Moro thuis. In 2020 veranderde, net als voor veel andere mensen, die werkzaam zijn in het restaurantwezen, het leven danig voor Sam en Sam Clark, de uitbaters van het Londense MORO. Ineens zaten ze thuis in hun eigen keuken in plaats van in het restaurant. Voeg daarbij de drie kinderen, die ineens 24/24 op honk waren en het beeld van de eerste Covid 19 lockdownperiode is geschetst. Er moest worden thuisgekookt, snel en makkelijk met wat voorhanden was. Met inspiratie uit hun tweede vaderland Andalusië. Zo ontstond hun nieuwe kookboek Moro thuis. Met de smaken van hun geliefde plekje tussen Cordoba en Sevilla, gemengd met Noord Afrikaanse en wat Midden oosterse mediterrane elementen. Ze moesten deze plek node missen gedurende twee jaar. Hun plekje, een bouwval, de gemeente wilde het slopen, dat zij tien jaar daarvoor hadden gekocht als vakantiehuis. De lockdown en de terugkeer naar hun Andalusische home in 2022 deed hun besluiten de boel daar grondig aan te pakken. Het huis, de streek en hun keuken vormden een mooi decor voor hun Zuid Spaanse kookboek.
Moro thuis begint met tostada’s, die de Clarks serveren met een glas droge fino of manzanilla uit Jerez. Lekker knapperig brood met vele soorten Spaans beleg, zoals jamón serrano, tomaat, gezouten ansjovis, chorizo en zelfs een Portugese prego. (gebakken dun gesneden biefstuk) Of wat te denken van een smeersel met krab, aïoli en oloroso, medium sherry? De laatste twee tapas ga ik onthouden voor de housewarming dit voorjaar onder de Occitaanse zon.
Een grote variatie aan ei- en zuivelgerechten komt aan bod, de traditionele tortilla of variaties van gebakken eieren met erwtjes, komijn of chorizo. Een uitstapje met Turkse eieren. Een omweggetje met labneh, feta en halloumi. Sam en Sam spelen graag leentjebuur bij smaken, die onder de Spaanse zon niet verkrijgbaar zijn. Wat GKT jammer vindt is, dat ze ook een recept voor shakshuka plaatsen. Die kennen we zo onderhand wel! Vrolijke salades staan op het menu van Moro thuis, artisjokken met een za’atar dressing of baby romainesla met erwtjes en pancetta. Gegrilde sla, direct van de plancha.
Arroz y garbanzos (rijst en kikkererwten) mogen natuurlijk niet ontbreken in de keuken van Al Andaluz. Dus ook niet in de keuken van MORO. Zo staat er een recept voor gebakken spinazie met kekers in dit hoofdstuk, een all time classic. Ik maakte deze op GKT eens met snijbiet. Via vis, vlees en groenten belanden we bij de éénpans- gerechten, een hoofdstuk waarin Sam en San Clark trachten complexe kooktechnieken te vereenvoudigen. In deze tijd van hoge energieprijzen een prima doelstelling. Denk aan lamsvlees met lentegroenten of zeebaars met venkel, aardappel en kappersaus in de vorm van een tray bake.. Als de buikjes dan nog niet vol zijn zijn er nog de zoete dulces.
Moro thuis van Sam en Sam Clark is een kookboek waarin je leest en proeft met hoeveel liefde de schrijvers van hun dagelijkse kost in Londen genieten, waarbij ze hun andere place in the world hebben geïncorporeerd. Dat alles in een fusie van de traditioneel Zuid Spaanse keuken met Maghred en Midden Oosterse invloeden. Een kookboek voor de thuiskok, die na een lange winter de Spaanse zon in huis wil halen.
Moro thuis. Sam & Sam Clark. (ISBN 9789461432933) is een kleurrijke uitgave van GoodCook en is on- en offline te koop voor € 34,95
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Wijntour 2022 slot. Alweer de laatste wijnparade van dit jaar, vlak voor de kerst. Een blog zonder tekst, maar met foto’s. Ter inspiratie voor bij het kerstdiner of bij de oliebollen op Oudjaarsavond. Laatste proefparade van 2022.
Gereons Keuken Thuis gaat in 2023 verder met het plaatsen van geproefde wijnen, maar in een ander format. Stay tuned!
Recepten uit de foodybox zomer. Een week of drie geleden plofte de foodybox #zomereditie van Kroon op het Werk weer op de mat. Een box vol zomers genot. Voor een Griekse bonensalade, een gezellige Pride fiësta met aardbei-gin uit Sevilla of Italiaanse limoncello. Kaas uit de Alpen. Guacamole als dip voor bij je nachos. Barbecue-marinades zonder suiker, waar één van mijn special reporters erg blij mee was. Sapjes en slurpjes. Opruimen en schoonmaken van je buitenkeuken moet ook gebeuren: dus de HG barbecuespray was meer dan welkom. Laat de al fresco zomer maar beginnen met al het lekkers uit de box.
Een easy does it courgetterecept met de speciale courgettes van CRÜ, een mooi nieuw seizoensproduct. De CRÜ courgette is een aparte tante binnen de courgettefamilie. Gestreept, knapperig en mild van smaak. Deze courgette kan ook rauw wordt gegeten. Maak er eens groen Griekse salade mee, met bonen en feta.
Nodig:
2 CRÜ courgettes in hele dunne plakjes 1 potje tuinbonen, uitgelekt 500 g gekookte en afgekoelde sperziebonen 2 tl oregano 1 stengel bleekselderij, in fijne stukjes 1 rode ui, in ringen 1 groene paprika, in ringen 1 citroen peper en zout olijfolie feta, ingemaakt in blokjes (zie recept voor Gereons BBQ kaas) Kalamata olijven ontpit Turks brood Griekse yoghurt
Bereiding:
Kook de sperziebonen kort beetgaar. Laat ze afkoelen. Meng alle ingrediënten, bonen, courgetteplakjes, bleekselderij, paprika, olijven, oregano en rode ui door elkaar en besprenkel met sap van een halve citroen en olijfolie. Voeg naar smaak peper en zout toe. Garneer op grote schaal met de gemarineerde fetablokjes. Om deze maaltijd compleet te maken kun je Turks brood roosteren, besmeren met Griekse yoghurt en er wat peper uit de molen over draaien.
Tip: Je kunt naast de tuin- en sperziebonen ook mooie Griekse witte reuzenbonen gebruiken.
Holy moly dips. Makkelijke salsa en guacamole voor bij je warne nachos, geroosterde mais van de BBQ. Geheel plantaardig en zonder additieven. Holy moly is een makkelijk product om in huis te hebben voor je apéro of bij de strandpicknick.
Tip: serveer de Holy Moly tomaten & mangosalsa bij pittige Indiase kipspiesjes.
Puerto de Indias. Sevilla, de stad van waaruit de Spanjaarden de Nieuwe Wereld ontdekten.De haven van India. Dat dacht men namelijk in 1492 ontdekt te hebben. De brug naar Amerika. Een gouden toren houdt al eeuwen de wacht over deze zinderende stad. En vormt een Sevillaans embleem op de fles met van de speciale met wilde aardbeiden gemaakte gin uit deze stad. In de foodybox trof GKT een fles aan van deze grondleggers van flavoured gin.
Met deze gin dacht ik eerst mijn succesrecept voor gazpacho helado con gambas piquantes af te stoffen, maar het werd een pink Pride sangria met rosado, sandia (watermeloen), uvas (druiven) en fresas.
Pink sangria à la Jeff.
Nodig:
een flinke scheut Las Indias strawberry gin fles Spaanse rosé bronwater gehalveerde pitloze rode druiven gehalveerde aardbeien blokjes watermeloen ingevroren klein kneepje limoen
Bereiding:
Doe alle gewassen fruit in een kan, schenk er een flinke scheut gin op en daarna de rosé en wat bronwater. Roeren en je Pride fiësta kan beginnen.
KALTBACH. Kaas, die rijpt in Zwitserse grotten, half hard en romig. Geaffineerd door grotmeesters, die kneepjes van het vak kennen. Kennis die van Kaltbach grotmeester op grotmeester wordt overgedragen. Door de toegevoegde room smelt deze kaas op je tong. Bij Kaltbach kaas serveer je een glas witte chasselas van de steile Rhône hellingen.
Pallini limoncello. Sun galore all the way from Italy. Deze gele fles. Zelf is GKT niet zo’n fan van zoete drankjes, maar één van reporters hier in Zandvoort des te meer. Tijdens de #italiaanseweken op Gereons Keuken Thuis komen de citroensmaken goed aan bod. Wist je dat je limoncello ook goed kunt gebruiken om een plak cake in te drenken? Of doe eens Napolitaans en maak van cakejes, een beetje honing, citroenrasp en limoncello “babas al limone”. Een prima zuiders nagerecht.
Nodig:
2 eieren
150 g suiker
50 g boter
300 g bloem
scheutje melk
1 zakje bakpoeder
1/2 fles Pallini limoncello
200 g suiker en 4 el honing
1/2 l water
1 citroen voor zeste en decoratie.
grote schone pot
Bereiding:
Klop de eieren met de suiker schuimig. Voeg de melk bloem en bakpoeder toe en maak er een mooi glad beslag van. Verwarm de oven voor op 180 graden. Vet de cakejes- of madeleinevorm in met boter en vul de vorm met het beslag. Bak de cakjes in 20 minuten af. Controleer met een satéprikker of ze gaar zijn. Laat de cakejes afkoelen. Voor de siroop doe je de suiker en een halve liter water in een steelpan en breng het aan de kook totdat alle suiker gesmolten is. Laat even afkoelen. Voeg honing toe, citroenzeste en de limoncello. Roer goed door. Doe de cakejes in een schone pot en giet de siroop erover totdat ze geheel doordrenkt zijn. Ter decoratie kun je nog wat citroenpartjes toevoegen. En om het makkelijk te houden: kom je iets aan vocht te kort kun je nog wat limoncello in de pot gieten. Sluit de pot goed af. Laat de pot minstens 24 uur in de ijskast staan.
Alle producten werden mij als samples gestuurd door pr bureau Kroon op het werk. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Foodbloggers a la española. Het is Witte Donderdag, een mooie dag, om, zij het als een soort laatste avondmaal, een selectie te plaatsen van recepten, die door enthousiaste foodbloggers tijdens de #spaanseweken werden ingezonden. ¡Vamos a ver!
Tinto de verano en Anne-Marie is happy in haar kitchen, in elk seizoen.
“Rode wijn van de zomer Tinto de verano betekent letterlijk ‘rode wijn van de zomer’. En dat is dit zomerse drankje zeker. Omdat je de wijn mixt met frisdrank en heel veel ijsklontjes, is het alcoholgehalte een stuk lager en drinkt het lekker door. Gebruik dan ook geen dure rode wijn voor deze mix, een gewone simpele rode wijn uit de supermarkt volstaat.”
Ingrid Vinissima Larmoyeur mag niet ontbreken in deze Spaanse parade. Zij maakt veel originele recepten, waaronder deze Spaanse schotel met aardappeltjes, tijm en chorizo.
“Omdat ik door mijn recente opleiding tot ‘Spanish Wine Specialist’ nog steeds in Spaanse sferen verkeer, had ik zin in een spaansgetint gerecht bij een wijn uit Priorat. Dus ging ik op zoek naar Spaanse recepten met ‘tomillo’ (het Spaanse woord voor tijm). Ik zag veel combinaties met aardappeltjes en chorizo. Kwam dat even goed uit! Want ik had nog 8 chorizoworstjes over van mijn Cajun seafood boil, waarin ik er maar twee gebruikte. Dat was dus mooi en die pasten ook nog eens goed bij de Priorat. Ik deed er nog wat paprika bij, uiteraard veel tijm en ik maakte er een smakelijke ovenschotel van: patatas al horno con chorizo y pimiento.”
Priya loves food gaat voor Spaanse mosselen. Zeefruit en vis is dagelijkse kost op de peninsula, maar ook bij deze foodblogger.
“Spaanse mosselen in pittige tomatensaus. Vorig jaar was ik op een citytrip in Valancia en daar genoot ik volop van het eten. Net als dit gerecht, een mosselpan met grote mosselen in een lekkere tomatensaus met veel knoflook. Je kan dit pannetje een beetje pittig maken door een chilipeper toe te voegen. Mosselen, ik krijg er geen genoeg van. Mosselen in Thaise curry, Griekse mosselen met feta, noem maar op. De Spaanse mosselen in tomatensaus zit al sinds die tijd in mijn hoofd. Tijd om dit zelf te maken. Je maakt met tomatenblokjes en olijfolie een smaakvolle saus met knoflook, uit, saffraan en paprikapoeder. De mosselen even erin stoven en smullen maar. Lekker met brood met huisgemaakte aïoli en gegrilde groente.”
Hanneke Culinea de Jonge verrast ons met een salmorejo uit Andalusië. Koele koude soep voor hete dagen, de spreekwoordelijke tres meses de infierno. (3 maanden hel)
“Net zoals de gazpacho is deze Spaanse koude soep salmorejo ook een klassieker. De soep wordt koud geserveerd en is heerlijk op een warme of tropische dag. En die hebben wij tegenwoordig ook in ons kikkerlandje. Reden genoeg om deze koude soep eens te maken als het weer eens erg warm is in de zomer.”
Cora Meijer van Cultfood schreef onlangs een prachtig verhaal voor Gereons Keuken Thuis over haar hike door Noord Spanje. Nu reist ze af naar het zuiden, Andalucia.
“Pinchos zijn onderdeel van de Spaanse tapas: kleine hapjes die rond borreltijd op grote schalen op de bar staan voor bij je drankje. Pinchos hebben een sneetje stokbrood gemeen, al of niet geroosterd. Het is een Moorse invloed uit de 19e eeuw, ontstaan in steden als Sevilla, Cordoba en Cadiz in Andalusië. De kastelein dekte zijn glazen op de bar af met een sneetje (stok)brood. Zo ontstond de traditie om deze sneetjes te beleggen. Het beleg op de sneetjes wordt vaak met een cocktailprikker vastgezet.”
Anke Morreel vertelde vorige week haar “Ik vertrek” verhaal op mijn blog. Zij stuurde de Russische salade in, die zo Spaans is als wat en in geen enkele Spaanse bar ontbreekt.
“Wie al eens in een bar in Spanje is geweest kent zeker deze tapa “ensalada rusa”. Want ondanks de naam, is er deze salade niet weg te denken uit de Spaanse keuken. Je kan deze salade ook als “portion” kiezen wat een groter hapje is. En wij eten het ook gewoon graag als bijgerecht bij een BBQ.”
Jody ging op varkenshunt in Extremadura Ruig land met eikenbomen en eikeltjes, waarmee het Iberische zwarthoef varken zijn maal doet. En met effect, want het levert heerlijke jamón op.
“Vanuit de auto zien we ze al. ‘Ik zie ze!’, ‘Daar die zwarte bolletjes!’, ‘Nee, dat is een steen..’, ‘ik zie ze toch echt…’, Nu zie ik ze ook!’ ‘Ah wat leuk!’ Wanneer ons groepje foodschrijvers en fotografen door het glooiende landschap van Sevilla naar Extremadura rijdt, zijn we alert als een damhert op de A4. Want we zijn in Jamon Ibérico de bellota-land! De speciale zwarte varkens die de laatste maanden van hun leven alleen maar Spaanse eikeltjes mogen eten. Naarmate we dichterbij onze eerste bestemmingen Jerez de los Caballeros en Mérida komen zien we alleen nog maar meer varkens onder de eikenbomen scharrelen. Dat belooft wat!”
¡Muchas gracias voor jullie inzendingen!
Mijn recept voor foodbloggers a la española.
De zon staat hoog aan de hemel, ter verkoeling drinken we een koude soep, een gazpacho. De koelte van het Generalife, met zijn watertuinen valt ons ten deel. Soep koud gemaakt van de groenten uit de Vega waarop het Alhambra uitkijkt. Dit geïrrigeerde tuinbouwgebied was knap verzonnen van de Moren. Net als het transporteren van sneeuw uit de Sierra Nevada voor hun ijsjes. Het was goed toeven boven op de rode burcht. Dit beeld bracht mij op het idee voor een gazpacho helado. Voor het contrast serveer ik er hete garnalen bij. Gepeperd met een vondst uit het wereldrijk, dat de Spanjaarden verworven na de reconquista, de chilipeper. Koud en heet, vuur en sneeuw, fuego y nieve. De Nieuwe en Oude Wereld verenigd. Als wijn en hoe kon het ook anders een mooie droge fino sherry, koud in je glas.
Nodig 8 raciónes:
1 komkommer 6 grote tomaten 1 rode paprika 2 tenen knoflook 3 el amandelschaafsel 1 glas wodka peper en zout 1 tl paprikapoeder gerookt 16 grote tijgergarnalen 1 Spaanse peper 1 tl chilipoeder zout olijfolie
Bereiding:
Schil de komkommer en snijd in kleine blokjes. Blaker de rode paprika boven een vlam en doe deze in een plastic zak. Als de paprika afgekoeld is, ontvel je deze, haal je de zaadlijsten eruit. Snijd in kleine stukjes. Kruis de tomaten in en dompel deze kort in het water, laat daarna koelen in ijskoud water. Ontvel de tomaten en haal de zaadjes eruit. Hak de knoflook fijn. Doe al deze ingrediënten en het glas wodka in een blender. Maak er een puree van. Maak de gazpacho op smaak met peper en zout. Stort de gazpacho in een plastic bakje en zet in de vriezer. Haal om het half uur een vork door het mengsel zodat een grove kristalstructuur ontstaat. Na enkele uren is de gazpacho helado klaar.
Pel de garnalen, maar laat jet staartje eraan zitten. Haal met een mesje het darmkanaaltje eruit. Bestrooi de garnalen met de chilipoeder en zout. Snijd het rode Spaanse pepertje in ringetjes. Verhit de olijfolie en bak de garnalen snel gaar.
Schep op een bordje een bolletje ijs, leg de garnalen ernaast. Garneer het bolletje ijs met wat gebakken Spaanse peper. Direct serveren.
Anke Morreel over haar Andalucia. Semana Santa is altijd een grote happening in Spanje. Dat is dit jaar niet zo door Covid-19. Het is de laatste week van mijn #spaanseweken. Met een bijzondere gastblogger, Anke Morreel. Zij verruilde het Belgische stadsleven voor het Andalusische plattelandsbestaan en vertelt daar graag over op haar blog. Een ontdekkingsreis langs alles wat het leven goed maakt in Comares.
Van België naar Spanje, Van stad naar platteland. Twaalf jaar geleden kon ik mijn man overtuigen om onze zomervakantie eens in Spanje door te brengen, in Zuid-Spanje dan nog wel. Horrorbeelden van all-in hotels en overbevolkte playas doemden daarbij al op. Maar ik wou wel eens Sevilla, Cordoba, Granada,… gaan bezoeken. Een strand hebben we toen denk ik niet nauwelijks of zelfs niet gezien. Maar wel het mooie binnenland met witte dorpen en prachtige natuur.
Zoveel vakanties en reizen later in verschillende Spaanse regio’s, konden we nooit denken dat we intussen al 8 maanden in het Axarquía gebied zouden wonen, daar waar we toen de eerste keer op vakantie gingen. Dromen is een ding. Deze dromen ook definitief waarmaken is best zowel overweldigend als beangstigend. Van een stedelijk gebied in België naar “de campo” in Spanje. Een hele ommekeer waar we uiteraard wel eerst goed over hadden nagedacht. Omdat we er jawel, al een vakantiehuis hadden, wisten we wel hoe het er was en aan toe ging. Het was nu of nooit.
Dat dit net in volle corona-crisis zou gebeuren konden we uiteraard moeilijk voorzien. Maar we hebben nog geen moment spijt gehad. Niet alleen wij hebben deze mooie regio ontdekt. Meer en meer Nederlanders en Belgen baten hier een B&B uit. Ik laat jullie dan ook graag tijdens de Spaanse weken kort kennis maken met dit prachtige gebied. Hopelijk kunnen jullie snel zelf deze regio komen bezoeken.
Axarquía. De Axarquia is een regio ten oosten van Malaga. De benaming komt van het Arabische woord “al-Sharq” wat zo goed als “Land in het Oosten” betekent. Tekenen van de Moorse overheersing zijn trouwens overal nog goed zichtbaar in het landschap. Ook in ons eigen dorp Comares dat het hoogste gelegen dorp van de regio is. Comares werd ook uitgeroepen tot 1 van de “magische dorpen” van Spanje. Zeker een bezoekje waard dus.
Het zuiden van deze regio grenst aan het rustige gedeelte van de Costa del Sol. De kuststeden zoals Torre del Mar zijn een stuk rustiger dan hun tegenhangers zoals Torremolinos aan de westkant van Malaga. Verder zijn er verschillende mooie “pueblos blancos” (witte dorpen) te bezoeken waaronder Frigiliana met tal van winkeltjes. Winkeltjes betekent natuurlijk ook toeristen, maar het blijft er nog aangenaam.
Ook natuurliefhebbers en wandelaars komen hier goed aan hun trekken. Er zijn verschillende natuurparken oa Parque Natural Montes de Malaga en Parque Natural de las Sierras Almijara, Tejada y Alhama. Deze regio is er voor iedereen die eens de platgetrapte paden wil verlaten en nog een authentieker stukje Spanje wil zien en beleven.
Culinair. Op culinair vlak valt er eveneens een hoop te vertellen. Eigenlijk te veel om in één gastblog te zetten. Maar hierbij toch een kort en beknopt overzicht.In de Axarquía heb je namelijk een overvloed aan amandelen, olijven, wijnstokken, avocado’s, honing, kaas… De geur van wilde venkel en rozemarijn. De geneugden van het land en van de zee allemaal op één plek. De keuken is nog sterk traditioneel, zeker in het binnenland. In heel wat dorpen zijn er ook feesten met een link naar een product uit de streek. De landbouwers zijn terecht trots op wat ze maken.
Olijfolie. Alleen al over de olijfolie kunnen we een hele blogpost schrijven. Hoewel wij zelf bijna geen olijfbomen hebben, worden we er wel mee omringt en kunnen we onze olijfolie gewoon aan onze overbuurman Juan vragen. De olijfolie in de Axarquía is van een uitzonderlijke hoge kwaliteit door de hele lage zuurtegraad van maar 0,15 tot 0,30%. Dit is met andere woorden “extra virgen”. Als je op zoek bent naar een lekkere olijfolie uit de streek, neem dan zeker eens een kijkje op: Shop Andalucia of Finca don Carmelo. Er is trouwens ook een reisroute die je alle mooie plekjes laat zien.
Geitenkaas. Eerst hoor je de belletjes, dan zie je ze: de geiten met de geitenhoeder. De kans dat je even moet stoppen onderweg om ze te laten passeren is hier zeer reëel. Hoewel helemaal niet zo bekend als de schapenkaas manchego is de geitenkaas uit de Axarquia uitstekend. Er zijn zo’n 30 tal kaasmakerijen, waarvan er zich al 2 bevinden in 15 km omtrek. Tegenwoordig eten we dus meer geitenkaas dan vroeger. De Queso de Montes de Malaga, waar ik vorig jaar een mooi pakket met lokale producten van heb gewonnen in een wedstrijd.
Flor de Bermeja. In Casabermeja wordt er jaarlijks een feest gehouden “ Fiesta de cabra Malagueña” waarbij er onder andere de beste tapa met geitenkaas wordt gekozen, proeverijen, rondleidingen enz.
Rozijnen en wijn. De Moscatel is uiteraard geen onbekende dessert wijn. De Moscateldruif is het druivenras dat ook hier lokaal wordt geteeld. Niet alleen voor de wijn, maar ook voor de rozijnen. In El Borge is er jaarlijks “El Dia del pasa” (dag van de rozijn) derde zondag van september. Er is ook een klein museum. In september worden de druiven volop geoogst en gedroogd. Hier in de coöperatieve Ucopaxa wordt echter niet alleen een zoete wijn gemaakt maar ook andere soorten. Zeer aan te raden is hier de Montefacco secco!
Mango’s en avocado’s. Het is wellicht minder algemeen geweten dat hier ook enorm veel mango’s en avocado’s worden geteeld. Let wel, niet iedereen is daar tevreden mee. Deze hebben namelijk veel water nodig en dat is nu net iets waar hier niet te veel van aanwezig is. (foto mango en avocado) Met andere woorden het is een fragiel evenwicht tussen ecologie en economie. Heel wat landbouwers zijn er echter wel afhankelijk van. Soms zelfs ten nadelen van andere gewassen. Avocado staat hier echter wel vaker op het menu dan vroeger. Probeer bijvoorbeeld eens een pasta met avocado.
Amandelen. Vanaf januari zie je ze verschijnen: de amandelbloesems. (foto amandelbloesem). Heel het dal kleurt dan wit en roze. Een prachtig moment dat jammer genoeg niet veel toeristen zien. En ja, er bestaat ook een Día de almendras, dag van de amandelen in Almogia. Amandelen worden in heel wat gerechten gebruikt, en niet enkel zoete gerechten. De “Ajoblanco” is hiervan het voorbeeld uit de streek: een koude amandel/look soep die hier wellicht nog populairder is dan de gewone gazpacho.
Ook gehaktballetjes in amandelsaus zijn populair als tapa.
En verder…zijn er nog de perziken uit Periana, slakken van Riogordo, miel de caña uit Frigiliana (soort rietsuikersiroop) en honing in Colmenar. Een walhalla voor foodies dus… en dan hebben we het nog niet gehad over de mooie natuur, prachtige stranden, en het culturele erfgoed…
Zin gekregen in meer en om de regio zelf te verkennen? Zoals reeds vermeld, zijn er hier tal van B&B die gerund worden door Belgen en Nederlanders. Uiteraard was en is dit ook voor hen een zeer moeilijke periode.Daarom hier enkele mogelijkheden om een volgende vakantie te plannen :-).
Culinair. Wil je culinair worden verwend dan kan je terecht bij de Nederlandse topkok Léon Winthaegen Je kan er dan ineens een verblijf aan vastkoppelen bij Casa la Quinta in Riogordo. Fotocursus. Meer interesse in een fotocursus dan kan je bijvoorbeeld terecht bij Finca Gordo. Wandelen. In Almogia is er een fijn adresje bij Casa Sarandy met enkele wandelarrangementen. Ook in Comares kan je terecht bij Viva España voor een kennismaking met de streek. Wellness In Arenas is er dan weer Casa La Pura Vista met bijvoorbeeld een wellness arrangement.
Wil je eerder zelf een huisje huren? Dan kan je terecht bij bijvoorbeeld Finca Maran in Colmenar of Casa Wendy in Comares. En uiteraard zijn er nog zo vele anderen. Neem daarvoor ook zeker eens een kijkje op de website Malaga for you.
Zelf een huis kopen? Als je zelf interesse hebt in een vakantiehuis of om permanent te verhuizen, dan is Andalucië Vastgoed een goed beginpunt, met 16 jaar ervaring in deze regio. Geert en Patricia helpen jullie graag verder.
Dank je wel, muchas gracias Anke voor een kijkje in jouw speciale stukje Andalucia en alle leuke tips!
Bio Anke Morreel: Mijn naam is Anke en sinds juni 2020 heb ik samen met mijn man de stap gezet om permanent naar Spanje te verhuizen. Wij wonen op “El Campo” = “den buiten” even buiten het witte dorp “Comares” dat ook wel “Balcón de la Costa del Sol” wordt genoemd.Deze blog is ontstaan omdat ik mijn eigen recepten wou bewaren. Stilaan is dat meer en meer gegroeid tot een heuse kookblog en wil ik jullie over mijn schouder laten meekijken in mijn keuken. Nu kan ik nog meer uitleven in gezond koken met Spaanse en lokale producten. Mijn moto is: weinig moeite, veel effect. Eenvoudige recepten maar met boordevol smaak.
Gastblogger Cora Meijer over Noord Spanje. Deze gewaardeerde gast vertelt vandaag over haar heerlijke tocht door het voor velen onbekende noordelijke deel van Spanje. Galicië, Asturias, Cantabrië en Euzkadi. Een prachtige, geheel andere regio van dit grote land, dat wij toch vaak associëren met de Andalusische folklore van flamenco en stierengevecht. Niets is minder waar, dat laten de foto’s en verhalen van cultfood blogger Cora zien. Tijdens de Spaanse weken laten we op Gereons Keuken Thuis Cora aan het woord:
Trekkend langs de Noordkust van Spanje,
van de Ria de Pasaia naar het Fort van Ferrol,
van musea naar estuaria,
over rotsen en door bergen,
door een visafslag en in havens,
op een feestdag met inktvissen in koperen potten,
in steden met allure,
op zoek naar Spaanse authenticiteit.
Noord Spanje. Een reis die ons bijbleef, één waar je naar terug verlangt. In dit gastblog reizen we van het verste puntje in Galicië, het Fort bij Ferrol, via Asturië naar Baskenland voor het werfstadje Pasai Donibane bij statig San Sebastian. Ferrol is door haar ligging een belangrijke stad, nog steeds een marinehaven en ooit de thuishaven van de Spaanse Armada. Ze maakt deel uit van de maritieme geschiedenis van Spanje met haar Fort of Kasteel van San Felipe aan de riviermonding, met een korte verbinding naar open zee.
Het oude fort met donkere gangetjes en steile trappetjes had nog geen bewegwijzering op weg naar de bastions en torentjes. De diep ingesneden riviermonding werd onzichtbaar – onder water – afgesloten door een lange ketting naar het tegenover gelegen Castillo de Palma, menig schip liep er op vast. Ferrol was een bijna onneembare vesting.
Aan de kust van Galicië, niet het zonnigste plekje van Spanje, wisselen rotsen en kapen met vuurtorens af met riviermondingen, soms met beschermde wetlands zoals in het estuarium Ortigueira waar twee rivieren samenvloeien en het zoete rivierwater zich mengt met het zoute zeewater. Er is dan ook getijverschil en je vindt er prachtig witte stranden.
Die moerassen worden omlijst door bergen, de wetlands staan in schril contrast met de even verderop gelegen Kaap Ortegal met de hoogste kliffen van Europa. Die kaap steekt ver naar voren in zee waardoor je speelbal van de wind kunt worden, een vuurtoren kan niet ontbreken.
Vanuit Ortigueira koersten we naar de Punta de Estaca de Bares, de noordelijkst gelegen kaap waar je op een smal gewaagd pad voorbij de vuurtoren klautert. Estaca de Bares is evenals de Ria de Ortigueira een beschermd natuurgebied, hier door de trekvogels. De puntige rotsen van Galicië zijn uitgesleten door de golven en de wind, je bent nu ter hoogte van het einde van de Golf van Biskaje. Het uiterlijk van vuurtorens verschilt nogal.
Vrolijke vissersboten, van klein tot groot, kleuren de haventjes langs de kustlijn. Bijzonder is de vangst van de eendenmossel, een kreeftachtig zeedier, dat zich in specifieke maanden na springtij op de rotsbanken hecht. De eendenmossel vangers wagen zich of aan heuplijnen bij eb naar beneden in het roerige water of ze springen bij het laagste tij uit kleine bootjes van rots naar rots, een riskante onderneming in de branding van de Atlantische Oceaan. Bij gevaar is de kreet ‘Moita mar!’, wat ‘hoge golven’ betekent, een teken om dekking te zoeken. Net als oesters gelden eendenmossels als een delicatesse, ze worden gekookt met laurier. De Spaanse naam is percebeiros, je eet ze bij lokale bars
We passeren de regiogrens met Asturië, ook een kust met steile kliffen, maar afgewisseld met baaien en stranden en kleurrijke visserij.
Luarca is zo’n vissersstadje met een bedrijvige en toegankelijke visafslag, wat een plezier om er rond te snuffelen, nog nooit zoveel verschillende vis bij elkaar gezien. Door mijn enthousiasme stal ik hun hart en mocht foto’s maken.
We sliepen in een klein hotel direct aan de haven, ’s middags plonsde de lokale jeugd tussen die vrolijke bootjes, echt het levendigste plekje op deze reis. De Rio Negro slingert zich door het ‘witte’ stadje, van bovenaf echt een geweldig uitzicht.
Even voor Cudillero zijn de kliffen en de vuurtoren van Cabo Vidio, bij helder weer met prachtige uitzichten want die kliffen zijn tot 80 meter hoog. De vuurtoren, met een bereik van 25 mijl, past precies op een smal klif dat langzaam afloopt in zee. Ze werd in 1950 in gebruik genomen na talloze scheepswrakken. Cudillero, een van de mooiste vissersdorpen, is van oorsprong een zeevarende gemeenschap met een rijke visserijtraditie. De vissershuizen zijn herkenbaar aan ‘curadillo’: door de wind gedroogde vis, meestal kleine haaien, die aan de gevels hangen. Deze vissers hadden vroeger ook hun eigen taal.
Het haventje is ommuurd tegen de redelijk woeste golven van de Golf van Biskaje, de Plaza Marina is het hart van dit dorp. Eigenlijk zijn de kleurrijke huizen rond dit natuurlijk amfitheater tegen de rotsen omhoog gebouwd, met rechts hoog op de rots de vuurtoren en een uitkijktoren.
Er loopt een pad naar het uitzichtpunt Garita-Atalaya, waar je bovenop de vuurtoren kijkt. In Asturië weten ze die vuurtorens echt precies pas op een rots te plaatsen.
In Aviles waren de vissers juist hun netten aan het inspecteren, dat gaf ook weer bedrijvigheid.
Maar daar streken wij neer voor het zojuist geopende culturele centrum van de beroemde Braziliaanse architect Oscar Niemeyer. Dit Niemeyer Centre is groots van opzet voor allerlei kunstuitingen en heeft een gastronomisch restaurant in de twintig meter hoge uitkijktoren met uitzicht op de stad. Het was een prestigieus project, Aviles wilde zich net als Bilbao cultureel meer aanzien geven.
Het oude deel van Aviles was toen wat haveloos, maar het raadhuis is zeker ’s avonds mooi.
Van hieruit bezochten we Leon in Castilië, een sfeervolle stad met veel historische architectuur en een 13e-eeuwse gotische kathedraal, de Santa María de León, waarvan de oude glas in lood ramen heel bijzonder zijn.
De stad was een belangrijke halte op de Camino de Santiago. Er zijn mooie pleinen zoals Plaza Mayor, het centrale rechthoekige plein omringd door arcaden waar ook het barokke gemeentehuis staat en Plaza del Grano in het oude kwartier Barrio Humedo waar je tapas restaurants vindt.
De Catalaan Antoni Gaudi bouwde er in 1892 zijn Casa Botines, een ontwerp in neogotische stijl met een middeleeuwse uitstraling dat wordt geaccentueerd door het opmerkelijke smeedijzeren traliewerk voor de deur en rondom het gebouw. Boven die deur staat Sint-Joris die vecht met de draak.
Casa Botines werd in 1967 Historisch Artistiek Monument. Gaudí is een van de grondleggers van de organische architectuur, een modernistische stijl met oog voor duurzaamheid en leefbaarheid door moderne constructieve kenmerken zoals de lichtmetalen kolommen in de kelder en een combinatie van grotere ramen beneden met ramen in het dakvlak voor een betere lichtval. De casa is bekleed met lokaal gewonnen natuursteen.
Op de terugweg verraste het landschap van Los Barrios de Luna ons, een stuwmeer in het woeste berglandschap van Parque Natural de las Ubiñas, dat nog bij Asturië hoort. Het is een bergachtig gebied met grote contrasten in het reliëf, zeker in het Peña Ubiña-massief bij Leon. Het steile reliëf van dit gebied leidde tot de aanleg van een tachtig meter hoge dam in een smalle kloof van de Rio Luna, die in 1956 in gebruik werd genomen. Het stuwmeer heeft een kustlijn van veertig kilometer.
Gijón werd van oudsher bewoond door Asturische koningen, maar tijdens de Spaanse burgeroorlog van 1936 – 1939 is veel oude architectuur verwoest. Het Palacio de Revillagigedo, een 18e eeuws barok paleis, is bewaard gebleven.
De oude visserswijk, Cimadevilla is herkenbaar aan de San Pedro kerk, waar de twee stranden van de stad worden gescheiden. Door een bruiloft was het er gezellig druk.
Cimadevilla is het historische hart en er was een braderie met oude handmatig bediende kermisattracties en lekker eten. Ik vergaapte me aan de inktvissen in grote koperen kookpotten.
Vervolgens streken we neer in het familie badplaatsje Ribadesella, met een langgerekt strand waaraan prachtige oude villa’s staan. De monding van de Rio Sella knipt het stadje als het ware in tweeën: enerzijds is er het oude centrum met een klim naar de rots vanwaar je op het andere deel kijkt, het strand en haar villa’s en hotels. Op de Sella wordt vanuit het binnenland veel gekanood.
Het oude centrum heeft smalle straatjes met kleine winkeltjes, we vonden een leuk café en wandelden over de boulevard Paseo de la Grua naar het uitkijkpunt op de rots.
In het achterland van Asturië zie je nog de typische graanschuren staan, vrij van de grond door hoge ‘poten’. Losstaande trappetjes geven toegang. Deze schuren heten troj in het Spaans en staan op pootjes, om het graan niet te laten verrotten. (GKT)
Mijn Fabada op Cultfood, een typisch Asturisch gerecht in de kleuren van de Spaanse vlag, vloeit voort uit deze reis. Die kleuren zie je terug in meerdere gerechten van haar keuken: het geel van saffraan, kazen en omeletten; het rood van rode peper, paprika en tomaat naast de vele droge worsten en rauwe hammen en het wit van de bonen, rijst en knoflook, maar ook van vis en zeevruchten. De kleuren van paella zijn daarmee ook wel duidelijk. De smaak van het platteland krijg je ook te pakken in een van de mooiste historische dorpen, Santillana del Mar in Cantabrië. Het hele dorp valt onder monumentenzorg, de geplaveide straatjes en huizen in dit openlucht museum dateren meest uit de 18e eeuw.
Het dorp ligt in het landschap van de Costa Verde, dichtbij de zee in prachtig groene heuvels. Santillana is de verbastering van Santa Juliana; het dorp werd gebouwd rond een klooster en de Colegiata de Santa Juliana kerk. Omdat de naam Santillana al bestond werd ‘del Mar’ eraan toegevoegd. Op het pleintje is een was- en drinkplaats en er zijn enkele fonteinen. De Costa Verde loopt door tot aan Ribadesella.
We waren weer toe aan cultuur, dus op naar Baskenland voor het Guggenheim museum in Bilbao naar ontwerp van Frank Gehry. Zijn ontwerpen zijn zo spannend, het is maar goed dat de kunst er ook mocht zijn. Gehry is een belangrijk vertegenwoordiger van het deconstructivisme, zijn expressieve vormen en het vooruitstrevende gebruik van materialen zoals titanium in Bilbao maakten hem en zijn architectuur wereldberoemd. Titanium weerkaatst de zon weergaloos.
Aan de kade staat een reusachtige spin, Maman, een ontwerp van Louise Bourgeois met een afmeting van 9 meter hoog en ruim 10 meter in omtrek. Deze Parisienne maakte door haar studie geometrie meer kubistische ontwerpen en ziet de spin als een slimme wever, die ongewenste ziekteverspreiders als muggen eten en dus behulpzaam en beschermend zijn, maar waarvan ook dreiging uitgaat door de valstrikken die ze aanleggen. Maman is ontworpen voor het London Tate Modern, maakt deel uit van meer spinnenbeelden en draagt een zak met 32 marmeren eieren.
De geëxposeerde kunstwerken in 2011, in juni 10 jaar geleden, waren ook experimenteel. Op de foto zie je een doolhof van cortenstaal om doorheen te lopen, de sculptuur Open Ended van minimalist Richard Serra, een Amerikaans beeldhouwer. Zijn kennis van staal deed hij op als student om in zijn levensonderhoud te voorzien.
In Bilbao vind je in ‘Las Sietes Calles’ in het Casco Viejo winkeltjes, delicatesse zaken en bars. In het centrum is een markthal met regionale producten. We reden nog even naar de haven en vonden de eerste, geheel in ijzer uitgevoerde zweef- of hangbrug Vizcaya uit 1893 bijzonder. Een veer ontworpen door Don Alberto Palacio Elissague die de beide oevers – rotsachtig steil of zandkust – van de Nervión bij Bilbao verbindt. De vereisten aan dit veer waren het overbrengen van passagiers en vracht zonder de navigatie in de rivierhaven van Bilbao met druk scheepvaartverkeer te belemmeren tegen redelijke constructiekosten en de garantie van regelmatige dienstverlening. Het ontwerp verenigde twee technologische innovaties: de techniek van hangbruggen uit het midden van de 19e eeuw en de techniek van mechanische aandrijving door stoommachines.
De brug is 61 meter hoog en 160 meter lang. De Vizcaya-brug is een van de grote monumenten van de industriële revolutie, ijzer werd beschouwd als het krachtigste symbool van de vooruitgang. De Baskische regering riep de brug al in 1984 uit tot historisch artistiek monument, in 2006 werd ze als opmerkelijk ijzeren architectuurwerk officieel UNESCO-werelderfgoed. In 2010 startte een restauratie waarbij de zwarte verf werd vervangen door Somorrostro hematiet rood, de kleur van de lokale ijzerader.
We besloten om voor de afwisseling hoog in de bergen en landelijk te slapen en van daaruit Pasai Donibane en San Sebastian aan te doen.
De Ria de Pasaia is een monding bij het typisch Baskische stadje Pasai Donibane met een regelmatige kleinschalige veerdienst naar Pasai San Pedro. De smalle monding is een heuse haven, heel beschut gelegen tegen de woeste golven, en het kleine veer vaart de hele dag heen en weer. Wij trokken erheen voor haar Baskische uitstraling en om een kleine scheepswerf voor Baskisch maritiem erfgoed te bezoeken.
Pasai Donibane was nog niet toeristisch ontdekt, ademde een echt lokale sfeer met politiek getinte ‘posters’ voor afscheiding in haar tunneltje en hier en daar beklad met leuzen.
Victor Hugo ontdekte het stadje in 1843 en wilde er een reisboek schrijven over de Pyreneeën. Doordat zijn dochter in die tijd stierf verscheen dat boek postuum in 1890. Het 17e-eeuwse huis aan de waterkant dat hij die zomer bewoonde is nu een bescheiden museum. De kleurrijke vissershuizen, de smalle geplaveide straatjes, de eeuwenoude bogen, de Baskische muurschilderingen en haar ligging maken Pasai Donibane heel bijzonder. In oktober 2011, ons reisjaar, kondigde de afscheidingsbeweging aan haar activiteiten te gaan staken.
Als je in Donibane langs de kade staat en naar de havenuitgang kijkt, sta je perplex als een schip die haven daadwerkelijk verlaat. De uitgang naar zee is erg smal en maakt een scherpe hoek. De schepen worden begeleid door loodsen, maar dan nog is het een knap staaltje van zeemanschap. Bij de passage van die kade met huizen slokken ze de hele omgeving voor zich op.
Wij namen het kleine veer om naar de scheepswerf te gaan dat de lokale, traditionele houten boten repareert. We hadden daarover gelezen in het Franse tijdschrift La Chasse-Marée, dat vaker aandacht besteed aan lokale bootontwerpen. We kregen spontaan een persoonlijke rondleiding, manlief werkt in de scheepsbouw. Er was toen zelfs sprake van restauratie van een schip voor de walvisvangst want Pasaia speelde daarin vroeger een belangrijke rol, er vertrokken expedities. En wat blijkt, de tijd heeft niet stilgestaan: er is een glazen overkapping neergezet op deze Albaola werf en tien jaar later wordt er – gesteund door UNESCO – een replica gebouwd van de walvisvaarder San Juan, het eerste trans-Atlantische schip uit de Baskische maritieme industrie dat in 1565 zonk voor de kust van Canada en in 1978 als scheepswrak werd teruggevonden en uitgegraven.
Enthousiast bezochten wij na afloop het lokale café aan de kade en zittend aan een lange tafel gaf het ons een ontzettend Baskisch gevoel, al ben je op dat moment ook wel een echte outsider.
Sfeervol San Sebastian doen wij met enige regelmaat aan, de prachtige baai met haar drie stranden bekoort velen. In de bars is het heerlijk pintxos eten, ze hebben een leuke achtergrond.
Natuur, historie en cultuur gingen op deze reis hand in hand. De expositie in het Castillo de Santa Cruz de la Mota verbond Ferrol – via de Armada – met San Sebastian. Ook aan Don Quichot van La Mancha en zijn boerendienaar Sancho Panza, de wereldberoemde romanfiguren van Cervantes, werden wij meerdere keren herinnerd.
Muchas gracias Cora, voor dit mooie Spaanse reisverhaal!
Ben jij een foodblogger met net zo’n heerlijk Spanjeverhaal of -recept? Laat het dan hieronder in een reactie achter of schrijf eens een gastblog voor Gereons Keuken Thuis.
Spaanse weken. Het is vandaag 1 maart, start van de meteorologische lente. De Spaanse weken gaan van start op Gereons Keuken Thuis, met al dat lekkers, dat te vinden is in dit grote land, van Oviedo tot Cartagena en van Catalunya tot Extremadura. Ik ontdekte, dat in tegenstelling tot de alom bejubelde Italiaanse keuken en bewierookte cuisine van Frankrijk er toch minder aandacht wordt besteed aan de Spaanse cocina. En er is zoveel te beleven. Tapas, pintxos, cocido a la Madrileña, churros en horchata. Vis in overvloed op het Andalusische strand. Elke regio met zijn kenmerkende specialiteiten. Ik dook er alvast voor mijn kookboekenhoek in en vroeg een aantal gastbloggers dat ook te doen. Half maart kun je weer een mooi reisverhaal van Cora Meijer verwachten, foodblogger Anke Moreel staat voor een week later gepland. Raya Lichansky gaat een verhaal vertellen uit de sixties. En ik heb een heuse Spaanse foodbloggers-parade in mijn agenda staan. Want er werden op mijn oproep heel wat mooie Spaanse gerechten aangeleverd.
Vandaag trap ik de Spaanse weken af met mijn recept voor zarzuela. Een Spaanse visschotel, die, toen ik een jaar of negen was, voor ons werd gemaakt door een buurvrouw. Zij maakte deze schotel met allerlei soorten vis o.a. makreel. Dit gerecht zit vol smaken van de Middellandse zee. Alleen de geur van dit gerecht zou mij nu terstond doen afreizen naar Spanje. Erbij drinken we natuurlijk koude Spaanse rosé van de garnacha druif.
Nodig:
6 el olijfolie 1 grote ui gesnipperd 3 tenen knoflook in stukjes 1 laurierblad 4 draadjes saffraan 1 tl paprikapoeder gerookt. 1 Spaans pepertje in kleine ringetjes (let op zonder zaadjes) 2 el tomatenpuree 4 tomaten 250 ml witte wijn 1 visbouillonblokje 500 g zeevruchten gemengd 500 g witvis bijvoorbeeld kabeljauw in stukken 10 grote gamba’s (garnering) peterselie gehakt peper, zout citroen
Bereiding:
Verwarm de olie in een pan en fruit zachtjes de ui aan. Voeg het laurierblad, de knoflook, saffraandraadjes, paprikapoeder en Spaanse peper toe en laat dit kort fruiten, zodat de aroma’s vrij komen. Bak dan kort 2 el tomatenpuree mee. En voeg daarna de tomaten toe. Laat alles even sudderen. Doe de witte wijn en het visbouillonblokje erbij en kook alles even door. Voeg de kabeljauw en zeevruchten toe. Doe een deksel op de pan en laat nog eens 15 minuten sudderen. Garneer daarna de zarzuela met partjes citroen, wat gehakte peterselie en de verwarmde gamba’s.
Heb jij ook een leuk recept of (reis) verhaal voor de Spaanse weken? Ik deel het graag op Gereons Keuken Thuis.
Extra Vierge van Sandra Alvarez. In het tweede kookboek van Sandra draait alles om olijfolie en dan nog het liefst extra vierge, want dat is volgens haar een onverbeterlijke smaakmaker, zowel in de Spaanse als in andere keukens. Het bijzondere aan Sandra’s benadering is dat zij ook rustig een ei bakt in extra vierge olijfolie, waarom niet? Deze eerste koude persing geeft juist dat je ne sais quoi aan allerlei gerechten, inclusief desserts en cocktails. Bak bijvoorbeeld eens een cake met olijfolie en je zult zien dat deze luchtiger aandoet dan een cake met boter. Sandra, die we kennen van haar aioli in Masterchef. (lees mijn recensie van Sabor! Sabor!) schuwt het experiment niet, maar met dien verstande, dat je pure producten gebruikt en niets verspilt. Extra Vierge start met het verhaal van Alvarez en haar passie voor dit goudgele goed. Spaanse olijfolie. Eigenlijk niet vreemd, als je bedenkt dat zij half Spaans is. Maar ook olijfolie uit andere oorden kan haar goedkeuring wegdragen. Extra vierge olijfolie voegt samen met andere smaakmakers veel toe aan haar recepten. De schrijfster vindt het gezien haar tevens Chinese achtergrond ook helemaal niet raar om olijfolie in Aziatische gerechten te gebruiken. Zo is dit boek een fusion geworden van smaken, die aan elkaar worden geregen door olijfolie.
Vamos a ver! Na uitleg over de verschillende soorten olijven en olie, gaan we brunchen met Sandra. Voor elk wat wils zonder al te veel suikers. Olijfolie maakt je smoothie zachter en romiger. Let daarbij wel op, dat je een goede kwaliteit, eventueel biologisch geproduceerde extra vierge olijfolie koopt. Gereons Keuken Thuis maakt vaak een mediterrane cocktail van sinaasappel- en citroensap, geperste knoflook, een snuifje cayenne en olijfolie. Prima start van de dag en het houdt verkoudheden buiten de deur. Tapas mogen natuurlijk niet ontbreken in dit boek en Sandra Alvarez en fotograaf Ashkan Montezapour hebben kosten nog moeite gespaard om de lekkerste recepten en foto’s op tafel te toveren. Zoals een mindf*ck faux gras of tostones met avocado-béarnaisedip. Er staat een recept voor socca in en voor artisjokkenchips. Via salades, waaronder een originele Japanse kapsalon belanden we op de vega afdeling. Een kookboek kan niet meer zonder tegenwoordig. Denk hierbij aan romige Beluga linzen met truffelolie en Parmezaanse kaas. Wat ik heel origineel vind is, dat de schrijfster de trouwe viervoeter niet vergeet met een recept voor hondenkoekjes. Vraag me dan af, als ik het recept zie, of je die zelf ook kan oppeuzelen? Vlees en vis nemen een bescheiden plek in. Hierna belanden we bij de cocktails. Nooit geweten, dat je ook je cocktailrepertoire kunt uitbreiden met extra vierge olijfolie. Sandra legt het allemaal uit. Dips en aioli sluiten het boek af, eigenlijk de essentie van het koken van Alvarez, olijfolie als smaak- en textuurmaker. Ach dat deed ze al bij Masterchef! Je zou Extra Vierge van Sandra Alvarez bijna aanschaffen voor haar romige aioli’s, maar dat zou geen recht doen aan de andere overheerlijke recepten in dit boek. Buen hecho!
Extra Vierge, ruim 100 recepten met olijfolie. Sandra Alvarez (ISBN 9789089896333) is een uitgave van Terra en is te koop voor € 29,99
Noot: dit kookboek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Ribera del Duero, kerstwijn. Begin november werd er aan de Nieuwezijds Kolk in Amsterdam een heuse Ribera del Duero pop up wijnbar geopend. Twee weken lang proeven en ontdekken, wat deze dynamische Spaanse wijnstreek heeft te bieden en dat is heel wat, kwam Gereons Keuken Thuis te weten. Rood roder, roodst van de tempranillo druif, als joven, en roble, crianza en (gran) reservas. Sinds dit jaar kent de Ribera del Duero naast rood (sinds 1980) ook een witte DO (denominación de origen). De oevers van de rivier Duero zijn vooral beplant met tempranillo en wat import Franse druivensoorten, om mee te blenden. De wijnen uit Ribera del Duero kenmerken zich door geconcentreerde zwarte bessen- en pruimentonen en een flinke dot eikenhout. Olé! Het geeft de rode wijnen die vanille-achtige aan de wijnen. De aanduidingen van het rijpen zijn hetzelfde als in de Rioja. Rode wijnen uit Ribera del Duero kunnen goed rijpen en daarom vond Gereons Keuken Thuis het tijd om twee rode kerstwijnen te tippen tijdens mijn #kerstrally2019. Te drinken bij je wild gerecht of bij één van de lamsvlees gerechten, die vaak in Léon en Castilië op het menu staan.
Monteabellón roble, cinco meses en barrica 2018.
Kersenrood van kleur met zoetige houtaroma’s (vanille en laurier) Veel fruittonen, kruidigheid en iets van specerij. Deze wijn rijpt 5 maanden op zowel Frans als Amerikaans eiken. Deze kerstwijn is o.a. te koop bij Henri Bloem.
Viña Mayor, crianza 2015.
Een krachtige, geconcentreerde rode crianza uit Ribera del Duero. Volle smaken van geconcentreerd en zwart fruit en op hout gerijpt. Doet het prima bij lamskoteletten. Te koop bij o.a. Gall&Gall.
Chuletas de cordero con allioli de membrillo. Recept uit het kookboek De keuken van Noord Spanje door Jenny Chandler. We drinken er Ribera del Duero bij, kerstwijn.
Nodig:
12 bijgesneden lanskoteletjes
2 el olijfolie
1 el fijngehakte kruiden zoals tijm, rozemarijn en oregano
zout & peper
2 appels, peren of kweeperen
4 teentjes knoflook, gepeld
1/2 tl zout
1 dl olijfolie
citroensap en honing naar smaak
3 el water
Bereiding:
Allioli: Schil het fruit en verwijder de klokhuizen. Snijd in grove stukken. Doe in een pannetje met wat water, dek af en laat het fruit sudderen, totdat het zacht is. Bij appels en peren duurt dat ongeveer 15 minuten, bij kweeperen twee keer zo lang. Laat hierna het fruit uitlekken. Maak van het zout en de knoflook in een vijzel of met de blender een pasta. Voeg het zachte en afgekoelde fruit toe en pureer het geheel. Druppel beetje bij beetje de olie erbij tot een mooie emulsie is ontstaan. Voeg naar smaak, iets zuurder of zoeter honing of citroensap toe.
Chuletas de cordero: Verhit de grillplaat op de hoogste stand. Bestrijk de koteletjes met olijfolie en bestrooi ze met zout, peper en de gehakte kruiden. Leg het vlees op de grill en gril het 2 à 3 minuten per kant voor roze vlees. wil je meer doorbakken, dan kun je rekenen op 2 minuten per kant extra. Serveer de chuletas met de zelfgemaakte allioli.
FELIZ NAVIDAD met kerstwijn uit Ribera del Duero.
Noot: deze wijnen werden werden mij als samples gestuurd door Pitch PR. Gereons Keuken Thuis krijgt voor deze blog niet betaald. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
RIOJA, saber quién eres. Weten wie je bent is belangrijk voor de wijnproducenten uit de wijnstreek RIOJA en tevens de slogan waarmee zij zich presenteerden onlangs in Casa 400. Traditie in transitie noemde Job de Swart -MW (master of wine), wijnkoper bij Les Généreux en co-auteur van de Wijngids, de 100 beste wijnen onder de 25 euro- het in zijn presentatie over deze mooie wijnstreek in Noord Spanje.
Rioja is de meest beroemde wijnregio van Spanje en was al sinds 1925 een Denominación de Origen (DO). Sinds 2018 is daar de kwalificatie Calificada aan toegevoegd. Rioja wijnen zijn dus nu DOCa. 65 duizend hectare wijn verspreid over 144 gemeenten en 4 provincies. Veel bekende wijnen zijn een pan regionale blend van verschillende percelen. De streek bestaat uit drie subregio’s: Rioja Alta, 27 duizend hectare, Rioja Oriental (Baja) 24 duizend hectare en het 13 duizend hectare grote Alavesa. De Rioja kent veel verscheidenheid in druivenrassen, bodem en klimaten. De voornaamste druivenrassen zijn in Alta en Alavesa de tempranillo en in Oriental de garnacha. Rioja kent een mediterraan klimaat met veel zon en koude Atlantisch gestuurde noordenwind. Rode wijn neemt een belangrijke positie in. Dat merk je aan de voorwaarden voor opleggen op vat en fles van de generieke rode Rioja, de Crianza, de Reserva en Gran Reserva.
Rioja, saber quién eres: generieke Rioja, bijvoorbeeld de joven van tempranillo kent geen specifieke oplegtijd. De rode Crianza rust minimaal 12 maanden op vat en 12 maanden op fles, de Reserva minimaal 12 maanden op vat en 6 maanden op fles en tot slot de Gran Reserva gaat 24 maanden op hout en 24 maanden op fles. Deze methode levert stevige en krachtige rode wijnen op. Voor witte en rosé wijnen geldt over het algemeen een termijn van minimaal 6 maanden.
Naast wit, rood en rosé worden er tegenwoordig ook schuimwijnen geproduceerd en experimenteert men met varietal wijnen gemaakt van nieuwe dan wel verloren gewaande rassen. Veel uitdagingen dus voor de wijnproducenten in Rioja, om hun tradities te behouden en hun wijnen te verbeteren. Het klimaat en de veranderingen spelen daarin ook een rol. Er komt steeds meer hogere aanplant. Van 400 naar boven de 700 meter. Dit alles om de bekende kwaliteit van de DOCa te waarborgen. De transitie zit daarnaast in het expanderen van het areaal en de nadruk op de beleving van het wonderschone terroir. Niet voor niets is Rioja het beroemdste wijngebied. De wijnen en cuisine van deze machtige streek moet je gewoon proeven, dan weet je net als Rioja, wie je bent.
Na de leuke presentatie van Job proefden we een mooie selectie uit deze streek.
Bordón Viña Sole, tête de cuvée 2011, een witte reserva van Bodegas Franco Española, 100% viura van 80 jaar oude wijnstokken. Houtgerijpt, licht oxidatief en echt onderscheidend.
ROOD
Garnacha 2016 van Bodegas Jer Egoiste. Generiek rood gemaakt van de garnacha, lichte kleur, fruit, geen hout, pruim.
Reserva 2014, blend van 80% tempranillo, 15% garnacha en 5% lokale graciano, Bodegas Ortega Ezquerro. Hout, tabak met een fijne neus.
Gran Reserva 2004 van Bodegas Vinicola Real 200 Monges, een blend van 85% tempranillo, 10% graciano en 5% mazuelo. Bijzondere blend van 45 jaar oude wijnstokken. Stevig rood.
Dank aan Ghislaine Melman voor de uitnodiging en leerzame masterclass! RIOJA, saber quién eres. Laat de winter maar komen met deze dieprode Spaanse warmte.
Reacties laden....
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.