Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan. Gereons Keuken Thuis staat op het punt een nieuwe liefhebberij te starten. Ik hakte al van alles in de pot, van tomatensaus tot appelstroop, maar sinds ik het mooie boek Tsukémono en de Hi Pet picklepers ontving van fermentatieleraar Peter van Berckel ben ik helegaar in de ban van deze stijl van pickles maken. Het fermenteren van groente zoals het in Japan al eeuwenlang gebeurt. Snel en je kunt het elke dag doen, want met dit apparaat zijn je gefermenteerde groentjes in een handomdraai klaar.
Het fermenteren zit in de genen van Van Berckel, vertelt de schrijver in de inleiding van zijn boek. Hij stamt uit een geslacht van jeneverdestillateurs en bierbrouwers. Zelf is deze vrolijke kok al dertig jaar bezig met natuurvoeding. Hij gebruikte kefir, desem, kombucha en tempeh al voordat ze hipster werden. Niet alleen voor de consumptie, hij reisde zelfs naar Frankrijk af om alles te leren over wilde fermentatie. Daarna ging het snel. Peter ging zich specialiseren en werd fermentatieleraar, voor hem nog steeds een leuke ontdekkingstocht. Het creëren van nieuwe smaken, het ontdekken van telkens nieuwe gezondheidsaspecten. Het is een hele wereld. De wereld van Peter van Berckel.
Het eerste gedeelte van Tsukémono gaat over de geschiedenis, de smaak, de methode en gezondheidsaspecten van Tsukémono, de Japanse naam voor gefermenteerde groente. Al in de 4e eeuw ontdekten de Japanners deze methode en door de eeuwen heen zijn vele smaken en soorten ontstaan. Peter besteedt ook aandacht aan de tradities van de Japanse maaltijd, het vleselijke, maar ook de spirituele kant, het dankbaar zijn voor al het goede en de moeite die is getroost om in harmonie te leven met al het moois uit de natuur. Hij legt daarna de verschillen de wijzen van pickelen, picklen en pekelen uit en het verschil tussen traditioneel fermenteren en het werken met de pickle pers. (mijn nieuwe huisdier) Hygiëne komt nog aan bod en dan is het tijd om zelf aan de slag te gaan. Het daadwerkelijk zouten, kneden en persen van groenten. Smaakmakers toevoegen. Een kind kan de was doen. Het streven naar smaakbalans. Tsukémono is zo’n mooie traditie van de harmonie tussen zout, zuur, zoet, bitter en tot slot umami.
Ik maak een sprong naar het tweede gedeelte van het boek, de recepten. Als je de aanwijzingen goed opvolgt kunnen je pickles gewoon niet mislukken, minimaal 30 minuten in de pers en klaar is je gezonde groentehapje. Van Berckel start met Oosterse recepten zoals zoetzure rettich en appel pickle, kimchi ontbreekt niet of sushi van gepicklede kool. Overal worden de recepten uitgelegd in duidelijke woorden en foto’s. Spelen met smaken en de pickle pers doet de rest. Ter voorbereiding was ik onlangs bij een Chinese supermarkt in de stad om te kijken welke smaakmakers en ingrediënten ik zou aanschaffen. Peter legt deze allemaal duidelijk uit. Want de mogelijkheden zijn eindeloos. Tsukémono is ook in Westerse keukens goed toe te passen. Wat te denken van een echte Hollandse snert pickle of tsukéziki, Peters variant van het in Gereons Keuken veel gegeten Griekse yoghurtgerecht. Zelfs caponata van Sicilië behoort tot de mogelijkheden. Wat een keuze allemaal en dan te bedenken dat het allemaal gewoon op basis van groente en wat zout ontstaat. Ik ben overtuigd en heb er een nieuwe smakelijke hobby bij. Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan. Dat zou je vaker moeten doen!
Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan, Peter van Berckel (ISBN 9789081821575) is een uitgave van Rineke Dijkinga Books en is te koop voor € 28,95
TIP: kijk ook eens op de vrolijke website van Peter van Berckel, waar je alles vindt over het boek, fermenteren, workshops en benodigdheden.
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Eten als in het Zuid Italiaanse Pioppi, dat deed Gereons Keuken Thuis onlangs in de pop up van Roberto’s restaurant tijdens het Little Italy Event in de Westergasfabriek, alwaar chef Franz Condé tevens het eerste exemplaar aan Nora French overhandigde. Het deed mij terugdenken aan mijn kindertijd. Samen met mijn oma ging ik elk jaar zo rond de Nijmeegse Vierdaagse logeren bij haar oudere zus, tante Door, die in een klein huis met boomgaard en geit in Mook woonde. Van het huidige grab & go had tante Door natuurlijk nog nooit gehoord, noch van kant en klare producten vol suikers, die sinds de jaren negentig van de vorige eeuw hun opwachting hebben gemaakt. Nee, beide zussen aten, wat er in het seizoen was en vers. Niets meer en niets minder, zonder stress, elke dag te voet naar de ochtendmis en eten & drinken met mate. Veel groenten en weinig vlees, vooral tijdens de vasten. Zowel mijn oma als tante Door hebben een respectabele leeftijd bereikt.
Zo stel ik het me ook voor in het Zuid Italiaanse Pioppi. Een kleine plaats aan zee, waar geleefd wordt volgens het ritme van de seizoenen. Waar nog hard wordt gewerkt op het land of in de visserij. En waar geen stress heerst, maar sociale coherentie. En waar ouderen, heel belangrijk hun plaats in de maatschappij hebben. Je zou Pioppi zo kunnen scharen tussen die andere zogenaamde blue zones als Costa Rica, Ikaria, Okinawa, Palo Alto en Sardinië. Daar bereiken de bewoners door hun dieet hoge leeftijden, zonder welvaartsziekten zoals diabetes of hart- en vaat ziekten.
Dit gegeven vormde een reden voor Aseem Malhotra en Donal O’Neill om een onderzoek te doen naar deze eetgewoonten. Het resulteerde in het boek Het Pioppi dieet, met als boodschap, eet zoals de “nonne” van deze Italiaanse plaats en je valt af en voorkomt welvaartsziekten. Het Pioppi dieet rust op een aantal pijlers: iedere dag bewegen, vermijd (chronische) stress, tijdelijk vasten, stop met bewerkte voeding, geraffineerde koolhydraten en tot slot wees niet bang voor vetten.
Nora French, healthcoach en schrijfster van Gezond Fastfood vertaalt deze uitgangspunten in een uiterst makkelijk te hanteren kookboek. Aan de slag met het Pioppi dieet. Geen straf volgens French, want wat is er nu lekkerder dan gezond en vers eten. Dat kan Gereons Keuken Thuis alleen maar beamen.
Pioppi hét kookboek start met ingrediënten en uitleg, daarna stelt French wat weekmenu’s op. Voor de leek een duidelijk handvat, om mee te beginnen. Een boodschappenlijst volgt en we kunnen aan de slag met een romige koffieshake of roerei met boerenkool & spekjes als ontbijt. Bietensalade met haring & appel of sla wraps als lunch. Vispakketje met groenten of linzensoep met yoghurt & koriander als avondeten. Tot slot geeft Nora French een aantal basisrecepten. Pioppi hét kookboek sluit af met een aantal recepten van een chef Antonio Morinello uit deze Italiaanse plaats.
Nu de hamvraag, wat kan Gereons Keuken Thuis hier nu mee? In de eerste plaats moet ik zeggen, dat een Pioppi dieet niet het ding is, dat ik van A tot Z ga volgen. Ten eerste ben ik daar te dwarrelig voor en misschien nog belangrijker een aantal onderdelen zitten al in mijn dagelijkse ritme, Van opstaan met citroensap, 50 sit ups, twee keer in de week een stevig robbertje zwemmen en letten op mijn suikerconsumptie. Ik heb het geluk, dat ik geen zoetekauw ben. Daarnaast ben ik door de jaren prefab food ontwend. Natuurlijk vind ik kant en klaar eten, bijvoorbeeld een vette bamischijf uit de muur, als craving hartstikke lekker, maar het verzadigt niet en doet je smachten naar meer.
En wat betreft dit boek: ik vind Pioppi hét kookboek prima handvatten bieden voor degenen, die nog aan de basis staan van hoe en wat. Van een menu van 21e eeuws graaien & snaaien naar laten we het het een “tante Door” manier van koken noemen. Nora French legt het gedegen uit en je kunt direct aan de slag, al was het maar in eerste instantie als food for thought, the rest comes naturally!
Pioppi hét kookboek, Aseem Malhotra, Donal O’Neill en Nora French (ISBN 9789045217529) is een uitgave van Karakter en is on- en offline te koop voor € 19,99
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Ossigeno 3, elements of life. Afgelopen week plofte nummer 3 van Ossigeno, het Italiaanse food & lifestyleblad op de mat in Gereons Keuken Thuis. Ik kan van dit zwarte gevaarte altijd heel erg genieten. Ossigeno is een tijdschrift, dat wij niet kennen in Holland. Ossigeno, zuurstof, è un progetto editoriale inspirato al benessere, een uitgave gericht op welzijn. Het laat een heel ander Italië zien dan het rustieke Toscaanse “nonna” land, dat wij dagelijks via de reclame voor olijfolie, pasta en tomatensaus krijgen toegediend. Ook leuk natuurlijk, maar wezenlijk anders. Deel 3 van Ossigeno staat in het teken van foerageren, wildpluk en in de natuur zijn. Met recepten van chef Valeria Margherita Mosca van Wood*ing bar in Milaan. Daarnaast is er ruimte voor architectuur met o.a. Rem Koolhaas, de schetsen van kunstenaar en auteur Carlo Pastore en een essay van een neuropsycholoog met kritiek op de invloed van massamedia op de voeding van kinderen. Geen sinecure dus, stevige kost, gelardeerd met prachtig beeld. Het fijne aan dit magazine is, dat in het huidige tijdsgewricht, waarin alles om plaatjes en hun impact draait, Ossigeno juist in tekst op de materie ingaat. Spek voor het bekkie van Gereons Keuken Thuis, ware het niet dat de teneur vooral vegan is. Niente speck dus. Vandaag wil ik met jullie het recept voor een volkoren taco met Cicioni fermentino, pestada, mango/watermuntsaus en gerookte cashews delen.
Nodig:
400 g boekweit meel
water
zout
pestada, een gefermenteerd kruidenmengsel uit Midden Italië of andere kruiden met wat wijn uit de vijzel.
druivenpitolie
een handje gedroogde mango’s
20 verse muntblaadjes
een snufje zout
4 el EV olijfolie
een handje cashewnoten
wat houtmot
dennenappels
2 stuks Cicioni fermentino kaas
20 g schone muur of hoornbloem, of wat waterkers.
evt. wat geraspte gerookte geitenkaas. (niet vegan dus)
Bereiding:
Meng het zout en de pestada door het boekweitmeel met een beetje olie en voeg zoveel water toe, als nodig is om een mooi elastisch deeg te maken, dat kneedbaar is. Meng alles door elkaar tot een homogene substantie. Verdeel in kleine deegballetjes om taco’s van te maken. Rol de deegballetjes tussen twee velletjes folie en leg apart. Verhit een licht ingevette pan en bak de taco’s om en om.
Maak een saus door in de blender de in heet water geweekte mango, olijfolie, zout en munt te mixen. zet ter afkoeling in de ijskast. Breek de Cicioni kazen in kleine stukjes en zet koel weg. Rook de gehakte cashewnoten op wat jeneverbes en dennenappel mot of gebruik houtmot in een rookpan. was het hoornbloemblad, of waterkers en zet apart.
Leg een taco op het bord, vul deze met de koude kaas, hoornbloemblad of waterkers, mango/muntsaus en bestrooi met gerookte cashewnoten. Ter decoratie kun je nog wat gerookte geitenkaas toevoegen.
Het is #fitforfun februari in Gereons Keuken Thuis. Huh? Hoezo, jij bent toch helegaar niet van de sport, gezondheid en fitness? Dat is waar, maar ook onwaar. Het is zo, dat ik op mijn blog weinig aandacht besteedt aan diëten, sporten, healthfood en bijbehorende gezondheidsclaims. Ik ben wars van het goeroetoontje, dat vaak in deze adviezen zit. Het diskwalificerende en het “kiek mie nou toch” toontje. Onwaar is het, omdat ik sinds 2013 voor mijzelf een vrolijk, maar ook vrij precies sportprogramma heb bedacht. Als gevolg van versleten rugwervels raadde een fysiotherapeut mij aan te gaan hardlopen. Ik schoot in de lach en vertelde hem, dat ik dan dure verzekeringen zou moeten afsluiten, voor alle claims, die mij ten deel zouden vallen als gevolg van gescheurde gevels en gesprongen ramen, nadat ik voorbij was gedenderd. Met andere woorden, hardlopen past niet bij mijn motoriek, net zo min om te gaan wielrennen. Ik ben een beetje een dromer en dan hard gaan fietsen. Nou nee, dat zou niet bijdragen aan de nationale verkeersveiligheid. Ik ging zwemmen en dat bevalt de na vijf jaar nog steeds goed, zo’n twee à drie maal per week. Daarnaast ontwikkelde ik een matineus ritme van met name buik- bil- en borstspieroefeningen ter versterking van mijn rug. Gevonden in een heel oud boekje dat ik eens bij een inmiddels ter ziele gegane ramsjhandel in de Kalverstraat kocht, back in the eighties. En… incidenteel een yoga-uitstapje.
Maar nu over #fitforfun februari. Deze tweede maand van het jaar is meestal ook dry february, wat in mijn geval betekent geen wijn. Moeilijk vol te houden, welnee, maar als je geen zoete frisdrank-, smoothie-, thee- of ander knutseldingendrinker bent, moet je van deze maand een soort expeditie maken naar alternatieven. Niet alleen op drink-, maar ook op eet- en sport gebied. Voor mij is smaak namelijk heel belangrijk. Dat wordt mijn queeste voor februari en ik moet zeggen, dat ik nu al benieuwd ben wat ik tegen ga komen tijdens mijn #fitforfunweken.
In december ontving ik het boek #FitBody van Delphine Steelandt. Verstevig je lichaam in 100 dagen. Niet door aan de machines te gaan trekken in een sportschool, maar gewoon thuis. In je eigen tempo. Met toewijding.
Het boek begint met slanker, sterker, fitter en…. gelukkiger. Tja, sterker, fitter en eventueel wat kilo’s kwijt wil iedereen, zonder uren in de sportschool te moeten hangen. Maar de geluksclaim schuif ik graag terzijde. Daar kan ik niets mee. Volgens mij is er geen wiskundig verband te formuleren tussen het aantal kilo’s dat je weegt en je geluksgevoel. Daarin is de huidige tijd een beetje doorgeschoten. In die gelukscoëfficiëntcompetitie. Ik ben voor #bodypositivity, elk lichaam is uniek, net als het gevoel dat daar bijhoort.
Deze noot van kritiek gekraakt hebbende, bladerde ik verder. Via leefstijl, de theorie van William Cortvriendt ( die we al eerder in de boeken van Pascale Naessens voorbij zagen komen), honderd dagen of dedication en natural beauty. Hierna legt Steelandt de drie fases uit, vetverbranding, opbouwfase en onderhoudsfase. Een leuke methode voor mensen, die niet weten waar ze moeten starten. Veel theorie, over ontwenningsverschijnselen, sugarcravings etc. Ik ken het verschijnsel ook als ik weer eens een tijdje mijn eet- en drinkpatroon verander. Zo consumeer ik in dry february altijd meer zoete dingen. Steelandt geeft in het boek advies hierover. Interessante kost, die deze schrijfster positief brengt met makkelijke schema’s en recepten voor alledag.
Maar nu de hamvraag, waarom vindt Gereons Keuken Thuis dit boek nu leuk? Bij elke routine, die je voor jezelf ontwikkelt kom je op een zogenaamd dood punt. Er komt niets meer in snelheid bij tijdens het zwemmen, de buik-, borst- en bilspieroefeningen worden routineus en je dreigt af te haken. Maar nu is het #fitforfun februari en kan Gereons Keuken Thuis aan de slag met de 90 oefeningen, die voor iedereen haalbaar zijn. Gewoon thuis op het Perzische hipstertapijtje in de woonkamer. Ik ga er de komende weken mee aan de slag. #FitBody
#FitBody, verstevig je lichaam in 100 dagen, Delphine Steelandt (ISBN 9789401456555) is een uitgave van Lannoo en is te koop voor € 21,99
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Gereons Keuken Thuis richting 2019. Als de kruitdampen van het oudjaarsgedruis zijn opgetrokken, de laatste oliebol is ingeslikt en dat restje bubbels is opgedronken, ben ik altijd blij dat het januari is. Lekker fris er tegenaan, opruimen, snode plannen voor mijn blog smeden. Gereons Keuken Thuis barst in de eerste dagen van het jaar, net zoals op overige dagen, van de ambities en plannen. Ik heb er in 2019 echt zin in. Volgende week trap ik af op de Horecava, eens kijken wat er komend jaar weer op culinair en horecagebied te beleven valt? Half januari is het tijd voor pijlinktvis en het heerlijke kookboek met Noordzeevis uit IJmuiden, De BTW aangifte moet worden gedaan en de jaarrekening.
De dames van Surimam en Maroeska Metz zijn uitgenodigd als wintergasten voor #talkandtable. Daarna is het tijd voor de opening van brasserie Carstens door Librije sous chef Maik Kuijpers, een leuk interview in Gereons SeaSpot met Smaak van Noord Holland en tot slot een lezing van Onno Kleyn over de Italiaanse keuken met afsluitend een pop up lunch, verzorgd door Roberto’s Restaurant. Vergeten jullie in het eerste weekend van februari overigs niet de leuke Little Italy evenement te bezoeken?
Februari is #fitforfun maand in Gereons Keuken Thuis. Dat betekent een maand geen wijn (alcohol), een nieuw sportregime -in het oude heeft in 2018 een beetje de vervelingsfactor toegeslagen- en op ontdekkingsreis door kookboeken als het Pioppi kookboek van Nora French en het onlangs ontvangen #FitBody van Delphine Steelandt. Ben benieuwd wat ik daar voor een leuke trouvailles uit haal? Ik verheug me er nu al op. Ik ben al een tijdje aan een aanvulling op mijn matineuze workout toe.We gaan het testen. Eind november was ik te gast bij Eke Mariën en Joris Schildknecht voor een heuse vegan masterclass zonder poespas. In februari lees je over de manier van koken van deze twee heren.
In maart 2019 keert Gereons Keuken Thuis terug op honk. Met aandacht voor terroir, een heuse Franse week, mediterrane streekrecepten -in 2019 ga ik op zoek naar 2.0. versies- en wijn, want na mijn detox maand is het begin maart tijd voor biologische wijnen. En… ik ga een kijkje in de keuken van Tsukémono Peter van Berckel nemen.
Gereons Keuken Thuis richting 2019 kan natuurlijk ook niet zonder jullie input. Mocht je een leuk onderwerp hebben, eens een gastblog willen schrijven of aandacht generen voor je product of bedrijf via een advertorial op mijn blog? Be my guest, anything goes. Het is pas januari.
Ik noem het fit for fun. Je lekker in je vel voelen op je eigen manier. Eigenlijk zou deze week op Gereons Keuken Thuis in het teken staan van #fitforfun, met bijdragen over lekker fit de herfst in! Weg met de all inclusive kilootjes van de Costa’s en vast wat weerstand opbouwen voor de komende donkere winterperiode. Met een samenvatting van leuke plant based kookboeken en tips van medebloggers, interviews en evenementen. Maar toen sloeg de griep toe en een storing op mijn blogsite, die enkele dagen duurden. Het plan, bleek zo kort voor mijn congé annuel, iets te ambitieus! Soit!
foto: cover Recepten voor geluk.
Ik ga het toch proberen. Deze zomer ploften vele “gezonde” plant based boeken op de deurmat van Gereons Keuken Thuis, zoals The Happy Pear, recepten voor geluk, waarin de immer vrolijke Ierse tweeling je aan de hand neemt via een plantbased dieet, met dito recepten, een early morning swim (ik weet hoe verslavend dat is) en een programma, waarvan je naar hun zeggen gelukkiger wordt. Gezond eten en lekker bewegen. Ze zien er dan ook er dan ook heel gezond en gelukkig uit. Ik plaats er wel een kleine kanttekening bij, omdat je ook de lat te hoog kunt gaan leggen. Het moet wel leuk blijven. Want #LUBM, het moet geen religie of marteling worden. Gelukkig beaamden de heren dat ook in een #talkandtable gesprek, dat ik in augustus met ze had. Zij hebben zelf een craving voor zoetigheden, ach, Gereons Keuken Thuis drinkt graag wijn.
foto: cover De plantparadox.
Een boek van geheel andere orde, maar daarom niet minder interessant om te lezen, is de DePlantparadox van Steven Gundry, waarin deze arts een boeiende theorie ontwikkelt, waarbij hij stelt, dat door lectines, giftige stoffen in planten, plantvbased voedsel weleens helemaal niet zo gezond kan zijn en zodoende bijdraagt aan ziekten. Lectines zijn stoffen, die planten beschermen tegen opgegeten worden. Gifstoffen en volgens Gundry de boosdoener bij veel ziektebeelden, die hij behandelde. Hierna volgt een stevige verhandeling over de bereikte resultaten met zijn patiënten in zijn kliniek in Palm Springs. Hij heeft met zijn theorie al heel wat mensen met auto immuun ziektes geholpen. De schrijver viel zelf ook 30 kilo af en ontwikkelde een programma, dat geschikt is voor zowel vleeseters, vegetariërs en veganisten. Het gaat erom, dat je lectines mijdt. In Amerika was dit boek direct een grote hit. In Nederland was men wat sceptischer. Ik ben eraan begonnen en vind dat deze arts wat in herhaling valt en niet zelf aangeeft, hoe hij het zelf dagelijks in praktijk brengt. Dat is toch een beetje wat mensen willen weten. De leuke kant aan het boek vind ik dat je de glutenhype in een ander licht gaat zien. Ik lees nog even verder…. Gundry beschrijft mooie theorie om anders naar de gezondheidsclaims van plantaardig voedsel te kijken. Daar steekt deze arts al dan niet terecht het mes in.
foto: een smakelijke creatie van Mathijs Vrieze
Al een tijdje volg ik TV kok en kookboekenschrijver Mathijs Vrieze. Deze immer vrolijke man neemt zijn lezers mee op pad, om naast gewichtsverlies, ook blijvend gezond te blijven eten. Want minder eten en veel bewegen, doet wel tijdelijk afvallen, maar levert geen gedegen gewichtsverlies op. Vrieze is ervaringsdeskundige. Met andere woorden maak het duurzaam. Mathijs heeft een missie, kijk bijvoorbeeld eens naar zijn Facebook pagina Gezond koken in je eigen keuken met Mathijs, waar hij leuke tips en recepten geeft, maar vooral motiveert. Mathijs legt elk principe uit en zo houd je het langer en blijvend vol. Daarnaast start op 1 oktober zijn maand durende Masterclass, waarin hij je meeneemt met lekkere recepten, zijn eigen ervaringen deelt en je een heel nieuwe gezonde lifestyle biedt. Maak dat eens je voornemen in oktober: Aan de slag met Mathijs Vrieze.
foto: cover Detox Kitchen groenten.
Naast de jongens van de Happy Pear op zondag 7 oktober, kun je, op de zaterdag ervoor Lily Simpson ontmoeten. Zij is daar dan, tijdens het Better Health Event, aanwezig, om te praten over haar boek Detox Kitchen Groenten, verse en gezond recepten zonder zuivel, tarwe en geraffineerde suiker. Een mooi vormgegeven boek met een dieet van plantaardige ingrediënten, dat volgens haar zeggen je gezondheid en vitaliteit stimuleert. Eén kanttekening wil ik er wel bij maken, suiker uit fruit, biet, honing, riet of what else, blijft suiker. En over zuivel kun je ook discussiëren. Glucose is nodig als brandstof voor je hersenen. Volvette zuivel een heerlijk ontbijt. En tarwe levert naast koolhydraten ook vezels en eiwitten. Het zijn keuzes, niet per se dogma’s. (medische redenen daargelaten) Overigens schrijft Simpson in dit boek met liefde over groenten en dito recepten. In dit boek worden per groentesoort lekkere recepten bereid. Mocht je meer van haar of de tweelingbroers Flynn willen weten, of ze gewoon eens live zien? Ga dan zeker kijken op 6 of 7 oktober.
Ik noem het fit for fun, grasduinen door al deze boeken, het lezen met een glimlach en bekijken waar je de aangereikte plantaardige of dieetadviezen kunt gebruiken of juist niet. En juist niet bang zijn, om meer plant based te koken en eten. Dat doe je omdat je het leuk vindt of omdat je je er goed bij voelt. We all benefit. Have fun, zou ik zeggen. Ik verheug mij nu al op mijn Bourgondische congé, ook heel gezond voor lichaam en geest en de lol is ik kom tijdens vakanties nooit één grammetje aan, maar wel gelaafd terug.
The Happy Pear, recepten voor geluk, Stephen & David Flynn (ISBN 9789463191210) € 24,95, Detox Kitchen Groenten, Lily Simpson (ISBN 9789463191166) € 24,95 en De Plantparadox, Dr. Steven Gundry (ISBN 9789463190961) € 22,95 zijn uitgaves van Scriptum en te koop bij je favoriete boekhandel.
Let op: Op zondagmiddag 11 november organiseert Mathijs Vrieze weer een leerzaam Live event
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Onlangs plofte de heruitgave van Ecofabulous uit 2009 van Lisette Kreischer op de mat in Gereons Keuken Thuis. Een mij tot dan toe onbekend boek. Dat komt eigenlijk doordat ik niet zo behept ben met de plantaardige keuken. Ik vind het wel interessant, met name vanuit concept ontwikkeling, maar ben geen vegan adept. Noch goeroe. Ik kende de schrijfster niet, maar ging op op pad over de dreven van het wereldwijde web. Lisette is een gepassioneerde, radicale, yoga beoefenende, stylende en vegan kookboekenschrijfster. Leerzaam en ideale gast dus voor mijn serie talk & table. Ik wil alles van haar weten en beloon deze vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijntip.
Wie is Lisette Kreischer? Vertel eens iets over jezelf?
Ik ben geboren in Schiedam, in een liefdevol aardappelen-groente-vlees gezin. Mijn vader is goed met zijn handen en werkte in de bouw en mijn moeder was/is goed met de pollepel. Ze kookte altijd de sterren van de hemel en heb heerlijke herinneringen aan onze eetmomenten. Rond mijn tiende begon er echter iets te knagen. Dieren, vrienden, gelijkheid, eten. Ik begon me te beseffen dat er iets moest sterven zodat ik kon eten. Ik begon echter te twijfelen aan de noodzaak daarvan en kwam op een dag thuis en zei resoluut ‘ik word vegetariër’. Mijn ouders knikten liefdevol en mijn moeder verwijderde het dagelijkse stukje vlees uit mijn dieet. Ze ging op zoek naar vervangers en ik kreeg mijn eigen groentepotje. Ze deed dat heel goed tot het moment dat ik zelf nieuwsgierig begon te worden naar de mogelijkheden van de vega keuken. Ik had interesse in koken, ging naast mijn moeder voor het fornuis staan, was geïntrigeerd door mijn moeders kookkunsten en wilde vooral alles weten over de voedselindustrie. Ik beet mij vast in de herkomst van vlees, vis, zuivel, honing, ei, kaas, melk, etc. Hoe werd het geproduceerd? Hoe verliepen de Nederlandse subsidiestromen? Hoe was de voedselindustrie in het Nederland na de oorlog tot stand gekomen en waarom? Wat is een gezond dieet? Welke reclame campagnes werden en worden gesubsidieerd? Wat is waar? Wat zijn de voor- en tegenargumenten voor een plantaardige manier van eten en waarom? En zo langzaam maar zeker leerde ik meer en meer over het veganisme. Hoe meer ik leerde over de zuivelindustrie en hoe deze onlosmakelijk verbonden is met de vleesindustrie, over dieren in de natuur en over de kracht van planten hoe meer ik ook zuivel, kaas en ei uit mijn dieet begon te schrappen en hoe meer ik dus met planten begon te experimenteren als voedsel. Tot ik rond mijn twintigste erachter kwam dat ik volledig plantaardig at. Dat voelde goed en ik vond het leuk om met deze keuken te experimenteren. Ik greep terug naar mijn moeders recepten en begon deze te veganizeren. Dat werkte en mijn familie begon mee te eten. Het was lekker, dus waarom niet was het credo. Mijn moeder en ik waren gek op Engeland, op Engels antiek en op de afternoon teas. Al snel moest ook die laatste eraan geloven en kreeg het van mij een vegan sausje. Ik begon steeds meer vraag te krijgen naar zo’n dergelijke veggie tea om bij mensen thuis te serveren. Mijn tea service werd snel daarna geboren. Dit was het begin van mijn avontuur als vegan activist en ondernemer. Hieruit volgde nog een vegan cupcake bedrijf en dat transformeerde uiteindelijk in The Dutch Weed Burger. Iets heel anders dan een cupcake, maar nog steeds eten, nog steeds vegan en nog steeds een manier om mensen te inspireren de plantaardige keuken te omarmen via de maag. Tussendoor studeerde ik aan de stylingacademie in Amsterdam. Ik was goed in het neerzetten van sferen en kon wel met de camera overweg. Dit resulteerde in een platform genaamd Veggie in Pumps. Ik lanceerde dat platform precies rond de tijd dat Al Gore zijn Inconvenient Truth uitbracht waarmee de deuren naar duurzaamheidsland werden geopend en een uitgever mijn werk spotte. Dat was het begin van mijn carrière als boekenmaker. Veggie in Pumps was mijn eerste boek waarna er nog velen volgden. Als ik terugkijk dan zie ik dat mijn ouders heel belangrijk zijn geweest in de vorming van mij, als iemand die kiest waar zij in gelooft en het creëren van mogelijkheden. Mijn vader zegt altijd, geld hebben we niet, maar wel spullen. Hij raapt nog altijd boutjes en moertjes van de straat en heeft me altijd laten zien dat je alles kan maken, als je er maar in gelooft. Mijn moeder is ontzettend goed in styling, sfeer en lekker koken. Ik zal nooit zo goed als zij kunnen koken, maar ik probeer nog altijd in de buurt te komen. Dat samen met een goede dosis discipline van mijn kant heeft me altijd gedreven om te blijven creëren, schrijven en het verhaal te vertellen waar ik zo gepassioneerd over ben. De prachtige, kleurrijke en liefdevolle plantaardige keuken. Mijn moeder werd op haar 50ste vegetariër en is nu zo goed als veganist. Mijn vader eet veelal vegetarisch en let ontzettend op. Van hem hoeft het ook allemaal niet zo. Zijn ontbijt is iedere ochtend een smoothie met havermelk. Dat maakt me een trotse dochter.
Wat doe je op dit moment? Waar ben je mee bezig?
Letterlijk, vandaag, leg ik de laatste hand aan een nieuw boek dat ik samen met mijn uitgever (Kosmos) en beste vriendin (Maartje Borst) aan het maken ben geweest genaamd Man.Eat.Plant., waarin we een heerlijke stoere plantenkeuken in de spotlight zullen zetten. (now we are talking girl!) Tevens werk in aan de vertaling voor een buitenlandse uitgave van mijn recent verschenen boek The Plant Pharmacy en ben ik workshops aan het uitzetten voor volgend jaar in het kader van kruidengeneeskunde (waar ik een aantal weken geleden voor ben afgestudeerd). En er lopen wat leuke marketingdingetjes en plannen voor Ecofabulous koken in alle seizoenen. Daarnaast ben ik druk met de tuin en alles wat daarin gebeurt.
Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.
Wat een vreselijk moeilijk, maar ook leuke vraag. Ik kan daar niet eenduidig over zijn. Was ik fotograaf geworden of juist vegan dierenarts? Was ik de wereld rond gaan zwerven in de voetsporen van mijn kruidenheld Juliette de Bairacli Levy of dansdocent? Ik denk dat ik toch fotograaf was geworden om met mijn camera het verhaal van het dieren- en plantenrijk te vertellen.
Recepten verzinnen is niet makkelijk, ik tob er zelf ook vaak mee. Zeker als je vegan wilt koken. Hoe doe je dat?
Vanuit het niets iets bedenken vind ik ook lastig. Maar mijn truc is dat ik veganizeer. Ik kijk naar wat ik vooral vroeger lekker vond en mijn moeders keuken en haal daar het dier uit en stop er plant in. Dan nog wat fine-tunen om het helemaal in balans te krijgen en klaar. Zo kan ik eindeloos doorgaan.
Ken jij vegan kok Daniela Cicione? Ik vind haar heel inspirerend, omdat zij wat toevoegt i.p.v kopieert. Een beetje hetzelfde als jouw burger. Ken je het blad Ossigeno?
Prachtig werk door die dame. Heel inspirerend en bijna als schilderijtjes zijn haar gerechten. Ik houd heel erg van haar werk. Het blad ken ik niet.
foto: cover Groente uit zee.
Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een (kook)boek voor jou?
Ik vind de PR erna vaak een uitdaging. Tijdens het schrijven leg ik mijn ziel en zaligheid in zo’n boek. Al mijn tijd, energie en creativiteit vloeit door in het boek dat vorm krijgt. Dan is het af. Pfieuw. Heerlijk. Hèhè. Wat een geschenk. Maar dan begint het pas. De wereld ermee laten kennismaken. Soms voelt dat als leuren. Ik kan een keer vertellen hoe blij ik ermee ben en daarna moeten mensen het gaan proberen. Maar in de snelheid van alle dag en de social hypes is het een uitdaging om dat hoog te houden. Er is zoveel en mensen worden continue geprikkeld en verleid met moois van anderen. Daar binnen een plekje vinden waarbij ik bij mezelf blijf, authentiek spreek en tegelijk mijn werk onder de aandacht blijf brengen is continue in beweging en continue een uitdaging. (Ik ken het verschijnsel)
En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?
Het creëren van een mini wereld waarin ik alles kwijt kan of nou ja alles, in ieder geval waarbinnen ik kan vertellen wat me op dat moment het meeste boeit, raakt en beweegt. Daarnaast schrijf ik niet alleen, ik doe ook de fotografie en dat laatste vind ik een meerwaarde omdat ik dan echt helemaal zo’n boek tot leven kan laten komen. Een boek voelt dan als een stukje van mij aan de wereld; het is heel privé en persoonlijk en tegelijk publiekelijk.
foto: Dutch weed burger.
Hoe is jouw fascinatie voor zeewieren ontstaan?
Na het bijwonen van een prachtige en indrukwekkende lezing van oceaanbeschermer Dos Winkel in 2009 werd het mijn missie om de plantaardige keuken te verrijken met zeewier en deze bijzondere zeegroente op de Nederlandse kaart te zetten. Met Dos maakte ik dan ook mijn eerste boek over zeewier genaamd NON*FISH*A*LI*CIOUS en ik werd verliefd op dat bijzondere groene plantje uit zee.
Zeewier in combinatie met de plantaardige keuken creëert een killer combi en kan antwoord geven op grote wereldse thema’s en ervoor zorgen dat voedsel eerlijker wordt verdeeld. Daarnaast is deze manier van eten zeer efficiënt als het gaat om het gebruik van natuurlijke bronnen, het bespaart een hoop dierenleed en is ondersteunend voor het menselijk lichaam.
In 2012 ontwikkelde ik samen met Mark Kulsdom The Dutch Weed Burger, een 100% plantaardige hamburger met zeewier. De combinatie van plant power met zeewier bleek inderdaad een groot succes. Door mijn liefde voor alle prachtige noten, granen, peulvruchten, zaden, groente, fruit, kruiden en wieren die er te vinden zijn, ontstond er een verlangen een mooi boek te maken over algen en wieren. Na heel wat experimenteren in de keuken en smaaktesten met zeewier voelde ik dat dit boek gevuld moest worden met overheerlijke gerechten die de lezer op een subtiele manier zou laten kennismaken met bijzondere wieren, zilte groente en microalgen.
In samenwerking met stylist Roos Rutjes, Stichting de Noordzeeboerderij en uitgever Kosmos hebben we toen Groente uit Zee gemaakt; en kleurrijk en informatief boek waarin je alles leest over zeewier: over groei, de soorten en de samenstelling, tot informatie over voedingswaarde en bereidings- en aankoopadviezen. En natuurlijk kun je zelf aan de slag met 50 heerlijke plantaardige recepten.
Staan er nog andere projecten op stapel?
Jazeker en ook even niet. Na 7 jaar aan The Dutch Weed Burger te hebben gewerkt, de afgelopen 10 jaar 10 boeken te hebben gemaakt en zojuist te zijn afgestudeerd als fytotherapeut merk ook ik dat het fijn is om even te kijken wat er beweegt rondom dit alles. Na de lancering van Man.Eat.Plant. in september zal ik even meer gaan aanschouwen wat er beweegt in de wereld en hoe ik mijn kwaliteiten ten goede kan inzetten om daarvoor ondersteuning te bieden.
Moeilijke vraag, wat vind jij van al die vegean bloggers met keer op keer dezelfde recepten? Ik heb nu al die pannenkoeken, shakes en groentepasta wel gezien.
Ik begon als ondernemer en activist toen dit fenomeen nog niet bestond. Ik moest het doen met een flyer hier en daar, op markten staan, lezingen geven en echt mond tot mond reclame. Dat was mooi, maar maakte het ook moeilijk om versneld een grotere groep mensen te bereiken. De missie van de gemiddelde veganist is immers, de wereld informeren aangaande gruwelijkheden achter vlees en zuivel en inspiratie bieden rondom de smakelijke potentie van de plantaardige keuken. Ik voelde me meer dan eens teleurgesteld in de traagheid waarmee de wereld leek te veranderen. Dat werd echter anders toen de wereld van blogs en social media opkwam. Ineens konden mensen die aanvankelijk ook een bijdrage wilde leveren aan deze beweging met een keuken en een scherpe pen verschil maken en bijdragen aan dat wat hun zo aan het hart gaat. Ik kan dat heel goed begrijpen en waarderen en ben dankbaar dat ze er zijn. Ze bereiken namelijk weer hun eigen doelgroep en kunnen zo zorgen voor een versnelling. Dankzij hun heeft het veganisme, wat echt een diepzinnige doordachte visie is op de wereld en zijn wortel heeft in compassie, in een sneltreinvaart bekendheid krijgen. Echter houd ik van kwaliteit en voel al langere tijd dat het ook belangrijk is dat ook deze keuken zich blijft vernieuwen. Dat we elkaar blijven uitdagen om de kwaliteit te verhogen, de smaak te verrijken en de inhoud te verbeteren. Stiekem hopen we dat met ons boek Man.Eat.Plant. te doen. Wicked Healthy doet dat ook goed. Geen vleesvervangers maar stoere groente, echte smaken en goede technieken.
Wat vind jij een goddelijke maaltijd? Waar moet die aan voldoen.
Umami! Er moet umami in aanwezig zijn. (En het moet natuurlijk plantaardig zijn.) Na mijn avontuur met zeewier weet ik wel het een en ander over umami en daarmee ook wat er vaak ontbreekt in de vegan keuken. Zoet, zuur, zout en bitter is wel vertegenwoordig, maar umami wordt vaak over het hoofd gezien terwijl juist dat ervoor zal zorgen dat een gemiddelde vleeseter ook zal zitten te smullen van het plantaardige maal dat je serveert. Daarom vind ik de chefs Celine Steen en Derek Sarno zo ontzettend goed voor deze beweging. Zij begrijpen umami en begrijpen hoe je alle smaken goed kunt vertegenwoordigen in een plantaardig gerecht om zo toch een krachtig bord eten kunt komen.
En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?
Het begint bij vegan en biologisch, en eigenlijk het liefst Vin Nature. Mijn lief heeft mij een aantal jaar geleden Vin Nature voorgeschonken. Eerst dacht ik ‘paardenstal’ daarna wilde ik nooit meer anders. Verder merk ik dat ik snel een voorkeur heb voor Tempranillo en Sangiovese. (rood dus)
Wat lust je echt niet en waarom niet?
Hmm lastig. Ik lust alles wel, maar heb wel voorkeuren. Liefst geen pastinaak. Ik weet niet precies waarom, maar wij gaan niet goed samen.
foto: cover Plant Pharmacy.
Waarheen ga je het liefst naar op reis?
Ik hou niet van vliegen (milieu enzo), dus probeer Europa via aards transport zoveel mogelijk te ontdekken. Van Schotland, Engeland, Tsjechië, Scandinavië, Italië, Spanje, Zwitserland. Tja. Het maakte me niet zoveel uit. Ik hou van schoon water om in te zwemmen, mooie bloemenweides met kruiden en goed eten. Dat laatste regelen we meestal zelf door te koken met producten van lokale bio markten of we zoeken wat in de buurt via www.happycow.com – wat altijd een leuk avontuur oplevert.
Nu een heikele vraag, een bijproduct van alle zuivel en eieren, gegeten door vegetariërs is dat er jaarlijks heel wat bokjes, haantjes en kalfjes nutteloos worden geboren. In die zin vind ik vegan eerlijker t.o.v. van het dier. Wat is jouw visie?
Ik kan daar heel lang, breed en diep over uitweiden, heb mijn research gedaan en tegelijk kan ik er kort over zijn en aangeven dat precies om die reden ik vegan ben geworden. Het vegetarisme is wellicht een stap voorwaarts, maar het creëert nog altijd lijden. Ik zeg dat niet om vervelend te zijn, het is een feit. Helaas. Johnas van Lammeren – beste raadslid van Nederland – verwoordt het zo helder in ons boek Man.Eat.Plant. – ‘Veganisme biedt oplossingen voor vraagstukken waar het vegetarisme geen raad mee weet. Het mooie van veganisme is dat je de hele dier-industrie links laat liggen, en dat je daarnaast ook andere wereldproblemen aanpakt’. Dat er vervolgens zoveel moois uit voort is gekomen voor mij persoonlijk (mijn gezondheid verbeterde, ik kan een steentje bijdragen in het ondersteunen van de natuur en het milieu, ik draag niet bij aan dierenleed en ik ben op smaakavontuur gegaan) had ik nooit durven dromen.
Wil je nog iets anders vertellen….delen?
De mindset achter het veganisme verspreidt zich in rap tempo. Waar vegans 10 jaar geleden nog werden weggezet als gekkies, wordt deze lifestyle en het gedachtegoed erachter steeds meer omarmt, belicht, onderbouwd en serieus genomen. Gelukkig maar want de aarde verandert in rap tempo en het is hoog tijd voor een manier van eten die zowel de natuur, de planten, de dieren, als de mens kan ondersteunen.
Wil je vandaag ermee aan de slag, maar oh help, je hersenen willen niet mee, want ze denken nog in vlees, vis, zuivel? Dat is helemaal niet gek. Je moet anders leren denken. Help jezelf wederom door jezelf goed te informeren en te weten dat tegenover de +/- 6 dieren die over het algemeen geconsumeerd worden, ontelbaar veel groenten en plantaardige opties staan. Dus hieronder alvast een kort lijstje ter inspiratie:
Melk? Denk aan al die mooie plantbased melksoorten, die er zijn: haver, amandel, rijst, soja, kokos, etc. Probeer het gewoon.
Kaas? Ja dit is een dingetje he? Maar dat is gelukkig ook in opkomst. Vegan kaasjes zijn al op de markt en oh my ik kan je alvast vertellen…hier gaat echt een giga markt voor aangebroken worden…goede vegan kaas gaat massaal komen en dat gaat rocken?! (binnenkort is de vegakaas van Cicione te koop bij EKO plaza)
Ei? Maak een tofuutje scrambled. Tofu scrambled? Ja, briljant, tofu verkruimelen en goed op smaak brengen (Kala Namak baby, Kala Namak). Recept please: lang leve Google en als je mijn boek Plant Power hebt, daar staat een versie in, evenals in het toekomstige Man.Eat.Plant..
Room? No problemo. Denk haver-, amandel- of sojaroom.
Yoghurt? Denk eens aan soja- of kokosyoghurt. Yum.
Roomboter? Er bestaat plantaardige boter, geen zorgen. (Zoek wel even zonder palmvet en anders gewoon geen boter en in de pan een lekkere plantenolie.) Wel eens koolzaadolie geproefd? Die van Brassica is goud!
IJs? Er bestaat super lekker vegan ijs. Gewoon even zoeken. Of vraag om sorbetijs (een echte sorbetje bestaat enkel uit fruit, water en suiker).
Vis? Waarom ook alweer? Omega? Vissen maken geen omega aan, ze krijgen het binnen door het eten van algen. Beter dus direct die algjes eten. Denk aan zeewier, spirulina en chlorella. Lees er alles over in Groente uit Zee.
Vlees? Je wilt waarschijnlijk vooral op iets kauwen en je wilt waarschijnlijk dat het juicy is. Ga op zoek naar vleesvervangers, pimp je tempé en ontdek seitan. Kook in wijn, knoflook en kruiden. Bak in je paddenstoelen in kipkruiden. Gebruik shoyu om af te blussen. Wees alert dat je op een avontuur gaat. Het ene zul je wel lekker vinden, het andere niet. Schrijf na 1 poging niet gelijk al het andere af. Waarschijnlijk vond je rauw vlees ook niet echt lekker, dus aan de slag met smaak en bite.
Honing? Prachtig spul en voedsel van de bij, die het harder nodig heeft dan wij. We hebben trouwens genoeg ander mooi spul te eten.
Duur? Shop in het seizoen, denk ook aan bulk. Daarnaast planten zijn echt niet zo duur.
Smaakloos? Umami baby! Boost those veggies with it. Denk aan veel knoflook, gebakken ui, tomaat, gerookte paprikapoeder, gerookt zeezout, gistvlokken, shoyu, zeewier, etc. Oh ja en Kala Namak = magic, zeker voor dat tofuutje scrambled. Onmisbaar!
Alles anders? Hmm beetje. Blijf gewoon bij je favoriete maaltjes en veganizeer ze. Haal het dier eruit en stop plant erin. Zo simpel kan het zijn!
foto: Happy Pear lasagne van restaurant Pressroom.
Het recept.
Wat een doorwrochte antwoorden. Dank je wel Lisette voor alle informatie in je antwoorden. Ik ben erg benieuwd naar je nieuwe boek Man Eat Plant, omdat ik inderdaad soms de wat stoere connontatie mis bij vegan eten. Ook ben ik erg onder de indruk van je wierenverhaal, dat ik al eens eerder hoorde tijdens een lunch met de Happy Pear broers. Je gerecht is dan ook gebaseerd op hun lasagne, die ik eens bij The Pressroom van het INK hotel at. Echter zij maken hem van alleen groente en crumbled cashew kaas. Voor jou vervang ik die door de cashew kaas van Cicione en ik vul de lasagne aan met wat cantharellen of wilde bospaddenstoelen, voor de noodzakelijke bite en umami. Het is tenslotte cantharellen seizoen. De rode wijn erbij is een biologische Morellino di Scansano uit de Maremma, het wilde Westen van Toscane. 100% sangiovese druif en gemaakt door het oudste Italiaanse biobedrijf Fattoria La Vialla.
Nodig voor 6 tot 8 personen:
1 grote knolselderij, circa 1 kg
4 eetlepels olie
zeezout
1 middelgrote zoete aardappel (400 g)
1 middelgrote ui
4 tenen knoflook
1 rode chilipeper
200 g geschoonde cantharellen
1 courgette
5 zongedroogde tomaatjes
1 blad laurier
1 dl rode wijn
2 blikken tomatenblokjes
100 g tomatenpuree
1 1/2 el vegan agavestroop
1/2 tl zout
1/4 tl gemalen peper (mag van mij ook uit de losse pols)
Voor de cashewroom:
200 g rauwe cashewnoten
3 dl water
sap van 1 limoen
1 dl groentebouillon
1,5 dl neutrale olijfolie
1 tl zout
1/4 tl gemalen zwarte peper
50 g verse basilicum
Stukje cashewkaas (Eko Plaza)
Bereiding:
Week de cashewnoten 30 minuten in 3 dl water. Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius. Schil de knolselderij en snijd hem in lange repen, als lasagnevellen, van ongeveer 1/2 cm dik. Meng deze met 1 eetlepel olie en een snufje zout en leg ze op twee bakplaten. Schrob de zoete aardappels schoon en snijd hem in kleine stukjes. Meng deze goed met 1 eetlepel olie met een snufje zout en leg op een derde bakplaat.
Bak de knolselderij en de zoete aardappel 25 minuten, of tot ze zacht zijn. Haal ze uit de oven, maar laat die aanstaan. pel de ui en knoflook en hak deze grof. Snijd de chilipeper fijn en verwijder de zaadjes als je niet van scherp houdt. Snijd de cantharellen en de courgette in dunne plakjes. Snijd de zongedroogde tomaatjes heel fijn.
Doe 2 eetlepels olie in een grote pan op hoog vuur. Bak daarin de ui, de knoflook en de chilipeper 4 minuten onder geregeld roeren, tot de knoflook goudbruin is en de ui doorschijnend. Voeg de courgette en het laurierblad toe en bak alles onder geregeld roeren nog 5 minuten. Bak in een aparte pan de catharellen en voeg deze later los toe. Voeg de rode wijn toe en kook deze 2 minuten in. Voeg de tomatenblokjes toe, de tomaten puree, de zongedroogde tomaatjes, de agavesiroop. Breng op smaak met wat zout en peper. Doe de gare zoete aardappel bij de tomatensaus. Breng het geheel aan de kook en laat de saus onder af en toe roeren kort pruttelen. Het moet tenslotte geen pulp worden
Giet en spoel voor de cashewroom de geweekte cashews af. Maak ze in een blender samen met de overige ingrediënten (ook de basilicumstelen) voor de cashewroom heel glad. Schep de helft van de cashewroom in een grote ovenschaal. Leg hier de helft van de gebakken knolselderij op en schenk daar alle tomatensaus over. Maak met de resterende knolselderij nog een laag leg hier wat cashewkaas en de cantharellen tussen, weer wat tomatensaus en eindig met de cashewroom en wat verkruimelde cashewkass. Bak de lasagne 15 minuten, tot de cashewroom is gestold en de lasagne er mooi gebakken uitziet.
Video: zelfs reuzel kun je veganiseren, aldus Lisette Kreischer.
Ecofabulous, Lisette Kreischer (ISBN 9789492086662) is een uitgave van Orlando en kost € 19,95
SOIL of Amsterdam, aan de drukke en immer hipper wordende Bilderdijkstraat, op een steenworp van het Kwakersplein, startten de twee vrienden Remco Groeneveld en Gustavo Bottino onlangs SOIL of Amsterdam. Een restaurant en take-away, waar je van heerlijke, duurzame, seizoensgebonden, plantbased en lokaal geproduceerde gerechten kunt genieten. Met een goed glas wijn of biertje erbij.
De twee heren studeerden in Californië, waar al sinds 2004 veel van dit soort concepten op horecagebied uit de grond schoten, waarbij duurzaamheid en lokaal geteelde groenten de basis vormen voor de gerechten. Met als vaandeldrager het beroemde Chez Panisse in Berkeley. Zoiets als SOIL was er tot nu toe niet in Amsterdam. Het bracht healthfood lover Groeneveld en levensgenieter Bottino op een idee.
Een ruimte werd gevonden, de tuin werd opgeknapt en in het midden van deze leuke plek is de open keuken, waar al hun sandwiches, ontbijtjes en bowls worden bereid door kok Guillem Francis. En dat deze kok creatief is met soulfood proefde Gereons Keuken Thuis op een zomerse dinsdagavond.
foto’s: bowls & breakfast.
Het concept van de bowls is heel simpel. Je kiest een warme geheel plantaardige bowl met klinkende namen als New Orleans of Peanut Curry bowl, waarin de namen verwijzen naar de homemade smaakmakers, een muur vol. De basis is rijst of lokaal geteelde quinoa. En natuurlijk veel groenten. Mocht je niet behept zijn met only vegan, biedt SOIL ook nog wat extra proteïnes in de vorm van Nederlands rundvlees, duurzame kip of eieren uit Barneveld. Bijzondere extra’s komen uit de potten met homemade pickles.
foto: sandwich met gegrilde groente.
Daarnaast serveert SOIL leuke sandwiches zoals de Greeky of een sandwich met gegrilde groente. Salades zijn er ook te kust en te keur, net als lekkere ontbijtsuggesties. Keuze te over dus, al dan niet met een biertje of glas wijn (ik proefde een heerlijke Tourraine, fris en zomers) en een vrolijke selectie aan lekkere non alcoholische consumpties. En dat alles tegen schappelijke prijzen.
foto’s: wijn en de pickle wall
Je vindt SOIL of Amsterdam aan de Bilderdijkstraat 141 hs in Amsterdam. Geopend van maandag tot vrijdag van 8 tot 22 uur. En op zondag van 8 tot 20 uur. Drop by zou ik zeggen.
Gastblogger van vandaag Nicole recenseert voor Gereons Keuken Thuis het Bananenboek. In april maakte ik tijdens de culiperslunch kennis met het Bananenboek van Kim Waninge, een mono ingrediënt kookboek, zoals er ook kookboeken zijn over pindakaas, zoete aardappel en avocado. Een mooie gelegenheid om Nicole uit te nodigen haar licht erover te laten schijnen. En zo geschiedde. Nicole is mijn volgende gastblogger. Ik laat deze zomergast hieronder aan het woord.
foto: zomergast Nicole van Cookies & Carrotsticks.
Koken en bakken is mijn grote passie. Uren sta ik in de keuken om van alles te verzinnen en uit te proberen. Niet zo verwonderlijk voor een foodblogger natuurlijk. Zo’n tweeënhalf jaar geleden kreeg ik het lumineuze idee om de recepten, waar veel door vrienden en familie naar wordt gevraagd, te verzamelen op een blog. Want dan zet ik ze er eenmaal op en kan iedereen ze bekijken wanneer ze willen (little did I know). Het eerste jaar was het ook niet meer dan dat. Vorig jaar ben ik me echter serieuzer met het bloggen en ontwikkelen van nieuwe recepten bezig gaan houden en is het inmiddels een wat uit de hand gelopen hobby geworden. Maar eentje waar ik veel plezier aan beleef en ook weer veel energie uit haal. Op mijn blog Cookies & Carrot Sticks deel ik gezonde en minder verantwoorde recepten, die over het algemeen makkelijk en snel te bereiden zijn, en soms deel ik ook een stukje uit ons leven.
Maar dan nu het Bananenboek – een kookboek met in de hoofdrol: de banaan. Kim Waninge, de auteur van hét Bananenboek, kreeg wel meer dan eens de vraag: waarom een kookboek over bananen? Nou, omdat dat er nog niet was. Ah… ok. Nu zijn er vast nog meer ‘ingrediënten’ waar nog geen kookboek aan gewijd is. Een iets uitgebreider antwoord, waaruit misschien de ongekende passie voor deze tropische vrucht en zijn veelzijdigheid spreekt, had ik toch wat leuker en interessanter gevonden.
foto: een heuse groene banaancurry.
Nou zijn bananen wel aan mij besteed, nochtans om er iets mee te bakken (gek genoeg eet ik nooit bananen zo). Ik was dan ook zeer verheugd dat ik dit boek door Gereon toegestuurd kreeg om mijn oordeel erover te vellen. Bakrecepten vond ik in dit geval minder interessant, ik heb inmiddels zelf al 15 recepten op mijn blog staan en er liggen er nog een paar om uitgewerkt te worden (ja, zo veelzijdig is banaan als bakingrediënt). Ik was vooral geïnteresseerd in de hartige recepten, want veel verder dan pisang goreng was ik eerlijk gezegd nog niet gekomen (wat overigens ook niet eens een hartig gerecht te noemen is, maar vaak bij een Indische rijsttafel wordt geserveerd).
Enthousiast begon ik gelijk door het boek te bladeren. Het boek is mooi vormgegeven en handig opgebouwd. Het begint met recepten voor ontbijt en brunch, om vervolgens zo door de diverse gangen te gaan. Achterin ook een handig register en bij elk recept staat een korte inleiding. Verder geeft Kim nog handige tips om een recept aan te passen of ingrediënten te wijzigen.
Wat mij opvalt is dat veel recepten van oorsprong Amerikaans zijn, zoals bijvoorbeeld Monkeybread, Hummingbird Cake, Fluffernutter S’Mores, Nicecream, Overnight Oats en bananen van de BBQ. Veel taalgebruik in de inleidingen is ook Engels/Amerikaans. Jammer genoeg kan ik echter nergens uit herleiden waar die invloed precies vandaan komt. Heeft Kim in Amerika gewoond? Is de voorliefde voor deze gerechten door buitenlandse reizen ontstaan of komt de inspiratie uit kookboeken of van het internet?
Zelf volg ik al jaren Amerikaanse foodblogs en ben dan ook meer dan bekend met veel van deze gerechten. In die zin weinig verrassend voor mij, maar ze passen wel mooi in dit boek. Ietwat teleurgesteld ben ik wel over het feit dat er bij nogal wat recepten niet gesproken kan worden van een hoofdrol van de banaan. Een fruithapje (gewoon gemengd fruit waar ook banaan tussen zit), een bagel met plakjes banaan (niet bepaald ‘recept’ te noemen maar eerder belegidee), garnering bij een pindasoep (toegegeven, wel lekker gebakken met kokos).
Gelukkig staan er ook nog voldoende recepten in die mij wel weten te verrassen. Voor de zuurkoolstamp met banaan vond ik het de afgelopen weken toch ietwat te warm, maar die staat nu wel op mijn lijst om in de wintermaanden eens te maken. Ik ging voor de Indiase curry variant, waarbij de ‘gehaktballen’ worden gemaakt van bakbanaan en aardappel.
Bakbananen zijn bij ons wat lastig te krijgen in de directe omgeving, dus ging ik voor onrijpe bananen zoals in het recept werd voorgesteld als alternatief. Alleen zijn die ook na slechts 10 minuten in de schil koken niet meer te ‘raspen’ maar waren eerder tot moes gereduceerd. Geen probleem, alleen (heel) wat extra bloem toevoegen om er toch nog ballen van te kunnen draaien. Aan de smaak deed het gelukkig niets af.
foto: bananen cocktails voor de zomer.
Het is een zeer smaakvol gerecht. Wel wat bewerkelijk, dus niet voor een drukke doordeweekse dag, maar zeker de moeite waard. Zelfs de jongens vonden het superlekker en het verzoek om het nog eens te maken staat al genoteerd. Wel ga ik de volgende keer moeite doen om bakbananen hiervoor te krijgen. Wij serveerden het overigens met witte rijst en naan. Dit gerecht bewijst trouwens ook weer dat vegetarisch (of vegan als je de room door bijvoorbeeld kokosmelk vervangt) niet saai en flauw hoeft te zijn. Een verrassend recept.
Uit het hoofdstuk ‘diner’ maakt ik ook nog de witlofsalade. De inleiding quasi beloofde mij dat zelfs witlofhaters dit gerecht lekker zouden vinden. Niet zo letterlijk, maar zo vatte ik het toch op. En hoewel ik niet echt een hater ben, dit is de enige groente die ik echt niet lekker vind. Voor mij blijft de witlof te bitter (en nu niet gaan roepen: je moet wel het bittere hart eruit snijden, want dat weet en doe ik ook, maar dat mag echt niet baten). Mijn man was helemaal in zijn nopjes dat ik dit ging maken, aangezien hij dol is op witlof (en dat van mij dus nooit krijgt).
Het is, op de witlof na, een echt lekkere salade. De dressing ga ik nog eens maken, die is simpel maar lekker. En ook de combinatie van appel en banaan is top. Alleen die witlof, dat is een minpuntje (wat mij en de kinderen betreft dan). De 100 g walnoten is misschien ook wel wat teveel. De helft, en dan wat grof gehakt, was meer dan voldoende geweest. Maar, mijn man was meer dan happy. Die vond de salade echt g-wel-dig. De opmerking ‘die mag je nog eens maken’ heb ik maar even niet gehoord.
Zeker verrassend is het laatste hoofdstuk. Want: cocktails! Daar moest ik uiteraard ook wat van proberen. Gelukkig heb ik ook altijd bananen in de vriezer liggen voor smoothies en ijs, dus kon ik vrijwel meteen aan de slag met de drankjes. De Whanana, een cocktail met whisky, lieten we maar even zitten. Ik lust geen whisky (behalve in een Irish coffee) en voor mijn man is het pure heiligschennis (nochtans zouden de scheidingspapieren klaarliggen als ik één van zijn mooie whisky’s voor een bananencocktail zou gaan gebruiken).
foto: witloof banaansalade.
Wel probeerden we de Frozen Banana Margarita (met tequila en triple sec) en de Banana Colada (met rum, kokosmelk en ananassap). Kan je vertellen, dat zijn cocktailtjes die mij wel wisten te bekoren. Gemaakt met bevroren banaan, dus eigenlijk een beetje smoothies voor volwassenen. De Frozen Banana Margarita was een stevige, die hakte er serieus in. Die kun je beter drinken als je geen verdere plannen hebt. In ieder geval heel erg lekker. Maar de Banana Colada is duidelijk mijn favoriet. Een heerlijke cocktail, niet te straf qua alcohol en ook niet te overheersend banaan. Zomers en lekker.
Al met al vind ik het wel een leuk kookboek. Toch een keer wat anders. Wat ik dus wel jammer vind is dat de banaan niet vaker een grotere rol in een recept aangemeten krijgt. In veel recepten is het toch meer een beetje een extra ingrediënt. En hoe verrassend zoiets ook kan zijn, van een boek met de titel ‘bananenboek’ zou ik misschien net iets meer verwachten. Desalniettemin staan er wel heel leuke en lekkere recepten in. Ik ga er ook zeker nog wat van maken.
Dank je wel voor deze leuke bijdrage Nicole!
Bananenboek, Kim Waninge (ISBN 9789492890023) is een uitgave van Loopvis en is te koop voor € 17,50
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Prutje, ik heb een beetje een hekel aan het woord. Prutje in de Nederlandse taal lijkt een verzamelnaam voor iets wat in een pan ligt, maar waarvan de maker eigenlijk niet meer weet hoe het is gestart. Daarnaast heeft het wat bagatelliserends, iets van ach, ik doe maar wat, niet gehinderd door enige kennis. Prutje is tevens een verkleinwoord, net zoals zuurtje, wijntje, winkeltje… Ik kan nog wel even doorgaan. Ik denk dat het aan de Nederlandse cultuur ligt, klein land achter de dijken, gevoed door de moraal van de dominee. Doe maar gewoon, dus maak je een prutje. Een Thais prutje, een Italiaans prutje, groentenprutje, zelfs de blauwe grootgrutter zet het zonder enige vorm van gêne op de site van het clubblad.
Nu moet iedereen vooral zelf weten of hij of zij graag prutjes maakt en deze op zijn of haar blog deelt, ik ben geen dominee.Wel een zeurkous, als het gaat om prutje. Maar geef het beestje dan een naam, zodat de lezer begrijpt wat het is. Zo heet een groentenprutje uit de Provence ratatouille, het gehaktprutje voor door de pasta ragù en het visprutje van de Spaanse costa’s zarzuela. Je noemt per slot van rekening boerenkoolstamppot ook geen prutje.
De verwantschap het woord met pruttelen en gezelligheid geeft het iets van een thuisgevoel. Lekker kneuterig. We donderen wat ingrediënten in een pan, deksel erop en klaar is je prutje. Glunderende gezichten aan tafel. Zelfs de pakjes- en zakjesfabrikanten gebruiken deze metafoor in hun reclames. Prutje: een heerlijk woord voor thuisgebruik, maar als je over eten schrijft, vermijd het dan.
Vandaag een recept voor een prutje, ik bedoel kikkererwtenspread, voor op brood, bij de barbecue of picknick. Ik sprak er onlangs op NH radio over. Is dat dan geen hoemmoes? Nee, want er gaat geen sesampasta, tahin, in. Wel olijfolie in plaats van erover. Ik ga natuurlijk niet de toorn van hoemmoes puristen op me afroepen. Fijne maandag!
Altijd handig als broodbeleg, hapje of bij de maaltijd een pittige spread, zo gemaakt. Prima vervanger van vleeswaar op brood, met wat plakjes komkommer. Of serveer deze spread bij een salade met in de oven geroosterde paprika.
foto: basic kikkererwtenspread.
Nodig:
1 pot kikkererwten
3 tenen knoflook
2 tl komijnpoeder
½ of 1 tl chilipoeder, al naar gelang je van pittig houdt
½ bosje peterselie
sap van 1 citroen
2 el water
olijfolie EV
peper en zout
evt. zongedroogde tomaatjes, worteltjes, bietjes ter variatie
Bereiding:
Laat de kikkererwten goed uitlekken en spoel ze goed af. Doe in een hoge beker. Was de peterselie. Pel de tenen knoflook en halveer, pers de citroen uit. Voeg de knoflook, peterselie met steel en al, komijnpoeder, chilipoeder toe aan de kikkererwten. Giet het citroensap erbij. Voeg wat water en een flinke scheut olijfolie toe en puree alles met de staafmixer tot een mooie niet te gladde puree. Maak op smaak met wat peper en zout. Laat de spread afkoelen in de ijskast. Als variatie kun je wat in warm water geweekte zongedroogde tomaatjes toevoegen, een bietje mee pureren of wat gehakte wortel. Zo maak ik elke keer een andere spread.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.