Bretagne à la carte.

 foto: cover Bretagne à la carte.

Bretagne à la carte, ontdek de heerlijke Bretonse keuken. Of beter gezegd ontdek de keuken van La maison blanche aux volets bleus, al tien jaar de chambres d’hôtes van Anouck en Joris Delanghe. Een hernieuwde kennismaking, want ik zag dit koppel jaren geleden in het item “logeren bij Belgen in Frankrijk” van het inmiddels opgedoekte programma Vlaanderen Vakantieland. In dit programma vertelden zij hoe zij drukke banen in Vlaanderen opgaven om een B&B te beginnen in de groente- en zuivelstreek van Bretagne. Niet ver van de kust met alle delicatessen die daarbij horen. Joris Delanghe houdt van koken en begon de gasten te verleiden met zijn kookkunsten van verse Bretonse waar.  Hij is autodidact. Toevallig staat hiervan in Gereons kookboekenhoek hun eerdere kookboekje “Smaken van Bretagne”, dat ik eens ergens op de kop tikte. Maar het moet worden gezegd, dat nu, jaren later, de kookkunsten van Joris zich hebben verdiept. Laten we eens kijken, wat Bretagne à la carte heeft te bieden. Allons y!

 foto: cover De smaken van Bretagne.

Waarom koos dit koppel voor Bretagne? “Vanwege de heerlijke ingrediënten, maar ook vanwege het onverwacht milde klimaat, de vriendelijke Keltische bewoners. de netheid, de onmetelijke natuur en kusten, de kleuren, geluiden en de stiltes.” En dat willen beiden delen met hun gasten. Het kookboek bevat drie onderdelen, Bretagne als hapje…, als voorgerecht….en als hoofdgerecht. Desserts ontbreken. (waarom?) Joris Delanghe haalt zijn inspiratie op markten in Bretagne, van lokale en internationale chefs en soms uit andere Franse streken en landen in Europa.

Bij de start van het menu, dat hij kookt worden gasten onthaald op hapjes als gefrituurde ansjovis met dragon, een koude tomatensoep met kreukels (deze zijn aan de rotsachtige kust overal te rapen), makreelrillettes, gegratineerde oesters met camembert en brandnetel (uit de berm) en oh la la rogvleugelsalade. Mooie kerstamuses. Likkebaardend lekker op de gevoelige plaat gezet door Andrew Verschetze.

 foto’s: gerechten uit het boek.

 

De voorgerechten volgen, gebakken eendenlever met boleten en linzencrème, warme krab met bisque van zwemkrabben en citroengras, tartaar van nieroogkreeften (langoustines) met varkenspoot, witlof en duindoornbes (in dit gerecht zie ik toch een tikje Vlaams/Bourgondisch accent van de kok, die het geheel afmaakt met truffel) en Sint Jakobsnoten met aardpeer, schoreseneer en jus gras. Bij de voorgerechten zitten veel oesterbereidingen, echt het terroir van Bretagne. Delanghe geeft aan de Bretonse oesters een spannende draai, hetgeen hij ook met coquilles, krab en ander zeevoedsel doet.  Ik zou zijn kookkunsten wel eens live willen zien in zijn kookatelier.

Les pièces de résistance, de hoofdgerechten, zoals duif met gerookt witlof en bloedpens, goudbrasem met bloemkool, kurkuma en pickles, konijn met artisjokken en Bretonse bloemkool en, tot slot, kreeft met ratafia, tonka en vanille. Weer eens wat anders dan de bereiding à l’Armoricaine. Wat een smaken weet deze Belgische keukenprins op de borden te toveren. Ik begrijp nu waarom de desserts in dit kookboek ontbreken. Gevoed door deze pure gerechten volstaat een puntje camembert uit het naburige Normandië als toetje. Bretagne à la carte geeft je direct zin om fysiek of virtueel af te reizen naar het domein van de Delanghens. Of…. om direct aan de slag te gaan in de keuken van Gereons SeaSpot.

Bretagne à la carte, Joris Delanghe (ISBN 9789401446440)  is een uitgave van Lannoo en is on- en offline te koop voor € 24,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

BIJDENDIJK, een keuken voor de Lage Landen.

 foto: cover BIJDENDIJK.

 

Bijdendijk, een keuken voor de Lage Landen. Gereons Keuken Thuis gaat (opnieuw) leren koken. Volgens de vier pijlers van Joris BijdendijkHet mooie product, de techniek en bereiding, consistentie van je gerecht, perfectie van de recepten met oog voor de details. Joris wist in zijn jeugd in de Ardennen al wat hij wilde worden. Nee, geen brandweerman, geen rockster of piloot, maar topchef. Geïnspireerd door het moois uit de moestuin, boomgaard en de beek bij het huis van zijn ouders ontwikkelde hij een plan om eens de sterren van de hemel te koken. In een notendop: Joris ging aan de slag in de Amsterdamse horeca, werkte bij Ron Blaauw, ging in de leer bij de gebroeders Pourcel in Montepellier en kookte bij Bridges een ster bij elkaar. Never a dull moment. Nu zeventien jaar later kookt hij in restaurant Rijks® met Nederlandse producten. Je zou het de culinaire eregalerij van de nationale kunsttempel kunnen noemen. Ik mocht daar eens proeven van zijn kunsten en was verrukt.

 foto: de “plaatjes” van gerechten.

En nu is er dan het langverwachte kookboek van Joris Bijdendijk met een duidelijke missie. Hij werkte er drie jaar aan, want deze kok gaat nooit over een nacht ijs. De nationale keuken prolifereren. Onze keuken naar een hoog niveau tillen. Zodat we er toe doen. wat een ambitie. Dat koken begint voor Joris bij de bron. Goed producten zijn leidend voor een gerecht. Hij herkent feilloos een verse kriel van een wat ouder exemplaar. Door met je vinger te wrijven over de schil. Al is je recept nog zo prachtig, de kwaliteit van je ingrediënten is een must. Een kookboek kan niet zonder recepten, maar deze zijn geen dogma’s. Er is aan de bron zoiets als weglaten en toevoegen. Je eigen draai eraan geven. Zoals in het recept voor radijs en piccalilly of de versheid van Opperdoezer ronde met een oestercrème. In ons land groeit, bloeit, zwemt, graast en vliegt zoveel moois. Dat verdient om er ook iets moois mee te maken. Dat is de bron voor Bijdendijk.

 foto: potten @ RIJKS®

De koolraap in zoutkorst, zijn jeugdherinnering van Bastenaakse kip met dragon, een gebakken forel, zeebaars in zoutkorst. Mooie basisgerechten en voor iedere thuiskok goed te maken. Voorzien en dat vind ik altijd leuk een wijnsuggestie. Bovendien besteedt Joris per recept aandacht aan de opmaak. Want zijn gerechten zijn echte kunststukjes. Dat kan net als sommige recepten wat afschrikken. Maar oefening baart kunst. Ik zelf heb het laatste nog niet in de vingers maar ga het proberen, gestimuleerd door dit prachtige boek. Het is een leerschool. Bijdendijk vertelt er graag over, hoe hij als blonde jongen uit Zuid aan de deuren van de culinaire tempels in Parijs en klopte zonder resultaat, maar uiteindelijk door de gebroeders Pourcel in het diepe werd gegooid. Daar leerde hij doen, doen, faire, doen en nog eens doen. Net zolang tot het perfect is. Dat zie je ook aan Bijdendijk, een keuken voor de lage landen.

 foto: inspiratiebron Bras uit Laguiole.

De missie, het derde deel van het boek, wil laten zien, wat je kunt doen met al het moois uit ons land. En Bijdendijk is niet zonder ambitie. Hij wil de aanstichter worden van een Gouden Eeuw van de Nederlandse gastronomie. Sterallures? Nee, die zijn hem vreemd. Het is de band, die door het samenwerken in een keuken wordt gecreëerd. Samen met sterke, niet anonieme producten creatieve nieuwe vondsten op het menu zetten. “Ik hoop, dat iedereen zin krijgt om met een boodschappentas vol Hollandse lekkernijen achter het fornuis te kruipen” Dat gaat Gereons Keuken Thuis zeker doen. Ik weet zeker dat dit kookboek met een grote Wow factor nu al veel toevoegt aan mijn “al zo brede” kennis. (dank voor deze leuke woorden voorin Joris!) Bijdendijk, een keuken voor de Lage Landen krijgt van mij een plaatsje in de eregalerij van Gereons kookboekenhoek. En ik ga eruit leren koken!

 foto: dank voor de krabbel!


BIJDENDIJK, een keuken voor de Lage Landen, Joris Bijdendijk (ISBN 9789038804084) is een uitgave van Nijgh&VanDitmar en is liever “lokaal” te koop voor € 39,99


Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Biefstuk Esterházy.

 foto: portret Miklós Esterházy.

Op zoek naar biefstuk Esterházy. Vorige week gaf, in de halve finale van Heel Holland Bakt, Janny van der Heijden de deelnemers de opdracht om een een Esterházy taart te maken. Hongaars gebak met laagjes botercrème tussen luchtig biscuitdeeg met een deken van fondant en chocolade. Ik had nog nooit van deze taart gehoord, maar dat terzijde. Ik dacht direct terug aan de biefstuk Esterházy met ganzenlever, die ik eens at in een hotel in Boedapest. Nu is het zo dat veel Hongaarse specialiteiten uit de negentiende eeuw de toevoeging (à la façon) Esterházy krijgen, genoemd naar de vorst en gourmet Pál Esterházy. Laat dit nu niet opgaan voor het biefstukgerecht, Esterházy Rostélyos, dat zijn naam dankt aan een andere Hongaarse vorst Miklós (Nicolaas) Esterházy, die de bijnaam “de Prachtige” had. Als je gaat zoeken naar gerechten met deze toevoeging op internet kom je de meest onwaarschijnlijke variaties tegen. Een Oostenrijks recept, dat een kilo meel gebruikt of een ander met varkenhaas en champignon, waarbij je meer denkt aan Stroganoff. Je zou bijna door alle Esterházy variaties het origineel niet meer kunnen traceren.  De vorst en veldheer verfraaide het ouderlijke slot, en richtte een beroemde muziekschool op. Miklós liet zich het leven smaken. In zijn barokke paleis in Fertöd  was het alle dagen feest. Esterházy organiseerde diners, bals en opéra-avonden. Joseph Hydn was de kapelmeester op het slot. Na de jaren 50 van de vorige eeuw verdween het adellijke toevoegsel Esterházy en werd door de machthebbers vervangen door Poesjkin, naar de grote Russische dichter. Na de val van de muur keerde de toevoeging weer terug, zowel voor de taart van Janny als de biefstuk van deze flamboyante vorst. Een gerecht van biefstuk met varkensworst en een zachte mousseline-achtige puree/saus en zoet groenten. Erbij een glas robijnrood uit Eger, gemaakt van de kék-frankos druif.

 foto: slot Esterhaza.

Nodig:


600 g biefstuk in reepjes gesneden

2 wortels

2 pastinaken

1 medium selderij knol

1 grote ui

250 gram varkensworstjes (ambachtelijk)

2 tl paprika poeder

1 laurierblad

1/2 l water

zout en peper

boter en olie

1 el mosterd

sap van 1/2 citroen

125 ml zure room

wat bloem om te bestuiven

gehakte peterselie

Eventueel ter decoratie wat krullen Hongaarse ganzenlever.

Bereiding:

Snijd 1 wortel, pastinaak en de helft van de selderij in blokjes. De rest van, seldeij, wortel en pastinaak snijd je in zo dun mogelijke reepjes. (alumettes) Snipper de ui. Snijd de runderbiefstuk in blokjes. Haal het vlees uit de worstjes. Verhit wat olie en boter in een pan en bak het worstvlees aan. Schep het vlees eruit en zet apart. Voeg wat boter toe, bestrooi de biefstukreepjes met peper en zout en bak deze kort aan. Zet hierna apart onder folie. Fruit de ui en paprikapoeder. Roerbak de groenteblokjes en voeg wat water en citroenrasp toe. Laat de groente kort koken. Doe de groenten, 1 el mosterd, citroensap, 1 el bloem, zure room en jus in een smalle kom en mix deze met de staafmixer tot een zachte mousseline. Doe deze puree terug in de pan en voeg de biefstukblokjes en worstvlees toe. Verwarm nog ongeveer 10 minuten op laag vuur. Verhit wat boter in een pan en bak de reepjes overige groente kort aan tot dat ze zacht zijn. Serveer de Esterházy Rostélyos direct op een schaal gegarneerd met de reepjes groente en gehakte peterselie. Garneer voor de liefhebber met de ganzenlever.

Noot: foto vorst afkomstig van wikipedia.org en foto slot van esterhaza.hu.

Mannelijke foodbloggers vertellen: Rienk Andriessen.

 foto: foodblogger Rienk.

Mannelijke foodbloggers vertellen, vandaag Rienk Andriessen. Wij kennen elkaar al heel lang, virtueel dan en wisselen wat gedachtegoed uit via de sociale media. Rienk is journalist, een levensgenieter, altijd optimistisch gestemd en zeker geen lemming. Doet graag zijn eigen ding! Hij (be)schrijft zijn kookervaringen op Keukenbrigade, zijn blog. Het concept is uit liefde geboren. omdat Rienk graag samen met en voor andere mensen kookt. Rienk wil zijn kookkunsten graag delen, pure en echte smaken zonder pakjes en zakjes. Je zou de foto’s van zijn mise en place voor ragú eens moeten bekijken.Koken doet hij thuis voor partner en kids, maar ook in de vrije natuur op het terrein van de Birk, gelegen aan de Soesterduinen. Een stek in de natuur waar Rienk graag vertoeft. Gereons Keuken Thuis geeft hem geen ongelijk, laten we buiten zijn en van de natuur en rust genieten een gedeelde passie noemen. Dit weekend zond Rienk onderstaande stoof in, een gerecht om je lekker aan te verwarmen na een flukse wandeling. Perfect gegaard, aldus Rienk. Hier drink je natuurlijk een bokbiertje bij.

Stew, slow-cooked to perfection!

Wat heb je nodig?

1 kg goede riblappen (op kamertemperatuur)
5 laurierblaadjes
2 el grove mosterd
2 el bloem
olijfolie
2 blokjes rundvleesbouillon
Worcestersaus, (zee)zout en peper uit de molen
3 flesjes bokbier
4 stengels bleekselderij
3 grote uien
3 grote winterpenen
2 blikjes tomatenblokjes

2014-09-29 13.24.21 2014-09-29 13.24.34 2014-09-29 13.25.17Hoe maak je het?

Vooraf wil ik iets zeggen over het stoven van vlees. Algemeen wordt aangenomen dat je vlees eerst moet aanzetten voordat het stoofvocht (water/wijn/bouillon/bier) erbij kan. Laat dat maar eens achterwege. Als je lang genoeg stooft is er geen verschil. Snijd het vlees in grote brokken van circa 3x3cm, de uien in grove, halve ringen, selderij in stukken van 1 cm. Halveer de wortel en snijd er dan halve maantjes van circa 5 mm dik, Doe alle groenten in een pan met olie en smoor dit laag een kwartiertje. Dan het vlees erbij en om scheppen, bloem erbij en een paar minuten roeren zodat de bloem gaart. Mosterd, tomaten en laurier erbij, even omroeren en dan langs de rand van de pan het Bokbier erbij gieten. Bouillonblokjes erbij, roeren en laat maar pruttelen. Zo af en toe een luchtbel die ‘blub’ zegt.

2014-09-29 13.24.01 2014-09-29 13.24.10 2014-09-29 13.38.26 2014-09-29 13.41.082014-09-29 13.40.062014-09-29 17.27.29

Deksel erop en ieder halfuur even roeren. Laat maar staan die pan, een uur of vijf. Het laatste uur de deksel eraf zodat de stoof wat kan indikken. Op smaak brengen met zout, peper en worcestersaus.

Het resultaat: Botermals stoofvlees en groenten met een lichte ‘bite’. Ik eet er het liefst aardappelpuree bij, maar gekookte aardappel, rijst of pasta: het kan allemaal!

Simpel koken, Janny de Moor.

 foto: cover Simpel koken.

Simpel koken, eenvoudige menu’s voor elk seizoen. We zouden het door de overdosering van alle foodblogs, Masterchef TV programma’s, vlogs en food Instagram accounts bijna zijn vergeten. Simpel koken met verse ingrediënten. In de tijd dat food en koken de gedaante hebben aangenomen van een serieuze competitie (Kookdiva Lawson verzuchtte het ook in een Engelse krant), ontkom je niet meer aan alle huzarenstukjes van foodies en thuiskoks. Via allerlei wedstrijden worden hobbykoks opgejut om nog harder te presteren dan de profkok. Culinair journaliste Janny de Moor werd er bijna weemoedig van toen ze in een restaurant het ene mini gerechtjes geserveerd kreeg. Het één nog mooier dan het andere. “Toujours faite simple”, de gevleugelde woorden van culimeester Escoffier, bedacht ze.

Het bracht haar op het idee voor dit nieuwe kookboek: Simpel koken, eenvoudige maaltijden als rustpunt in deze steeds veeleisender wordende maatschappij. Makkelijke bereidingen, niet per se pijlsnel. Gerechten voor twee personen van overal ter wereld, voorzien van suggesties om het hoofdgerecht op te waarderen tot menu en…. dit vindt Gereons Keuken Thuis heel fijn, bij elk recept een coole wijntip. Tijd om aan tafel te gaan met mooie verhalen, een lekker, doch simpel gekookt gerecht en dan de dag doornemen. Of aan tafel praten over de mooie inleiding, die Janny de Moor bij elk recept geeft.

De opzet van het boek is heel simpel. Het begint met vegetarische gerechten gevolgd door vis en schelpdieren, fladderend gevogelte, lams- en rundvlees en tenslotte het varken. Achterin het boek staan drie registers, voor-, hoofd- en nagerechten. handig als je een menu wilt samenstellen.

VEGETARISCH begint met een recept voor Amerikaanse groenteschotel, zo genoemd vanwege het verhaal van John Harvey Kellogg en de ingrediënten, zoals cornflakes en pindakaas. Kellogg beweerde de uitvinder van de peanut butter te zijn. We drinken er een kloeke chardonnay bij. Via een bonenpot, bulgur met spinazie, Chinese kool uit de koekenpan belanden we bij het gerecht “Herfstharmonie” een Veluws gerecht, waarbij kastanjes de hoofdtoon voeren. Vegetarisch is een mooi hoofdstuk vol verhalen en combinaties, die je kunt maken zonder vlees.

VIS EN SCHELPDIEREN  Een Baskische visschotel met een krachtige geur van olijfolie, knoflook en tomaat. De stoere Baskische vissers namen het zelfs mee naar New Foundland, weet Janny te vertellen. Al ver voordat Columbus voet aan wal zette. Koolvis met tuinkers, gewoon uit de diepvries met wortels, een match made in heaven, te combineren met een chardonnay uit Californië. Vergeet de sliptong met druiven niet of vis in pecankorst met pittige banaan. De Moor houdt van exotisch, dat moge duidelijk zijn.

We gaan verder met GEVOGELTE: Met eend, kip (al dan niet dronken) of kalkoen voor in een kasserol, waarbij we een Montepulciano d’Abruzzo drinken. Janny de Moor kiest voor generieke wijnen, die makkelijk zijn te krijgen, geen specialistische hoogstandjes. Kip, pollo con almendras, uit de hoogst interessante stad Córdoba met zijn mezquita. Arabisch en geurend. Erbij een stevige rode Rioja. De wijn een importartikel van na de reconquista.

LAMS- en RUNDVLEES, het volgende hoofdstuk. Gehaktbal met andijvie, een weemoedgerecht voor arme studenten bij restaurant de Gouden Bal. Aardappels geelgoud drijvend in de jus. Ouderwetse thuiskost. Brabantse preisoep van klapstuk of Deventer lamskoteletjes met rodekool. Maar ook exotischer eten zoals de lamskasserol van mevrouw Güveç, met erbij een Franse rosé uit de Pays d’Oc

Het boek eindigt met VARKENSVLEES,  voor een Broekse pannenkoek, casselerrib met druiven of het Deense gerecht ham met madeirasaus met een rode Côtes du Rhône.

Maar… verhip, staan er dan geen voor- en nagerechten in het boek als apart hoofdstuk? Nee, dat maakt Simpel Koken nu zo leuk. De voor- en naspijs staat onder elk recept als menusuggestie. Dat maakt het boek handzaam. Per slot van rekening kan het niet iedere dag feest zijn, maar met de leuke en originele hoofdgerechten van Janny de Moor ligt een dagelijks feestje binnen handbereik.

Simpel Koken, eenvoudige menu’s voor elk seizoen. Janny de Moor (ISBN 9789402602036) is een uitgave van Aerial Media Company en is te koop voor € 24,95.

Noot: dit boek werd mij als recensie exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Karbonaadjes a la Madrileña.

Karbonaadjes a la Madrileña, chuletas de cerdo in een krokant korstje. Zouden de Habsburgers hierop patent hebben? Immers ook in Wenen en Milaan wordt er wat af gepaneerd en niet alleen karbonades, maar ook schnitzels, scaloppine of escalopes. In Spanje meestal gemaakt van varkensvlees of speenvarken. Bij een slager in Oud West koop ik regelmatig speenvarkenkarbonaadjes, met een lekkere dikke rand spek eraan. Voor op de BBQ, of in de grillpan. Of om te paneren op één van de hierboven beschreven methodes, daar wil ik vanaf zijn. Vandaag chuletas, karbonaadjes a la Madrileña. Ik meng door de bloem een flinke snuif pimentón de la Vera, lekker pittig en rokerig. Serveer de chuletas met een witte bonen- en tomatensalade. We drinken er een jong rood uit Valdepeñas bij.

Nodig:

4 ribkarbonades
1 ei
2 el bloem
2 tl pimentón de la Vera
zout en peper
paneermeel
olie
gehakte peterselie
3 tenen knoflook

Bereiding:

Meng 2 eetlepels bloem, 1 theelepel pimenton peper en zout op een bord door elkaar en haal de karbonades erdoor. Klop het ei los en haal het vlees erdoor. Paneer de chuletas. Verhit olie in een pan en bak de karbonades om en om aan. Hak de peterselie fijn en de knoflooktenen in stukjes. Haal het vlees uit de pan en giet de overtollige olie weg. Fruit kort een theelepel pimentón de la Vera, peterselie en knoflook aan en garneer de karbonaadjes hiermee. Serveer de chuletas direct met deze garnituur.

¡Buen provecho!

Onglet à l’échalote van Thomas culinair.

foto: de feestelijke Franse boucherie

Onglet à l’échalote van Thomas Culinair. Deze gastblogger is geen onbekende op Gereons Keuken Thuis. Eerder zond Thomas al een recept in voor heerlijk herfstig stoofvlees met bokbier in de serie mannelijke foodbloggers vertellen en toen wij onlangs contact hadden in het kader van de Franse zomerweken verblijdde hij mij direct met een recept voor longhaas. Onglet! In Frankrijk een gewoon stukkie vlees. In Nederland wat minder bekend, maar daarom niet minder bemind. Ik kijk mijn ogen altijd uit bij grote vleeswinkels zoals Carnivor, die je overal in Frankrijk vindt. Ze hebben daar allerlei delen van het rund, waarvan wij nog nooit hebben gehoord. Voor allerlei verschillende bereidingen.

foto: onglet (carnivor.fr)

In de bistro’s van Parijs en de bouchons van Vieux Lyon is longhaas een frequent geserveerd stuk vlees. Met gebakken uien of sjalotjes, au sauce marchand de vin, pepersaus of sauce roquefort. Sauzen zijn belangrijk in de Franse keuken.  Smullen en dan het laatste restje saus met een korst van je bord af halen.

Thomas Jansen legt op zijn blog uit:

Wat is longhaas of onglet? De longhaas krijgt in Nederland steeds meer bekendheid. In Parijse restaurants staat longhaas, of onglet al jaren op de kaart. Dit vlees moet rijpen om lekker mals en sappig te worden. De longhaas laat de longen bewegen en is de middenrifspier van het rund. Het is een relatief onbekend, maar een erg smaakvol stuk rundvlees. De longhaas moet je even kort aanbakken, want het kan al snel minder mals worden als je het lang bakt.”   

Vandaag het recept van Thomas Culinair voor longhaas met sjalotjes, onglet à l’échalote. En als je dan toch in de Vallée du Rhône wil blijven drinken we er een rode Crozes Hermitage bij.

 foto: onglet à l’échalote van Thomas.

Nodig: 

1 longhaas
2 sjalotten
1 blaadje laurier
rode wijn
olijfolie
boter
peper en zout
wat kiemgroente of peterselie voor garnering

 

Bereiding:

Laat de longhaas minimaal een uur van te voren buiten de koelkast op kamertemperatuur komen. Zet een pan op het vuur en laat goed heet worden. Smeer de longhaas in met olijfolie en strooi er vervolgens wat peper en zout op.Leg de longhaas in de pan en bak de longhaas rondom in enkele minuten mooi bruin. Doe er op het laatst een klontje boter bij en laat even meebakken. Haal de gebakken longhaas daarna uit de pan en laat zo’n 10 minuten rusten onder aluminiumfolie. Maak ondertussen onderstaande sjalottensaus in het bakvocht van de longhaas.Snijd de gebakken longhaas voor het serveren in mooie schuine plakjes.Snijd de sjalotten in halve ringen en doe in de pan. Bak even aan tot ze wat kleur krijgen. Blus ze vervolgens af met een flinke scheut rode wijn en voeg daarna een laurierblaadje toe. Roer goed door en laat de sjalottensaus nog zo’n 10 minuten inkoken. Schenk bij het opdienen wat van de sjalottensaus over de gebakken longhaas.

Snijd de gebakken longhaas in mooie dunne plakjes en leg ze dakpansgewijs op het bord. Schenk er wat van de sjalottensaus over en maak het af door wat kiemgroente over te strooien. Natuurlijk kun je ook peterselie gebruiken. De gebakken longhaas smaakt heerlijk met een eenvoudige salade en verse frites.

Meer leuke recepten van Thomas Jansen, bijvoorbeeld voor een bavette of filet mignon lees je op Thomas Culinair

Parmentier au confit de canard.

 foto: Antoine Augustin Parmentier  (apostcardfromfrance.com)

Parmentier au confit de canard, een variatie op andere ovenschotels met aardappels. Het was Antoine Augustin Parmentier, apotheker in het leger en agronoom, die de Fransen leerde, dat de aardappel prima gegeten kon worden. Tijdens zijn krijgsgevangenschap in Pruisen ontdekte Parmentier, dat geen van de soldaten enig negatief effect ervoer van het eten van aardappels. Prima te eten dus. Je ging er niet dood aan. In 1773 won Parmentier een prijsvraag van de Academie van Basel. Hij verklaarde dat de aardappel een goed middel tegen de ziekte dysenterie was en dat hij zich zou beijveren om voortaan de aardappel op het menu te krijgen in kazernes en ziekenhuizen. En zo geraakte Frankrijk aan de aardappel, als bijgerecht en als groente. Groente? Jazeker, het is nog steeds de gewoonte dat je als garnituur kiest voor een aardappelgerecht of andere groente in Frankrijk. De aardappel heeft nooit de status van koolhydratenleverancier gekregen, zoals in Nederland. Vandaar dat de Franse cuisine vele variaties kent op de aardappel, van pommes duchesse, via noisettes, dauphinoises, allumettes en in de puree voor de parmentier, genoemd naar deze man.

 video: hete eendenbout met persillade

Vandaag maken we dit simpele ovengerecht met in eendenvet gesmoorde groenten, geplukte eendenbout uit blik en een laag romige puree. Het fijne is dat tegenwoordig ook de blauwe grootgrutter de blikken confit de canard heeft in zijn assortiment. Net als in de Franse supermarkt. Ideaal om in huis te hebben en mee te koken. Het vet bewaar je natuurlijk voor de gebakken aardappels met een persillade. Bij deze parmentier au confit de canard drinken we een rode passetoutgrain (Caves de Mancey), de enig toegestane blend van de druivensoorten voor rood (gamay en pinot noir), die Bourgondië kent.

 foto: assembleren maar

 

Nodig (2 tot 3 personen)

2 eendenbouten uit blik, gebakken in de oven.

1 prei

2 wortels

1 sjalotje

200 g doperwtjes (vriezer)

2 tenen knoflook

peterselie

selderijblad

peper en zout

1 kg aardappels

scheut lauwe melk

klontje boter

3 el crème fraiche

4 el eendenvet uit het blik

peper uit molen

zout

snuifje nootmuskaat

Bereiding:

Zet de eendenbouten met aanhangend vet in een oven van 180 graden en warm ze in 15 minuten op. Snijd de gewassen prei in ringen, de wortel in blokjes snipper het sjalotje en hak de tenen knoflook fijn. Verwarm twee lepels eendenvet in een pan, fruit de sjalot, voeg de groente toe en laat kort smoren. Voeg de knoflook, erwtjes en gehakte peterselie en selderij toe en laat nog even kort garen.

Schil de aardappels en kook ze gaar. Giet af en maak er met de stamper een mooie puree van. Voeg zout, een klontje boter, een scheutje melk,wat zout, een draai peper, een snuif nootmuskaat toe. Roer al laatste de crème fraiche erdoor.

Het assembleren van de parmentier kan beginnen. Schep de groenten in een ovenschaal. Haal het eendenvlees van het bot en verdeel over de schaal. Voeg eventueel nog wat warm eendenvet toe. bedek alles met de puree. Zet de parmentier gedurende een half uur in een oven van 180 graden. Op het laatst kort de bovengrill aan voor een mooi korstje.

Lazy Monday, pasta met garnalen.

 foto: lazy Monday.

Lazy Monday, tijd voor een luie pasta met garnalen. Sun galore op je bord!  Het was een heerlijk warm Hemelvaartweekend. Wat fleurt de Noordzeekust dan op. Zonnetje op je bolletje, op het strand liggen als een hagedis.(een mooi Frans woord hiervoor is se lézarder) Naar Bloemendaal wandelen, om naar de jeunesse dorée te kijken. Met je voeten in de branding. IJsje erbij. Al fresco dining aan het Hollandse strand. Gereons Keuken Thuis is er dol op. Maar nu is het weer maandag, is de mierenhoop verdwenen en valt er weer een wat gezapige en door het onweer van vannacht vochtige rust over strand en dorp. Een echt luie maandag. Zo’n dag vraagt om weinig inspanning. Zeker in de keuken van Gereons SeaSpot. Een luie pasta met garnalen vol pit, die ik voor de Caraïbische touch flambeer met de reserva rum van Don Q, premium van Puerto Rico, basis van de eerste piña colada en nog duurzaam ook. Maar daarover binnenkort meer op mijn blog. Het is tenslotte lazy Monday. Ik geniet er nog even van.

Nodig:

300 g gepelde rauwe gamba’s

300 g spaghetti

2 tl chili vlokken

sap en zest van limoen

2 tenen knoflook gehakt.

gehakte koriander

grof zeezout

5 ml Don Q rum

olie

Bereiding:

Maak de garnalen goed schoon en verwijder het darmkanaal. Dep ze droog. Kook de spaghetti volgens de aanwijzingen op het pak en giet af. Pers de limoen uit en maak wat zest van de schil. Verhit olie in de pan en fruit de knoflook. (let op dat deze niet verbrandt) voeg de garnalen, chili vlokken, wat zeezout toe en bak kort aan. Voeg de rum toe en flambeer kort. Blus af met limoensap en zest. Voeg de spaghetti toe en hussel door elkaar. Serveer de pasta direct gegarneerd met gehakte verse koriander.

Vélochef van Henrik Orre.

 foto: cover Vélochef.

Vélochef, krachtvoer voor trainingen en wedstrijden. Het verhaal van Henrik Orre, zijn ode aan de wielersport en eten. Want dat loopt als een rode draad door het leven van deze kok. Fietsen is een gezonde bezigheid (zwemmen en lopen trouwens ook), een mooie vorm van bewegen, maar vergt ook de nodige energie. Met name profwielrenners zijn voor hun prestaties afhankelijk van goed gedoseerd en energierijk voedsel. De basis van de samenwerking van Henrik met Nigel Mitchell, hoofd voeding van de Britse wielerunie en het team Sky. Je prestatie begint op je bord schrijft de laatste in zijn voorwoord op Vélochef.

Klaar voor de start. Vélochef begint met het verhaal van de Noor Orre, afkomstig uit Tønsberg in Zuid Noorwegen. Vader Orre fietste op Olympisch niveau en broer Orre werd nationaal kampioen. Henrik Orre groeide op in een wielrennersgezin, echter geen gastronomisch. Dat kwam later. Hij ging naar de koksschool, werkte bij de lokale golfclub als kok. Maar zijn ambities reikten verder. Tønsberg werd te klein en hij belandde in een restaurantkeuken met razendsnelle doorlooptijden en waanzinnig creatieve kookkunst. De kiem was gelegd en in 2002 verhuisde Henrik naar Stockholm, waar hij uiteindelijk zou blijven. Tussentijds werd hij verkozen tot culinair talent, dat Noorwegen vertegenwoordigde in de Culinary World Cup. De groei ging door, Orre kookte twee Michelinsterren bij elkaar in Stockholm, een droombaan! In 2011 startte hij een eigen bedrijf Kocken Henrik en één van zijn eerste opdrachten was koken voor het Noorse wielerteam tijdens de WK. Een nieuwe carrière was geboren en tot op heden kookt en bedenkt Henrik gerechten voor wielrenners. Vandaar dit boek.

Vélochef start met een hoofdstuk belangrijke ingrediënten, Altijd goed om in huis te hebben. Henrik Orre vermijdt zoveel mogelijk witte suikers en witte bloem en gaat voor minder geraffineerde varianten vol vezels.

PréVelo, het ontbijt van de koersdag is voor veel wielrenners en sporters de belangrijkste maaltijd. Veel beroepswielrenners nemen deze maaltijd heel serieus. Hoeveel je eet hangt ervan af hoe lang en hard je gaat trainen. Als je rustig gaat sporten of wat fietsen heb je genoeg aan wat pap, maar een wedstrijddag vraagt om meer. Dat is precies wat Henrik mij antwoordde op mijn vraag op Facebook of zijn recepten ook voor huis-, tuin- en keukensporters geschikt zijn? Het antwoord was een volmondig JA! En de interesse was gewekt in Gereons Keuken Thuis. Maagvriendelijke muesli als ontbijt, scones van roggebloem en hazelnoten, een bron van eiwit, vezels en koolhydraten of ontbijten met een broccolisalade met bruine rijst. Ik was een beetje door mijn gezonde ontbijtrepertoire heen, maar dit opent nieuwe perspectieven.

Via een intermezzo over een fietsframe bouwer, Passoni, gaat Vélochef verder met Vélo, gerechten, drankjes en snacks voor onderweg. Henrik stelde zich tot doel goede en goedkope snacks te maken. Wars als hij is van hysterisch gedoe over sportgels en energierepen. Onzin! Een lichte doch stevige snack is prima als je gaat sporten. In dit hoofdstuk dus praktische zaken, makkelijk mee te nemen. Homemade mueslirepen, stevige rijstrepen, boekweitwafels, ananassap of een sandwich met omelet. Bij de laatste een tip om de korsten eraf te snijden, omdat kauwen lastig kan zijn bij een verhoogde hartslag.

Na een portret van één van de Sky renners en zijn voedingspatroon en een kijkje in de werkdag van Orre belanden we bij Après Vélo, dinnertime, nieuwe reserves opdoen. Een lekkere stevige maaltijd als beloning, snel klaar en met het oog op uitrusten. Mosselen in bier, stevig groentesap, geglaceerde varkensnek of kip in tomatensaus met knolselderij en mango. Vrolijke en makkelijke gerechten, zout en zoet door elkaar, zodat je eindeloos kunt combineren. Zo is de finish bereikt!

Ik vind Vélochef een inspirerend boek. Niet omdat ik zo een geweldige topsporter of fanaat ben, maar omdat de schrijver laat zien hoe makkelijk je gezond kunt eten. Iets waar ik de laatste tijd meer oog voor krijg. Ideeën voor een gezond ontbijt, een lekkere snack na mijn matineuze zwemsessie en gebalanceerd eten. Daarnaast geeft Orre een kijkje in zijn dagelijkse routine en dat van topsporters. Storytelling met foto’s van Patrik Engström, fotograaf en tevens wielerfanaat. Vélochef steekt met kop en schouders uit boven alle andere “gezondheids” boeken van de laatste tijd. Nergens gepreek noch een drammerige toon over gezond. Zo hoort het. Gereons Keuken Thuis gaat ermee aan de slag.

 

Vélochef, Henrik Orre (ISBN 9789038803982) is een uitgave van Nijgh & van Ditmar en is te koop in de (online) boekhandel voor € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten