaar zijn. Haal dan het laurierblad (of eventueel het hele bouquet garni) er uit en doe de aardappels erbij. Plet met een pureestamper maar maak het niet al te fijn. Schep op het eind een flinke eetlepel mosterd onder de stoemp door.

Smakelijk!

Vuur en IJs, klassieke Scandinavische gerechten.

 foto: cover Vuur en IJs

Vuur en IJs, klassieke Scandinavische gerechten. Het begint allemaal op een wat druilerige dag in Kopenhagen. Darra Goldstein staat op een kade met 18e eeuwse pakhuizen uit de tijd van de Deense Oost Indische Compagnie. Het is kil en grijs. Een deur en naamplaat lonken. Met de letters NOMA, nordisk mad, Het restaurant dat als eerste de new nordic cuisine introduceerde. Binnen wacht haar een warme verrassing. Warm hout, dierenvachten en heerlijk eten. Het idee voor Vuur en IJs en tocht door de keukens van Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden is geboren.

Gereons Keuken Thuis kende enkel wat traditionals uit het hoge Noorden en het eten, dat hij eens proefde in Finland, gerookte vis en rendiervlees. Tijd dus om Vuur en IJs te lezen tijdens mijn Scandinavische week. Darra Goldstein is oprichter van het gelauwerde tijdschrift Gastronomica en schreef al eerder verschillende kookboeken. Zij kan met recht specialiste genoemd worden op het gebied van de Scandinavische keuken. Daarnaast kent zij het Noorden goed, mede door haar functie als adviseur van het Noorse ministerie van cultuur.

Goldstein trapt af met de stelling, dat de Scandinavische eetlust een noordelijke manier van denken vertegenwoordigt. Een vorm van creativiteit gecultiveerd door versobering. Ik vind dit geen vreemde constatering, als je bedenkt dat de Scandinavische landen maar een kort teeltseizoen kennen. En bovendien lange en donkere winters. Voedsel vergaren betekent dus vooruit zien en voorraden aanleggen. Vlees en vis drogen, bessen plukken en inmaken. De Scandinaviërs zijn door de tijd heen meesters geworden in inmaken, roken, drogen, pekelen en fermenteren. Dat zie je terug in de gerechten.

Vuur en IJs start met kleine hapjes, voorafgegaan door de kreet Smör, Ost och Sill, (Boter, kaas en haring) de SOS van het Zweedse drankenbuffet, dat ontstond in de zeventiende eeuw. Ook wel eens gekscherend Snaps, Ost och Sill genoemd. Deze drie ingrediënten lagen aan de basis van de smörgasbord of het Deense smørrebrød. Canapés met allerlei lekkers voor bij de aquavit, zoals de beroemde toast Skagen of tartaar van rode biet. Brood is een belangrijke maaltijdcomponent. Goldstein vertelt over alle broodsoorten, rogge-biercrackers en saffraanbroodjes ter ere van het (kinder)feest Santa Lucia op 13 december. Een Finse expat kennis van mij vertelde onlangs nog dat zij altijd roggebrood door bezoekende familie mee laat nemen, want dat is wat zij hier mist.

Tussen de recepten door neemt Darra Goldstein de tijd om in verschillende hoofdstukken over de diversiteit van Zweden, Denemarken, Noorwegen en Finland te vertellen. Niet alleen over de keukens, maar ook de culturele en historische achtergronden, die bepalend zijn geweest voor de keukens. Zo is Finland het minst gepolijste land met een dito keuken. Soep en pap staat op het menu. Hartverwarmend in de winter of koude bosbessensoep zo van het veld in de zomer. In de Scandinavische keuken spelen bessen een belangrijke rol ze zijn talrijk en een bron van vitamines.

Vis, hoe kan het ook anders ontbreekt niet. De eerder genoemde Finse kennis vertelde me hoe haar vader zomers brasem ving, die dan direct op het houtskoolvuur ging bij hun zomerhuis. Wat salade erbij en smikkelen maar. Scandinaviërs eten veel zoet- en zoutwatervis. Goldstein geeft recepten voor o.a. snoek uit de oven en besteedt aandacht aan Noorwegen nationale vis de kabeljauw in al haar hoedanigheden. Vlees en gevogelte, zij het van het platteland of van de jacht. De Scandinavische klassieke keuken kent veel bijzondere vleesgerechten, zoals runderribben in honing en bier of een Kareliaanse stoofpot. Jammer vind ik dat de schrijfster geen recepten geeft voor eland en rendier, dat tegenwoordig soms is te krijgen bij het Zweedse meubelwarenhuis. Veel rendier- of elandvlees wordt vervangen door ander wild.

Groenten ontbreken ook niet. Scandinaviërs eten ze vers in de zomer en ingemaakt in de winter. Koolsoorten en paddenstoelen vormen een mooie voorraad voor de winter. Net als de geliefde aardappel. Zoetigheid mag ook niet ontbreken, zowel als nagerecht als bij de traditionele fika, de Zweedse middagkoffie, van marsepeinrepen, karamelroom tot gesluierde boerenmeisjes. Altijd een zoet moment. Tot slot is er de voorraadkast, zeker buiten de steden en tijdens de koude donkere winters geen overbodige luxe.Bijvoorbeeld aromatisch sparrentopjeszout of schnaps van berkenbast. Een weerspiegeling van de eerdere genoemde creativiteit gecultiveerd door versobering. Daarmee eindigt het boek.

Vuur en IJs is een boek, dat een kijk geeft in de keuken van het Hoge Noorden, met veel achtergrond informatie en sobere recepten. Als je dit boek leest maak je als het ware al lezend een reis door de elementen die verbinden, maar ook de eigenheden per land. Darra Goldstein heeft kosten noch moeite gespaard om zo compleet mogelijk te zijn. Mijn kleine noot van kritiek is het ontbreken van rendier- en elandvleesrecepten. Alsmede stokvisrecepten uit Noorwegen. Dat hoort voor Gereons Keuken Thuis toch bij de Scandinavische keuken. (Is dit gedaan ten behoeve van de Amerikaanse lezer?) Maar ja, met hertenvlees of verse kabeljauw kun je ook goed uit de voeten.

Vuur en IJs, klassieke Scandinavische gerechten, Darra Goldstein (ISBN 9789059566866) is een uitgave van Fontaine en kost € 27,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Scandinavische foodparade.

 foto: Nyhavn, Kopenhagen.

Een Scandinavische foodparade. Nordisk Mad. Op Facebook vroeg ik een aantal foodbloggers om hun leuke Nordische recepten in te zenden. Hieraan werd ruim gehoor gegeven. Het is leuk om te lezen, dat veel foodbloggers hun inspiratie voor Scandinavisch eten opdoen in….. juist Scandinavië. Dank aan alle dames voor hun inzendingen. De mannen bleven deze reis wat achter… Maar dat kan nog komen. Knøbbig en Pelle waar zijn jullie?

 foto: vers eten met Lianne.

Lianne van Heeswijk struinde het Zweedse platteland af voor leuke adresjes en vond 3 mooie plekken in de natuur. 

 foto: Jenny in Stockholm

Have a good foodday! Jenny Peters volgt een buitenlandstage in Zweden en doet op haar blog verslag van allerlei leuke zaken, die zij ontdekt in Zweden.  foto: Hasselback à la tsarine

Wijnkenner Ingrid Larmoyeur stuurde het aardappelgerecht Hasselback in, een Zweeds aardappelgerecht in maar dan op de wijze van een echte tsarina.

 foto; smorgasbord met garnaal

Antoinette Vermeer legt je alles uit over boodschappen doen in  Zweden….., maar misschien nog leuker zijn haar Noorse tips uit Trondheim

 foto: bevlogen teler in Norge.

Foodfotografe en kookboekenschrijfster Simone van den Berg is vaker in het Noorse land geweest en heeft daar allerlei leuke herinneringen aan. Zo ook op bezoek bij deze tomatenkweker in Hanasand

 foto: Esmée ging aan boord van de Astrid.

Esmée Scholte ontdekte in Denemarken het geheim achter onze Hollandse Nieuwe. En scheepte in.

 foto: smorgastorte van Sandra.

Culi Sandra gaat voor een Smorgastorte Zeg nou eerlijk, wat zou Scandinavië zonder deze belegde broodjes smørrebrød en smorgasbord zijn. Zij doen er hun maal mee.

 foto: Danske æblekage.


Deense æblekage van Zeeuwse Christien, zo te zien gebakken in een Zeeuwse knoopvorm.

foto: frikadeller.

Ook zond Christien frikadeller med dild, karse og sennep in voor deze Scandinavische foodparade. Gezellige Deense kost met dille, waterkers en mosterd.

Wat een oogst aan Nordisk Mad.

Griekenland hét kookboek.

 foto: cover Griekenland hét kookboek.

Griekenland, hét kookboek. In het Grieks betekent nostimos letterlijk terugkerend, maar het woord wordt ook gebruikt om lekker aan te geven. Want eten wordt gezien als thuiskomen. Nostos het woord, dat Homerus al gebruikte voor thuiskomst, want voor de meest verwende Griek is er niets lekkerder dan een schaal wilde veldgroenten, een taart van homemade filodeeg en warm vers brood. Dat is waar ook ter wereld nostalgie. En een pleidooi voor smaak, volgens de schrijfster Rianne Buis. Want de caleidoscopische Griekse keuken barst van de smaak en is een ode aan de eenvoud van de gebruikte ingrediënten. Misschien is dat de reden waarom er minstens één keer in de week iets Grieksigs wordt bereid in Gereons Keuken Thuis.

Kosten nog moeite spaart Rianne Buis in dit vuistdikke boek om alle facetten van de Griekse keuken te beschrijven. Ze start het boek met een lijst van veel gebruikte smaakmakers, kruiden en mengsels zoals bachari. Hierna besteedt ze aandacht aan de Griekse horeca in al haar facetten, van taverna via estiatorio tot ouzeri. Grieken eten meer dan welk mediterraan volk buiten de deur en overal is allerlei smakelijks te krijgen voor bij je ouzo, raki of koude glas retsina.

Dan gaat Griekenland hét kookboek verder met orektika en mezedes, koude en warme voorgerechten en hapjes, een peterseliedip van Siros, zeevruchten zoals gevulde pijlinktvis of de beroemde taramosaláta. Ik krijg gewoon beelden van een tafel vol kleine en geïmproviseerde appetizers op mijn netvlies Het is een uitgebreid hoofdstuk, waarin de schrijfster je voert langs een cornucopia vol heerlijke voorgerechten. Dips, vis, vlees en groente. Zoals gezegd een mezze tafel vol. Aanschuiven dus.

Een apart hoofdstuk gaat over hoe kan het ook anders dolmades, gevulde wijnbladeren, die in allerlei varianten worden gegeten in Griekenland. Gevuld met lamsgehakt, met rijst krenten en pijnboompitten of uiendolmades van Lesvos.Soepen ontbreken ook niet in Griekenland hét kookboek, de emblematische kippensoep met avgolémono, garnalensoep met ouzo en metaxa of stevige bonensoepen. Hartverwarmend in koude winters. Want Grieks eten is niet alleen het zomerse gegrilde eten.

Olijfolie en olijven verdienen een aparte vermelding. Het Griekse landschap kan niet zonder deze vredesboom, die het smeermiddel levert aan de maatschappij. In dit hoofdstuk gaat Rianne Buis dieper in op olijven- en oliesoorten. Deze dragen onmiskenbaar bij aan de smaak.Kaas yoghurt en boter, daar eten Grieken veel van met honing, in taartjes of op brood. De schrijfster vertelt in dit hoofdstuk over alle zuivelvarianten.Griekse kroketjes staan ook op het menu, gemaakt van venkel, kekers of met aardappel en kaas.

Wat zou de Griekse keuken zijn zonder hartig gebak, filodeeg met allerlei vullingen tiro– of spanakopites. Of de befaamde bougatsa van Chania op Kreta? Er zijn vele varianten voor feestdagen of zo uit het vuistje.Een kijkje op de groentemarkt is een heus feest aldus de schrijfster. Grieken eten veel groente en peulvruchten. Een overblijfsel uit de strenge vastencultuur, maar ook uit noodzaak. Aubergine voor een romige moussaka uit de oven, gevulde courgettebloemen of een gerecht van artisjokken met tuinbonen. Het hoofdstuk sluit af met wilde groenten, die zo in het veld worden geplukt of langs de weg. Dat is heimwee eten.

In de oudheid kende de Griekse keuken waarschijnlijk meer sauzen dan nu. Waaronder de garos, gefermenteerde vissaus. Tegenwoordig zijn er heel wat varianten op basis van yoghurt, druivensap, ei, citroen en tahin. Te gebruiken bij de vis, geroosterd vlees of zomaar met een hompje brood.Wat zou de Griekse keuken zijn zonder de rijkdom van de pelagos. Vis en schaaldieren in allerlei variaties. Krokant gefrituurde visjes, geroosterde mul, rogvleugel, inktvisbereidingen, garnalen en de ziltige zeeëgels.Het land geeft de Grieken vlees, wild en gevogelte, de souvlakia, de lamsvleesgerechten voor Pasen en stoofpotten. Buis heeft er heel wat bij elkaar gebracht in dit hoofdstuk.

Pasta en rijst vormen een belangrijk onderdeel van deze veelzijdige keuken. Pastitsio staat vaak op het menu in Gereons Keuken Thuis of een pilafrijst.Het dagelijks brood, vers en knapperig, olijvenbrood van Cyprus of krokant fetabrood uit de koekenpan.Zoet geweld ontbreekt niet in dit dikke boek. Sorbetijs van perziken, yoghurtgebak met amandelen en de beroemde galaktoboúreko met room. Tot slot geeft Griekenland hét kookboek nog wat recepten voor inmaak en drankjes. En daarmee is de Odyssee door de Helleense keuken voltooid. Geen sinecure, een boek van 450 bladzijden vol met allerlei recepten en anekdotes uit de Griekse Keuken.

Griekenland hét kookboek krijgt een speciaal plaatsje in Gereons Keuken Thuis, om bij tijd en wijle in te grasduinen als de wekelijkse Griekse maaltijd weer op tafel staat. Καλη Ορεξη!


Griekenland, hét kookboek. Rianne Buis (ISBN 9789045209173) is een uitgave van Karakter en is te koop voor € 29,99.

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Ants on a Shrimp.

 foto: Ants on a Shrimp

Ants on a Shrimp. Op een zonnige dinsdagmorgen sprong Gereons Keuken Thuis op zijn fiets en reed naar het Ketelhuis om daar een kijkje in de keuken van René Redzepi te nemen. Niet letterlijk natuurlijk maar in de vorm van een fooddocumentaire gemaakt en geschreven door Maurice Dekkers. Een hele bijzondere film. René Redzepi kennen we allemaal van NOMA, het beste restaurant ter wereld, jaren achter elkaar. Nordisk Mad, waar deze kok en zijn hele team al jaren mee experimenteren. Bijzondere creaties. Maar je kunt te lui worden, te voldaan. En zodoende verhuisde Redzepi het hele NOMA team naar de keukens van het Mandarin Hotel hartje Tokio, om daar zes weken te gaan koken op de wijze van NOMA.  Maurice Dekkers  verhuisde mee naar Japan om deze queeste vast te leggen. Spannend.

 foto: René Redzepi

Voor NOMA Tokio waren 58.000 inschrijvingen en slechts ruimte voor 3000 couverts. Een grote uitdaging met vele risico’s. De film laat zien hoe Redzepi en zijn team door het prachtige Japan reizen om zo veel mogelijk mooie natuurlijke ingrediënten te verzamelen. Als een dirigent stuurt hij zijn hele team op bijna vaderlijke wijze aan, want elke persoon binnen het NOMA team heeft zijn eigen specialiteit. Als een symfonie leidt hij het team. De koks wonen bij wijze van spreken in de keuken. Eén van de koks zegt zelfs dat de keuken van NOMA haar relatie is. De passie voor eten en beleving spat van deze film af. In een hoog tempo zie we de koks gerechten bedenken, afkeuren, vervallen in oude patronen. Totdat eindelijk het 14 gangen menu op kaiseki wijze helemaal naar wens is van de meester. NOMA Tokio kan open en het concert kan beginnen. Sashimi van citrus, een rauwe langoustine, krakend vers met zout en mieren, origami van zwarte knoflook en een taartje met zoetwater mosselen. Een gelakte geroosterde eend, die 4 weken is afgehangen om te delen aan tafel Het is een groot spektakel  van smaak, product, creatie en genot. De film neemt je mee van kop tot staart en in anderhalf uur tijd doe je zoveel indrukken en inspiratie op, dat je thuis het geheel nog eens aan je voorbij laat trekken. Food forThought! Een aanrader. Ants on a Shrimp.

 foto: secuur werk eend roosteren.

Ants on a Shrimp is een productie van cinema delicatessen vanaf 1 september a.s. te zien in diverse theaters in heel Nederland.

Bart’s Fish Tales

 foto: cover Bart’s Fish Tales

Bart’s Fish Tales, vis voor elke dag. Een reis om de wereld in vis met als resultaat dit dikke kookboek dat op Gereons keukentafel ligt. Vanaf zijn prille jeugd is Bart van Olphen begeesterd door vis. Dat begon in tijdens de jaarlijkse vakantie naar Parijs, waar hij als jongetje geen genoeg kon krijgen van de grote plateaus met zeevruchten. Bevangen van de vissersromantiek begon hij aan een culinair avontuur. Werken bij sterrenchefs. Het was hard werken, maar Bart leerde de fijne kneepjes van het bereiden van vis. Terug in Amsterdam startte hij een viswinkel. Hij had daardoor contact met leveranciers en ervoer veel misstanden. Bart ontdekte dat er veel te roekeloos wordt omgegaan met de visstand. Er wordt veel te veel verspild. Hierdoor ontstond zijn interesse voor duurzame visserij. En zijn inzet ervoor. Want vis is te lekker om in de toekomst te gaan missen. Dat laat hij op zijn site Bart’s Fish Tales zien. Met het boek Bart’s Fish Tales wil hij laten zien hoe leuk het is om te genieten van vis en hoe we dat kunnen doen zonder vissoorten uit te laten sterven. In de voetsporen van zijn vader vertoeft fotograaf David Loftus ook graag op zee. Het is dus ook geen wonder dat Bart en hij samen op pad gingen om de mooiste ontdekkingen op visgebied te doen. Bart uit culinair oogpunt en David als fotograaf.

De heren bezochten de eilandengroep Malediven voor lijngeviste skipjack– en geelvintonijn. Eén voor één gehengeld. Voor een Mas-Roshi, een Maledivische tonijnsalade. Van de warme wateren van de Indische Oceaan naar de koele wateren voor de Canadese kust. Dat betekent kreeft, krab en coquilles. Risotto met kreeft of krabbenpoten in dragonboter. Krijg er direct zin in ondanks het matinale uur. E viva España. Spaanse wateren voor ansjovis en pijlinktvis. Vissen met de hele familie. Gebakken ansjovis met knoflook. Een koele caña of glas fino erbij. Niets aan doen. Of pijlinktvis van de plaat. India is de volgende halte van de heren. Bart vertelt over tapijtschelpen en sardines, voetgedoken. een term die Gereons Keuken Thuis nog niet kende. Voor in de curry uit Kerala.

IJsland met zijn kabeljauw, schelvis en roodbaars. Lijngevangen, met 40.000 haakjes en toch duurzaam. Stokvis met appel en rode biet en gerookte schelvis. Mooie smaken uit het hoge Noorden.Engeland wordt aangedaan, heek , sardines en makreel. In Cornwall lust iedereen weer sardines. pittig geroosterd met een tomatensalade. Hoe basic.Exotisch Gambia voor tong en octopus. Stranden vol vis, aan wal gebracht in een spektakel vol bont kleurgeweld. Als recept een tong à la meunière.Een thuis wedstrijd in Nederland, met al het moois van de Zeeuwse slikken en schorren. Verse mosselen, oesters, scheermessen, kokkels en zeewier. Zo rauw op je bord. wat een mooi stukje terroir. Bart’s Fish Tales vertelt erover.

Het boek besluit met een verhaal over wilde zalm en een bezoek aan de vismarkt, waar dan ook ter wereld. vers gevangen, vers gekocht, bereid door Bart en gefotografeerd door David. Zo eindigt de reis om de wereld in vis. Nu gevangen in een kleurrijk boek met smakelijke verhalen en dito fotografie. Geen wonder dat Bart van Olphen zegt dat vis voor elke dag is.

Bart’s Fish Tales, Bart van Olphen met tekst van Joël Broekaert en fotografie van David Loftus (ISBN 9789048825882) is een uitgave van Carrera Culinair en kost € 29,99 

Pastéis de feijão.

 foto: een taartjespaleis in Lissabon

Pastéis de feijão. Helemaal in de bonen raak je van die taartjes in Lissabon. Normalerwijs is Gereons Keuken Thuis niet zo van de zoeterigheid, maar in dit walhalla vol zoetigheid is een taartje of twee per dag toch wel de norm. Overigens ook voor de Portugezen. Al in de ochtend staan ze bij de pasteileria in de rij voor een taartje. Een pastéis de nata, zoet bladerdeeg gevuld met vanille crème, een beetje warm nog,  met kaneel en poedersuiker. Een bolo Garibaldi, laagjes chocolade mousse tussen kokosdeeg. Beestjes gemaakt van marsepein uit de Algarve of allerlei éclairs op de hippe Time Out market. Met una bica, een sterk kopje koffie erbij. Logisch dat ik op onderzoek uitging welke varianten er waren. In de krant Correio de Manhà van dinsdag 24 mei vond ik een alleraardigst recept voor pastéis de feijão, of te wel een bonentaartje. Op basis van massa quebrada, Weens korstdeeg. (overigens is het filmpje in het Portugees, maar deze dame is goed te volgen) Hoe toepasselijk in dit bonenjaar. Makkelijk te maken en vol smaken voor bij dat hete kopje koffie. Of wat te denken bij een glaasje Moscatel uit Sétubal?  Hieronder mijn verkorte versie.

 foto: pastéis de nata met een koffietje

Nodig:

300 g korstdeeg (zie filmpje)

400 g gekookte witte bonen

450 g suiker

wat poedersuiker en kaneel

100 g gemalen witte amandelen

50 g geraspte kokos

2 eieren

4 eidooiers

1,5 dl water

12 vormpjes

Bereiding:

Op een met bloem bestrooid oppervlak het deeg met een roller uitrollen en er 12 rondjes uitsteken van ongeveer 8 cm. Maal de gekookte bonen door een passeerzeef tot een gladde puree. Verwarm het water in een pan en los de suiker op. Laat 2 minuten koken. meng de gemalen amandelen, kokos en de bonenpuree door het suikerwater. Laat het mengsel iets afkoelen en voeg de eieren en dooiers toe. Er ontstaat een gladde vulling. bestrijk 12 vormpjes met wat gesmolten boter.  Verwarm de oven voor op 200 graden.Vul de vormpjes met het deeg en de vulling en bestrooi met een beetje suiker. Bak de pastéis de feijão in 25 minuten af. Laat de taartjes iets afkoelen haal ze uit de vormpjes en bestrooi met poedersuiker en kaneel.

 foto: éclair walhalla in hipster foodhallen van Lissabon.

Nanban, Tim Anderson.

 foto: Nanban

Nanban, verwarmende gerechten uit Japan. Een kookboek, dat start met de slogan “voor alle japanofielen“. Niet dat ik dat direct ben, maar de cultuur en keuken van dit eilandenrijk boeien me mateloos. Dit geldt ook voor de chef en schrijver Tim Anderson, die op zijn geboortegrond in Winsconsin al gebiologeerd keek naar kookprogramma’s van Japanse chefs. Dat was nog eens iets anders dan de mac and cheese, danish of pierogi op de plains van deze staat. Tim ging zwerven. Via Californië, waar het voor hem te duur was om Japans te kunnen eten. Ramen was een ontdekking voor hem als een alternatief, dat niet een rib uit je lijf kostte. Anderson belandde in het zuiden van het eilandenrijk, waar door de eeuwen heen Portugezen, Hollanders (Decima) en later Amerikanen een duit in het zakje van de cuisine deden. Nanban, de zuidbarbaarse keuken. Tim dook onder in de smaken van Japan en meer nog in de smaken van Kyushu en Fukuoka. Het Japanse streetfood. Ramen paradijs en een zeer persoonlijke en diverse keuken. Zo deed de latere winnaar van Masterchef Britain zijn ervaring op. Gevolg een restaurant Nanban in Brixton, waar hij volgens deze tradities kookt. Een izakaya stond hem voor ogen, een restaurant waar alles tegelijk op tafel komt.

Maar nu over het eten uit deze zuidbarbaarse keuken. Ik heb altijd een vrij autarkisch beeld gehad van de Japanse keuken met strenge regels, soorten eten, bereidingswijzen en rituelen. Niets is minder waar. In dit kookboek neemt Anderson je mee op reis door de fusion keuken van Zuid Japan. De verschijningsvorm mag dan meegenomen zijn door de buitenlanders, de texturen en smaken zijn ontegenzeggelijk Japans.Het boek start met basisingrediënten, zoals misopasta, mirin en soyasaus. Anderson vertelt ook over de typische zuidelijke chilipeper yuzu. Daarna volgt een lange lijst van meer basisingredienten, groenten en verse kruiden.

Nu kunnen we aan de slag met nanban gerechten. Met basissauzen en smaakmakers. Dat kenmerkt toch de Japanse keuken, de smaken van de verschillende componenten. Gereons Keuken Thuis vindt dit altijd verrassend in een Japans restaurant. Het geheel fijngesneden en à  pointe gegaarde gerecht met een explosie van smaak. Anderson geeft tips voor pasta’s, oliën en zelfs kimchi. Veel aandacht is er voor dashi, de smaakmaker voor ramen. Tenslotte de manier van rijst koken.

 foto: dashi smaakmaker voor de ramen.

De basis ligt er. We kunnen verder op ontdekkingsreis met kleine gerechten, zoals zoete aardappel met yuzuboter uit de oven, onsen tamago (warmwaterbroneieren) of gebakken zwoerdjes uit Okinawa. Allemaal watertandend lekker op de gevoelige plaat gezet voor dit boek.Vervolgens de grote gerechten. Nadrukkelijk groot, omdat bij een izakaya maaltijd geen voor- of hoofdgerecht wordt geserveerd. Alle komt tegelijkertijd op tafel. Je deelt samen de smaken met een glas bier of kommetje sake. Een “carbonaraachtige pasta met mentaiko, tempura, kip Nanban en een stukje Tex Mex in de vorm van tacorijst. Anderson besteedt ook aandacht aan grillen. Hoe kan het ook anders in het land van de hibachi en teppanyaki? Geroosterde varkensbuik, in spek gewikkelde pimientos de Padrón (inderdaad Spaans)en kippenvelspiesjes. Zelf at ik ooit spiesje met knapperig zalmvel.

Bouillon mag niet ontbreken, de schrijver wijdt een heel hoofdstuk aan ramen in alle verscheidenheid. De bouillon als basis en de componenten om er een gerecht van te maken. De alkalische noedels en toppings. Je leest dat Anderson niet over één nacht ijs is gegaan. Verder met de desserts, van een Portugese Castella cake uit Nagasaki tot matchaboter voor koekjes. Een zoete afsluiter. Nanban sluit af met drankjes en praktische informatie voor als je in Japan bent.

Nanban, verwarmende gerechten uit Japan vind ik een heel plezierig boek, omdat het niet alleen recepten bevat. Het gaat mij ook om de achtergrond. Je leest duidelijk, dat het Tim Anderson er aan gelegen is je mee op reis te nemen door deze zuidelijke barbaarse keuken. Eens was nanban een scheldwoord, maar Anderson laat zien dat dit ver achter ons ligt. Een heerlijk boek in een gedurfde styling vol verhalen en smaak. Het nodigde Gereons Keuken Thuis uit direct aan de slag te gaan, Nanban: instant voer voor de japanofiel!

Nanban, verwarmende gerechten uit Japan, Tim Anderson (ISBN 9789095966606) is een uitgave van Fontaine en kost € 29,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten