Cuisine du terroir, de nieuwe Franse keuken.

 foto: cover Nieuwe Franse keuken.



Cuisine du terroir is een kookboek uit 1984, dat ik regelmatig ter hand neem, om te speuren naar spannende recepten uit de perfecte zeshoek. Want, sorry Bel Paese adepten, ik vind nog steeds mijn basis de Franse keuken en kookboeken. Lezers van mijn blog weten dat ik graag streekgerechten maak uit boekjes, vergaard bij een benzinestation, uit een vintage Elle kookboek uit 1952 en uit het kookboek van de gebroeders Troisgros uit Roanne. Daarnaast doen ook koks als Alain CaronJohn Gerdsen en mijn all time favoriet Stéphane Reynaud een duit in het zakje. Maar nu heb ik een nieuwe, ik moet eigenlijk zeggen, tweedehandse aanwinst, De Nieuwe Franse Keuken van wijlen Paul Bocuse. Nieuw is dit boek niet voor mij, want in de kookboekenhoek in het Brabantse huis van mijn ouders stond dit kookboek jarenlang te prijken. En behalve de pompoensoep, een noviteit in de seventies, werd er soms de truffelsoep Elysée met een dakje van bladerdeeg uit gemaakt. Met het verscheiden van de maitre vond ik het tijd voor een hernieuwde kennismaking. Met de destijds nieuwe Franse keuken. Nouvelle cuisine, zonder zware sauzen, gerechten en desserts. Een cuisine equilibrée. Tja de fotografie is zeker naar de standaard van het huidige Instagram tijdsgewricht wat ouderwets te noemen. De recepten daarentegen zijn universeel en tijdloos en zo in te zetten in de 21e eeuw. Dat deed Bocuse ook in Collonges au Mont d’Or aan de Saône.

De Nieuwe Franse Keuken is een compleet kookboek, dat start, en dat vind ik altijd leuk, met uitleg en culinaire regels. Eén van de goede voornemens in Gereons keuken Thuis is namelijk mij meer te verdiepen in basis culinaire zaken. Een recept is zo op je blog geknald. Leren van oude en jonge meesters geeft je blog net iets meer schwung. Eigenlijk zou elke blogger een boek als de Nieuwe Franse Keuken in zijn of haar repertoire/boekenkast moeten hebben. Zo kom ik in dit boek een riviervisgerecht tegen uit de Beaujolais, pochouse, de quénelles de brochet, pasteitjes uit de Bresse, samengestelde boters, kikkerbillen en tournedos met merg. Ik kan blijven opsommen, zoveel mooie dingen staan erin. Een kookboek dat het Gallische hart, wat sneller doet kloppen.

Vandaag ga ik voor het recept van pochouse, dat ik al eerder op Gereons Keuken Thuis plaatste, een stoofpot van riviervis in Beaujolais wijn. Vanaf de heuvels van de Beaujolais kijk je uit op de vlakte van de Saône, les Dombes, met zijn rivier, beken en kreken vol zoetwatervis. Een koele (rode) Beaujolais Villages gaat hand in hand met dit gerecht.


Nodig 4 personen:

1,5 kg riviervis in stukken
(snoek, karper, paling en baars)
125 g gerookte spekblokjes
20 zilveruitjes afgespoeld
4 knoflooktenen
2 rode uien
70 g boter
1 fles Beaujolais Villages
1 glas cognac of marc
2 el bloem
1 laurierblad
2 takjes tijm
takje rozemarijn
zout peper
croutons

Bereiding:

Vraag je vishandelaar de verschillende vissoorten schoon te maken en in stukken et snijden. Verwarm in een pan de rode wijn en cognac. Maak van 50 g boter en bloem een beurre manié en zet apart. Verhit de rest van de boter in een pan. Bak hierin de spekblokjes, uien, zilveruitjes en knoflooktenen aan. Voeg hierna de stukken vis toe, bak kort mee. Zet het vuur laag en voeg de warme wijn toe tot vis onderstaat. Voeg de tijm, laurierblad, rozemarijn, peper en zout toe. Laat het geheel ongeveer tien minuten koken. Als de vis gaar is, haal deze dan uit de pan en houd de vis warm onder aluminium folie. Verwijder de kruiden. Kook de saus tenminste één derde in. Voor het serveren leg je de vis terug in de saus en verwarm je deze nog even. Serveer de vis op een schaal. Bind de saus met wat beurre manié en giet over de vis. Garneer het gerecht met de croutons.

Griekse keftedes, geen kofta.

 foto: keftedes in tomatensaus.

Griekse keftedes, geen kofta, zijn gehaktballetjes in tomatensaus, die in Gereons Keuken Thuis vaak op het menu staan in allerlei variaties. Kofta is een woord, dat wordt gebruikt door een pakjes- en zakjesproducent, die dit aanbiedt als zijnde een authentiek wereldgerecht. Voor mij is het maken van keftedes een mooie manier om #nowaste te koken.  Keftedes zijn heel makkelijk te maken. Zoals gisteren. Ik had nog twee stelen selderij, wat tomaten, een paprika en wat uien. Hoppa!  Kofta maak je uit een pakje, keftedes niet. Laten we dat eens afspreken voor 2018. En voor de kritikasters onder ons, een blik gepelde tomaten mag altijd. In de groentela vond ik ook nog wat pastinaak, die ik grilde in de oven. Prima te doen voor bij de balletjes en basmatirijst.

Nodig:

500 g half om half gehakt.

1 ei

wat paneermeel

1 tl knoflookpoeder

2 tl oregano gedroogd

1 tl rozemarijn

2 tl paprikapoeder

een snuifje nootmuskaat

2 tl kaneel

wat bloem

zout en peper

olie om te bakken

2 rode uien gesnipperd

1 rode paprika

3 tenen knoflook gehakt

1 blik tomaten blokjes

1 glas rode wijn

1 tl rozemarijn

2 tl kaneel

2 tl oregano

2 tl paprikapoeder

1 el geconcentreerde tomatenpuree uit tube.

zout en peper

scheutje olijfolie

gewelde krenten

Bereiding:

Maak eerst de saus. Fruit de gesnipperde rode uien aan in hete olie, voeg de paprika in blokjes toe en bak het geheel kort aan. Voeg hierna de gehakte knoflook toe. Voeg de geconcentreerde tomatenpuree toe en bluf af met de rode wijn. Giet hierna het blik tomatenblokjes in de pan. Voeg alle kruiden en specerijen toe en laat het geheel een minuut of 20 sudderen. Maak de saus hierna op smaak met wat peper en zout en voeg de gewelde krenten toe.

Meng het gehakt met het ei, paneermeel, kruiden en specerijen. Kneed goed door en maak er kleine balletjes van. Rol deze door wat bloem. verhit olie in een pan en bak de balletjes rondom bruin. Doe de keftedes bij de hete saus en laat nog even doorgaren.

Serveer de keftedes met rijst of en een Griekse bonensalade .

Koken op maandag, basissaus.

  foto: art & food uit Iran. (gezien op First Art Fair)

Koken op maandag, basissaus. Een nieuwe week staat voor de deur, nieuwe kansen. Het leven van een foody is vaak een gepuzzel, want wat te eten en wat te maken? En als je jezelf dan ook nog eens tot doel stelt #nowaste en #antipakjesenzakjes te koken, vergt dat enige planning vooraf. Ik vind eten weggooien altijd zonde. Mijn voorraadkast staat vaak vol met allerlei producten, al dan niet als #culipost tot mij gekomen. Sommige staan er al een tijdje anderen zijn in een mum van tijd opgepeuzeld. Op een wat grijze maandag als deze verleiden deze producten mij niet iets nieuws te doen. Integendeel, ik ga voor basic!  Gereons Keuken Thuis las onlangs over een onderzoek, dat aan het licht bracht, dat veel mensen gedurende een bepaalde periode 10 gerechten hebben, die zij frequent maken. Totdat het seizoen verandert of hun mood. Ik kan dat alleen maar beamen. In september ga ik los met fruit om in potten te stoppen, oktober en november staat er vaak wild op het menu. En na het feestgedruis van december ga ik in januari vaak voor basic. Dat is overigens niet hetzelfde als detoxen, lijnen en gezondheidsplannen etc. In deze tijd van het jaar is mijn basissaus een ideaal recept. Geschikt voor pasta, lasagne of een andere schotel. Ik maak meestal een pan vol, zodat ik altijd een portie in de vriezer heb voor een snelle maaltijd op doordeweekse dagen. 

Nodig:

500 g rundergehakt

1 winterwortel

2 stengels bleekselderij

2 tenen knoflook

1 rode ui

2 blikken gepelde tomaten

1 glas rode wijn

suiker (facultatief)

olijfolie

zout en peper

tijm

rozemarijn

oregano

1 laurier blad

Bereiding:

Snijd de wortel, bleekselderij, ui en knoflook heel fijn. Verhit de olie in een pan en fruit de gesneden groenten aan. Voeg het gehakt toe en bak dit snel aan. Blus af met wat rode wijn. Voeg de blikken tomaat toe, eventueel een klein schepje suiker. Voeg de kruiden en laurier toe. Laat het geheel zeker anderhalf uur pruttelen. Maak op smaak met wat peper en zout. Eventueel kun je een lepeltje Umami 5 pasta toevoegen.

Terroirkoken, sans boîtes et sachets.

 foto: de hoeve van Madeleine

Terroirkoken, sans boîtes et sachets. Het mag geen geheim zijn, dat Gereons Keuken Thuis verzot is op de zeshoek, die Frankrijk heet. De steden, de natuur, maar vooral de campagne heeft mijn hart gestolen. Op mijn blog schrijf ik daar vaak over en ook in twintig 18 gaat dat niet veranderen. Ik noem het Gereons Terroir Keuken, #terroirdegereon op de social media. Een nieuwe uitdaging was geboren, een verzameling terroirgerechten beschrijven, zonder #pakjesenzakjes en #nowaste. (mijn tante Doubs uit de Morvan weet daar wel wanten van met haar velouté) Want daar zijn de boerenfamilies op het Franse platteland goed in. Bourgondische buurvrouw Madeleine pakte elk kakelvers geraapt ei voor ons in in een velletje van een postorder-catalogus, een echt snoepje per ei. Die eieren gaf ze dan mee op de terugreis naar Amsterdam “pour faire une omelette” Niets meer en niets minder. Ze voegde er wel aan toe voorzichtig te rijden: “Car… ils sont fous les Français en route” En zo reed je dan terug met 16 kakelverse eieren. Dat terwijl uw schrijver van dit blog gruwt van de gedachte van een gebakken of gekookt ei. Mayonaise en omeletreepjes in de nasi goreng, tja dat kan nog wel. Of pannenkoeken van bloem, ei, zout en melk. Prima! Maar goed, ik ben een apart geval. Vandaar dat ik best begrijp dat de gemiddelde inwoner van onze stads-staat graag naar recepten grijpt, die staan  op oranje of gele doosjes. Er is zelfs, zo meldde culi collègue Koken met Karin  deze week een gezin met drie bloedjes van kinderen, dat er een uitdaging in ziet om een heel jaar met pakjes van producent Honig te koken. Als zij dat willen moeten ze dat vooral doen. Gemak dient den mensch tenslotte. En het is niet per se ongezond. Alleen wat zouter en met wat additieven. In Gereons Keuken Thuis, ik zal het eerlijk bekennen, verdwijnt ook de krulvermicelli of wat allesbinder van deze producent in de soep of saus. Niets mis mee, net als een additioneel bouillonblokje of tomatenpuree. Kruiden daarentegen komen of vers in bosjes van de markt of gedroogd van de speciaalzaak aan de Kinkerstraat. Zo doe ik dat. Maar 365 dagen alleen met pakjes koken lijkt mij geen uitdaging, maar een vervlakking van je smaak en die van je kinderen. Het is veel spannender om jezelf en kroost te leren ontdekken en combineren. Ik hoop dat eerder genoemde blogger-vader dat inzicht gedurende het proces van een jaar krijgt. Dan ben je in mijn ogen een echte super daddy.

Vandaag plaats ik een makkelijk recept voor pannenkoeken “pur oeuf” zoals ik ze heb gedoopt. Gewoon zelf een beslag maken, klont boter in de pan en bakken maar. Dat is mijn culi-collega recept. Zijn ze dun en zoet belegd heten deze pannenkoeken crêpes, zout belegd heten ze galettes. In Bretagne dan. Tip: vervang de bloem eens voor boekweitmeel, deed mijn Betuwse grootmoeder ook al voor “drie in de pan”. Bon courage met deze uitdaging sans boîtes et sachets.

 foto: pur oeuf

Nodig:

400 g bloem (of boekweitmeel)

5 eieren

melk

snuf zout

Bereiding:

Breek de eieren boven een kom en voeg de melk, bloem en een snuf zout toe. Klop het geheel goed door met een garde. (goed voor je spierballen) Bepaal zelf of je het beslag te dun of te dik vindt en voeg eventueel nog wat melk of meel toe. Laat het beslag een tijdje staan.Verhit een klont boter en wat olie in een koekenpan. (die heet niet voor niets zo) en bak de koeken bruin totdat alle beslag op is.

 foto: culi-collega kookt volgens #terroir

Heb je na dit recept nog niet genoeg. Meer suggesties vind je op de Facebookpagina 365 dagen zonder pakjes en zakjes.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten