Koken van pagina 53, Joke Bonen! Boon.

 foto: cover Bonen!

Koken van pagina 53, op deze zonnige donderdag een recept van Joke Bonen! Boon, what’s in a name? Het peulvruchtenjaar 2016 mag dan wel voorbij zijn, maar bonen, linzen, kekers en erwten kunnen het hele jaar rond, ook in twintig zeventien. Niet voor niets schreef bonendiva Joke er een heel boek over met de lekkerste bonenrecepten voor elk seizoen. Voor deze editie van koken van pagina 53, belandde Gereons Keuken Thuis in de maand februari. Een recept voor paprika-linzensoep.

Joke Boon zegt hier zelf het volgende over:

Soms heb je van die drukke dagen waarop je ook nog eens laat thuis bent, en dan het liefst heel snel iets op tafel wilt. Van die dagen dat er ook nog mensen mee komen eten. leuk, maar dat vereist wel wat planning en voorbereiding. Daarom maak ik vaak al een dag eerder deze paprikalinzensoep. Deze soep is heerlijk vol van smaak, umamirijk, prachtig dieporanje van kleur en zelfs een verstokte vleeseter vindt hem lekker. met wat brood of een quiche ernaast is het een volledige maaltijd waarbij het niet zoveel uitmaakt of er eentje meer aan tafel zit: er is altijd genoeg.

Tot zover Joke over deze heerlijke en makkelijke vega soep. Maak hem eens op voorraad, eet er een stevig stuk brood bij, bijvoorbeeld het pain de mer brood uit Bruinisse, gemaakt met gezuiverd water uit de Oosterschelde. Een lik zilte boter erbij en natuurlijk een stevig glas rood uit de Rousillon. Wat wil je nog meer op deze zonnige dag?

Nodig:

4 rode puntpaprika’s

200 g gele linzen

4 groentebouillontabletten

plantaardige olie

1 rode ui gesnipperd

1 witte ui gesnipperd

1 ½ tl gemalen komijn

1 tl gemalen koriander

200 g roomkaas naturel

1 el balsamico azijn

1 el ketjap asin

1 el sweet chilisaus

½ bos platte peterselie fijn gehakt

versgemalen peper

grote soeppan van circa 3 liter.

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 220 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg de paprika’s erop. Zet hoog in de oven en rooster de paprika’s gedurende 30 minuten. Het vel van de paprika’s is dan grotendeels geblakerd. Doe de nog warme paprika’s in een stevig diepvrieszakje en sluit het. Laat afkoelen. Spoel de linzen in een zeef onder koud stomend water even af. Doe ze dan samen met 1 ½ liter water en de bouillontabletten in een pan en breng zachtjes aan de kook. laat ze in 25-30 minuten gaar koken. Ze zullen hierbij uit elkaar vallen en dat is prima. Verhit een royale scheut olie in een koekenpan. Fruit de beide uiensoorten zachtjes bruin en gaar, voeg dan de komijn en koriander toe en bak even mee. Trek het vel van de paprika’s en verwijder het kroontje en de zaadjes. Pureer de ontvelde paprika’s in de keukenmachine samen met de roomkaas, de balsamicoazijn, de ketjap en de sweet chilisaus. Voeg deze puree al roerend bij de gekookte linzen. Doe de gefruite ui erbij en eventueel nog wat water. Het moet een gebonden, beetje dikke soep worden. Breng op smaak met versgemalen peper. Bestrooi met de peterselie en dien op.

Mijn keuken van Galicië.

 foto: credits website Terra.

Mijn keuken van Galicië. Een niet veel bezochte regio in het westen van Spanje, aan de Atlantische Oceaan, met een eigen taal en cultuur. Geen castagnetten, flamenco en brandende hitte, maar diepe fjorden, die rias heten, doedelzakken, vis en veel groen. Dat is Galicië, de geboortestreek van de vader van Isabel Meniño, een culinair en conceptueel styliste en initiatiefneemster van het Museum of Our Food. In haar nieuwe boek neemt zij de lezer en koker mee op een tocht door deze mooie regio, haar keuken van Galicië. Manolo, de vader van Isabel, belandde na een korte carrière bij de Spaanse marine in een café aan de Amsterdamse Peperstraat, waar hij de klanten kennis liet maken met de keuken van zijn  geboorteland. Zomers ging het gezin naar Galicië, naar oma Divina. Zes weken weg van het comfort van Nederland. Zoete herinneringen heeft Isabel hieraan. Ze bundelde deze jeugdherinneringen in dit mooi vormgegeven boek.

Galicië is zoals gezegd een onbekende streek. Santiago de Compostella, de stad van apostel Jacob kent iedereen, maar daar houdt het op. Deze Keltische regio kenmerkt zich door uitgestrekte natuur en een koel zeeklimaat. Door haar ligging is er weinig industrie en vertrokken veel Gallegos naar andere landen om werk te vinden. Wat bleef was de rust en het kalme en ingetogen karakter van de inwoners. Meniño probeert deze aard te vangen in beeld, tekst en recepten.

Galicië ligt aan zee, dus er wordt volop genoten van vis en schaaldieren, van mejillones en escabeche, krab met knoflookmayonaise, de bekende zarzuela en natuurlijk pulpo, die waarschijnlijk het meest wordt gegeten in Galicië. Al dan niet met en glas albariño of cider. Het boek gaat verder met Verano (zomer). Galicië kent een hoop feesten. En feest in Spanje betekent een comida. Zo worden in de stad Vigo grote vreugdevuren ontstoken voor de vissers, die terugkomen. Hierop worden sardines in vele variaties bereid. Isabel geeft een aantal feestelijke recepten.

Hierna komen meel en eieren, de basis van de empanada, meer dan 800 jaar oud, die al door de pelgrims in Santiago werd gegeten. Empanar betekent inpakken en vullen met iets hartigs. De Gallegos namen dit broodje mee naar Zuid Amerika. Empanadas met kabeljauw, vlees, tonijn of pompoen. Isabel en haar ouders kregen ze mee van oma en pas na de Pyreneeën werd er gestopt voor brood. De eerste etappe tot aan Frankrijk  hadden ze genoeg aan hun empanadas. Tortillas staan ook op het menu, een makkelijke boerenmaaltijd en heel #nowaste, met aardappel, voorjaarsgroenten of zoete aardappel. Het blijft een vindingrijk gerecht.

La cocina de Manolo. De vader van de schrijfster was kok en liet de Nederlanders kennis maken met zarzuela, ropa vieja, tortilla, paella en nog veel meer. Isabel heeft goede herinneringen aan deze keuken. Lamskoteletjes met komijn en fideos, een Iberisch pastagerecht. Meniño vergeet nooit het gekrijs van het varken dat vroeg op de binnenplaats werd geslacht. Het geslachte dier werd door oma van kop tot kont gebruikt. Het werd verwerkt en de familie kon er dan een jaar van eten. Van de ribben werd op het houtvuur een caldo, bouillon getrokken. Voor de al verhollandste kinderen een gruwelmaal. Voor vader Manolo een feest.

Met bouillon kun je de beroemde caldo gallego maken, eens stevige boerengerecht met kikkererwten en kool. Of wat te denken van ropa vieja, vieze kleren, een stoofpot, die de Galiciërs leerden kennen op de Canarische Eilanden. Gereons Keuken Thuis vindt het leuk dat de schrijfster ook iets in dit boek vertelt over wijn. Galicië is de bakermat van de albariñodruif, die in het vochtige zeeklimaat groeit op de rijke gronden van graniet en lei. Deze wijnen hebben een knisperend en fris karakter. Het is een goed gebruik van de Gallegos om een gast te verwelkomen met een taza de vino, een kommetje wijn. Het boek besluit met wat tapas en natuurlijk dulces.

Mijn keuken van Galicië is een spannend boek, met ingetogen foto’s van de gerechten en het knalblauwe water op de foto’s van de oceaan. Hiermee creëert Isabel Meniño een sfeervol geheel, waarin de tamelijk basic Spaanse keuken goed gedijt. Ik heb er in ieder geval van genoten en zou wel eens een kijkje in de rias willen nemen. Wie weet kan de schrijfster mij een goed plekje wijzen om kokkels te rapen.

Mijn keuken van Galicië, Isabel Meniño (ISBN 9789089897350) is een uitgave van Terra en kost € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Koken van pagina 53, de Vrolijke Tafel.

 foto: cover De Vrolijke Tafel.

Koken van pagina 53 op deze zaterdagmorgen. Uit Gereons Kookboekenhoek pakte ik De Vrolijke Tafel, feestelijke recepten voor elke dag van Karin Luiten, de antipakjes- en zakjesdiva. Maar, verhip, op pagina 53 trof ik drie juichende en voetbal kijkende (neem ik aan) mannen aan in plaats van een recept. Dus voor deze editie van deze serie op Gereons Keuken Thuis (geen voetballiefhebber) wordt uitgeweken naar bladzijde 52, alwaar ik merguez-hapjes met yoghurt aantrof. Een recept, dat ontstond als een soort kliekjessnack, en zowaar, het zijn heel party-waardige hapjes. Aldus Koken met Karin. Een prima snack voor deze zonnige zaterdag. Dus hopperdepop naar de Kinkerstraat voor de ingrediënten. We doen er fris glas koele witte Spaanse albariño erbij. Laat ik het de eerste #lentevibes noemen.

Nodig:

4 merguez worstjes

250 ml Turkse yoghurt

2 pitabroodjes

2 takjes verse munt

1 tl pikant paprikapoeder (of pimentón hot)

2x scheut olijfolie

Bereiding:

Oven voorverwarmen op 160 graden. Roer 1 theelepel paprikapoeder door 4 eetl. olijfolie. Meng de helft hiervan door de yoghurt, zodat deze lichtoranje kleurt. Laat de yoghurt uitlekken in een koffiefilterzakje in een zeef. (dat vind ik praktisch) Snij alvast de munt in reepjes. Snij de merguez-worstjes in 4 stukken en bak ze gaar in wat olie in een koekenpan. Verwarm de pitabroodjes in de oven. Snij doormidden en vervolgens elke schijf in kleine partjes. Leg die op een platte schaal. Schep de uitgelekte yoghurt erop. Leg overal een stukje merguez op en steek er een prikkertje in. Sprenkel de rest van de oranje paprikaolie erover, en als je hebt, vooral ook wat bakvet uit de pan. Bestrooi met de munt.

Verrukkelijk Rome.

 foto: cover Verrukkelijk Rome.

Verrukkelijk Rome, een kookboek vol dolce vita. Eten is een taal, die net als elke andere taal moet worden ontcijferd en geleerd. Foodwriter en -blogger Eleonora Galasso neemt je mee op pad over de sanpietrini (kinderkopjes) van de Eeuwige Stad. Want voor deze schrijver is Rome haar favoriete plek om lang te tafelen met vrienden en familie en en passant de wereld te verbeteren. E pronto a tavola!, de Romeinse tafel van Eleonora, haar dolce vita in een kookboek. Het start met de Romeinse voorraadkast, want when in Rome do as the Romans do! Olijfolie, pasta, rijst, homemade bouillon, ricotta van schapenmelk en in september ingemaakte potten tomaten en saus. Tevens geeft ze tips hoe de heilige graal van de Romeinse keuken, de purperen artisjok, klaar te maken, zonder te blijven zitten met zwarte handen.

Het genot van het ontwaken in de stad en haar kleine straatjes en lome stilte.We starten de tour met een ontbijtje. Dit verkleinwoord is al te groot voor ontbijt, omdat in Rome  de dag wordt gestart met een kop caffé en een cornetto. De mogelijkheden voor deze kleine zoetigheden zijn eindeloos, naturel, met chocolade, jam of room. Zoete broodjes, briochevlecht met chocolade, koekjes om te soppen. Allerlei traktaties trekken voorbij. Wat het oer Britse granola ertussen doet begrijp ik niet helemaal, vind ik niet zo Romeins. De bigné di San Giuseppe daarentegen wel.

Merende, kleine snack tussen de maaltijd door, snoepen vlak voor de lunch of avondeten. Pretzels met wijn, trio van bruschette, minipizza’s met tomatensaus. Even de trek stillen voordat de echte maaltijd begint. Op doordeweekse dagen hebben de alimentari het druk. Ondanks hun lange pauze gaan veel Romeinen voor een lunch onderweg. Bouwvakkers, oude dametjes en bankiers. Ze proberen allemaal voor te dringen om hun broodje te bemachtigen. Galasso geeft in dit hoofdstuk recepten voor broodjes, sandwiches, een spaghetti-omelet en zelfs savooiekoolpakketjes met kalfsgehakt. Je zou het zo allemaal oppeuzelen in het park van de Villa Borghese.

A tavola, zondag met de famiglia. er wordt uitgepakt, iedereen is uitgenodigd, zolang we maar niet met 13 man aan tafel zitten, indachtig het laatste avondmaal. Veel bijgeloof, maar ook conversaties en iedereen eet en doet mee. Met griesmeelgnocchi met varkensvlees in saus op Romeinse wijze, zalmfilet met een mousse van tuinbonen en pecorino, de emblematische carbonara en tot slot de gehaktballen van de oma van Eleonora.

Het fenomeen aperitivo komt aan bod. Een drankje en een hapje na het werk. Gereons Keuken Thuis kent dit van de bezoeken aan de evenementen van de Italiaanse Kamer van Koophandel. Romeins fingerfood, zoals mozzarella in carrozza, de beroemde olive all’ascolana  of citroen gevuld met tonijncrème. De schrijfster geeft er een leuke moderne twist aan.

Galasso houdt van romantiek, dus een hoofdstuk over romantische dinertjes kan niet ontbreken. Lippenstift op en met haar Roman lover lang tafelen. Con amore. Bucatini alle vongole of ravioli op Romeinse wijze onder de sterrenhemel. Glas koele witte Frascati erbij. Diners! Veel mensen zien Italië als luilekkerland, een plek van overvloed en voldoening. geloof het maar vertelt de schrijfster, doe je ogen dicht en droom verder. Een hoofdstuk met feestgerechten volgt, want in de Bel Paese is er altijd wel een aanleiding voor een klein of groot festa. In Rome is dat niet anders. Van Driekoningen tot Maria Hemelvaart op 15 augustus. Iedereen doet een duit in het zakje. Mimosataart voor 8 maart, paasbrood of gepocheerde perziken.

Het boek besluit met een hoofdstuk, waarin Eleonora tips voor je voorraadkast geeft. Pruttelende geluiden uit de keukens, waar vrouwen de oogst verwerken tot voorraad voor de winter, zoals, daar zijn ze weer, artisjokken op olie, tomatensaus, harde Toscaanse koekjes, grissini en rode uienconfituur. Dit spreekt Gereons Keuken Thuis aan.

Verrukkelijk Rome is een heerlijk boek om te lezen en de fotografie van David Loftus is prachtig. Het neemt je mee door deze stad en haar gerechten. Galasso is niet bang om een moderne twist te geven aan klassieke gerechten, als zullen Italo puristen hiervan gruwelen. Ik vind dat wel leuk, want ook  de Eeuwige Stad staat niet stil. Wat mij minder aanspreekt zijn de gestileerde foto’s van Eleonora Galasso als model op hakken en couture, maar ja ik heb ook niet de vrouwelijke dolce vita fantasieën van rode lippenstift en kokette dameskleding. Maar voor een ander hoort dat bij het plaatje van Rome. En dat het niet alleen om beeld gaat laat de schrijfster zien in haar verhalen en recepten. Ze is geslaagd in haar rondleiding door Verrukkelijk Rome! Gereons Keuken en Route zou zo met haar mee gaan over de kasseien.

Verrukkelijk Rome, authentieke en hedendaagse gerechten. Eleonora Galasso. (ISBN 9789461431639) is een uitgave van GoodCook en is te koop voor € 24,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

The Palomar, de moderne keuken van Jeruzalem.

 foto: cover The Palomar.

 

The Palomar, ruim 100 gerechten uit de moderne keuken van Jeruzalem. Een eclectische mix van Joodse, Levantijnse, Noord Afrikaanse, Italiaanse, Jemenitische en andere invloeden. Samengebracht door de drie hoofdrolspelers van dit in Londen gevestigde restaurant. Eigenaar en voormalig DJ Layo Paskin, koks Yossi “Papi” Elad en Tomer Amedi. De eerste vertelt het verhaal van het restaurant, nummer twee de achtergronden van de ingrediënten en Tomer als laatste schreef de recepten. The Palomar, gestyled als een fifties Californische duiventil. En dat is het. Wij zijn allen halfbloedjes, begint Layo zijn relaas en dat is te merken in deze fusion keuken, waar in allerlei talen wordt gekookt, gewerkt en gelachen.

Het boek begint met de voorraadkast. Tomer Amedi legt uit wat de basis van de keuken in The Palomar is. Typische producten uit het Midden Oosten. Hij heeft ze thuis ook staan. Bijvoorbeeld koosjer zout (zonder jodium), dadelsiroop, geurwaters, sumak etc.. De basis van de maaltijden zijn gebaseerd op zoals Amedi het noemt de maaltijd voor de maaltijd. Op vrijdagavond komen veel mensen bij elkaar om een gezellig feestmaal te nuttigen. Deze start met 8 à 9 mezze. Dat was één van de pijlers van zijn moeders keuken. Hoe kregen we het allemaal op? vraagt de kok zich af. Direct volgen een aantal basisrecepten voor ingemaakte citroen, harissa, rode ui met sumak, tzatziki en hoe kan het ook anders kippenleverspread. Gehackte leber was nooit een favoriet van Tomer, nu wel.

Als intermezzo vertelt Layo Paskin wat over de wijnen in het restaurant. Dat vind ik heel leuk, omdat wijn vaak een ondergeschoven kindje is in kookboeken en zeker met deze uitgesproken smaken wel wat aandacht verdient. Na de mezze gaan we aan de slag met rauwe gerechten, rauwe vis en zeevruchten. Wat de laatsten te maken hebben met de keuken van Jeruzalem, snapte ik niet helemaal. Laten we het een culinair dichterlijke vrijheid noemen. Verder lezend kom je erachter, dat deze gerechten zijn voortgekomen uit een nieuwsgierigheid van Amedi, omdat zeevruchten in zijn opvoeding een verboden vrucht waren. Dus Marokkaanse oesters, coquillecarpaccio of ingemaakte sardines verschijnen ten tonele in The Palomar.

De hoofdgerechten, gemaakt met de eerder genoemde ingelegde citroenen, homemade harissa, betaalbare ingrediënten met veel smaak. Waaronder ook orgaanvlees, volgens een #nowaste principe. De shakshuka in een aantal varianten ontbreekt niet, boureka’s met feta en aubergine, de polpo van Papi of ribeyes met harissa-aardappelpuree en Midden-Oosterse chimichuri. In een apart blokje legt Tomer Amedi de verschillende Joodse keukenstijlen uit, de Asjkenazische, Sefardische of Mizrachi. Een mix van vele stijlen van Oost Europa, via Andalusië tot Jemen en Iran. Een apart gerecht vind ik de bereiding van buikspek met ras al hanout, gedroogd fruit en Israëlische couscous. Ach we zijn in Londen zullen we maar zeggen.

Het laatste deel gaat over patisserie en zoetigheden, oranjebloesemijs in kataifinestjes, basbousa en een Jeruzalemse mess. Het boek sluit af met basisrecepten brood, pita’s en kreplachs.

The Palomar, ruim honderd gerechten uit het moderne Jeruzalem neemt je mee op pad in de keuken en tradities van alle koks, die in dit Londense restaurant werken. Zij schuwen het experiment niet en gaan iets verder van de Ottolenghi en zijn kompanen. Ik vind de receptuur wat bewerkelijk voor mijn kleine keukentje. Maar het boek is een grote bron van inspiratie en mooie achtergrondverhalen. De fotografie van Helen Catchcart is likkebaardend lekker.

The Palomar, ruim honderd gerechten uit het moderne Jeruzalem (ISBN 9789059566927) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 24,95

 

Koken van pagina 53, Martin “Ceviche” Morales.

 foto: cover Ceviche.

Koken van pagina 53 met Martin “Ceviche” Morales. Kleurrijk en fantasievol eten uit Peru. Geuren en smaken verenigd. Al millennia lang. Van de kust van de Stille Oceaan, in de straten van Lima, in het hooggebergte van de Andes en de wouden van de Amazone. Dat is de rijke keuken van Peru. De Inca’s aten al quinoa, physalis (goudbes) en een vorm van de emblematische ceviche. Grootmoeders in de bergen hielden cavia’s in hun keuken. De conquistadores brachten knoflook, citrusvruchten en gember mee. De Afrikanen hun voedsel, zoals de spiesjes van runderhart. Veel gegeten streetfood in Lima. De Italianen kwamen met pasta en wijn. De Chinese arbeiders leerden Peru wokken. En de Japanners vervolmaakten de bereidingen van vis in de Peruaanse keuken. Ik kan er nog heel veel meer over vertellen.

Maar nog beter kun je Martin Morales, veelzijdige man, laten praten over zijn passie. De keuken van zijn geboorteland. En praten kan hij over food. Niet vreemd als je bedenkt, dat de vorige carrière van deze man in de entertainment business lag. Maar zijn Peruaanse bloed kroop waar het niet gaan kon. Al sinds zijn elfde. Hij startte een restaurant met de klassieker van dit mooie land. Ceviche. In dit restaurant kookt Martin Morales puur soulfood, natuurlijk gebruik makend van de rijkdommen van Peru.

We nemen een kijkje op pagina 53 van dit boek. Op deze bladzijde staat en recept voor Cancha, gebakken mais. Dit is een heel populaire snack uit de Andes, maar hij wordt overal in Peru gegeten. De maiskorrels hebben een nootachtige smaak, zijn ongelofelijk crunchy en zeer verslavend.

Nodig:

1 el plantaardige olie

250 g maiz chulpe (speciaal bewerkte pofmais, zie sabordelperu.nl)

1 tl zout

een kneepje limoensap (naar keuze)

Bereiding:

Verhit de plantaardige olie in een koekenpan met deksel op halfhoog vuur. Voeg de maiskorrels toe en bak ze terwijl je de pan af en toe schudt tot ze openspringen. Zet het deksel op de pan, draai het vuur laag en bak ze nog circa 5 minuten. Schud de pan regelmatig tot de korrels een diepe goudbruine kleur hebben en hier en daar een beetje verschroeid zijn.

Stort de maiskorrels in een kom, bestrooi ze met zout en laat ze afkoelen. De maiskorrels zijn in een luchtdichte trommel minstens een paar weken houdbaar. Je kunt ze warm eten of koud met een kneepje limoensap.

Lente in de keuken.

 foto: ontluikend lentegevoel.

Lente in de keuken. Het nakende voorjaar betekent voor mij lucht en ruimte. Opruimen, zowel fysiek als in mijn hoofd. Plannen maken voor mijn blog. Welke recepten ga ik delen, welke producten vind ik interessant, welke kookboeken ga ik dit seizoen recenseren? Het leidt allemaal tot een draaikolk in mijn hoofd. Zoveel plannen. Het omgekeerde effect ontstaat. Ik ga procrastinatie gedrag vertonen. Ik verzin alles om niet iets op papier of in het huidig tijdsgewricht in mijn laptop te stoppen. Ik ga me ergeren aan troep, aan onbestendige potjes, die me aankijken en boeken ter recensie, die lonken. Dat remt mij in mijn creativiteit. En geeft geen luchtig lentegevoel. Een probaat middel is dan opruimen, inventariseren en vooral dingen wegmikken of beter weggeven. (Bij ooievaars zie je dat ook, het mannetje keert eerder terug van overwinteren om het nest te kuisen.) Noem het een tour de cuisine. Je kruidenkast eens updaten, de vriezer leegeten en onbestemde restjes in  de vuilnisbak gooien. Dat ruimt op en geeft lucht. Inmiddels is mijn kledingkast op orde en is er een bezem door mijn kookboekenhoek en mijn keukenkastjes gegaan. Ik vind het een feest. Ook het lichaam was aan een beurt toe en dat uitte zich in een maand geen alcohol tot mij nemen. Niet het dagelijkse gewoontewijntje. Het is mij prima bevallen en voor herhaling vatbaar. Het wordt een jaarlijks terugkerend festijn in Gereons Keuken Thuis. Maar nog even over mijn tour de cuisine. Mijn keuken moet in lente-stand en gisteren kreeg ik gezien de temperaturen bijna zin om het #alfresco gebeuren vast op te starten. maar je moet realist blijven. We leven in Nederland en een koutje is zo gevat terwijl je buiten aan het koken bent. Eenmaal opgeruimd kan het brainstormen beginnen. Wat worden de thema’s dit voorjaar? In ieder geval start begin mei mijn jaarlijkse #alfresco actie. Er ligt al een leuk kookboek klaar voor de meest originele inzending. Begin april is het tijd voor een “lente” foodparade. met allerlei nieuwigheidjes en ,hoop ik, veel inzendingen. Er verschijnen weer veel leuke boeken, waarvan ik jullie op de hoogte ga houden. Ik ga Gereons kookboekenhoek reorganiseren en heel wat pareltjes weggeven. (ophalen kan altijd) Kortom er is veel te doen in Gereons Keuken Thuis. Vandaag ga ik aan de slag met salie, een voorbode van de lente bij de Romeinen. Ik gebruik het in een klassiek gerecht uit Rome, een in de mond springende saltimbocca alla Romana. Erbij een glas wit uit Castelli Romani. En de lente in mijn keuken is compleet.

Nodig:

4 dunne kalfsschnitzels of platgeslagen kalfsoesters

4 plakken parmaham

salieblaadjes

bloem

50 g boter

1 glas witte wijn

peper en zout.

Bereiding:

Leg op elk stuk vlees een plak parmaham en één of twee blaadjes salie. Vouw dicht en zet vast met een prikker. Bestrooi het vlees met peper en zout en wentel het door de bloem. verhit de boter en bak snel aan. Laat het vlees kort garen en haal het uit de pan. Leg op een bord en dek af met aluminium folie. Giet het glas wijn in de pan en laat de jus iets inkoken. Serveer de saltimbocca direct met wat jus.

Koken van pagina 53, Kitchen Table Food.

 foto: cover Kitchen Table Food

Koken van pagina 53, Kitchen Table Food. Aan tafel in twee federale hoofdsteden, Berlijn en Washington DC. Vol recepten, verhalen en vrienden. Tal Maes en Petra de Hamer bloggen erover en schreven het kookboek Kitchen Table Food, dat verscheen in oktober 2015. Dat is al weer een tijdje geleden. Het is lente, een mooie tijd voor een hernieuwde kennismaking. Koken van pagina 53. Is het Berlijn of Washington DC geworden?

Bladzijde 53 gaat over Berlijn en over de moestuin van Petra in deze stad. Niet een instant succes, die moestuin. Maar niet getreurd, Petra wordt blij van concepten als de Prinzessinengarten in Kreuzberg. Een collectief stuk grond, waarop je heerlijk kunt stadstuinieren. Niemand heeft zijn eigen stukje, je doet het samen. Achterin, ook een leuk weetje, zit het Gartencafé voor een eenvoudige lunch. Met groenten uit deze tuin en Berlijnse streekproducten. Herrlich!

Petra beschrijft op pagina 53 een salade, die zij vaak in het naseizoen maakt. Een bonensalade van cannellini, borlotti & sardientjes. Met deze keer blikken uit de voorraadkast. Een glas witte Soave erbij en je waant je in de lenteachtige Prinzessinengarten. (alleen die naam al). Koken van pagina 53, Kitchen Table galore.

Ingrediënten:

1 el olijolie

2-3 bospeentjes in plakjes

1 gele paprika, zaadjes verwijderd en in blokjes

1 ui gesnipperd

1 teen knoflook fijngehakt

ca. 6 zongedroogde tomaten in olie, in stukjes

1 el kappertjes (potje) uitgelekt

een kleine handvol olijven zonder pit

1 blik borlottibonen (400 g), afgespoeld en uitgelekt.

1 blik cannellinibonen (400 g), afgespoeld en uitgelekt

een scheutje rode-wijnazijn

1 blikje sardientjes, uitgelekt en graatjes verwijderd

een handvol verse tuinkruiden, fijngehakt

Bereiding:

Verwarm de olijfolie in een grote (koeken)pan. Voeg bospeentjes, paprika, ui en knoflook toe en bak 2-3 minuten op matig vuur. Stoof afgedekt 3-4 minuten tot de groenten enigszins zacht zijn.

Voeg tomaatjes, kappertjes en olijven toe en stoof kort mee. Schep de groenten in een schaal en meng er de bonen door. Voeg wat azijn toe en breng op smaak met wat zout en peper. Verdeel over vier borden. Leg op elk bord een paar sardientjes. Maal er verse peper over en garneer met kruiden.

Tip van Gereons Keuken Thuis: Maak van de olie uit het blikje sardientjes, 2 el olijfolie, wat gehakte bieslook, een teen geperste knoflook en wat peper en zout een dip voor het brood, dat je bij deze salade serveert. #nowaste.

Salades van Katie en Giancarlo Caldesi.

 foto: Salades, 120x inspiratie uit de hele wereld.

Salades van Katie en Giancarlo Caldesi. Het stamppotseizoen loopt ten einde. Ik hoor de vogels al weer fluiten en zie het groen ontbotten. Er zit lente in de lucht. Een nieuw seizoen, de dagen gaan weer lengen en voor je het weet is het #alfresco gebeuren weer aan de orde van de dag. Dat vraagt om een ander soort maaltijd. Bijvoorbeeld een salade. Voor op je balkon, tijdens de picknick of bij de BBQ.

In Gereons Keuken Thuis ligt het nieuwe boek van Katie en Giancarlo Caldesi, Salades, 120x inspiratie uit de hele wereld. Een kookboek, zoals de titel al doet vermoeden, vol inspirerende saladerecepten. Katie en Giancarlo zijn al 10 jaar restaurant- en kookschooleigenaren in Londen en delen hun culinaire kennis graag met de lezers van hun kookboeken en cursisten. Zij hebben voor dit boek salades verzameld voor elk moment van de dag, uit alle hoeken en gaten van de wereld, met allerlei ingrediënten, van groente tot en met noedels. Anything goes. Want salades zijn multi inzetbaar.

Giancarlo, de smulpaap kreeg te horen, dat hij moest afvallen vanwege diabetes. Geen pizza of cappucino’s met suiker meer. Een mooie reden voor salade adept Katie om zich te gaan verdiepen in de materie van salades. Niemand had tegen Giancarlo gezegd, dat hij geen groente meer mocht eten. De daad werd bij het woord gevoegd. Door hun vele reizen hadden de Caldesi’s hun horizon al verbreed en voilá het concept voor dit boek over salades lag er.

Het eerste deel leert je alles over salade, texturen, evenwicht tussen zoet, zuur en zout, ingrediënten, heel belangrijk olie en azijn, het snijden, uiteindelijk assembleren en opdienen van salades. So far so good. Dan is het wakker worden, met een ontbijtsalade van watermeloen, feta met muntvinaigrette of een salade van saffraanperziken & munt met bananenpannenkoekjes. Ontbijten met een salade, dat is weer eens iets anders. Gereons Keuken Thuis gaat het eens proberen in plaats van het winterse bordje pap.

Salade als voorgerecht, zoals kropsla met zoete gorgonzola en een hete vinaigrette met spek, ceviches of een Koreaanse grapefruitsalade met aardbeien. Zeer creatieve appetizers. Deel drie speelt zich af op het platteland. Met salades van de boerderij, zoals Oud-Engelse salade van gerafelde kip met sinaasappel & berberisbessen. Een salade van warmgerookte varkenspoot & bleekselderij met marmelade-gemberdressing of een Griekse salade van citroenkip, graan & feta met wat tzatziki. Ik hoop, dat weer snel het picknickweer zich aandient.

Zeesalades met vis en schaaldieren volgen, net zoals salades uit de tuin of erbij. Katie en Giancarlo halen de ingrediënten uit alle hoeken en gaten en van alle continenten. Het boek sluit af met lekker zoet, want het dieet van Giancarlo betekent niet dat er niet van iets zoets mag worden genoten. Heerlijke saladedesserts met fruit, dadels, rozenwater, homemade labne en vijgen. Wat kun je daar lekkere dingen mee maken.

En zo is de trip  van Katie en Giancarlo compleet in 120 recepten, met prachtige fotografie van Helen Cathcart. Zij legde al deze voorjaarsheerlijkheden vast op de gevoelige plaat. Salades van Katie en Giancarlo Caldesi maken Gereons Keuken Thuis ongeduldig. Zon kom uit je schulp, de lente gaat van start. Ik wil weer buiten eten. Wat te denken van een salade?

Salades, 120x inspiratie uit de hele wereld, Katie & Giancarlo Caldesi (ISBN 9789059567252) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 19,95

 

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

FOODIES nr. 100.

 foto: cover Foodies nr. 100


FOODIES nr. 100. Een extra dik feestnummer van dit culi tijdschrift ligt in Gereons Keuken Thuis op tafel. Onder gasthoofdredacteurschap (als je dat neerlegt met Scrabble op drie woordwaarde, ben je de bom) van niemand minder dan HHB diva Janny van der Heijden. Voor deze gelegenheid stapte zij weer in haar op oude rol van hoofdredactrice. Iets wat zij jaren deed bij TIP culinair. Wat heb ik veel uit dat blad gemaakt voor mijn kompanen in het studentenhuis. Maar dat terzijde. FOODIES nr. 100, het nummer van maart 2017.  Een feestelijke Charlotte Russe staat op de cover. Het fijne van eten luidt de ondertitel en als Janny de scepter zwaait weet je dat we het gaan beleven. “Eten verbindt, je deelt tradities, het geeft je een kijkje in de pannen en de ziel van de ander.” Zomaar uitgangspunten voor dit nummer, aldus de hoofdredacteur in haar editorial.

En dat gaan we beleven. Al bladerend, start  Foodies met een korte uitleg over verschillende vormen van cakejes, van de cannelé via de de brioche naar een baba au rhum, de opmaat naar het thema Franse patisserie verderop in het blad. We kijken in Janny’s keukenkastje, in haar kookboekenhoek. En dan gaat het los, voor dit honderdste nummer proostte Janny met haar gasten tijdens een lente pranzo.  De rivierkreeftjes risotto ontbrak niet. Als je proosten zegt zeg je natuurlijk champagne. Voor Foodies verkende Janny deze streek, de sfeer in de crayères vol flessen, het sanctum santorum van de rémueur, de man die de flessen draait. Arabisch zoet volgt en dat is meer is meer dan Marokkaanse koekjes en baklava.

Een bezoek aan het kookatelier van culinair specialist Carola de Kanter mag niet ontbreken. Binnenkort verschijnt bij Good Cook haar boek Leafs. Dat is pas #greenhappiness! Wie weet geschikt voor een pagina 53 blog. Een spread over bloggers volgt, met een kanttekening: de man, die koken kan is niet de enige mannelijke foodblogger, Foodies!! Waarvan akte! (stille hint) We gaan verder met wijn en ham, echt een  Gereons Keuken Thuis onderwerp. Op reis door Ribera del Duero! Na de wijn gaat Janny op de koffie bij kop tot kont chef Nel Schellekens. Van haar verscheen onlangs het heerlijke boek, Kop tot kont Chef. Het dubbelinterview levert smakelijke anekdotes op. Haute friture, snacken op stand, kleur in de keuken en de keuken van Nadia Zerouali. Foodies nr 100 sluit af met de vooraankondiging van hun nieuw kookboek, met hun 100 beste recepten. Vergeet ik bijna de uitsmijter, het Franse bakken.

Zoveel lekker leesvoer en kookplezier voor het weekend in één blad. Ik moet zeggen dat de input van Janny van der Heijden in de nummer goed is opgepikt en wat meer zwaarte geeft aan het blad. Dat miste ik wel eens in andere nummers. Die weg moeten jullie verder inzetten. Ik heb gesmuld van de terroirverhalen. Ga zo door zou ik zeggen, ook in nummer 101!

FOODIES nr. 100,  met gasthoofdredacteur Janny van der Heijden ligt nu in de kiosk of bij je bladenman voor € 5,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten