Het slagershandboek voor de thuiskok.

foto: cover Slagershandboek.

Het slagershandboek voor de thuiskok. Na alle aandacht voor groente, vegan en plantbased, is het nu weer eens tijd voor een stukkie vlees in de keuken. Gelukkigerwijs ontving ik dit terroir boek van schrijver, illustrator en ontwerper Arthur le Caisne, die in de rol kroop van slagersknecht. Le Caisne ging op stage bij twee toppers op vleesgebied in France métropolitaine. Vleesaffineur en rijper Jean Denaux, die zelf liever spreekt veredelen spreekt. En Fred Ménager, expert op het gebied van alles dat fladdert en dat is in la douce France meer dan de kipdelen, die je in ons kikkerland aantreft. Twee vaklieden dus stonden aan de basis van dit uiterst handige boek. Ik vind het een leuk naslagwerk in de categorie werk van Stéphane Reynaud en Bon Appétit van François Régis Gaudry. Heel Frans zijn de getekende illustraties van topvee, wild en gevogelte. En de clin d’oeil (knipoog) bij de besproken waar. in de vorm van commentaren boven de tekst. Want vlees eten, zeg nu zelf, is naast een serieuze zaak ook genieten.

Het eerste gedeelte gaat over dieren, van rund tot en met wild. Welke rassen zijn er?Hoe snijd je het vlees uit? Is wayguvlees echt zo bijzonder? En hoe zaag je een mergpijp? Le Caisne legt ook uit bij welk vlees je een scherp vleesmes gebruikt en bij welk vlees juist een gekarteld broodmes. Het Hongaarse wolvarken passeert de revue, een ras, dat bekend staat als de waygu onder de biggen. Je leest tevens een grote betrokkenheid bij de vee-industrie, want bij het lamsvlees pleit de schrijver voor raslamsvlees. De AOC’s, Label Rouge en andere keurmerken komen aan bod. De geschiedenis van de kip en tot slot wat lokaal wild.

foto: varkensrassen, nooit vergeten dat een varken een heel intelligent dier is met heel veel humor.

Nadat het vlees is geslacht en afgehangen, gaat Arthur le Caisne in het slagershandboek voor de thuiskok aan de slag met de bereiding. De geheimen, die hij ontfutselde aan eerder genoemde experts. Het gebruik van materiaal, je ingrediënten, het al dan niet “voor”zouten van vlees, geheimpjes van sterrenkoks en je braadvet. Wederom met leuke illustraties van aquarellist Jean Grosson. En als het echt bijzonder wordt bezigt Le Caisne het de Franse kreet MIAM, wat zoveel betekent als Mmmmmm. Een groot gedeelte gaat in dit hoofdstuk over koken versus braden. Heel belangrijk is altijd de juiste temperatuur kiezen. Die is bij een stoof natuurlijk anders dan bij een entrecote of eendenborst

In het derde gedeelte van het slagershandboek vind je 25 basisrecepten voor rund-, kalfs- varkens- en lamsvlees. Lekkere bereidingen van gevogelte. Een apart deel, het blijft een Frans boek over fonds en bouillons ontbreekt niet. Gereons Keuken Thuis wordt er vrolijk van. Het slagershandboek voor de thuiskok krijgt een lekker plekje in mijn kookboekenhoek naast Jacques Hermus’ Wilde Eten, het wildboek van Stéphane Reynaud en de de bijbels van Bocuse en Troisgros. Vlees u weet wel waarom messieurs/dames!

Het slagershandboek voor de thuiskok, Arthur le Caisne. (ISBN 9789059569942) is een uitgave van Fontaine en kost in de kookboekenvakhandel of online €27,00

Video: een kippetje geroosterd op de wijze van Le Caisne

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Mediterraneo, Jacques Meerman.

Mediterraneo, een culinaire reisgids door het Middellandse Zeegebied van de 12 eeuw. Een Franse monnik, een rabbi uit Noordwest Spanje, een islamitische ambtenaar uit Granada en een geograaf uit Marokko zijn de reisgezellen van Jacques Meerman, die in dit mooie boek op zoek gaat naar wat de keukens rond de Middellandse zee hebben voortgebracht. Dingen, die wij heden ten dage nog steeds eten. Want in tegenstelling tot wat algemeen wordt gedacht zijn die Middeleeuwen helemaal niet zo duister, ook niet op culinair gebied. Er was veel handel, van Reims met zijn befaamde jaarmarkten tot Constantinopel. Van Alexandrië met zijn befaamde vuurtoren tot aan Lissabon. De Arabieren brachten landbouwmethodes mee, irrigatiesystemen, die tegenwoordig nog op veel plaatsen in Spanje worden gebruikt. De Noormannen veroverden niet alleen Groot Brittannië, maar belandden ook op Sicilië, alwaar zij volgens Meerman de latere ravioli introduceerden. Meerman stelt dat pasta geen Italiaanse vinding is. Het separaat koken van pasta wel. In het Byzantijnse rijk was er al sprake van pasta. En dan heb ik het nu nog niet eens over het Iberisch schiereiland, waar een grote melting pot van verschillende religies en eetculturen een ware cuisine opleverde. Het stond aan de wieg van het Llibre de Sent Sovi, een Catalaans manuscript uit 1324 dat zich door de eeuwen heen verder ontwikkelde. Overigens moest de eerder genoemde Franse monnik er niets van hebben. Hij vond Basken primitief en het eten op het Iberisch schiereiland maar vreemd. Mediterreaneo staat vol met verhalen van deze reizigers en wat zij aantroffen. Maar soms ook niet, in veel plaatsen meldt de rabbi niets bijzonders. Je leest in Mediterraneo,, dat Meerman niet over één nacht ijs is gegaan. Prachtige verhalen van Perzische koks, de 1000 en 1 nacht keuken van Bagdad. Meerman grasduinde door het 13e eeuwse boek Kitab al Tabih van schrijver Al Bagdadi, dat erg populair was in het gebied van het huidige Turkije. In de twaalfde was de Arabische keuken al wijd en zijd bekend tot aan Cordoba toe. Wat een uitwisseling van smaken. Als voormalig byzantinologiestudent (iedereen heeft een jeugdzonde) begrijp je dat Mediterraneo spek voor mijn bekkie is. Een bijzonder detail is spek, dat vooral door Germaanse stammen werd gegeten, maar weer niet door Germanen, die in Italië terecht kwamen. En waarom garum, de Romeinse gefermenteerde vissaus van het toneel verdween is ook een raadsel. Al deze feitjes, weetjes en dwarsverbanden, die Meerman legt, maken dit voor mij een must have boek, waar ik nog veel plezier aan ga beleven. De thematiek en het onderzoek vind ik heel aansprekend. Meerman koos vooral voor literatuur uit de Arabische wereld. De Byzantijnse keuken ontbreekt bij gebrek aan kookboeken en Gereons Keuken Thuis mist Joodse invloeden. De schrijvers uit het Midden Oosten waren hun tijd ver voor, omdat zij publiceerden op papier, terwijl in het Avondland perkament de standaard was. We hebben veel te danken aan het Midden Oosten, kennis, kunde en culinaire zaken. Het vormt allemaal de basis van de huidige keukens. Ik moet er wel bij zeggen, dat voor een leek, die niet bekend is met de geschiedenis van de Levant en het Iberisch schiereiland Mediterraneo een behoorlijke kluif kan zijn. Dat had ik zelf ook tijdens het lezen. Oude studieboeken werden opgeduikeld, net als mijn gymnasiumscriptie over de reconquista en meerdere malen werd Wikipedia geraadpleegd. Soms bevatten hoofdstukken simpelweg iets te veel informatie en ik denk dat lezers, die op zoek zijn naar een reis- of culinaire gids misschien bedolven kunnen geraken. Wat Meerman heeft geschreven is een geschiedenisboek, over de geneugten en bijzonderheden van het leven rond de Middellandse Zee in de 12e eeuw. Gebaseerd op onderzoek van bronnen, waardoor een persoonlijke verhaallijn een beetje op de achtergrond raakt. Maar ben je net als ik dol op trivia, dan is dit een heerlijk boek, dat je meeneemt van onze tijd naar een periode, waar nog nooit veel over verteld was. Zo sluit Meerman ook zijn boek af met mondiale dwarsverbanden, tot in Azië toe. Zo zou het zomaar kunnen, dat ketjap een Arabische vondst is. Of dat echt allemaal zo is? Dat weet ik niet, maar het is een plausibele theorie. Maar om toch weer bij zijn reisleiders, de monnik, de rabbi, de ambtenaar en geograaf aan te haken: Jacques Meerman gunt ons met zijn monnikenwerk een blik in culinaire zaken, die wij tegenwoordig heel gewoon vinden en destijds al wijdverbreid waren. En hij voegt met Mediterraneo een nieuw terroir toe aan culinaire geschiedschrijving.

Mediterraneo, een culinaire reisgids voor de mediterrane middeleeuwen, Jacques Meerman (ISBN 9789026343377) is een uitgave van Ambo Anthos en is te koop voor € 24,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Foodparade zomer.

Foodparade zomer. Het begint zo langzamerhand een elk seizoen terugkerende traditie te worden op Gereons Keuken Thuis. Leuke producten, fijne magazines, mooie boeken, gadgets & evenementen passeren de revue tijdens in mijn foodparade. Dingen, om heerlijk van te genieten tijdens de lange zomerse dagen en avonden. Het liefst natuurlijk buiten op je terras, op het strand of tijdens je vakantie in binnen- of buitenland. Enjoy! Voor je het weet is heel die zomer al weer lang voorbij…. (vrij naar G. Cox uit Rotterdam)

foto: funky bieren van Hoop uit Zaandijk.

Frisse & funky bieren uit Zaandijk. Gereons Keuken Thuis proefde twee bieren van de ambachtelijke Zaanse brouwerij Hoop. De zomer staat voor de deur, met een Summer Session tropical IPA voor een heerlijke zomerdag. Moutig bier, een IPA met tropisch fruit en stevig door de havermout. Lekkere dorstlesser voor in je strandstoeltje op Zandvoort. Sweet Spring bison grass Bock, een bok met een vleug vanille en toffee, door het gebruik van sweet grass, bekend van het Poolse wodkamerk. En… hopperdepop tonen van Duitse hopsoorten. Trek je Lederhöschen erbij aan en geniet. Vrolijke bieren voor de zomer.

foto: Kambukka, express your thirst!

Kambukka. express your thirst! Van het nieuwe merk Kambukka ontving ik leuke culipost voor mijn foodparade zomer. De multifunctionele drinkfles van Kambukka, bedacht door twee ondernemers uit Hasselt (B) Een bijzonder verhaal, drinkflessen voor mensen, die veel onderweg zijn of bezige bijen zoals Gereons Keuken Thuis. Mooi design to match my grey sneakers. Sinds 1 juni verkrijgbaar in 30 landen. In je eigen kleur. Handig mee te nemen in de stad, naar het strand of lekker gevuld met ijsthee tijdens het balkontuinieren. Express your thirst met Kambukka.

foto: cover nieuwe nummer de Smaak van Italië

Ik vertrek, het nieuwe zomernummer van De smaak van Italië. De zomervakanties staan voor de deur en het nieuwe juli/augustusnummer van De Smaak van Italië haakt daarop in met de veelzeggende titel IK VERTREK. Dat deden een aantal in dit nummer geportretteerde landverhuizers, bij wie het inmiddels goed toeven is in hun B&B. De Smaak bezoekt de “Malediven” van Italië op Sardinië, gaat op voettocht over Elba, proeft heerlijke gerechten uit de Mezzogiorno uit het kookboek Grandi Gusti, een culinaire liefdesbetuiging, en geeft tips voor de meest charmante AirBNB’s tussen de locals. Want zeg nu zelf, when in Rome, doe as the Romans do. Dat deed Onno Kleyn ook, jaren gelden. Hij schreef er een knoeperd van een boek over. In dit nummer verhaalt hij, uit zijn nieuwe mooie boek Italië, over het memorabele diner, dat hij en Juliette aten bij de buren in San Donato. En mocht je dit nog niet genoeg lijken, De Smaak verloot 3 heerlijke weekenden in de B&B van één van de landverhuizers uit het nummer. Andiamo!

foto: limited edition honderd jaar Aperol.

Apérol 100 jaar. Op 26,27,28 juni werd in o.a. Padua en Venetië con brio gevierd, dat het befaamde oranje drankje Aperol zijn honderdste verjaardag beleefde. Het aperitief is het resultaat van 7 jaar uitproberen, toewijding en hard werken door de broers Barbieri. En niet zonder resultaat, want zeg nu zelf, Aperol is een heerlijk aperitief on the rocks of in de wereldvermaarde Spritz. Na overname door Campari  blijft Aperol opvallen door de combinatie van het drankje en de kunstzinnige uitingen op het etiket. Zo is er speciaal voor deze honderdste verjaardag een nieuw limited edition etiket ontworpen door Lorenzo Matotti. Een veerkrachtig dansend paar, net als dit honderdjarige aperitivo. En kun je er niet genoeg van krijgen? Ga dan naar de Instagram of Facebook pagina, om één van deze limited edition flessen Aperol te winnen!

Het Aperol Spritz ritueel. Doe het ijs in een glas en voeg er de prosecco en Aperol aan toe. Doe er vervolgens een scheutje spuitwater bij en werk af met een schijfje sinaasappel. Deze manier van inschenken voorkomt dat de Aperol onderaan het glas blijft. 

Bereidingstijd: 5 min

  • DOE IJS IN EEN WIJNGLAS
  • VOEG ER GELIJKE DELEN PROSECCO EN APEROL AAN TOE
  • DOE ER VERVOLGENS EEN SCHEUTJE SPUITWATER BIJ
  • WERK AF MET EEN SCHIJFJE SINAASAPPEL
foto: borrelnicken in het Oosterpark.

Picknicken en borrelen met de mand van de Tropen in Oost. Aan het groene Oosterpark in Amsterdam ligt het door Piet Boon gerestylde Grand Café de Tropen, onderdeel van het Tropenmuseum, gezegend met een heerlijk terras aan het groen. Fusina Verloop liet mij weten dat je ook een bijzondere borrelmand mee kunt krijgen om ergens in het park te picknick borrelen. Geen slecht idee. Summer in the city.

foto: zomers drankje Melonade at SeaSpot

Melonade. Een apéritif van Canteloupe meloenen uit Cavaillon. Ja die groene geribbelde met knaloranje vruchtvlees. Het Provençaalse merk Eyguebelle maakt er dit heerlijke aperitief van. Sins kort is Melonade sterk in opkomst als drankje. Gebaseerd op een oud procedé van lokale monniken, die fruitalcohol stookten. Met deze alcohol wordt de typische geur en kleur van de Cavaillon meloen gevangen in een aperitief van 12%. Het drinkt alsof je in een rijpe meloen bijt. Zon uit de Provence in je glas. Je drinkt het puur on the rocks, met witte wijn, bruiswater of prosecco. Monique Meulendijks, die Melonade en siropen van Eyguebelle naar Nederland haalde met haar bedrijf les Gouts de France, voegt hier niet zonder trots aan toe, dat ook Krasnapolsky een speciale Melonade cocktail heeft ontwikkeld. Maar naast drinken, kun je melonade ook gebruiken voor een leuk voorgerecht van canteloupe meloen uit Cavaillon, munt en feta. Op smaak gebracht met Melonade.

Nodig:

2 canteloupe meloenen, gehalveerd en uitgehold.

1 glas Melonade

100 g feta verkruimeld

muntblaadjes

zwarte olijven zonder pit

zwarte peper

Bereiding:

Hol de gehalveerde meloenen uit en meng het vruchtvlees met de Melonade. Laat goed koud worden in de ijskast. Verkruimel de feta en halveer de zwarte olijven. Scheur de muntblaadjes. Meng alles door de koude meloen en vul de uitgeholde meloenen. Serveer direct met een draai zwarte peper.

De foodparade zomer gaat verder……..

foto: olijfolie van Lucie Kuypers uit Umbrië.


Puur Olijf. Tijdens een lunch van True Italian Taste maakte ik kennis met Lucie Kuypers van Puur Olijf,een bevlogen Limburgse dame, die alles van olijfolie weet en er niet voor terugdeinst om zelf op pad te gaan door de laars. Lucie vertelt bijvoorbeeld over Umbria: “De extra vergine olijfoliën importeren we rechtstreeks van kleine boeren. Het gaat om een mooi, puur en eerlijk product met een zeer lage zuurgraad. De olijven worden met de hand geplukt en binnen 8 uur geperst. Bovendien is deze olijfolie 100% Italiaans, onversneden, dat betekent dat de olie niet wordt vermengd met andere oliën of olijfoliën. De olijfbomen zijn eeuwenoud en staan op de heuvels in de omgeving van de beroemde plaats Assisi.” Leuk product voor in je zomerse keuken

foto; cover Meals in minutes van Donal Skehan.

Donal Skehan. Donal Skehan. Vorige zomer vertelde Donal Skehan ronduit over zijn culinaire leven, als gast in mijn serie talk&table. Deze culinaire duizendpoot zit nooit stil. Inmiddels is er al een nieuwe TV serie van hem te zien op 24 Kitchen en verscheen onlangs bij uitgeverij Nieuw Amsterdam een leuk boek, Meals in Minutes, waaruit je een recept voor vindt onder aan deze blogpost.

foto: radiant moments met EIVI.

EIVI. De mooie momenten op Ibiza gevangen in een witte wijn uit Galicië, uit Rias Baixas. Gereons Keuken Thuis proefde deze heerlijke wijn tijdens de CLP2019 in april. EIVI, afkorting van Eivissa, is een iconische witte albariño, die wordt opgevoed sur lie. Een westelijke wijn dus, denk aan bijvoorbeeld Muscadet methode. Maar dan met milde zuren en veel fruittonen. Zulk wit mag niet ontbreken in mijn foodparade zomer. Een wijn om op speciale momenten te delen, net als de bijgeleverde armbandjes, die de verbondenheid met de ander, de zomer en Ibiza symboliseren. Een feest om te drinken bij vis en schaaldieren of mijmerend tijdens de puesta del sol bij Es Vedrá. Happy summer, embrace yourselves with EIVI.

foto: 3 augustus Mosselfandag in Yerseke.

Mosselfandag op 3 augustus in Yerseke. Leer de wereld achter de Zeeuwse mosselen kennen. Vaar mee op een echte mosselkotter, bezoek de mosselveiling en kijk binnen bij een van de mosselverwerkende bedrijven. Een leuke dag voor iedereen op 3 augustus a.s. in Yerseke.Uiteraard zijn er volop heerlijke mosselen te eten, is er muziek en nog veel meer. Dus mosselfan? Reis af naar Zeeland!

foto: Do you like piña colada?


Piña colada van Ingrid Larmoyeur van de leuke site Vinissima meldde voor deze foodparade zomer, dat het 10 juli op Puerto Rico National piña colada day was. Een beroemde cocktail, 65 jaar geleden bedacht op dit eiland en still going strong. Gebruik voor deze gezeefde ananas (dat betekent piña colada) dan ook de echte rum van dit eiland Don Q 

foto: cover boek See you in the piazza van Frances Mayes.

See you in the piazza! Frances “Under the Tuscan sun” Mayes. Wie kent haar niet? Deze schrijfster reisde samen met haar man Ed en kleinzoon door de regio’s van de Bel Paese en bundelde haar reistips in het vrolijke boek See you in the Piazza.  Ze geeft in dit boek de leukste tips voor hotels, restaurants, evenementen. Daarnaast verdiepte zij zich in culturele zaken en schrijversverhalen. Tot slot, eten is ook heel belangrijk, ontbreken de recepten niet. Een heerlijk boek om in te grasduinen. Of …. om je Italië trip van Val d’Aosta tot Puglia of van de Veneto tot Sicilië voor te bereiden. See you in Piazza mag daarom niet ontbreken in deze foodparade zomer. Uitgave van Random House.

foto: traag gegaarde kip met witte wijn van Donal Skehan

RECEPT voor traag gegaarde witte wijnkip.

Ins & Outs: Geef bij deze stoofpot van romige kip knapperig brood om de saus mee te deppen of rijst voor een hartverwarmende maaltijd. Gebruik voor dit recept een droge, frisse witte wijn zoals sauvignon blanc of pinot grigio, met vrij veel zuren en alcohol. Daarvan worden de kippenpoten lekker mals tijdens het langzaam garen. Een ideaal recept voor in een slowcooker!

Actieve bereidingstijd: 5 minuten

Kooktijd: 1 uur en 25 minuten

Keukengerei: stoofpan met deksel

Nodig voor 4 personen:

2 el olijfolie

4 kippenpoten

1 grote ui, in dunne ringen

1 bol knoflook, tenen los en gepeld

3-4 takjes dragon

600 ml witte wijn

500 ml kippenbouillon

schepje double cream of crème fraîche

hand fijngehakte bladpeterselie

zwarte peper en zeezout

Bereiding: 

Verwarm de oven voor op 200 °C (heteluchtoven 180 °C). Verwarm de olie in een grote stoofpan op matig hoog vuur. Bestrooi de kippenpoten rondom met peper en zout, braad ze bruin aan, haal ze uit de pan en zet ze apart. Doe de ui-ringen in de stoofpan en fruit ze 10 minuten op laag vuur tot ze zacht zijn. Voeg de knoflook, kip, dragon, witte wijn en bouillon toe en breng aan de kook. Doe een deksel op de pan en zet de pan 45 minuten in de oven. Haal dan het deksel eraf en zet nog 20 minuten in de oven of tot de kip botermals is. Laat de kip rusten op een schaal, zet de stoofpan weer op matig hoog vuur en laat de saus nog wat inkoken tot hij blijft ‘hangen’ aan de bolle kant van een lepel. Voeg de room of crème fraîche toe, breng zo nodig nog op smaak met peper en zout en roer de peterselie erdoor. Lepel de saus over de kip en dien op.

foto: Cannes Croisette, au grand bleu.

FIJNE ZOMER!!!!

NB: deze foodparade zomer werd mogelijk gemaakt door Kroon op het Werk, Kambukka, DSV media, Jam Jam PR, Fusina Verloop, Les gouts de France, Puur Olijf, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, Sanders wijnen, Het Nederlands Mosselbureau, Frances Mayes, Random House. De producten/boeken werden mij als #samples gestuurd door de leveranciers. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Gastblogger Laura van Veenendaal.


Gastblogger Laura van Veenendaal. Het mag toeval heten of niet, maar daags na mijn recensie van het boek Magisch Maleisisch trof  ik de zomerse gastblog van deze schrijver aan in mijn mailbox. Laura trapt daarmee een zomer af, die hopelijk meer van deze leuke persoonlijke verhalen oplevert op Gereons Keuken Thuis. Zij beaamt, wat ik donderdag schreef: Maleisië en haar keuken zijn magisch. Maar Laura van Veenendaal is niet alleen behept met Maleisië, kijk eens op haar site Lekkerplan . Daar staat hoe je Thaise viskoekjes maakt van Hollandse schol, hoe je zelf mooie loempia’s fabriceert en vertelt ze over de smaken van Taiwan. Maar nu eerst Maleisië! Dank Laura voor je enthousiaste deelname als gastblogger. En ik hoop voor je, dat er snel in Huizen zulk heerlijk streetfood is te vinden, alhoewel reizen naar Maleisië natuurlijk ook geen slechte optie is. Fijne zomer.

foto: op weg naar Dabong.

Laura van Lekkerplan ontdekte het lekkerste land ter wereld (het is niet Italië)

Aziatische smaken zijn de beste smaken, als je het mij vraagt. Koriander, gember, vissaus, daar word ik vrolijk van. Daarom kook ik met de smaken van China, Vietnam en wijde omstreken en op Lekkerplan schrijf ik een blog vol over de lekkere dingen, die ik al doende ontdek. De allerfijnste gebakken rijst met lente-ui-gemberdressing, bijvoorbeeld. Of noedelsoep met spekjes, die de rotste dag beter maakt. Of…

Maar ik dwaal af. Ik ben hier om te vertellen over het eten in het lekkerste land ter wereld. Het zal duidelijk zijn dat de keuze makkelijk was toen de echtgenoot en ik vorig jaar een bestemming zochten om zes weken rond te trekken met onze twee koters. We gingen richting Azië. Nou is dat een aanzienlijk deel van de wereld, dus er zat wat leeswerk in de nadere plaatsbepaling. Toen ik de Lonely Planet van Maleisië in handen kreeg, was de zoektocht echter voorbij. Een land waar Maleisiërs, Chinezen en Indiërs hard hun culinaire best doen. Net als een hele rij kleinere bevolkingsgroepen. Vlak onder Thailand? Het is alsof Maleisië is ontworpen voor mijn smaakpapillen.

Maleisië in drie maaltijden

Het is een risico, al vóór aankomst zo zeker van zijn, dat je het smaaknirvana gaat bereiken. En we hebben ook heus middelmatige happen geïncasseerd. Dat gebeurde vooral als we bij een menukaart van acht kantjes beter hadden moeten weten  dan aan te schuiven. Maar het was voornamelijk heerlijk, zes weken Maleisië. Laat me de reis samenvatten in drie iconische maaltijden.

 Op houtskool geroosterde saté bij Capital Café in Kuala Lumpur. Voor we in het vliegtuig stapten, dacht ik bij Maleisisch eten vooral aan laksa (pittige, zure noedelsoep met vis) en rijst met prutjes. (Het is de Indische in mij die overal een rijsttafel in ziet.) Eenmaal rondstappend op het schiereiland begreep ik al snel dat saté ook thuishoort  in het lijstje “typisch Maleisisch”.

Uiteraard zijn Maleisiërs niet de enigen die gemarineerd vlees op een stokje rijgen om te bakken boven houtvuur. Maar ze zijn er wel zo dol op dat geroosterd vlees resoluut mijn Maleisische herinneringen geur geeft. Dat roosteren gebeurt meestal op straat.  In Kota Bharu, in het noorden van Maleisië, was er bijvoorbeeld een paar avonden per week een straat afgezet zodat mensen vers gemaakte saté (en rijst en groenten) konden eten.

De eerste saté die wij aten, kwam van de stoep voor het Capital Café in Kuala Lumpur. We waren rond half zeven bij het restaurant en hoopten dat de barbecue al aan zou zijn. We hadden geluk. Grote rookpluimen begroetten ons en omarmden ons met het aroma van net-niet-geblakerd vlees.

Met een grote grijns gingen we zitten en selecteerden een stel bijgerechten. Maar helaas. Alleen de gebakken noedels waren er nog. Okay. Noedels werden het dus, plus een berg vleesstokjes. Na de eerste hap saté waren we de teleurstelling over de afwezige bijgerechten vergeten. Sappig vlees, marinade met veel knoflook en koriander en dan dat rokerige van de grill. Wat een fijn maal! En omdat we niet hoefden te wachten op de keuken, stonden we ook betrekkelijk snel weer buiten (Na een tweede rondje van de saté, uiteraard.) Best fijn, als je met twee gejetlagde minimensen onder de arm op stap bent.

foto: saté’s roosteren bij Capital Café in Kuala Lumpur

 Loeivers platbrood naast de speeltuin in Dabong. Sowieso speelt veel van het eetavontuur in Maleisie zich af op straat. Toeristen uit heel zuid-oost Azië schijnen speciaal naar Georgetown (in het noordwesten van het schiereiland) te komen voor het streetfood. En die heerlijkheid beperkt zich niet tot de steden. We aten ook in dorpen een hoop lekkers op de stoep. In Dabong, bijvoorbeeld.

Dabong is één van de toegangspoorten tot de jungle in het binnenland van Maleisie. Aan de andere kant van die jungle ligt echter een nog veel beroemdere toegang en Dabong krijgt daardoor niet zoveel toeristen. Ze zijn er, maar wild toeristisch is het niet. Er zijn één of twee hotels, je kunt op het treinstation een hapje eten en op de stoep naast de speeltuin ijsthee drinken. Oh, en je kunt de jungle in. Dan ben je er wel zo’n beetje.  

Dat dachten wij tenminste, toen we na een dag rondsjouwen tussen de bomen neerstreken tegenover de glijbaan. Toen we even hadden gezeten, kwamen er echter opeens een hoop mensen naast ons zitten. Bleek dat er ’s avonds een keukentje openging bij het terras, dat gloeiendhete roti canai (lekker vettig platbrood met laagjes) bakte. Ze waren zo populair dat wij dachten: “hee, we eten mee”.

Bestellen was even een toneelstukje. Ik geloof dat ze niet begrepen, dat wij vragen konden hebben over de zeer overzichtelijke keuze. De enige reactie die kwam op “Wat is dat voor saus?” en “Heeft u verschillende smaken?” was “Do you want egg or no egg?”. Twee met en twee zonder ei dan maar, en we hoopten dat we van die intrigerende dip zouden krijgen. Dat kregen we en het bleek de perfecte pittige jus-saus om het elastische brood met schroeiplekjes in te dopen.

foto: het mooie uitzicht bij Duyong Cherating

Vriendelijk met rust gelaten worden en brood eten

De maaltijd was ook naast z’n locatie op de stoep typerend voor veel van onze reis. Zodra we de palmstranden en beroemde stadjes verlietten, waren er niet zoveel andere witte gezichten en konden we een beetje meedoen in de randen van het Maleisische leven. Mensen waren zeker behulpzaam. Toen de peuter op de stoep in Dabong z’n melk over tafel knalde kwam er voor wij “sorry, sorry!” konden roepen een nieuwe, met een aai over z’n bol voor de schrik. Maar verder hadden ze betere dingen te doen dan zich druk maken over ons.

Brood eten, bijvoorbeeld. Ik had me ingesteld op zes weken rijst en noedels en noedels en rijst. Die waren er, uiteraard, maar geroosterd brood met kokosjam is een populair ontbijt en overal waar we kwamen werd verse roti canai gebakken. Hoe heerlijk, supervers brood eten met de zon op je rug en de geur van knoflook in de lucht.

Thaise rundvleessalade bij Duyong, Cherating. De laatste maaltijd die voor mij Maleisie samenvat, is een Thaise. Je kunt geen gids openslaan zonder te lezen over wat een harmonieuze etnische smeltkroes het land is. Nou valt daar genoeg op af te dingen, met bijvoorbeeld een graaiende ex-premier, dames die een onderzoek aan hun broek krijgen als ze bespreken waarom ze geen hoofddoek meer dragen en inheemse stammen die uitsterven, maar qua eten ben je bepaald niet beperkt tot één keuken. Zo aten we fantastische dim sum, prima Koreaanse bibimbap en supersappige kip uit de Indiaase tandoor.

Misschien wel mijn favoriete “buitenlandse” maaltijd aten we in het stranddorp Cherating. Daar kun je op het witte strand liggen, vuurvliegjes bewonderen en dus heel fijn Thais eten bij restaurant Duyong.

Duyong ligt aan een rivier en op het grote terras heb je rond etenstijd een betoverend uitzicht op de zon die zich roze en paars verstopt achter het water. Dan krijg je een menu van acht kantjes en ga je je zorgen maken, maar dat is nergens voor nodig.  De eerste avond bestelden we uit het Thaise deel van het menu en ook al zijn we nog een keer terug geweest, verder zijn we niet gekomen. Het was ook zo lekker. De gefrituurde tofu had een dun, knapperig jasje en romige binnenkant. De noedels hadden flink wat wok-adem en genoeg knoflook om Dracula maanden in Transsylvanië te houden. Maar het allerbest was de Thaise rundvleessalade.

Voor die salade bakten ze reepjes rundvlees net lang genoeg om gaar te zijn (tropen hè?), maar nog wel sappig. Die legden ze op een lading knapperige, rauwe groente met een dressing die vurig van de chilipeper, fris van het limoensap en funky van de vissaus was. De echtgenoot wilde ook graag proeven, maar ik vond het heel, heel lastig om hem meer dan een minihapje te geven. Niet erg harmonieuze smeltkroes van mij, maar tsja. Soms moeten oude liefdes het afleggen tegen nieuwe vlammen.

Nog niet overtuigd dat Maleisië het lekkerste land is?

Op Lekker Plan vertel ik je over de tien lekkerste hapjes die we er aten. Lees, krijg honger en koop een ticket. Selamat makan alvast!

foto: gastblogger Laura van Veenendaal.

Over Laura van Veenendaal

Laura is verliefd op Aziatische smaken en blogt op Lekkerplan over de lekkerste recepten met die smaken. Ze woont in Huizen en droomt over de dag dat daar goed street food te koop zal zijn. Tot die tijd gaat ze regelmatig op reis om het elders te eten.

Dit was de eerste zomerse gastblogger op Gereons Keuken Thuis, volgende keer lezen we het verhaal van Anne-Marie Otter-Schuster van My Happy Kitchen. Stay tuned!

1 juli, dag van de pastasalade, lustrumeditie.

foto: is pastasalade een specialité Niçoise?

Het is maandag 1 juli, dag van de pastasalade, de lustrumeditie. Wat een feest toch elke keer weer zo aan het begin van de zomer. Het enthousiasme, waarmee iedereen zijn recept voor pastasalade deelt en dat al voor de vijfde keer! Deze reis gaat Gereons Keuken Thuis vloeken in de kerk, zowel in de Italiaanse als die van de stad Nice. Want pasta wordt nooit koud gegeten en in een salade Niçoise gaat wel aardappel maar geen pasta. Ik maak deze keer een pastasalade à la Niçoise op mijn eigen wijze. En fotografeer deze creatie niet. Kan allemaal aanstoot geven, maar what the heck, het is maar één dag per jaar dag van de #pastasalade. Laten we aan de slag gaan!

foto: yellow funky pastasalade

Eerst even wat terugblikken: In 2015 begon ik op de dag van de pastasalade met een knalgele funky pastasalade met spek en ras al hanout, de 2016 editie was geïnspireerd op de vlag van Portugal met groene olijven en het rood van chorizo. Een daverend succes gedurende een beachdag in SeaSpot. In 2017 ging ik met de Franse slag te werk. Het werd uiteindelijk een half warme pastasalade, van volkoren penne, sinaasappel, noten, een dressing van rode wijnazijn en notenolie en snel gegrilde eendenborst, op een bedje van veldsla, sur un lit de mâche. Een bord en een mond vol zullen we maar zeggen.

foto; pastasalade Portugaise met pit tijdens beachday SeaSpot


Van geheel andere orde was de pastasalade op 1 juli 2018 met vis in de hoofdrol. Bart van Olphen zou blij zijn met zoveel vis uit blik gebruik! En… tatarata: voor de lustrumeditie dit jaar ga ik voor een pasta salade à la Niçoise. We drinken er koude rosé bij, uit de VAR, heerlijk verkoelend als de temperaturen de 30+ aantikken. 1 juli, dag van de pastasalade. Be a good sport en deel zoveel mogelijk de creaties van je collega foodbloggers op Facebook, Twitter en Instagram.

Nodig:

300 g gekookte penne afgekoeld

250 gekookte sperziebonen

1 rode ui in ringetjes

2 tenen knoflook fijngehakt

2 vastkokende aardappels gekookt en in blokjes (fac.)

1 blikje ansjovis

2 el kappertjes

2 tenen knoflook fijngehakt

citroensap

olijfolie

zwarte peper

zout

gehakte peterselie

4 hard gekookte eieren in kwarten

Bereiding:

Kook de penne al dente en laat deze afkoelen. Spoel goed af met koud water en zet even ter koeling in wat gezouten water. Kook de aardappels en eieren. Snijd de aardappels in blokjes en de w=eieren in kwarten. kook de sperziebonen in ruim kokend gezouten water. Laat de ansjovis uitlekken, net als de kappertjes op wat keukenpapier. Hak de tenen knoflook zeer fijn en rasp wat schil van de geboende citroen. hak wat peterselie fijn. Men alle ingrediënten goed door elkaar in een schaal. Maak een dressing van peper, zout, olijfolie en citroensap. Meng de dressing door de pastasalade. Serveer de salade op borden met als garnering de partjes hard gekookt ei.

foto: de -visuitblik_ pastasalade

Tot slot een korte bloemlezing van pastasalades van andere foodbloggers:

Sophie van Wijnen met een Pastasalade zomerfeest uit 2018.

Italiaans koken met Antoinette met een Lauwwarme pastasalade met pesto alla Trapanese uit 2015.

Marleen van Es maakt een pastasalade uit haar volkstuin, een pastasalade met asperges en saffraan uit 2017.

en last but not least: Miss Foodiemoods met een pastasalade met zalm uit 2016.

Meer recepten op 1 juli, dag van de pastasalade vind je op de speciale Facebook pagina Succes!

BOSH! van Henry Firth & Ian Theasby.

foto: cover BOSH! in mijn zeekeukentje.

BOSH! Ik val op deze woensdagmorgen maar meteen met de deur in huis. Ik begin het dreinende toontje van veel veganisten een beetje zat te worden. Niet vanwege het feit, dat ik een nog vleesetende omnivoor ben of vegan food niet lekker vind. Ik heb vaak moeite met de competitie- en zendingsdrang van veel vegans. Alsof je leven ervan afhangt. En alsof het je een beter mens maakt dan iemand anders. En dan vergeet ik nog de badinerende, licht diskwalificerende toon, die veel vegans aannemen op de social media. Jammer, want vegan of plantbased eten is in mijn ogen technisch een verrijking van je keukenrepertoire. Al dan niet uitgebreid met een stukje vlees of vis. Of juist eens niet? Laten we afspreken, dat als het voortaan over plantaardig eten gaat de farizeeër-modus wordt uitgezet. Tot zover mijn matineuze vermaning.

Want ik wil het vandaag over BOSH!, simpele recepten, ongelooflijke resultaten, helemaal plantaardig. hebben. Het nieuwe vegan kookboek van Henry Firth en Ian Theasby. Als je deze heren uit Sheffield drie jaar geleden had gevraagd, wat zij van vegan food vonden, had je dat waarschijnlijk komen te staan op een driewerf HUH? De lads begonnen Bosh.tv en werden in no time vegan celebs in heel Blighty. Gereons Keuken Thuis denkt, dat dit komt door het afwezig zijn van dat pruilende millennial toontje. Vegan eten is leuk en dat stralen deze mannen uit. Geen ingewikkeld gedoe, gewoon lekker koken en knutselen met plantaardig eten.

Video: de creamy carbonara.

BOSH! begint met wat essentials, zoals keukenspullen, ingrediënten en wat heel leuk is, feestelijke menu’s voor weekendkoks. Doordeweeks gaan Henry en Ian voor snel, maar voor gasten pakken ze graag uit. Zo is er de romige carbonara als binnenkomer, een uitdaging om de umamismaak van spek en de creaminess van ei te evenaren. De guacaroni zou niet misstaan tijdens de #dagvandepastasalade. Of de puttanesca zonder vis. De twee heren schuwen ook het grotere werk niet, zoals een Guinness champignonpie (wat zou je daar nu bij drinken?), onweerstaanbare risotto of het topgerecht Pettigrews vegan paella. Alles in een setting waar je vrolijk van wordt, net als de knaloranje binnenkaft van dit boek. Gereons Keuken Thuis wil wel eens aanschuiven voor hun big roast. Of #alfresco voor de BBQ coleslaw of Buffalo wings, gemaakt van bloemkool. De vrolijkheid spat ervan af. Uiensoep ontbreekt niet, met een mooi alternatief voor vleesbouillon. En tot slot, het is zomer, de cocktails. want vegan betekent niet dat je je drinks veronachtzaamt. Dat is wat ik bedoel met dit kookboek, het is vegan food zonder het H woord, zonder hel en verdoemenis. En gezondheidsclaims. Eigenlijk heel LUBM .

Hoofdredacteur Francis Wehkamp van Fontaine had het bij het juiste eind, toen ze me in april tipte over dit kookboek. Want of je nu minder vlees wilt eten, of helegaar de transitie naar plantbased wilt maken, Firth en Theasby koken erop los in BOSH! Gereons Keuken Thuis zou zeggen, kijk hun video’s en lees hun kookboek, dan verdwijnt alle ballast, die om vegan food heen hangt als sneeuw voor de zon! BOSH! wordt een zomerhit in mijn keukentje.

BOSH!, simpele recepten, ongelooflijke resultaten, helemaal plantaardig. Henry Firth & Ian Theasby (ISBN 9789059569089) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 27,00.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Try before you die, 150 Restaurants.

foto: cover 150 restaurants you need to visit before you die.

Try before you die, 150 Restaurants, het nieuwe boek van influencer en tastehunter The Foodalist alias de in Brussel woonachtige Amélie Vincent. Juriste van opleiding -wat ruilen toch veel juristen hun carrière in voor een foodbestaan- , maar tegenwoordig baasje van haar eigen bureau, dat gespecialiseerd is in wereldwijde gastronomie, mensen en culturen. Vincent heeft zich altijd aangetrokken gevoeld door mensen. Als kind wilde ze verpleegster of sociaal werkster worden. Eigenlijk is ze dat uiteindelijk geworden als The Foodalist. Behalve dat zij in haar dagelijks bestaan niet te maken krijgt met patiënten of cliënten, maar wereldwijd de vinger aan de pols houdt in restaurants en bij chefs. Met het boek 150 Restaurants, you need to visit before you die wil ze een hommage brengen aan al die fijne en leuke mensen, die zij ontmoette all over the world. Ik noem het een privilege, want wie, zoals een Facebook contact van mij opmerkte, heeft de tijd en het geld om dat te doen? In haar voorwoord geeft Amélie Vincent hierop het antwoord. Natuurlijk zijn haar keuzes subjectief en moet je haar boek meer zien als een soort bucketlist. Zo zag ik het ook: lekker weglezen en -dromen bij al die mooie restaurants, die zij bezocht. Gereons Keuken Thuis was er wel zoet mee. Het boek start in Noord en Zuid Amerika, van Astrid & Gaston in Lima. (zeg nou zelf wie wil daar nu niet naartoe?) Via mooie adressen zoals Pujol in Mexico DF naar Eleven Madison, het meest stijlvolle restaurant in New York, volgens Vincent. Culi-adressen in San Francisco komen aan bod en DOM van Alex Atala in São Paulo mag niet ontbreken. Gek dat er geen enkel adres in LA instaat. Wie weet is de schrijfster daar nog niet aan toegekomen. Tot slot, ook een wens van mij om eens te bezoeken, Hartwood in Tulum, één groot culinair avontuur op Yucatán.

We steken de Atlantische Oceaan over naar ons continent. Vincent noemt de Kas in Watergraafsmeer, naast Pure C en Librije. De eerste vind ik een beetje bijzondere keuze, omdat er wel meer te vinden is op culinair gebied in Mokum en Nederland. Antwerpen is vertegenwoordigd door Nick Brils The Jane, je treft verscheidene Baskische restaurants aan, zoals Etxebarri en Mugaritz. Disfrutar in Barcelona ontbreekt niet. Kopenhagen wordt gecoverd. Vincent brengt diverse bezoekjes aan de adressen van Alain Ducasse in Monaco en Parijs. Die andere Alain, Passard passeert de revue en ik wil nog de Osteria Francescana vermelden. Allemaal adressen in de hitparade van 150 restaurants. Met deze twee continenten is bijna 4/5 van het boek gevuld. (200 van de 250 pagina’s) Het Afrikaanse continent komt er bekaaid vanaf met slechts één vermelding in Kaapstad. Dat, terwijl Kiran Jethwa met zijn Seven Grill & Lounge in Nairobi, ook vermeld had kunnen worden. Maar nogmaals het is de bucket list van The Foodalist. Tot slot bezoekt de schrijfster Azië en Oceanië, Van Tawlet in Beiroet via het modern Chinese 120 Mott 32 in Hong Kong, om  uiteindelijk via het restaurant van Michel Bras in Tokio, down under te eindigen bij het eco-friendly restaurant Brae in Victoria.

En daarmee is het kringetje rond. Amélie Vincent heeft haar best gedaan een leuke wereldwijde restaurantgids te schrijven. want een goed restaurant vinden in een vreemde stad kan soms tegenvallen.  Een soort try before you die, noem ik 150 Restaurants, een leuk boek voor frequent travelers, want als je er dan toch bent….. Do as The Foodalist does!

150 restaurants, you need to visit before you die. Amélie Vincent (ISBN 9789401454421) is een uitgave van Lannoo en is te koop voor € 25,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Hoemmoes uit Gereons Keuken Thuis.

foto: #alfresco hoemmoes na een warme starnddag.

Hoemmoes uit Gereons Keuken Thuis. Ik postte dit weekend twee foto’s op social media van Griekse kip met boter en citroen en mijn grove hoemmoes. Echt after beach #alfresco eten, want in het weekend waren de weergoden ons gunstig gezind. Zo niet de afgelopen twee nachten. Afgelopen dinsdag kon je het recept voor de “avgolemono” kipdijen met citroen en boter lezen. Vandaag, belofte maakt schuld, is het tijd voor de hoemmoes uit Gereons Keuken Thuis. Iets grover, met meer kruiden en veel look. Het kan me wel op reprimandes van hummus puristen komen te staan. Who cares? Ik vind het gewoon lekker zo. Ik noem het hoemmoes, terwijl ik in tegenstelling tot de traditionele kikkererwtenemulsie, geen tahin of techina gebruik en de olie er meteen door guts. Ik vind het weglaten van tahin een frissere smaak geven aan de hoemmoes uit Gereons Keuken Thuis, die deze reis een flinke dot peterselie en een flinke guts Peloponnesische olijfolie kreeg. Nostimo! zouden ze op dat schiereiland zeggen.

Hoemmoes uit Gereons Keuken Thuis.

Nodig:

1 pot/blik kikkererwten of zelf geweekt en gekookt

sap van 1 citroen en wat rasp

3 tenen knoflook

half bosje peterselie

2 tl komijnpoeder

1/2 tl chilipoeder

wat grof zout

olijfolie

wat lauw water

Bereiding:
Doe alle ingrediënten, de kikkererwten, peterselie, knoflooktenen, citroensap en -rasp met de specerijen en zout in een hoge kom en maal fijn met de staafmixer terwijl je langzaam de EV olijfolie erbij giet en wat lauw water. Afhankelijk van de gewenste structuur kun je hard op zacht mixen. Doe in een schaal en bestrooi met wat rode paprikapoeder en een drizzle olijfolie.

La douce Paris, met Janny langs de lekkerste bakkers van Parijs.

foto: wat een heerlijke réligieuse.

La douce Paris, een woordspeling op la douce France, land van het zoete verrukkelijke leven. En dan la capitale Parijs, ville lumière, stad van knisperende baguettes, boterige croissants, smeltende pains au chocolat en taartjes. Want à Paris on prend la mésure en de grande dame, die je in dit boek langs al dat lekkers loodst, is niemand minder dan Janny van der Heijden. Als een volleerd randonneuse verkende zij de arrondissements, op zoek naar de lekkerste dingen van patissiers. En route dus met Janny.

La douce Paris is een ode van Janny aan deze stad, de elegantie, die zich ook laat zien in alle patisseriecreaties, sommige bijna te mooi op te eten. De schrijfster is dol op Parijs en bezoekt graag de bakkers, die bijna 24 op 24 Parijs bedienen van het heerlijkste op brood- , maar ook op patisseriegebied. Dat 24/24 is niet helemaal waar, want tussen 10 en 4 is het verboden te bakken. Maar tijdens de andere uren worden de heerlijkste broden en zoetigheden vervaardigd. Je kunt er een tour van maken. En dat is nu precies het leuke aan La douce Paris. Janny neemt je mee langs haar favoriete adressen.

We beginnen in de buurt van les Halles, tot 1962 Rungis het overnam, het culinaire hart van Parijs. Deze buurt werd getransformeerd tot cultureel centrum van de stad, maar raakte in de jaren negentig in verval. Nu is mede door ingrijpen met nieuwe Hallen de buurt weer sterk in opmars. Wat echter altijd bleef waren de gerenommeerde adressen, zoals Stohrer met zijn puits d’amour of maison Kayser met baguette mongue, vernoemd naar de eerste bakkerij. Janny verklapt hierna het recept om de heerlijke tarte au caramel van het laatste huis zelf te maken.

foto: cover La douce Paris

We belanden in de Rue Saint Honoré, een chique straat met bodyguards voor de merkwinkels. Een vriendin uit mijn studietijd woont daar en schreef over deze buurt een mooi boek. Der Himmel neben dem Louvre. Over haar leven in Parijs en in de salons du thé. Want dat kenmerkt deze buurt tussen Louvre en Place Vêndome, met de grote hotels en joailliers.  Je drinkt hier geen koffie, maar vlijt je neer voor een kop of kannetje thee. Ook vind je hier de grote huizen als Ladurée met de beruchte macarons, het chocolat chaud adres Angelina en le patisserie du Meurice, waar vrais objets d’art worden gemaakt. Te mooi om op te eten. Als je dat doet, doe zoals Janny en peuzel je taartje op in de fijne tuin van het Palais Royal. Een van de favoriete plekjes van Gereons Keuken Thuis in Parijs, ver van de stad, maar er ook middenin. La douce Paris gaat verder langs de bakkers en patissiers van de buurt rond boulevard Haussmann en Opéra. Daar zitten enkele pareltjes en favorieten van Janny, ook Japanse. Lunchen doe je bij  Galéries Lafayette of op het dak van Printemps. Montmartre en Pigalle, ontbreken niet aan de voet van de bute met de suikerzoete roomsoezenkerk, de Sacré Coeur. Een levendige buurt, met wederom een mooie route. De Marais, Rue des Rosiers, het hart van Joods Parijs, waar ze in de rij staan voor de falafel. Het leuke aan deze buurt is dat alles nog kleinschalig is rond de Place des Vosges. En wat te denken van de pretzels en apfelstrudel van Asjkenazische en koosjere bakkerij van Florence Kahn?

foto: stap in de Russische 19e eeuw bij Pouchkine.

Ik verlaat de rive droite, want aan de andere kant van de Seine ontdekte Janny ook veel moois. Studentenbuurt Quartier Latin. Vergeet niet bij Berthillon op Ile St. Louis een ijsje te eten, alvorens je tour te starten op de Place Saint Michel. Bezoek eens de Tunesische bakkerij in de Rue de la Harpe, score een boek, net als Alice B. Toklas of  Hemingway bij de Shakespeare Company en peuzel je zoete waar al lezend op in de tuinen van het Luxembourg. Of in de tuinen rond de Romeinse opgravingen in deze buurt. Terwijl ik nu zit te typen zie ik het allemaal voor me. Last but not least, gaan we BCBG naar Saint Germain des Prés, wieg van het rive gauche gevoel, met warenhuis Au Bon Marché en befaamde brasserieën. Ik ben door dit boek er wel achter dat taartjes ook iets existentialistisch hebben. Klassieke patisserie in optima forma, zoals de meesterlijke macarons van Pierre Hermé.

Inmiddels is het een wat lange recensie geworden en dan ben ik nog niet eens op de helft. La douce Paris is een smul- droom- en reisboek ineen. Zelfs op deze vrijdagochtend aan zee waan ik me even ailleurs. Volgende keer live op pad met dit heerlijke boek onder de arm. Want, als je in Frankrijk of Parijs bent verdien je elke dag een taartje, een stukje joie de vivre.  Chapeau Janny!

La douce Paris, Janny van der Heijden (ISBN 9789018045166) is een uitgave van ANWB boeken en te koop voor € 23,95 (leden) of € 24,95 (niet leden)

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Italië, mijn verhalen en recepten, Onno Kleyn.

foto: de gele cover van Italië door Onno Kleyn.

Het nieuwe boek Italië, mijn verhalen en recepten. Niet zo dik als het lichtblauwe culinaire compendium De Grote Kleyn, maar in ruim 400 pagina’s, met gele cover getooid met een vork met spaghetti, neemt culi- en wijnschrijver Onno Kleyn je mee op pad naar de Bel Paese, zijn  grote liefde, op culinair en vineus gebied dan.

Toen Onno en zijn geliefde Juliette in 1986 neerstreken in het Toscaanse dorp San Donato, kon hij nog niet bevroeden, dat dit zijn levensloop zou gaan veranderen. Conservatoriumstudent Onno ging naar Italië om bij te leren, de taal en zang. Maar gaandeweg het jaar dat ze doorbrachten kwam zijn nieuwe beroep, inmiddels doet hij dit al meer dan dertig jaar, dichterbij. Italië werd de basis van zijn culinair schrijverschap. Ondanks hun budget maakten Onno en Juliette kennis met het eten, de eetgewoonten en eigenaardigheden van het dorp en het Toscaanse land. Wat een smaken, wat een puurheid en genot. Na het jaar wilden ze helemaal niet weg en struinden voort door het Italiaanse land, via Umbrië, naar Napels, Ligurië en Bologna. In dit kook- en leesboek beschrijft Onno de keuken(s) en prodotti van de Bel Paese. Gelardeerd met zijn eigen avonturen en een derde laag, namelijk de rituelen en gebruiken van de Italiaan als het op eten aankomt. Want eten is in Italië het momentum van de dag, het gespreksonderwerp en vol smaak. Je zou het bijna een liturgie kunnen noemen. Pasta eet je zodoende (ork, ork, ork) alleen met een vork. Zo heurt het! Alleen hoe de Italiaan dan zijn kakelwitte overhemd schoon houdt is Gereons Keuken Thuis een raadsel. Niet getreurd, Onno Kleyn stelt dat oefening kunst baart. Er zijn overal sagre, want alleen of met zijn tweetjes opereren doe je niet in Italië, dat gaat in kuddes. Zie de trein tussen Schiphol en Amsterdam CS. Italianen houden van collectiviteit, ook aan tafel. Tussen de lakens is het een ander verhaal. Althans voor het gros van de Italianen.

Maar even terug naar dit boek. Dat Onno Kleyn een echte verteller is behoeft natuurlijk geen betoog. In Italië, mijn verhalen en recepten neemt hij de lezer mee van Toscaanse bonen met exquise olijfolie, naar de hammen van de stad Parma, die niet van Brabants varkensvlees worden gemaakt. Bij elk product vertelt hij over de essentie. Het verhaal van de pizza, die in Napoli moet kunnen worden opgevouwen en in Rome krokant is. Het truffelgebruik van de Umbriër. Colatura, waarom wordt dat niet veel meer gebruikt.? De tomaten inblik industrie van Noord Napels. Droge durum pasta versus verse pasta. Waarom kaas en vis nooit samengaan in de laars. Alles komt aan bod. De smaak van vriendin Ornella, die een pizza terugstuurde, omdat naar haar zeggen de mozzarella niet vers was. Het restaurantwezen en Italiaanse gerechten, die helegaar niet zo traditioneel zijn, als wordt beweerd. Maar juist van recente origine. En de ontdekking van hemelse spaghetti alle vongole met uitzicht op de Amalfikust.

Al deze onderwerpen maken, dat de Italiaanse keuken voor Onno numero uno is, pure eenvoud, weinig ingrediënten (maar wel van goede komaf) en geen maskerade van sauzen en frou frou zoals in Frankrijk. Overigens die maskerade vindt in de Italiaanse maatschappij op andere terreinen plaats, tijdens sagre, de mis op zondag en bijvoorbeeld de Palio van Siena. Bella figura hoort bij het wezen en de schrijver verhaalt erover.

Gereons Keuken Thuis heeft Italië van Onno Kleyn in één sospiro uitgelezen. De laatste acte van mijn  #italiaanseweken. Knalgeel met mooie zwart/wit illustraties in plaats van fotogeweld. Veel Italiaans eten zoals risotto en scaloppine is helemaal niet fotogeniek, vertelt Onno. Kortom, Italië, mijn verhalen en recepten is 414 bladzijden over de Bel Paese, tradities, de transitie van zanger naar schrijver van culinaire geneugten. Wat begon in San Donato als een coup de foudre (Sorry Onno, ken de Italiaanse term niet) is nu een vuistdikke gele mille miglia waarin maestro Onno Kleyn je meeneemt over de culineuze strade bianche en vinaire dreven van de laars in drie lagen. Bravissimo!

Italië, mijn verhalen en recepten, Onno Kleyn (ISBN 9789038806419)  is een uitgave van Nijgh Cuisine en is te koop voor € 32,50 in je kookboekenvakhandel of bij Onno zelf.


Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer 



Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten