Talk & table, Ayt Erdogan.

   foto: Ayt Erdogan

Tijdens de culiperslunch op 9 april jl. raakte ik aan de praat met een man strak in het pak. Hij vertelde van alles over het restaurant El Qatarijne, waar ik al zo vaak langs ben gelopen. Maar nooit van bedacht heb wat zich daar nu afspeelde. Totdat ik het mooie boek Aytems van Inspiratie van Ayt Erdogan  las. De man in pak was Gult de jongere broer van mijn zomergast Ayt Erdogan. Deze chef heeft een grote voorliefde voor de Ottomaans Mesopotamische keuken en is een ster in creaties te bedenken, die niet zouden misstaan in het serail van de Sultan. Hij is mijn volgende zomergast voor mijn serie Talk & Table. Ik wil alles van hem weten en beloon Ayt dan met een speciaal, wie weet een Byzantijns recept met een bijpassende wijn. Ga mijn best doen.

Wie is Ayt Erdogan. Vertel eens iets over jezelf?  

Geboren in het Gooi, eigenlijk geworteld in een typische gastarbeidersgezin. Daarom ben ik ook mijn ouders dankbaar voor de kansen die zij hebben gecreëerd en schatplichtig aan het land dat me heeft gevormd en uiteraard de volwassenheid introk. Eerlijk gezegd, werd de basis voor mijn culinaire identiteit gelegd bij ons thuis in Hilversum met de homemade cuisine van mijn lieve moeder. Deze thuisbereidingen zijn onder mijn huid gekropen. Wat mooi hiervan is dat, wat ik van thuis heb meegekregen, schotel ik mijn gasten voor, maar dan innoverend, eigentijds en des Ayts.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?

Begin 2016 was restaurant El Qatarijne een feit, een prachtig concept in het hart van Utrecht. Vernieuwend, fris en met potentie. Samen met mijn compagnons hebben we iets kunnen neerzetten dat er in de Domstad nog niet was. Alles staat of valt met een gepassioneerde brigade, wat dat betreft: alleen kan je niets! Mijn keuken laat zich omschrijven als een spannende cross-over tussen Oost en West met een glansrol voor de Ottomaanse- en  Mesopotamische keuken en een subtiele toepassing van oosterse ingrediënten. En mijn bezig zijn met dit alles, is kort samengevat, een wereld aan inspiratie die ik graag inhaleer.

Vertel eens iets over je interesse in koken? Hoe is die ontstaan?

Ben er eerlijk gezegd mee opgegroeid, mijn grootste inspiratie bron (mijn moeder) was een instellingskokkin. Mijn oudste broer was een pizzaiolo, al op vrij jonge leeftijd. Mijn oom was met horeca bezig in Turkije. Rond mijn negende levensjaar vertrok ik met mijn oudste broer (toen vier jaar ouder dan ik) naar Bursa in het noorden van Turkije, waar wij beiden een jaar op een kostschool verbleven. Daar ontdekte ik dat ik kok wilde worden. De aanblik en de geuren van het eten: tomaten, netmeloenen, bergtijm en granaatappels maakten een onuitwisbare indruk op me als kok in spe.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen cuisinier zijn en een ander beroep? Wat was je dan geworden?

Dat zou ik heel snel, zonder lang na te denken beantwoorden, een links benige prof voetballer. Alleen kreeg in mijn beste tijd van het voetballen een enkel breuk.Toen was het wel snel over. Kookte toen ook al, en dacht van nu stort ik me op een ding en dat is koken!!

  foto: Saltimbocca moderno

Jij bent van veel markten thuis. Ondanks dat je basis de Ottomaanse keuken is, deins je er niet voor terug om te koken met bijvoorbeeld Noordzeetong, Franse rattes of Japanse producten Elke keer een nieuwe creatie. Volgens mij heb jij een groot register aan smaken in je hoofd. Hoe doe je dat?

Dit vind ik een hele mooie vraag Gereon! Heb natuurlijk de Franse kant lang bij Alain Caron kunnen leren,  daarmee mag van geluk spreken. Wat betreft de Hollandse vissoorten uit de prachtige Noordzee  heb ik mogen genieten bij Jon Sistermans, Jan De Wit en korte tijd bij Lucas Rive. De oriental moves and skills heb ik te danken aan Annemarie Wortman van destijds The Tides Duinlust, een fantastische spa, medical centre met arjuvedische 5 elementen cuisine. Veel van mijn creaties zijn echter te herleiden tot mijn moeder: zij legde de basis voor mijn culinaire identiteit.

Dus eigenlijk combineer ik mijn moeders keuken qua flavours met de technieken van mijn grootmeesters waar ik in dienst ben geweest. Zo ontstaan  uiteindelijk die triggerende combinaties.

  foto: kunstenaar Ayt aan het werk.

Wat is minst aantrekkelijke kant van in de keuken staan voor jou?

Eigenlijk deugt het in de keuken aan alle kanten, alles heeft zijn charmes. Als ik alleen toch iets zou moeten noemen? Dan noem ik  tegenwoordig al die overdreven diëten, die worden gehanteerd. Begrijp me absoluut niet verkeerd. Als er serieus diëten of allergieën zijn dan zou ik daar voor dik en dun gaan. Maar al die verzinsels of toevallig rages heb ik niks mee. Soms voel mezelf net of ik in het UMC werk op sommige avonden! (ik, Gereon, ken dit verschijnsel van kookworkshops, als er één schaap begint te melden dat hij of zij een dieet heeft volgen er altijd meer)

En wat is de meest aantrekkelijke kant van in de keuken staan voor jou?

Ook weer vrijwel de zelfde antwoord als net, alle kanten zolang je maar vrij wordt gelaten als kok in je creaties, dan staat er een ongekende beleving voor je te wachten. Ben ik van mening. Werk heel graag met heel veel vis en bijzondere patisserie vaardigheden. (dat zie je in je mooie boek!) 

Wat ik zo leuk vind is dat jij veel samenwerkt met familie, dat vond ik zo mooi in het boek. Jullie lijken altijd plezier te hebben. Kun je daarover vertellen?

Jaaaaa!, dat is het allermooiste wat er is. Het is warmbloedig, het is niets anders dan vroeg van huis met zijn allen en dan op de zaak aankomen in je andere, 2de thuis als het ware. Het is zo mooi, mijn twee zoons in de service, mijn vrouw als gastvrouw of placeren van onze gasten. Mijn jongste broertje de maître voor aanzicht en zelfs mijn jongste schoonzus helpt fantastisch, ook op de zaak zijn we weer één grote familie.

Staan er nog momenteel andere projecten op stapel?

Er staan inderdaad wat mooie vooruitzichten op stapel. Ten eerste ben ik momenteel een mooi innoverend Italiaans concept aan het coördineren als createur en signatuurchef. Er is nog een ander wereldwijd concept dat ik ga opzetten( daar mag ik nog niet veel van zeggen) en er is ook nog culinaire televisie in aantocht, in waarschijnlijk, 2019! En heel veel in de verte is mijn droom om een kookacademie te beginnen voor mijzelf.

Wat ik zo bijzonder vond is de band met je ouders, speciaal met je moeder.  Zij is bijna je muze wat betreft de Turkse keuken. Kun je hier meer over vertellen?

Haar reactie, toen ik kenbaar maakte kok te willen worden, klinkt nog steeds in mijn oren: Als dit is wat je wilt, ga er dan voor de volle honderd procent voor anders kun je het net zo goed laten. Koken is meer dan alleen maar in de pan roeren: het is emotie! Stop liefde in je eten, respecteer je leermeesters, koester je talent en probeer vooral niet braaf te koken vertelde ze dan vaak! (Dat is mooi gezegd van je moeder!)

  foto: Anjouduif met Turkse koffie.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd?

Het zijn er meerdere, ik zal er drie vertellen: rogvleugel echt puur op zijn Hollands met  beurre noisette, kappertjes en bruine suiker. Iskender, een kebab gerecht uit Bursa dun gesneden vlees met tomatenjus en krokant gegrilde lavas brood. Anjou duif uit Loire, gebakken ganzenlever, witte zoete aardappel crème, morieljes en jus van gevogelte en Turkse koffie. ( Ik las dit mooie Byzantijnse recept in je boek!)

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Ben qua wijn zelf wel wat klassieker. Ik hou meer van Frans, dan is het Bourgogne, Midden oosten vind ik Musar zeker ook heel mooi! Prachtige wijn uit Azerbeidzjan is de Savalan Chardonnay en als laatste, uit de roots: het wijnhuisVinkara met zijn Narince

Wat lust je echt niet en waarom niet?

In principe eet ik alles, behalve, van huis uit, eet ik absoluut geen varkensvlees! En om daarnaast nog iets te noemen van vroeger, wat moeizaam door mijn keel gaat, zijn okra’s.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

Dat benoem ik altijd als “ De mooiste ontmoetingen zijn ontmoetingen die culinair gedurfd zijn…’’ voor mij! Heel mooi vind ik Cappadocië, dat in de richting Centraal Anatolië ligt (inspiratiebron ook). En ben verliefd op Toscane, ook Siena! En vond Sao Paulo ook een fascinerende stad toen ik er voor een weekje op stage was (DOM) 

 foto: mooie Lavas garni creatie

Ik vind je band met Utrecht ook bijzonder. Zelf ken ik deze stad niet zo goed, wat vind jij er zo leuk aan?

Utrecht kan wel wat culinaire reuring gebruiken…waar Maastricht met gemak sterrenrestaurants ophoest, is Utrecht bepaald geen hofleverancier van Michelinsterren of Bibgourmands (enkel Elvi). En de rapporteurs van Lekker knopen hun jas nog eens stevig dicht als ze domstad passeren: perifeer gebied. Het staat buiten kijf dat Utrechters van een feestje houden (zie Le Grand Depart 2015) en concerten, muziekfestivals kunnen waarderen, Tivoli Vredenburg zorgt geregeld voor muzikale opschudding. De stad heeft veel in zijn mars: 2017 werd Utrecht door UNESCO gekozen tot City of Literature en de universiteit van Utrecht werd tot vervelens toe uitgeroepen tot beste onderzoekingsuniversiteit van Nederland. Maar zo innig als men de wetenschap omarmt, zo beschroomd is men als het om gastronomie gaat. De vlammen slaan er niet uit om het zo te zeggen.

Wil je nog iets anders vertellen….delen?

Ja, graag zelfs. Zeg niet dat het morgen er zal zijn (Michelinster) Maar weet van collega’s van hogere segmenten of  culinaire journalistiek, dat we in twee jaar tijd erin geslaagd zijn El Qatarijne een nieuw leven hebben in te blazen. Vooral met de flavours van onze roots, onbekende specerijen, waarmee we de hoge verwachtingen in balans kunnen brengen of juist culinaire lef tonen.

Daarmee wil ik laten zien, dat we potentie tonen en op zeer hoog niveau strijden, culinair gezien dan. Daarom vind ik de uitlating wij gaan voor een Michelinster, eigenlijk heel vreemd! Nee, we gaan voor een totale beleving, maar wel met cachet en met culinaire lef, zeker met het hele team voor het professionele totaalplaatje. Het komt heel zelfverzekerd over, misschien, maar wij geloven erin. En… als er nieuwe gasten zijn geweest en die iets hebben beleefd. Dan gaat het ons ook lukken om ook hen (van Michelin) erin te laten geloven. Zeker weten!

Culinaire groet, Ayt

Hartelijk, eindeloos dank voor deze fantastische mogelijkheid!!!!! Graag gedaan Ayt!

  foto: Ayt met glazen bol

HET RECEPT.

Als ik naar de antwoorden van Ayt Erdogan op mijn vragen kijk en zijn stijl van koken in Aytems of inspiratie bezie, ligt er voor mij een grote uitdaging in het verschiet. Grasduinend door mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis, (Ik stuur je snel eens het E book ervan Ayt) kwam ik mijn Belgische amuses uit 2011 tegen. Ik heb ze iets aangepast aan de smaken van de Levant, een tikkeltje meer zoet, meer spice en wat tzatziki ter verkoeling. Ik hoop dat Ayt het kan waarderen.

Vandaag ga ik twee tartaartjes maken als amuse. Eén van gemalen runderbiefstuk, overigens is eendenborst, heel vers ook lekker en een tartaar van gerookte kipfilet. Je kunt met dit soort amuses eindeloos variëren. En deze hapjes vormen een feestelijke opmaat voor wat verder ter tafel komt. Een mooie koele Beaujolais Villages van domaine la Rizolière onderstreept deze hapjes. Het is tenslotte zomer.

 foto: Gereons tzatziki voor bij de amuses.

Nodig voor 12 stuks:

150 gemalen biefstuk

1 tl sojasaus

1/2 tl worcestersaus

1/2 el olijfolie

1/2 sjalotje

1 lenteuitje

1/2 teen knoflook.

gehakte peterselie en bieslook

2 tl sumak

zout, peper

Bereiding:

Meng alle ingrediënten goed door elkaar. Maak er kleine balletjes van en rol deze door de gehakte kruiden. Serveer op een amuselepel.

Nodig voor 12 stuks:

150 g gerookte kipfilet, zeer fijngehakt.

1 el pijnboompitten

6 el granaatappelpitten

1 tl sherryazijn

1 tl hazelnootolie

2 el gehakte koriander

grof zout, peper

snuifje pimentón de la Vera

Bereiding:

Rooster de pijnboompitten en maal ze -niet te- fijn. Meng alle ingrediënten, behalve de granaatappelpitten. Verdeel deze tartaar over kleine amuseglaasjes met onderin de granaatappelpitten en erbovenop een dash tartaar.

Gereons tzatziki:

Nodig:

1/2 komkommer zonder zaadlijsten in fijne blokjes

3 tenen knoflook

gehakte dille

veel zwarte peper

een snuifje kerriepoeder

Griekse yoghurt 10%

grof zout

groene EV olijfolie

Bereiding:

Snijd de komkommer in kleine blokjes en doe in een vergiet. Bestrooi ruim met grof zeezout en laat een uur uitlekken. Spoel daarna de komkommer niet af want dan wordt hij weer nat. Pers de knoflook uit en meng met wat peper, kerriepoeder en olie. Roer de komkommer erdoor, de dille en Griekse yoghurt. Serveer op een bordje met een takje dille en druppels olijfolie.

  foto: Oredek Kombinasyon.

Tot slot: El Qatarijne, East meets West is te vinden aan de Mariaplaats 24 in Utrecht, 

030-2318485.

Talk & table, Donal Skehan.

  Donal, Joke & I having breakfast.

My first introduction to multi talented Donal Skehan was on 24 Kitchen. Years ago, he cooked with and for Italian nonne, grandmothers. Not the easiest teachers in your kitchen. Since then I always asked myself if everything he made was so “buonissimo” In May this year I got the chance to ask Donal Skehan himself and was given the answer. For you it will stay a guess. Just like the title of his favorite movie, which seems to have a lot to do with the title of his cookbook Eat, Live, Go. Some keen readers may already have a clue. But it’s nicer to let Donal talk about it himself and reveal. So he’s invited to be my next guest in my series Talk & Table. Based on the answers he gives, I will conceive a recipe, that will please him and my readers. I suppose that it will have a traveller’s twist. Needless to say I will add a personalized wine pairing suggestion.

Who is Donal Skehan and what would you like to share with us?

I’m a food writer, TV host and passionate home cook! My aim is to encourage and inspire my readers and viewers to get in to the kitchen and get cooking!

You have quite a career, from television to writing cookbooks. Even singing. What is  up till now you most impressive project?

After 10 years of writing cookbooks and teaching people to cook on TV my favourite project was a TV series called Grandma’s Boy- I got to cook with Italian nonna’s across Italy and learn about a culture from true experts!

Nowadays you are a culinary phenomenon  How did you learn to cook?

I learnt to cook from my mom and my family, my parents both work in the world of food so I grew up surrounded by ingredients and good food. I loved watching food shows on TV growing up .When I was a little older, I would always attempt to recreate what I had seen- it really helped to grow my confidence in the kitchen.

You invest a lot of energy in defining new dishes and translating your experiences all over the world? In another life, would you do it again? Or would it be something else?

When I was 22 I had a real fork in the road where I was either going to push further into the world of music and the world of food and considering I’m a much better cook than I am a singer I’m certainly glad with the road I have chosen! If I wasn’t working in food I think I would still be working in the world of TV & Media.

Your dishes and recipes speak to the imagination, certainly with me. They are gorgeous. How do you do that?

Thank you! So lovely to hear- I get most of my inspiration from travel and seasonality but from the start of my career, presenting the food in a beautiful way has been the key. I always think through how I want the end dish to look and when I’m photographing it I often sketch out a rough idea of what the composition should look like. The creativity behind cooking and photography really speaks to me.

My parents were/are very French oriented, so I grew up in that tradition. The last two decades I feel there has been a shift from French to other, more fusion cuisines. I see this in your books too. Can you tell something about trends?

I have always been drawn to Asian flavours- my grandmother gave me a encyclopedia of Chinese cookery- and I spent my teens working my way through the recipes. When I finally visited Asia it was such a fantastic experience. In terms of food trends, the world of food goes through so many but often I find it comes back to real flavor and dishes that work rather than fad. I’m always open to trying new things but unless they make sense to my palate there’s no point in eating them!

   Eat, Live & Go.

More and more culinary startups appear. What do you think of the general quality. Has it become better the world wide culinary landscape?

There’s a huge interest in food across the world like never before and in general I think it’s a good thing but it does make it slightly more difficult to sort the good from the bad but the cream always rises to the top and I spend a lot of my time trying to eat good food that has heart and a story.

What do you miss in nowadays cuisine?

Confidence in ingredients- I think nowadays you have to work a lot harder to ensure you are using high quality ingredients, in the same breath though, traceability has probably never been of a higher standard.

Speaking of food,  which one is your favorite dish? And of course which wine?

I love bold fresh flavours which I is why I am always drawn to Asian flavor, and Vietnamese is a cusine I always go back to- Bun Cha or a spicy beef and papaya salad are my absolute favourites. In terms of wine, I had an opportunity to spend some days with Margherita & Francesa Padovani the twin sisters who produce Fontarenza Brunello Di Montalcino in Italy- a glass of their wine is perfection!

And what would you never eat?

I aim to eat everything at least once!

If you would give a cooking class, what would you want to teach us?

To taste your food and to find confidence in the kitchen, that and to share my excitement for food from around the world.

Last but not least, what is your favorite movie?

Amélie, a movie that celebrates the little moments of joy in life, like the crack of crème brulée.

  Oeufs en meurette for Donal.

The recipe for Donal:

Due to the fact that Donal loves the crack of crème brûlée, I decided to make him a classic from my Burgundy repertoire from my cookbook Gereons Keuken Thuis: Oeufs en meurette, (sorry Donal, not translated in your tongue) For now translated as his reward recipe. Even kitchen diva van Boven was fond of this dish and borrowed it for an Easter spread in a Dutch magazine (picture) When I travel I always try to imagine how people cook nowadays and cooked before. This dish was inspired by the great poet Lamartine, who lived in the wine region of Southern Burgundy, France. Logically the wine will be a red pinot noir from the same area. Red, round and full of umami taste, like the wines of domaine Petitot in Corgoloin, near Beaune. Nice to know for Donal is that these red wines could pair with Asian, especially Japanes food too. Enjoy!

Ingredients:

1 bottle of red Burgundy wine

100 g of bacon into cubes

6 shallots

100 g butter

250 ml of beef or vegetable stock

8 slices of bread, toasted

2 cloves of garlic

50 ml of wine vinegar

8 fresh eggs

salt & pepper

chopped parsley / chives

1 l of hot water

Preparation:

Cut the bacon into very fine small dices. Chop the shallots finely. Heat about 20 g of butter and fry the bacon and shallots briefly until brown. Pour 500 ml of  the red wine and the 250 ml stock over it. Save the rest of the wine, 250 ml, for poaching the eggs. Reduce the sauce stirring from time to time until it’s half the amount. It will form a thick sauce. Toast the bread slices and rub them with the garlic cloves. Pour the remaining wine  into a sauce pan,  add water and vinegar.  Bring to a boil. Note that it does not boil but slightly bubbles. Break the eggs one by one into a cup. Reduce heat to low and stir the  boiling water so that there is a whirlpool. Add the eggs one by one and cook for 3 minutes poaching. Scoop out with slotted spoon. Do the same with the other eggs. Keep them warm in a bowl with warm water. It may be necessary to cut the rough edges of the eggs. If the sauce is well reduces, add salt and pepper and remaining butter into cubes to bind. Turn off the heat. Put the toasted bread slices on a plate, and place a poached egg on each slice. Pour the sauce over and sprinkle with  some cut chives and parsley. Bon appétit Julia Child would say!

Video:  Donal as Grandma’s boy.

 

Talk & table, Alain Caron.

 foto: cuisinier Alain Caron

Ik leerde cuisinier Alain Caron kennen bij kookschool Keizer Culinair in Amsterdam, alwaar hij de pollepel zwaaide over de kookprestaties van de cursisten en ik ze meenam op wijnavontuur. Maar dat is niet alles. Alain is een multitalent. Wie kent hem niet van Masterchef, zijn boeken vol heerlijk Frans eten, zijn restaurants en zijn leuke tochten over de Hollandse dreven voor het programma Binnestebuiten? Aangezien Gereons Keuken Thuis ook een cuisine Française adept is moet ik wel te rade gaan bij deze man. Hij weet van alles iets te maken. Met joie voor het eten en presentatie. Altijd vrolijk en met zijn kenmerkende dictie. Alain is een Fransman, die iets toevoegt aan de Amsterdamse restaurant scene. Een prima nieuwe gast voor mijn serie Talk & table. Ik wil alles van hem weten en beloon deze lieve man dan met een speciaal, wie weet franco/hollandais recept met een bijpassende wijn. Ga mijn best doen.

Wie is Alain Caron. Vertel eens iets over jezelf?

Ik woon al 35 jaar in Nederland, ben getrouwd en heb 4 kinderen. Ik heb onder andere gewerkt bij kersentuin, Christophe, de Gouden Reaal, tante Koosje. Ik schreef 14 kookboeken. Daarnaast ben journalist en heb veel samengewerkt met Franse toppers zoals Alain Ducasse en mijn grote held Bocuse. Ik heb veel geleerd van ze. Ik  heb veel gereisd door Azië. Ik  heb samen met mijn zoons twee prachtige zaken in de Amsterdamse Pijp. Café Caron en Petit Caron. Daarnaast reis ik door heel Nederland om met de mooiste producten te koken voor het programma BinnesteBuiten.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?

Momenteel ben ik bezig aan een nieuw kookboek, de Franse bijbel voor de serie van Carrera. Begin juni sta ik op Taste Amsterdam en vraagt een reis naar Tokio mijn aandacht.

Vertel eens iets over je interesse in koken? Hoe is die ontstaan?

Door de liefde belandde ik in Nederland. Het was voor mij in eerste instantie moeilijk om werk te vinden. Ik werkte overal in de horeca. Later ook in Frankrijk, al doende heb ik zo het beroep geleerd. Door de jaren heen heb ik heel wat chefs uit Frankrijk geinterviewd als journalist en hun heel wat recepten ontfutseld. Daarnaast ging ik reizen door Frankrijk en ontwikkelde me verder als journalist voor het tijdschrift Miljonair, dat nu LXRY heet. Tegenwoordig is journalistiek een belangrijk onderdeel van mijn bestaan.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen cuisinier zijn en een ander beroep? Wat was je dan geworden?

Geen compromis mogelijk. Cuisinier zijn, want koken is nog steeds mijn ziel en zaligheid.

Jij bent van alle markten thuis. Ondanks dat je basis de Franse keuken is, deins je er niet voor terug om te koken met bijvoorbeeld appel eau de vie in de Betuwe of paddenstoelenworst in Limburg. Elke keer een nieuwe creatie.Hoe doe je dat?

Ik weet altijd van tevoren waar ik heen ga, naar wat voor een producent. Kan een fruitboer zijn of een kippenboerderij. Ik ga op pad met goede messen, pannen, jus en boter en bedenk sur place wat ik ga maken voor deze mensen. Ik beleef daar veel plezier aan.

Wat is minst aantrekkelijke kant van in de keuken staan voor jou?

Moderne apparaten zijn aan mij niet besteed, daar word ik gek van. Gewoon een mes, goede pannen en plank volstaan.

En wat is de meest aantrekkelijke kant van in de keuken staan voor jou?

Werken met het summum aan seizoensproducten. Elk jaar met verse asperges, kersen, groenten van het seizoen. Superleuk om te doen.

Wat ik zo leuk vind is dat jij veel samenwerkt met je zoons. Jullie lijken altijd plezier te hebben. Kun je daarover vertellen?

We hebben onderling veel plezier, maar we moet ook flexibel zijn. We zijn alle drie mannetjes met een eigen mening/ ideeën in de keuken, dus dat vergt wat organisatie en inschikken. Aangezien ik niet de chef/baas ben moet ik daaraan denken. Café Caron is een plek waar je voor een schappelijke prijs een mooie maaltijd kunt genieten. Petit Caron in de Gerard Doustraat een bar à vin.

Petit Caron is net open.Staan er nog momenteel andere projecten op stapel?

Wie weet een kookboek?

Wat vind jij een goddelijke maaltijd?

Mooi geroosterde kip, puree, boterjus en salade. Dat vind ik het lekkerste wat er is.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is? Chablis, Chateauneuf, la Clape en Jurançon.

Wat lust je echt niet en waarom niet? Ik lust alles en probeer alles. Al zou ik geen giraffe of leeuw eten.

Waarheen ga je het liefst naar op reis? Azië, maar ook Afrika bekoort mij. Thailand, Vietnam, India en nu Japan, Tokio.

Het Parool schreef onlangs dat het voor Franse expats beter culinair toeven is de laatste jaren, deel jij die mening? Ik weet dat het moeilijk is een goede baguette te vinden.

Onzin, de meeste expats leven in hun eigen “cercle”, met eigen scholen etc. Ik woon hier 35 jaar en ben volledig in Nederland geacclimatiseerd. En ben dol op de mooie Nederlandse producten.

Wil je nog iets anders vertellen….delen?  Een pleidooi voor Nederlandse boeren en producten. Heel veel Nederlanders zouden eens moeten gaan koken met al het moois dat dit land voortbrengt. Ik ben daar dol op.

 foto: konijn op de markt van Nancy

Dank voor je bijdrage Alain, dit wordt je recept:

Op basis van deze antwoorden ga ik aan de slag met een recept. In Nancy at ik eens een parmentier met confit de canard. Op basis van zijn antwoorden lijkt het me leuk om een  parmentier met geplukt konijn te maken. (of zal ik het toch pulled rabbit noemen?) Alain houdt namelijk van basic eten. Geen brouhaha, maar puur. Een gerecht van lang gestoofd konijn met pruimen, rommelkruid en romige aardappelpuree en wat kort gekookte groente. Er bovenop wat frisse mâche veldsla of jonge bladsla.. Ik hoop dat het Alain kan bekoren. Als wijn denk ik aan een Bourgogne pinot noir van de Caves de Mancey, rood uit hun les Essentiels collectie.

  foto: parmentier met pulled rabbit

Nodig:

1 vet konijn in stukken

200 g gedroogde pruimen, geweld

1 rode ui

1 flesje bruin familiebier

1 bouquet garni van tijm, rozemarijn en laurier

boter

1 courgette

1 winterwortel in blokjes

2 plakken peperkoek

1 el Dijon mosterd

1 tl rommelkruid

peper en zout

1 kg aardappels

boter

1 dl warme melk

2 eidooiers

zout, peper, nootmuskaat

gewassen veldsla/ jonge bladsla

Bereiding:

Bestrooi de konijndelen met peper en zout. Verhit in een pan de boter en braad het vlees rondom aan. Pel de ui en snijd deze in ringen. Doe de uien bij het vlees en laat kort meebakken. Voeg het bruine bier en bouquet garni toe en laat het geheel een half uur sudderen. Besmeer de peperkoek met mosterd en leg deze in het vocht. Laat wederom een half uur sudderen. Voeg eventueel wat water toe.Voeg de pruimen toe en laat het geheel nogmaals 30 minuten sudderen.Verwijder het bouquet garni.  Pluk het vlees met een vork los, Kook  de saus in, indien nodig en verwarm. Snijd de wortel en courgette in stukjes en kook ze kort. Kook de aardappels gaar en pureer ze.Voeg wat warme melk en boter aan de aardappelpuree toe. Maak op smaak met wat peper, zout en een snufje nootmuskaat. Voeg als laatste de eidooier toe. Maak je bord op met een ring, onderop de groentes, dan een schep pulled rabbit en dan dan een laagje puree. Garneer met wat sla en serveer direct.

Toegift: Binnenkijken in de Franse boerenkeuken van Café Caron. (foodtube)

Eet Leef Reis, Donal Skehan.

 foto: Kip katsu uit Eet Leef Reis.

Eet. Leef. Reis. is het motto voor de levensfase, waarin de Ierse eetschrijver, televisiekok, Youtube-ster en voormalig boyband zanger Donal Skehan zich momenteel bevindt. En tevens de titel van zijn nieuwe boek. Gereons Keuken Thuis toog op een zonnige maandagmorgen begin mei naar Scheltema aan het Rokin om met Skehan een beschuitje te eten en hem de vraag, die mij al lange tijd op de lippen ligt, te stellen. Ik kende Donal Skehan eigenlijk alleen maar van zijn TV programma op 24 Kitchen, waarin hij samen kookte met eigenwijze Italiaanse Bertoli omaatjes. Steevast was alles wat hij maakte “buonissimo” en werd zodoende de cliffhanger in elk programma. Ik wijdde er zelfs een blogpost aan. Skehan gaf mij het verlossende antwoord, niet alle nonne waren even dol op zijn culinaire prestaties. Zo, dat antwoord was binnen. Net zoals het antwoord, dat hij gaf op de vraag wat zijn lievelingsfilm is.  Dat antwoord mogen jullie zelf raden. Donal Skehan is een multi talent en van vele markten thuis. Goedlachs en opgeruimd stond hij ondanks het zware weekend programma van uitgever Nieuw Amsterdam de aanwezigen te woord en vertelde honderduit over zijn liefde voor eten en reizen. De basis van zijn boek Eet Leef  Reis, makkelijke, verse en snelle recepten van overal. Voor drukbezette mensen, zoals Skehan zelf, die pendelt tussen L.A. en Ierland en heen en weert van Göteborg naar Groot Brittannië.

Het boek bestaat uit drie delen, voedsel, levensstijl en tot slot reizen. Eet gaat over gezonde en snelle recepten, Leef op energierijke en voedzame gerechten en Reis tot slot is een verzameling opgedane recepten tijdens de reizen van Donal.

 foto: lekker snel salade met karnemelkkip.

De kookschrijver wil niets liever dan nieuwe ideeën op doen tijdens zijn reizen. Hij mikt op veel smaak.  Lekker snel geeft je eenpans Singapore noodles, een salade met gegrilde karnemelkkip of kleverig Aziatisch varkensvlees. Geen ingewikkelde gerechten. Skehan kookt ook graag uitgebreid, het Ierse na het stappen gerecht Kip katsu of een traditionele shepherd’s pie met bloemkoolpuree. Frisse smaken vrolijk eten. Met in de hoofdrol vaak kip. Hierna volgen recepten, hoe kan het anders en heel Iers voor lekker zoet.

Donal Skehan houdt er ook een gezondheidsfilosofie op na. door zijn drukke bestaan moet hij ook soms downsizen, energie op doen. Yoga is voor hem een middel, net als een flukse wandeling. In het deel Leef wordt dit aangevuld met energierijk eten, waarmee je er volop tegenaan kunt. Ontbijtjes, belangrijk onderdeel voor ochtendmens Donal. Van groene smoothie tot warm gerookte zalm met avocado puree.

 foto: pittig zure soep.

In het tweede deel van Leef stapt hij over van veelvuldig in het boek aanwezige kipgerechten naar maakbare verkwikkende maaltijden met veel groenten. Een pittig zure soep, waaruit je zijn fascinatie voor Z.O. Azië proeft. Een stoofgerecht met gegrilde pompoen en krokante kikkererwten of gekaramelliseerde aubergine.

Tot slot het deel Reis. Poolse pierogi, Koreaanse kip (!), filodeegpasteitjes van Griekse Eleni, Hongaarse kip van Zsofi en de orichiette, die hij leerde maken in Puglia. Een snuifje Azië erbij en Skehan covert de hele wereld. Speciale aandacht is er voor nonna Maria’s polentafrieten. Leuke vrolijke recepten.

Eet Leef en Reis is een boek met voor iedereen wat wils, geen culinaire poespas en de recepten zijn makkelijk met weinig hulpmiddelen te maken. Modern eten voor nu. Daar is Donal  Skehan met dit boek in geslaagd. Zelfs de Indiase toeriste, die Scheltema binnenstapte om een handtekening te vragen kon dit beamen.

 foto: matineus #momentje met Joke en Donal.

Deze zomer hoop  ik voor Skehan, na zijn antwoorden op mijn vragen, een talk & table recept met wijntip te verzinnen. Stay tuned!

Eet. Leef. Reis. Snelle verse gerechten. Donal Skehan (ISBN 9789046822500) is een uitgave van NW_Adam en kost € 24,99

 foto: cover Eet Leef Reis.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Talk & Table, Edwin Winkels.

  foto: Edwin Winkels.

Ik leerde freelance journalist en schrijver Edwin Winkels kennen tijdens een promotieavond van de Generalitát Catalunya. Ik kende hem al eerder van de avondetappe, zij het alleen via het TV scherm. Winkels vertelde con brio over Groot Barcelona, een regio waar hij zelf ook al meer dan 30 jaar woont en werkt voor zowel Nederlandse TV en kranten als El Periódico, een heerlijke Catalaanse krant. Winkels is een veelzijdige man. Van zijn hand verschenen romans, boeken over de grote voetballer Johan Cruijff en een reisgids voor Catalonië. Binnenkort verschijnt zijn nieuwe roman. Edwin Winkels schroomt er ook niet voor om in het Spaans te schrijven, een flink robbertje te fietsen en op pad te gaan door de wijngaarden van de Penedès. Een uitgelezen gast dus voor mijn serie Talk & Table. Edwin is in goed gezelschap.Ik wil alles van hem weten en beloon deze veelzijdige man dan met een speciaal recept en met een bijpassende wijntip.

Wie is Edwin Winkels. Vertel eens iets over jezelf? Ha, da’s altijd moeilijk, hè, over jezelf vertellen… Al op de middelbare school wist ik dat ik journalist wilde worden en na een studie aan de School voor de Journalistiek in Utrecht ben ik dat ook mijn hele leven geweest. In 1988, toen ik 26 was, ben ik vanwege de liefde naar Barcelona geëmigreerd, dus ik woon hier inmiddels 30 jaar. Hier zijn ook mijn twee kinderen geboren en opgegroeid. De laatste jaren, vooral sinds ik na 21 jaar ontslag nam bij El Periódico, leg ik me meer toe op het schrijven van boeken. Dat doe ik vanuit mijn woonplaats, Sitges.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig? Ik ben bezig met de afronding van mijn vierde roman, ‘En ze deed het’, die in mei moet verschijnen. Daarnaast blijf ik bezig met mijn journalistieke werk, vooral voor het AD, waarvoor ik correspondent in Spanje ben. Het laatste jaar is het druk, wat dat betreft, met de aanslagen in Barcelona en het zich voorslepende conflict over de onafhankelijkheid van Catalonië.

Vertel eens iets over je Catalaanse leven? Hoe ervaar jij de verschillen in ritme? Dit ís mijn ritme, ik vind het heerlijk, zeker nu ik voor mezelf werk en min of meer baas over mijn eigen tijd ben. ’s Morgens schrijf ik meestal en/of fiets ik twee tot drie uur op mijn racefiets in de prachtige heuvelachtige omgeving en door de wijngaarden van de Penedès. Rond twee uur hebben we de (warme) lunch, de belangrijkste maaltijd van de dag, die ik zelfs meestal bereid en de dag ook mooi breekt. En daarna is er nog alle tijd te over, tot een uur of negen ’s avonds, het lichte diner. De dagen lijken langer hier dan in Nederland, en de middag en begin van de avond kun je nog heel veel dingen doen; ook weer schrijven, vaak, maar ook van het leven genieten, met een biertje of wijntje op een terrasje in het dorp.

Je deed vorig jaar verslag van de aanslag op de Ramblas en nu is ook Barcelona weer toneel van groot nieuws door het streven naar afscheiding van Spanje. Hoe sta jij daar in? Opvallend is dat de politieke crisis eigenlijk meer impact heeft gehad dan de 14 doden en 100 gewonden op de Rambla. Aanslagen heb ik al vaker moeten verslaan, maar deze kwam natuurlijk heel dichtbij. Dan probeer je als journalist en correspondent gewoon de mensen zo goed mogelijk te informeren. Net als alle berichtgeving over dat onafhankelijkheidsstreven van de Catalanen. Ik begrijp ze, ik spreek vloeiend Catalaans en hou van het land, maar ik ben geen voorstander van het creëren van nieuwe grenzen en landen – binnen Catalonië zelf heeft de hele strijd al voor een enorme tweespalt gezorgd. De politiek moet proberen binnen Spanje (wat eigenlijk geen land is, maar veel verschillende volken op hetzelfde schiereiland) een vergaande autonomie voor Catalonië te scheppen, die voor een groot deel al bestaat, trouwens.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk. Mijn andere grote passie is koken; dat is vooral hier in Spanje ontstaan, omdat de keuken voor mij een openbaring was toen ik hier kwam en, vooral dankzij de vele hoeveelheid en variëteit in vis, toen veel veelzijdiger was dan in Nederland. Dus heb ik wel eens de droom gehad een restaurantje te hebben, maar aan de andere kant vind ik koken juist zo leuk omdat het een hobby is; als beroep lijkt het me toch uiterst zwaar, en misschien zou ik dan het plezier erin verloren zou hebben.

Je kunt jou met recht een homo universalis noemen, van sport tot romans schrijven. Van reizen tot calçots een echte storyteller. Hoe doe je dat? Het is het enige wat ik kan, zeg ik altijd. Schrijven, verhalen vertellen, vooral van en over anderen. En ik ben altijd heel nieuwsgierig geweest. Wat dat betreft is de journalistiek het beste voor me geweest. Maar met de leeftijd (ik ben nu 55) wilde ik ook wel die ‘andere’ kant van het schrijven ontdekken, minder de dagelijkse gekte, mee op de lange termijn, romans en non-fictieboeken. Je kunt schrijven wel leren, maar als ik soms oude verhalen van mezelf teruglees toen ik twintig was weet ik zeker dat ik er ook gewoon talent voor had.

Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een boek voor jou?Het zijn heel, heel veel uren. Momenten van twijfels ook, onzekerheid of je goed bezig bent. Een jaar of langer aan een roman werken, daar moet je geduld voor hebben, en jezelf kunnen pijnigen. En qua verdiensten krijg je die geïnvesteerde tijd nooit meer terug; althans ik niet, omdat mijn romans tot nu toe geen bestsellers zijn geweest.

En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een boek voor jou? Het plezier van een verhaal grotendeels of volledig verzinnen, zoals een roman, of het interessante verhaal van en over een bepaalde persoon, zoals Johan Cruijff, of gebeurtenis opschrijven. Omdat ik ook veel research doe, leer ik zelf ook heel veel van mijn eigen boeken. En ja, dan het gedrukte boek eindelijk in je handen hebben of in de winkels zien liggen, dat blijft een prachtig moment.

Staan er nog andere projecten op stapel? Ik denk niet zo op de lange termijn. Als de nieuwe roman uit is, ga ik pas echt denken aan wat ik daarna zal of wil doen. Misschien eens iets met food?

Wat vind jij een goddelijke maaltijd? Zóveel… Maar ik zei het al: vooral vis. Eentje van de Catalaanse kust dan maar, een suquet of een romesco de peix… Een heerlijke schotel met bijvoorbeeld zeeduivel, kokkels en garnalen, een zelfgetrokken visbouillon, een scheut witte wijn en een ‘picada’ van knoflook, amandelen en peterselie… Zelf doe ik er dan ook graag een paar pepertjes in.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is? Bij een visgerecht blijft een albariño uit Galicië mijn favoriet, maar uit dezelfde regio komt ook de bijzondere en in Nederland minder bekende godello-druif, uit de kleine wijnstreek Valdeorras. En voor rood blijf ik ook in die noordwesthoek van Spanje, in de allermooiste wijnstreek die er bestaat: de Ribeira Sacra. Daar liggen de ranken op enorm steile hellingen aan de Miño-rivier, er kan alleen met de hand worden geplukt, en de mencía-druif krijgt er nóg meer allure door. Die wijnen zijn trouwens moeilijk te krijgen, ze gaan bijna allemaal direct naar restaurants over de hele wereld.

Wat lust je echt niet en waarom niet?  Iets heel geks, want ik woon in Spanje: olijven… Het lukt me maar niet ze te eten, terwijl ik alle soorten extra verge olijfolieën goddelijk vind. Ik weet niet waarom, de smaak van de olijf zelf, als ik er in een salade toevallig een binnenkrijg, doet me altijd huiveren.

Waarheen ga je het liefst naar op reis? Ik zie regelmatig schrijftripjes naar Menorca, maar wat als je niet in heerlijk Sitges woonde? Ik hoef eigenlijk Spanje niet uit, zo’n groot en veelzijdig land is dat. Ik moet nodig weer eens naar Cabo de Gata, de zuidoostpunt, vrijwel verlaten, zonder massatoerisme, tussen de woestijnen en piepkleine dorpjes… Of het andere uiterste, de bergen van de Picos de Europa in het noorden. En buiten Spanje was twee jaar terug Thailand een ontdekking voor me; prachtige natuur, aardige mensen en natuurlijk waanzinnig goed eten. De straattentjes in het Chinatown van Bangkok, een fascinerend gebeuren.

Tot slot je nieuwe roman, ik las dat die roman het relaas is van 16 jaar lange en een heftige relatie tussen man en vrouw, die door een plotselinge gebeurtenis op zijn kop wordt gezet. Een heel andere Edwin, kun je een tipje van de sluier oplichten? Het idee komt uit vele bezoeken aan een oncologische afdeling, alweer lang geleden, toen ik zag hoeveel mannen hun vrouw verlaten wanneer die ernstig ziek wordt. Dus ik dacht: wat brengt een man daartoe, waar is de liefde geëindigd dat je zo’n stap kunt zetten, vertrekken terwijl je vrouw voor haar leven vecht. En ik ga daarna een stap verder: wat kan het antwoord van die vrouw zijn als ze herstelt… Wraak? Of juist nog meer liefde? En er wordt natuurlijk weer gereisd, in de roman, vanuit Amsterdam, waar het verhaal begint in de tent van de Levende Jukebox op De Parade, naar Nepal en Kreta, onder anderen…

  foto: cover En ze deed het.

Het recept voor Edwin.

Gereons Keuken Thuis heeft genoten van de antwoorden van Edwin en zoals altijd in mijn serie Talk & Table, bedacht ik voor hem een recept. Het buitenleven begint te lonken. Dat zal in Catalonië zeker nu al het geval zijn. Ik kies dus, bij gebrek aan calçots in Nederland, voor een gerechtje van geblakerde preitjes met gegrilde eendenborst en bonbons van eendenlever in een omhulsel van peterselie, knoflook en amandel. De ingrediënten van picada. Het is weliswaar nog ochtend, maar ik proef het nu al. Anec rostit amb porro ennegrit. Omdat Edwin van Spaanse wijnen houdt kies ik voor rood uit de streek van Valencia, bio en gemaakt door een gepassioneerde Nederlandse wijnmaker. Een Neleman reserva monastrell-tempranillo 2013. Een jaar op hout gerijpt en twee jaar op fles. Geeft juist dat extra zetje aan deze wijn. Pepermunt, kers, laurier en eucalyptus voor bij de anec.

  foto: prei & groenten blakeren.

Nodig (deze keer voor twee personen)

4 dunne preien

1 grote eendenborst

1 klein blikje eendenlever (Comtesse du Barry)

peterselie

amandelschaafsel

3 tenen knoflook

1 eetlepel zure room

Maldon gerookt zout

peper

grof zeezout

citroensap

EV olijfolie.

Bereiding:

Snijd de preien in de lengte in en was ze onder de kraan. Leg ze op de hete barbecue of als dat niet kan in de vlammen van je gasfornuis, totdat de buitenkant goed geblakerd is. Pak de geblakerde prei in aluminiumfolie en leg apart. Hak de knoflook, amandel en peterselie goed fijn en roer door elkaar. Meng het blikje eendenlever met een snufje peper en zure room door elkaar en draai er balletjes van. Rol deze door het mengsel van amandel, knoflook en peterselie. Zet even in de vriezer om op te stijven. Maak inkepingen in de huid van de eendenborst en bestrooi deze met zeezout. Grill de eendenborst op de huid op de barbecue of grillpan. Draai om en rooster de borst kort aan de andere kant. Laat even rusten voor je hem aansnijdt.

Haal de preien uit de folie en pel ze. Snijd de preien in stukken van 2 à 3 cm. Leg op twee borden en sprenkel wat olijfolie en citroensap. Een draai zwarte peper en wat gerookt zeezout van Maldon maken het af. Snijd de gegrilde eendenborst in dunne plakken en leg deze op het bord. Garneer het gerecht met de eerder gemaakte eendenleverbonbons.

Menja saborós!

En ze deed het, Edwin Winkels (ISBN 9789492037756) is een uitgave van Brandt en verschijnt in mei 2018. Het kost € 18,50. 

Talk & table, Antoinette Coops.

 foto: Antoinette Coops.

Antoinette Coops en ik delen een aantal overeenkomsten. Wij zijn allebei foodbloggers van het eerste uur, op terroir gericht en jurist. Is dat niet grappig? Ik kom regelmatig juristen tegen, die uiteindelijk foodblogger zijn geworden. Niet vreemd als je bedenkt dat San Lorenzo de beschermheilige is van koks en juristen. Ik lees al jaren met plezier het blog Italiaans koken met Antoinette, waarop, muzikaal begeleid, deze diva uit de Valpolicella de sterren van de hemel kookt voor marito en bloedjes van zoons. Tijdens een bezoek in 2013, toen ik eens een caffé zat drinken met Antoinette in Overveen, vertrouwde ze mij toe eens een kookboek te willen schrijven. En dat komt vandaag uit.  Mangiamo!, op pad met deze vrouw door de keuken van de Veneto.  Gereons Keuken Thuis is erg benieuwd. Maar nu laten we Antoinette zelf aan het woord in een nieuwe aflevering van Talk & Table. Ik wil alles van haar weten en beloon deze lieve vrouw dan met een speciaal recept en een bijpassende wijntip. Wordt het iets Italiaans of gaan we terug naar haar Limburgse roots?

Wie is Antoinette Coops. Vertel eens iets over jezelf? Vanuit Limburg stoomde ik door naar mijn stadje Utrecht, waar ik Rechten heb gestudeerd. Sinds 17 jaar woon ik in de Valpolicella, een wijngebied ten noorden van Verona. Ik ben getrouwd met een Italiaan, die ik in Nederland heb leren kennen. Hij pakte me in met tagliatelle met artisjokken en garnalen, ik was toen al verkocht. We hebben twee zoons, ze zitten in de eerste en de tweede klas van de middelbare school.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig? Ik werk, moeder en inmiddels maak ik een tweede boek met Italiaanse recepten. Daar gaat mijn vrije tijd grotendeels aan op.

Vertel eens iets over je interesse in food? Hoe is die ontstaan? Van wie leerde je koken en m.n. Italiaans koken?  Mijn moeder houdt van koken. Ze maakte vroeger altijd een voor-, hoofd- en nagerecht voor het gezin. Tegenwoordig niet meer nu ze alleen is, maar ze kookt nog iedere dag. Mijn vader nam ons toen we wat ouder waren eens per jaar mee naar een sterrenrestaurant. Dat maakte onderdeel uit van de opvoeding, vond hij. Hij maakte kilometers om de lekkerste wijn uit Duitsland en de meest uiteenlopende bieren uit België te halen. Hij kocht de lekkerste bonbons en de verste vis in Venlo. Honing kwam van de botanische tuin, vlaai en brood van een goede bakker, eieren van de eierboer, asperges en aardbeien rechtstreeks van de koude grond en kaas van de kaasboer. Voor alles was er wel een adresje. Eten was in ons gezin iets om samen van te genieten, daar werd veel zorg aan besteed.

De overbuurvrouw gaf kookles op de Huishoudschool. Zie liet me wel eens zien hoe je bijvoorbeeld een roux moest maken. Ze nam me ooit mee naar haar leslokaal, fantastisch vond ik dat. Een enorm lokaal, met hoge ramen waar veel licht door naar binnen viel en waar heel veel mensen tegelijk aan de slag konden. Zo jammer dat er geen kookles meer gegeven wordt op school! We gingen vaak op reis naar Italië en Frankrijk, landen waar het eten meer smaak had dan in Nederland en waar eten een belangrijk onderdeel was van de dag. Watermeloenen werden een zoete en verfrissende traktatie en tomaten smaakten naar meer. We reden door geurende lavendelvelden en plukten rozemarijn en tijm in het veld. We hadden zo enorm veel kruiden! We gooiden ze zelfs met nonchalance in het houtskoolvuur tijdens de barbecue. We kochten stinkende kazen, levende krab en grote blokken ijs bij gebrek aan een koelkast. We keken de levenskust af van Fransen, Belgen en Italianen. Ik denk dat ergens tussen de asperges van de koude Limburgse grond en de route du soleil mijn interesse in food is ontstaan.

Italiaans koken leerde ik van mijn schoonmoeder, maar ook door te praten met collega’s, buren, vrienden en kennissen. Door te leven in het land en er veel dingen te proeven. Door boeken vol recepten te lezen maar vooral door heel veel te koken!

Ik weet dat Italianen weinig rekkelijk kunnen zijn als het om de wijze van koken gaat. Hoe heb jij hierin je draai gevonden? Denk aan een groepje mannen op het strand, stuk voor stuk de waarheid in pacht, geanimeerd discussiërend over de juiste ingrediënten voor recept Zus of de bereidingswijze van recept Zo. Over dingen die voor smaak of structuur weinig of geen verschil maken. In het begin was ik ervan onder de indruk, nu vind ik het vooral mooi spektakel om naar te kijken en te luisteren. En soms is het ook leerzaam.

Meer in het algemeen gaat het er volgens mij niet om een recept naar de letter te volgen, zodat je kunt zeggen dat je bijvoorbeeld de perfecte tagliatelle alla bolognese hebt gemaakt, of de enig echte baccalà alla vicentina. Het gaat erom dat je plezier hebt in het koken zelf en dat je kunt genieten van het eindresultaat, dat dit naar je smaak is. Een recept is wat mij betreft een inspiratiebron, geen verzameling van dwingende regels. Aan de andere kant begrijp ik niet waarom je een saus zonder vlees bolognesesaus wil noemen. Of een gerecht zonder rauw rundvlees carpaccio. Qua naamgeving ben ik blijkbaar niet zo rekkelijk. Het zal de jurist in me zijn!

 foto: Mangiamo! op de CPL2018.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven over eten en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.  Schrijven over eten is leuk. Je kunt een hoop creativiteit kwijt in de verhalen, je leert over ingrediënten, geschiedenis en cultuur. Dat is een creatief proces, wat richting geeft aan de indeling van mijn vrije tijd.  Zonder schrijven over eten dool ik denk ik maar wat doelloos rond.

Jij vertelde mij eens dat bloggen voor jou ook een mooie manier is van contact houden met je moedertaal. Pikken je Italiaanse lezers soms ook Nederlandse recepten op? Italianen houden van mijn boerenkoolstamppot, de Indische rijsttafel en tomatensoep met balletjes doen het ook goed.

Wat is de minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou? Het maken van de auteursfoto. Lachen naar het vogeltje is echt een vak apart.

En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou? En verheug je je al op het verschijnen van Mangiamo? Het recept dat eindelijk naar je zin is, dat inspirerende interview afnemen, het speuren naar informatie. Je persoonlijke verslag maken van een heel uitgebreide zoektocht, dat is het mooie van het maken van een kookboek. Het boek tonen aan de buitenwereld is spannend natuurlijk, want je hoopt dat iedereen net zo van het boek kan genieten als je dat zelf hebt gedaan. En ik heb nu een pdf gezien van de kaft en van het binnenwerk, maar ik wil Mangiamo! nou eindelijk wel eens vasthouden en aan mijn hart drukken! Nog even geduld tot half april.

Staan er nog andere projecten op stapel?  Nee, op dit moment niet, met het tweede boek ben ik wel weer een paar jaar zoet.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd? Ik hou van maaltijden waarbij er allerlei kleine gerechtjes op tafel staan, waarvan je deels met je handen van eet. Dat kan een tuintafel vol vlees en groente van de barbecue zijn, met zelfgemaakte baba ganoush, hummus, tzatziki en veel rode wijn ernaast. Maar ik word ook heel blij van een Indische rijsttafel. Als ik in Nederland ben moet ik altijd minstens 1 keer eten bij een Indisch restaurant. Een tafel vol Thaise of Indiase hapjes mag je me ook altijd voor bellen, wakker maken zelfs.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is? Zeker omdat jij te midden van de mooie Veneto wijngaarden woont. Mijn favoriete wijnen uit de streek zijn de rode Ripasso en de witte Lugana. De eerste complex maar ook weer niet te, en de tweede fris en fruitig.

Wat lust je echt niet en waarom niet? Hutspot. Ik kan een smeuïge stamppot op z’n tijd echt waarderen: boerenkoolstamppot met worst, zuurkoolstamppot, andijviestamppot met uitgebakken spekjes. Ik kan uitzien naar een dampend bord vol, maar ik walg van hutspot. De ingrediënten los van elkaar eet ik graag, maar samen… Als kind heb ik van ellende een keer overgegeven tijdens het eten van hutspot. Sindsdien heb ik het nooit meer hoeven eten.

Waarheen ga je het liefst naar op reis? Ik heb hele goede herinneringen aan onze verre reizen naar Brazilië, Argentinië en Australië. Sinds we kinderen hebben zijn we Europa niet meer uit geweest. Maar inmiddels zijn die wel toe aan wat intensere buitenlandervaringen. Trouwens, pa en moe ook. Die reizen staan ook garant voor culinaire hoogtepunten en nieuwe ervaringen. Zo ging ik eens barbecueën met mijn mans Argentijnse vrienden en zag wat en hoe de rol is van de assador. Een eretaak, hoofd barbecue zijn. En wat een enorme hoeveelheden vlees kunnen die Argentijnen wegwerken. In Brazilië vielen de mango’s rijp van de boom, proefde ik fruit waarvan ik nog nooit had gehoord en zag ik een dode kip aan mijn tafel voorbij gaan. Je wist dat ze die kip speciaal voor ons hadden laten aanrukken. Nee werd niet verkocht. Feijoada eten tot je erbij neer viel en heel limonadelicht koud pils drinken aan het strand.

Krokodil eten in Australië, en eten bij buffetten waar je kunt kiezen uit ontelbare visgerechten. Heerlijke witte wijnen erbij drinken. Nou ja, te veel om op te noemen. Dichter bij huis vermaak ik me ook prima tijdens onze heel actieve wandelvakanties in de Dolomieten. En daarna Italiaans eten op z’n austrohongaars. Ook daar heb ik mijn aha-momenten en maken we bijzondere culinaire dingen mee.

Wat kun je vertellen over de terroirkeuken van de Veneto, ik weet dat tegen het volksgeloof in, boter een belangrijke rol speelt? Best veel, ik heb er net een boek over vol geschreven! In Mangiamo! staan veel streekgerechten en interviews met inwoners van Veneto. Bovendien wordt ieder recept ingeleid met een kort verhaal. Bijvoorbeeld over ingrediënten, culturele verschillen en typische gebruiken of over de geschiedenis van de Veneto. De kaft van het boek is de wikkel van de boter die ik meestal gebruik. Weten de eetlezers meteen dat het in Mangiamo! om een heel andere keuken gaat dan de Siciliaanse of de Toscaanse.

Wil je nog iets anders vertellen….delen? Iedereen is van harte welkom op mijn blog Italiaans koken met Antoinette voor Italiaanse recepten en om meer te lezen over of te proeven van het leven in Italië.

Het recept.

Als Mangiamo! uitkomt is het aspergeseizoen in volle gang. Voor Antoinette bedacht ik dus een lauwe aspergesalade van Limburgs goud en de groene asperge. Met krokante ham en een lopend eitje. Een fris gerecht, mooi voor de lente, of dat nu tussen de gaarden van de Valpolicella of de Limburgse maasheuvels is. Als wijn kun je kiezen voor een Lugana. Maar voor Antoinette stel ik voor een wijn uit de Veneto, van de boorden van het Gardameer. De Corte Fontana Custoza 2017, een blend van Garganega, Malvasia, Tocai, Friulano en Trebbiano. Een vleugje appel en peer in deze droge wijn en elegante zuren. Deze wijn was nummer twee tijdens de verkiezing van aspergewijn van het jaar 2018 in Hostellerie de Hamert.

  foto’s: Limburgs goud en Provençaals groen.

Lauwwarme salade van witte en groene asperges.

Nodig:

16 witte Limburgse asperges

bosje groene asperges

8 plakken rauwe ham

4 eieren

peterselie gehakt

sap van 1/2 citroen

1 el witte wijnazijn

3 el walnootolie

handje blanke hazelnoten

1 el mosterd

peper uit de molen en grof zout

Bereiding:

Snijd de houterige onderkant van de asperges af en leg deze apart. Schil de asperges, was de schillen en breng aan de kook met water en zout. Voeg de asperges toe, kook ze in 15 tot 25 minuten, afhankelijk van de dikte gaar en schep de asperges uit de pan. Zeef het kookvocht en bewaar dit voor een aspergesoep. Leg de asperges onder een bord of folie. Was de groene asperges en snijd het harde onderstuk af. Verhit een grillpan en grill de asperges om en om tot ze gaar zijn. Leg apart. Zet de oven op 180 graden en leg de plakken ham op bakpapier. Rooster ze tot ze krokant zijn. Bekleed 4 kopjes met keukenfolie en smeer deze van binnen in met wat olie. Breek de eitjes in de kopjes en draai het folie dicht. Breng in een pan water aan de kook, zet het vuur laag en laat de eieren 3 minuten koken. Niet langer! Rooster de hazelnoten kort en hak ze fijn, ma non troppo. Verkruimel de geroosterde ham. Maak een dressing van olie, citroensap, azijn en mosterd. Snijd de witte asperges in stukken van 4 cm. laat de gegrilde groene heel en leg ze op een bord. Verdeel de dressing erover, de hazelnoten en verbrokkelde ham. Voeg grof zout en een draai uit de pepermolen toe. strooi voor de kleur wat gehakte peterselie erover en leg als laatste een eitje erbovenop.

Buon Appetito.

foto: cover Mangiamo!

Mangiamo!, Antoinette Coops (ISBN 9789046823606) is een uitgave van NW_Adam vanaf vandaag, 19 april te koop voor € 27,99.

Talk & table met Lizet Kruyff.

 foto: met Lizet en Carin op pad in het Rijks.

Talk & Table met Lizet Kruyff.  Ik leerde Lizet in eerste instantie kennen als “Rijntje Biljardt“, in een mooi boek dat ik van een vriendin uit Haarlem kreeg. Maar dat was niet alles, ik bleek haar ook al als schrijfster van de berichten van het blog Mededelingen van land- en tuinbouw te kennen. En via de bruine bonenbende op Twitter. Onze eerste live kennismaking volgde op het eerste Internationale Symposium on Food in de Lutherse Kerk aan het Spui, waar culinair historica Lizet sprak over eten aan het hof. Over de service à la Russe en oranje toetjes. Vele ontmoetingen volgden, tussen de zakken piepers, in het oude Bossche Bethanieënklooster, waar zij Puntneuzen & kersenpitten ten doop hield en soms aan tafel zoals bij Rijks®. Tijd dus voor een indringende talk & table met deze tegenwoordig  -in het stadje van fabelschrijver Fontaine wonende-  grande dame de Champagne, een woordspeling op de tekst van de leuke kaart die zij mij uit haar woonplaats stuurde. (foto) Maar nu laten we Lizet zelf aan het woord in een nieuwe aflevering van gesprekken en gerechten. Ik wil alles van haar weten en beloon deze lieve vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijntip.

 foto: een kaart, die Lizet mij stuurde.

Wie is Lizet Kruyff? Vertel eens iets over jezelf?

Nee, wie en wat ik ben blijkt uit wat ik doe en wat ik vertel!

Wat doe je op dit moment? Waar ben je mee bezig?

Het afgelopen jaar was een jaar van transitie. We verkochten onze heerlijke boerderij in de Bommelerwaard en vestigden ons – definitief – in Frankrijk. Natuurlijk nog wel met een pied-à-terre in Nederland. Dat vinden we voor onderzoek, lezingen en ander werk, vrienden- en familiebezoek onmisbaar. Dat onderzoek is langlopend. Zoals een ander postzegels spaart, verzamel ik bij voorkeur Franse, maar eigenlijk alle koks in en om het hof in Den Haag in vorige eeuwen. Met alle daaruit voortvloeiende verhalen en onderzoeksthema’s. Op dit moment specifiek de laatste decennia van de 19de eeuw, de periode dat een piepjonge koningin Wilhelmina uitgroeit tot ingehuldigd vorstin en jonge echtgenote. Die periode is cruciaal voor de koninklijke keuken. Het is het thema van mijn volgende boek.

Ter afwisseling zijn we bezig met het inrichten van de Franse tuin, waarbij we geïnspireerd worden en ter zake kundig bijgestaan door tuinarchitecte Carien van Boxtel. Haar creativiteit, kennis en smaak past goed bij onze wensen. Ook dat is een project met lange adem. Het behouden van de Franse sfeer, de omgeving aanpassen aan onze woonwensen, het temmen van de wildernis met behoud van biodiversiteit en natuurlijke aspecten. Het zal je niet verbazen dat er al de nodige sneeuwklokjes, narcissen en tulpen in staan.

Vertel eens iets over je interesse in de geschiedenis food (ik weet dat je archeologe bent)? Hoe is die ontstaan?

Lang geleden studeerde ik Geschiedenis en Prehistorische Archeologie in Leiden. Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat ik daar ‘aankwam’ zoals dat toen heette. We vieren het lustrum daarvan met de VVSL (Vereniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden) en onze nog steeds heel gezellige jaarclub. Wie archeologie studeert graaft op. Bijvoorbeeld oude bewoningssporen. En je leert dus over hoe men vroeger de boel organiseerde. Vanzelfsprekend wil je dan ook weten wat deze vroege bewoners van ons land aten: jagen, verzamelen, akkerbouw, veeteelt. Wat voor spulletjes konden ze maken met de techniek en materialen van toen. Hoe kookten ze en hoe smaakte dat?

Eigenlijk alle archeologen die ik ken zijn dol op lekker eten, koken redelijk fanatiek en drinken daar graag iets prettigs bij. Studie en hobby lopen dan al gauw in elkaar over. Ik herinner me nog hoe bij het schervenpracticum (het bestuderen en coderen van vondstenmateriaal van een opgraving) een beloning (natuurlijk een fles wijn) werd uitgeloofd voor wie in de klei van de aardewerken potscherven de afdruk van een graankorrel vond. Dat gebeurde helaas maar zelden. De methoden en technieken die ik tijdens de studie heb geleerd komen mij nu goed van pas. Vanuit alle disciplines die het onderzoek naar de prehistorie ten dienste staan.

      foto’s: covers boeken Lizet Kruyff uit Gereons kookboekenhoek.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk. 

Als kind wilde ik al archeoloog worden. Ik vond dat superspannend en schreef toen ik tien, elf was al een ‘encyclopedie van prehistorische dieren’. Ook op de middelbare school ging mijn eindscriptie voor het vak biologie over de prehistorische mens. Is er een alternatief? Kosmonaut of operazangeres zou ik ook prachtig hebben gevonden. Maar het verleden trok me meer.

Bij jouw stukken en in je kookboeken merk ik altijd dat jij niet over één nacht ijs gaat, geduldig bestudeer jij alles en pluis je archieven uit. Heel inspirerend. Hoe doe je dat?

Doorzoeken nét zolang tot je de vraag achter de vraag hebt kunnen beantwoorden. Zie het als een hooiberg waarin je naar spelden zoekt. Vind je een speld? Waarom dan dié speld en niet een andere? En wat betekent het dan, dat je juist dié speld vindt? Zie het als een in de war zittende kluwen wol. Je trekt aan een draadje en kijkt wat er uit komt rollen. Gaat het verhaal ergens heen? Of is de knoop onontwarbaar? Even wegleggen, later nog eens proberen, misschien vanaf de andere kant. En altijd proberen of je nóg een bron voor wat je ontdekt hebt kunt vinden. Niet gauw tevreden zijn. Hulp vragen aan mensen met aanpalende kennis is ook belangrijk. Maar vooral: taai doorzettingsvermogen, geduld, discipline, inspiratie en bovenal: luisteren naar wat de primaire bronnen je vertellen.

Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een (kook)boek voor jou?

Het corrigeren van de drukproeven en het wachten tot het boek van de drukkerij is gekomen. Zenuwslopend kan ik je melden! En dan het wachten op de eerste fout die er in staat. Want echt, dat gebeurt altijd. Ook is er altijd iets dat je er nog graag bij had willen vertellen, maar ja, helaas, te laat.

video: Lizet vertelt het verhaal achter één van mijn favoriete schilderijen in het Rijksmuseum.

En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?

De research, het vinden van een stem die het verhaal vertelt, het vinden van de speld in de hooiberg, het speuren in de oude kookboeken naar spannende receptuur, het delen van al die geweldige verhalen met je lezers.

Hoe is jouw fascinatie voor de tafels en diners van de Oranjes ontstaan?

Die fascinatie voor het eten aan ons hof is eigenlijk toevallig gekomen. Rijntje Biljardt is daar debet aan, vandaar mijn grote dank aan haar. Rijntje, een vrouw van vlees en bloed, de eerste vrouw in ons land, die met haar eigen naam en haar gezicht en haar stem een kookboek heeft uitgegeven in 1840. In haar inleiding schrijft ze dat ze in 1837 gekookt heeft voor de ‘geliefde koning’ – dat is dan Koning Willem I  – en voor de kroonprinses, Anna Paulowna, op Paleis Soestdijk. Met die gegevens gewapend heb ik het Koninklijk  Huisarchief benaderd met het verzoek onderzoek te mogen verrichten. En dat mocht. Van de ene vraag rol je dan naar de volgende. Het is één van de prachtigste archieven van ons land en ik ben dankbaar dat ik toegang krijg tot de voor mij belangrijke stukken. Vergeet niet: het is wel een privé-archief van de familie! Ik vind het een voorrecht daar te mogen werken. Mijn focus ligt dus op de koks, de keuken en de maaltijden.

  foto: cover Puntneuzen & kersenpitten.

Staan er nog andere projecten op stapel?

Wie weet….  Soms is het goed om niet te hard voor de troepen uit te lopen! Maar er zijn altijd nieuwe vragen, nieuwe puzzels, nieuwe bronnen.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd? Waar moet die aan voldoen?

Een goddelijke maaltijd vind ik moeilijk te omschrijven. Het hangt van zoveel af. Gezelschap, gelegenheid, jaargetijde, omgeving. Ik kan volmaakt gelukkig zijn en genieten van het eten tijdens een spontane picknick in een prachtig buitengebied op een zomaar zonnige zomerdag. Spijbelen met de man. Aan de andere kant van het spectrum staat natuurlijk een maaltijd bij Joris Bijdendijk, die wat mij betreft als weinig anderen in staat is om smaken en texturen te combineren tot een bijzonder en verrassend geheel. Mijn mond, mijn gehemelte, mijn neus begrijpen wat hij doet. Er zijn meer sterrenchefs waar ik met plezier gegeten heb. Maar eigenlijk doe ik dan andere koks onrecht. Want oh, wat hebben we ooit – aangespoeld in een minidorpje in de Elzas – op een binnenplaatsje verschrikkelijk lekkere kraakverse forel zitten eten met een heerlijk glaasje wijn van de lokale wijnboer. Dat was met recht een goddelijke maaltijd. Forel met amandeltjes en een glaasje (toen nog tokay) pinot gris. In een pril lentezonnetje. Een goddelijke maaltijd is een geschenk, een verrassing, die zich niet echt laat plannen.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Heel lastige vraag, Gereon. Ook daar weer geldt: gelegenheid, gezelschap, geografie. Ik heb heerlijke Frascati gedronken in Italië, die het in Nederland helemaal niet deed. We dronken verrukkelijke Oostenrijkse wijn, die prima smaakte bij het diner in Krems, maar niet in Nederland. We kregen ooit op een terrasje in St Romain een meer dan heerlijke witte Bourgogne, die echt altijd heerlijk bleef, ook in Nederland. Champagne, ja, ook, maar niet iedere dag. Loire, ook heerlijk. En niet te vergeten, de prachtige traditionele witte wijnen uit Stellenbosch (Groot Constantia). Ja, zo kan ik dus nog wel doorgaan. Meestal word ik minder blij van een rode wijn van het type Merlot enzo. Maar af en toe een glas Beaujolais, of Bourgogne kan ik waarderen. Ach, het hangt er allemaal van af. Tegenwoordig kies ik vooral voor biologische wijnen, en daarin is ook voldoende keus gelukkig.

Wat lust je echt niet en waarom niet?

Ik houd niet van haring. In geen enkele vorm. Het ruikt niet lekker, het is te vet, en ook al neem ik maar één hap ik boer nog de hele dag haring. Bleh.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

Het liefst gaan we gewoon een beetje op avontuur. Ergens is een leuke tentoonstelling, of een congres, of een plantenmarkt, ergens zijn vrienden neergestreken: hét excuus om de koffers te pakken en eens een reisje te maken.

Wat pluis jij in de bibliotheken van Parijs uit? Kun jij wat meer daarover vertellen?

Dat heeft weer met het grote onderzoek naar de koks te maken. Bibliotheken en archieven in Parijs zitten vol met spannende informatie die óók iets vertellen over wat er in Nederland aan de hand is. En meer zeg ik nog niet. Wacht maar geduldig af.

             foto’s: het gele schriftje uit mijn jeugd.

Het gerecht voor Lizet.

Het opvallende na het lezen van de antwoorden van Lizet was, dat mij meteen een dessert uit begin jaren tachtig te binnen schoot. Ik knipte het als dertienjarige uit het tijdschrift Avenue en plakte het in mijn gele kookschriftje. Het is een oranje toetje met vier verschillende bereidingen, dat wijlen Cas Spijkers op de kaart had staan in de Swaen in Oisterwijk. De pudding, gelei en sorbet heb ik jarenlang in vele varianten gemaakt. Op zoek dus naar het gele schriftje in de dozen, die opgeslagen staan in Zandvoort. Dit weekend heb ik het herlezen, wat kookte ik al veel dingen als tiener. Ik begrijp nu waarom het voor Lizet zo spannend is om in archieven te vorsen en dingen over eten uit vervlogen tijden te ontdekken. Zij brengt mij op het idee om dat zelf ook eens meer te gaan doen. Anyway, het oranje toetje voor Lizet Kruyff is geworden “les quatres assorties d’agrumes de la saison”, een mooie titel voor een mandarijnenpudding, een theegelei en sorbet. En vergeet vooral de vlinder niet van twee kleuren grapefruit. Ja zo ging dat in 1981. Je kunt bij dit dessert natuurlijk een glas demi sec Champagne drinken of homemade vin aux oranges.

Mandarijnenpudding.

Nodig 6 personen:

6 mandarijnen

250 ml mandarijnensap

250 ml room

7 g gelatine

2 eidooiers

50 g suiker

Bereiding:

Snijd de kapjes gekarteld van de mandarijnen. Schep het vruchtvlees eruit, pureer, zeef en maak er sap van. Breng het sap met suiker aan de kook, voeg de geweekte en uitgeknepen gelatine toe en laat licht afkoelen. Klop de eidooiers en room schuimig en spatel dit door het “hangende” en afgekoelde sap met gelatine. Vul de uitgelepelde mandarijnenschil met pudding en zet dakje erop en laat verder opstijven in ijskast.

Theegelei met sinaasappel.

Nodig:

6 sinaasappels

500 ml sinaasappelsap

15 g gelatine

10 g orange pekoe thee

5 g gunpowder thee

wat frambozen of ander klein contrasterend fruit

Bereiding:

De sinaasappels  schillen en in partjes snijden (voor mooi resultaat ook het vlies verwijderen) Breng het sap aan de kook en laat hierin de theesoorten lang trekken. Zeef het getrokken thee/sinaasappelmengsel en los de gelatine erin op. Leg in 6 vormpjes onderin de frambozen en zet de sinaasappelpartjes rechtop. Giet de gelei eroverheen en laat opstijven in de ijskast. Stort de gelei na kort in warm water te hebben gehouden uit de vorm op bordje.

Grapefruitvlinder.

Nodig:

2 gele grapefruits

2 roze grapefruits

1 borrelglas Bourbon of andere whisky.

2 el honing

Bereiding:

De grapefruits schillen en ontvliezen. In parten snijden en circa 1 uur laten weken in whisky/honingmengsel. De partjes als vlinder op het dessertbord leggen en wat marinade erop lepelen.

Sorbet van bloedsinaasappel.

Nodig:

500 ml +

250 ml bloedsinaasappelsap (totaal ca. 10 stuks)

50 g suiker

200 g glucosestroop

2 luchtig geklopte eiwittten

Bereiding:

Een kwart liter sap koken met suiker en glucosestroop. Mengen met het overige sap. Laten afkoelen in de vriezer, onder telkens roeren zodat er geen ijskristallen ontstaan. Twee eiwitten tot schuim kloppen en dit door de bevroren massa roeren. Op het laatste moment met spuitzak mooie torentjes maken bij serveren.

Talk & table met Joke Boon.

 foto: met Joke Boon tijdens de vegawijnwandeling!

Joke Boon leerde ik kennen bij de verschillende boekpresentaties, waar wij als culinair schrijvers regelmatig te vinden zijn. Zo was Joke mijn tafeldame tijdens de presentatie van Ceviche van Londense chef Martin Morales en mijn zuster in het kwaad bij de presentatie van een fotoboek van Sacha de Boer. Al snel ontwikkelde zich onze gewoonte om een  #fotomomentje te delen. We hebben samen altijd veel lol!  Amsterdamse Joke Boon is een multi getalenteerde schrijfster van kookboeken en kan met recht de bonendiva van Nederland worden genoemd. Zij at een jaar lang elke dag bonen. Ging dat vervelen? Welnee, bonen zijn veelzijdig, net als Joke! Haar leuke boek Bonen! (What’s in a name) prijkt op een mooi plaatsje in Gereons Kookboekenhoek. Maar nu laten we Joke zelf aan het woord in en nieuwe aflevering van Gesprekken en gerechten. Ik wil alles van haar weten en beloon deze lieve vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijnsuggestie

  foto:  de saladeboontjes van Joke.

Wie is Joke Boon. Vertel eens iets over jezelf?

Ik ben Joke Boon, sinds 2002 culinair schrijver. Daarvoor werkte ik 21 jaar als verpleegkundige, volgde een lerarenopleiding en stond ik korte tijd voor de klas. Hierna volgde ik een dialyse opleiding. Maar diep in mijn hart wilde ik altijd journalist worden. Ik heb altijd graag geschreven en mede door mijn werk in de verpleging was ik vaak bezig met voedsel en gezondheid. Ik heb altijd iets educatiefs gehad en wil mensen iets bijbrengen en inspireren. Daarom is culischrijver zijn geen verkeerde keuze. Naast dit alles ben ik ook moeder van twee bijzondere kinderen en drie katten.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?

In maart komt mijn nieuwe boek Koken met Kleur uit. Ik lees veel over eten, eigenlijk zijn kookboeken de enige boeken, die ik lees. In 2018 ga ik aan de slag met een aantal spannende projecten, receptuur ontwikkelen, waar ik nu nog niets over kan zeggen.

Vertel eens iets over je interesse in food? Hoe is die ontstaan?

Mijn interesse in voeding is ontstaan door mijn anosmie. Ik kan sinds mijn vierde jaar niets meer ruiken. Eten speelde een belangrijke hoofdrol in mijn ouderlijk huis. Mijn moeder kookte (dat doet ze nog steeds) de sterren van de hemel. De passie voor eten is mij door haar bijgebracht. Door mijn anosmie was het moeilijk voor mij dingen te proeven. Ik had altijd het idee, dat het eten op het bord van mijn moeder veel lekkerder was en at dat dan leeg. Mijn moeder begreep dat en schepte extra op. Zo ontwikkelde ik een soort register van smaken in mijn hoofd. Door te observeren.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.

Dan had ik chefkok willen worden, maar dat was onmogelijk geweest door de anosmie. Het is dus schrijven geworden, voor mij van levensbelang sinds mijn kindertijd.

 foto: cover Bonen!

Bij jouw stukken en in je kookboeken merk ik altijd dat jij niet over één nacht ijs gaat, geduldig probeer jij alles uit. Ik zelf ben fladderiger.  Hoe doe je dat?

Ik ben heel gedreven in de dingen die ik doe en houd me alleen maar bezig met wat ik nu doe. Schrijven over eten. Dat was voorheen niet zo, tot iemand mij de gouden tip gaf: “Focus je” Ik koos één onderwerp uit en ben daarvoor gegaan. Heb me erin in vastgebeten. Onderzoek en het schrijven van mijn eerste boek over het reukzintuig: Het mysterie van de reuk.

Wat is meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?

Ik vind elke stap van het proces bijzonder. Het verzinnen van recepten, het schrijven, het koken, fotograferen en de vormgeving. Dan is het klaar en verschijnt het. Ik ga dan meestal op tournee en ontmoet allerlei nieuwe mensen.

En wat is de minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?

Ik kan midden in de nacht wakker worden met een nieuw recept in mijn hoofd. Ik moet dan opstaan en direct aan de slag, ik heb geen andere optie. Gelukkig heb ik altijd genoeg ingrediënten in huis. Dan sta ik midden in de nacht een recept te koken en schrijf het direct uit.

Staan er nog andere projecten op stapel? 

De eerder genoemde geheime projecten. Met veel impact. (Spannend hoor!)

Wat vind jij een goddelijke maaltijd?

Een goddelijke maaltijd vind ik een tafel vol gerechten. Dat deden wij op Kreta, veel bestellen en alles tegelijkertijd op tafel, mezedes. Zo gezellig. Daarom ben ik dol op rijsttafels, mezze, tapas of een captain’s dinner. Ik vind alles lekker, dat met liefde is gemaakt.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Ik kan wijnen moeilijk proeven door mijn anosmie, maar houd erg veel van bubbels, omdat die een mondgevoel geven. Ook kan ik snoepen van PX sherry. (Joke proefde die een keer tijdens de vega wijnwandeling in Gereons SeaSpot)

Wat lust je echt niet en waarom niet?

Bloedworst en orgaanvlees. Ik visualiseer dat gewoon teveel. Hoe het smaakt en wordt gemaakt.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

Griekenland en andere mediterrane bestemmingen. Ik ben dol op de Middellandse zee. Past bij mijn temperament.

En als je niet zou kunnen koken, hoe zou je dan vormgeven?

Toch schrijven en boetseren als creatieve uitlaatklep.

 foto: #fotomomentje bij Rijks®

Het recept voor Joke.

Joke houdt van mediterrane smaken, Griekse mezedes, tapas en het liefst een tafel vol. Voor een rijsttafel of Hollandse captain’s dinner met bonen is ze ook te porren. Lang tafelen en van alles iets proeven. Mits met liefde gemaakt. Skordalia met Grieks platbrood, salades zoals een melantzano salata, tarama (kuitsalade) Klasssieke en moderne gevulde groenten en dolmades, een Griekse bonensalade, hoe kan het ook anders? Ik zie Joke helemaal zitten met haar blonde koppie op het strand onder een rieten dak aan de azuurblauwe Ikarische thalassa (zee), genietend van al het lekkers onder de zon, die je verwarmt (maar ook de vleugels van Ikaros deed smelten) Als gerecht mag voor Joke een pastitsio, koud of warm, niet ontbreken. Voedsel voor lichaam, hart en ziel. Dat is een pastataart, die gemaakt wordt met bechamelsaus. (na het verorberen moet je wel wat sportuurtjes extra maken) In mijn versie gebruik ik geen bechamel, maar bladerdeeg en mijn Griekse basissaus. Joke geeft aan van bubbels te houden. Nu ken ik geen mousserende wijnen, die bij dit gerecht passen, maar een koude ouzo of raki kan altijd aan een tafel vol mezedes. En bij de pastitsio drinken we stevig rood uit Calabrië, Círo rosso, gemaakt van de gaglioppo druif.  Het waren immers de oude Grieken, die de wijnstok naar Italië brachten.

De Griekse basissaus.


Nodig:

500 g lams- of half om halfgehakt

2 rode uien

1 grote rode paprika

2 stengels bleekselderij

3 wortels

4 tenen knoflook

1 blik tomaten polpo

4 grote tomaten

1/2 chili pepertje

tijm geritst

2 tl gedroogde oregano

glas rode wijn

3 tl kaneel

zout en zwarte peper

olijfolie

Bereiding:

Snipper de uien fijn, snijd alle groenten in blokjes, het pepertje in dunne ringetjes en hak de tenen knoflook fijn. Snijd de tomaten in kwarten.Verhit olie in een pan en bak het gehakt aan. Voeg als eerste de uien toe en bak ze kort mee. Voeg daarna de groenten, knoflook en het halve chili pepertje toe en bak deze kort mee. Doe de tomaten erbij. Blus af met de rode wijn en giet de tomaten polpo in de pan. Voeg de tijm, oregano, kaneel, peper en zout toe. Doe het deksel op de pan en laat het geheel minimaal een uur sudderen, langer mag ook.

  foto: ongebakken pastitsio.

Het assembleren van een pastitsio.

400 g penne of makarones. ( lange buispasta merk Ankara bij Turkse supers)

300 g jonge kaas geraspt

100 g oude kaas geraspt

boter

6 vellen bladerdeeg uitgerold

ovenschaal

Bereiding:

Kook de penne beetgaar. Meng de pasta en Griekse basissaus door elkaar. Vet een schaal in met wat boter. Schep de penne met saus in de schaal en schep wat saus erover. Strooi er de jonge en oude kaas over. Dan weer een laag penne met saus en nog eens bestrooien met de kaas. Als laatste nog een laagje kaas en dan de vellen bladerdeeg. duw deze goed aan. Bak de pastitsio 25 minuten op 180 graden totdat het bladerdeeg een mooie bruine kleur heeft. Laat iets afkoelen en serveer.

  foto: pastitsio op de zomertafel.

Καλη Ορεξη, Γιωκε!  Γεια μας!

Een nieuw jaar vol nieuwe plannen!

 foto: aan zee opent het wolkendek.

Een nieuw jaar vol nieuwe plannen. Het voelt altijd pril aan die eerste en nieuwe ochtend van het nieuwe jaar aan zee. De kruitdampen zijn opgetrokken en door de wolken piepen de eerste zonnestralen van 2018. De eerste januari is voor Gereons Keuken Thuis een mooie dag om goede voornemens te maken en snode plannen te smeden. Met inbegrip van de bagage, die ik meeneem uit het jaar ervoor. Zo ga ik op mijn blog onverdroten verder met gesprekken en gerechten. Talk & table. Aanstaande donderdag interview ik hiervoor de eerste gast van 2018. Wil je ook je bijzondere verhaal vertellen op mijn blog en beloond worden met een lekker gerecht en wijntip. Meld je dan aan!

Nog steeds ben ik op zoek naar (mannelijke) gastbloggers, voor boekreviews of voor een leuk recept. Binnenkort trapt Cora Meijer af met haar recensie van het (vegetarische) kookboek van het jaar 2017.

Terroir gaat een grote rol spelen in mijn blogposts en onder de hashtag  #terroirdegereon ga ik aan een nieuw project beginnen. Stay tuned! Wat blijft is de wekelijkse tweet up op #foodbloggers donderdag. Wil je ook eens in de wekelijkse Twitter top 5 genoemd worden? Schroom niet en laat het me weten.

Een nieuw jaar vol nieuwe plannen! Culinaire kennis en kunde is in 2017 een beetje een ondergeschoven kindje geworden op mijn blog. Geïnspireerd door Joris Bijdendijk en Angélique Schmeinck ga ik kijken wat er beter kan in mijn gerechten. Ik vind een groot nadeel van de bloggerswereld, dat er vaak 1000 in een dozijn recepten met supermarktingrediënten worden geschreven. Gereons Keuken Thuis gaat zich weer meer richten op smaak en schwung in de cuisine. Dat geldt ook voor wijnen. Want daar begon het tenslotte allemaal mee.

#Nowaste, minder vlees, meer groente staan ook hoog op de agenda. Net als een nieuw sport projectje, want in 2017 sloeg de waan van de dag toe en werd mijn day to day sport- en voedingsregime danig op de proef gesteld.

Things will get edgier. In 2018 staat Gereons Keuken Thuis weer open voor kookboekrecensies, productreviews en event verslaggeving. Durf je het aan om je boek te laten recenseren, wil je je unieke product door mij laten testen of mij iets laten schrijven over je evenement? Be my guestGereons Keuken Thuis is altijd op zoek naar nieuwe input. Ik vermeld er wel bij dat ik dit jaar strenger ben in mijn selecties en vooronderzoek.

Een spannend en uitdagend jaar ligt er dus voor Gereons Keuken Thuis in het verschiet. Een nieuw jaar vol nieuwe plannen! Nu eerst nog een dagje uitbrakken.

Een heel mooi en bruisend 2018 gewenst.

Talk & Table met Jan-Simon Minkema.

 foto: Talk & table gast Jan-Simon

In mijn jeugd en ook daarna keek ik vaak naar “De familie Knots”, een kinderserie, waarin acteur Jan-Simon Minkema de rollen vertolkte van meester Arend Vogel, Onkel “hands up” X en “ouwe zemelaar” opa Knots. Wat hebben mijn broer (onkel X), een neef (opa) en ik vaak de dialogen geïmiteerd, waarbij ik vaak tegen mijn zin tot neef Herbert werd gebombardeerd. De Knots gekte ging destijds zo ver, dat, als wij het (ook nu nog) over tante Til hebben, precies weten wie we in de kennissenkring bedoelen. De dame in kwestie is nooit meer van haar bijnaam afgekomen. Jaren later leerde ik Jan-Simon opnieuw kennen, weliswaar niet via TV, maar virtueel. We werden Facebook vrienden en ik ontdekte dat er achter de man een cornucopia van creativiteit, schrijverschap en storytelling schuilgaat. Wat veel talenten en een ijver. Daar wilde ik meer van weten, dus vroeg ik Jan-Simon mee te doen aan talk&table, de herfsteditie. Gereons Keuken Thuis laat nu Jan-Simon zelf aan het woord in deze  nieuwe aflevering van talk&table. Ik wil alles van hem weten en beloon deze getalenteerde en creatieve man met een speciaal recept en bijpassende wijntips.

  foto: covers van Jan-Simons boeken.

Wie is Jan Simon Minkema? Vertel eens iets over jezelf?

Ik ben een man van 67 jaar, die geniet van het feit dat hij AOW-er is. Na een leven lang freelancer (ZZP-er) te zijn geweest geeft het me rust dat ik nu een vast maandsalaris heb. Dat wil niet zeggen dat ik niets meer doe, integendeel.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?

Ik schrijf korte verhalen die ik af en toe op mijn FB-pagina zet. Die verhalen zullen een keer in een nieuw te verschijnen boek terecht komen. Ik geef al jaren boeken uit in eigen beheer.

Ik zie op Facebook vaak kleurige creaties van jouw hand voorbij komen.Vertel eens iets over je creatieve interesses? Hoe zijn die ontstaan?

Ik noem het ‘woonkunst’ en dat kan van alles zijn. Een beschilderd kastje of een dienblad op een kandelaar die ik op mijn eigen manier oppimp. De meeste basisspullen vind ik in kringloopwinkels en het is elke keer weer een uitdaging om er iets kleurrijks van te maken. Ook maak in kleine kastjes met daarin een heilige-medaille of plaatje dat ik opsier met kralen en pailletten. Die kastjes noem ik ‘heiligdommekes’.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen het acteurschap en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.

Beeldend kunstenaar. (wat ik nu stiekem een beetje ben!)

Met veel plezier lees ik altijd jouw beschouwingen van een gesprek, dat jij hebt gevoerd of hoorde op straat. In zo weinig woorden treffend karakters neerzetten. Hoe doe je dat?

Door op straat, in winkels, op terrassen en eigenlijk overal heel goed naar mensen te kijken en naar de manier van omgaan met elkaar. Ik hoor vaak flarden van een gesprek die mij inspireren. Soms kan zo’n gesprek dagen door mijn hoofd spoken. Uiteindelijk belanden die mensen dan in een verhaal.

Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van voor jou?

Het wakker liggen als je zou moeten slapen. Af en toe gaat de inspiratie met me aan de haal en dan lig ik te bedenken hoe een verhaal of een gedicht moet gaan ‘lopen’. Als dat te lang duurt kan ik maar beter mijn bed uit gaan. Vaak doe ik dat dan ook. Dus het nachtbraken is wel eens een nadeel.

En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven voor jou?

Ach, wat zal ik zeggen: Het geeft een goed gevoel om op papier te zien staan wat je zo bezig gehouden heeft, en als het verhaal of het gedicht gelukt is en ‘naar buiten mag’, dan is het heel fijn om er reacties op te krijgen. En die krijg ik vaak, en vaak erg enthousiast. Dat doet me goed.

Staan er nog andere projecten op stapel? Jij als bezige bij.

Ik ga de tweede helft van november ‘Open Huis’ houden. Dan verkoop ik o.a. mijn boeken en dichtbundels, maar ook de woonkunst die ik het afgelopen jaar heb gemaakt.

 foto’s: de vrolijke woonkunst.

Jij hebt een neus voor koopjes, hoe is dat ontstaan?

Ik heb het altijd leuk gevonden om naar rommelmarkten en kringloopwinkels te gaan. Lekker ‘struinen’. Vaak zie ik iets in een voorwerp waar een ander niets in ziet en dan is het meestal ook niet duur. Een lampenvoet kan dan een standaard worden voor een beeldje. De buitenkast van een bimbamklok wordt dan opeens een leuk prullenkastje. Op die manier dus.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd?

Een maaltijd met goede vrienden. Lekker lang tafelen met verschillende gangen vind ik het allerleukste dat er is. En mooie wijn erbij en inspirerende gesprekken maken zo’n maaltijd.  Goddelijk.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Ik ben geen kenner, en kan je dus ook geen namen noemen. Ik houd wel veel meer van rode dan van witte wijn. Hoewel een enkele keer witte wijn bij een zomerse salade natuurlijk heerlijk is.

Wat lust je echt niet en waarom niet?

Doperwten vind ik niet lekker. Die kreeg ik in mijn jeugd te gaar gekookt op mijn bord, bah.

Waarheen ga je het liefst naar op reis? En met wie?

Ik heb een hele goede vriend waar ik vaak mee op reis ben geweest, die noem ik ook mijn ‘reisvriend’. Tegenwoordig gaan we vaker dagjes uit, naar een museum of een bedevaartsplaats en zo’n dag besluiten we dan met een etentje. Dat zijn dagen met een gouden randje.

En als je niet creatief bezig kon zijn, wat zou je dan doen?

Ik kan me dat bijna niet voorstellen, want bezig zijn hoort heel erg bij mij. Maar ik lees ook graag, dus als ik niet creatief zou zijn dan zou ik nog meer boeken gaan lezen dan ik nu al doe.

  

Wil je nog iets anders vertellen….delen?

De laatste tijd denk ik vaker aan vroeger, aan mijn jonge jaren. Ik was wel geen hippie maar ik had toch ook een tik van de flowerpower, de mode, de muziek, en het gevoel dat de wereld mooi zou gaan worden. ‘The times they are a-changing’. Dat gevoel mis is soms als ik naar de huidige wereld kijk. Het kan ook zijn dat ik gewoon last krijg van het klimmen der jaren en dat ik zo langzamerhand een ouwe zemelaar begin te worden. (van dat ouwe zemelaar gelooft Gereons Keuken Thuis niets)

  foto’s: heiligdommekes.

Het recept voor Jan-Simon.

Op basis van zijn antwoorden zou Jan-Simon een op het lijf geschreven recept met wijntip als beloning krijgen. Hij noemt niet expliciet één gerecht of ingrediënt, waar hij dol op is. Wat wijnen betreft is hij meer van het rood, dan van het wit. Wat voor Jan-Simon belangrijk is is het delen van de maaltijd met vrienden. Ik zie het helemaal voor me, daar in zijn huis tussen alle kleurrijke woonkunst en “heiligdommekes” Voor deze creatieve duizendpoot dus niet een gerecht, maar 3 gangen herfstig menu met recepten uit mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis en een recept voor kalfsgehaktballetjes du chasseur. Met rode wijn uit de Beaujolais en Bourgogne en een afsluiter van Banyuls, zoet en gerijpt.

Salade Beaujolaise aux oeufs croustillants.


Nodig 4 personen:

1 krop frisée sla

1 krop eikenblad sla

250 g gerookte spekjes

3 sneden oud witbrood

4 eieren

olijfolie

2 tenen knoflook

1 el mosterd

rode wijnazijn

1 tl dragon

bloem

peper en zout

Bereiding:

Bak de spekjes uit en laat uitlekken op een stuk keuken papier. Pluk en was de salade. Snijd het witbrood in blokjes en bak er krokante croutons van met wat uitgeperste knoflook. Maak van de olie, azijn mosterd en dragon een dressing. Verhit een ruime hoeveelheid olie in een diepe pan.  Breek de eieren één voor één in het vet. Bestrooi de boven kant met wat bloem en draai het ei om. Bestrooi ook de andere kant met wat bloem en draai nog eens om tot er een mooi krokant ei ontstaat. Laat de eieren uitlekken op papier en bestrooi met zout en peper. Doe de sla op vier borden en schep de dressing erover. Daarna de spekjes en croutons. Erboven op komt het krokante ei.

Wijntip: Fleurie van domaine de la Rizolière.

Kalfsgehaktballetjes op jagerswijze.

Nodig 4 personen:

500 g kalfsgehakt

1 ei

paneermeel

bakje champignons

100 g spekblokjes

2 rode uien

2 tenen knoflook

glas rode wijn

tijm

1 tl paprika poeder

1 dl wildfond

50 g boter

olijfolie

peper

zout

gehakte peterselie

Bereiding:

Maak het gehakt aan met ei, paneermeel, peper en zout. meng goed en draai er kleine balletjes van. Verhit de helft van de boter en olie in een pan. Braad snel de balletjes aan tot ze bruin zijn aan beide kanten. Haal ze uit de pan en dek even af met aluminium folie. Snipper de uien en knoflook. Snijd de champignons fijn. Voeg aan het braadvet de spekjes toe en bak ze kort. Fruit kort wat paprikapoeder mee. Bak daarna de uien en knoflook.. Als laatste gaan de champignons en tijm erbij. Bak alles even door. Blus af met een glas wijn, Giet de wildfond erbij. Laat 10 minuten op laag sudderen. Leg de gehaktballetjes weer in de pan. Deksel erop en laat nog 10 minuten garen. Voeg op het einde wat kleine klontjes boter en de peterselie aan de saus toe. Serveer dit gerecht met wat aardappelpuree.

Wijntip: Rood uit de Les Essentiels collectie van de Caves de Mancey.

Monte Bianchini, kastanjebergjes met room.


Nodig (4-6 personen):

500 g ongepelde kastanjes

1 eetlepel venkelzaad

4 el warme melk

2 el suiker

3 el cognac of rum

4 dl slagroom

1/2 eetlepel poedersuiker

cantucini

Bereiding:

Kerf de kastanjes in met een mesje. Breng een pan water aan de kook met een snufje zout en het venkelzaad. kook de kastanjes in een uur gaar. Giet de kastanjes af en laat ze afkoelen. pel de kastanjes en verwijder ook de vliesjes. Pureer de kastanjes met een fijne draaizeef of in de keukenmachine. Voeg de warme melk, suiker en cognac of rum toe. Klop de slagroom met de poedersuiker lobbig.Vul de glazen onderin met 1 of  2 verkruimelde cantucini koekjes. Schep het kastanje mengsel erop en garneer met een flinke schep slagroom. Ook kun je op een bodem van de koekjes er één  berg van maken en er bovenop een flinke dot slagroom. Een echte Monte Bianco.

En nog een toegift: 

http://https://www.youtube.com/watch?v=pnUZSyiu4x8

 

 

 

 

 

 

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten