Autunno in Barbagia.

foto: Autunno in Barbagia, a tavola.

Autunno in Barbagia, Herfst in het bergachtige binnenland van Sardinië. Morgen begint het festival, dat duurt tot en met 15 december 2019. In 32 dorpen, waaronder het bij RTL4 adepten bekende Ollolai, worden festivals gehouden, waar je kennis kunt maken met de lokale cultuur, kunst, nijverheid en gastronomie van dit weinig bekende gebied in de provincie Nuoro. De kust van het op één grootste eiland in de Middellandse Zee is al bij velen bekend. Het bergachtige binnenland des te minder. Vanaf Amsterdam vlieg je bijna dagelijks met een groene en oranje low cost vervoerder naar de luchthaven van Olbia, de poort naar dit mooie gebied.

foto: kastanjes roosteren in Aritzo.

En in de herfst is het heerlijk vertoeven op Sardegna. De wijnoogst is binnen, er zijn geroosterde kastanjes, mirto besjes en likeur ervan en de Sardijnen vieren het leven. Wist je trouwens dat Sardinië een van de Blue Zones is, waar veel mensen in zeer goede gezondheid zeer oud worden. Samuele Pitzalis van Keepalivetours kan je hier van alles over vertellen tijdens de tochten, die hij door dit gebied organiseert. Maar nu dwaal ik af. 

foto: traditionele wijnoogst in Barbagia

De gelegenheid, waarom ik woensdag 4 september Het West-Indisch Huis in Amsterdam bezocht was het persevent over Autunno in Barbagia, een drie maanden durend groots opgezet festival, waar de gastvrije Sardijnse dorpelingen hun deuren letterlijk openen. Elk weekend organiseert één van de dorpen een evenement. Je kunt ambachtslieden bezoeken, een heuse bruiloft in Sardijnse stijl bijwonen en natuurlijk smikkelen en smullen van de heerlijke Sardijnse keuken. Alhoewel ik niet weet of ik de lokale madenkaas, casu marzu, nu snel zou proeven. Tijdens het evenement noemde een deelnemer het de Sardijnse viagra.

Zal wel zo zijn. Segui la tua pasione, scopri la tradizione is de vlag waaronder Autunno in Barbagia plaatsvindt. Op de site van Cuore della Sardegna vindt je het hele programma. Een leuk idee voor de aankomende herfstvakantie.

foto: producten on display van Gran Sardegna

Geproefd werd er ook tijdens de aperitivo, van specialiteiten, die webshop Gran Sardegna en Aromi dal Mondo hadden meegebracht voor de bezoekers van de presentatie. Mooie ham, lekkere coppa, kaas van Sardinië en zoetigheden. Maar ook een rode cannonau wijn, het meest aangeplante druivenras van het eiland. Gereons Keuken Thuis schreef er al eens eerder over. Het bordje malloreddus, pasta op zijn Sardijns smaakte prima. Onderstaand recept ter illustratie leen ik van de heerlijke blog van Italiaans koken met Antoinette. Natuurlijk met een kloek glas cannonau erbij. Antoinette leert je zelfs hoe je deze pastavorm zelf thuis maakt. Autunno in Barbagia, moet ik er nog meer over vertellen? Nee, ga het zelf eens ontdekken daar op Sardinië.

foto: een bordje malloreddus tijdens de aperitivo.

RECEPT: Malloreddus a sa campidanesa. 

Nodig:


olijfolie

1 ui

1 teen knoflook

een paar blaadjes verse basilicum

400 gram verse worst (varkensvlees), of varkensgehakt 

een halve theelepel venkelzaadjes, fijngehakt

600 g passata, gezeefde tomaten, of anders gepelde tomaten in stukjes

1 envelopje saffraan van 0,1 gram

zout &peper

pecorino of een ander soort harde iets pikante schapen- of geitenkaas


Bereiding:

Snipper de ui en hak de knoflook fijn. Bak glazig in de olijfolie en doe er de worst en het venkelzaad bij. Bak de worst rul in ongeveer een kwartier door met de vork te prakken. Doe de gezeefde tomaten erbij en laat een uur zachtjes pruttelen tot de saus de door jou gewenste dikte heeft. Doe er tien minuten voor het einde van de bereidingstijd de saffraan bij. Controleer op zout en peper.Bestrooi met wat verse gescheurde blaadjes basilicum en geraspte pecorino. Op zijn lekkerst met malloreddus maar ook lekker met een korte droge pasta uit de winkel. Grazie Antoinette!

True Italian Taste.

foto: logo True Italian Taste.

True Italian Taste, ik heb het er al eens eerder over gehad op Gereons Keuken Thuis. Over wat nu wel en wat nu niet echt Italiaans is . Troost je dat weten de Italianen zelf soms ook niet. Maar als er één land is waar eten cultuur is in Europa, dan kun je wel stellen dat dit de Bel Paese is.( niet verder vertellen hoor, want dat vinden mijn Franse kompanen namelijk ook van hun cuisine) Dat vindt de Italiaanse Kamer van Koophandel in Nederland ook en daarom vlogen ze in juni chef Paolo Gramaglia van restaurant President in Pompei in. Tussen de overblijfselen van de  in 79 na Christus bedolven speelplaats van de rijke Romeinse burger aan de azuurblauwe Amalfikust zwaait hij de scepter in zijn met een Michelinster bekroonde restaurant, met een hele eigen filosofie: “Het succes van gastronomie is gebaseerd op traditie, die moet geïnterpreteerd zonder al te veel nostalgie” Een reis door de tijd en smaak maken zonder je in de tijd te verliezen. Geen à la recherche du temps perdu , maar koken vanuit verbinding met je terroir. En dat is nu waar deze chef zo goed in is. Hij verzamelt kennis over lokaal product, deed veel ervaring op tijdens reizen en kwam altijd terug op honk met nieuwe ideeën en gaf daarmee de Campanische keuken een twist, nogmaals zonder de tradities uit te schakelen. Hij voegt daar wel weer een stukje kennis uit het oude Pompeii aan toe.

foto: dolci van Da Braccini.

Even terug naar de middag resulteerde dit in een risotto op basis van gele tomatenessence en citroen. Want, onnodig te zeggen op de vruchtbare gronden van lava uit de Vesuvius groeien nu eenmaal de lekkerste citroenen en beste tomaten. Dat is denk ik de essentie van de keuken van Gramaglia.

True Italian Taste heeft als doel het eerlijke en heerlijk Italiaanse product te promoten. De gezondheidsaspecten van het mediterrane dieet te prolifereren en vriendschappen te doen bloeien. liefde en passie voor het eerlijke eten. Na zijn discours over eten, cultuur, liefde en vriendschap besloot voorzitter van de Italiaanse Kamer van Koophandel Paolo Pavan met drie suggesties voor een etentje: bij een formele afspraak kies je  risotto, een hang out vraagt om pizza en per amore, eet spaghetti op de wijze zoals in het Disney verhaal Lady & the Tramp.

foto: compsitie van olijf van Schatull en orange wine van Planeta Terra

Maar alle beeldspraak ten spijt gaat het om wat ik eerder schreef in dit voorjaar: “True Italian Taste wil consument wereldwijd vertellen over de Italiaanse producten en de plek waar zij vandaan komen. Het project wil de foodlover inspireren om nep eten te laten staan en the real thing te gebruiken in de keuken. Niche producten worden gepromoot. En alsof het niet genoeg is, het gezondheidsaspect te benadrukken. Ja inderdaad op sommige plekken in de laars worden mensen heel gezond heel oud!  Ik vind het een lovenswaardig streven, dat past in de trend van vandaag de dag. De consument is wijzer geworden en wil weten wat hij eet en waar het vandaan komt.”

Dat deden de andere aanwezigen ook tijdens dit evenement, de dolci  van restaurant da Braccini in Den Haag, de olijfolie en olijfcreaties van het Limburgse koppel, dat in Vaals ristorante Schatull runt en de creatieve pasta van Fabio Antonini van Pianeta Terra in Amsterdam Alle drie genoemden zijn bevangen door de True Italian Taste koorts! Moet je daar nog wat aan toevoegen. Ja misschien wat zout, zoals bij Toscaans brood of een dash EV olijfolie, maar Gereons Keuken Thuis raad je aan gewoon je ogen en vooral reuk- en smaakzintuig te gebruiken. Speciale grazie voor Nicoletta Brondi, die deze middag weer con brio had georganiseerd.

foto: risotto in giallo van Paolo Gramaglia.


RECEPT van Paolo Gramaglia voor risotto in giallo. Mijn interpretatie.

Nodig :


320 g risottorijst

4 viooltjes of andere eetbare bloemen

groene shiso mix 

100 g boter

glas witte wijn

olijfolie

zout & peper

40 g geraspte pecorino

4 grote gekookte gamba’s gepeld

zeeëgel pulp (facultatief)

wat gedroogde frambozen

500 g gele cherrytomaatjes

rasp van halve citoenschil

verse groentebouillon


Bereiding:


Snijd de tomaatjes doormidden en bak deze kort aan met wat olie. Wrijf door een zeef om een mooie gele tomatencrème te maken. Bak de risottorijst kort aan en blus af met de witte wijn. Voeg de tomatencrème toe, de schil van citroen en beetje bij beetje de bouillon totdat de risotto mooi al dente is en al het vocht heeft opgenomen. Proef en maak op smaak met zout en peper, ma non troppo. Roer als laatste de boter en kaas erdoor en zet apart onder deksel. Componeer de borden zoals Gramaglia. Schep een dot risotto op een diep bord, in het midden een warme gamba, een schepje zeeëgelpulp, de gehalveerde gedroogde framboosjes en wat shiso kers en als kers op de spreekwoordelijke taart, een bloemetje.


Italiaanse keuken 2.0. True Italian Taste.  Buon Appetito.

Daube de boeuf à la Provençale.

foto: zonnebloemen.

Daube de boeuf à la Provençale. Een rundvleesgerecht uit de Provence, origineel gemaakt in een stevige aardewerk schaal. Niet specifiek Provençaals, want stoofgerechten in aardewerken schalen uit de oven vind je ook in andere streken rond de westelijke Middellandse zee, Ligurië en Catalonië. Vaak konden deze gerechten worden gegaard in de nog nagloeiende oven van lokale bakkers. Bij kopen van brood bracht je je stoofgerecht mee en haalde het rond lunchtijd weer op. Ik denk, dat deze oud traditie allang vervlogen is. Maar de Provence blijft een bijzondere streek, waar Gereons Keuken Thuis heel wat mijlen heeft afgelegd. Door  kunststeden als Arles, Avignon en Orange, op bezoek bij het natuurverschijnsel van de Fontaine de Vaucluse, over de met platanen omzoomde dreef naar Saint Rémy, de Camargue met zijn stieren en witte paarden en op de burcht van Les Baux in de Alpilles. En naar de markten met zijn  olijven, zongedroogde tomaten, ail rose, lavendel en de heerlijke groentes uit Cavaillon. De kleuren, die van Gogh inspireerden. Op deze donderdagochtend zie ik het allemaal voor me. Mooie vakantieplaatjes. La douce Provence, net als in die film vol clichés, A good year, met Russell Crow met een beeld van hoe het allemaal niet is, maar hoe we het wensen. Peter Mayle terroir in full color. Maar who cares? Vandaag ben ik in een Provençaalse bui en daar hoort deze daube de boeuf à la Provençale bij. Gereons Keuken Thuis suddert gewoon nog even verder, tussen de gedroomde zonnebloemvelden. Heerlijk nazomeren. 

foto: les marchés de Provence

Daube de boeuf à la Provençale.

Nodig:

1,5 kilo runderstoofvlees/ riblappen

½ liter runderbouillon

2 grote wortels

4 tenen knoflook

2 grote tomaten

1 rode paprika

3 uien

1/2 Spaans pepertje

1 blikje tomatenpuree

1 glas rode wijn

olijfolie

peper en zout

2 el Dijon mosterd

zwarte pitloze olijven

3 tl paprikapoeder

bloem en boter voor beurre manié

2 laurierblaadjes

paar takjes verse tijm

4 tl Provençaalse kruiden

Bereiding:

Verhit een flinke scheut olijfolie in de braadpan en fruit hierin de ui, knoflook en Spaanse peper aan. Schep deze eruit en verhit weer olie in de pan. Bak dan ook het door wat bloem gewentelde rundvlees bruin in ongeveer 5 minuten. Voeg de wortel, paprika, tomaten en daarna de eerder gefruite uien, knoflook en Spaanse peper toe. Bak de tomatenpuree samen paprikapoeder kort in de braadpan mee. Blus af met een glas rode rode wijn en voeg de runderbouillon, mosterd, tijm, laurier en Provençaalse kruiden toe. Laat het geheel zo’n drie uur sudderen. Verwijder de laurier en tijmtakjes. Maak op smaak met peper en zout en bind het stoofgerecht met wat beurre manié. Voeg als laatste de zwarte olijven toe. Server de daube de boeuf met een salade en stokbrood. Of wat lintpasta.

We drinken er een rode Vacqueyras bij zonnig rood uit de Vaucluse.

video: trailer A good year, naar het boek van Peter Mayle.

De Landgoedkeuken.

De Landgoedkeuken van Mariënwaerdt. Heel wat keren ben ik al gestopt op deze stek aan de Linge, onderweg naar Amsterdam vanuit het Zuiden of andersom. Voor een korte picknick op de dijk, terwijl je kikkers hoort kwaken of een bezoekje aan de Landgoedwinkel. Een korte pauze op de Heerlijkheid Mariënwaerdt tussen Tricht en Beesd. Midden in de Betuwe, 1000 hectare en sinds de helft van de 18e eeuw in het bezit van de familie Van Verschuer, die het als taak zien om deze parel in het rivierengebied voor toekomstige generaties te behouden, met hun agrarische en zakelijke activiteiten. Op het landgoed zelf, maar ook in hun landgoedwinkel in de Korte Jansstraat in Utrecht. Dat het goed toeven is op deze heerlijkheid hoef je Nathalie, barones Van Verschuer, niet te vertellen. Samen met haar man Frans doet zij er alles aan dit zo te houden , maar nog belangrijker te delen met anderen. Dagelijks geniet zij van het leven op het domein en al het moois, wat er te koken valt met de producten van Mariënwaerdt. In het kookboek De Landgoedkeuken neemt zij de lezer mee langs de producten en al het heerlijks en eerlijks, dat hier mee wordt gemaakt in de keuken thuis en natuurlijk voor gasten.

De landgoedkeuken van Mariënwaerdt is puur, veelzijdig, voedzaam & eerlijk, zoals de barones in de ondertitel zegt. Het begint in de moestuin, die er al was in de tijd van de kloosterlingen, die zich in 1129 op de Betuwse komklei vestigden, verdeeld in blokken, met drie speciale kassen. De moestuin levert de groenten voor de keukens van het landgoed. Voor een gazpacho van rode biet, hoe kan het ook anders blote billetjes in het gras (ook een succesnummer van mijn Betuwse oma) en pompoenlasagne. Originele en traditionele groenterecepten. Na een korte tour door de nieuwe landgoedwinkel in Utrecht, gaan we hoe kan het ook anders, de 40 hectare boomgaard verkennen, met laagstam tegenwoordig, waar voorheen hoogstam stond. Revolutionair te noemen voor een oud landgoed. Maar het levert betere resultaten. En er wordt biologisch geteeld. Het fruit vormt de basis van de producten van Mariënwaerdt en wordt uit de kunst gebruikt in de keuken, zowel in hartige gerechten, desserts en taart.

De Lakenvelders, runderen, waarbij het lijkt of ze een bleekveld of waslijn zijn, zo keurig ligt het laken op hun rug gedrapeerd. Een oud ras, voor vlees. (en melk?) Een mooi ras, dat prima past bij de doelstellingen van Mariënwaerdt en prima te gebruiken is in de landgoedkeuken, vindt barones Van Verschuer. Voor Lakenvelder tartaar met kaaskletskop en tomatenchutney of gestoofde runderwangen met een kroketje van zuurkool. Een heuse pastei ontbreekt niet.

Jagen is een recht, dat hangt aan de heerlijkheid. Op Mariënwaerdt wordt gejaagd op klein wild en reeën. Logisch dus, dat de schrijfster lekkere recepten met wild opnam in De Landgoedkeuken, zoals reerug in patékorst van wijlen haar schoonmoeder, die de mooiste wildgerechten op tafel toverde.

Tot slot de kaasmakerij een belangrijke tak van sport op de heerlijkheid. Biologische gras- en klaverteelt en blije koeien in de weiden. Of het dezelfde Lakenvelders zijn werd mij niet geheel duidelijk? In ieder geval wordt er op het landgoed zo’n slordige 170 ton kaas gemaakt. Lekker voor uit het vuistje, maar wat de denken van een oude Adel kaassoufflé uit het boek? Nog wat basisreceptuur volgt en dan zit onze tour van de heerlijkheid en landgoedkeuken van Nathalie barones Van Verschuer er weer op. De Landgoedkeuken van Mariënwaerdt is met recht een heerlijkheid. Snel toch maar weer eens aanwaaien daar aan de Linge!

A propos, dit weekend is de Landgoedfair  van Heerlijkheid Mariënwaerdt nog te bezoeken op zaterdag en zondag! Overigens ben je de rest van het jaar ook welkom.

Video: de 25e editie van de Landgoedfair op Mariënwaerdt

De Landgoedkeuken, Nathalie, barones Van Verschuer (ISBN 9789050569447) is een uitgave van Fontaine en is te koop op Mariënwaerdt en elders voor € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Bonen van Wâldfarming.

foto: logo Wâldfarming

Bonen van Wâldfarming. Gereons Keuken Thuis loopt wat achter op schema. Dit voorjaar ontving ik een allersympatiekst pakket met bonen van een bijzondere producent uit Jistrum. Henk Huizinga van Wâldfarming teelt, op waar mogelijk biologische wijze, samen met 12 andere producenten bijzondere en vergeten groenten, aardappels en bonen. Deze worden verwerkt en verkocht op de markten van Leeuwarden en Groningen en niet te vergeten hun eigen webshop. Overheerlijke streekproducten, vol smaak en recht van het Friese land. Zoals je misschien weet zijn peulvruchten goede vleesvervangers. Bonen zijn duurzaam, goedkoop en niet zo milieubelastend. En Wâldfarming slaagt erin verloren historische soorten opnieuw te telen. Denk hierbij eens aan de talloze recepten, die culi vriendin en vega-optioneer Joke Boon met peulvruchten maakt in haar nieuwste boek De Vega Optie.

Laten we eens kijken wat er voor een bonen te vinden zijn daar bij Wâldfarming in Jistrum? Eén grote bonk Nederlands terroir. Naast aardpeer, aardappel, groenten verkopen ze Borlottibonen, Hollandse bruine bonen, Drentse kievitsbonen, biologische gele linzen en zoals in het recept van vandaag Stienser pronkbonen, die volgens mij prachtig staan in een stevige bonenschotel met gekonfijte eendenbout en een hint van zongedroogde tomaatjes, die ik kocht op de markt van Fréjus. Ik heb nog heel wat te ontdekken en ga dus aan de slag deze nazomer met grauwe erwt en andere bonen van Wâldfarming. Als wijntip bij onderstaand gerecht een rode La Clape uit de Languedoc.

foto; Stienser droogbonen

Nodig:

1 zak Stienser pronkbonen 500 g

4 eendenbouten uit blik

eendenvet uit het blik

12 zongedroogde tomaatjes

1 winterwortel

4 tenen knoflook

2 sjalotten

2 stengels bleekselderij

glas witte wijn

peterselie gehakt

tijm en rozemarijn geritst en gehakt.

peper en zout

Dijonmosterd

klont zoute boter

Bereiding:

Week de bonen 24 uur in water en kook ze daarna 50 minuten zonder zout. Giet af en zet apart. Week de zongedroogde tomaten in warm water en snijd deze in reepjes. Snijd de wortel in kleine blokjes, de selderij in fijne reepjes, snipper de sjalotten. Maak van de knoflooktenen en peterselie een persillade en zet apart. Zet de eendenbouten in een oven van 180 graden en bak ze krokant. Verhit in een pan wat eendenvet en bak hierin de gesneden groenten en gesnipperde sjalotten kort aan. Blus af met wat witte wijn. Voeg wat tijm, rozemarijn, tomaatjes en mosterd toe en laat kort sudderen. Voeg als laatste de Stienser pronkbonen toe en laat deze nog mee kort warmen. Maak op smaak met zout en peper. Serveer de bonenschotel op borden met de eendenbouten uit de oven, een klont zoute boter en bestrooi met de persillade. Geef er wat cornichons bij en vers stokbrood.

Dan ben je zo in de bonen…. van Wâldfarming!

Video: confit in de oven.

Wâldfarming, Miedwei 4, 9258 GR Jistrum, www.waldfarming.nl

Noot: de werden mij als proefpakket gestuurd door de Wâldfarming. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Gastblogger René Meesters over Barricourt.

Gastblogger René Meesters over Barricourt. René Meesters schrijft al jaren op zijn eigen blog Het eten is klaar. Hij heeft, net als Gereons Keuken Thuis, een voorliefde voor Frankrijk Maar daarnaast publiceert hij ook over andere delen van Europa. Behalve recepten en verhalen staan op zijn blog ook veel kookboekenrecensies. Een mooie aanleiding om René weer eens uit te nodigen voor een zomerse gastblog. Deze maal verhaalt hij over Barricourt, gelegen in le pays perdu van de Franse Ardennen. Het inspireerde Gereons Keuken Thuis om er een eerder geblogd recept voor een salade pissenlit bij te plaatsen.

foto: het droomdorp Barricourt..

Vakantiepark Barricourt. Iets meer dan 50 jaar geleden woonden er, verdeeld over vier dorpen, nog ruim 400 mensen in Tailly. Nu zijn dat er nog een krappe 200. Tailly ligt in de Franse Ardennen. Niet in het mooiste deel. Een licht glooiend terrein met akkers en weilanden zover je kunt kijken. De dichtstbijzijnde stad is Verdun, al telt die ook maar zo’n 20.000 inwoners. Het is een klein uurtje rijden met de auto. Naar Reims is het al gauw anderhalf uur. Een klein supermarktje ligt op zo’n 8 km. Daar ligt waarachtig ook een drie-sterren camping in de buurt. Het hoogtepunt van een verblijf daar is, volgens hun eigen website, het kasteel van Sedan, één van de grootste middeleeuwse kastelen van Europa. Niet het mooiste en toch ook nog gauw drie kwartier rijden. De school is ongeveer net zo ver. Wat ik eigenlijk bedoel: het Franse platteland heeft een probleem. Vergrijzing, leegloop, werkeloosheid. De Fransen trekken naar de stad. De jeugd heeft op het platteland niets te zoeken.

Barricourt. Zo’n 24 jaar geleden was ik in Barricourt. Één van de vier dorpskernen van Tailly. We verbleven er twee dagen bij vrienden die op hun beurt daar een huisje gehuurd hadden van dorpsgenoten. Het was voorwaar geen zomer! Er moest hout worden gehakt voor de kachel! Buiten was het grijs en kil. Uitstapjes herinner ik me niet. Wel een wandeling door het dorp, wat eigenlijk niet meer was dan een rondje om de kerk. Niet alle wegen waren verhard. Hier en daar stak een koe zijn kop door de deur. De fermier kwam eens kijken wie daar langs zijn boerderij liep. Ah, les Hollandais! Bonjour! Waarschijnlijk waren wij, behalve zijn vrouw, de eerste mensen, die hij die dag zag.

Doen? Ik vroeg en vraag het me nog steeds af: Waarom kopen Nederlanders een tweede woning op het Franse platteland? Oké, voor de prijs hoef je het niet te laten. Onder de € 50.000,- heb je al een heel behoorlijk opknappertje. Onder de €40.000,- zal je iets langer moeten klussen, maar het is mogelijk. Waarschijnlijk is alles mogelijk en zal het met minder uiteindelijk ook nog wel lukken. Maar dan? Reis je zelf 3 tot 4 keer per jaar af naar jouw stekkie in la douce France? Wordt dat jouw vakantie de rest van je leven? Of hoop je stiekem dat het toch goed te verhuren is? Dat heel veel mensen plotseling willen verblijven ‘au milieu de nulle part’? In niemandsland!

En toch! En toch droomde ik er zelf ook wel eens van. Wat als je nou zo’n heel dorp koopt? In het centrum staat een potentieel multifunctioneel gebouw mét klokkentoren. Daar kan een restaurantje in, een winkel of overdekte markt, een Carrefour Express. De bebouwing is talrijk genoeg om 50-60 vakantiewoningen te huisvesten. Het omliggende land is groot genoeg voor een camping, een zwembad. Het heuvellandschap leent zich prima voor fietsers en wandelaars.

Maar…. Het Franse platteland blijft stil, leeg en saai. Het gaat dus niet gebeuren!

foto: J’adore Barricourt.

Dank voor je leuke bijdrage René! Uit de oude doos plaats ik een recept voor een salade pissenlit erbij. Ik weet zeker dat je in de velden rond of op de muren van Barricourt voldoende ingrediënten voor deze salade vindt.

foto: muurbloempjes in een leeg dorp.

Recept. Een salade uit Lotharingen, een paardenbloem salade met warme aardappels. Voor het gemak maak ik gebruik van rucola, een verwant van de paardenbloem. Is het ook voor de wat minder avontuurlijke lezers te behappen. Bij deze salade raad ik een Riesling uit de Moezelstreek aan.

Nodig 4 personen:

400 g krieltjes

200 g rucola

100 g spekblokjes

1 sjalotje

gehakte bieslook

1 teen knoflook

1 el grove mosterd

peper

zout

olijfolie

witte wijn azijn

Bereiding:

Was de krieltjes en kook ze gaar in hun schil. Was de rucola en laat uitlekken. Verhit de olie en bak de gerookte spekblokjes uit met het sjalotje en de knoflook. Snijd de nog warme krieltjes doormidden en meng deze met de rucola en bieslook. Schep de spekblokjes over de salade. Blus het spekvet met wat witte wijnazijn en voeg een schep grove mosterd toe. Giet de warme dressing over de salade. Serveer direct met een stuk knapperig stokbrood.

Het slagershandboek voor de thuiskok.

foto: cover Slagershandboek.

Het slagershandboek voor de thuiskok. Na alle aandacht voor groente, vegan en plantbased, is het nu weer eens tijd voor een stukkie vlees in de keuken. Gelukkigerwijs ontving ik dit terroir boek van schrijver, illustrator en ontwerper Arthur le Caisne, die in de rol kroop van slagersknecht. Le Caisne ging op stage bij twee toppers op vleesgebied in France métropolitaine. Vleesaffineur en rijper Jean Denaux, die zelf liever spreekt veredelen spreekt. En Fred Ménager, expert op het gebied van alles dat fladdert en dat is in la douce France meer dan de kipdelen, die je in ons kikkerland aantreft. Twee vaklieden dus stonden aan de basis van dit uiterst handige boek. Ik vind het een leuk naslagwerk in de categorie werk van Stéphane Reynaud en Bon Appétit van François Régis Gaudry. Heel Frans zijn de getekende illustraties van topvee, wild en gevogelte. En de clin d’oeil (knipoog) bij de besproken waar. in de vorm van commentaren boven de tekst. Want vlees eten, zeg nu zelf, is naast een serieuze zaak ook genieten.

Het eerste gedeelte gaat over dieren, van rund tot en met wild. Welke rassen zijn er?Hoe snijd je het vlees uit? Is wayguvlees echt zo bijzonder? En hoe zaag je een mergpijp? Le Caisne legt ook uit bij welk vlees je een scherp vleesmes gebruikt en bij welk vlees juist een gekarteld broodmes. Het Hongaarse wolvarken passeert de revue, een ras, dat bekend staat als de waygu onder de biggen. Je leest tevens een grote betrokkenheid bij de vee-industrie, want bij het lamsvlees pleit de schrijver voor raslamsvlees. De AOC’s, Label Rouge en andere keurmerken komen aan bod. De geschiedenis van de kip en tot slot wat lokaal wild.

foto: varkensrassen, nooit vergeten dat een varken een heel intelligent dier is met heel veel humor.

Nadat het vlees is geslacht en afgehangen, gaat Arthur le Caisne in het slagershandboek voor de thuiskok aan de slag met de bereiding. De geheimen, die hij ontfutselde aan eerder genoemde experts. Het gebruik van materiaal, je ingrediënten, het al dan niet “voor”zouten van vlees, geheimpjes van sterrenkoks en je braadvet. Wederom met leuke illustraties van aquarellist Jean Grosson. En als het echt bijzonder wordt bezigt Le Caisne het de Franse kreet MIAM, wat zoveel betekent als Mmmmmm. Een groot gedeelte gaat in dit hoofdstuk over koken versus braden. Heel belangrijk is altijd de juiste temperatuur kiezen. Die is bij een stoof natuurlijk anders dan bij een entrecote of eendenborst

In het derde gedeelte van het slagershandboek vind je 25 basisrecepten voor rund-, kalfs- varkens- en lamsvlees. Lekkere bereidingen van gevogelte. Een apart deel, het blijft een Frans boek over fonds en bouillons ontbreekt niet. Gereons Keuken Thuis wordt er vrolijk van. Het slagershandboek voor de thuiskok krijgt een lekker plekje in mijn kookboekenhoek naast Jacques Hermus’ Wilde Eten, het wildboek van Stéphane Reynaud en de de bijbels van Bocuse en Troisgros. Vlees u weet wel waarom messieurs/dames!

Het slagershandboek voor de thuiskok, Arthur le Caisne. (ISBN 9789059569942) is een uitgave van Fontaine en kost in de kookboekenvakhandel of online €27,00

Video: een kippetje geroosterd op de wijze van Le Caisne

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

De Wijnkaart asjeblieft.

foto: cover De Wijnkaart sjeblieft.

De wijnkaart asjeblieft. 8000 jaar wijngeschiedenis in 95 getekende kaarten van 58 verschillende landen, waaronder ook ons relatief nieuwe wijnland. Een heuse wijnatlas ligt er hier op Gereons keukentafel, om moet ik zeggen kelderplank. Adrien Grant Smith-Bianchi en Jules Gaubert-Turpin maakten een atlas vernoemd naar een aantal reisgidsen en wijnposters, die deze mannen eerder maakten. De schrijvers van De Wijnkaart asjeblieft misten fraai gevormde media op het gebied van oenologie en bundelden hun krachten, Jules schreef de wijnteksten en Adrien tekende de mooie kaarten van de wijngebieden.  Het resultaat mag er zijn, een atlas die gaat over al die landen en mensen, waaraan wij ook heden ten dage deze heerlijk drank aan danken. Want wijn beurde Romeinse soldaten in de Oudheid op en bevordert tegenwoordig de sociale cohesie in chique wijken van San Francisco. Grant Smith-Bianchi en Gaubert-Turpin (ben trouwens wel benieuwd hoe zij aan die dubbele namen komen?) nemen je mee op een wereldreis langs wijn in geografie, druivenrassen, hectoliters en in tijdlijnen met dit boek.

Laten we eens kijken waar de heren ons naartoe leiden. De tijdlijn begint in 6000 voor Christus. Ja, dan denkt Gereons Keuken Thuis direct aan Georgië. Bakermat van de wijnbouw. De schrijvers stellen dat je eigenlijk het gehele bassin van Zwarte Zee en Kaukasus als bakermat moet rekenen, want het huidige Turkije en Armenië deden ook al ver voor onze jaartelling een duit in het zakje. En overbodig te zeggen, het Midden Oosten, van Egypte tot aan Mesopotamië. Ik maak een sprongetje naar 1500 voor Chr.  Roemenië en Moldavië trappen af, het Oostelijk Middellandse Zeegebied, Griekenland, Cyprus en Macedonië. Daarna gaat het snel en verspreid in 1000 jaar tijd de wijnbouw zich over geheel Zuid Europa. Van Italië tot Portugal. Van de Maghreb tot ver in Frankrijk. Denk bij de laatste aan de enorme bronzen Griekse urn uit 600 voor Chr., die gevonden werd in Vix. Allemaal per land weergegeven in kaarten, met aanduidingen van druivenrassen en terroir.

We belanden in de Middeleeuwen, het tijdperk dat wijnbouw vooral een bezigheid was van de clerus. Je ziet op de kaarten, dat in heel Europa wijn wordt gemaakt, ook in noordelijker streken zoals Duitsland, Engeland en Oostenrijk. Maar via onderzoek ontdekten Jules en Adrien, dat ook Oezbekistan en China al een geduchte wijncultuur kenden. Vanaf ongeveer 1500 gaat het huidige België een toontje meezingen en na 1800 zie je de proliferatie van wijnbouw naar de nieuwe landen, van Argentinië tot Madagskar en van Californië tot Australië. Nederland is een relatieve nieuwkomer, net als India, Polen, Zweden en Thailand. Ach met de moderne technieken kun je op veel plaatsen wijn maken. Oenoloog Michel Rolland beweerde eens stellig dat dat ook op de maan mogelijk moet zijn. Tot slot besteden de schrijvers aandacht aan de herkomst en verspreiding van bekende druivenrassen.

De wijnkaart asjeblieft is een heerlijk snuffelboek, een eye opener- en een “oh juist zo zat het”wijnboek vol weetjes en mooi vormgegeven kaarten. Een must have voor wino’s zoals ik. Gereons Keuken Thuis gaat er zijn voordeel mee doen tijdens wijnpraatjes.

De Wijnkaart asjeblieft. door Adrien Grant Smith-Bianchi en Jules Gaubert-Turpin (ISBN 97890215773274) is een uitgave van Kosmos en is te koop voor € 25,00.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

La douce Paris, met Janny langs de lekkerste bakkers van Parijs.

foto: wat een heerlijke réligieuse.

La douce Paris, een woordspeling op la douce France, land van het zoete verrukkelijke leven. En dan la capitale Parijs, ville lumière, stad van knisperende baguettes, boterige croissants, smeltende pains au chocolat en taartjes. Want à Paris on prend la mésure en de grande dame, die je in dit boek langs al dat lekkers loodst, is niemand minder dan Janny van der Heijden. Als een volleerd randonneuse verkende zij de arrondissements, op zoek naar de lekkerste dingen van patissiers. En route dus met Janny.

La douce Paris is een ode van Janny aan deze stad, de elegantie, die zich ook laat zien in alle patisseriecreaties, sommige bijna te mooi op te eten. De schrijfster is dol op Parijs en bezoekt graag de bakkers, die bijna 24 op 24 Parijs bedienen van het heerlijkste op brood- , maar ook op patisseriegebied. Dat 24/24 is niet helemaal waar, want tussen 10 en 4 is het verboden te bakken. Maar tijdens de andere uren worden de heerlijkste broden en zoetigheden vervaardigd. Je kunt er een tour van maken. En dat is nu precies het leuke aan La douce Paris. Janny neemt je mee langs haar favoriete adressen.

We beginnen in de buurt van les Halles, tot 1962 Rungis het overnam, het culinaire hart van Parijs. Deze buurt werd getransformeerd tot cultureel centrum van de stad, maar raakte in de jaren negentig in verval. Nu is mede door ingrijpen met nieuwe Hallen de buurt weer sterk in opmars. Wat echter altijd bleef waren de gerenommeerde adressen, zoals Stohrer met zijn puits d’amour of maison Kayser met baguette mongue, vernoemd naar de eerste bakkerij. Janny verklapt hierna het recept om de heerlijke tarte au caramel van het laatste huis zelf te maken.

foto: cover La douce Paris

We belanden in de Rue Saint Honoré, een chique straat met bodyguards voor de merkwinkels. Een vriendin uit mijn studietijd woont daar en schreef over deze buurt een mooi boek. Der Himmel neben dem Louvre. Over haar leven in Parijs en in de salons du thé. Want dat kenmerkt deze buurt tussen Louvre en Place Vêndome, met de grote hotels en joailliers.  Je drinkt hier geen koffie, maar vlijt je neer voor een kop of kannetje thee. Ook vind je hier de grote huizen als Ladurée met de beruchte macarons, het chocolat chaud adres Angelina en le patisserie du Meurice, waar vrais objets d’art worden gemaakt. Te mooi om op te eten. Als je dat doet, doe zoals Janny en peuzel je taartje op in de fijne tuin van het Palais Royal. Een van de favoriete plekjes van Gereons Keuken Thuis in Parijs, ver van de stad, maar er ook middenin. La douce Paris gaat verder langs de bakkers en patissiers van de buurt rond boulevard Haussmann en Opéra. Daar zitten enkele pareltjes en favorieten van Janny, ook Japanse. Lunchen doe je bij  Galéries Lafayette of op het dak van Printemps. Montmartre en Pigalle, ontbreken niet aan de voet van de bute met de suikerzoete roomsoezenkerk, de Sacré Coeur. Een levendige buurt, met wederom een mooie route. De Marais, Rue des Rosiers, het hart van Joods Parijs, waar ze in de rij staan voor de falafel. Het leuke aan deze buurt is dat alles nog kleinschalig is rond de Place des Vosges. En wat te denken van de pretzels en apfelstrudel van Asjkenazische en koosjere bakkerij van Florence Kahn?

foto: stap in de Russische 19e eeuw bij Pouchkine.

Ik verlaat de rive droite, want aan de andere kant van de Seine ontdekte Janny ook veel moois. Studentenbuurt Quartier Latin. Vergeet niet bij Berthillon op Ile St. Louis een ijsje te eten, alvorens je tour te starten op de Place Saint Michel. Bezoek eens de Tunesische bakkerij in de Rue de la Harpe, score een boek, net als Alice B. Toklas of  Hemingway bij de Shakespeare Company en peuzel je zoete waar al lezend op in de tuinen van het Luxembourg. Of in de tuinen rond de Romeinse opgravingen in deze buurt. Terwijl ik nu zit te typen zie ik het allemaal voor me. Last but not least, gaan we BCBG naar Saint Germain des Prés, wieg van het rive gauche gevoel, met warenhuis Au Bon Marché en befaamde brasserieën. Ik ben door dit boek er wel achter dat taartjes ook iets existentialistisch hebben. Klassieke patisserie in optima forma, zoals de meesterlijke macarons van Pierre Hermé.

Inmiddels is het een wat lange recensie geworden en dan ben ik nog niet eens op de helft. La douce Paris is een smul- droom- en reisboek ineen. Zelfs op deze vrijdagochtend aan zee waan ik me even ailleurs. Volgende keer live op pad met dit heerlijke boek onder de arm. Want, als je in Frankrijk of Parijs bent verdien je elke dag een taartje, een stukje joie de vivre.  Chapeau Janny!

La douce Paris, Janny van der Heijden (ISBN 9789018045166) is een uitgave van ANWB boeken en te koop voor € 23,95 (leden) of € 24,95 (niet leden)

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Urban Jungle, Igor Josifovic & Judith de Graaff.

foto: cover Urban Jungle.

Urban jungle, wereldwijde trend, je zou zelfs kunnen zeggen, dat deze trendstatus is overgegaan in een blijvertje. Ik schreef dat al eens eerder in een blog. Want groene planten zorgen voor frisse en gezonde lucht, een fijn klimaat in je huis. Meer en meer citydwellers weten dit en voegen de daad bij het woord. Ook ik ben zo’n #greenhappiness plantaddict, zowel buiten als binnen, jaarrond. Lekker bezig zijn met groen om je heen. Interieurstilisten Igor Josifovic en Judith de Graaff troffen elkaar in 2013 op een terras in Parijs en ontdekten dat zij ook plantaddicts waren. Het resulteerde in een samenwerking, een maandelijks topic over groen en de blog urbanjunglebloggers. Velen sloten zich aan bij deze community en nu is er Urban Jungle, het boek, vol inspiratie voor een huis vol groen. In leuke settings, met fijne ideeën en tips van plantenliefhebbers uit verschillende steden. Igor en Judith hopen, dat het boek meer is dan een koffietafelboek en het je aanzet tot actie. Ik sprak gisteren op Gereons Keuken Thuis over #plantificeren van voeding. Dit mooie neologisme kan natuurlijk ook gebruikt worden voor je woonruimte N’est ce pas?

foto: greenscape at SeaSpot

Aan de slag met groen in je huis. Ik noem het meestal de kantoortuin, want als je veel vanuit huis werkt zoals wij beiden doen, is het fijn groen om je heen te hebben. Urban Jungle was op bezoek bij  Marij en Evert uit Alphen aan de Rijn, twee creatieve Nederlanders, die van hun standaard Hollandse woning een groene oase maakten. Planten in grappige potten van de kringloopwinkel, hangplanten en Marij vertelt hoe je zelf een plantenhanger van touw macrameet. Bij elk interview vind je handige tips voor styling en verzorging. Via cactussen en vetplanten gaat het verder naar Hastings (van de slag in 1066, maar dat terzijde), waar Jeska en Dean een groen juweeltje bewonen aan het Kanaal. Een huis vol vintage en groene planten. Alles is doelbewust verzameld. Ook de planten. Jeska laat als stylingtip zien, hoe je je eigen terrarium maakt.

In Urban Jungle mag de monstera of vingerplant niet ontbreken. Deze echte seventies knakker is back on track, net zoals de koning van het oerwoud de monstera deliciosa. We belanden bij een jong gezin nabij Heidelberg, Hier leven de Schmidts tussen het groen. Dit Duitse stel vindt het heerlijk de natuur in huis te halen. Als meisje vond Pepper het al heerlijk om buiten te zijn en met groene planten haalt zij de natuur naar binnen. Net zoals vondsten uit de natuur, geplaatst in een minimalistische setting.

De ficus elastica komt aan bod. Ik heb zelf twee robusta’s in SeaSpot staan, een donkerkleurige en een bicolor. Heerlijk stoere en mannelijke planten. Die tegen een stootje kunnen. Wisten jullie, dat een groot deel van groene planten door mannen wordt gekocht? Via de multifunctionele calathea, die tegenwoordig in allerlei schakeringen te koop is, o.a. bij Cuki in de Amsterdamse De Clerqstraat beland ik bij de creatieve Morgane uit Toulouse. Deze creatieve plantenliefhebster woont met haar zoontje in een groen nest. Never a dull moment bij deze Française, want zij tovert oude glaasjes met een likje verf om in plantenpotjes. De wekelijkse verzorging  van het groen is haar time out.

En zo gaat Urban Jungle van Igor Josifovic en Judith de Graaff verder. De populaire pannenkoekplant ontbreekt niet, net als de pilea. Het boek eindigt in een oase van groen in Istanboel. Het boek geeft als extra een register vol blogs, winkels en handige internetadressen. Urban Jungle is een heerlijk boek om inspiratie op te doen voor je eigen groencollectie, maar wat ik nog leuker vind aan dit boek is dat mijn groene vingers nu jeuken om aan de slag te gaan vandaag. Ter illustratie een kiekje van mijn eigen urban jungletje.

foto: mijn Mokumse urban jungletje

Urban Jungle, inspiratie voor een huis vol groen, Igor Josifovic en Judith de Graaff. (ISBN 9789059567719) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 22,00.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten