Down to Earth, eten met Sacha de Boer en Jacob-Jan Boerma.

 foto: down to earth

Fris, mals, zilt, aards en zoet staat er op de cover van Down to Earth. Het lag gisteren op mijn deurmat. Een mooi kookboek met fotografie en eenvoudige recepten.  Een samenwerking van fotografe Sacha de Boer en chefkok Jacob-Jan Boerma.
Sacha en Jacob Jan gingen de uitdaging aan om een kookboek te maken met gezonde en pure recepten. Recepten, die door iedereen thuis te maken zijn. Sacha probeerde alle recepten uit, fotografeerde ze en liet zich de gerechten goed smaken.
Sacha de Boer bekent dat ze voorheen ook gedachteloos wat mee griste uit de supermarkt. Ze had vaak geen tijd om te koken. Na haar afscheid bij het NOS Journaal, werd ze fotografe. Haar bestaan werd nog drukker. En om genoeg energie voor al je creativiteit te hebben, moet je gezond eten. Ik zelf kan daar over meepraten. Je voelt je gewoon beter als je vers en gezond eet. Sacha zette de woorden om in daden.
In de herfst van  2012 ontmoette Sacha chefkok Jacob-Jan Boerma van restaurant De Leest in Vaassen. Ze wilde enkel foto’s van haar hand in het restaurant ophangen. Al snel mondde dit idee uit in een volwaardig en gezond kookboek. Down to Earth zat in beider hoofden en ze gingen aan de slag met hun ideeën. Er werd gekookt, geproefd en gegeten. En natuurlijk prachtig gefotografeerd. Ze kregen er kippenvel van. Van de mooie producten en prachtige gerechten. Met beide benen op de grond en basic.
En nu ligt het er. hier op mijn eettafel, prachtig vormgegeven. het boek start met FRIS, gerechten van dagverse producten van het land. Fris gaat over in MALS, over grillen, het liefst niet in je eentje, maar met vrienden buiten bij het vuur. ZILT, met smaken uit de zee en van de kwelder.AARDS, koken met de groenten van het seizoen. Het boek eindigt met ZOET, hoe kan het ook anders. Honingzoet met een pleidooi voor bijen.
Ik krijg gewoon trek van de mooie recepten en vormgeving. De foto’s in het boek zijn prachtig en dagen je uit. Ze sporen aan om de recepten te proberen. Ik ga er in ieder geval veel inspiratie uit op doen voor mijn blogs. De technieken worden goed uitgelegd en er is een sectie met basisrecepten.
Een aanrader vind ik Down to Earth. Ik sta nu al te popelen om de kiprolletjes met katenspek en bloemkool-preistamppot te maken.

 foto: kiprolletjes

Het boek Down to Earth (ISBN 9789000332816) is een uitgave van www.unieboekspectrum.nl en ligt voor 25 Euro in de boekhandels.

Kijk voor meer inspiratie ook eens op www.sachadeboer.nl of prik eens een vorkje bij www.restaurantdeleest.nl

Nederlanders verkopen Nederland, het Friesland van Mannin!

IMG_4661B_resize foto: It  Fryske gea

In mijn queeste naar recepten diende Mannin zich aan. Fries in bloed en aderen ging zij vol enthousiame aan de slag. Twee recepten voor de serie nederlanders verkopen Nederland, met prachtige foto’s stuurde zij in. Dank Mannin. En veel succes met je broodverkoop in Ljouwert.

Mijn naam is Mannin. Ik blog over diverse baksels op www.baksels.net, Ik bak op bestelling en geef workshops in bakken. Ik ben getrouwd en moeder van twee jongens (van 4,5 en 6,5 jaar). Geboren in Friesland en na een 10-jaar durend uitstapje naar Twente zijn we sinds 1,5 jaar weer terug op Friese bodem. We wonen in het Noord-westen van Friesland, de streek die ook wel de Klaaihoeke (kleihoek) wordt genoemd.
Friesland (of Fryslân zoals tegenwoordig de officiële naam is) is één van de noordelijke provincies, welke bijna 650.000 inwoners telt en als hoofdstad Leeuwarden heeft. Hoewel ik Twente ook erg mooi vond, ben ik blij weer terug te zijn in Friesland. Hier vind je nog ongekende rust en dorpen met hun oude, met liefde onderhouden dorpskernen met allemaal hun eigen kerk die hoog boven alles uittorent. Dit omdat deze op een grote terp staat en ons herinnert aan vervlogen tijden waarin de Friezen met grote regelmaat te maken kregen met overstromingen. Hier zie je  “kop-hals-romp-boerderijen” genoemd  naar de hoge vorm van het voorhuis (de kop), het lagere verbindingsstuk als nek en de hoge schuur welke de romp moet voorstellen. Dit type boerderij schijnt haar naam te hebben gekregen omdat de vorm doet denken aan een liggende koe. Daarbij komen we bij wat de Friezen “ús mem” (onze moeder) noemen. Dit verwijst naar het Friese stamboekvee, de zwart met witte koeien die als melkkoe over de hele wereld bekend zijn.
Natuurlijk mag ik het Fryske Hynder (het Friese paard); dat grote, statige, zwarte paard met zijn lange manen en staart niet vergeten. Als ik een stukje ga fietsen kan ik ontzettend genieten van de vergezichten en de afwisseling van prachtige wolkenluchten, weilanden waarin niet alleen vee staat, maar waar ook diverse weidevogels te zien zijn. Denk bijvoorbeeld aan de grutto of de kievit, een vogel waarvan de Friezen uit eeuwenoude traditie graag de eieren rapen. Friesland biedt veel afwisseling.
Zoals gezegd zitten wij in de Kleistreek, de streek waar oude-zeeklei ligt en het landschap voornamelijk bepaald wordt door weilanden, aardappelvelden en akkers met suikerbieten, uien en penen. In het oosten van de provincie vindt men “De Wouden”, het meer bosrijke gebied van Friesland en waar men zandgrond heeft. Het midden en zuid-oosten van de provincie kenmerkt zich door uitgestrekte veengebieden. In het Zuidwesten ligt Gaasterland, waar zelfs enig hoogteverschil te vinden is, veroorzaakt door landijs dat in de ijstijd de keileem opstuwde. Tot slot de welbekende elf steden, verbonden door waterwegen (het liefst bedekt met dik ijs, want dan staat Friesland op zijn kop!) met elk hun oude kernen.
Naast de eigen (officiële) taal die we hier hebben, heeft Friesland ook vele typische streekgerechten en streekproducten.  Een selectie van de heerlijkheden:  Fryske dúmkes, Friese oranjekoek, Fryske Sûkerbôle, anijsbeschuit, suikerlatten, diverse soorten (kruid)koeken, Fries roggebrood, het drankje Berenburg, Friese nagelkaas (kaas met komijn en kruidnagel), Jouster pof (een soort gevulde krentenbol), Friese pepernoten en drabbelkoeken. Wie meer Friese heerlijkheden met hun recepten wil bekijken gaat naar: www.lekker-frysk.nl
Zoals je misschien zal opvallen staan er veel baksels in dit lijstje, deels omdat mijn voorkeur naar baksels uit gaat, maar ook omdat de Friezen zoet zijn aangelegd. Misschien wel omdat er hier zoveel suikerbieten worden geteeld? Ook worden er veel specerijen gebruikt, met name anijs kom je vaak tegen.
Hieronder twee Friese recepten: Fryske Sûkerbôle (Fries suikerbrood) en het recept voor de welbekende, kruidige Fryske Dúmkes (Friese duimpjes)
IMG_1190B_resizefoto: grutto
Fryske Sûkerbôle: 

Ingrediënten:
·         75 gram zachte roomboter
·         500 gram bloem
·         6 gram zout
·         1,5 dl lauwe melk
·         12 gram droge gist
·         3 eetlepels gembersiroop (= ongeveer 45/50 ml)
·         2 eieren op kamertemperatuur
·         1 flinke theelepel kaneel
·         120 gram kandijsuiker, greinsuiker of parelsuiker (verkrijgbaar bij o.a. de Welkoop, in een paars doosje van het merk Tiense Suiker)
·         suiker
·         boter voor het invetten van de vorm
Werkwijze:
·         Smelt de boter voorzichtig in een pannetje op laag vuur en laat afkoelen tot kamertemperatuur.
·         Doe de bloem en het zout in de een kom en roer goed door met een garde.
·         Voeg de gist toe, roer weer goed door met een garde.
·         Voeg de lauwe melk toe, de gesmolten boter, de gembersiroop en de eieren.
·         Kneed dit in een standmixer met de kneedhaak in ca. 10 minuten tot een mooi soepel, samenhangend deeg. Het deeg is goed als je er tussen je vingers een vliesje van kunt vormen. Je kunt natuurlijk ook met de hand kneden, dit zal wat langer duren.
·         Leg het deeg in een licht ingevette kom en zet weg op een warme, vochtige en tochtvrije plek. (Ik doe dit in een onverwarmde oven met een bakje heet water op de bodem)
·         Laat ca. een uur rijzen tot het deeg in volume verdubbeld is.
·         Kneed er dan de kaneel en de parelkorrels door.  Je kunt als alternatief ook het deeg tot een grote plak uitrollen en deze gelijkmatig bestrooien met kaneel en de suikerparels.
·         Maak een rechthoekige plak van het deeg, deel denkbeeldig in drieën en vouw de linke flap over de middelste, en de rechterflap vervolgens ook over de middelste.
·         Draai het deeg een kwartslag en rol losjes op.
·         Vet een cakebakblik van 25 cm dik in met boter en bestrooi met suiker.
·         Leg het deeg hierin en laat nog ca. een kwartier rijzen op een warm, vochtig en tochtvrij plekje.
·         Verwarm de oven voor op 190 graden.
·         Bestrooi de bovenkant van het deeg met suiker en bak het in ca. 30/33 minuten gaar en goudbruin.

·         Stort het brood na het bakken op een rooster (doe er eventueel een plastic zak omheen, iets lucht inlaten zodat het niet tegen het brood aan komt, dit zorgt ervoor dat de suiker lekker gaat plakken) en laat afkoelen.

Fryske dúmkes (ca. 20-25 stuks): 

Ingrediënten:
·         125 gram Zeeuwse bloem (als je hier niet aan kunt komen kan je gewone tarwebloem gebruiken
·         0,5 gram zout (1/8 theelepel)
·         1,6 gram kaneelpoeder (1/2 theelepel)
·         1,5 gram gemberpoeder (1/2 theelepel)
·         1,5 gram anijspoeder (1/2 theelepel)
·         3 gram anijszaad
·         25 gram lichte basterdsuiker
·         50 gram donkere basterdsuiker
·         50 gram hazelnoten
·         60 gram zachte roomboter
·         1 eidooier
·         1-2 eetlepels water
Werkwijze:
·         Doe de tarwebloem, zout, kaneelpoeder, gemberpoeder, anijspoeder, anijszaad, basterdsuiker bij elkaar in een kom en roer goed door met een garde.
·         Rooster de hazelnoten in een droge koekenpan op een halfhoog vuur tot ze kleuren.
·         Laat de hazelnoten afkoelen en hak ze in kleine stukjes.
·         Doe ook de hazelnoten in de kom en roer nog eens goed door.
·         Voeg nu de boter, eidooier en 1 eetlepel water toe.
·         Kneed het geheel kort tot een samenhangend deeg. Het deeg hoort vrij droog te zijn, het moet net genoeg samenhang vertonen. Als het te het te droog is, voeg dan nog een beetje water toe. Begin bij een halve eetlepel en kijk of het deeg dan goed is. Zo niet, voeg dan nog maximaal een halve eetlepel toe.
·         Laat het deeg ingepakt in huishoudfolie een 20 minuten rusten in de koelkast
·         Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius
·         Bestuif het werkblad met wat bloem en rol het deeg met een deegroller hierop uit tot een rechthoekige plak met een dikte van 1 cm.
·         Snijd rechthoekjes van 2 X 5 cm. en druk de hoekjes iets rond.
·         Leg de Fryske dûmkes op enige afstand van elkaar op een met bakpapier of siliconen bakmatje beklede bakplaat.
·         Bak de Fryske dûmkes in ca. 15 minuten gaar met de ovendeur op een heel klein kiertje om vocht te laten ontsnappen.
·         Laat de koekjes afkoelen op een rooster.
Bron: “Het Nederlands bakboek” door Gaitri Pagrach-Chandra
Lekker ite! (eet smakelijk!)

 

Nederlanders verkopen Nederland, Antoinette met Limburgse vlaai.

In de serie Nederlanders verkopen Nederland staat vandaag de provincie van het bronsgroen eikenhout centraal, het Limburgse land. Het land waar Antoinette van http://kokenmetantoinette.blogspot.nl/ vandaan komt. Tegenwoordig woont deze blog”ster” in Verona, waar ze op haar blog schrijft over het heerlijk eten in de Bel Paese. Ik weet zeker, dat als Antoinette in Venlo of pakweg Bunde was gaan wonen, zij met evenveel élan en blijheid over de Limburgse keuken zou schrijven. Antoinette zond een proemevlaai in. We drinken er een Muscat de Rivesaltes bij of koffie…..
 proemevlaai 006foto: proemevlaai.
Proemevlaai
Ze staat bekend om haar asperges en zoervleis, de vele bierbrouwerijen, het carnaval en om Maastricht.
Ze is omringd door België en Duitsland, Noord-Brabant en Gelderland. En van boven tot onderen doorsneden door de Maas. Maar het is er oeverloos gezellig!
De zuidelijkste provincie van Nederland is Limburg.
Schuif aan bij onze koffietafel . De ereplaats is, hoe kan het ook anders, voor meneer pastoor.
Hij gaat voor in een gebed. (Amen! ) En iedereen gaat aan de bouillon, of ‘goeie soep’ zoals sommige mensen zeggen.
Daarna gaan we door naar zachte broodjes met fijne vleeswaren en kaas.
O ja, niet te vergeten, die kroketten komen ook van de beste slager van het dorp. En de mosterd is natúúrlijk Limburgs.
We ronden af met koffie en vlaai. En na een afsluitend woord van de pater familias proosten we op het goede leven. Zo wordt zelfs een begrafenis toch nog gezellig…
Er gaat nog veel water door de Maas tot heel Nederland aan de koffietafel zit. Maar een Limburgse vlaai bakken kan vandaag nog!
Vulling:
1 kilo verse blauwe pruimen
2 eetlepels rietsuiker
Bodem en raster:
400 gram bloem en wat extra om het werkblad mee te bestrooien
20 gram verse gist
ongeveer 1,5 dl melk
1 biologisch ei of ½ ei van gemiddelde grootte
40 gram boter en wat extra om de bakvorm in te vetten
40 gram suiker
4 gram zout
melk
grove suiker
(Vrij naar het recept voor pruimenvlaai uit het Limburgse vlaaienboek van Netty Engels – Geurts, via http://dailykaat.wordpress.com/2013/04/08/proemevlaai-voor-verona/)
Was de pruimen en verwijder de pitten.
Pureer de pruimen met een staafmixer tot moes, doe er twee eetlepels rietsuiker bij en breng aan de kook in een pan met dikke bodem.
Laat de moes een uurtje pruttelen onder regelmatig roeren. Laat de moes afkoelen.
Los de gist op in wat lauwwarme melk.
Doe de bloem in een kom en strooi het zout langs de rand. Maak een kuiltje in het midden en doe hierin het gistmengsel, boter, ei, melk en suiker.
Kneed er een soepel deeg van en zet dit weg totdat het deeg flink is in volume is toegenomen en je een sterke gistgeur ruikt.
Verwarm de oven voor op 175 graden.
Wrijf een ronde bakvorm met een doorsnee van 30 cm in met boter.
Bestrooi het werkblad met wat bloem.
Rol 2/3 van het deeg uit en bekleed een vlaaivorm met het deeg. Prik er gaatjes in met een vork en laat het deeg nog een keer een kwartier rijzen.
Verdeel de pruimenmoes erover.
Rol de rest van het deeg uit en snijd er latjes van met een vlaaienraster of met een pizzasnijder. Maak er een raster van op de vlaai.
Druk de latjes aan de rand van de vlaai aan en haal overtollig deeg weg.
Bestrijk de latjes met melk en bestrooi met wat grove suiker. Mocht je die niet hebben dan gebruik je gewone kristalsuiker.
Bak de vlaai ongeveer 20 minuten in de heteluchtoven op 200 graden.
Muziek terwijl u werkt:

Rowwen Heze – Herberg de Troost

Foodblogevent september, gegratineerde oesters

 foto: wie kijkt nu naar wie?

Ik kijk uit over de kolkende Noordzee. September in Nederland. Na die lange zomer. Het leek soms wel de Côte d’Azur. Gewoon aan het Hollandse strand. Hoef je dus helemaal niet weg. Het thema van het foodblogevent deze maand is fingerfood. Kan van alles zijn: een snel naar binnen geschrokte hamburger van een grote fastfoodketen (eet ik dus nooit, maar zie velen dat doen op straat) , een sateetje op de Amstelveenseweg, picknick sandwiches tijdens het zwemmen, een Holtkamp garnalenkroket, haring aan zijn staartje of oesters op de Pure Markt. Oesters, dat is fingerfood in optima forma, openen, wat citroensap of niet en hap, slik weg.
Voor dit thema van deze  keer ik terug naar een recept van mijn blog, gegratineerde oesters. Het staat ook in mijn kook/leesboek Gereons Keuken Thuis, dat in oktober verschijnt. Stel je voor Saint Tropez, wie kijkt daar toch naar wie? De passanten op de kade of de bootmensen naar de passanten? Het is een dagelijkse show. Blijft fascinerend. Maar nu de oesters, gegratineerd, uit het vuistje (niet je handen branden) met een glas koele rosé uit Gassin, de cuvée de Bailli. Nog even nazomeren.

Nodig 4 personen:

1 dozijn oesters
3 sjalotjes
bosje peterselie fijngehakt
100 g boter
peper
zout
1/2 Spaans pepertje
2 el paneermeel

Bereiding:

Snipper de sjalotjes fijn. Snijd het Spaanse pepertje in hele kleine stukjes. Meng de peterselie, Spaanse peper en sjalot door de boter. Voeg weinig peper en zout toe. Leg de oesters op een met aluminium folie bedekte bakplaat. Verwarm de oven op 180 graden en zet de plaat erin. Haal de oesters eruit als ze open zijn en haal de bovenste schelp eraf. Kijk hierbij uit dat je jezelf niet brandt!!
Vul de schelpen met het botermengsel en strooi er wat paneermeel over. Zet hierna nog enkele minuten onder hete grill. Serveer daarna direct.

Vijgen in rode wijnsiroop

 foto: Cornelis van Haarlem, zondeval

Ze zijn weer te krijgen verse vijgen, Groen van buiten met een mauve waas op hun schil. Van binnen zoet en sappig. Met roze tot donkerrood vruchtvlees. Een vrucht voor bij je prosciutto of moet ik gewoon ham zeggen. Of prosciuttoham? Nee dat in ieder geval niet, bedacht ik deze week. Geen tautologieën gebruiken in mijn blogposts.  Ik dwaal af op deze zaterdagmorgen. Het gaat om vijgen immers. Een symbolische en heel oude vrucht. Volgens de overlevering kenden Adam en Eva deze vrucht al. Na hun zondeval maakten zij een rok van de bladeren van de ficus of vijgenboom. De vrucht gedijt goed in het hele Mediterrane gebied.
Vijgen worden rauw of gekonfijt gegeten. Of verwerkt tot confiturejams. (hè daar ga ik weer) Mijn recept voor vandaag is gekookte vijgen in een wijnsiroop. Een siroop gemaakt van een rode Côtes du Rhône, met wat tijm uit de garrigue en sinaasappel. Proef de smaken van de Midi

Nodig:

8 rijpe vijgen
1 fles rode wijn (Côtes du Rhône)
1 sinaasappel
1 citroen
4 el rietsuiker
2 takjes tijm

Bereiding:

Was de vijgen en dep ze droog. Boen de citroen en sinaasappel schoon en snijd in stukken. Haal de pitjes uit de partjes. Giet de fles wijn in een pan, voeg de citroen, sinaasappel, tijm en suiker toe en breng aan de kook. Zet de vijgen met de steel naar boven in  het kokende vocht en laat tien minuten koken. Haal de vijgen eruit en laat ze afkoelen. Zeef het kookvocht en breng opnieuw aan de kook. Bewaar wat sinaasappel en citroen om te garneren.  Kook de wijn voor de helft in. Giet in een kan en laat afkoelen. Serveer de vijgen op en bordje met de siroop. Garneer met de partjes citroen en sinaasappel en een vers takje tijm.

Nederlanders verkopen Nederland: de uierboord van George Hahn.

640_Erasmusbrug_Tour1foto: Erasmusbrug (rotterdaminfo) 

In de serie Nederlanders verkopen Nederland een recept uit het Rotterdamse. Ingezonden door George Hahn van de blog www.foodcrazy.nl  George is kok en heeft grote aspiraties om veel en vaak voor ons te gaan schrijven. Over eten natuurlijk. In het Zeeuwse land, waar hij woont, denkt en droomt over deze volgende stap in zijn levenspad. Ik kwam hem ook tegen op Twitter en ging zijn blog volgen. Alras ontstond een gezellig gesprek via de virtuele weg, waarin wij elkaars belangstellingen aftasten. Wat gaat dat toch makkelijk. Ik daagde George uit om iets in te zenden. Een blog over een recept van zijn geboortegrond. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Hij zond een aansprekend verhaal over een traditioneel Rotterdams gerecht in. Uierboord. Een gerecht waar zijn oma van smulde, George zelf niet. Dank je wel voor het inzenden, George!  Lees zijn relaas en het recept hieronder:

De lucht en het idee alleen al maakte dat ik de keuken zo snel mogelijk verliet . Ook het uiterlijk vond ik dusdanig dat ik mezelf beloofd heb om het nooit te eten.
 Een andere vreemde variant die ik nog weet van vroeger is gebakken bloedworst met appeltjes. Uit principe heb ik ook dat nog nooit gegeten. Captain’s Dinner, voor mij een Rotterdams gerecht, kapucijners, spek, uien, augurken en een pot piccalilly op tafel. Dat was een maaltijd waar ik met volle teugen van genoot.  Uierboord of koeientiet daar heb ik het over in de eerste zinnen. Iedere keer als het in huis gehaald werd en oma het ging bereiden, walgde ik bij het idee. Oma niet! Zij vond het een delicatesse, lekker op een verse bruine boterham met een snuf peper en zout, in geuren en kleuren kon ze er over vertellen. Dat fenomeen en de blik van oma zijn mij altijd bij gebleven. Op latere leeftijd toen ik met mijn vader een kaaswinkel had, werd ik er weer mee geconfronteerd. De slager aan de overkant verkocht het. Natuurlijk, ondanks dat ik er van walgde moest ik een stukje brengen bij mijn lieve oma.

 

Nodig:

1 kilo uier
Prei, peen, ui en laurierblad
1 liter bouillon
Peper zout

 

Bereiding:

Spoel de uier af onder stromend koud water (afspoelen indien nodig). Verwarm de bouillon met daarin de schoongemaakte, wortel, ui, prei en de laurierblaadjes. Kook hier de uier in circa 9 tot 10 uur ‘’beet’’ gaar. Niet te lang koken anders word de uier taai. Laat de uier afkoelen alvorens je deze gaat eten. Je kunt de uier in dunne plakken snijden en je brood ermee beleggen, vergeet niet om er vers gemalen peper en zout op te doen. Paneren in de bloem en rondom bakken in de roomboter, die variant is zelfs heden ten dage weer populair. Een smaakvol recept wat ik tegenkwam is de uier bakken, met uienringen, katenspek, tomaten en peterselie om het afmaken.

Bon appétit .

Bij dit Rotterdamse gerecht drink je natuurlijk een Rotterdamse imitatie. Die maak je met citroen gazeuse en bier.

Roest rouille voor in de soep

 foto: pointus

Ineens bedacht ik me dat ik een tijdje geleden wat lui ben geweest. Ik schreef een recept op voor Provençaalse vissoep, maar liet de rouille achterwege. Net als de rest van de garnituur, zoals zelfgemaakte knoflookcroutons en kaas voor in deze soep. Rust roest zullen we maar zeggen. Op deze zondag een receptje voor zelfgemaakte rouille, een emulsie van knoflook, hete peper, olie en oud brood.  Je kunt de rouille maken in een vijzel of op de makkelijke manier door de staafmixer te gebruiken.

Nodig:

2 Spaanse pepers
1/2 rode paprika
2 sneden oud witbrood verkruimeld.
olijf olie
3 tenen knoflook
2 tl grof zeezout
3 el lauwe bouillon

Bereiding:

Snijd de pepers, paprika en knoflook fijn. Doe in een kom of in de vijzel. Maal de ingrediënten heel fijn. Voeg het oude brood, zout en wat bouillon toe en maal verder. Giet nu beetje bij beetje de olijfolie toe, terwijl je verder maalt. ga door tot een mooie gladde pasta ontstaan is. Smeer de rouille op geroosterd brood of schep de saus in je vissoep.

Woensdag gehaktballendag!

Het is woensdag, gehaktdag. Of is het voortaan woensdag gehaktballendag?

Als het aan de Brit Jez Felwick ligt is het elke dag gehaktballendag. Via kookboekenrecensente Cobuse, http://cobuse.blogspot.nl/ kwam ik onlangs in het bezit van dit leuke kookboek.
In het kookboek “Gehaktballen” geeft hij ruim 70 zeer gevarieerde en verrassende recepten voor gehaktballen, van vlees, vis en ook aan de vegetariër is gedacht.
Jez Felwick werkte tijdens een sabbatical enkele maanden op een Ierse boerderij. Hij raakte bevlogen van vlees. Eenmaal terug in Londen, zegde hij zijn baan op, kocht een bus, leende een oude vleesmolen van zijn moeder en startte hij met het verkopen van gehaktballen vanuit zijn foodtruck “The Bowler” Inmiddels is Jez overal te vinden, op markten, gewoon op straat, festivals en ga maar door.
Het kookboek “Gehaktballen” is een vrolijk vormgegeven boek. Jez Felwick maalt altijd zijn eigen vlees en legt dit kort uit. Daarnaast schrijft hij over de basis van het gehaktballen maken. Het boek geeft hierna recepten voor gehaktballen van vlees, vis en vegetarisch. Ballen met prachtige namen, zoals Björnballen, zweetballen en de Popeye Welk ingrediënt zou toch in de laatste ballen zitten? Bij de visballen toont hij ook zijn originaliteit met bijvoorbeeld “krab -Bal- timore”.  Ook schuwt de schrijver het maken van sauzen en bijgerechten niet. Mijn wijnhart klopt harder van de rode wijnjus en ik ga zeker eens de gegrilde polenta maken.
Al met al is dit kookboek is spekkie voor mijn bekkie. Ik ben dol op vlees en gehakt. Ik maak ook graag gehaktballen en je repertoire kan nooit groot genoeg zijn. Daarnaast vervalt de schrijver Jez Felwick nooit in gefriemel met eten. Het is lekker basic, mannelijk en stoer. Daar houd ik wel van. “Gehaktballen” krijgt daarom een prominent plekje in mijn keukentje. En een vervolg op mijn blog. Zeker te weten.Geïnspireerd door dit kookboek geef ik het recept van mijn ketjapballetjes.

Nodig:
1 kg rundergehakt
500 g half om half gehakt
1 zakje nasi kruiden, geweekt in heet water
ketjap
2 eieren
naturel paneermeel
1 el sambal
peper zout

Bereiding:

Meng het gehakt, de eieren, het paneermeel, de sambal, de nasikruiden, peper en zout goed door elkaar. Let wel op het zout dat ook vaak al in de nasimix zit Maak er mooie kleine ronde balletjes van. Braad de balletjes aan in wat hete margarine en olie. Als de balletjes bruin zijn afblussen met water en een flinke scheut ketjap manis. Laat lekker een tijdje sudderen. Proef de ketjap saus even en maak af met wat peper en zout.

Serveer de balletjes met stukjes komkommer, ananas en wat kroepoek. Geef er stokbrood bij of  wat gekookte witte rijst.

* Gehaktballen van Jez Felwick ISBN 978 90 452 0070 5 is een uitgave van Karakter Uitgevers B.V.

Zelf zure zult maken.

 foto: bij de slager….

Bij het thuisfront hoef ik er niet mee aan te komen, zure zult. Mij kun je er voor wakker maken. Een boterham met zure zult. Zal wel aan mijn Brabantse roots liggen. Zult kan worden gemaakt van allerlei soorten vlees. Kalfs-, varkens- of rundvlees. Restvlees dat lang word gegaard. Wordt zult gemaakt van een de kop, dan heet het hoofdkaas.Denk aan tête de veau. Als je veel botten en kraakbeen houdende vleesresten (zoals oor) mee kookt gaat er al een gelei vormende werking vanuit. Mocht het vocht te dun blijven kun je altijd wat gelatine toevoegen. Ik maak de zult met wat witte wijnazijn. Zult doet het ook goed als borrelhap bij een koud glas Muscadet. Of een glas cider….

Nodig:

1 kg schouderkarbonades
500 g krabbetjes
zout en peper
150 ml witte wijn azijn
zure augurkjes
nootmuskaat
3 kruidnagels
3 laurierbladeren
2 takjes tijm
gehakte peterselie

 

Bereiding:

Zet al het vlees net onder water in een pan. Maak een bouquet garni van de laurier en tijm. Voeg zout, peper, kruidnagels, nootmuskaat en de witte wijn azijn toe. Breng het geheel aan de kook, schuim eventueel af. Laat het vlees 2 à 3 uur trekken op laag vuur. Haal het vlees uit de pan en snijd heel fijn. Haal de harde stukjes eruit. Haal ook het vlees van de krabbetjes. Zeef de bouillon en laat afkoelen. Schep het vet eraf. Als het vocht is afgekoeld en het is niet dik genoeg, kun je het inkoken. Of wat gelatine toevoegen. Meng het vlees, gehakte zure augurkjes en de gehakte peterselie door de stollende bouillon. Giet het in een vorm en laat opstijven in de ijskast.

Talk and table Summer guest: Kathryn Schipper

Talk and table, a recipe for Kathryn Schipper

 picture: Kathryn Schipper

Spring 2013 I posted an interview with Judith Works on my blog. I had  invited Judith  to participate in “geprekken en gerechten” (baptized talk and table by my friend Frances Mayes)  Judith was so thrilled by the recipe she got rewarded, that she suggested me to invite Kathryn Schipper. Kathryn is one of the travel belles and a writer. She will fit in. Maybe she can tell about her travels. Let’s see if we can conceive a dish for Kathryn from the answers she gives to my virtual questions.Needless to say that this willl be an dish  full of travel and anecdotes.

Who is Kathryn? Tell me some more
I am a third-generation Northwesterner and grew up fishing, camping, sailing and hiking in our beautiful region. My family’s roots in western North America go back a couple of additional generations; My great-grandmother used to tell me stories about being a telephone operator in the Klondike during the 1898 Gold Rush, and my grandmother on the other side came from a family that founded one of the first businesses in Vancouver, B. C., also in the 1890s.
How did your attraction for travel start? 
It’s probably genetic! I have an ancestor who was a sailor on a Chilean windjammer, another who was bored living in the Midwest and went off alone to the Klondike as I mentioned. My parents took me places from the time I was very young. I remember waking up on a train in Mexico when I was six years old and seeing a woman at the station selling bananas.
You are a writer. Can you tell something about it?
 I’ve always enjoyed writing but didn’t do it much until I went to work for Boeing as a technical writer when I was in my 20s. Many of my co-workers were former journalists and I found I really liked working with them, learning from them and the process of writing regularly.  As an attorney (I’m licensed but was never interested in practicing law) I was accustomed to writing on short deadlines and in well-defined formats, so that carried over easily into technical writing, and into the blogging and tweeting I do now. I love the challenge of being simultaneously creative and succinct!
You live in the North West of the USA, can you tell us about this region?
It’s spectacularly beautiful, reminiscent of New Zealand or Norway. It’s famous for being rainy, although it’s constant light mist rather than tropical downpours. In the summer it’s dry and endlessly sunny, with pleasant temperatures, little humidity and lingering daylight due to the northerly location: The sun rises at about 5:00 AM and sets after 9:00 PM. Winter, on the other hand, is beyond dreary: The sun rises at 8:00AM  and sets at 4:30 PM, but that’s only if you can see it! It’s never bitterly cold like Chicago, but it’s perpetual overcast and drizzle. People here are noted for technical and engineering expertise (Boeing, Microsoft and Amazon were all founded in Seattle) and many attribute that to the long, dark winters when it’s difficult to do much outdoors. It certainly gives me time to write!
What is your favorite type of country?
Perhaps because of winters here, I’m drawn to places that are warm and sunny! But I don’t like to lie on the beach doing nothing: I like places with interesting scenery and cultural/intellectual life. I’m especially fond of Italy, Spain, France (particularly Provence), Hong Kong and Bali.
Which landscape do you like the most and which one you dislike? I am very curious about that.
I’ve seen few places more beautiful than the Northwest (and nearby regions such as British Columbia and southern Alaska): Jagged green mountains plunging into an intricate network of waterways. I was surprised at how much Hong Kong and the surrounding islands resembled my home except of course the mountains there aren’t snowy. Having lived all my life in mountainous terrain I feel uncomfortable in places that are flat. I once went bird watching in Texas and couldn’t understand why I felt uneasy; I finally realized that I was disoriented because there was nothing on the horizon. I’ve also been boating all my life and love the sea; I dislike being far from it. I live on an island now and commute to work by ferry.
I understand you travel a lot, what was your most striking moment?
If I could live any 24-hour period other than my wedding day over again it would be the day in Tahiti that my husband and I went snorkeling in the morning through a rainbow canyon of coral and swirling tropical fish, in absolutely transparent bath-warm water. We then were served a banquet of luscious tropical fruit and fish, including my favorite dish in the world, poisson cru. Late that night as our cruise ship was moving to another island, I sat alone on the deck looking at the stars of the Southern Hemisphere, something I’d dreamed of doing since I was a child. It was as though everything I loved was rolled up together, and how I imagine Heaven must feel.
What are the biggest challenges for you to overcome during your travels? 
I’m a bit shy and sometimes nervous to talk to local people, especially when there’s a language barrier. I don’t sleep well and suffer badly from jet lag; I hate losing travel days to feeling tired. I’m also frustrated because I’m a great nature lover and badly want to visit Madagascar, Borneo and New Guinea. Malaria is present in all of those places and I am afraid of taking antimalarial medication because I’ve heard awful stories about the side effects. I’ll eventually get my courage up, though!
On food, which food do you like and which you would never eat?
 I adore all kinds of fruit, especially tropical, and virtually anything that comes from the sea. There’s a large Asian population in the Northwest and like most people here I eat a lot of sushi, Vietnamese and Thai food.I also have a sweet tooth, especially for ice cream!  There aren’t many things I’d say I would never eat. Certainly never anything endangered like turtle. I loathe very idea of organ meats like sweetbreads, and liver, with the exception of pâté, I suppose because in that dish the texture and flavor are disguised by the grinding and the spices.
Which wines do you like?
Champagne!!!! I love the crisp, mineral taste and the fact that it goes well with seafood.  I also like Viognier and Sancerre. On the red side, I don’t believe in doing anything by halves; the richer and heavier the better. I like Bordeaux, the Syrahs grown here in the Northwest, and Brunello de Montipulciano.
Can you tell me something about your “foodprint” A lot of food is wasted in the Western world?
 Couldn’t agree more. We’re lucky enough to have access to excellent farmers’ markets here in the summer, with locally grown berries, other fruits and vegetables. We try to get all of our produce there during the season. Unfortunately, due to our climate if you tried to eat exclusively local produce in the winter you’d be gnawing on pine needles, so we do buy produce from California at that time of year. I also have to admit that by late winter when I’m about to go mad from the dreary weather and can’t bear to look at another elderly apple, I’ll indulge in “summer” fruits flown up from Chile. But I try to keep that to a minimum. On the protein side, my husband and I are by no means vegetarians but we don’t eat much red meat, partly because of the abysmal farming practices of American agribusiness. Again, we’re fortunate because our island has several farmers raising beef and pork sustainably and making their own cheese – we try to buy from them. Locally-caught salmon and halibut are available year-round here and we get ours from an island fishmonger.
What else do you want to tell?
Come visit the Northwest, it’s beautiful!

In a glance, just by reading Kathryn’s answers and her love of seafood and spices, I knew that it was going to be “boemboe Bali ikan” Spicy fish from Bali, as my mother used to make it. How to incorporate the Dutch touch? Not. This dish is Dutch enough. Served with French haricot beans and rice. To pair a Viognier wine. Maybe one from the North West, the region she likes so much.

Ingredients:

2 lbs mackerel or other fish
3 red onions
3 garl;ic cloves
2 red Spanisch peppers
1 tsp shrimp paste (trassie)
1 tsp tamarind paste (asem)
1/2 tsp laos (thai ginger powder)
3 bay leaves
1 stem of lemon grass
1 short piece of ginger
lemon juice
oil
1 tbs cane sugar
salt and pepper
1/2 tin tomato paste
water

Preparation:

Preheat the oil.  Fry the fish for a short time. Leave to rest on a plate. In a mortar crunch the garlic, finely chopped Spanish pepper, shrimp paste, tamarind paste, ginger into a blend, called a boemboe.. Chop the onions fine. In the heated oil fry the onions, put in the paste from the mortar, add the tomato paste, lemon juice, lemon grass, bay leaves, cane sugar and laos. Bring to a boil . Add the water and fried fish. Leave to simmer for another ten minutes. be cautious not to stir too much, to prevent the fish from falling apart. Season with some salt and pepper. Cook some rice and fresh haricot beans to pair the dish.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten