Wijn van Nederlandse bodem.

 foto: Wijn van Nederlandse bodem

Wijn van Nederlandse bodem. Een boek over wijn en over bodems. De eerste blik op dit boek zal misschien wat vreemd voorkomen. Maar terroir, het samenspel van klimaat en bodem vormt de wijn.Nederland is inmiddels een volwassen wijnland geworden. De mare te koud, te plat en te nat gaat niet meer op. Er is een kentering gekomen, een aantal sterrenrestaurants maakt gebruik van de nieuwe Nederlandse driekleur rood wit en rosé. Zelfs Engelse wijnschrijfster Jancis Robinson was impressed door de smaak van een Zeeuwse wijn. Zover de wijnbouw. In Wijn van Nederlandse bodem maken schrijvers Stan Beurskens, Denise Maljers en Geert-Jan Vis een toer langs wijngaarden en hun geologische ondergrond.

Het boek vertelt over Nederwijn, over de passie van wijn maken bij wijngoed St. Martinus, met tekeningen van druivensoort gekoppeld aan grondsoort. Deze had ik nog nooit zo bedacht voor Nederland. In Frankrijk heb je boeken vol over oh la la kalk, grit, lei en klei. maar bij mijn weten bestond een geologisch wijnboek nog niet in ons land. de schrijvers stellen zich de vraag of terroir zin of toch onzin is? Analyse van een bodem leidde tot de stichting van een wijngoed.Het boek geeft een kleine geschiedenis van de wijnproductie in Nederland en daarbuiten, geïllustreerd met kaarten. Ik als aardrijkskunde adept vind dat leuk, maar beginnende wijnkenners zullen hier weinig mee kunnen. Kwalificaties als BOB (beschermde oorsprongsbenaming) en BGA (beschermde geografische aanduiding) laten zien dat Nederland al echt meetelt.

Na de wijn gaan we echt aan de slag met de geologie, de vorming van ons kikkerland. De ijstijden, de afzettingen, de landuitbreiding en invloed van de mens op de bodem. De schrijvers besteden aandacht aan de wortels, de rol van het grondwater en classificaties van bodems. Ik had nooit vermoed dat er zoveel wetenschap steekt achter een glas Nederlandse wijn.Het klimaat komt ook aan de orde. Is ons gematigd zeeklimaat wel geschikt voor wijnbouw? een verhaal over zon, regen en klimaatsverandering. Allemaal zaken waar de wijnbouwer rekening mee moet houden. Het boek bespreekt verder de verschillende regio’s, het proeven van de wijnen en de in Nederland bestaande wijngaarden. Altijd leuk voor een tripje.

Wijn van Nederlandse bodem is een degelijk onderzocht boek. Geeft veel achtergrond en extra kennis voor degenen, die dieper op de materie willen ingaan. Het is rijk geïllustreerd en goed te gebruiken als naslag werk. Hierin zijn de schrijvers geslaagd. Voor de beginnende wijnkenner is Wijn van Nederlandse bodem een brug te ver. Maar niet getreurd. Daar is Gereons Eatery & Winery voor. Om een brug te bouwen.


Wijn van Nederlandse bodem, Stan Beurskens, Denise Maljers en Geert-Jan Vis (ISBN 9789089896728) is een uitgave van Terra Lannoo en is te koop voor € 24,99

 

Bonenschotel op vrijdag.

 foto: bonenschotel

“Buiten blaast het flink door. De zee staat bijna tot aan het duin. Binnen is het lekker warm, vanavond eten we een bonenschotel.”, meldde ik een week geleden vanuit de keuken van Gereons SeaSpot Want bonen kunnen altijd en overal. Zeker in dit internationale bonenjaar, waar extra aandacht is voor de voedingswaarde en het genot van peulvruchten. Bonen! diva Joke Boon neemt ze zelfs mee naar de Amerikaanse ambassade, zag ik op Facebook. Bonen zijn namelijk universeel. En kunnen zoals gezegd altijd. Er is variatie zat, want er zijn duizenden soorten. In pot en blik, gedroogd of vers van het land.

In Gereons Keuken Thuis eten we regelmatig peulvruchten. Gemalen kikkererwten in de hoemmoes, witte bonen als extraatje in de soep van tante Doubs. (zij weet de maagjes hiermee wel te vullen), funky chili con carne. Of, zoals in het weekend, dat de zee tot het duin reikte, een bonenschotel. Een makkelijk en ietsje pittige kapucijnerschotel met prei, knoflook, spekjes, wortel en een uitjes. Easy does it. Klont boter erdoor en twee ferme scheppen Dijon mosterd voor de pit. Een stevig glas rood erbij en de koontjes worden weer lekker warm na de winterse strandwandeling.

 foto: de zee reikt tot aan het duin.


Nodig:


150 g spek in kleine blokjes.

1 pot kapucijners of veldertjes.

1 grote prei in ringen

1 winterwortel

2 middelgrote uien

3 tenen knoflook

2 tl paprikapoeder

2 tl Provençaalse kruiden

peper en zout

2 el Dijon mosterd

2 el olie

klont boter

sap van halve citroen


Bereiding


Snijd de prei in dunne ringen en de wortel in stukjes. Pel de uien en snijd deze fijn. Hak de knoflook fijn. Bak de spekblokjes uit en laat deze uitlekken op een bord met papier. Verhit 2 el olie in een pan en zet de uien kort aan voeg de paprikapoeder toe en bak deze kort mee. Daarna voeg je de groente toe en laat deze kort smoren. Voeg de spekjes, knoflook en Provençaalse kruiden toen en laat het geheel 10 minuten sudderen met het deksel op de pan. (eventueel wat water erbij) Voeg als laatste de uitgelekte  kapucijners toe en warm nog 10 minuten mee. Maak deze bonenschotel op smaak met wat zout, peper en Dijon mosterd. Voeg vlak voor het serveren wat citroensap (tip van Sarah Britton) en een ferme klont boter toe.

Oesters en wilde etenswaar.

 foto: oesters met limoen.

Gisteren zag ik op Facebook het bericht, dat het nieuwe boek van mijn vriend Jeffrey Greene uit Parijs binnenkort gaat verschijnen. Meteen moest ik denken aan het gesprek dat ik had met hem in de serie Talk and Table op dit blog. Zijn beloningsrecept werd een tagliatelle met allerlei verzameld eten uit de natuur. Jeffrey reisde stad en land af, kocht zelfs een boot in Amsterdam om op zoek te gaan naar zijn “wild edibles” En nu is het zover, na zijn poëzieboeken, zijn roman over de Bourgogne en een mooi boek over everzwijnen verschijnt binnenkort “In pursuit of wild edibles, a forager’s tour

 foto: Wild Edibles.

Een boek vol avonturen, anekdotes. want deze schrijver gaat nooit over één nacht ijs, gelardeerd met recepten, waarvan eentje uit Gereons Keuken Thuis. Nu begrijpen jullie waarom ik op deze maandag zo blij ben. Kan gewoon niet wachten het te lezen. Maar Jeffrey en ik deelden andere dingen voor een artikel over oesters zocht hij mij in 2013 op. Hij wilde alles weten over de betekenis van de oester in de 17e eeuwse schilderkunst en deed onderzoek in het Rijksmuseum. Ik vertelde hem het verhaal, wat daarna in de Amerikaanse pers verscheen.:

Jeffrey Greene from Paris:  “I wrote to my Dutch friend Gereon de Leeuw, a food writer and chef, asking what the oyster represented to his country’s Golden Age still-life painters. He said that people believed oysters possessed aphrodisiac powers, and symbolically represented fertility and prosperity. “Rendering oysters was a bit naughty,” he added, “since they stood for sexual freedom in a time when Calvinism swept the Netherlands.”  (Wild Oysters)

 foto; oesters in het Rijks.

Over oesters gaat het dus op deze maandag. Meteen uit het vuistje met een glaasje Priorat Cava zoals gisteren op een feestje in het Grachtenatelier of gegratineerd. Wat is seafood toch lekker. Je proeft de zee. Ik kwam meteen weer terug bij het recept voor oesters zoals staat in  Gereons Keuken Thuis, mijn kook- en leesboek. Nu nog inspiratie op doen uit het nieuwe boek van Jeffrey Greene.

Gevulde oesters uit de oven. We drinken er een witte Mâconnais bij what else?

Nodig 4 personen:

1 dozijn oesters
3 sjalotjes
bosje peterselie fijngehakt
100 g boter
peper
zout
1/2 Spaans pepertje
2 el paneermeel

Bereiding:

Snipper de sjalotjes fijn. Snijd het Spaanse pepertje in hele kleine stukjes. Meng de peterselie, Spaanse peper en sjalot door de boter. Voeg weinig peper en zout toe. Leg de oesters op een met aluminium folie bedekte bakplaat. Verwarm de oven op 180 graden en zet de plaat erin. Haal de oesters eruit als ze open zijn en haal de bovenste schelp eraf. Kijk hierbij uit dat je jezelf niet brandt !!
Vul de schelpen met het botermengsel en strooi er wat paneermeel over. Zet hierna nog enkele minuten onder hete grill. Serveer daarna direct.

Smaak van Jeroen Thijssen.

 foto: SMAAK van Jeroen Thijssen

Het begon allemaal met een kaasproeverij, met verbluffende resultaten. SMAAK, waarom we proeven, wat we proeven, het nieuwe boek van Jeroen Thijssen. Voedsel en smaak zijn triviale onderwerpen. Natuurlijk is er veel aandacht voor koken en staan er recepten in de krant, maar over smaak en eten wordt vaak geringschattend gedaan. Terwijl we het allemaal elke dag doen. Er lag dus een uitdaging voor deze journalist en schrijver. Want er is veel over te vertellen. Waar een kaas- en wijnproeverij al niet toe kunnen leiden.

Thijssen start zijn queeste met een verhaal over de lijfarts van een Romeinse keizer, die zijn patiënt behandelt volgens de toen geldende ideeën over verstoorde sapstromen in het lichaam. sapstromen, die verdacht veel te maken hebben met wat wij proeven. Welk humore bepaalt hoe je bent? Via de geschiedenis vertelt de schrijver verder of smaak en het onderzoek ernaar tot op heden. Zoals Hänig, die onderzocht waar op de tong smaakbeleving zit. Een door veel gebruikt verhaal bij mijn wijnproeverijen,  (kende alleen de theorie van Hänig niet)

SMAAK verdiept zich hierna in de theorie en de chemie van het proeven. Jeroen Thijssen vertelt over de knotszwampapil en smaakknopjes. Het fysiek van het proeven. Via de tong komen de zoetjes, zoutjes, zuurtjes en bittertjes tot ons. En vergeet niet de umami, de laatste telg aan de loot.

Zoet, dat eeuwige zoet. mens en dier zijn er dol op. Op suikers. We eten zo’n 22 kilo per hoofd van de bevolking. We zijn er op ingesteld en willen alsmaar meer. Pure energie. Want zoet, dat weet ons lichaam is goed.

Zout is de volgende SMAAK. Uit de zee uit rotsen. Een mens kan niet zonder zout. Het is de enige smaak, die naar zijn smaakstof is genoemd. Natriumchloride. Zout is net als suiker al sinds mensenheugenis een conserveringsmiddel. En het is nodig voor onze zenuwen om prikkels door te geven aan onze hersenen. Te veel water drinken in een korte zonder voldoende zout kan zelfs dodelijke gevolgen hebben.

Na zoet en zout komt het zuur. Een hippe smaak. denk aan de kimchi uit Korea en hipsters die op hun keukenplankje allerlei potten vol gefermenteerde waar hebben staan. Zuurdesembrood, dat een apart asiel heeft in Zweden. Zij zorgen voor de desemstarter als de baasjes met vakantie zijn. Zuur als in azijn een oude techniek om vlees mee in te leggen. Maar hoe proeven we zuur nu?  Thijssen maakt het duidelijk aan de hand van chemische theorieën. En gebruikt hiervoor beelden zelfgemaakte kastanjemannetjes (uit het bos met lucifers)

Verder gaat het met bitter. Mensen houden niet van bitter. Deze smaak wordt gebruik om minder positieve dingen aan te duiden. Hèrnan Cortès, de onderwerper van de Azteken leerde er een afrodisiacum kennen. De drank, die wij nu chocolade noemen. Het was bitter, maar suiker vergoedde veel. Veel giftige planten zijn bitter, als waarschuwing. Mens noch dier houden van bitter. Zo leer je gedurende je leven van bitter houden, koffie, bier enzovoort. Bitter is altijd gekoppeld aan een kick. het is spannend.

De laatste en nieuwste smaak is umami. Overgewaaid uit het Verre Oosten, hoewel het ook al in onze voeding bestond. Kelpsmaken. Bouillon werd nooit een smaak genoemd. Glutamaatzuur, ook wel glutamaat genoemd een ontdekking uit de 19e eeuw. In 1912 wordt umami gepresenteerd op een scheikundig congres. In dezelfde tijd maakt Maggi zijn eerste bouillonpoeder. Jeroen Thijssen gaat diep in op de materie van de umami.

Er ligt nog een wereld open. Er is nog veel onderzoek te doen. Is heet ook geen smaak? De oude Grieken vonden dat van vet. En kooldioxide in je bubbels. Er liggen nog vele terreinen braak op het gebied van smaak.

SMAAK eindigt met een kaasproeverij en een verhaal over wijn. Waar alles mee begon. Alleen nu weet de schrijver meer over smaak en proeft niet alleen.Jeroen Thijssen sluit met dit boekje mooi aan op wat wel eens het jaar van de smaak zou kunnen worden. Behalve het operationele gebeuren in de keuken zijn er meer en meer mensen, die willen weten hoe het proces SMAAK zijn vorm krijgt. In 175 bladzijden voert hij je mee in zijn queeste en in zijn enthousiaste manier van schrijven over wat hij ontdekt. Met vele lagen. SMAAK is een must voor elke foodie of blogger, die wat meer wil weten over proeven.

SMAAK, waarom we proeven, wat we proeven. (ISBN 9789046818527) is een uitgave van Uitgeverij NwAdam en is te koop voor € 19,99

Onze Koreaanse keuken

Nico foto: Onze Koreaanse Keuken

De Koreaanse keuken. Een bij ons niet zo bekende Aziatische keuken, zeker als je deze cuisine met de Japanse of Chinese keuken vergelijkt. Een hele rijke en traditionele keuken. Ierse chefkok Jordan Bourke en zijn vrouw Rejina Pyo, een mode ontwerpster zijn verliefd op elkaar en op de keuken van haar geboorteland. Hun kookboek Onze Koreaanse keuken is de vrucht van deze passie. In hun Londense keuken wordt Koreaans gekookt en hoe.

Als je in Korea wilt weten hoe het gaat met iemand, vraag je: “Bab mogosoyeo?” vertaald: “Heb je rijst gegeten?” Hierachter schuilt de gedachte, dat als je goed hebt gegeten, het ook goed met je gaat.

Onze Koreaanse Keuken begint met de basics van de eetcultuur. De wijze van serveren heet in het Koreaans “bap sang”. Dit zouden wij vertalen als rijsttafel. Alle gerechten komen tegelijkertijd op tafel met een kom rijst als basis. De schrijvers vertellen verder over de Koreaanse voorraadkast, met naast rijst, ook noedels, specerijen en chili- en bonenpasta’s.Een belangrijke rol is weggelegd voor bouillon. Dat geeft alle Koreaanse gerechten net dat beetje extra. Jina en Jordan geven ook nog wat menusuggesties. Want hoe bouw je een “bap sang” op?

Dan kan het koken beginnen. Met rijst en hartige pap. Een rijstsalade met rauwe vis of een rijstpap met pompoen. Korea is een land van soepen en stoofschotels, een bouillon met visspiesjes, een runderribsoep of een pittige stoofschotel met groenten. De schrijvers besteden veel aan dacht aan deze gerechten. De foto’s erbij zien er uitnodigend uit.

Het bekendste gerecht in het Westen is natuurlijk kimchi, ingemaakte en gefermenteerde groenten. Gemaakt van kool, daikon, komkommer, you name it. In de Koreaanse keuken wordt veel gebruik gemaakt van deze smaakmakers. Die eerste prikkel van kimchi in je neus, zoals Jordan het omschrijft. Hierna volgen de pannenkoeken, hapjes en tofugerechten.  Natuurlijk met kimchi of gemaakt van mungobonen.

De reis gaat verder met noedels, koud, van boekweit of als glasnoedel. Ook staan er gerechten met vis op het menu, rauwe tonijn met chilisaus of krab in een sojamarinade. In het hoofdstuk vlees wordt een speciaal gedeelte gereserveerd voor feestdagen. want dan komt er een uitgebreide bap sang  op tafel met kipstoofschotels en dumplings. Het ziet er allemaal feestelijk uit. Samen eten is ook samen delen, dat maakt dat je je goed voelt. Het boek besluit met wat nagerechten. Hierbij vraag ik me af of die nog nodig zijn na het genot van zoveel verscheidenheid.

Onze Koreaanse Keuken is een boek dat je alle facetten van de keuken van het geboorteland van modeontwerpster Rejina Pyo laat zien en hoe zij en haar man  daar een draai aan hebben gegeven in hun Londense keuken. Het boek legt nadruk op de verschillende smaken. In ruim 100 recepten, sommige vind ik een beetje te uitgebreid, verwennen zij de ogen en smaakpapillen.De Koreaanse keuken is zeker geschikt voor de flexitariër, want vlees en vis spelen niet een prominente hoofdrol.  Een nieuwe uitdaging dus in Gereons Keuken Thuis. Nu nog op jacht naar wat Koreaanse waar.

Onze Koreaanse Keuken, Jordan Bourke en Rejina Pyo (ISBN 9789045210438) is een uitgave van Karakter Uitgevers en is te koop voor € 24,99

Hertenbiefstuk aan zee.

foto: een leeg winterstrand.

Het is een maandag in februari. Een druilerige dag. De zee kolkt nog na van de harde wind van gister. Vlagen, die de zee opstuwden tot het duin. Dat terwijl de strandpachters al helemaal klaar voor de start zijn. Lente, nieuw seizoen, gezellig op het Zandvoortse strand. Kom maar op badgasten! Maar zover is het nog niet. Het is een gewone maandag, een druilerige zoals gezegd. Een werkdag zoals alle anderen, maar dan met uitzicht op de Noordzee en sinds kort een windmolenpark. Nu ben ik aan het uitzicht overdag al aan gewend, maar ’s avonds als het feest losbarst, went het niet. Dan is het een lunapark van rode lichtjes. Aan, uit, aan, uit, waar voorheen een mooi sereen zwart gat was. Een weinig voorkomend iets in ons kleine land. Gelukkig kan er na gedane arbeid worden gewandeld op het strand of in de prachtige duinen, met dartele herten en ander gespuis. Ik geniet nog elke keer van de ruisende zeedennen en de frisse lucht in één van de mooiste stiltegebieden van ons land. De Amsterdamse waterleiding duinen. Als het aan de opzichters ligt binnenkort de grootste schiettent van ons land. Er is een ecoduct aangelegd tussen Zandvoort en Bentveld om de populatie van herten te verspreiden. Maar helaas mochten de dieren niet oversteken van gezagsdragers achter hun burelen. Te duurzaam. De herten struinen nu regelmatig door het dorp en worden door een zogenaamde hertenfluisteraar weer terug de duinen in geleid. Afschieten is de nieuwe remedie.. Wat een gemiste kans en zonde van de kogels. Het intrigeert me mateloos wat er gaat gebeuren met het vlees van de afgeschoten gezonde dieren. Ik mag toch aannemen dat het ter consumptie wordt aangeboden en niet naar een destructiebedrijf wordt gebracht. Want dat vind ik de minst duurzame oplossing. #nowaste.

Ik zie het al helemaal voor me. De strandpaviljoens serveren hertenbiefstuk aan zee in plaats van de gewone runderbiefstuk. Dat zou nog eens een leuke nieuwe attractie zijn. Natuurlijk naast de knipperende molens en de schiettent in het duingebied.. Kermis all over the place.

Op deze maandag een gerecht, dat al vele malen de revue passeerde in Gereons Keuken Thuis en in Gereons Seaspot. Gebakken hertenbiefstukjes met een selderijpureetje. We drinken er op deze maandag een volle rode Rhône bij.

 video: het mooie lege winterstrand.

Nodig 4 personen:

4 hertenbiefstukjes van 125 g

1 rode zoet ui

1 teen knoflook

1 el appelstroop

1 tl balsamico azijn

2 portobello champignons

peper en zout

klontje boter

olijfolie

1 groot glas glas rode wijn

750 g kruimige aardappels

1/2 selderijknol

30 g boter

warme melk

zout

nootmuskaat

bieslook

Bereiding:

Schil de aardappels en selderij en snijd in stukken. Breng aan de kook met wat water en zout. Zet het vuur laag en laat garen. Als de aardappels en selderij gaar zijn, giet af en stamp ze fijn (niet te) Voeg wat lauwwarme melk en de boter toe. Maak de puree af met wat nootmuskaat en de gehakte bieslook.

Snijd de portobello champignons in smalle reepjes, snijd de ui in dunne ringetjes. Bestrooi de hertenbiefstukjes met peper en zout. Verhit de boter en olie in een pan en bak de biefstukjes aan per kant ongeveer 2 minuten. (let hierbij op de dikte) haal het vlees uit de pan en zet weg onder aluminiumfolie.

Doe wat extra boter in de pan en bak de champignons aan. Daarna de ui en uitgeperste knoflook. Voeg een lepel appelstroop toe, een tl balsamico en blus af met de wijn. Laat de saus even rustig sudderen en indikken. Leg de biefstukjes nog even in de saus om mee te warmen.  Giet de vlees sappen terug in de saus. Serveer de biefstukjes op een bord met wat saus. Maak met een ring een mooi rondje van de puree. Garneer de puree met één of twee takjes bieslook. (en voor de liefhebbers een druppel truffel olie)

Lichte Zeden in het Van Gogh Museum.

 foto: bed van courtisane als eyecatcher.

Lichte Zeden! Gereons Keuken Thuis bezocht in het Van Gogh Museum de caleidoscopische wereld van schilders en hun modellen in het Parijs van de 19e eeuw. Niet zomaar modellen maar de wereld van de prostituee in al haar verschijningen. Schilderijen van keurige dames, zwoele courtisanes, tippelaarsters of wasvrouwen aan de Seine. Baudelaire inspireerde de schilders met zijn oproep dat kunst het moderne leven zou moeten weerspiegelen. Vele schilders gaven hieraan gehoor, ieder op zijn eigen manier. Zo zijn er op deze tentoonstelling heroïsche beelden te zien van een prostituee als mythische vrouw, gezeten op een kar getrokken door de mannen, die zij in haar ban heeft. Statige portretten van hippe en deftige courtisanes. Bewust geposeerd naakt. En de wereld van Toulouse Lautrec, die de rauwe kantjes van het uitgaans– en hoerenleven in Montmarte in zijn kunst ving. Niets glamoureus aan. Lichte Zeden schetst een beeld van de maatschappelijke discussies rond dit beroep. Weliswaar was prostitutie toegestaan (met een vergunning) in Frankrijk, maar het kon voorkomen dat vrouwen door de politie op straat werden opgepakt zonder enige reden. Zij werden dan naar de Saint Lazare gevangenis gebracht. Dit leidde vaak tot onverkwikkelijke taferelen. Ook gewone huismoeders konden zomaar van de straat worden geplukt, omdat het onderscheid tussen een prostituée en een burgervrouw vaak niet was te maken. De tentoonstelling laat dan ook de schemerzijde zien. het was niet alleen Wein, Weib und Gesäng. Naast de glamour en rijkdom, die sommige vrouwen verwierven, was er de misère, ziekte en grote armoede. Iedere kunstenaar verbeeldt dit op zijn eigen manier. Je moet deze vie en rose in het museum gewoon binnenstappen! Want naast dat het een mooi beeld schept van de laatste decades van de 19e eeuw schetst het ook een heel actueel beeld. Ik denk hierbij meteen aan de censuur van Facebook over kunstwerken in onze tijd. Niets nieuws onder de zon dus en dat maakt deze tentoonstelling een aanrader.

Lichte Zeden, prostitutie in de Franse kunst van 1850-1910, met ruim 100 kunstwerken van onder andere Dégas, Van Gogh, Picasso en Toulouse Lautrec is te zien van 19 februari tot en met 19 juni in het Van Gogh Museum in Amsterdam.

 

Bij lichte zeden hoort een pikante pasta. Er bereikten mij vele antwoorden op de sociale media. Een recept voor spaghetti alla puttanesca (hoerenpasta) kan als hartverwarmertje niet ontbreken na het bezichtigen van de tentoonstelling. Ik ging te rade bij Italiaans koken met Antoinette. zij geeft een recept voor deze pikante pasta, waar naar verluidt de klanten naar de case rosse werden gelokt. Zou dat in Parijs ook zo zijn geweest? We drinken een stevig glas Ciró bij, donker en zwoel rood uit Calabrië.

 

 

 

Nodig:

 

400 gram spaghetti
500 gram verse gepelde tomaten of 1 blik gepelde tomaten
1 gedroogd rood pepertje
ansjovis, 8 filets
1 flinke teen knoflook
3 eetlepels olijfolie
1 eetlepel kappertjes
1 ons zwarte olijven
2 eetlepels gehakte peterselie
zout naar smaak

Bereiding:

Zet een grote pan met water op voor de spaghetti.
Zet een kleine pan met water op voor de verse tomaten.
Was de tomaten en snijd met een scherp mes een kruis aan de bovenkant en aan de onderkant.
Houd de tomaten enkele seconden in het kokend hete water, giet het water af en zet de tomaten apart.
Hak het pepertje fijn.
Spoel de ansjovis af onder de lopende kraan en dep ze droog.
Snijd de ansjovis in grote stukken.
Kneus de knoflook.
Pel de tomaten, verwijder de zaadlijsten en snijd de tomaten in blokjes.
Doe de olijfolie in een pan en bak hierin de ansjovis, de knoflook en het pepertje.
Doe de olijven en kappertjes erbij en bak ze 2 minuten mee.
Doe de tomaten erbij en laat de saus ongeveer een kwartier pruttelen. Doe er tegen het einde van de kooktijd 1 eetlepel peterselie bij en roer dit goed door.
Zout het kokende water en doe de spaghetti erin. Kook de spaghetti volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Doe de saus bij de spaghetti al dente (of andersom) en roerbak kort.
Serveer meteen met Parmezaanse kaas en verdeel de rest van de peterselie over de borden.

Coq au vin.

 foto: deftige kippetjes in Mâcon.

Het februariweer vraagt erom, een stevig en hartverwarmend gerecht. Coq au vin uit de Auvergne. Het is tenslotte Valentijnsdag a.s. zondag. Ik kwam op het idee door Leo van Heereveld. Hij vroeg mij om het recept op Facebook, want hij had zin om coq au vin te maken dit weekend. Un coup de coeur. Ik speurde Gereons Keuken Thuis af en ontdekte dat ik nooit kip in rode wijn had gemaakt. Noch beschreven. Wel over Bressekip in roomsaus. Daar is het dus tijd voor. Ik dook in mijn all time favorite kookboek Cuisine du Terroir en vond daar een heel bewerkelijk recept voor coq au vin, met in citroen en suiker geglaceerde kleine uien en wat bloed van het dier voor de marinade. Ik denk niet dat dat is wat Leo voor ogen had. Ik ook niet. Vandaar een versimpelde versie. We drinken bij de coq au vin een stevige rode Cahors. Ook zo hartverwarmend. 

Nodig:


1 flinke kip in stukken 

1 fles Bourgogne rood

3 el zonnebloemolie

2 takjes tijm

1 laurierblad

3 takjes peterselie

1 tl grove zwarte peper

200 g gerookt spek in blokjes gesneden

75 g boter (geen margarine)

1 glas cognac of marc de Bourgogne

20 g bloem

3 tenen knoflook

zout en zwarte peper uit de molen

3 kleine uien in ringen

1 doosje champignons schoongeboend

 

Bereiding:

Snijd de kip in stukken. Doe in een grote schaal met de tijm,laurierblad, peterselie. zwarte peper. Giet de wijn eroverheen.  Laat 12 tot 15 uur in de ijskast staan. Snijd de spek in blokjes. Haal de kip uit de marinade, dep het vlees droog en bak de stukken aan in de hete olie en el boter om en om. Zeef de marinade en breng deze in een steelpan aan de kook. Haal de kip uit het vet en bak de spekjes kort aan. Voeg de uienringen toe en bak deze kort aan. Voeg de marc of cognac toe en flambeer. Voeg twee el bloem toe en bak deze goed mee ter voorkoming van een bloemsmaak.  Doe de kipdelen terug in de pan en giet beetje bij beetje de warme wijn erbij. Voeg als laatste de gehakte knoflook en wat zout en peper toen. Deksel erop en een uur zacht stoven. Bak de champignons 5 minuten aan en voeg deze de laatste 10 minuten toe aan het gerecht. Indien de saus wat te dun is kun je deze met wat klontjes boter gewenteld door de bloem binden. (beurre manié)

Gij zult goed eten. Mac van Dinther

 foto: Gij zult goed eten.

Gij zult goed eten. Dat is natuurlijk heel belangrijk, goed en lekker eten. Maar in de veelheid van het aanbod, de verschillende meningen per doelgroep staat de etende consument vaak maar wat aan de zijlijn. Want elk predikt zijn mening over goed eten vanuit de eigen hoek of eigen parochie. Reden voor Mac van Dinther om hieraan een rubriek te wijden in de Volkskrant. En een boekje, dat hier in Gereons Keuken ligt. De schrijver poogt de lezer de weg te wijzen door middel van tien geboden. Zullen we er maar meteen mee beginnen?

De geboden: Gij zult lokaal eten. De laatste jaren ligt er veel nadruk op lokaal produceren en lokaal vermarkten van je waar. Een terecht en nobel streven. Mac van Dinther laat zien dat het allemaal niet zo makkelijk is. In logistiek opzicht en qua vervuiling. Hij bekijkt de voors en tegens van het lokale eten.

Gij zult biologisch eten. Biologisch is hot en als je beseft door dit gebod dat niet biologisch pas de norm is sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw.  Pesticiden en kunstmest maakten schaalvergroting mogelijk in de voedselvoorziening.

Gij zult minder vlees eten.  Hoe vlees van een luxeartikel een bulk artikel werd en wat eraan te doen.

Gij zult geen E nummers eten. De schrijver biedt de lezer een doosje aan gevuld met een product dat bestaat uit E621. E160a, E160d, E101, E300, E330 en E296. Wat het is? Een tomaat! Dit gebod laat zien waar de afkeer van E nummers vandaan komt en hoe onjuist dat kan uitpakken.

Gij zult meer betalen is nummer vijf. Nummer zes is Gij zult zelf koken. De mens is in zijn evolutie gesteund door de magnetronrevolutie. Hoe waar en herkenbaar om te lezen.

Net als Gij zult zelf telen. Voorheen bloemen en planten, nu gaat d city dweller voor homegrown groenten! Nummer acht: Gij zult niets weggooien. Gebod 9 Gij zult niet lijnen. De zin en onzin van het diëten

Het laatste en tiende gebod Gij zult lekker eten. Want daar draait het toch om. Om smaak. Mac van Dinther gaat op smaakjacht, naar voorkeuren. Hoe leer je je kinderen van lekker eten te houden. En smaak als social glue. Daarmee zijn de tien geboden opgesteld.

Ik vind Gij zult goed eten een informatief boek over onderwerpen waar je als consument mee te maken krijgt. Door gedegen onderzoek en door een vlotte schrijfstijl informeert de schrijver de consument over de achtergronden van het dagelijks eten. Gereons Keuken Thuis smulde ervan. Een aanrader voor foodbloggers en -lovers, die met wat meer bagage over dagelijks eten hun keuzes willen maken.

Gij zult goed eten, Mac van Dinther (ISBN 9789095966675) is een uitgave van Fontaine en kost  € 14,95

Wijn van eigen bodem.

 foto: wijn van eigen bodem

Wijn van eigen bodem. Nederland wordt een steeds serieuzer wijnland. Nederlandse producenten winnen prijzen, worden geroemd door vooraanstaande wijnschrijvers en Nederlandse wijn wordt geschonken in het vliegtuig. Mariëlla Beukers en Irene de Vette onderzochten waarom je eigenlijk Nederlandse wijn zou drinken? Samen met wijnboeren, sommeliers, restaurateurs en andere winos gaan de twee dames op pad door Nederland wijnland. Ik ben er ook wel nieuwsgierig naar.

Na een stukje geschiedenis over de wijnbouw in ons land, bespreken Beukers en de Vette de natuurlijke omstandigheden, het terroir van ons kikkerland. De gangbare druivenrassen, want sommige rassen gedijen beter dan andere. Want makkelijk is het niet wijn produceren in Nederland.

De schrijfsters gaan op bezoek in wijngaarden. Je kunt bijkans spreken van een heus wijntoerisme. er zijn wijnwandelingen (die organiseer ik zelf ook @Gereons SeaSpot), wijnroutes en je kunt tegenwoordig heel wat wijnhuizen bezoeken. Toerisme dus. Net als in la douce France.

Ook restaurants gaan meer en meer over op Nederlandse wijnen. Mariëlla en Irene zochten uit waar je terecht kunt voor een lekker glas wijn. Ze geven kooptips, voor het online of offline kopen van dit mooie Nederlandse product. Ten slotte  geven de schrijfsters tips voor het maken van je eigen wijn. leuk om te doen. Hoe word je een startende wijnboer.

Wijn van eigen bodem doet ook recht aan de verschillende regio’s. Het behandelt wijngaarden in Noord, West, Oost en Zuid Nederland. Want ieder gebied heeft zijn eigen kenmerken. Een eigen bodem en terroir. Specifieke omstandigheden Tussen de informatie over wijn vind je ook lekkere wijn spijs combinaties in de vorm van recepten. Bijvoorbeeld tartaar van Pietjesveld met gepocheerd scharrelei in combinatie met een pinot noir rosé.

Wijn van eigen bodem is een boek dat helemaal past in de lekker lokaaltrend. Het is een praktisch boek met voor elke wijnliefhebber, die meer van Nederlandse wijn wil weten, een passend thema. Daarin zijn beide dames geslaagd. Je blijft in het boek nieuwe dingen in ontdekken. In je hand een lekker glas Nederlandse wijn. Daarnaast is er een speciale website Wijn van eigen bodem met nog veel meer informatie en verhalen over Nederlandse wijn.

Wijn  van eigen bodem, ontdek de lekkerste Nederlandse wijnen. Mariëlla Beukers & Irene de Vette (ISBN 9789462500723) is een uitgave van Simplylife en kost € 24,95

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten