De hitte te lijf met salades. Deze week wordt het weer heet, aldus het weerbericht. Afgezien van de klappen, die de natuur te verwerken krijgt, vind ik dit droge mediterrane weer met een noordelijke, beetje meltemi-achtige, wind heerlijk. Mijn bloed gaat harder stromen. Het vraagt om wat aanpassing, een ander werkritme en dagindeling. In de nog relatieve koelte van de dag snel alle klusjes en taakjes wegwerken, een blog typen en een boekje recenseren. Daarna snel op pad om de lunch bij elkaar te scharrelen, om die buiten achter een wit gespannen laken te verorberen. Daarna nog wat werken en dan is het tijd voor een plons in het water. Tenminste in blauwalg-loos water van de Noordzee of Gaasperplas. Bijkomen van de dag en daarna terug naar huis om op mijn Amsterdamse balkon te grillen of voor een maaltijd met uitzicht op zee.
foto: groen met warm gerookte zalm
Een fijn zomerritme. Dit doet de moesson-achtige kletsnatte zomers van de laatste jaren direct vergeten. Deze zomer komen er verrassend veel salades als lunch op tafel in Gereon Keuken Thuis. Lekker fris en groen, de ene keer met gerookte kip, de andere keer met warm gerookte zalm, witlof met aardbei, groen met sardines. Of, zoals van de week na de uitzending van June tot 12 op NH Radio, een pastasalade Greek style, makkelijk te maken en vol mediterrane smaken. Keep it cool zou ik zeggen, blijf koel met salades.
foto: Greek style pastasalade.
Nodig:
300 g volkoren penne
100 g feta
gehakte peterselie
grof zeezout, zwarte peper
1 tl pimentón de la Vera
1 el kappertjes
1 bakje roma-tomaatjes gehalveerd
1 komkommer
1 rode paprika in blokjes
2 grote tenen knoflook fijngehakt.
olijfolie
sap van halve citroen
Bereiding:
Kook de penne al dente en laat in koud water afkoelen. Verbrokkel de feta en maak deze op smaak met wat pimentón. Hak de peterselie en knoflooktenen fijn. Snijd de paprika in reepjes. Was de komkommer, haal de zaadlijsten eruit en snijd in blokjes. Laat de kappertjes uitlekken. Halveer de tomaatjes. Doe alle ingrediënten in een kom en meng door elkaar. Maak op smaak met wat grof zout en een draai zwarte peper. Giet er voldoende olijfolie over en zet de pastasalade een half uur in de ijskast. Maak de salade vlak voor serveren af met citroensap.
Het is nog steeds zomer en de #alfresco actie op Gereons Keuken Thuis gaat onverdroten verder. (tot en met 15 september a.s.) Vandaag met een inzending van mijn schoolvriendin Meggy Timmer- Oostdijck uit Vaassen. Wij kennen elkaar van gymnasium Beekvliet. Gastblogger Meggy studeerde Spaans en belandde in de reiswereld. Zij zag alle hoeken en gaten van de wereld. Tegenwoordig coacht ze en geeft ze workshops met Ziel & zaligheid, in haar heerlijke boomgaard, waarbij je leert uit de sleur van je werk of alledag te stappen en met hernieuwde energie er weer tegenaan te gaan. Dat daarbij iets lekkers hoort spreekt vanzelf. Meggy stuurde special voor de #alfresco zomer een lekker gerecht in van het eiland Mallorca, berenjenas rellenas. Met aubergine in de hoofdrol.
foto: workshop intuïtief schilderen in Meggy’s boomgaard.
Mijn favoriete zomergerecht at ik begin jaren 90 op Mallorca. De slager van het lommerrijke Sa Pobla had mij uitgenodigd voor het diner. Na een vooraf van sobresada, jamon serrano en olijfjes kregen we als hoofdgerecht berenjenas rellenas, gevulde aubergines. Echt zo verrukkelijk! Ik deel het recept graag met anderen, en ook al smaakt het niet helemaal zoals toen, is het toch een fijn zomers gerecht.
foto: aubergines.
Nodig voor 2 personen:
2 aubergines
300 g lams- of half om half gehakt
1 eitje
1 uitje fijngesneden
2 teentjes knoflook fijngesneden,
broodkruim
flink wat peterselie.
zelfgemaakte tomatensaus
peper en zout
Bereiding:
Kook de aubergines een kwartiertje zodat ze zacht worden. Hol ze uit en laat een beetje aan de schil zitten. Meng alle ingrediënten plus de aubergine pulp door elkaar en vul de aubergines ermee. Doe de tomatensaus in een ovenschaal en leg de aubergines erin. Verwarm de oven voor tot 180 graden en zet de schotel 30 minuten in de oven tot het gehakt gaar is. Lekker met een frisse salade en stokbrood om in de saus te dopen.
Gereon weet er vast wel een passende wijn bij of probeer eens een tinto de verano, een rood slobberwijntje met gazeuse limonade. Een rode Costières de Nîmes combineert goed bij dit gerecht van Meggy.
Que Aproveche!
NB: wil je ook meedoen aan #alfresco actie en op 15 september kans maken op één van de twee boeken, die ik verloot laat dan een reactie achter op Al fresco zomer
Onlangs plofte de heruitgave van Ecofabulous uit 2009 van Lisette Kreischer op de mat in Gereons Keuken Thuis. Een mij tot dan toe onbekend boek. Dat komt eigenlijk doordat ik niet zo behept ben met de plantaardige keuken. Ik vind het wel interessant, met name vanuit concept ontwikkeling, maar ben geen vegan adept. Noch goeroe. Ik kende de schrijfster niet, maar ging op op pad over de dreven van het wereldwijde web. Lisette is een gepassioneerde, radicale, yoga beoefenende, stylende en vegan kookboekenschrijfster. Leerzaam en ideale gast dus voor mijn serie talk & table. Ik wil alles van haar weten en beloon deze vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijntip.
Wie is Lisette Kreischer? Vertel eens iets over jezelf?
Ik ben geboren in Schiedam, in een liefdevol aardappelen-groente-vlees gezin. Mijn vader is goed met zijn handen en werkte in de bouw en mijn moeder was/is goed met de pollepel. Ze kookte altijd de sterren van de hemel en heb heerlijke herinneringen aan onze eetmomenten. Rond mijn tiende begon er echter iets te knagen. Dieren, vrienden, gelijkheid, eten. Ik begon me te beseffen dat er iets moest sterven zodat ik kon eten. Ik begon echter te twijfelen aan de noodzaak daarvan en kwam op een dag thuis en zei resoluut ‘ik word vegetariër’. Mijn ouders knikten liefdevol en mijn moeder verwijderde het dagelijkse stukje vlees uit mijn dieet. Ze ging op zoek naar vervangers en ik kreeg mijn eigen groentepotje. Ze deed dat heel goed tot het moment dat ik zelf nieuwsgierig begon te worden naar de mogelijkheden van de vega keuken. Ik had interesse in koken, ging naast mijn moeder voor het fornuis staan, was geïntrigeerd door mijn moeders kookkunsten en wilde vooral alles weten over de voedselindustrie. Ik beet mij vast in de herkomst van vlees, vis, zuivel, honing, ei, kaas, melk, etc. Hoe werd het geproduceerd? Hoe verliepen de Nederlandse subsidiestromen? Hoe was de voedselindustrie in het Nederland na de oorlog tot stand gekomen en waarom? Wat is een gezond dieet? Welke reclame campagnes werden en worden gesubsidieerd? Wat is waar? Wat zijn de voor- en tegenargumenten voor een plantaardige manier van eten en waarom? En zo langzaam maar zeker leerde ik meer en meer over het veganisme. Hoe meer ik leerde over de zuivelindustrie en hoe deze onlosmakelijk verbonden is met de vleesindustrie, over dieren in de natuur en over de kracht van planten hoe meer ik ook zuivel, kaas en ei uit mijn dieet begon te schrappen en hoe meer ik dus met planten begon te experimenteren als voedsel. Tot ik rond mijn twintigste erachter kwam dat ik volledig plantaardig at. Dat voelde goed en ik vond het leuk om met deze keuken te experimenteren. Ik greep terug naar mijn moeders recepten en begon deze te veganizeren. Dat werkte en mijn familie begon mee te eten. Het was lekker, dus waarom niet was het credo. Mijn moeder en ik waren gek op Engeland, op Engels antiek en op de afternoon teas. Al snel moest ook die laatste eraan geloven en kreeg het van mij een vegan sausje. Ik begon steeds meer vraag te krijgen naar zo’n dergelijke veggie tea om bij mensen thuis te serveren. Mijn tea service werd snel daarna geboren. Dit was het begin van mijn avontuur als vegan activist en ondernemer. Hieruit volgde nog een vegan cupcake bedrijf en dat transformeerde uiteindelijk in The Dutch Weed Burger. Iets heel anders dan een cupcake, maar nog steeds eten, nog steeds vegan en nog steeds een manier om mensen te inspireren de plantaardige keuken te omarmen via de maag. Tussendoor studeerde ik aan de stylingacademie in Amsterdam. Ik was goed in het neerzetten van sferen en kon wel met de camera overweg. Dit resulteerde in een platform genaamd Veggie in Pumps. Ik lanceerde dat platform precies rond de tijd dat Al Gore zijn Inconvenient Truth uitbracht waarmee de deuren naar duurzaamheidsland werden geopend en een uitgever mijn werk spotte. Dat was het begin van mijn carrière als boekenmaker. Veggie in Pumps was mijn eerste boek waarna er nog velen volgden. Als ik terugkijk dan zie ik dat mijn ouders heel belangrijk zijn geweest in de vorming van mij, als iemand die kiest waar zij in gelooft en het creëren van mogelijkheden. Mijn vader zegt altijd, geld hebben we niet, maar wel spullen. Hij raapt nog altijd boutjes en moertjes van de straat en heeft me altijd laten zien dat je alles kan maken, als je er maar in gelooft. Mijn moeder is ontzettend goed in styling, sfeer en lekker koken. Ik zal nooit zo goed als zij kunnen koken, maar ik probeer nog altijd in de buurt te komen. Dat samen met een goede dosis discipline van mijn kant heeft me altijd gedreven om te blijven creëren, schrijven en het verhaal te vertellen waar ik zo gepassioneerd over ben. De prachtige, kleurrijke en liefdevolle plantaardige keuken. Mijn moeder werd op haar 50ste vegetariër en is nu zo goed als veganist. Mijn vader eet veelal vegetarisch en let ontzettend op. Van hem hoeft het ook allemaal niet zo. Zijn ontbijt is iedere ochtend een smoothie met havermelk. Dat maakt me een trotse dochter.
Wat doe je op dit moment? Waar ben je mee bezig?
Letterlijk, vandaag, leg ik de laatste hand aan een nieuw boek dat ik samen met mijn uitgever (Kosmos) en beste vriendin (Maartje Borst) aan het maken ben geweest genaamd Man.Eat.Plant., waarin we een heerlijke stoere plantenkeuken in de spotlight zullen zetten. (now we are talking girl!) Tevens werk in aan de vertaling voor een buitenlandse uitgave van mijn recent verschenen boek The Plant Pharmacy en ben ik workshops aan het uitzetten voor volgend jaar in het kader van kruidengeneeskunde (waar ik een aantal weken geleden voor ben afgestudeerd). En er lopen wat leuke marketingdingetjes en plannen voor Ecofabulous koken in alle seizoenen. Daarnaast ben ik druk met de tuin en alles wat daarin gebeurt.
Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.
Wat een vreselijk moeilijk, maar ook leuke vraag. Ik kan daar niet eenduidig over zijn. Was ik fotograaf geworden of juist vegan dierenarts? Was ik de wereld rond gaan zwerven in de voetsporen van mijn kruidenheld Juliette de Bairacli Levy of dansdocent? Ik denk dat ik toch fotograaf was geworden om met mijn camera het verhaal van het dieren- en plantenrijk te vertellen.
Recepten verzinnen is niet makkelijk, ik tob er zelf ook vaak mee. Zeker als je vegan wilt koken. Hoe doe je dat?
Vanuit het niets iets bedenken vind ik ook lastig. Maar mijn truc is dat ik veganizeer. Ik kijk naar wat ik vooral vroeger lekker vond en mijn moeders keuken en haal daar het dier uit en stop er plant in. Dan nog wat fine-tunen om het helemaal in balans te krijgen en klaar. Zo kan ik eindeloos doorgaan.
Ken jij vegan kok Daniela Cicione? Ik vind haar heel inspirerend, omdat zij wat toevoegt i.p.v kopieert. Een beetje hetzelfde als jouw burger. Ken je het blad Ossigeno?
Prachtig werk door die dame. Heel inspirerend en bijna als schilderijtjes zijn haar gerechten. Ik houd heel erg van haar werk. Het blad ken ik niet.
foto: cover Groente uit zee.
Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een (kook)boek voor jou?
Ik vind de PR erna vaak een uitdaging. Tijdens het schrijven leg ik mijn ziel en zaligheid in zo’n boek. Al mijn tijd, energie en creativiteit vloeit door in het boek dat vorm krijgt. Dan is het af. Pfieuw. Heerlijk. Hèhè. Wat een geschenk. Maar dan begint het pas. De wereld ermee laten kennismaken. Soms voelt dat als leuren. Ik kan een keer vertellen hoe blij ik ermee ben en daarna moeten mensen het gaan proberen. Maar in de snelheid van alle dag en de social hypes is het een uitdaging om dat hoog te houden. Er is zoveel en mensen worden continue geprikkeld en verleid met moois van anderen. Daar binnen een plekje vinden waarbij ik bij mezelf blijf, authentiek spreek en tegelijk mijn werk onder de aandacht blijf brengen is continue in beweging en continue een uitdaging. (Ik ken het verschijnsel)
En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?
Het creëren van een mini wereld waarin ik alles kwijt kan of nou ja alles, in ieder geval waarbinnen ik kan vertellen wat me op dat moment het meeste boeit, raakt en beweegt. Daarnaast schrijf ik niet alleen, ik doe ook de fotografie en dat laatste vind ik een meerwaarde omdat ik dan echt helemaal zo’n boek tot leven kan laten komen. Een boek voelt dan als een stukje van mij aan de wereld; het is heel privé en persoonlijk en tegelijk publiekelijk.
foto: Dutch weed burger.
Hoe is jouw fascinatie voor zeewieren ontstaan?
Na het bijwonen van een prachtige en indrukwekkende lezing van oceaanbeschermer Dos Winkel in 2009 werd het mijn missie om de plantaardige keuken te verrijken met zeewier en deze bijzondere zeegroente op de Nederlandse kaart te zetten. Met Dos maakte ik dan ook mijn eerste boek over zeewier genaamd NON*FISH*A*LI*CIOUS en ik werd verliefd op dat bijzondere groene plantje uit zee.
Zeewier in combinatie met de plantaardige keuken creëert een killer combi en kan antwoord geven op grote wereldse thema’s en ervoor zorgen dat voedsel eerlijker wordt verdeeld. Daarnaast is deze manier van eten zeer efficiënt als het gaat om het gebruik van natuurlijke bronnen, het bespaart een hoop dierenleed en is ondersteunend voor het menselijk lichaam.
In 2012 ontwikkelde ik samen met Mark Kulsdom The Dutch Weed Burger, een 100% plantaardige hamburger met zeewier. De combinatie van plant power met zeewier bleek inderdaad een groot succes. Door mijn liefde voor alle prachtige noten, granen, peulvruchten, zaden, groente, fruit, kruiden en wieren die er te vinden zijn, ontstond er een verlangen een mooi boek te maken over algen en wieren. Na heel wat experimenteren in de keuken en smaaktesten met zeewier voelde ik dat dit boek gevuld moest worden met overheerlijke gerechten die de lezer op een subtiele manier zou laten kennismaken met bijzondere wieren, zilte groente en microalgen.
In samenwerking met stylist Roos Rutjes, Stichting de Noordzeeboerderij en uitgever Kosmos hebben we toen Groente uit Zee gemaakt; en kleurrijk en informatief boek waarin je alles leest over zeewier: over groei, de soorten en de samenstelling, tot informatie over voedingswaarde en bereidings- en aankoopadviezen. En natuurlijk kun je zelf aan de slag met 50 heerlijke plantaardige recepten.
Staan er nog andere projecten op stapel?
Jazeker en ook even niet. Na 7 jaar aan The Dutch Weed Burger te hebben gewerkt, de afgelopen 10 jaar 10 boeken te hebben gemaakt en zojuist te zijn afgestudeerd als fytotherapeut merk ook ik dat het fijn is om even te kijken wat er beweegt rondom dit alles. Na de lancering van Man.Eat.Plant. in september zal ik even meer gaan aanschouwen wat er beweegt in de wereld en hoe ik mijn kwaliteiten ten goede kan inzetten om daarvoor ondersteuning te bieden.
Moeilijke vraag, wat vind jij van al die vegean bloggers met keer op keer dezelfde recepten? Ik heb nu al die pannenkoeken, shakes en groentepasta wel gezien.
Ik begon als ondernemer en activist toen dit fenomeen nog niet bestond. Ik moest het doen met een flyer hier en daar, op markten staan, lezingen geven en echt mond tot mond reclame. Dat was mooi, maar maakte het ook moeilijk om versneld een grotere groep mensen te bereiken. De missie van de gemiddelde veganist is immers, de wereld informeren aangaande gruwelijkheden achter vlees en zuivel en inspiratie bieden rondom de smakelijke potentie van de plantaardige keuken. Ik voelde me meer dan eens teleurgesteld in de traagheid waarmee de wereld leek te veranderen. Dat werd echter anders toen de wereld van blogs en social media opkwam. Ineens konden mensen die aanvankelijk ook een bijdrage wilde leveren aan deze beweging met een keuken en een scherpe pen verschil maken en bijdragen aan dat wat hun zo aan het hart gaat. Ik kan dat heel goed begrijpen en waarderen en ben dankbaar dat ze er zijn. Ze bereiken namelijk weer hun eigen doelgroep en kunnen zo zorgen voor een versnelling. Dankzij hun heeft het veganisme, wat echt een diepzinnige doordachte visie is op de wereld en zijn wortel heeft in compassie, in een sneltreinvaart bekendheid krijgen. Echter houd ik van kwaliteit en voel al langere tijd dat het ook belangrijk is dat ook deze keuken zich blijft vernieuwen. Dat we elkaar blijven uitdagen om de kwaliteit te verhogen, de smaak te verrijken en de inhoud te verbeteren. Stiekem hopen we dat met ons boek Man.Eat.Plant. te doen. Wicked Healthy doet dat ook goed. Geen vleesvervangers maar stoere groente, echte smaken en goede technieken.
Wat vind jij een goddelijke maaltijd? Waar moet die aan voldoen.
Umami! Er moet umami in aanwezig zijn. (En het moet natuurlijk plantaardig zijn.) Na mijn avontuur met zeewier weet ik wel het een en ander over umami en daarmee ook wat er vaak ontbreekt in de vegan keuken. Zoet, zuur, zout en bitter is wel vertegenwoordig, maar umami wordt vaak over het hoofd gezien terwijl juist dat ervoor zal zorgen dat een gemiddelde vleeseter ook zal zitten te smullen van het plantaardige maal dat je serveert. Daarom vind ik de chefs Celine Steen en Derek Sarno zo ontzettend goed voor deze beweging. Zij begrijpen umami en begrijpen hoe je alle smaken goed kunt vertegenwoordigen in een plantaardig gerecht om zo toch een krachtig bord eten kunt komen.
En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?
Het begint bij vegan en biologisch, en eigenlijk het liefst Vin Nature. Mijn lief heeft mij een aantal jaar geleden Vin Nature voorgeschonken. Eerst dacht ik ‘paardenstal’ daarna wilde ik nooit meer anders. Verder merk ik dat ik snel een voorkeur heb voor Tempranillo en Sangiovese. (rood dus)
Wat lust je echt niet en waarom niet?
Hmm lastig. Ik lust alles wel, maar heb wel voorkeuren. Liefst geen pastinaak. Ik weet niet precies waarom, maar wij gaan niet goed samen.
foto: cover Plant Pharmacy.
Waarheen ga je het liefst naar op reis?
Ik hou niet van vliegen (milieu enzo), dus probeer Europa via aards transport zoveel mogelijk te ontdekken. Van Schotland, Engeland, Tsjechië, Scandinavië, Italië, Spanje, Zwitserland. Tja. Het maakte me niet zoveel uit. Ik hou van schoon water om in te zwemmen, mooie bloemenweides met kruiden en goed eten. Dat laatste regelen we meestal zelf door te koken met producten van lokale bio markten of we zoeken wat in de buurt via www.happycow.com – wat altijd een leuk avontuur oplevert.
Nu een heikele vraag, een bijproduct van alle zuivel en eieren, gegeten door vegetariërs is dat er jaarlijks heel wat bokjes, haantjes en kalfjes nutteloos worden geboren. In die zin vind ik vegan eerlijker t.o.v. van het dier. Wat is jouw visie?
Ik kan daar heel lang, breed en diep over uitweiden, heb mijn research gedaan en tegelijk kan ik er kort over zijn en aangeven dat precies om die reden ik vegan ben geworden. Het vegetarisme is wellicht een stap voorwaarts, maar het creëert nog altijd lijden. Ik zeg dat niet om vervelend te zijn, het is een feit. Helaas. Johnas van Lammeren – beste raadslid van Nederland – verwoordt het zo helder in ons boek Man.Eat.Plant. – ‘Veganisme biedt oplossingen voor vraagstukken waar het vegetarisme geen raad mee weet. Het mooie van veganisme is dat je de hele dier-industrie links laat liggen, en dat je daarnaast ook andere wereldproblemen aanpakt’. Dat er vervolgens zoveel moois uit voort is gekomen voor mij persoonlijk (mijn gezondheid verbeterde, ik kan een steentje bijdragen in het ondersteunen van de natuur en het milieu, ik draag niet bij aan dierenleed en ik ben op smaakavontuur gegaan) had ik nooit durven dromen.
Wil je nog iets anders vertellen….delen?
De mindset achter het veganisme verspreidt zich in rap tempo. Waar vegans 10 jaar geleden nog werden weggezet als gekkies, wordt deze lifestyle en het gedachtegoed erachter steeds meer omarmt, belicht, onderbouwd en serieus genomen. Gelukkig maar want de aarde verandert in rap tempo en het is hoog tijd voor een manier van eten die zowel de natuur, de planten, de dieren, als de mens kan ondersteunen.
Wil je vandaag ermee aan de slag, maar oh help, je hersenen willen niet mee, want ze denken nog in vlees, vis, zuivel? Dat is helemaal niet gek. Je moet anders leren denken. Help jezelf wederom door jezelf goed te informeren en te weten dat tegenover de +/- 6 dieren die over het algemeen geconsumeerd worden, ontelbaar veel groenten en plantaardige opties staan. Dus hieronder alvast een kort lijstje ter inspiratie:
Melk? Denk aan al die mooie plantbased melksoorten, die er zijn: haver, amandel, rijst, soja, kokos, etc. Probeer het gewoon.
Kaas? Ja dit is een dingetje he? Maar dat is gelukkig ook in opkomst. Vegan kaasjes zijn al op de markt en oh my ik kan je alvast vertellen…hier gaat echt een giga markt voor aangebroken worden…goede vegan kaas gaat massaal komen en dat gaat rocken?! (binnenkort is de vegakaas van Cicione te koop bij EKO plaza)
Ei? Maak een tofuutje scrambled. Tofu scrambled? Ja, briljant, tofu verkruimelen en goed op smaak brengen (Kala Namak baby, Kala Namak). Recept please: lang leve Google en als je mijn boek Plant Power hebt, daar staat een versie in, evenals in het toekomstige Man.Eat.Plant..
Room? No problemo. Denk haver-, amandel- of sojaroom.
Yoghurt? Denk eens aan soja- of kokosyoghurt. Yum.
Roomboter? Er bestaat plantaardige boter, geen zorgen. (Zoek wel even zonder palmvet en anders gewoon geen boter en in de pan een lekkere plantenolie.) Wel eens koolzaadolie geproefd? Die van Brassica is goud!
IJs? Er bestaat super lekker vegan ijs. Gewoon even zoeken. Of vraag om sorbetijs (een echte sorbetje bestaat enkel uit fruit, water en suiker).
Vis? Waarom ook alweer? Omega? Vissen maken geen omega aan, ze krijgen het binnen door het eten van algen. Beter dus direct die algjes eten. Denk aan zeewier, spirulina en chlorella. Lees er alles over in Groente uit Zee.
Vlees? Je wilt waarschijnlijk vooral op iets kauwen en je wilt waarschijnlijk dat het juicy is. Ga op zoek naar vleesvervangers, pimp je tempé en ontdek seitan. Kook in wijn, knoflook en kruiden. Bak in je paddenstoelen in kipkruiden. Gebruik shoyu om af te blussen. Wees alert dat je op een avontuur gaat. Het ene zul je wel lekker vinden, het andere niet. Schrijf na 1 poging niet gelijk al het andere af. Waarschijnlijk vond je rauw vlees ook niet echt lekker, dus aan de slag met smaak en bite.
Honing? Prachtig spul en voedsel van de bij, die het harder nodig heeft dan wij. We hebben trouwens genoeg ander mooi spul te eten.
Duur? Shop in het seizoen, denk ook aan bulk. Daarnaast planten zijn echt niet zo duur.
Smaakloos? Umami baby! Boost those veggies with it. Denk aan veel knoflook, gebakken ui, tomaat, gerookte paprikapoeder, gerookt zeezout, gistvlokken, shoyu, zeewier, etc. Oh ja en Kala Namak = magic, zeker voor dat tofuutje scrambled. Onmisbaar!
Alles anders? Hmm beetje. Blijf gewoon bij je favoriete maaltjes en veganizeer ze. Haal het dier eruit en stop plant erin. Zo simpel kan het zijn!
foto: Happy Pear lasagne van restaurant Pressroom.
Het recept.
Wat een doorwrochte antwoorden. Dank je wel Lisette voor alle informatie in je antwoorden. Ik ben erg benieuwd naar je nieuwe boek Man Eat Plant, omdat ik inderdaad soms de wat stoere connontatie mis bij vegan eten. Ook ben ik erg onder de indruk van je wierenverhaal, dat ik al eens eerder hoorde tijdens een lunch met de Happy Pear broers. Je gerecht is dan ook gebaseerd op hun lasagne, die ik eens bij The Pressroom van het INK hotel at. Echter zij maken hem van alleen groente en crumbled cashew kaas. Voor jou vervang ik die door de cashew kaas van Cicione en ik vul de lasagne aan met wat cantharellen of wilde bospaddenstoelen, voor de noodzakelijke bite en umami. Het is tenslotte cantharellen seizoen. De rode wijn erbij is een biologische Morellino di Scansano uit de Maremma, het wilde Westen van Toscane. 100% sangiovese druif en gemaakt door het oudste Italiaanse biobedrijf Fattoria La Vialla.
Nodig voor 6 tot 8 personen:
1 grote knolselderij, circa 1 kg
4 eetlepels olie
zeezout
1 middelgrote zoete aardappel (400 g)
1 middelgrote ui
4 tenen knoflook
1 rode chilipeper
200 g geschoonde cantharellen
1 courgette
5 zongedroogde tomaatjes
1 blad laurier
1 dl rode wijn
2 blikken tomatenblokjes
100 g tomatenpuree
1 1/2 el vegan agavestroop
1/2 tl zout
1/4 tl gemalen peper (mag van mij ook uit de losse pols)
Voor de cashewroom:
200 g rauwe cashewnoten
3 dl water
sap van 1 limoen
1 dl groentebouillon
1,5 dl neutrale olijfolie
1 tl zout
1/4 tl gemalen zwarte peper
50 g verse basilicum
Stukje cashewkaas (Eko Plaza)
Bereiding:
Week de cashewnoten 30 minuten in 3 dl water. Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius. Schil de knolselderij en snijd hem in lange repen, als lasagnevellen, van ongeveer 1/2 cm dik. Meng deze met 1 eetlepel olie en een snufje zout en leg ze op twee bakplaten. Schrob de zoete aardappels schoon en snijd hem in kleine stukjes. Meng deze goed met 1 eetlepel olie met een snufje zout en leg op een derde bakplaat.
Bak de knolselderij en de zoete aardappel 25 minuten, of tot ze zacht zijn. Haal ze uit de oven, maar laat die aanstaan. pel de ui en knoflook en hak deze grof. Snijd de chilipeper fijn en verwijder de zaadjes als je niet van scherp houdt. Snijd de cantharellen en de courgette in dunne plakjes. Snijd de zongedroogde tomaatjes heel fijn.
Doe 2 eetlepels olie in een grote pan op hoog vuur. Bak daarin de ui, de knoflook en de chilipeper 4 minuten onder geregeld roeren, tot de knoflook goudbruin is en de ui doorschijnend. Voeg de courgette en het laurierblad toe en bak alles onder geregeld roeren nog 5 minuten. Bak in een aparte pan de catharellen en voeg deze later los toe. Voeg de rode wijn toe en kook deze 2 minuten in. Voeg de tomatenblokjes toe, de tomaten puree, de zongedroogde tomaatjes, de agavesiroop. Breng op smaak met wat zout en peper. Doe de gare zoete aardappel bij de tomatensaus. Breng het geheel aan de kook en laat de saus onder af en toe roeren kort pruttelen. Het moet tenslotte geen pulp worden
Giet en spoel voor de cashewroom de geweekte cashews af. Maak ze in een blender samen met de overige ingrediënten (ook de basilicumstelen) voor de cashewroom heel glad. Schep de helft van de cashewroom in een grote ovenschaal. Leg hier de helft van de gebakken knolselderij op en schenk daar alle tomatensaus over. Maak met de resterende knolselderij nog een laag leg hier wat cashewkaas en de cantharellen tussen, weer wat tomatensaus en eindig met de cashewroom en wat verkruimelde cashewkass. Bak de lasagne 15 minuten, tot de cashewroom is gestold en de lasagne er mooi gebakken uitziet.
Video: zelfs reuzel kun je veganiseren, aldus Lisette Kreischer.
Ecofabulous, Lisette Kreischer (ISBN 9789492086662) is een uitgave van Orlando en kost € 19,95
SOIL of Amsterdam, aan de drukke en immer hipper wordende Bilderdijkstraat, op een steenworp van het Kwakersplein, startten de twee vrienden Remco Groeneveld en Gustavo Bottino onlangs SOIL of Amsterdam. Een restaurant en take-away, waar je van heerlijke, duurzame, seizoensgebonden, plantbased en lokaal geproduceerde gerechten kunt genieten. Met een goed glas wijn of biertje erbij.
De twee heren studeerden in Californië, waar al sinds 2004 veel van dit soort concepten op horecagebied uit de grond schoten, waarbij duurzaamheid en lokaal geteelde groenten de basis vormen voor de gerechten. Met als vaandeldrager het beroemde Chez Panisse in Berkeley. Zoiets als SOIL was er tot nu toe niet in Amsterdam. Het bracht healthfood lover Groeneveld en levensgenieter Bottino op een idee.
Een ruimte werd gevonden, de tuin werd opgeknapt en in het midden van deze leuke plek is de open keuken, waar al hun sandwiches, ontbijtjes en bowls worden bereid door kok Guillem Francis. En dat deze kok creatief is met soulfood proefde Gereons Keuken Thuis op een zomerse dinsdagavond.
foto’s: bowls & breakfast.
Het concept van de bowls is heel simpel. Je kiest een warme geheel plantaardige bowl met klinkende namen als New Orleans of Peanut Curry bowl, waarin de namen verwijzen naar de homemade smaakmakers, een muur vol. De basis is rijst of lokaal geteelde quinoa. En natuurlijk veel groenten. Mocht je niet behept zijn met only vegan, biedt SOIL ook nog wat extra proteïnes in de vorm van Nederlands rundvlees, duurzame kip of eieren uit Barneveld. Bijzondere extra’s komen uit de potten met homemade pickles.
foto: sandwich met gegrilde groente.
Daarnaast serveert SOIL leuke sandwiches zoals de Greeky of een sandwich met gegrilde groente. Salades zijn er ook te kust en te keur, net als lekkere ontbijtsuggesties. Keuze te over dus, al dan niet met een biertje of glas wijn (ik proefde een heerlijke Tourraine, fris en zomers) en een vrolijke selectie aan lekkere non alcoholische consumpties. En dat alles tegen schappelijke prijzen.
foto’s: wijn en de pickle wall
Je vindt SOIL of Amsterdam aan de Bilderdijkstraat 141 hs in Amsterdam. Geopend van maandag tot vrijdag van 8 tot 22 uur. En op zondag van 8 tot 20 uur. Drop by zou ik zeggen.
Tijdens de culiperslunch op 9 april jl. raakte ik aan de praat met een man strak in het pak. Hij vertelde van alles over het restaurant El Qatarijne, waar ik al zo vaak langs ben gelopen. Maar nooit van bedacht heb wat zich daar nu afspeelde. Totdat ik het mooie boek Aytems van Inspiratie van Ayt Erdogan las. De man in pak was Gult de jongere broer van mijn zomergast Ayt Erdogan. Deze chef heeft een grote voorliefde voor de Ottomaans Mesopotamische keuken en is een ster in creaties te bedenken, die niet zouden misstaan in het serail van de Sultan. Hij is mijn volgende zomergast voor mijn serie Talk & Table. Ik wil alles van hem weten en beloon Ayt dan met een speciaal, wie weet een Byzantijns recept met een bijpassende wijn. Ga mijn best doen.
Wie is Ayt Erdogan. Vertel eens iets over jezelf?
Geboren in het Gooi, eigenlijk geworteld in een typische gastarbeidersgezin. Daarom ben ik ook mijn ouders dankbaar voor de kansen die zij hebben gecreëerd en schatplichtig aan het land dat me heeft gevormd en uiteraard de volwassenheid introk. Eerlijk gezegd, werd de basis voor mijn culinaire identiteit gelegd bij ons thuis in Hilversum met de homemade cuisine van mijn lieve moeder. Deze thuisbereidingen zijn onder mijn huid gekropen. Wat mooi hiervan is dat, wat ik van thuis heb meegekregen, schotel ik mijn gasten voor, maar dan innoverend, eigentijds en des Ayts.
Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?
Begin 2016 was restaurant El Qatarijne een feit, een prachtig concept in het hart van Utrecht. Vernieuwend, fris en met potentie. Samen met mijn compagnons hebben we iets kunnen neerzetten dat er in de Domstad nog niet was. Alles staat of valt met een gepassioneerde brigade, wat dat betreft: alleen kan je niets! Mijn keuken laat zich omschrijven als een spannende cross-over tussen Oost en West met een glansrol voor de Ottomaanse- en Mesopotamische keuken en een subtiele toepassing van oosterse ingrediënten. En mijn bezig zijn met dit alles, is kort samengevat, een wereld aan inspiratie die ik graag inhaleer.
Vertel eens iets over je interesse in koken? Hoe is die ontstaan?
Ben er eerlijk gezegd mee opgegroeid, mijn grootste inspiratie bron (mijn moeder) was een instellingskokkin. Mijn oudste broer was een pizzaiolo, al op vrij jonge leeftijd. Mijn oom was met horeca bezig in Turkije. Rond mijn negende levensjaar vertrok ik met mijn oudste broer (toen vier jaar ouder dan ik) naar Bursa in het noorden van Turkije, waar wij beiden een jaar op een kostschool verbleven. Daar ontdekte ik dat ik kok wilde worden. De aanblik en de geuren van het eten: tomaten, netmeloenen, bergtijm en granaatappels maakten een onuitwisbare indruk op me als kok in spe.
Wat zou je doen als je één keuze had tussen cuisinier zijn en een ander beroep? Wat was je dan geworden?
Dat zou ik heel snel, zonder lang na te denken beantwoorden, een links benige prof voetballer. Alleen kreeg in mijn beste tijd van het voetballen een enkel breuk.Toen was het wel snel over. Kookte toen ook al, en dacht van nu stort ik me op een ding en dat is koken!!
foto: Saltimbocca moderno
Jij bent van veel markten thuis. Ondanks dat je basis de Ottomaanse keuken is, deins je er niet voor terug om te koken met bijvoorbeeld Noordzeetong, Franse rattes of Japanse producten Elke keer een nieuwe creatie. Volgens mij heb jij een groot register aan smaken in je hoofd. Hoe doe je dat?
Dit vind ik een hele mooie vraag Gereon! Heb natuurlijk de Franse kant lang bij Alain Caron kunnen leren, daarmee mag van geluk spreken. Wat betreft de Hollandse vissoorten uit de prachtige Noordzee heb ik mogen genieten bij Jon Sistermans, Jan De Wit en korte tijd bij Lucas Rive. De oriental moves and skills heb ik te danken aan Annemarie Wortman van destijds The Tides Duinlust, een fantastische spa, medical centre met arjuvedische 5 elementen cuisine. Veel van mijn creaties zijn echter te herleiden tot mijn moeder: zij legde de basis voor mijn culinaire identiteit.
Dus eigenlijk combineer ik mijn moeders keuken qua flavours met de technieken van mijn grootmeesters waar ik in dienst ben geweest. Zo ontstaan uiteindelijk die triggerende combinaties.
foto: kunstenaar Ayt aan het werk.
Wat is minst aantrekkelijke kant van in de keuken staan voor jou?
Eigenlijk deugt het in de keuken aan alle kanten, alles heeft zijn charmes. Als ik alleen toch iets zou moeten noemen? Dan noem ik tegenwoordig al die overdreven diëten, die worden gehanteerd. Begrijp me absoluut niet verkeerd. Als er serieus diëten of allergieën zijn dan zou ik daar voor dik en dun gaan. Maar al die verzinsels of toevallig rages heb ik niks mee. Soms voel mezelf net of ik in het UMC werk op sommige avonden! (ik, Gereon, ken dit verschijnsel van kookworkshops, als er één schaap begint te melden dat hij of zij een dieet heeft volgen er altijd meer)
En wat is de meest aantrekkelijke kant van in de keuken staan voor jou?
Ook weer vrijwel de zelfde antwoord als net, alle kanten zolang je maar vrij wordt gelaten als kok in je creaties, dan staat er een ongekende beleving voor je te wachten. Ben ik van mening. Werk heel graag met heel veel vis en bijzondere patisserie vaardigheden. (dat zie je in je mooie boek!)
Wat ik zo leuk vind is dat jij veel samenwerkt met familie, dat vond ik zo mooi in het boek. Jullie lijken altijd plezier te hebben. Kun je daarover vertellen?
Jaaaaa!, dat is het allermooiste wat er is. Het is warmbloedig, het is niets anders dan vroeg van huis met zijn allen en dan op de zaak aankomen in je andere, 2de thuis als het ware. Het is zo mooi, mijn twee zoons in de service, mijn vrouw als gastvrouw of placeren van onze gasten. Mijn jongste broertje de maître voor aanzicht en zelfs mijn jongste schoonzus helpt fantastisch, ook op de zaak zijn we weer één grote familie.
Staan er nog momenteel andere projecten op stapel?
Er staan inderdaad wat mooie vooruitzichten op stapel. Ten eerste ben ik momenteel een mooi innoverend Italiaans concept aan het coördineren als createur en signatuurchef. Er is nog een ander wereldwijd concept dat ik ga opzetten( daar mag ik nog niet veel van zeggen) en er is ook nog culinaire televisie in aantocht, in waarschijnlijk, 2019! En heel veel in de verte is mijn droom om een kookacademie te beginnen voor mijzelf.
Wat ik zo bijzonder vond is de band met je ouders, speciaal met je moeder. Zij is bijna je muze wat betreft de Turkse keuken. Kun je hier meer over vertellen?
Haar reactie, toen ik kenbaar maakte kok te willen worden, klinkt nog steeds in mijn oren: Als dit is wat je wilt, ga er dan voor de volle honderd procent voor anders kun je het net zo goed laten. Koken is meer dan alleen maar in de pan roeren: het is emotie! Stop liefde in je eten, respecteer je leermeesters, koester je talent en probeer vooral niet braaf te koken vertelde ze dan vaak! (Dat is mooi gezegd van je moeder!)
foto: Anjouduif met Turkse koffie.
Wat vind jij een goddelijke maaltijd?
Het zijn er meerdere, ik zal er drie vertellen: rogvleugel echt puur op zijn Hollands met beurre noisette, kappertjes en bruine suiker. Iskender, een kebab gerecht uit Bursa dun gesneden vlees met tomatenjus en krokant gegrilde lavas brood. Anjou duif uit Loire, gebakken ganzenlever, witte zoete aardappel crème, morieljes en jus van gevogelte en Turkse koffie. ( Ik las dit mooie Byzantijnse recept in je boek!)
En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?
Ben qua wijn zelf wel wat klassieker. Ik hou meer van Frans, dan is het Bourgogne, Midden oosten vind ik Musar zeker ook heel mooi! Prachtige wijn uit Azerbeidzjan is de Savalan Chardonnay en als laatste, uit de roots: het wijnhuisVinkara met zijn Narince
Wat lust je echt niet en waarom niet?
In principe eet ik alles, behalve, van huis uit, eet ik absoluut geen varkensvlees! En om daarnaast nog iets te noemen van vroeger, wat moeizaam door mijn keel gaat, zijn okra’s.
Waarheen ga je het liefst naar op reis?
Dat benoem ik altijd als “ De mooiste ontmoetingen zijn ontmoetingen die culinair gedurfd zijn…’’ voor mij! Heel mooi vind ik Cappadocië, dat in de richting Centraal Anatolië ligt (inspiratiebron ook). En ben verliefd op Toscane, ook Siena! En vond Sao Paulo ook een fascinerende stad toen ik er voor een weekje op stage was (DOM)
foto: mooie Lavas garni creatie
Ik vind je band met Utrecht ook bijzonder. Zelf ken ik deze stad niet zo goed, wat vind jij er zo leuk aan?
Utrecht kan wel wat culinaire reuring gebruiken…waar Maastricht met gemak sterrenrestaurants ophoest, is Utrecht bepaald geen hofleverancier van Michelinsterren of Bibgourmands (enkel Elvi). En de rapporteurs van Lekker knopen hun jas nog eens stevig dicht als ze domstad passeren: perifeer gebied. Het staat buiten kijf dat Utrechters van een feestje houden (zie Le Grand Depart 2015) en concerten, muziekfestivals kunnen waarderen, Tivoli Vredenburg zorgt geregeld voor muzikale opschudding. De stad heeft veel in zijn mars: 2017 werd Utrecht door UNESCO gekozen tot City of Literature en de universiteit van Utrecht werd tot vervelens toe uitgeroepen tot beste onderzoekingsuniversiteit van Nederland. Maar zo innig als men de wetenschap omarmt, zo beschroomd is men als het om gastronomie gaat. De vlammen slaan er niet uit om het zo te zeggen.
Wil je nog iets anders vertellen….delen?
Ja, graag zelfs. Zeg niet dat het morgen er zal zijn (Michelinster) Maar weet van collega’s van hogere segmenten of culinaire journalistiek, dat we in twee jaar tijd erin geslaagd zijn El Qatarijne een nieuw leven hebben in te blazen. Vooral met de flavours van onze roots, onbekende specerijen, waarmee we de hoge verwachtingen in balans kunnen brengen of juist culinaire lef tonen.
Daarmee wil ik laten zien, dat we potentie tonen en op zeer hoog niveau strijden, culinair gezien dan. Daarom vind ik de uitlating wij gaan voor een Michelinster, eigenlijk heel vreemd! Nee, we gaan voor een totale beleving, maar wel met cachet en met culinaire lef, zeker met het hele team voor het professionele totaalplaatje. Het komt heel zelfverzekerd over, misschien, maar wij geloven erin. En… als er nieuwe gasten zijn geweest en die iets hebben beleefd. Dan gaat het ons ook lukken om ook hen (van Michelin) erin te laten geloven. Zeker weten!
Culinaire groet, Ayt
Hartelijk, eindeloos dank voor deze fantastische mogelijkheid!!!!! Graag gedaan Ayt!
foto: Ayt met glazen bol
HET RECEPT.
Als ik naar de antwoorden van Ayt Erdogan op mijn vragen kijk en zijn stijl van koken in Aytems of inspiratie bezie, ligt er voor mij een grote uitdaging in het verschiet. Grasduinend door mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis, (Ik stuur je snel eens het E book ervan Ayt) kwam ik mijn Belgische amuses uit 2011 tegen. Ik heb ze iets aangepast aan de smaken van de Levant, een tikkeltje meer zoet, meer spice en wat tzatziki ter verkoeling. Ik hoop dat Ayt het kan waarderen.
Vandaag ga ik twee tartaartjes maken als amuse. Eén van gemalen runderbiefstuk, overigens is eendenborst, heel vers ook lekker en een tartaar van gerookte kipfilet. Je kunt met dit soort amuses eindeloos variëren. En deze hapjes vormen een feestelijke opmaat voor wat verder ter tafel komt. Een mooie koele Beaujolais Villages van domaine la Rizolière onderstreept deze hapjes. Het is tenslotte zomer.
foto: Gereons tzatziki voor bij de amuses.
Nodig voor 12 stuks:
150 gemalen biefstuk
1 tl sojasaus
1/2 tl worcestersaus
1/2 el olijfolie
1/2 sjalotje
1 lenteuitje
1/2 teen knoflook.
gehakte peterselie en bieslook
2 tl sumak
zout, peper
Bereiding:
Meng alle ingrediënten goed door elkaar. Maak er kleine balletjes van en rol deze door de gehakte kruiden. Serveer op een amuselepel.
Nodig voor 12 stuks:
150 g gerookte kipfilet, zeer fijngehakt.
1 el pijnboompitten
6 el granaatappelpitten
1 tl sherryazijn
1 tl hazelnootolie
2 el gehakte koriander
grof zout, peper
snuifje pimentón de la Vera
Bereiding:
Rooster de pijnboompitten en maal ze -niet te- fijn. Meng alle ingrediënten, behalve de granaatappelpitten. Verdeel deze tartaar over kleine amuseglaasjes met onderin de granaatappelpitten en erbovenop een dash tartaar.
Gereons tzatziki:
Nodig:
1/2 komkommer zonder zaadlijsten in fijne blokjes
3 tenen knoflook
gehakte dille
veel zwarte peper
een snuifje kerriepoeder
Griekse yoghurt 10%
grof zout
groene EV olijfolie
Bereiding:
Snijd de komkommer in kleine blokjes en doe in een vergiet. Bestrooi ruim met grof zeezout en laat een uur uitlekken. Spoel daarna de komkommer niet af want dan wordt hij weer nat. Pers de knoflook uit en meng met wat peper, kerriepoeder en olie. Roer de komkommer erdoor, de dille en Griekse yoghurt. Serveer op een bordje met een takje dille en druppels olijfolie.
foto: Oredek Kombinasyon.
Tot slot: El Qatarijne, East meets West is te vinden aan de Mariaplaats 24 in Utrecht,
Het is vandaag 1 juli, dag van de pastasalade. Een gerecht, dat met de zomerse temperaturen van vandaag niet misstaat. En we gaan dat weer wereldkundig maken op Facebook, Instagram en Twitter. Gereons Keuken Thuis maakt graag deze salade, overigens niets Italiaans aan, als een welkome aanvulling op het zomerse saladeprogram in SeaSpot of op mijn buitenbalkon. Bestaat er dan ook zoiets als een binnenbalkon? Ja, dat heet een loggia en de marahadja’s van Jaipur kenden deze erkers ook. Maar nu dwaal ik weer verschrikkelijk af, want het is de dag van de #pastasalade. Dus butta la pasta! Gooi je penne in de pan. Laat na het koken het goedje onder koud stromend water afkoelen en assembleren maar! Eindelijk eens niet koken, dat is de portee van de pastasalade.Voor bij je picknick in het park, bij de avondbarbecue of als lunchbox aan je bureel. Je kunt de pastasalade natuurlijk in een pot met een leuke strik doen, maar dat is niet zo mijn ding. Dat laat ik aan andere bloggers over. Gewoon op een schaal met een paarse viooltjes van mijn balkon erbij voor het plaatje.
foto’s: eerdere edities!
Zo maakte ik voor de 2015 editie een funky pastasalade, in 2016 een Portugese met pit en vorig jaar oh la la eentje met eend. Voor deze vierde editie bedacht ik een pastasalade integrale met vis uit blik, olijven en tomaatjes. Laten we het een koude putanesca noemen, maar dan als pastasalade. Heerlijk simpel en recht doende aan de kritikasters, die mij regelmatig beschuldigen van te fancy en te dure gerechten. We drinken er een frisse witte Lugana uit Lombardije bij. Ik zou zeggen assembleren maar! Dit is voor iedereen maakbaar. Allen een hele happy dag van de pastasalade gewenst!
foto: pastasalade en pastis.
Nodig:
300 g penne integrale
gehalveerde of hele zwarte olijven
2 el kappertjes
blikje tonijn op water
1 blikje sardines op olie
1 tl chilivlokken
3 tenen knoflook
grof zeezout
zout voor het pastawater
peper
bakje zoete kerstomaatjes
sap van een citroen
olijfolie
gehakte peterselie
Bereiding:
Kook de penne integrale in ruim water met een flinke dot zout beetgaar. Spoel af met koud water en laat afkoelen. Laat het blik tonijn uitlekken. Doe hetzelfde met de sardines, maar vang de olie op voor de dressing. Snijd de tomaatjes in halfjes. Pel de knoflook en hak deze fijn. Rasp wat schil van de goed gewassen citroen. Pers de citroen uit. Hak de peterselie fijn. Meng de pasta en alle ingrediënten, behalve de sardines door elkaar. Maak een dressing van 3 el olijfolie, 1 el olie uit het visblikje, chilivlokken en 2 el citroensap. Meng dit door de pastasalade. Maak op smaak met wat grof zout en wat peper. Garneer met sardines en zelf geplukte bloem.
Mediterrane zomer, wijn uit Libanon. Enkele weken geleden bezocht Gereons Keuken Thuis een masterclass en proeverij van Libanese wijn in Hotel Casa 400. Gastvrouw Ghislaine Melman had de wijnmakers van de Union Vinicole du Liban naar Nederland gehaald, om op deze zomerse maandag hun wijnen te promoten. En wat zijn dat er véél!
Libanon is één van de oudste wijnregio’s ter wereld, gelegen in de driehoek Kaukasus, Mesopotamië en Middellandse Zee. De Feniciërs maakten al wijn en verscheepten deze via hun haven Byblos naar de koloniën, die zij als zeevaarders stichten. 5000 jaar wijncultuur en -export. Zelfs een vermelding in het Oude Testament. Ook gaat de mare dat het wonder van de bruiloft in Kana, water in wijn veranderen, plaatsvond in Libanon. De Romeinen kwamen, stichtten de wijnstad Baalbek en verbeterden de wijnproductie, opgevolgd door de Byzantijnen. De Ottomaanse heersers stonden wijnproductie voor liturgische doeleinden oogluikend toe en in 1870 namen Franse Jezuïeten hun Franse druivensoorten mee naar het land, wat leidde tot een verbetering van de wijnproductie. Tot zover de geschiedenis, we maken een stap naar de huidige tijd.
foto: de wijnregio’s van Libanon
Libanon kent vier wijnregio’s, Batroun in het noorden van het land, Mount Lebanon in het midden, met aan de lijzijde de beroemde Bekaa Vallei, een groot waterreservoir en tenslotte het zuiden rond Jezzine. In Libanon overheersen de druivensoorten cabernet sauvignon, carignan, cinsault en syrah voor rode wijnen en van oudsher werd voor wit veel sauvignon blanc gebruikt. Andere witte druivensoorten zijn van recentere datum. Daarnaast kent Libanon twee witte inheemse cépages, obaideh en merwah, die behalve voor wijnen ook als basis dienen voor arak, de nationale drank voor aan de mezze tafel.
video: Chateau St. Thomas met de legendarische witte obeidah druif.
Ik kende alleen het emblematische huis, of moet ik zeggen Chateau Musar, dat toevalligerwijs vlak bij mij in de buurt te koop is. Maar er zijn veel meer verrassende en leuke wijnproducenten in Libanon. De Libanese wijnen vinden voor 50% procent hun weg naar de binnenlandse markt, een ander deel wordt geëxporteerd naar landen, waar een grote Libanese expat-kolonie leeft. De Union Vinicole vindt het nu tijd dat ook West Europa kennis maakt met hun mooie product.
Voorheen stonden de wijnen van Libanon bekend om het vele hout gebruik, zoals in de Nieuwe Wereld, stevige chardonnay en viognier voor wit en veel cabernet sauvignon voor rood. Dat is de laatste jaren aan het veranderen. Naast gebruik van obeidah en merwah, wordt er volop geëxperimenteerd met andere cépages. Dat levert veel nieuwe wijnen op.
foto: proeftafel Chateau Musar
Gereons Keuken Thuis haakte aan bij wijnhuis Karam uit Zuid Libanon voor hun frisse, een beetje Provençaalse Arc en Ciel rosé, een blend van syrah, cabernet sauvignon en pinot noir, die niet zou misstaan bij een mezze van vis of schaaldieren. Mij werd verteld, dat ondanks de geografische ligging en vele zonne-uren, de wind van de Middellandse Zee altijd een verkoelend effect heeft op de teelt. Daarna was het tijd voor de wijnen van het wereldberoemde huis Musar uit de Bekaa vallei, gevestigd in een achttiende-eeuws kasteel. Musar is bekend om haar elegantie en rijping van wijnen. wit uit 2008 en rood uit 2003 stonden op de proeftafel.
Lichte wijnen, stevig rood en een geoxideerde dessertwijn waren te vinden bij Chateau Oumsiyat, in Nederland vertegenwoordigd door Tamis & VinoVia wijnen. Ik proefde de Soupir rosé en de de 100% obeidah Douce Nuit uit 2009. Zoetzuur en donker. Alleen die namen al.
In het hart van Mount Lebanon ligt Clos de Cana, 300 dagen zon per jaar en ideaal klimaat op deze hoogte voor een range aan wijnen. Cinsault en syrah rosé, rood van pinot noir en de rode Jardin Secret 2010 van de lokale druif sabbaghieh.
foto: rakakat & parelcouscous.
Tot slot proefde ik bij Coteaux de Liban een bio rosé met de mooie naam Désir en bij Ixsir, vertegenwoordigd door wijnimport J. Bart een witte blend van één van de beste terroirs van het land, gemaakt van obeidah, muskaat en viognier. De laatste verrassend fris voor bij de rakakat en parelcouscous uit Souq
foto: met partner in wine-crime Ingrid.
Onder de indruk keerde Gereons Keuken Thuis weer westwaarts, met veel zomerse ideeën voor deze geweldige wijnen, die het geheel in de trend van Levantijns eten goed zullen doen bij alle mezze. Mediterrane zomer vraagt om wijn uit Libanon, zullen we maar zeggen!
Recept
Ik ben verzot op de lichte en fantasierijke Levantijnse keuken. Ik maak een ovengerecht van lamsgehakt en bulgur. Het wordt geserveerd met een yoghurt saus. Erbij drinken we een rosé uit de Bekaa Vallei, een Chateau Musar Jeune, vol en zacht met tonen van framboos, amandel en rode appelschil.
Nodig:
100 g bulgur
400 g kalfsgehakt
1 roze ui gesnipperd
1 el olijfolie
boter
peper en zout
voor de vulling:
2 el olijfolie
1 ui gesnipperd
200 g lamsgehakt
50 g pijnboompitten
50 g witte amandelen
1/2 tl chilipoeder
voor de saus;
500 g Griekse yoghurt
3 tenen knoflook geperst
2 el gehakte munt
Bereiding:
Meng de bulgur, het kalfsgehakt, de fijn gesnipperde ui en een el olie goed door in een kom. Maak op smaak met wat peper en zout. Verhit in een pan de olie en fruit daarin de ui. Voeg het lamsgehakt toe en bak het rul en bruin. Voeg als laatste de pijnboompitten en walnoten toe. Maak op smaak met chilipoeder, peper en zout. Vet een ovenschaal in met wat boter en leg onderin een laag van het kalfsgehakt. Schep daarop de vulling en sluit het geheel af met nog een laagje van het kalfsgehakt. Bak het geheel in 40 minuten af in een oven op 180 graden. Aan het einde kun je de schotel bestrijken met boter. Meng de yoghurt, knoflook en munt tot een gladde saus. Snijd de gehaktschotel in repen en serveer in een broodje met de saus.
Gastblogger van vandaag Nicole recenseert voor Gereons Keuken Thuis het Bananenboek. In april maakte ik tijdens de culiperslunch kennis met het Bananenboek van Kim Waninge, een mono ingrediënt kookboek, zoals er ook kookboeken zijn over pindakaas, zoete aardappel en avocado. Een mooie gelegenheid om Nicole uit te nodigen haar licht erover te laten schijnen. En zo geschiedde. Nicole is mijn volgende gastblogger. Ik laat deze zomergast hieronder aan het woord.
foto: zomergast Nicole van Cookies & Carrotsticks.
Koken en bakken is mijn grote passie. Uren sta ik in de keuken om van alles te verzinnen en uit te proberen. Niet zo verwonderlijk voor een foodblogger natuurlijk. Zo’n tweeënhalf jaar geleden kreeg ik het lumineuze idee om de recepten, waar veel door vrienden en familie naar wordt gevraagd, te verzamelen op een blog. Want dan zet ik ze er eenmaal op en kan iedereen ze bekijken wanneer ze willen (little did I know). Het eerste jaar was het ook niet meer dan dat. Vorig jaar ben ik me echter serieuzer met het bloggen en ontwikkelen van nieuwe recepten bezig gaan houden en is het inmiddels een wat uit de hand gelopen hobby geworden. Maar eentje waar ik veel plezier aan beleef en ook weer veel energie uit haal. Op mijn blog Cookies & Carrot Sticks deel ik gezonde en minder verantwoorde recepten, die over het algemeen makkelijk en snel te bereiden zijn, en soms deel ik ook een stukje uit ons leven.
Maar dan nu het Bananenboek – een kookboek met in de hoofdrol: de banaan. Kim Waninge, de auteur van hét Bananenboek, kreeg wel meer dan eens de vraag: waarom een kookboek over bananen? Nou, omdat dat er nog niet was. Ah… ok. Nu zijn er vast nog meer ‘ingrediënten’ waar nog geen kookboek aan gewijd is. Een iets uitgebreider antwoord, waaruit misschien de ongekende passie voor deze tropische vrucht en zijn veelzijdigheid spreekt, had ik toch wat leuker en interessanter gevonden.
foto: een heuse groene banaancurry.
Nou zijn bananen wel aan mij besteed, nochtans om er iets mee te bakken (gek genoeg eet ik nooit bananen zo). Ik was dan ook zeer verheugd dat ik dit boek door Gereon toegestuurd kreeg om mijn oordeel erover te vellen. Bakrecepten vond ik in dit geval minder interessant, ik heb inmiddels zelf al 15 recepten op mijn blog staan en er liggen er nog een paar om uitgewerkt te worden (ja, zo veelzijdig is banaan als bakingrediënt). Ik was vooral geïnteresseerd in de hartige recepten, want veel verder dan pisang goreng was ik eerlijk gezegd nog niet gekomen (wat overigens ook niet eens een hartig gerecht te noemen is, maar vaak bij een Indische rijsttafel wordt geserveerd).
Enthousiast begon ik gelijk door het boek te bladeren. Het boek is mooi vormgegeven en handig opgebouwd. Het begint met recepten voor ontbijt en brunch, om vervolgens zo door de diverse gangen te gaan. Achterin ook een handig register en bij elk recept staat een korte inleiding. Verder geeft Kim nog handige tips om een recept aan te passen of ingrediënten te wijzigen.
Wat mij opvalt is dat veel recepten van oorsprong Amerikaans zijn, zoals bijvoorbeeld Monkeybread, Hummingbird Cake, Fluffernutter S’Mores, Nicecream, Overnight Oats en bananen van de BBQ. Veel taalgebruik in de inleidingen is ook Engels/Amerikaans. Jammer genoeg kan ik echter nergens uit herleiden waar die invloed precies vandaan komt. Heeft Kim in Amerika gewoond? Is de voorliefde voor deze gerechten door buitenlandse reizen ontstaan of komt de inspiratie uit kookboeken of van het internet?
Zelf volg ik al jaren Amerikaanse foodblogs en ben dan ook meer dan bekend met veel van deze gerechten. In die zin weinig verrassend voor mij, maar ze passen wel mooi in dit boek. Ietwat teleurgesteld ben ik wel over het feit dat er bij nogal wat recepten niet gesproken kan worden van een hoofdrol van de banaan. Een fruithapje (gewoon gemengd fruit waar ook banaan tussen zit), een bagel met plakjes banaan (niet bepaald ‘recept’ te noemen maar eerder belegidee), garnering bij een pindasoep (toegegeven, wel lekker gebakken met kokos).
Gelukkig staan er ook nog voldoende recepten in die mij wel weten te verrassen. Voor de zuurkoolstamp met banaan vond ik het de afgelopen weken toch ietwat te warm, maar die staat nu wel op mijn lijst om in de wintermaanden eens te maken. Ik ging voor de Indiase curry variant, waarbij de ‘gehaktballen’ worden gemaakt van bakbanaan en aardappel.
Bakbananen zijn bij ons wat lastig te krijgen in de directe omgeving, dus ging ik voor onrijpe bananen zoals in het recept werd voorgesteld als alternatief. Alleen zijn die ook na slechts 10 minuten in de schil koken niet meer te ‘raspen’ maar waren eerder tot moes gereduceerd. Geen probleem, alleen (heel) wat extra bloem toevoegen om er toch nog ballen van te kunnen draaien. Aan de smaak deed het gelukkig niets af.
foto: bananen cocktails voor de zomer.
Het is een zeer smaakvol gerecht. Wel wat bewerkelijk, dus niet voor een drukke doordeweekse dag, maar zeker de moeite waard. Zelfs de jongens vonden het superlekker en het verzoek om het nog eens te maken staat al genoteerd. Wel ga ik de volgende keer moeite doen om bakbananen hiervoor te krijgen. Wij serveerden het overigens met witte rijst en naan. Dit gerecht bewijst trouwens ook weer dat vegetarisch (of vegan als je de room door bijvoorbeeld kokosmelk vervangt) niet saai en flauw hoeft te zijn. Een verrassend recept.
Uit het hoofdstuk ‘diner’ maakt ik ook nog de witlofsalade. De inleiding quasi beloofde mij dat zelfs witlofhaters dit gerecht lekker zouden vinden. Niet zo letterlijk, maar zo vatte ik het toch op. En hoewel ik niet echt een hater ben, dit is de enige groente die ik echt niet lekker vind. Voor mij blijft de witlof te bitter (en nu niet gaan roepen: je moet wel het bittere hart eruit snijden, want dat weet en doe ik ook, maar dat mag echt niet baten). Mijn man was helemaal in zijn nopjes dat ik dit ging maken, aangezien hij dol is op witlof (en dat van mij dus nooit krijgt).
Het is, op de witlof na, een echt lekkere salade. De dressing ga ik nog eens maken, die is simpel maar lekker. En ook de combinatie van appel en banaan is top. Alleen die witlof, dat is een minpuntje (wat mij en de kinderen betreft dan). De 100 g walnoten is misschien ook wel wat teveel. De helft, en dan wat grof gehakt, was meer dan voldoende geweest. Maar, mijn man was meer dan happy. Die vond de salade echt g-wel-dig. De opmerking ‘die mag je nog eens maken’ heb ik maar even niet gehoord.
Zeker verrassend is het laatste hoofdstuk. Want: cocktails! Daar moest ik uiteraard ook wat van proberen. Gelukkig heb ik ook altijd bananen in de vriezer liggen voor smoothies en ijs, dus kon ik vrijwel meteen aan de slag met de drankjes. De Whanana, een cocktail met whisky, lieten we maar even zitten. Ik lust geen whisky (behalve in een Irish coffee) en voor mijn man is het pure heiligschennis (nochtans zouden de scheidingspapieren klaarliggen als ik één van zijn mooie whisky’s voor een bananencocktail zou gaan gebruiken).
foto: witloof banaansalade.
Wel probeerden we de Frozen Banana Margarita (met tequila en triple sec) en de Banana Colada (met rum, kokosmelk en ananassap). Kan je vertellen, dat zijn cocktailtjes die mij wel wisten te bekoren. Gemaakt met bevroren banaan, dus eigenlijk een beetje smoothies voor volwassenen. De Frozen Banana Margarita was een stevige, die hakte er serieus in. Die kun je beter drinken als je geen verdere plannen hebt. In ieder geval heel erg lekker. Maar de Banana Colada is duidelijk mijn favoriet. Een heerlijke cocktail, niet te straf qua alcohol en ook niet te overheersend banaan. Zomers en lekker.
Al met al vind ik het wel een leuk kookboek. Toch een keer wat anders. Wat ik dus wel jammer vind is dat de banaan niet vaker een grotere rol in een recept aangemeten krijgt. In veel recepten is het toch meer een beetje een extra ingrediënt. En hoe verrassend zoiets ook kan zijn, van een boek met de titel ‘bananenboek’ zou ik misschien net iets meer verwachten. Desalniettemin staan er wel heel leuke en lekkere recepten in. Ik ga er ook zeker nog wat van maken.
Dank je wel voor deze leuke bijdrage Nicole!
Bananenboek, Kim Waninge (ISBN 9789492890023) is een uitgave van Loopvis en is te koop voor € 17,50
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Brindisa, het pure eten van Spanje. In Gereons Keuken Thuis ligt een lijvig werk op tafel. Van Monika Linton, die zo’n dertig jaar geleden Brindisa oprichtte, een bedrijf dat zich specialiseert in de toen niet overal in Londen verkrijgbare Spaanse producten. Op haar vele omzwervingen door met name Catalonië en de Balearen, een studie Spaans en geïnspireerd door haar grootvader, die rijsthandelaar was in Malawi, raakte Linton in de ban van de Spaanse keuken. Brindisa werd geboren en in middels heeft het bedrijf van Linton meerdere winkels en vijf tapasrestaurants, die gebruik maken van de door haar geïmporteerde producten. Inmiddels al 30 jaar, desde 1988, daar moet op worden getoost!. En dat is precies wat brindis betekent, het glas heffen. Voeg daaraan toe het Spaanse sociedad anonima en je hebt een de bedrijfsnaam in handen. Eentje die garant stond voor succes.
Net als bij het door mij vorig jaar beschreven Eataly, wil het boek een showcase zijn van al het moois dat de peninsula heeft te bieden. En uitgebreid is het, te dik om in een korte blog vorm te geven, dus beperk ik me me tot wat highlights. Want het mag duidelijk zijn Monika Linton gaat niet over één nacht ijs in dit persoonlijke document. Spaans eten in 546 bladzijden.
Brindisa start met het verhaal van Monika, geboren in Malawi, kind van expat ouders en gefascineerd door exotische producten. In 1988 toen zij Brindisa startte, was Spanje net lid van de toen nog Europese Gemeenschap geworden en stond voor Monika vast dat zij al dat lekkers in Londen zou gaan verkopen. Er mee te gaan koken en zelfs zou gaan serveren later in Brindisa Kitchens.. So far so good.
Maar wat is Spaans eten voor Monika? Het boek start met de manier waarop de inwoners van Spanje eten. Niet gehaast, tijd voor een gesprek, om daarna goed gevoed weer aan de bak te gaan totdat de tapas lonken.
Desayunos y meriendas, ontbijt en vieruurtjes vormen een belangrijk onderdeel van het Spaanse dagritme. Churros, chocolademelk, van die dikke bijna vla-achtige, horchata van aardamandelen (vind ik zo lekker) en ensaimada van de Balearen. Een speciaal hoofdstukje wijdt Linton aan gofio, het volksvoedsel van de Canarische eilanden. Via wat hartige snacks belanden we bij de tapas y raciones, waar je al een heel boek mee kunt vullen. Van simpele geroosterde amandelen, olijven, ham, ensaladilla rusa tot vis en gazpachos. Elk product wordt omlijst met anekdotes en informatie. En dat waren dan alleen de koude.
Ik maak nu een sprong door het boek naar de platos principales, vis, aardappel, vlees, fideus, arroces. het kan niet op. Veel Catalaanse namen, waaraan je ziet, dat daar het centrum van Lintons aandacht ligt. Ik mis paella en boquerones. Het is ook zoeken naar zarzuela, maar dat maakt de schrijfster goed door andere stoofgerechten met vis. De Baskische en Cantabrische invloed mis ik ook een beetje. Bij het vlees tref je mar i muntanya aan, het voor Spanje zo gewone konijn uit de oven en de estofat de buey amb chocolata, een Catalaanse klassieker. Mooie gerechten.
Brindisa is een lijvig boek, waarmee Linton de lezer een caleidoscopische blik biedt van alles wat zij importeert, kookt en ontdekte op haar reizen. Geen sinecure en soms iets TMI (too much information) Puur eten, het reflecteert haar persoonlijke keuzes, maar ik vind Brindisa geen echt standaardwerk. Brindisa is een boek voor de echte aficionado van de Spaanse keuken. Die achter de schermen wil kijken en op zoek is naar productinformatie. Om op te pakken en wat in te lezen of uit te koken. ¡Brindis! of moet ik zeggen ¡Salud!
Brindisa, Monika Linton (ISBN 9789059567658) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 34,99.
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Prutje, ik heb een beetje een hekel aan het woord. Prutje in de Nederlandse taal lijkt een verzamelnaam voor iets wat in een pan ligt, maar waarvan de maker eigenlijk niet meer weet hoe het is gestart. Daarnaast heeft het wat bagatelliserends, iets van ach, ik doe maar wat, niet gehinderd door enige kennis. Prutje is tevens een verkleinwoord, net zoals zuurtje, wijntje, winkeltje… Ik kan nog wel even doorgaan. Ik denk dat het aan de Nederlandse cultuur ligt, klein land achter de dijken, gevoed door de moraal van de dominee. Doe maar gewoon, dus maak je een prutje. Een Thais prutje, een Italiaans prutje, groentenprutje, zelfs de blauwe grootgrutter zet het zonder enige vorm van gêne op de site van het clubblad.
Nu moet iedereen vooral zelf weten of hij of zij graag prutjes maakt en deze op zijn of haar blog deelt, ik ben geen dominee.Wel een zeurkous, als het gaat om prutje. Maar geef het beestje dan een naam, zodat de lezer begrijpt wat het is. Zo heet een groentenprutje uit de Provence ratatouille, het gehaktprutje voor door de pasta ragù en het visprutje van de Spaanse costa’s zarzuela. Je noemt per slot van rekening boerenkoolstamppot ook geen prutje.
De verwantschap het woord met pruttelen en gezelligheid geeft het iets van een thuisgevoel. Lekker kneuterig. We donderen wat ingrediënten in een pan, deksel erop en klaar is je prutje. Glunderende gezichten aan tafel. Zelfs de pakjes- en zakjesfabrikanten gebruiken deze metafoor in hun reclames. Prutje: een heerlijk woord voor thuisgebruik, maar als je over eten schrijft, vermijd het dan.
Vandaag een recept voor een prutje, ik bedoel kikkererwtenspread, voor op brood, bij de barbecue of picknick. Ik sprak er onlangs op NH radio over. Is dat dan geen hoemmoes? Nee, want er gaat geen sesampasta, tahin, in. Wel olijfolie in plaats van erover. Ik ga natuurlijk niet de toorn van hoemmoes puristen op me afroepen. Fijne maandag!
Altijd handig als broodbeleg, hapje of bij de maaltijd een pittige spread, zo gemaakt. Prima vervanger van vleeswaar op brood, met wat plakjes komkommer. Of serveer deze spread bij een salade met in de oven geroosterde paprika.
foto: basic kikkererwtenspread.
Nodig:
1 pot kikkererwten
3 tenen knoflook
2 tl komijnpoeder
½ of 1 tl chilipoeder, al naar gelang je van pittig houdt
½ bosje peterselie
sap van 1 citroen
2 el water
olijfolie EV
peper en zout
evt. zongedroogde tomaatjes, worteltjes, bietjes ter variatie
Bereiding:
Laat de kikkererwten goed uitlekken en spoel ze goed af. Doe in een hoge beker. Was de peterselie. Pel de tenen knoflook en halveer, pers de citroen uit. Voeg de knoflook, peterselie met steel en al, komijnpoeder, chilipoeder toe aan de kikkererwten. Giet het citroensap erbij. Voeg wat water en een flinke scheut olijfolie toe en puree alles met de staafmixer tot een mooie niet te gladde puree. Maak op smaak met wat peper en zout. Laat de spread afkoelen in de ijskast. Als variatie kun je wat in warm water geweekte zongedroogde tomaatjes toevoegen, een bietje mee pureren of wat gehakte wortel. Zo maak ik elke keer een andere spread.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.