De kracht van kruiden.

 foto: cover De kracht van kruiden.

De kracht van kruiden, smaken uit de Kruidfabriek. Aan de Amstel net onder Ouderkerk ligt het terroir van Peter Lute. Hij kan zich verwonderen over de rijkdom van geuren, die hij ontwaart als hij zijn hand door de planten in de berm haalt. Hij kan zich verwonderen over een nieuwe muntsoort uit de Ardèche. Zonder een kruidenmessias te willen zijn kan hij tegen mensen roepen: “Ruiken jullie dat niet?” Een nieuwe passie was geboren voor deze cuisinier, koken met kruiden. Om zijn nieuwe passie vorm te geven werd Restaurant Lute een heuse Kruidfabriek, op het terrein dat eerst diende als kruitfabriek. Een waar hof van Eden vol kruiden en smaak. Peter Lute veranderde zijn kookstijl niet, maar voegde kruiden en spice toe. Let’s spice things up.

Het boek start met een aantal kruiden- en specerijenpaspoortjes. Lute werkt nauw samen met biologische kruidenkweker Frank Radder. Hij schreef de kuidenpaspoortjes van basilicum via daslook tot aan zuring. Ook besteedt het boek aandacht aan specerijen en mengsels.

Smaken zijn de kortste en lekkerste weg naar onze emoties. Peter Lute wil deze in De Kracht van kruiden met je delen, van zijn eerste crème brulée tot een nachtelijke béarnaise. Kort wordt uitgelegd hoe je ruikt en smaak beleeft en welke werking je olfactorisch geheugen heeft. Ik kan me daar veel bij voorstellen, omdat je op dezelfde wijze een reeks aan wijngeuren – en smaken vastlegt.

Het boek gaat verder met het werken met kruiden en specerijen, gedoorgd of vers. Elke soort heeft zijn specifieke bewerkingen. Lute geeft een aantal basisbereidingen voor kip, rund, lam, varken en vis.

 foto: oerbiet met krokante feta en dille

Hierna volgen de gerechten en die zijn prachtig, zoals een bosui met hazelnootcrème, Oost-Indische kers en pimentón poffertjes. Warmgerookte makreel, piccalilly en Oost-Indische kers. Of iets makkelijker, forel met Zaanse mosterd en witlofsalade. Verder gaat het met smaakbommen van Moeder Natuur, zoals gepofte rode ui met messeklever, hazelnoot en dragon. wat een smakn op één bord. Of Caveman prei. Gereons Keuken Thuis kan nog wel even doorgaan, bijvoorbeeld een ras-el-hanout blini met vegakaviaar, mosterdsla en viooltjes. (Misschien iets voor een volgende editie van de vega wijnwandeling?)

Als laatste geeft Lute het voorbeeld van het takje rozemarijn van El Bullí, waarvan de geur zich nestelde in je handpalmen. wat een reuk- en smaakbeleving.

De kracht van kruiden is een mooi basis-kookboek geworden met duidelijke uitleg over kruiden en specerijen, de toepassing ervan en het gebruik in de uiteindelijke recepten. Eerlijkheid gebied wel te zeggen, dat ik de gerechten van Peter Lute eerder in zijn restaurant zou willen opeten in plaats van zelf maken. Alhoewel je ook de onderdelen met kruiden uit de recepten een eigen draai kunt geven. (Zo werk ik in Gereons Keuken Thuis, kook nooit volgens het recept) Voor de volleerde en precieze (thuis)kok is het een prima boek.

De kracht van kruiden, Peter Lute (ISBN 9789048836307) is een uitgave van Carrera en is te koop voor € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gegeven tijdens de #CPL2017 door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

In een Franse keuken.

 foto: cover In een Franse keuken.

In een Franse keuken aan de Rue Tatin in Louviers, een stadje in Normandië, is Susan Herrmann Loomis vaak te vinden. Daar kookt zij, al dan niet met cursisten, de sterren van de hemel. “Het ware geluk begint bij goed eten” is een citaat van Auguste Escoffier. En Susan kan dit alleen maar beamen. Zij streek in de jaren tachtig neer in Parijs en volgde daar een opleiding aan het instituut La Varenne, het begin van haar culinaire carrière. Ze settlede zich in een klein stadje in Normandië en begon een kookschool, On Rue Tatin. Tegenwoordig één van de betere kookscholen in Frankrijk.

Over haar avonturen met en in het Franse leven, schreef Susan al eerder de boeken Aan Rue Tatin en Tarte tatin. Zij vertelde mij hier alles over in een aflevering van gesprekken en gerechten op Gereons Keuken Thuis. Ik maakte voor haar een recept voor navarin printanier. Het was het begin van een leuk contact.

 foto: Rue tatin Louviers

En nu is er In een Franse keuken, haar nieuwe boek, waar ik reikhalzend naar heb uitgekeken. Hoe doen Fransen dat toch is de hamvraag. Na een drukke dag, kinderen van school halen, eten koken en dan ook nog de tijd hebben om gesoigneerd aan tafel te gaan? Susan wilde het antwoord weten en ging ten rade bij vrienden, marktkooplui, kennissen en winkeliers. Het eerste antwoord is de oprechte liefde van de Fransman of -vrouw voor eten. Het is de basis van hun joie de vivre, een instinct. Ik ken dat gevoel wel. In Gereons Keuken Thuis sta ik op met eten en ga ermee naar bed. Susan ontdekte deze geneugte bij haar aankomst in Parijs. De zachte geur van een croissant au beurre. Die voerde haar mee het Franse leven in. Haar passie voor eten ontvlamde. Een voorbeeld van perfecte Franse organisatie is haar vriendin Sophie. Na een lange werkdag smijt ze haar handtas in de hoek en gaat aan de slag dans la cuisine, om er een uur later, weer met haar hakken aan en verse lippenstift op, uit te komen met een heerlijk maal! Haar man schenkt de wijn in. Comme ça. Simple. De zwier waarmee, dat gaat.

 foto: Susan dans sa cuisine.

Het boek besteedt aandacht aan snacken. Dat doen Fransen namelijk niet. Ongemerkt dingen in je mond proppen. Eten doe je aan tafel met aandacht en voor de kids is er na school een koekje of sandwich. C’est ça. Ook de rol van mamie, oma komt aan bod in het boek. Veel Franse gezinnen koken nog hetzelfde  als oma deed. Overgeleverde recepten, die van moeder op dochter of zoon gingen. Waarom? Zo is dat nu altijd geweest. Mamies wijsheden zijn de règles de vie. In een Franse keuken geeft in een kader de leukste keukenwijsheden van mamie.

Een belangrijke regel is dat je je keuken goed organiseert. Fransen zijn erg goed in het koken op de vierkante meter. Ik ken dat verschijnsel uit Mancey in Bourgondië, waar het keukentje niet groter was dan 2,5 vierkante meter.  En waarin elke centimeter werd gebruikt. In veel Franse huizen is dat zo en elke Franse keukenprins of prinses weet er een heerlijk driegangenmenu te produceren. Dat heeft gewoon met organisatie te maken.

 foto: à table

Boodschappen doen is ook zo’n hobby van de Fransen. De bakker, slager, poelier, patisserie, visman en weekmarkten houden zich nog steeds staande in stadjes als Louviers. Het is behalve smikkelen en smullen van verse kwaliteitswaar ook de sociale lijm. Winkelen verbindt.

Daarna gaan we de keuken in. Te beginnen met salade. Die wordt als laatste gegeten. Kaassoorten, waarvan er net zoveel zijn als dagen in een jaar. Het zoete dessert. Het Franse ontbijt met koffie of Banania, een chocoladedrank uit begin 20e eeuw. Dopen maar die croissant of opgepiepte snee brood, want zuinig als ze zijn er wordt niets weggegooid. Ook geen brood!

Susan neemt je verderop in het boek mee door een dozijn kooktechnieken, essentieel voor een Franse maaltijd, het maken van sauzen, integraal onderdeel van de cuisine Française. Karamel maken voor patisserie. Het smoren van groente en laat ik als laatste konfijten noemen.

 foto: gerechtje uit In een Franse keuken.

Fransen zijn van nature zuinig, dus ook door de eeuwen heen vindingrijk gaan koken met restjes en kliekjes. Van alles valt nog iets te maken. Hierna volgt nog een hoofdstuk over je voorraadkast, want dat vereist net als al het vorige organisatie. Ik denk dat dat in wezen de crux van een Franse keuken is, naast de liefde voor eten, behept zijn met een flinke dosis ordeningsdrang.

Susan besluit het boek met leuke menusuggesties. Het juli menu bestaat bijvoorbeeld uit een koele gazpacho, alledaagse aubergine, Normandische mosselen in cider, de klassieke groen salade en wijngaardperziken in oranjebloesemwater. Zo smul je je buikje wel rond

Ik heb genoten van dit nieuwe boek. Er staan, sorry voor de plaatjesadepten, geen foto’s van de gerechten in. Maar wel veel heerlijke recepten. Dat vind ik de charme. Susan weet in tekst alles zo te verwoorden, dat je met een beetje savoir faire direct aan de slag kunt. Heerlijk in een Franse keuken!

In een Franse Keuken, Susan Herrmann Loomis (ISBN 9789492086273) is een uitgave van Orlando Uitgeverij en is te koop voor € 19,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Parmentier au confit de canard.

 foto: Antoine Augustin Parmentier  (apostcardfromfrance.com)

Parmentier au confit de canard, een variatie op andere ovenschotels met aardappels. Het was Antoine Augustin Parmentier, apotheker in het leger en agronoom, die de Fransen leerde, dat de aardappel prima gegeten kon worden. Tijdens zijn krijgsgevangenschap in Pruisen ontdekte Parmentier, dat geen van de soldaten enig negatief effect ervoer van het eten van aardappels. Prima te eten dus. Je ging er niet dood aan. In 1773 won Parmentier een prijsvraag van de Academie van Basel. Hij verklaarde dat de aardappel een goed middel tegen de ziekte dysenterie was en dat hij zich zou beijveren om voortaan de aardappel op het menu te krijgen in kazernes en ziekenhuizen. En zo geraakte Frankrijk aan de aardappel, als bijgerecht en als groente. Groente? Jazeker, het is nog steeds de gewoonte dat je als garnituur kiest voor een aardappelgerecht of andere groente in Frankrijk. De aardappel heeft nooit de status van koolhydratenleverancier gekregen, zoals in Nederland. Vandaar dat de Franse cuisine vele variaties kent op de aardappel, van pommes duchesse, via noisettes, dauphinoises, allumettes en in de puree voor de parmentier, genoemd naar deze man.

 video: hete eendenbout met persillade

Vandaag maken we dit simpele ovengerecht met in eendenvet gesmoorde groenten, geplukte eendenbout uit blik en een laag romige puree. Het fijne is dat tegenwoordig ook de blauwe grootgrutter de blikken confit de canard heeft in zijn assortiment. Net als in de Franse supermarkt. Ideaal om in huis te hebben en mee te koken. Het vet bewaar je natuurlijk voor de gebakken aardappels met een persillade. Bij deze parmentier au confit de canard drinken we een rode passetoutgrain (Caves de Mancey), de enig toegestane blend van de druivensoorten voor rood (gamay en pinot noir), die Bourgondië kent.

 foto: assembleren maar

 

Nodig (2 tot 3 personen)

2 eendenbouten uit blik, gebakken in de oven.

1 prei

2 wortels

1 sjalotje

200 g doperwtjes (vriezer)

2 tenen knoflook

peterselie

selderijblad

peper en zout

1 kg aardappels

scheut lauwe melk

klontje boter

3 el crème fraiche

4 el eendenvet uit het blik

peper uit molen

zout

snuifje nootmuskaat

Bereiding:

Zet de eendenbouten met aanhangend vet in een oven van 180 graden en warm ze in 15 minuten op. Snijd de gewassen prei in ringen, de wortel in blokjes snipper het sjalotje en hak de tenen knoflook fijn. Verwarm twee lepels eendenvet in een pan, fruit de sjalot, voeg de groente toe en laat kort smoren. Voeg de knoflook, erwtjes en gehakte peterselie en selderij toe en laat nog even kort garen.

Schil de aardappels en kook ze gaar. Giet af en maak er met de stamper een mooie puree van. Voeg zout, een klontje boter, een scheutje melk,wat zout, een draai peper, een snuif nootmuskaat toe. Roer al laatste de crème fraiche erdoor.

Het assembleren van de parmentier kan beginnen. Schep de groenten in een ovenschaal. Haal het eendenvlees van het bot en verdeel over de schaal. Voeg eventueel nog wat warm eendenvet toe. bedek alles met de puree. Zet de parmentier gedurende een half uur in een oven van 180 graden. Op het laatst kort de bovengrill aan voor een mooi korstje.

The Amsterdam Cook Book.

 foto: cover Amsterdam Cook Book

The Amsterdam Cook Book, a celebration of the amazing food & drink on our doorstep. We wijken vandaag even af van het Franse pad. Op de deurmat van Gereons Keuken Thuis plofte onlangs dit aardige kookboek neer. In het Engels, gericht op al dan niet buitenlandse bezoekers van onze leuke stad. Amsterdam kent 180 verschillende nationaliteiten en even zovele keukens, een echte melting pot dus van geur, kleur en smaak. Dat vonden de samenstellers en uitgever van dit leuke boek ook. Op pad door de smalle straatjes, langs de grachten en over de bruggen. Op de fiets, te voet langs al het lekkers wat Amsterdam heeft te bieden. In 35 recepten van verschillende Amsterdamse cuisiniers.

Zullen we eens een wandelingetje maken door dit boek?

Het boek start met een voorwoord van Alain Caron, die samen met zijn zoons Café Caron begon in de Pijp. Volgens hem moeten we de Amsterdamse foodcultuur veranderen en betaalbaar en goed eten gaan serveren. Dit slecht barrières op en brengt mensen samen aan tafel. En daar draait het om volgens deze kok.

 

 foto: steak @Loetje

Hierna gaan we kris kras op pad door de stad. Ik ga niet alle adressen noemen, maar begin bij Blauw, het Indonesische restaurant, waar ik onlangs nog proefde van hun rijsttafel. Eigenaar Henk van Hees verhaalt over de smaken van de gordel van Smaragd en geeft een recept voor asam pade met corvina.

Verderop in Zuid belanden we bij Loetje, het biefstukparadijs van Amsterdam. Behoeft geen verdere uitleg  Voor thuis geeft Loetje een recept voor ossenhaas “de rode waard” met spek, kippenlevers en uienringen.

In de Frans Halsstraat even verderop, mogen de slakken, escargots met zeeduivel fritters van de Carons niet ontbreken. In de Gravenstraat vind je de wentelteefjes van De Drie Graefjespain perdu, prima als ontbijt voor je de stad in gaat.

 foto: pasta @Duchess

Sinds 2008 waait er een andere wind door de stad. Hotels cateren met hun bars en restaurants meer en meer op locals. Dit leidde tot leuke nieuwe plekken zoals de Duchess en Mr Porter beide in het funky W hotel. Aan de locatie van het eerste restaurant heb ik veel herinneringen.  Het is de voormalige kashal van de KasAssociatie, waar ik tijdens mijn studietijd kwam als verfbezorger voor een schildersbedrijf,  later in mijn tijd bij een bank voor settlementzaken en tegenwoordig als trensdspotter. Telkens een nieuwe kennismaking met dit in oude luister herstelde pand. The Duchess verwent de lezer met een caviar pasta. Op het dak van het W hotel kun je loungen en cocktails drinken met uitzicht op het zwembad en de overburen Willem en Max.

 foto: rooftop  @W Hotel

Als laatste adres in deze bespreking noem ik Instock, het heerlijke #nowaste restaurant in de Czaar Peterstraat. Zij geven een recept voor een spannende bubble & squeak. Het boek besluit met een index van alle adressen en een kaartje, om zo je tochtje te plannen.

Ik vind The Amsterdam Cook Book een vrolijk boek om mee op pad te gaan op je fietsje door de stad en daarna het thuis in je keuken nog eens dunnetjes over te doen. Een geslaagd boek, niet alleen voor je expat-kennissen, foodbloggers of burgers en buitenlui, maar ook om zelf de stad en haar smaken te (her) ontdekken!

The Amsterdam Cook Book (ISBN 9781910863398) is een uitgave van MEZE publishing en is te koop voor € 19,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Roussillon met een recept van René Meesters.

 foto: leven in een ansichtkaart

Rousillon met een recept van- mannelijke foodblogger- René Meesters. Roussillon, ook wel Frans Catalonië genoemd ligt tegen de Pyreneeën aan. Nog even je bent op het Iberisch schiereiland. Zo voelt de sfeer ook aan in deze streek. Catalaans! De zinderende stad Perpinyà. (warmste stad van Frankrijk) Stad van de rugbyploeg, de Arléquins, die meerdere keren nationaal Frans kampioen werden. Dan wordt er meteen gefeest. Het schilderachtige Collioure, plaats van Matisse en consorten. Een explosie van kleur. De mooie brede stranden met zicht op het gebergte. De Mont Canigou als top erboven uit stekend. De heilige berg van alle Catalanen aan beide zijden van de grens. 

 foto: Collioure.



Alles onder de mediterrane zon. De Britse schrijfster Rosemary Bailey schreef ooit een ode op dit gebied in haar boek “Leven in een ansichtkaart”, dat ik een paar keer herlas. Zij restaureerde een oud klooster en bouwde een leven op boven op de berg en met de bewoners. Sterk, zoals zij de streek typeert. Ruig en tegelijkertijd verwelkomend. Kleurrijk zijn ook de producten van deze streek. De Roussillon wijnen, als droge variant in wit rood en rosé, maar ook versterkt en zoet zoals de Banyuls en Muscat de Rivesaltes. Zon gebotteld in een fles. De ansjovis van Collioure, kersen uit Ceret (hier streek Picasso neer) en slakken uit de bergen. Het beste van mar i muntanya zoals dat in mooi Catalaans heet. Een aanstekelijk vakantiegebied, niet alleen in de zomer. Eigenlijk heeft  Roussillon in elk jaargetijde iets te bieden.

 foto: wijnstad Banyuls


De gastblogger van vandaag, René Meesters, gaat ook graag op pad door dit gebied. Lekker op vakantie in campingrijk Argelès sur Mer, struinen door Perpignan en dagje de grens over naar het wat rommeliger “Spaanse” Catalonië, met o.a. Figueres, waar Dalí zijn sporen en museum naliet. Het inspireerde René om voor de Franse zomerweken een recept voor “boles de picolat” te sturen.

 foto: Perpinyà la Catalana

René Meesters, schrijver van het eten is klaar maakte voor de Franse zomerweken op Gereons Keuken Thuis een streekgerecht uit Roussillon. Eigenlijk een Frans-Catalaanse tapa. Op veel menukaarten van restaurants komt dit gerecht terug. Ook in de plaatselijke supermarkt is het kant en klaar te koop. Maar zelf maken is niet moeilijk. Hij heeft dan ook verschillende recepten gevonden. Hieronder zijn eigen versie. Het bevat in ieder geval gehakt (half-om-half), olijven, eekhoorntjesbrood en een pittige tomatensaus.

 foto: boles de picolat

Boles de Picolat (Catalaanse gehaktballetjes)

​​
Nodig:

700 g gehakt (half-om-half)
1 ei
50 gram bloem
2 uien
2 teentjes knoflook
1/2 bosje verse koriander of platte peterselie
250 gram groene olijven
100 gram eekhoorntjesbrood (of gedroogd eekhoorntjesbrood of champignons)
tomatenpuree, olijfolie, zout, peper.


Bereiding:

Reinig het eekhoorntjesbrood of week ze als ze gedroogd zijn.
Hak één ui zeer fijn samen met een teentje knoflook en de koriander (of peterselie). Voeg zout en peper toe en meng met het gehakt en het ei.
Maak kleine balletjes, Rol door de bloem en bak bruin in olijfolie. Houd warm.
Snipper ook de overgebleven ui en de knoflook en fruit dit aan in olijfolie. Doe ook de tomatenpuree en een half glas water in de pan. Laat gedurende 15 minuten sudderen (voeg eventueel een kleingesneden winterwortel toe). Voeg dan de gehaktballetjes, het eekhoorntjesbrood en de groene olijven toe. Doe er zoveel water bij dat de balletjes net onder staan, voeg zout en peper toe, doe de deksel op de pan en laat dit gedurende 45 minuten stoven. Doe er naar smaak kruiden bij.

Wijntip: Jonge rode Côtes du Roussillon AOP.

 foto: je eet boles de picolat met witte bonen.

Meer leuke verhalen over de Franse avonturen van René Meesters vind je op Het eten is klaar

1 juli 2017, dag van de pastasalade.

 foto: banner dag van de #pastasalade



1 juli 2017, dag van de pastasalade, alweer de derde editie. In 2015 maakte ik een funky versie en vorig jaar ging ik voor Portugese pit. Dit jaar ga ik voor een pastasalade met de Franse slag. Het zijn tenslotte de #Franse #zomerweken op mijn blog. Ik wist echter niet of den Fransman ook pastasalades maakt en eet. Eigenlijk heb ik er nooit zo op gelet in de hypermarchés. Tja, ik kocht vaak Piëmontaise, tabouleh of een rijstsalade. Maar pastasalade kwam niet in mij op. Misschien bedacht ik, dat het een echte Nederlandse uitvinding was? Want wij zijn dol op kliederen met kliekjes. En wat blijkt? Na een tocht over de dreven van het wereldwijde réseau: Fransen zien de pastasalade als een goede methode om te besparen en voor restverwerking. En ze variëren er eindeloos mee. Een idee was geboren voor deze dag van de pastasalade. Een basissalade van volkoren penne met een stukje terroir. En toen begon het zwalken: Maak ik hem met appel, camembert, waterkers, bieslook en wat crème fraîche, zoals in Normandië?

 foto: Normandische pastasalade.

Gaan door de afgekoelde pasta, ansjovis uit Collioure, geroosterde courgette, zongedroogde tomaatjes en herbes de Provence? Maak ik een Baskische pastasalade en assembleer ik mijn penne met jambon de Bayonne en lauwe piperade?  Gebruik ik de drie-eenheid ham, peterselie en aspic om een pasta “jambon persillé” salade te maken, met een hint cassis-mosterd van Fallot uit Beaune?

 foto: Collioure.

Allemaal prachtige ideeën voor deze zaterdag, 1 juli 2017, dag van de pastasalade. Het werd uiteindelijk een half warme pastasalade, van volkoren penne, sinaasappel, noten, een dressing van rode wijnazijn en notenolie en snel gegrilde eendenborst, sur un lit de mâche (op een bedje van veldsla). We drinken er een licht gekoelde gamay uit de Loire bij.  Een rode zomerwijn van Domaine Pierre Guindon uit Ancénis. (44150)

 foto: pastasalade canard à l’orange

Nodig 4 personen:

300 g volkoren penne, gekookt en goed gekoeld.

1 sinaasappel in dunne plakjes

1 eendenborst

4 el rode wijnazijn

3 el notenolie

handje gehakte hazelnoten, kort geroosterd

4 handjes veldsla

gehakte peterselie

peper uit de molen

zout

Bereiding:

Maak inkepingen in het vel van de eendenborst. Verhit een grillpan en bak de huid krokant. Draai daarna om en bak de eendenborst rosé. Haal hem uit de pan en leg weg onder aluminiumfolie. Grill de dunne plakken sinaasappel met schil om en om en leg apart. Voeg twee eetlepels rode wijnazijn toe aan  het vrijgekomen vet in de grillpan en laat kort deglaceren.

Meng in een kom de penne met 3 el notenolie, 2 el rode wijnazijn, gegrilde sinaasappel (met of zonder schilletje), peterselie en de gehakte hazelnoten. Maak op smaak met zwarte peper en zout. Leg op elk bord een handje veldsla, schep hierop de penne en maakt het af met vers gesneden, nog warme, eendenborst. Besprenkel de salade met wat eendenjus uit de pan.

Je vous souhaite une belle journée pleine de salade aux pâtes!

Koken met Vélochef.

 foto: cover Vélochef.

Koken met Vélochef. De Tour de France gaat weer van start, drie weken lang rijden wielrenners door de heuvels, door de dalen, over de bergen en de vlaktes van la Douce France tot de finish op de Champs Elysées. Mooie plaatjes en sportieve prestaties. Voor, tijdens en na al dat gefiets krijg je honger. Hier begint het verhaal van Henrik Orre, zijn ode aan de wielersport en eten. Want dat loopt als een rode draad door het leven van deze Noorse kok. Fietsen is een gezonde bezigheid (zwemmen en lopen trouwens ook), een mooie vorm van bewegen, maar vergt ook de nodige energie. Met name profwielrenners zijn voor hun prestaties afhankelijk van goed gedoseerd en energierijk voedsel. Daarom kookt kok Henrik Orre graag voor de jongens en meiden van het team SKY. Pré vélo, bij de start, voor de trek tijdens de etappe en Après vélo, om weer op krachten te komen. In mei van dit jaar besprak ik zijn boek al, dat boordevol krachtvoer recepten staat. Op mijn vraag of het alleen recepten waren voor duursporters, mailde Orre me terug, dat elk gerecht ook door gewone stervelingen kan worden gegeten. Wielrenners eten gewoon drie porties en doen dat na de koers nog een dunnetjes over.

 foto: route van de Tour 2017

Gereons Keuken Thuis vond, dat tijdens de Tour en de Franse zomerweken en pré en après vélorecept niet mochten ontbreken. Koken met Vélochef.

Pré Vélo, bananen pannenkoeken met blauwe bessenjam.

 foto: le départ.

De perfecte ontbijtpannenkoek voor een fietser! Hij bevat veel eiwit door het gebruik van de eieren en is zowel gluten- als lactosevrij. (als dat belangrijk voor je is) De blauwe bessenjam is suikervrij.

Nodig voor 6 stuks:

2 rijpe bananen

4 eieren

25 g rijstebloem

1 tl kaneel

1 tl kardemom

2 tl bakpoeder

kokoksolie

Bereiding:

Meng alle ingrediënten in een grote kom met de mixer tot een glad beslag. Bak de pannenkoeken – bij voorkeur in de kokosolie- goudbruin in een koekenpan.

Blauwe bessenjam:

Nodig:

1 vanillestokje

500 g blauwe bessen (bevroren)

100 ml agavesiroop

300 ml vloeibare pectine

Bereiding;

Schraap het merg uit het vanillestokje en zet weg. Breng de blauwe bessen, de agavesiroop en de vanille in een sauspan aan de kook en laat 10-15 minuten heel zachtjes koken. Voeg de pectine toe en breng nog eens aan de kook. Laat afkoelen en doe de jam over in een schone pot. De jam is gekoeld 3-4 weken houdbaar.

Après Vélo, pizza met Pavé de Roubaix

 foto: l’arrivée.

Als je een boek over eten en fietsen maakt kun je de kaas Pavé de Roubaix niet overslaan Hij heeft dezelfde vorm als de kasseien van Noord Frankrijk, waarover jaarlijks de wielerwedstrijd Paris-Roubaix, de Hel van het Noorden, wordt gereden. Pavé de Roubaix wordt gemaakt van koemelk en heeft iets weg van Edammer. Door toevoeging van caroteen krijgt hij zijn typische oranje kleur. In plaats van tomaat gebruikt Orre crème fraîche. (Noot van mij: ik vind het meer op flammenkuchen lijken)

Nodig voor twee pizza’s:

180 g melk

10 g verse gist

320 g roggebloem

1/2 tl zout

300 ml crème fraîche

300 g Pavé de Roubaix (of Edammer)

2 uien

bosje tijm

Bereiding:

Verwarm de melk in een pan tot 40 graden C. Het is fijn als je daarvoor een thermometer hebt. Laat de gist oplossen in de melk. Meng het zout door de bloem in een keukenmachine met deeghaken. Voeg de melk toe. Laat het geheel 5 minuten kneden. Laat het deeg onder een vochtige theedoek rijzen tot het in omvang is verdubbeld. Verwarm de oven voor op 230 graden C. Halveer het deeg. Rol het uit tot twee dunne pizza’s. Spreid de crème fraîche erover uit en bestrooi met lekker veel Pavé de Roubaix kaas. Snijd de uien in dunne ringen, beleg de pizza’s ermee en bestrooi met tijm. Bak 7-8 minuten in de oven.

Vélochef, Henrik Orre (ISBN 9789038803982) is een uitgave van Nijgh & van Ditmar en is te koop in de (online) boekhandel voor € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Vakantiekookboek Frankrijk.

 foto: cover vakantiekookboek Frankrijk.

Vakantiekookboek Frankrijk, when in France, do as the French do. Dat geldt evenzeer voor Italië en Spanje, want de vakantiekookboeken van Onno Kleyn, groen, geel en rood voor Frankrijk zijn opnieuw verschenen. Geen excuus meer om geen Frans eten te koken op de camping of in je huurhuisje. Laat de aardappels, pindakaas, ketjap, sambal en rookworsten maar thuis. Want Frankrijk biedt schier aan mogelijkheden om een snelle maaltijd op de campingtafel te zetten. Inderdaad met één pitje van  je camping-gaz, je skottelbraai of de barbecue. Alles wat je nodig hebt is een plank, een goed mes, een goede pan met deksel. (en een slaapzak voor het nagaren) Onno legt het allemaal duidelijk uit. Nee, geen vermaarde casserolles of ovengerechten, dat ligt nu eenmaal buiten bereik, maar een leuk menu met lokale waar is zo gemaakt.

Vakantiekookboek Frankrijk start met de basics van Frans koken op de camping, met nadruk op het authentieke Franse eten. Je zult in het boek geen eenpansgerecht met een flinke scheut ketjap aantreffen. Daar zijn andere kookboekjes voor. Onno Kleyn neemt je aan de hand langs alle verse waar van de zeshoek. Hij doet boodschappen in de hypermarché of grande surface. Dat is een grote hobby van Gereons Keuken en Route. Aan mij is eens gevraagd, waarom ik geen tentje opzette in de hyper, dan kon ik nog wat dagen langer blijven ronddwalen. Hij verkent de markt voor groenten, vaak lokaal geproduceerd en knijtervers. Charcuterie, kaas, gevogelte, vis en het heerlijke meerdere malen per dag gebakken stokbrood. Vlees vraagt om wat behendigheid. Zeg wat je gaat maken, de slager helpt je dan aan het juiste vlees. En voor degene, die echt niet wil koken. Traiteurs genoeg in elk stadje. Ik kan in Mâcon likkebaardend voor zo’n etalage vol kunstwerkjes staan. Denk eens aan tabouleh. Dat is vaak een lekker picknick gerecht voor op het strand of en route. Wijn mag natuurlijk niet ontbreken. Kleyn geeft tips voor aankoop bij de producent en de consumptie voor je tentje. Het koelen van wit vergt een zekere handigheid.  Ook wijdt hij een apart hoofdstuk aan zelf zoeken en verzamelen. Daar zijn Fransen wel mee behept.

We gaan koken en beginnen met salades. Een vakantieganger kan niet zonder en met deze menugang kan men eindeloos variëren. Een schaal crudités is zo gemaakt. Naast basic salades geeft Onno recepten voor regionale salades, uit de Périgord met walnoten, uit de Auvergne met blauwe kaas of de bekende met gepocheerd ei, lardons en croutons uit de Beaujolais. De laatste aangepast aan je camping-gaz. Koude voorgerechten, zoals de rouleaux de jambon à la russe, radijsjes met boter of jambon persillé uit Bourgondië.

Omeletten te kust en te keur, een handig en smakelijk gerecht voor op de camping, waarmee je eindeloos kunt variëren. Soepen, “tent”gemaakt of artisanaal uit potten. Let bij de laatste goed op de ingrediëntendeclaratie. Al is pasta dan niet van origine Frans Onno besteedt er wel aandacht aan. Prima vakantie-eten!

Vis, in de binnenlanden zoetwatervis zoals forel aan de kust een caleidoscopisch aanbod. Rog met beurre noisette of een eclade de moules uit Poitou Charantes. We gaan verder met gevogelte en konijn. Koop eens een poulet fermier bij de rotisserie op de markt en ga daags erna aan de slag met de kiprestjes. Of wat te denken van een kwarteltje op de grill?

Vlees is het volgende hoofdstuk, met entrecote, gegrilde lamskarbonaadjes met herbes de Provence of kalfsvlees met groene paprika uit Baskenland. Groenten erbij en we sluiten af met wat van die overheerlijke kaas en als er nog ruimte over is wat zoete desserts. Zo zijn de buikjes weer gevuld en kunnen we verder met vakantie vieren.

Als toegift heeft Onno Kleyn een uitgebreide woorden- en begrippenlijst toegevoegd, wel zo handig als je Frans niet meer zo up to date is. Vakantiekookboek Frankrijk in het rood kan prima mee op de achterbank naast die andere rode restaurantknakker. When in France do as the French do.

 foto: vakantiekookboeken.

De vakantiekookboeken zijn er ook in de smaken Italië (groen) en Spanje (geel) dus vanaf nu geen excuus meer voor meegesleepte waar.

Vakantiekookboek Frankrijk, Onno Kleyn (ISBN 978903880430) is een uitgave van Nijgh & Van Ditmar en is te koop voor € 16,50

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Franse zomerweken.

 foto: marché de Metz

De Franse zomerweken, in juli en augustus gaat Gereons Keuken en Route, van Dieppe naar Collioure en van Bayonne naar Metz. Le marché couvert sera ouvert. Vol verse waar van de Franse markten. Struinen naar groente, vlees, vis en kaasjes, recht van de producteur. Zomerse weken met recepten uit alle hoeken van de hexagone, een parade van mijn favoriete Franse kookboeken, tips van Onno Kleyn om eens echt Frans te koken uit zijn vakantiekookboek Frankrijk, dat onlangs opnieuw verscheen en koken in een Franse keuken en wie kan dat nu beter dan Susan “on rue tatin” Herrmann Loomis? De Tour de France start begin juli, wat kookt Sky team kok Henrik Orre voor de renners.

 foto: fraicheur de la mer!

Dat is bij lange na niet alles, want via verschillende Facebookgroepen heb ik andere bloggers opgeroepen hun Franse trouvailles in te zenden voor de Franse zomerweken. Ik weet zeker dat het een bonte parade op gaat leveren van al hetgeen er te vinden is in de grootste provisiekast van Europa. Frankrijk en haar keuken vervelen immers nooit. Of je nu gaat voor klassiekers uit de burger- en restaurantkeuken, de boerensmaken van de moeders à la campagne of meer eigentijds de gerechten van Valentin Néraudeau.

 foto: parmentier met confit de canard

Ook wijnen ontbreken niet tijdens de Franse zomerweken, voor bij de maaltijd of als apéro. Wit, rood rosé uit de wijngaarden van la douce France. Wat verrines of wat gougères erbij en borrelen maar, een hele zomer lang. Vandaag trappen we af met wat makkelijke hapjes voor bij een glas wijn. Je vous souhaite un bel été en vooral niet vergeten om als reactie je favoriete Franse gerecht of recept te posten!

 foto: le temps de l’apéro

Bladerdeeghapjes met zalm, geitenkaas en bieslook

Nodig voor 12 hapjes:

100 g geitenkaas

200 gerookte zalm

3 plakjes bladerdeeg (diepvries)

peper

zout

gehakte bieslook

1 eidooier

Bereiding:

Snijd de zalm in kleine stukjes. Verbrokkel de geitenkaas. Meng zalm, bieslook en kaas in kom door elkaar. Voeg wat peper en zout toe. Rol de plakjes bladerdeeg dun uit en snijd ze in vieren. Leg op elk stuk bladerdeeg wat vulling en vouw dicht. je kunt hierbij je eigen fantasie gebruiken voor de vorm. Verwarm de oven voor op 200 graden. Bestrijk je flapjes met wat eidooier. Zet de flapjes in de oven en laat 20 minuten bakken totdat ze goudbruin zijn.

Drink er een fris glas sauvignon blanc bij.

Garnalenballetjes met koriander:

Nodig voor 12 balletjes:

200 g garnalen

3 sjalotjes gesnipperd

1 el gehakte koriander

1 eiwit

50 cl zonnebloemolie

1 el bloem

zout

peper

1/2 Spaans pepertje in ringetjes

1 teen knoflook

1/2 el  witte wijnazijn

Bereiding:

Maal in de keukenmachine of met de staafmixer de garnalen, sjalotjes, knoflook en Spaanse peper fijn. Voeg de bloem, azijn, koriander, peper, zout en eiwit toe en maak er een deeg van.  Draai er kleine balletjes van. Verhit in een wok de olie en frituur de balletjes 4 a 5  minuten. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Serveer de balletjes met wat partjes limoen.

Deze balletjes vormen een lekkere combinatie met een glas viognier uit de Languedoc.

De Zilveren Lepel, Napels.

 foto: cover Napels.

De Zilveren Lepel, Napels en de Amalfikust. Dat het goed toeven was op de hellingen van de machtige Vesuvius en aan de azuurblauwe wateren van Capri en Ischia wisten de keizers en nobilitas van Rome al voor onze jaartelling. Campania Felix was een geliefd vakantieoord om de volle stad Rome in de zomer te ontvluchten. Er waren villa’s, er was vruchtbare grond, lokale wijn en verse vis uit de Thyrreense Zee. Zo was het en zo is het gebleven. Campania, de streek rond koninklijke stad Napels, een geliefd oord voor jonge schrijvers op hun “Sehnsucht” tours in de achttiende eeuw. Eerst Napels zien en dan sterven. Zo’n mooi schilderij troffen Goethe en consorten aan. En nog steeds vormen Napels en de Amalfikust een mooi decor voor de geneugten des levens. Eten is daar één van. het nieuwste deel uit de reeks De Zilveren Lepel neemt je mee op pad langs al het lekkers, dat de provincies Napoli, Caserta, Salerno, Avellino en Benevento je hebben te bieden. Vruchtbare vulkanische bodem, mooie vergezichten, knalgele citroenen uit Sorrento, de bekende mozzarella van buffelmelk en de enige echte pizza Napoletana. Zal ik nog even doorgaan?

foto: in de straten van Napels.

De tour start in koninklijke stad Napels, waar allerlei culturen hun sporen achterlieten. Onder de rook van de vulkaan. Grieken, Byzantijnen, Spanjaarden en Fransen deden een duit in het culinaire zakje van deze zinderende stad. De eerder genoemde pizza Napoletana, de oer-pastasaus salsa Genovese, een timbaal van rigatoni (bekend geworden door chefkok Don Alfonso als een Vesuvio van rigatoni), de gefrituurde pizza, de sartù di riso, een adellijk gerecht uit de Franse keukens van de Bourbons, dat ik ooit nog ga assembleren en Baba au rhum. Napels is van alle smaken thuis. Ook met onvergetelijke koffie!

We verlaten de stad en gaan de streek rond koninklijke stad Caserta aan de voet van de Apennijnen in. Een stad van ambachtslieden. De streek is de bakermat van de mozzarella da buffala, artisjokken en wild. De mozzarella doet het uitstekend in een caprese. Lasagne van artisjokken, gestoofd varkensvlees van Casertano varken. Stevige bergbewonerskost.

 foto: Salerno.

We rijden langs de Amalfikust, alwaar naast de alle citrusbomen, de turkooizen Thyrreense Zee lonkt met vis- en zeevruchtengerechten, zoals cozze gratinate of inktvis alla Sorrentina. Kastanjesoep, colatura di alici of een heuse citroensalade. De zomerse sfeer spat ervan af. De maaltijd sluit je af met een glaasje homemade limoncello.

We gaan weer het binnenland in naar de steden Avellino en Benevento, de laatstgenoemde liggend in een groene vallei, die van oudsher diende als vestingstad van de Romeinen. Overal zijn hiervan nog de sporen te vinden. Avellino ligt ook in een groene streek, met als bijnaam “het groene Irpinia“. Avellino is een populaire vakantiebestemming. De keukens van beide streken zijn geënt op lams– en varkensvlees. Er is sinds de oudheid veel landbouw. Ook vind je nog steeds Griekse invloeden in het dagelijkse menu. Mooi basic eten zoals de zuppa Santé, tortelloni in brodo, aardappeltaart of andijviepizza. Prima boerenkost.

De Zilveren Lepel Napels en Amalfikust leest weg als een  full colour reisbrochure, met watertandend lekkere recepten, gedegen productinformatie en dito fotografie. Gereons Keuken krijgt direct zin om en route te gaan of #alfresco thuis te genieten wat dit kookboek allemaal biedt.

De Zilveren Lepel, Napels en Amalfikust. (ISBN 9789000355679) is een uitgave van Unieboek/HetSpectrum en is te koop voor € 35,00.

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten