Duvelse eigenzinnigheid: “Doe wat je gezegd wordt, wees het braafste jongetje van de klas, en er gebeurt nooit iets memorabels. Nee, wees eigenzinnig! Als onze brouwers, die bijna honderd jaar geleden gist uit Schotland mee smokkelden, waar de rest zocht naar mythische monsters, vonden zij de perfecte Schotse biergist, waaraan Duvel, tot op de dag van vandaag, haar eigenzinnige smaak en karakter dankt.”
Zo’n honderd jaar geleden ontdekten de brouwers dit heerlijke gist en voegden daarbij mout, hop en hun Duvelse geduld. Want dit bier rust twee weken in warme kelders en 6 weken in koude. Natuurlijk kan dat sneller, maar het geeft Duvel zijn eigen smaak en consistentie.
Vandaag mijn tweede blog over de bieren van Duvel Moortgat. Het is herfst, tijd voor Brabantse stoof van reevlees met Duvel. Geduld is een schone zaak. Maar dan heb je ook wat.
Nodig:
1,5 kg uitgebeend en in blokjes gesneden reevlees
1 grote witte ui
1 middelgrote winterpeen
1 teen knoflook
250 gram witte champignons
3 sneetjes peperkoek besmeerd met Dijon mosterd
4 kruidnagels
1 tl gedroogde tijm
wat jeneverbessen
flesje Duvel
Bereiding:
De ui en de wortel in ringen snijden, de champignons grof snijden, de knoflook persen. Flesje Duvel op een middel laag vuur warm laten worden. De blokjes reevleess aanbraden in boter, aan het eind bestuiven met een beetje bloem en door elkaar roeren tot ook de bloem bruin is.Ondertussen de uien, wortel en knoflook op een laag vuur ongeveer 8 minuten laten stoven tot de uien glazig zijn. Het vlees en de groenten samen met het bier voegen. Het vlees moet onder staan. De specerijen en tijm erbij. Ongeveer twee uur laten pruttelen, let op dat het vlees niet uit elkaar valt.
De champignons voorzichtig aanbakken, niet te lang. Het laatste kwartier, twee/ drie sneetjes peperkoek met mosterd mee laten sudderen. Als laatste de gebakken champignons 5 minuutjes mee laten sudderen. Serveer deze schotel eens met aardappelpuree en spruitjes met spekjes.Als bijgerecht zijn ook de peren in Beaujolais siroop erg lekker.
Foodbloggersparade WILD. Het najaar en wild zijn voor Gereons Keuken Thuis onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ik heb in mijn kookboekenhoek heel wat wildboeken staan. Wist je dat jacht duurzamer is dan we denken? Want bij jacht op haar- en vederwild wordt er geen voeding geproduceerd om de dieren eerst vet te mesten. Dat scheelt heel wat. Maar dit terzijde, daar gaat het helemaal niet om. Voor de Foodbloggersparade WILD van deze maand oktober vroeg ik de leden van Foodbloggers Benelux hun lekkerste wildgerechten in te zenden. Onderstaand tref je een bloemlezing aan.
Thomas culinair Hertenbiefstuk met biersaus Een mooi klassiek gerecht zeker nu de bruine bieren weer in het seizoen zijn.
Ingrid van Vinissima Uienjus met zwarte knoflook. Ingrid weet mij altijd te verrassen met haar trouvailles op eet- en wijngebied.
Anne-Marie in happy keuken met wild zwijn ragout Ja wild zwijn hoort helemaal bij de herfst of bij tagliatelle.
Elsa maakt konijn op de wijze van Alice Konijn is ook zo’n runner up in Gereons Keuken Thuis. Lekker stoven met bier.
Marjolein zond een recept in voor raspberry duck breast Eendenborst mag niet ontbreken met een zoet accent van framboos. Wist je dat je eendevetjus lekker kunt afblussen met frambozenazijn?
Christien uit Zeeland wildpaté zelf maken Tot slot paté uit Zeeland, Christien legt het allemaal uit.
Mijn bijdrage aan deze Foodbloggersparade WILD.
Wild zwijn? Vorig jaar oktober vertelde ik op Gereons Keuken Thuis nog over de jagers, die ik tegenkwam in de heuvels tussen Mancey en Tournus. Borden langs de weg: “Attention chasse en cours!” Mannen in oranje hesjes, die op zaterdag een robbertje achter de wilde zwijnen aan gaan rennen. In de hoop, als waren zij Astérix en Obélix, een wild zwijn te verschalken. Ik vroeg me direct af of Théo erbij was. Die oranje hesjes zijn om te voorkomen, dat ze elkaar per ongelijk in de bil schieten. Uitstappen uit de auto voor foto’s was derhalve geen optie deze ochtend. Het bracht me meteen op het idee, om weer een karbonaadjes te maken met een wildsmaak. Het verschil tussen varken en zwijn is dat de laatste erop los scharrelt en veel meer dingen zoals jeneverbessen, wilde kruiden en ander natuurlijk spul eet. En…, voegde een Facebook vriendin, die voorheen in de Bourgogne woonde, eraan toe, veel meer spiermassa heeft. Dus roder vlees. Natuurlijk is het geen wild zwijn, maar niet getreurd, met kruiden en specerijen in een marinade kun je een heuse wilde stoof van varkensvlees maken. Dat leerde ik van mijn tante Doubs, juist ja die van de soep, uit de Morvan. Lekker stevig glas rood erbij en smikkelen maar.
Nodig:
1,5 kg schouderkarbonaden
2 sjalotten
1 prei in ringen
1 winterwortel
1 tak rozemarijn geritst
2 laurierbladeren
3 tenen knoflook
genoeg rode wijn om het vlees onder te laten staan
2 cm gember
8 kruidnagels
15 geneusde jeneverbessen
1 el Dijon mosterd
bloem
peper en zout
boter
Bereiding:
Maak een marinade van de wijn, grof zout peper, mosterd, gehakte knoflook, gember in dunne reepjes, de jeneverbessen, laurier en rozemarijnnaalden. Leg de ontbeende schouderkarbonaden in deze marinade en dek af. Laat het geheel minimaal 24 uur in de ijskast staan.
Haal het vlees uit de marinade, dep het droog en haal het door de bloem met wat zout en peper. Verhit boter en bak het varkensvlees aan. Snijd ondertussen de prei, sjalot en wortel fijn. Breng in een steelpan de marinade aan de kook. Haal de karbonades uit het vet en zet apart. doe de groenten in de pan en zet ze kort aan. Blus af met de warme en gezeefde marinade. Doe de karbonades terug en laat het geheel een uur stoven op heel zacht vuur. Bind de saus met wat beurre manié. Serveren met fluffy aardappelpuree en geroosterde pompoen uit de oven.
Aan tafel met Charles Dickens. Een nieuw leuk boekje uit de stal van uitgeverij het Zwarte Schaap plofte op de mat. Handzaam en leesbaar, vol historisch materiaal. Een bibelot vol huiselijke recepten uit de 19e eeuw, opgespoord en bewerkt door Josephine Leeuwenhoek van het blog My inner Victorian. Wat een feestje om te lezen, als je net als Gereons Keuken Thuis kunt genieten kostuumdrama’s zoals Victoria, dat nu is nu zien op TV. Ik moet ook eerlijk toegeven, dat ik een beetje bevooroordeeld ben. Mijn favoriete historische periodes zijn namelijk de Romeinse keizertijd en de post Napoleontische negentiende eeuw. De laatste vooral romantiek maar ook vernieuwing. Schuivende panelen.
Voor Josephine, die blogt over deze eeuw zijn de verhalen van schrijver Charles Dickens een grote inspiratiebron. Dickens was onderdeel van de opkomende burgerlijke middenklasse in Engeland en zijn verhalen staan vol culinaire thema’s. Tussen 1812 en 1870 veranderde er veel op het gebied van voedselproductie en -bereiding. Ook veranderden de eettijden, de structuur van de maaltijden en het serveren. Eten werd als gevolg van de industriële revolutie voor meer bevolkingsgroepen bereikbaar. En er ontstond een thuiskook-cultus, met kookboeken gericht op de huisvrouw i.p.v. de kok(kin) in dienst.
Aan tafel met Charles Dickens start met Soep, een belangrijke maaltijdcomponent. De schrijver spiegelt het in zijn boek Mr. Fishbone voor alsof een kind de was kan doen, ik bedoel soep kan maken. Niets is minder waar, want het trekken van bouillon was in de Victoriaanse tijd een precies werkje, net als het maken van bouillonblokjes voor onderweg. Misschien verklaart dat de liefde van Engelsen abroad als ze hun obligate pot Marmite meeslepen naar het ontbijt?
De vlees consumptie steeg en als gevolg van de trek naar de stad veranderden eetmomenten, de aanvoer van waren naar de bemiddelde citydwellers. Het lijkt wel dit decennium van de 21e eeuw. Vlees was een statussymbool. Hoe omgekeerd is het nu. Je moet je realiseren, dat dit product niet voor iedereen was weggelegd, maar het kwam meer en meer op tafel, zoals de befaamde Ruth Pinch’s beef steak pudding. Gereons Keuken Thuis heeft in zijn jeugd een tijdje bij M&S gewerkt dus veel van de gerechten doen mij aan de kersttijd denken in dit warenhuis.
In het boek David Copperfield maakt Dickens reclame voor groenten. Gestoofd, gekookt, maar ook salades worden populair en staan hoog op het repertoire van zijn vrouw Catherine. Ik maak een sprong naar de theecultus, voor ons zo vanzelfsprekend verbonden met deze periode. In 1870 was de tea al behoorlijk ingeburgerd als tussenmaaltijd met hartige en zoete knibbles. Wat te denken van de Victoriaanse spunge cake?
Aan tafel bij Charles Dickens besteedt tot slot aandacht aan de keuken van de familie Dickens thuis. Josephine Leeuwenhoek gunt je een sneak view in huize Dickens, waar de service à la Russe al goed was ingeburgerd. Daarmee sluit ik af op deze dinsdag. Dit leuke kookboek is een schot in de roos. Well done, my inner Victorian Josephine!
Aan tafel met Charles Dickens, Josephine Leeuwenhoek (ISBN9789492821096) is een uitgave van Het Zwarte Schaap en kost € 12,50 ( als dat geen leuke surprise is voor onder de kerstboom!)
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
PROVENCE, Alex Jackson. Deze prachtige streek is back on track. In de keuken van SeaSpot ligt nu een kookboek waarmee het heerlijk is nazomeren. Alex Jackson is een self declared francofiel, studeerde Frans in Parijs en verpandde zijn hart aan de Provence en cuisine uit deze streek. Hij begon zelfs een restaurant in Londen, Sardine, waar Provençaalse huiselijke kost de boventoon voert op de kaart. Geen oh la la ingewikkelde gerechten à la Française, maar pure ingrediënten zo van onder de Provençaalse zon. Jackson zorgde hiermee voor een herwaardering van deze keuken in Engeland. Nadat Peter Mayle de Provence onsterfelijk maakte in zijn boek, trokken veel bleekneuzige Britten naar dit deel van Frankrijk om zich te laven aan het mooie leven aldaar. Echter in de jaren negentig verschoof het accent van Frankrijk naar Italië, misschien wel mede door die andere schrijver Frances Mayes, die met haar boek Een huis in Toscane, de deur openzette voor Italië. Maar dit terzijde op deze eerste herfstdag. Alex Jackson geniet dagelijks van de Zuid Franse gerechten, die in wezen niet veel verschillen van de keukens van Ligurië en Catalonië. Verse waar staat voorop, de zee is nooit ver weg, er zijn overal kruiden te plukken en er is olie. Waar boven Valence de keukens zich wentelen in de boter, de Sud Ouest het doet met ganzen- en eendenvet, in de Provence draait alles om olijfolie, het groengele goud voor in de gerechten. En als je alles goed gebruikt proef je als het ware de Provence.
Heel bijzonder is, dat elke maand Jackson in Sardine een zogenaamde Grande Bouffe organiseert, een smikkel- en smul partij rondom een bekend Zuid Frans gerecht. Recepten uit kookboeken, die hij geweldig vindt en koken met de meest mooie ingrediënten. Een echt feestmaal tussen de normaal huiselijke maaltijden, die hij serveert. In aparte hoofdstukken in dit kookboek doet hij zijn werkwijze uit de doeken. Maar nu gaan we de seizoenen, waarin het boek verdeeld is verkennen. PROVENCE start met de lente, waarin er een keur aan verse groenten en fruit is. De eerste tuinbonen, asperges, hopscheuten en sla. Het is feest op de markten. de warme Provençaalse zomer volgt. het jaargetijde waarmee de meesten de Provence associëren. Rijpe meloenen uit Cavaillon, soupe au pistou en lang tafelen in de schaduw. De Barbecues gaan aan en er wordt gepicknickt met pan bagnat. Malin! Een tijd van overvloed.
Gereons Keuken Thuis wil, hoe kan het ook anders op deze 23e september stilstaan bij de herfst van Alex Jackson. Net als voor mij het favoriete seizoen van Jackson. De lucht wordt koeler, een tijd vol noten, truffels, wijnoogst, fruitsoorten, die smachten om te worden verwerkt. Alex Jackson citeert zelfs dichter Keats met de zinsnede “mists and mellow fruitfulness”. Pompoenen arriveren en na de hitte van de zomer wordt het tijd voor steviger smaken. Dat merk je ook in de gerechten van dit najaar, gefrituurde panisse, een kikkererwtensnack, krokante varkensoren met appel-aioli, eekhoorntjesbrood met persillade of fazant uit het veld met druiven en rode wijn. Ik kan de Provençaalse herfst bijna proeven.
Tot slot de winter, de olijfolie is binnen, er wordt volop op gejaagd.Salade maken plaats voor stoofgerechten. Voor een fanatieke kok is de Provence in de winter een paradijs, koken met de dingen die je vindt. Een rijkdom, die de gemiddelde toerist nooit krijgt te zien.
Wat een heerlijk kookboek heeft Alex Jackson met PROVENCE gemaakt, de huiselijke keuken van de Provence. Ik weet nu al zeker, dat zijn gerechten het komende najaar en winter een prominente plek in mijn SeaSpot krijgen. Ik kan de senteurs Provençales nu al ruiken. Met recht een farewell to summer.
PROVENCE, heerlijke seizoensgerechten uit Zuid Frankrijk, Alex Jackson (ISBN 9789461432186) is een uitgave van GoodCook en is on- en offline te koop voor € 25,95
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Waterkersstamppot met Tripel d’Anvers. Tijdens het Grand blogger dinner in juni jl. maakte ik kennis met Brecht Terryn, biersommelier en de speciale bieren van Duvel Moortgat. Een nieuwe uitdaging voor Gereons Keuken Thuis was geboren. Een bieradvies in plaats van een wijntip bij de recepten op mijn blog. Aan de slag dus, als eerste met een bier van ’t Stad Antwerpen. Wie kent nu niet de befaamde bollekes van De Koninck brouwerij, die veelvuldig over de toog gaan in café Den Engel op een hoek van de Grote Markt schuin tegenover het stadhuis van Antwerpen? Toen mijn vader daar nog om de hoek woonde kwam ik er weleens en sedertdien verschijnen er regelmatig bieren van deze brouwerij tijdens de borrel op tafel. Met een stukske abdijkaas van de Ten Katemarkt of een andere snack.
Sinds Gereons Keuken Thuis de Tripel d’Anvers van de Koninck proefde, is dit bier steevast een aperitief geworden. Geschonken in een bokaal, dat je langs de kaaien van ’t Stad voert. Met in de rand de landmarks van Antwerpen, zoals de ranke toren van de kathedraal en Museum aan de Stroom gegraveerd. Een echte Antwaarpse tripel blond en krachtig. De hints van sinaasappelschil en koriander geven dit bier een schwung. Natuurlijk heerlijk bij visgerechten, maar ook bij Midden Oosterse hoemmoes. Ik vind dat de tonen van dit bier mooi matchen met de komijn en look in mijn homemade hoemmoes. Het bier inspireerde mij om erbij een nazomerse waterkersstamppot metTripel d’Anvers te maken. Een variant op een studentengerecht. (wij deden altijd kerrie in de rauwe andijvie stamppot) Het eerste in mijn Belgo-Amsterdamse tripel reeks, want La Chouffe en Duvel, beiden van Duvel-Moortgat volgen dit najaar nog. En zo vertelde Brecht mij, ons Mokumse IJ-bier is ook een loot aan de stam van dit bier concern. Anayway, het wordt stamppot met pittige waterkers en een vleug Bombay spice curry poeder, dat ik ook rijkelijk over de worstjes strooide.
Waterkersstamppot met Tripel d’Anvers
Nodig:
1,5 kg iets kruimige aardappelen
250 g waterkers of veldsla
boter
eidooier
melk
nootmuskaat
peper en zout
Bombay spice curry poeder
8 worstjes van de slager
Bereiding:
Schil, was en kook de aardappelen. Giet de pan af en stamp de aardappelen fijn. Voeg en fikse klont boter, wat lauwe melk, zout peper en een snuif nootmuskaat toe. Meng de waterkers of veldsla er doorheen en een vleug Bombay spice curry poeder. Bestrooi de worstjes met hetzelfde poeder en bak deze in een het boter bruin. Serveer de waterkersstamppot met de worstjes en kerrie-jus en natuurlijk een mooi schuimende glas Tripel d’Anvers.
Tripel d’Anvers is in Nederland te koop bij o.a. de blauwe grootgrutter, supermarkten en slijters.
Noot: dit bier werd mij als sample gestuurd door Duvel Moortgat NL. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
De Landgoedkeuken van Mariënwaerdt. Heel wat keren ben ik al gestopt op deze stek aan de Linge, onderweg naar Amsterdam vanuit het Zuiden of andersom. Voor een korte picknick op de dijk, terwijl je kikkers hoort kwaken of een bezoekje aan de Landgoedwinkel. Een korte pauze op de Heerlijkheid Mariënwaerdt tussen Tricht en Beesd. Midden in de Betuwe, 1000 hectare en sinds de helft van de 18e eeuw in het bezit van de familie Van Verschuer, die het als taak zien om deze parel in het rivierengebied voor toekomstige generaties te behouden, met hun agrarische en zakelijke activiteiten. Op het landgoed zelf, maar ook in hun landgoedwinkel in de Korte Jansstraat in Utrecht. Dat het goed toeven is op deze heerlijkheid hoef je Nathalie, barones Van Verschuer, niet te vertellen. Samen met haar man Frans doet zij er alles aan dit zo te houden , maar nog belangrijker te delen met anderen. Dagelijks geniet zij van het leven op het domein en al het moois, wat er te koken valt met de producten van Mariënwaerdt. In het kookboek De Landgoedkeuken neemt zij de lezer mee langs de producten en al het heerlijks en eerlijks, dat hier mee wordt gemaakt in de keuken thuis en natuurlijk voor gasten.
De landgoedkeuken van Mariënwaerdt is puur, veelzijdig, voedzaam & eerlijk, zoals de barones in de ondertitel zegt. Het begint in de moestuin, die er al was in de tijd van de kloosterlingen, die zich in 1129 op de Betuwse komklei vestigden, verdeeld in blokken, met drie speciale kassen. De moestuin levert de groenten voor de keukens van het landgoed. Voor een gazpacho van rode biet, hoe kan het ook anders blote billetjes in het gras (ook een succesnummer van mijn Betuwse oma) en pompoenlasagne. Originele en traditionele groenterecepten. Na een korte tour door de nieuwe landgoedwinkel in Utrecht, gaan we hoe kan het ook anders, de 40 hectare boomgaard verkennen, met laagstam tegenwoordig, waar voorheen hoogstam stond. Revolutionair te noemen voor een oud landgoed. Maar het levert betere resultaten. En er wordt biologisch geteeld. Het fruit vormt de basis van de producten van Mariënwaerdt en wordt uit de kunst gebruikt in de keuken, zowel in hartige gerechten, desserts en taart.
De Lakenvelders, runderen, waarbij het lijkt of ze een bleekveld of waslijn zijn, zo keurig ligt het laken op hun rug gedrapeerd. Een oud ras, voor vlees. (en melk?) Een mooi ras, dat prima past bij de doelstellingen van Mariënwaerdt en prima te gebruiken is in de landgoedkeuken, vindt barones Van Verschuer. Voor Lakenvelder tartaar met kaaskletskop en tomatenchutney of gestoofde runderwangen met een kroketje van zuurkool. Een heuse pastei ontbreekt niet.
Jagen is een recht, dat hangt aan de heerlijkheid. Op Mariënwaerdt wordt gejaagd op klein wild en reeën. Logisch dus, dat de schrijfster lekkere recepten met wild opnam in De Landgoedkeuken, zoals reerug in patékorst van wijlen haar schoonmoeder, die de mooiste wildgerechten op tafel toverde.
Tot slot de kaasmakerij een belangrijke tak van sport op de heerlijkheid. Biologische gras- en klaverteelt en blije koeien in de weiden. Of het dezelfde Lakenvelders zijn werd mij niet geheel duidelijk? In ieder geval wordt er op het landgoed zo’n slordige 170 ton kaas gemaakt. Lekker voor uit het vuistje, maar wat de denken van een oude Adel kaassoufflé uit het boek? Nog wat basisreceptuur volgt en dan zit onze tour van de heerlijkheid en landgoedkeuken van Nathalie barones Van Verschuer er weer op. De Landgoedkeuken van Mariënwaerdt is met recht een heerlijkheid. Snel toch maar weer eens aanwaaien daar aan de Linge!
A propos, dit weekend is de Landgoedfair van Heerlijkheid Mariënwaerdt nog te bezoeken op zaterdag en zondag! Overigens ben je de rest van het jaar ook welkom.
De Landgoedkeuken, Nathalie, barones Van Verschuer (ISBN 9789050569447) is een uitgave van Fontaine en is te koop op Mariënwaerdt en elders voor € 29,99
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Easy Monday, studentikoze chili con carne. Gisteren vierde Gereons Keuken Thuis de laatste zomervakantiedag in SeaSpot. Het was fijn om weer eens wat langer aan zee te vertoeven. Dat vond mijn nieuwe huisdier DaPeppa ook helemaal geen straf. Wat een diversiteit aan weertypen hebben we deze zomer gehad. Maximum temperaturen, die fluctueerden tussen de 14 en bijkans 40 graden Celsius. Windstille avonden al fresco dinerend op het strand en windkracht 9 trotserend, met bakken zand all over the place. Een vakantie, waarin je alle elementen ervaart. Waarin je steden bezoekt waar je een tijdje niet bent geweest, vis haalt in IJmuiden, wat cultuur snuift in de residentie en de stilte van een Benedictijner klooster ondergaat en -en passant- wat leert over de eerste graven van Holland, die hier liggen te rusten. Kortom, de werkweek is weer begonnen en het bloggen lonkt. Gereons Keuken Thuis heeft veel op het lijstje staan de komende nazomer: van true Italian Food via een heuse vakantiegerechtenblog vol tips van foodbloggers, wat nieuwe boeken, zoals Biotoop en nog een #zomergast in mijn serie talk & table, Francis Kuijk. Weer snel aan de slag…. Dat vraagt om een Easy Monday gerecht in de vorm van studentikoze chili con carne, volgens goed gebruik uit de roaring jaren tachtig met ananas. Hoe retro. Dat wordt het vandaag en nu aan de slag. A propos mijn nieuwe huisdier DaPeppa heeft het heerlijk gehad en wil niet mee terug naar Mokum.
Nodig:
1 blik bruine bonen, uitgelekt
1 blikje kidneybonen, uitgelekt
350 g h.o.h. gehakt
1 dikke prei in ringen
3 tenen knoflook fijn gesneden
1 blikje tomatenpuree
1 Spaans pepertje in ringetjes
1 rode paprika
1 blikje ananasstukjes, uitgelekt
zout & peper
cayennepeper naar smaak
olie
wat water
Bereiding:
Was en snijd daarna de rode paprika in blokjes. Snijd de prei in ringetjes en was kort. Hak de knoflook fijn. Snijd de Spaanse peper in ringetjes. Verhit wat olie in een braadpan en rul het gehakt met wat zout en peper en een snuifje cayennepeper. Voeg de gesneden paprika, prei, knoflook en Spaanse peper toe en bak kort mee. Voeg de tomatenpuree toe. Bak kort mee en blus met wat water. laat de groente even garen. Voeg de ananas, zonder siroop toe. Open de blikken met bonen en laat uitlekken in een vergiet. Doe als laatste de bonen erbij en warm deze mee. Proef het gerecht en maak eventueel wat pittiger door extra cayennepeper toe te voegen.
Talk and table met Janneke Vreugdenhil. Ik leerde schrijfster en journaliste Janneke Vreugdenhil kennen bij de verschillende boekpresentaties en andere events, waar wij als culinair schrijvers regelmatig te vinden zijn. Zo was Janneke een keer mijn partner in crime tijdens het maken van kimchi tijdens een vegan workshop. We hebben toen veel lol gehad! De goedlachse NRC kookrubriek journaliste is een multi getalenteerde schrijfster van kookboeken en kan één de kookboekendiva’s van Nederland worden genoemd. Denk aan SOLO food, dat ook buiten onze grenzen een groot succes is en het ontzettend leuke feestboek Altijd feest, want met het laatste is Vreugenhil wel behept. In mei verscheen haar nieuwe boek uit over groenten: We love groente, waarmee een nieuwe teerm #plantificeren het licht zag! Haar boek I love groenten uit 2014 werd verkozen tot het lekkerste vegetarische kookboek. Soms wordt Janneke “the Dutch Nigella” genoemd, las ik in een interview met een Britse krant. Hoe beleeft zij dat? Maar nu laten we Janneke zelf aan het woord in en nieuwe aflevering van talk and table. Als #zomergast. Ik wil alles van haar weten en beloon deze lieve vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijntip.
Wie is Janneke Vreugdenhil. Vertel eens iets over jezelf?
Nou zeg, wat een openingsvraag! Wat antwoorden jouw zomergasten daarop zoal? Oké, laat ik dit over mezelf vertellen: Ik kan een aardig potje koken, maar er ontploft evengoed regelmatig iets in mijn keuken. (Het zo’n flauwe gewoonte van culinair journalisten om net doen of ze alles weten en kunnen. Dan hebben we daar maar meteen mee afgerekend.)
Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig, naast je nieuwe boek en je kookcolumns?
Van je hobby je beroep kunnen maken is natuurlijk een groot voorrecht, maar het gevaar bestaat dat je voor je het weet geen hobby’s meer hebt. Dat alles wat je doet werk is geworden. Dat dreigde om eerlijk te zijn wel een beetje te gebeuren in mijn leven. Daarom ben ik een half jaar geleden begonnen met kleien. Ja echt, het klinkt kinderachtig maar ik vind het fantastisch om te doen, zo ontspannend. Ik las laatst in NRC een artikel met de kop: kleien is het nieuwe yoga. Ik doe aan allebei, hoe cliché wil je het hebben, ha! Maar goed, ik zit dus elke dinsdagochtend in het atelier van een bevriende kunstenares en keramiste met mijn handen in de klei. Maar hoewel ontspanning nog steeds het enige doel daarvan is, komen er toch weer als vanzelf werkgerelateerde dingen uit. Heb ik opeens een serie borden of schaaltjes gemaakt, of, zoals laatst, een kreeftenstaart geboetseerd.
Vertel eens iets over je interesse in food? Hoe is die ontstaan? Ik zag dat je jurist bent (ben ik ook) en in de culischrijverij terecht bent gekomen.
Die interesse was er al vroeg. Ik kom uit een gezin waar veel aandacht was voor eten. Mijn moeder kookte (en kookt nog steeds) graag en was altijd bezig nieuwe recepten uit te proberen. Als klein meisje deed ik haar dat al na, dan stond ik aan het aanrecht te knoeien met koffiedik en Roosvicee en afwasmiddel en vond ik zogenaamd nieuwe drankjes uit. Vanaf mijn twaalfde kookte ik ongeveer een keer per week het avondeten. Heel vaak Aziatisch, dat was mijn favoriete keuken.
Na de middelbare school twijfelde of ik rechten zou gaan studeren of naar de school voor journalistiek. Het werd rechten, in die tijd een studie waarmee je alle kanten op kon. Dat blijkt ook wel uit het feit dat ik daarna alsnog de journalistiek in ben gerold. Het begon met een paar recepten en artikelen voor tijdschriften en voor ik het wist had ik een dagelijkse kookcolumn in NRC.next.
Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.
Als je het me lang geleden had gevraagd had ik gezegd: rechter of officier van justitie. Maar hoewel me dat nog steeds mooie beroepen lijken zeg ik nu: fotograaf en/of documentairemaker. Toch weer beroepen waarin je verhalen vertelt, alleen niet, zoals ik nu doe, met woorden, maar met beeld.
Bij jouw stukken en in je kookboeken merk ik altijd dat jij heel praktisch kookt. En op een feestelijke wijze. Hoe doe je dat?
Praktisch en feestelijk? Goh, daar denk ik nooit zo over na omdat het nu eenmaal is zoals ik kook. Maar goed, ik denk dat dat wat jij ‘praktisch’ noemt, zit in het feit dat mijn recepten altijd gewoon in de keuken ontstaan. Al kokend, onder mijn handen. Ik zit ze niet achter mijn bureau te verzinnen, zeg maar. (Dat klinkt logisch, maar je moest eens weten hoeveel kookboeken geschreven worden zonder dat er ook maar íets wordt uitgeprobeerd.) Het is pas wanneer je ze echt maakt dat je erachter komt dat het handig is om het net even zus te doen, of net even zo. En dat schrijf ik dan ook op, zo duidelijk mogelijk.
Voor wat betreft dat feestelijke: ik word over het algemeen heel vrolijk van lekker eten, en van het proces daarnaartoe, het koken dus. Ik vermoed dat je dat kunt teruglezen in de stukje die ik bij zo’n recept schrijf, en dat dat is waar jij zo’n feestelijk gevoel bij krijgt. Klopt dat? Ja, klopt wordt er vrolijk van.
Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?
Het maken van het register. Dat laat ik altijd graag over aan een redacteur.
En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?
Alles behalve het maken van het register, haha. Serieus, ik geniet enorm van elke fase van het proces. En niet in de laatste plaats van de fase waarin de fotografie tot stand komt. Ik werk bijna altijd met bevriende fotografen en het worden altijd zulke gezellige dagen. Superhektisch, heel vermoeiend, maar zo bevredigend.
Staan er nog andere projecten op stapel dit jaar?
Niks wat ik nu al aan jouw nieuwsgierige neus ga hangen, lieve Gereon! (Lees: er zit allerlei spannends in het vat, maar het is nog iets te vroeg om daarmee naar buiten te treden.)
Wat vind jij een goddelijke maaltijd?
Een kom Aziatische noedelsoep. Of het nu een Japanse ramen is of een hete Thaise soep, zo’n geurige, pittige soep met van die glibberige noedels die je met behulp van twee stokjes naar binnen laat slipperen is een van de fijnste dingen ter wereld om te eten.
Soms wordt jij de Nederlandse Nigella Lawson genoemd? Welke overeenkomsten zie je zelf?
Ach ja, als één journalist dat een keer heeft geroepen, staat het voor je het weet op je Wikipediapagina 😉 Maar goed, ik snap het ook wel eigenlijk. En dan heb ik het niet over Nigella’s looks, maar over het feit dat wij allebei schrijven over huiselijk eten. We zijn geen chefkoks, we zijn gepassioneerde thuiskoks die huiselijk eten koken voor hun kinderen en vrienden en daar verslag van doen. Daarbij houden we allebei wel van een klont boter en een scheut drank in de pan. Ook zijn we beiden journalist en bewaren we een zekere gezonde distantie tot al te hip voedsel en gekke trends.
En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?
Ik ben altijd meer een rood-drinker dan een wit-drinker geweest. Een van mijn favoriete druiven is de Pinot Noir. Maar de laatste jaren kom ik vaak in Spanje en daar drinken we vaak wat steviger rood.
Wat lust je echt niet en waarom niet?
Ik kan maar 1 ding verzinnen: gekonfijte gember. Dat vind ik al mijn hele leven vies. Terwijl ik van verse gember geen genoeg kan krijgen. Gek hè.
Waarheen ga je het liefst naar op reis?
Als het over eten gaat: Azië. Dat vind ik culinair gezien echt het spannendste continent. Neem nou China. Ik ben er nooit geweest, maar het land staat hoog op mijn verlanglijstje. Ze gebruiken daar heel andere kooktechnieken dan in het westen. Zoals eerst iets frituren en het daarna laten sudderen, of zoals het marineren van vlees met een schepje zetmeel, waardoor dat vlees zijdeachtig zacht wordt. Ik vind zulke dingen allemaal reuze inspirerend.
En misschien een rare vraag. Ik las dat jij en je novio in BCN gebakken graatjes aten? Is dat wat?
Haha, ja dat moet je echt eens proberen. Mijn verkering en ik aten dat tijdens onze eerste date in een oude vissersbar in Barceloneta. Ze weken die graten eerst in melk, halen ze daarna door de bloem en frituren ze. Een oeroud lokaal gebruik en tegelijkertijd helemaal van deze tijd want no waste!
Het recept en de wijn voor Janneke.
Dank je wel voor het meedoen aan talk and table en je leuke antwoorden, Janneke! Een mooie combinatie Oosters eten en Pinot Noir wijnen. Altijd een mooie tegenhanger voor pittige Aziatische smaken. Nu is Gereons Keuken Thuis daar niet zo mee behept, Omdat Janneke aangeeft niet van poespas te houden, maar wel van technieken ontdekken , combineer ik er een aantal. Ik maak voor haar gepaneerde kipdijfilet met geroosterde komkommer en lenteui en homemade gefermenteerde spitskool. Je kunt dit serveren met een dash Japanse soyasaus of ketjap manis en wat noedels in bouillon of, zoals ik deed, wat wilde rijst. Erbij geen Bourgogne, maar een rode Mount Riley Marlbourough pinot noir uit Nieuw Zeeland.
Nodig 2 personen:
4 kipdijfilets
1 ei
bloem
Madras curry of vadouvan.
paneermeel
zout & peper
1 komkommer in repen
4 lenteuitjes
1/2 chilipeper ter garnering (fac.)
Japanse soyasaus of ketjap manis.
1/2 spitskool fijngesneden
2 tl chilivlokken
zout
Bereiding:
Begin daags ervoor met de pickles van spitskool. Snijd de spitskool fijn en was deze laat uitlekken. weeg de gesneden kool en voeg 2% zout toe. Kneed het zout er goed door. Voeg naar smaak chilivlokken toe. Doe de kool in een tsukemonopers of als je die niet hebt in een bak waarin je een glas met water of iets anders zwaars zet. Laat het geheel 8 uur op kamertemperatuur trekken en zet daarna in de ijskast tot gebruik. Voor gebruik de koolreepjes uit het fermentatievocht halen.
Meng op een bord bloem, 2 tl madras curry, peper en zout door elkaar en haal de kipdijfilets er doorheen. Kluts de eieren en laat de kipdijfilets hierin even baden, daarna haal je ze door paneermeel gemengd met 2 tl currypoeder. Wil je het sterker? Gewoon meer spice gebruiken. Verhit een flinke wat olie en bak het vlees krokant en bruin. Haal het vlees uit de pan en bedek met folie. Fruit in de olie snel wat ringetjes Spaanse peper. (facultaftief, want Gereons Keuken Thuis was het op de zaterdag van bereiding van dit recept spontaan vergeten)
Was de komkommer en snijd deze in de lengte door. Haal de zaadlijsten eruit en snij in smalle sticks. Haal het schutblad van de lenteui, was deze en kort iets in. Verhit een grillpan ingestreken met wat olie, maar niet te veel en gril komkommer en lenteui. Haal de groente van de grillpan en bestrijk met wat Japanse sojasaus of zoals ik deed met ketjap manis.
Zomerkost van Jeroen Meus. Je zou het, als je vandaag naar buiten kijkt, bijna niet geloven, maar de zomer zit er echt aan te komen. Gereons Keuken Thuis noemt dat altijd de #alfresco zomer. Lekker buiten koken en eten. Zomerse gerechten. Een TV kok en kookboekenauteur, die daar ook mee behept is, is Jeroen Meus. Vorige jaar waren zijn creaties voor de zomer vanuit een duinpan te zien. Ben benieuwd welke zomerse locatie deze keer op EEN figureert voor Dagelijkse Kost? We gaan het zien. In ieder geval zal de Leuvense keuken van Meus vol zomerkost staan, eten voor buiten en, ja als het dan eens regent, onder de veranda. Maar zomers is dit nieuwe boek van Jeroen in ieder geval. Geheel in zijn eigen stijl.
Zomerkost, 75 recepten voor de lekkerste zomer ooit. In het geheim maakt Meus weleens een vreugdesprongetje, hij doet zijn ogen toe, maakt een pirouette en besluit met een volmondige kreet. Een nieuw seizoen staat voor de deur. Eigenlijk is elke wisseling naar een nieuw seizoen de start van het mooiste seizoen. Ik begrijp dat wel. Niet voor niets popelde ik deze week om het startschot te geven voor de #alfresco zomer op Gereons Keuken Thuis. Zomer betekent voor Meus een Volkswagenbusje, om mee op vakantie te gaan. Verse baguettes kopen op uit de kofferbak van een oude Peugeot. Dit brood dan verslinden aan de campingtafel, lunchpakketten mee naar het strand, pensen rijgen aan stokken voor boven het vuur en vooral de zomer beleven en plezier hebben. Met food als verbindende factor. Jeroen kan er nog steeds een vreugdesprong van maken.
Het kookboek Zomerkost is heel makkelijk van opzet. Jeroen Meus geeft recepten voor de apéro, zoals gezellige tapas, Catalaanse escalivada, bocadillos con albóndigas, maar ook een leuke appetizer in de vorm van vega sushi van rode biet en granny Smith appel. De toon is gezet tijdens de borrel. Picknicken volgt, ook een hobby hier in huis. De paden op en lanen in met lekkere dingen voor onderweg of op het strand, zoals een Marokkaans brood gevuld met vlees, een lekkere fles icetea met perzik en jasmijn of een pastasalade Niçoise. (dat wordt mijn inspiratiebron voor 1 juli a.s. dag van de #pastasalade)
Er wordt geluncht met een vegetarische koude schotel, een broodje met entrecote en pico de gallo. Weet wel een broodje bij onze Zuiderburen is wat anders dan boven de lijn Cadzand – Vijlen! Er wordt natuurlijk gedineerd, lange avonden, zwoel en loom vragen om lekkere avondkost. Een mooi klassiek koninginnenhapje met zalm, schelvis en grijze garnalen, zeebaars komt voorbij en een mooie stoof van kip gamba’s en picada! Wat ik leuk vind aan de keuzes, die Jeroen Meus maakt is dat hij bij zomers eten snel denkt aan Iberische gerechten i.p.v. de tegenwoordig alom aanwezige Italiaanse zomerkost. Geeft een mooie Ibero Vlaamse touch. Jeroen Meus laat op eenvoudige wijze zien hoe hij klassieke dagelijkse kost een all over the world twist geeft. En natuurlijk ontbreekt een paella niet in dit boek. Dat vindt Gereons Keuken Thuis zomerkost optima forma. Overigens is de bouillabaisse een pagina verder dat ook. Je leest het op deze grijze zaterdag. Ik kan niet kiezen, maar één ding staat als paal boven water, met Zomerkost van Jeroen Meus binnen handbereik, is voor mij het #alfresco seizoen nu echt geopend. Gereons Keuken Thuis maakt alvast een vreugdesprongetje. Kom mee naar buiten allemaal!
Zomerkost, 75 recepten voor de lekkerste zomer ooit, Jeroen Meus. (ISBN 9789022336175) is een uitgave van Manteau en kost € 19,99
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Hoemmoes uit Gereons Keuken Thuis. Ik postte dit weekend twee foto’s op social media van Griekse kip met boter en citroen en mijn grove hoemmoes. Echt after beach #alfresco eten, want in het weekend waren de weergoden ons gunstig gezind. Zo niet de afgelopen twee nachten. Afgelopen dinsdag kon je het recept voor de “avgolemono” kipdijen met citroen en boter lezen. Vandaag, belofte maakt schuld, is het tijd voor de hoemmoes uit Gereons Keuken Thuis. Iets grover, met meer kruiden en veel look. Het kan me wel op reprimandes van hummus puristen komen te staan. Who cares? Ik vind het gewoon lekker zo. Ik noem het hoemmoes, terwijl ik in tegenstelling tot de traditionele kikkererwtenemulsie, geen tahin of techina gebruik en de olie er meteen door guts. Ik vind het weglaten van tahin een frissere smaak geven aan de hoemmoes uit Gereons Keuken Thuis, die deze reis een flinke dot peterselie en een flinke guts Peloponnesische olijfolie kreeg. Nostimo! zouden ze op dat schiereiland zeggen.
Hoemmoes uit Gereons Keuken Thuis.
Nodig:
1 pot/blik kikkererwten of zelf geweekt en gekookt
sap van 1 citroen en wat rasp
3 tenen knoflook
half bosje peterselie
2 tl komijnpoeder
1/2 tl chilipoeder
wat grof zout
olijfolie
wat lauw water
Bereiding: Doe alle ingrediënten, de kikkererwten, peterselie, knoflooktenen, citroensap en -rasp met de specerijen en zout in een hoge kom en maal fijn met de staafmixer terwijl je langzaam de EV olijfolie erbij giet en wat lauw water. Afhankelijk van de gewenste structuur kun je hard op zacht mixen. Doe in een schaal en bestrooi met wat rode paprikapoeder en een drizzle olijfolie.
Reacties laden....
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.