Japan Easy, Tim Anderson.

 foto: cover Japan Easy.



Japan Easy.  De Japanse keuken kende ik tot op heden allen van buiten de deur eten. Bij Hosokawa, Yamazoto of Teppanyaki Nippon. De laatstgenoemde is helaas een all you can eat paleis geworden. Restaurants, waar Japanse chefs hun snijd- en andere culinaire kunsten vertonen. In balans, verfijnd en smakelijk. Ik heb altijd het beeld gehad “don’t try this at home” Niet alleen vanwege de verfijnde technieken, maar ook vanwege de halve apotheek aan exotische ingrediënten, die je aan moet schaffen en die dan in de voorraadkast staan te verstoffen. En daarbij, hoe makkelijk is het om sushi hier om de hoek bij de Japanse take-away af te halen? Tot zover mijn perceptie van thuis Japans eten koken.

Tim Anderson, ik vertelde op Gereons Keuken Thuis al eens over zijn boek Nanban, denkt daar geheel anders over: “De samoerai waren schurken in jurken en vreemde kapsels en haiku zijn limericks die niet grappig zijn” Met dit citaat start hij zijn vrolijke boek Japan Easy. Als autodidactisch Nippon adept wil Anderson je wegwijs maken in de makkelijke Japanse keuken. Sushi? Verrassend makkelijk, Gyoza? Enorm makkelijk, tempura dito. Yakitori of misosoep? Ach dat zet je zo op tafel. Japan Easy is een inleiding in de wereld van de Japanse kookkunst.

Aan de slag, want Anderson, die al van jongs af aan gefascineerd is door Japans eten, neemt je mee aan  de hand. Hij start met zeven Japanse ingrediënten, waarmee je bijna alle gerechten in dit kookboek kunt maken. Sojasaus, mirin, rijstazijn. dashi poeder. sake, miso, rijst. Hierna volgt een lijstje van 10 ingrediënten, die ook van pas kunnen komen. Tim legt uit hoe je rijst kookt, zonder een te plakkerige zetmeelstructuur, want rijst is de aardappel of het brood van Japan. menuplanning komt aan de orde. Eet je één groot gerecht, een combinatie met kleine bijgerechten of maak je een menuutje van veel kleine gerechten. Anything goes laten we maar zeggen. Japans eten zit minder strak in het velletje dan je mocht denken. Doet mij direct denken aan de heerlijke zalmhuid chips, die ik bij Teppanyaki Nippon kreeg voorgeschoteld.

We gaan koken, bijgerechten als  superlekkere edamame, Japanse aardappelsalade of meirapen met zoete misosaus. Kleine gerechten zoals gyoza, romige krabkroketten of kip yakitori komen voorbij. Alles met gedegen uitleg en verbluffend weinig ingrediënten in de declaratie ernaast.

Sushi maken komt aan bod, een prima bezigheid met het weer van vandaag, dat me doet denken aan de prent met regen boven de brug van Edo, die schilder Van Gogh inspireerde tot een schilderij. Maar we hebben het over Japan Easy, niet over het weer. Grote gerechten volgen, een sumo hotpot of pak eens uit met een sukiyaki party. Rijst en noedels spelen een hoofdrol in het volgende hoofdstuk. Tot slot pakt Anderson nog uit met wat basissauzen, zoetigheden en besteedt hij aandacht aan dranken van sake, via groene thee tot Japanse whisky.

Japan Easy, sushi, tempura, ramen of sukiyaki. Het maakt je allemaal gelukkig en na het lezen kan Gereons keuken Thuis dat alleen maar beamen. Japan Easy is een vrolijk boek, dat je als thuiskok de fijne kneepjes van Japans eten leert. Ik stel mijn beeld direct bij. Try this at home!

Japan Easy, Tim Anderson (ISBN 9789000361236)  is een uitgave van Spectrum en is te koop online of in je kookboekhandel voor € 24,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Fermentino.

 foto: cover Fermentino.

Fermentino. In januari ontmoette ik Gert-Jan de Groot tijdens de Bella Vita expo in de Amsterdamse RAI. Hij liet mij een stukje kaas proeven van het merk Cicioni, gerijpt en vol, en vertelde mij van alles over deze kaas. Gemaakt van ….. cashewnoten. Natuurlijk kende ik al homemade cashewkaas en -melk, die je vaak vindt in vegan kookboeken en op foodblogs. Maar dit is wat anders, ik vond het zelfs iets on-Italiaans hebben. Want authenticiteit en herkomst  van producten staat hoog in het vaandel in dit land. Daar rommel je niet mee. Toch lukte het Eurocompany, een Italiaanse noten- en zuidvruchtenproducent om samen met Milanese chefkok Daniela Cicioni een mooie vegan range aan producten te ontwikkelen. De kaas kwam al eerder voorbij in één van mijn Italiaanse foodparades en in het mooie food & art tijdschrift Ossigeno. Zo zie je maar niet alles blijft hetzelfde! In de Bel Paese spreken tegenwoordig ook vegan producten een aardig woordje mee.

 foto: gerookte en gerijpte fermentino.

Fermentino werd het woord voor foodproducten, die verkregen worden uit de fermentatie van noten en oliezaden, met enkel de toevoeging van zout en water. Zo start het mooie boek, dat Gert- Jan mij toestuurde. Na de fermentatie wordt de verkregen fermentino geaffineerd, op smaak gebracht en kan deze “kaas”gaan rijpen. Italiaanse foodtechnoloog Michela Pagnani schreef er met behulp van Daniela Cicioni een heel boek over. Geheel gewijd aan de kunst van het fermenteren van noten.

Fermentatie komt van het Latijnse fervere, dat zoveel als koken betekent. Op chemisch en fysiek niveau ontstaat er alteratie. Een verwoesting van de eigenschappen van het ingrediënt, die een andere textuur en smaakbeleving oplevert. Denk aan gerst en graan bij bier, druiven bij wijn, melk en ook bij noten naar kaas. het draait om enzymen en zuurstof. Fermentatie kent een lange geschiedenis, van de oudheid tot nu is de mensheid er mee bezig geweest. Yoghurt, kefir, desem, azijn, ingemaakte groenten en kombucha komen aan bod in de inleiding.

 foto: gerechtjes van Daniela Cicioni.

In het tweede deel van Fermentino komen de diverse stadia van de fermentatie aan bod, van weken, via uitlekken, malen, zouten tot rustperiode, waarin de daadwerkelijke fermentatie plaatsvindt. Daarna wordt het geheel op smaak gemaakt met kruiden en geperst en is de keuze aan de producent, om de fermentino direct als verse kaas te gebruiken of te affineren.  Na nog wat technologische opmerkingen kan de lezer aan de slag met de recepten van Cicioni. Voor een gerijpte amandelfermentino, een amandel- en cashewnotenkaasje met nigella en lavendel. gerookte blauwader fermentino. wat een huzarenstukjes allemaal, voorzien van mooie fotografie en duidelijke uitleg. Gereons Keuken Thuis vindt het allemaal het proberen waard. Mocht je nu zelf het allemaal wat veel moeite vinden? Geen probleem Cicioni fermentino is binnenkort te koop bij EKO Plaza. Zelf toevoegen aan je gerecht of versieren met kruiden.

 foto: blauwader fermentino.

Fermentino, Michela Pagnani, met recepten van Daniela Cicioni (ISBN 9788894323917) is een uitgave van Nuts for Life en kost € 25,00

Pasta il primo piatto.

 foto: cover Pasta il primo piatto.

Pasta il primo piatto, de eerste gang maar ook een belangrijke pijler van de Italiaanse keuken. Wie is er niet groot mee geworden of zoals Catherine Deneuve eens zei: “Italianen denken maar aan één ding, het andere is spaghetti” Pasta is een goot onderdeel van de Italiaanse culinaire identiteit, omringd met mythes, met het motto van wijlen Antonio Carluccio: MOF MOF, wat zoveel wil zeggen als, minimum of fuss, maximum of flavour. De Romeinen aten al pasta, maar de Arabieren brachten de gedroogde variant pasta mee. Pasta is voedzaam, makkelijk te maken en geeft een verzadigd gevoel. Reden voor Giovanni d’Apice om een ode aan dit voedingsbestanddeel te schrijven, voorzien van foto’s van Marco Paone en recepten van chefs. Pasta doet je Italiaans voelen. Het eten dat men is gaan eten om zich Italiaans te voelen, zo stelt Giulia Ubaldi. Tijdens de Italiaanse eenwording werd pasta verheven tot cultureel en culinair erfgoed van de nieuwe nazione. Van een fysieke handeling werd het koken van pasta een symbolische daad.

Pasta il primo piatto begint natuurlijk bij de basis, recepten om zelf verse pasta te maken. Zelfgemaakt is lekkerder aldus d’Apice. Hij legt alles fijntjes uit en leert je de kneepjes van het vak. Het opmerkelijke is dat je YouTube filmpjes via een QR code kunt scannen, om je verder te helpen de mooiste pasta te maken. Ook glutenvrije. Ravioli, tortellini, basissauzen, alle komt aan bod. De ragù Napoletano, alla carbonara en pesto.

Daarna gaan we koken, semplicitá noemt de schrijver het. Bucatini alla Sorrentina, cannelloni alla Napoletana en linguine alla puttanesca. Ook de colatura di alici di Cetara ontbreekt niet. Allemaal klassiekers, waarbij je merkt dat d’Apice een voorkeur heeft voor de Zuid Italiaanse stijl, gelardeerd met foto’s van de Amalfi kust. Veel pastagerechten uit Campania, in restaurantstijl gefotografeerd door Marco Paone. Dat maakt het boek meer een koffietafelwerk dan een day to day kookboek voor de snelle maaltijd. Maar niet getreurd de thuiskok kan prima uit de voeten met de recepten van d’Apice. Leuk voor etentjes of om zelf eens te experimenteren met opdienen van een pastagerecht.

Tot slot nodigde de maker van dit boek een aantal bekende chefs uit om hun ultieme pastagerecht te maken. Van Gennaro Comtaldo, via Vlaamse chef Peter Goossens tot Alain Caron. Ieder maakte zijn eigen creatie.

Met dit boek laat Giovanni d’Apice de evolutie en traditie van het nationale Italiaanse gerecht zien. Nadat hij bij zijn nonna leerde koken, probeert hij tegenwoordig nog dagelijks Maastricht mee op sjouw te nemen. Te laten proeven van zijn pasta. En als je daar fysiek niet bij bent, kun je altijd met Pasta il primo piatto in de hand op pad door pastaland.

Pasta il primo piatto, Giovanni d’Apice & Marco Paone. (ISBN 9789401449236) is een uitgave van Lannoo en is on- en offline te koop voor € 29,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Ligurisch konijn van gastblogger Petra.

Het is Italiaanse nazomerweek op Gereons Keuken Thuis. Met een recept voor Ligurisch konijn van Petra Poudèl, die als gastblogger dit leuke Italiaanse recept voor mijn blog inzond. Ik leerde Petra kennen op een evenement van de Italiaanse KVK in Amsterdam. Zij is reis- en cultuurschrijfster en schrijft als freelancer over Italië en Zuid Frankrijk. Ze zei meteen ja, toen ik onlangs tijdens een kop koffie opperde, of zij eens wilde gastbloggen. “Graag”, was het antwoord, “want ik heb een passie voor streekgerechten en heel wat op de plank liggen.”  “Petra, welkom op Gereons Keuken Thuis.”

 foto: het boek van Anna del Conte.

Ik zal me even voorstellen, ik ben Petra Poudèl, woon in Amsterdam Zuid met mijn man, die advocaat is. Wij hebben twee zoons, die inmiddels het huis uit zijn. Ik ben 25 jaar geleden vanuit Liguria naar Amsterdam vertrokken per l’amore. Ik leerde mijn man in Nice tijdens een beurs kennen, waar ik destijds werkte als gastvrouw. Un coup de foudre. Ik besloot naar Amsterdam te verhuizen en ging daar aan het werk als reisleider en gids. Daarnaast schrijf ik artikelen en korte stukjes over reizen naar Italië en Zuid Frankrijk. Wij hebben beiden een grote passie voor eten en wijn. Mijn man en ik gaan zo vaak het kan op pad om nieuwe dingen te ontdekken aan de Côte d’Azur en natuurlijk thuis in Liguria.

Voor de Italiaanse nazomerweek hoefde ik niet lang na te denken welk recept ik zou insturen. Een recept voor Ligurisch konijn, dat ik heb gebaseerd op het heerlijk recept van culinair historica Anna del Conte uit het kookboek L’Arte della Cucina uit 2007, een mooi boek over een reis door culinair Italië, vol verhalen met illustraties van Amerikaanse Val Archer. In dit boek komt de Ligurische cucina ruim aan bod. Al jarenlang een favoriet in mijn keuken. Een sfeervolle uitgave van Tirion Culinair. Ik weet alleen niet of het nog te koop is?

In Liguria worden veel konijn-gerechten gegeten.Konijn wordt altijd met veel verse kruiden bereid. En in dit gerecht ontbreken de kenmerkende pijnboompitten niet, o.a. bekend van de pesto uit Genua. Dit is mijn versie van coniglio con olive e pinoli. Ligurisch konijn met olijven en pijnboompitten.

Nodig 4 personen:

1 konijn van 1,5 kg in gelijke stukken.

3 tenen knoflook

1 sjalot gesnipperd

1/2 tl cayennepeper

grof zeezout en zwarte peper

verse kruiden, tijm, rozemarijn en salie fijngehakt

1/2 l witte wijn

olie om te bakken

30 g pijnboompitten

75 g gehalveerde zwarte olijven

klontjes boter

wat basilicum blaadjes ter garnering.

Bereiding:

Bestrooi de konijn-stukken met wat bloem, peper en zout. Verhit wat olie in een pan en bak het vlees om en om aan. Haal het konijn uit de pan en zet apart onder folie. Bak kort de gesnipperde sjalot, knoflook in fijne stukjes, de kruiden en 1/2 theelepel cayenne aan. Voeg het konijn toe en blus af met de wijn. Bren aan de kook en laat het konijn zeker 40 minuten sudderen tot het mooi gaar is. Voeg op het einde de gehalveerde olijven toe. Bind de saus met wat boter. Maak eventueel nog op smaak met wat zout en peper. Rooster de pijnboompitten. Hak wat basilicum fijn. Serveer het vlees en saus in een schaal en strooi de basilicum en pijnboompitten erover.

Geef er wat gebakken aardappels of verse focaccia bij.

Naschrift: Dank voor je leuke bijdrage Petra aan de Italiaanse nazomerweek!

Italiaanse foodparade nazomer.

Het is eind augustus, velen vieren nog net zomervakantie, terwijl in Gereons Keuken Thuis al hard wordt nagedacht over de thema’s voor het najaar. Maar voor dat zover is nog een paar dagen recepten, boeken en events uit de Bel Paese, zoals het mooie boek PASTA, il primo piatto van Giovanni d’Ápice en Marco Paone, de laatste bekend van het mooie tijdschrift 1820, over Italiaanse gastronomie. Het boek Fermentino van Michela Pagnani en Daniela Ciccione over het maken van plantaardige kaas, een kunde, die steeds verder wordt ontwikkeld door beide dames. Tot zover de boeken tijdens deze nazomerse Italiaanse foodparade.

 foto: cover Mangiamo!

Wat erg leuk is om te vermelden dat de kookdiva uit de Veneto, Antoinette Coops komt koken uit haar boek Mangiamo! Dat doet zij op 27 september a.s. samen met Sabien Bosman in Scheltema.Ik had graag aanwezig geweest om te proeven en uitleg over de wijnen van de Veneto te geven.

Het menu:

Vooraf: gegratineerde Jakobsschelp en bruschetta
Tussengerechtje: risotto met roodlof 
Hoofd: stokvis uit Vicenza en pollo dorato
geroosterde chioggiabietjes
gekarameliseerde tomaatjes
pompoen met salie uit de oven
Toe: la putana!!!

U kunt hiervoor reserveren via: info@staalhaarlem.nl, de kosten zijn 39,90 euro. Aanvang 18.00 uur.
Wees er snel bij, want de plaatsen zijn beperkt
 Aanschuiven dus.

Ander nieuws is dat vanaf dit najaar de Ligurisch/Amsterdamse schrijfster Petra Poudèl een regelmatige bijdrage gaat leveren als gastblogger op Gereons Keuken Thuis. Dat kan zijn in de vorm van een restaurant review, een recept of leuke weetjes over de Bel Paese. Ik leerde Petra kennen tijdens één van de Italiaanse KvK evenementen, die ik regelmatig bezoek. Petra woont in Oud Zuid en schrijft op diverse fora over reizen en eten en dan met name over de beide rivièra’s

Behoorlijk wat onderwerpen in deze Italiaanse foodparade nazomer, maar vandaag eerst jullie leuke blogsuggesties. Andiamo!

Piëmontese bonenschotel van Cora Meijer

 foto: bonen uit Piëmonte

Culinea Hanneke met Pappa al pommodoro

 foto: pappa al pommodoro

Hilde Roovers van Slowfoody met Canneloni met chorizo crumble

 foto: canneloni met chorizo crumble.

Sandra de Haan Vegetarische bolognese en Mirne van Megen met Toscaanse kip

 foto: Toscaanse kip in roomsaus.

Ingrid Larmoyeur zond een ijskoude koffie in Caffé Leccese en René Meesters zijn recepten uit Italië

 foto: caffé Leccese van Ingrid!

Wendy Pronk met ravioli

 foto: ravioli met gegrilde venkel.

Elsa Rooyakkers met driehoekjes bladerdeeg of mediterrane salade van Marie-Louise Kaldenbach

 foto: driehoekjes bladerdeeg all’ Italiana.

Talk & table, Koken met Karin.

 foto: Karin op haar website.

Wie kent Koken met Karin nu niet? De ongekroonde antipakjes en zakjeskoningin. Wekelijks ontleedt zij in Trouw een nonsense product. Van Griekse kofta via boerenomelet tot Limburgse aspergesoep. Karin laat zien dat het ook allemaal anders kan. Zonder veel moeite en met groot effect. En gelijk heeft ze. Met een pakje of zakje koopt de consument veelal een recept, een berg zout en additieven. Ze schreef er al heel wat succesvolle boeken over. Daarnaast verscheen deze zomer opnieuw haar Handboek Oven, met praktische tips. In de zomer? Ja juist schuif je gewoon je gerecht in de oven terwijl je geniet van een glas wijn in de avondzon. Zo makkelijk maakt Karin Luiten het. En dan de leuke illustraties? Een ideale zomergast voor mijn serie Talk & table. Ik wil alles van haar weten en beloon deze veelzijdige vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijnsuggestie.

Wie is Karin Luiten. Vertel eens iets over jezelf?

Ik ben kookboekenschrijver en culinair journalist. Altijd bezig met lekker eten en vooral hoe je dat zo appetijtelijk mogelijk opschrijft.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?

Ik ben net terug van 5 weken vakantie, dus ik moet er weer een beetje inkomen. Maar ik heb in de Franse hangmat wel liggen mijmeren over mijn volgende (dertiende) kookboek, ik heb enorm zin om daar aan te beginnen.

Vertel eens iets over je interesse in food? Hoe is die ontstaan?  Wat deed je voor je ging schrijven over eten?

Mijn moeder had een pesthekel aan koken, dus het was heel lang eigenlijk geen issue. Tot ik na mijn middelbare school een jaartje au-pair naar Franstalig Zwitserland ging en ik elke dag geacht werd te koken voor 3 kinderen. Ik ben maar gewoon begonnen, met behulp van kookboeken en kooktijdschriften, en ik bleek het ontzettend leuk te vinden. En daarna was het hek van de dam. Ik weet nog goed mijn eerste Michelin-restaurantervaring, bij Christophe in Amsterdam: wauw! Dat eten zó kan smaken! Toch was ik realistisch genoeg om al snel in te zien dat kok worden niet mijn roeping was, dat is zo’n specialisme. Ik ben talen gaan studeren, daar was ik veel beter in, en dat leidde tot een baan bij de opera (elke dag 5 talen spreken, heerlijk!) en daarna bij een uitgeverij voor sponsored magazines, waar ik juist weer leerde communiceren in mijn eigen taal.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.

Restaurateur leek me altijd geweldig, en dan bedoel ik niet de horeca, maar iemand die minutieus maandenlang schilderijen of oude fresco’s in kerkjes zit te restaureren met een penseeltje.

Bij jouw stukken, op social media en in je kookboeken merk ik altijd dat jij niet over één nacht ijs gaat, geduldig probeer jij alles uit. Ik zelf ben impulsiever  Hoe doe je dat?

Recepten moeten kloppen, dat vind ik het allerbelangrijkst, naast uiteraard dat het lekker moet wezen. Als ik voor mezelf kook doe ik natuurlijk ook maar wat, dat luistert niet zo nauw, maar als je een gerecht de wereld instuurt met de bedoeling dat andere mensen het ook gaan maken, dan is het werkelijk mijn eer te na om recepten te publiceren die niet kloppen. Het is tenslotte mijn beroep. Wat niet wegneemt dat er natuurlijk toch af en toe een foutje insluipt, dat er bijvoorbeeld een knoflookteen uit de ingrediëntenlijst zoek raakt in de beschrijving of andersom, tja, het blijft mensenwerk natuurlijk. Maar dan baal ik wel. Online is het makkelijk, dan kun je het snel corrigeren, bij een boek moet je wachten op de eerstvolgende druk.

Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?

Haha, are you kidding? Een kookboek maken vind ik heerlijk! Van begin tot eind, van bedenken tot koken, van testen tot tekenen, van corrigeren tot vormgeving bijsturen. Eigenlijk vind ik het pas lastig worden als het gedrukt en af is, want dan moet het aan de man gebracht worden. Hoe ga ik in hemelsnaam 18 miljoen Nederlanders overtuigen dat ze toch echt mijn boek willen hebben? Dat is elke keer weer een zorg.

    foto’s: covers boeken van Karin.

En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?

Zie vorige vraag. Het is heel veelzijdig, ik kan er al mijn creativiteit in kwijt.

Kun je wat vertellen over de illustraties in je boeken en bij je blogs? Heb je altijd al getekend?

In mijn laatste baan kreeg ik bij functioneringsgesprekken steevast kritiek dat ik tijdens vergaderingen altijd het A4-tje met de agenda helemaal zat vol te tekenen, dat vonden ze een teken van desinteresse. Uiteindelijk nam ik maar geen pen meer mee naar vergaderingen. Ik moest daar echt weg, maar wat moest ik dan gaan doen? Alleen koken en tekenen vond ik leuk, maar wat kon ik daar nou mee? Tot een vriend suggereerde om die twee te combineren in een website met recepten en tekeningetjes.

Je handelsmerk is rood, al dan niet met witte stippen of blokjes, hoe is dat zo gekomen?

Ik tekende altijd met een zwart stiftje, maar dat werd op mijn website zo saai. Ik wilde geen waaier aan kleuren, dan werd het te kinderachtig, want laten we wel wezen, zo goed kan ik nou ook weer niet tekenen, haha, dus ik koos voor één steunkleur. Mijn favoriete kleur was rood, dus zo gezegd, zo gedaan. Al bleek het nog best lastig, want hoe teken je een bordje met sla als je alleen zwart en rood tot je beschikking hebt? Vandaar de neiging om met rode accenten te werken: gestreepte bordjes, gestippelde schaaltjes, glaasje (rode!) wijn erbij. Aanvankelijk had ik alleen maar illustraties op mijn website, maar intussen heb ik het tekenen een beetje los gelaten en doe nu meer met foto’s. Zeker in kookboeken werkt dat toch gewoon veel beter.

 foto: #fotomomentje tijdens boekpresentatie.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd?

Dat vind ik net zo’n onmogelijke vraag als ‘wat is je favoriete recept’. Het bijzondere van eten is dat er 1001 mogelijkheden zijn, het is maar net in wat voor bui je bent en wat daar het beste bij past.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Ik ben in het algemeen meer een wit-liefhebber. Fris en geurig, daar hou ik van, denk Grüner Veltliner, Rueda, dat spul. Maar de allerlekkerste witte wijn vind ik Condrieu. Alleen voor speciale gelegenheden, met een hele mooie vis erbij.

Wat lust je echt niet en waarom niet?

Zuurkool. Jekkiederrie. Als kind vond ik het al stinken. Als ik thuiskwam en rook dat mijn moeder zuurkool aan het maken was, maakte ik meteen rechtsomkeert en ging bij een vriendinnetje eten. Intussen weet ik rationeel wel dat zuurkool misschien best lekker kan zijn, mits gemaakt door een echte vakman, maar ik vind het stiekem wel prettig overzichtelijk om hardnekkig vast te houden aan die éne antipathie. Voor de rest eet ik namelijk alles.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

Frankrijk is altijd fijn en vertrouwd, maar vlak ook Azië niet uit, daar speelt eten en de versheid van ingrediënten zo’n belangrijke rol. Vooral in Vietnam heb ik zo heerlijk gegeten. En vorig jaar was ik in Japan, dat was culinair gezien ook een openbaring. ‘Oh, sushi zeker?’ vraagt iedereen dan, maar die heb ik in een maand tijd welgeteld twee keer gegeten. Er is zo ontzettend veel meer!

Je bent ook een Facebookpagina gestart als reactie op de challenge van Honig, de 365 dagen zonder pakjes en zakjes pagina? Hoe is de respons?

Ik krijg veel reacties, maar vooral van mensen die óók niks met pakjes en zakjes hebben. Natuurlijk hoop je vooral de mensen te bereiken die wél Honig-adept zijn, om ze te kunnen laten zien hoe het anders kan. Een beetje zendingsdrang heb ik toch wel in me… En de vele enthousiaste reacties van ‘bekeerlingen’ sterken me daarin gelukkig. Dat neemt niet weg dat Honig gewoon doorgaat met z’n malle challenge, al heb ik viavia wel vernomen dat ze mijn tegenactie niet leuk vinden. Gna gna.

Wil je nog iets anders vertellen….delen?

Lieve mensen, van mij mag je alles eten wat je wilt, wie ben ik om je dingen te ontzeggen als jij iets lekker vindt? Ik zeg alleen: het leven is te kort om vies te eten. Onthou dat als je de eerstvolgende keer vreugdeloos een bremzoute magnetronmaaltijd zit weg te lepelen.

     foto’s: trawlers, au marché.

Het menu.

Dank je voor de leuke antwoorden, Karin! Deze keer ga ik niet voor een recept maar voor un petit menu, want het was me alras duidelijk dat jij net zo een Frankrijk adept bent als ik. De campagne verkennend, op pad door de hypermarché en dwalend over de markten. Een menu du jour dus met een visgerecht uit Normandië, een verrine als voorafje (ik weet dat jij van leuke blikjes houdt) en iets met chocolat uit de oven toe. Allemaal lekkere recepten uit mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis. Dan de wijnen, voor bij de astuce een mooi chenin blanc uit de Loirestreek, bij het hoofdgerecht een zuiderse picpoul de pinet uit de Languedoc en bij het dessert,  een moelleux au chocolat een glas Banyuls. Bon Appétit!

Verrines de thon au fromage blanc.

Nodig:

1 blikje tonijn op water, uitgelekt

1/2 pot fromage blanc of kwark

1/2 potje crème fraîche

kappers uitgelekt

peper

zout

1 el olijfolie

dragon

Bereiding:

Maak de tonijn fijn met olie en zout, voeg de dragon toe en de crème fraîche/ kwark. Pureer alles tot een mooie gladde mousse. Voeg de kappers en peper naar smaak toe en vul hiermee een glas of potje. Serveer met geroosterd volkorenbrood in, gesneden in  smalle reepjes.

   foto: met vis kun je zoveel doen


Aumônières de la mer.

Nodig:

1 kg mosselen

400 g witvis, kabeljauw of koolvis

200 g grijze garnaaltjes

4 el crème fraîche

3 draadjes saffraan

1 bosje peterselie

1 tl Maïzena

peper en zout

4 grote koolbladeren

1 kop diepvrieserwtjes

water

bindtouw

Bereiding:

Was de mosselen goed. Verwarm in een grote pan een kop water met wat zout. Doe de mosselen in de pan en laat ze in ongeveer vijf minuten openen. Haal de mosselen uit de pan en laat ze iets afkoelen. Haal het mosselvlees uit de schelpen en zet apart. Zeef het kookvocht. Snijd de witvis in repen.

Meng de crème fraîche met saffraan, peper, zout en gehakte peterselie. Los de Maïzena op in het mosselkookvocht en meng dit door de crème fraîche. Breng het mengsel aan de kook in een pan en voeg de stukken vis en erwtjes toe. Als het te dik wordt kan er wat kookvocht bij. Als laatste voeg je de mosselen en garnaaltjes toe. Was de groene kool bladeren en kook ze ongeveer 10 minuten in gezouten water. Leg op elk koolblad een flinke schep van de visragout en bind de bladeren dicht met wat keukendraad. Doe de buidel terug in de pan met het water van kool en kook nog ongeveer 10 minuten.

Serveer de aumônières met in gezouten Normandische boter gebakken aardappeltjes.

  foto: coöperatie Banyuls.

Moelleux au chocolat met Banyuls.

Nodig:

2 grote eieren

25 g suiker

snufje zout

100 g pure chocolade

100 g boter

30 g bloem

4 ramequins (ronde ovenschaaltjes)

boter om in te vetten

bloem om te bestuiven

gezeefde poedersuiker ter decoratie

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 200 graden. Eieren met de suiker schuimig kloppen. Meng de bloem en het snufje zout er doorheen. Boter en chocolade samen au bain marie smelten. Eiermengsel toevoegen en alles glad roeren. Ramequins invetten en met bloem bestuiven. mengsel over bakjes verdelen. De ramequins 12 minuten in de oven bakken en beslist niet langer. Dat is wat mijn vriendin Sofoula uit Haarlem altijd zegt!  De ramequins op bordjes omkeren en bestrooien met poedersuiker. Eventueel garneren met gedroogde abrikozen of sinaasappelkonfijt in stukjes.

  foto: cover het grote ovenboek.

Boter, botten, zout.

 foto: cover Botten Boter Zout.

Boter, botten en zout. De drie basiselementen, waarmee de Maltese,  in Londen wonende Nicole Pisani graag mee kookt. De schrijfster kookt haar hele leven al, ze is van huis uit  met het kookgen behept en werkte voor diverse Londense adressen, waaronder NOPI. In elke keuken waar zij werkte pikte zij wat op, ook in de schoolkeuken, waar ze nu de scepter zwaait. Boter, botten en zout zijn voor haar de pijlers van haar keuken. Zout doet haar denken aan zomers Malta. Uren spelen aan zee, met aan het eind van de dag de zoutkristallen op je huid. Ondanks niet geheel ondiscutabel is zout een bouwsteen van smaak, in goede dosering maakt of breekt zout de smaak van een gerecht.

Boter, bij NOPI ging er elke week 25 kilo doorheen, is een verbinder, een klontje op het eind toevoegen maakt je saus. Botten zijn een essentie voor Pisani, niks geen visfilets. Botten zijn  het karkas van de keuken. En hoe ziet die erbij Nicole Pisani uit?

Het boek start met een lijst van technieken,van mise en place tot afblussen. Bouillon is het begin van je keuken, of je deze nu maakt van groenteresten, kip, schaaldieren of zelfs zeewier. Het is de basis van veel gerechten en een geweldige smaakmaker. Pisani besteedt ook aandacht aan voorraad van citrus olie, zout met een smaakje, ingelegde gardienera tot roze zuurkool. Boters met een smaakje volgen, eens iets anders dan de bekende kruidenboter is geklopte boter met zalm. Ik begrijp wel dat de  boterconsumptie met dit soort recepten omhoog wordt gestuwd. Gepekelde eidooiers. Tot zover de voorraadsuggesties van de schrijfster.

In Engeland leerde Nicole ontbijten. Het heeft voor haar eindeloze betekenissen. Van liters koffie op drukke dagen tot een uitgebreid ontbijt met vrienden of familie. Zo begin je je dag goed. Zelfgerookt spek, omeletten of Oosters getinte kojirijst met gepekelde eidooier.

Met een vegan vriendin ging Pisani naar thuisbasis Malta. Het werd een heuse test voor Maltese chefs, die hun kippenbouillon serveerden, uiteraard niet echt vegan. Eén kok noemde haar vriendin een konijn. Voor Nicole was het een uitdaging vegan varianten te maken voor haar Britse konijn, ik bedoel vriendin. Zo belanden we bij de groente keuken, waar waarschijnlijk wel boter en zout maar geen botten worden gebruikt. Een hoofdstuk met eetbare bloemen, salade van belugalinzen met asperges of tempuratofu met kurkuma. Met onmiskenbare Ottolenghi/NOPI invloeden.

Rauw en heel is het volgende onderwerp, één van de eetprincipes van Pisani in Boter, Botten, Zout. Oesters met kimchiwater, carpaccio van zeebaars of lamstartaar. Heel in de vorm van een geroosterde bloemkool, pompoen of spitskool.

Roken en pekelen is ook een techniek in de keuken van Pisani. In een simpele rookpan op het gas. Gereons Keuken Thuis doet dat altijd in een oude braadpan op het balkon. Pekelen moet ik toch eens proberen, zoals in het recept voor gepekelde eendenborst.

Na een zware dag vindt de schrijfster het heel therapeutisch om aan de slag te gaan met eten. Daardoor zorg je goed voor jezelf en recupereer je aan het einde van de dag. Lekkere vlees- en visgerechten. Met een heus pop up feestmaal gaat het boek verder, een Maltees kerstdiner in de haven van Valletta. Pisani koestert een nostalgisch beeld van de mediterrane cultuur en gerechten.  ot slot desserts, waarvan ik de gemberbiersorbet met appeljam wil vermelden.

Boter, botten en zout is een boek van een chefkok, die con brio de keuken in gaat, veel smaken van over de hele wereld weet te combineren in heerlijke gerechten. Ze geeft leuke basisrecepten en behandelt technieken. Ik mis soms de connectie met deze drie elementen. (vooral botten) Maar een kniesoor die daar op let. De smaak spat er vanaf. Het zet aan tot nieuwe experimenten in Gereons keukentje.

Boter, botten, zout. Nicole Pisani. (ISBN 9789461431882) is een uitgave van GoodCook en is te koop voor € 24,95

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

LELY

 foto: de gezellige bar van LELY.

LELY, er gebeurt iets in Amsterdam Nieuw West. Zolang ik me kan herinneren was er een loze en kale vlakte voor het NS station Lelylaan in Amsterdam, een soort van woestijn, die leefde, met vluchtige passanten. Want niemand wilde dood aangetroffen worden in deze desolate setting. Die dan ook direct bijdroeg aan het beeld, dat “binnen de ring adepten” hebben van Nieuw West. “Woon jij daar?” was vaak de uitspraak, die mij samen met een blik van verbazing ten deel viel. Maar Amsterdam verandert en zo ook Nieuw West en het Cornelis Lelyplein. Veel werd geprobeerd op deze locatie, er werd een trein geplaatst, die anderhalf jaar wachtte op een ondernemer en van de ene op de andere weer vertrokken was. Een hipsterdorp stond gepland en Gereons Keuken Thuis sprak daarover de enthousiaste architect. Je raadt het al, dat dorp is er nooit gekomen. Maar sinds 2016 ging het snel, de immer uitdijende stad had behoefte aan wonen. Dus binnen een jaar stond de hoogbouw van Little Manhattan te pronken in al haar gele glorie. Een woongebouw voor young professionals en studenten. Maar… het plein ervoor bleef leeg, op een filiaal van Subway na. En dat is niet wat bijdraagt aan de sfeer. Met argusogen keek ik naar de lege horecaruimte.

 foto: de koks aan het werk.



Sinds vorige week is het ineens goed toeven op het plein. Met de opening van Bar restaurant LELY. Het geesteskind van vier kompanen, waaronder David André en Frits de Haes, echte pioniers, die met bravoure iets moois wilden neerzetten in deze nieuwe buurt. Geen concept-horeca, maar breder, pure gezelligheid en goed eten voor betaalbare prijzen. Want zo vertelden de heren mij: “Everyone is invited!” Van student tot zakenman, van de buurtbewoner tot accidental tourist. Voor een patat met rendang, een ontbijtbowl met yoghurt of een lekkere bavette met een van de mooie wijnen, die LELY schenkt. Of gewoon voor de gezelligheid, lekker ouwehoeren, flipperen met een schappelijk geprijsd biertje in de hand. De basis moet goed zijn, aldus het team. En daar gaat het alles aan doen. Tot en met 31 augustus eet je bij LELY voor half geld en horen de heren graag je suggesties. LELY is een aanwinst voor de buurt, dat is in ieder geval zeker.

 foto: frisse eigentijdse kleuren en groen.



Bar restaurant LELY vind je op Cornelis Lelyplein 4, 1062 HX Amsterdam 020-2441788



Het grote oven handboek.

 foto: cover Het grote oven handboek.

Het grote oven handboek van Karin Luiten is opgepoetst. Haal alles uit je oven, al zou je dat niet geneigd zijn te doen tijdens de mediterrane zomer van de afgelopen weken. Al hanteert ze deze weken een tropenrooster, antipakjes en -zakjesdiva Koken met Karin behoeft geen introductie. Op Gereons Keuken Thuis besprak ik al eerdere boeken van haar en vandaag is de remake en uitbreiding van haar lievelingsboek aan de beurt. Het grote oven handboek, waarin zij laat zien, op de kenmerkende Koken met Karin manier, hoe je alles uit je oven haalt. Niet alleen zoetigheden, maar hele maaltijden, borrelhapjes of brood. Alles in een handomdraai. De oven als je beste vriend. 175 herziene recepten, half om half zoet en hartig, aangevuld met handige basisrecepten. Aan de slag dus.

Karin trapt af met een quote van Robert Kranenborg, die vindt dat alleen luie koks werken met de oven. Dat is inderdaad zo, want dit boek is niet bedoeld voor amateurchefs, die thuis restaurantje willen spelen, maar voor de luie thuiskok, die zijn geliefde, vrienden en familie iets lekkers wil voorschotelen. Het boek begint met wat algemene tips over ovens en noodzakelijke attributen. Let erop wat voor oven je koopt, welke temperaturen en hoe je je beste vriend schoonmaakt.

Hierna volgen de hartige recepten, zoals een tarte tain met sjalotten, originele vistompoezen met zalm & biet, een tian Provençal, tartelettes Lorraines… wat een lekkere recpeten allemaal, zonder pakjes en zakjes, met veel groente en makkelijk te maken. Ik maak een sprong naar zoet, want Koken met Karin houdt ook van bakken, haar bekende éclairs in een handomdraai, een frambozentaart met pistache of een pavlova, met erbij tips voor EHBO bij inzakken.

De oven als je beste vriend, ook in de zomer, daar gaat dit leuke en leerzame boek over. Met goede recepten, leuke tips en doorwrochte kennis en vrolijke illustraties. Het grote oven handboek van Koken met Karin, schenk een glas wijn in, geniet van je balkon en laat je beste vriend het werk doen. Ik mag hopen dat er ooit vaatwas/oven combinaties worden uitgevonden. Wat zou ik dan een luie kok worden.

Het grote oven handboek, Karin Luiten (ISBN 9789046824405) is een uitgave van NW-Adam en kost € 24,99

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Talk & table met Tieme Hermans.

  foto: cover Noosh e Jaan

Vol bewondering las ik onlangs het relaas van Tieme Hermans, die in zijn eentje een culinaire reis van tweeënhalfjaar maakte op de fiets. Van Zwolle naar Bali. Je moet het maar durven. Via Duitsland, Midden- en OostEuropa, Rusland, Iran, de steppen van Centraal Azië en dan zuidwaarts via China naar Bali. Opmerkelijke tocht, lijkt me soms best eenzaam. Maar Tieme kreeg er iets voor terug, gesprekken met mensen, ontdekkingen en eten on the road. In Noosh e Jaan, Perzisch voor smakelijk eten, tekende hij zijn avonturen op en lardeerde deze met 32 lokale gerechten. Ik las het in één ruk uit. En nu is Tieme  zomergast voor mijn serie Talk & table. Ik wil alles van hem weten en beloon deze reislustige reporter dan met een speciaal, wie weet,  werelds recept met een bijpassende wijn.

Wie is Tieme Hermans. Vertel eens iets over jezelf?

Ik zou kunnen zeggen dat ik een enorme avonturier ben, maar eigenlijk voel ik me ook nog gewoon een normale Hollandse jongen. Toevallig heb ik een passie voor ontdekken, talen, verhalen, cultuur en eten die me de wereld rond drijft. Ik ben enorm sociaal en maak overal makkelijk vrienden, maar ben soms ook het slachtoffer van mijn eigen sociaal-zijn en kan daardoor ook enorm genieten van stilte en alleen zijn. Ik hou van knoflook, lange gesprekken met oude vrienden, verstoppertje spelen, de hele dag in de keuken staan en wakker worden in mijn kleine tentje.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?

Na mijn fietsreis naar Bali stopte het avontuur niet. Ik heb 2,5 jaar in Vietnam gewoond en ben van daaruit weer gaan fietsen, dit keer met mijn vriendin Elske, die ik daar leerde kennen. Op dit moment fietsen we door de bergen van Sri Lanka tussen de theeplantages. Hier doe ik geweldige inspiratie op voor een vervolg op Noosh-e-Jaan, aangezien de gastvrijheid hier de mensen met de paplepel ingegoten wordt. Met grote regelmaat worden we uitgenodigd bij mensen thuis voor lekkere ceylonthee, vaak gevolgd door een tafel vol Sri Lankaanse specialiteiten.

Vertel eens iets over je interesse in reizen? Hoe is die ontstaan?

Misschien heeft het iets te maken met mijn vader, een echte verhalenverteller. Zelfs tijdens wandelingen in het bos vlakbij mijn oude woonplaats Zwolle, vertelde hij over die ene magische boom of heuvel verderop en kreeg ik als kind zin om de wereld te verkennen. Later kreeg ik een wereldbol cadeau en had ik een grote placemat op mijn bureautje met plaatjes van allerlei verschillende stammen in hun traditionele kledij. Ik bleef nieuwsgierig en bleef vragen stellen. Ook las ik altijd al veel en als tiener maakten onder andere de avonturen van Marco Polo enorm veel indruk op me. Dat wilde ik ook!

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijver zijn en een ander beroep? Wat was je dan geworden?

Waarschijnlijk zou ik dan met kinderen willen werken, iets wat ik eerder ook gedaan heb. Ik vind het fantastisch om stadskinderen mee te nemen het bos in om te leren boomklimmen, kamperen en een vuurtje maken. Tijdens mijn reis maakte ik ook altijd makkelijk contact met lokale kinderen en wat ik altijd bijzonder vind is hoe weinig taal je nodig hebt om een hechte band met ze te krijgen.

Volgens mij is een reis alleen ook soms wel een eenzame bezigheid. Zeker als  je een monotone rit maakt. Hoe ga je dan verder?

Mijn tweeënhalf jaar durende fietsreis was inderdaad grotendeels een solo-expeditie. Maar los van een aantal lange woestijnritten en de grote leegte van Mongolië voelde ik me toch maar weinig alleen. Door zo langzaam te reizen sta je voortdurend in contact met de mensen die je passeert. Omdat ik meestal kleine weggetjes kies, kom ik meestal door gebieden waar mensen echt nooit toeristen zien, of waar ze zelfs nog nooit een Europeaan hebben gezien. Daarom had ik eigenlijk veel kleine praatjes, mensen zwaaien veel en soms wordt je spontaan uitgenodigd. Dit ging in sommige landen zelfs zo ver dat ik er soms naar snakte om even een nachtje lekker te kamperen en alleen te zijn. De keren dat ik dan echt alleen was voor wat langere tijd kon ik er ook echt van genieten. Vreemd genoeg is China de enige plek waar ik me af en toe alleen heb gevoeld. Ik fietste door het dichtbevolkte oosten van het land langs allemaal miljoenensteden waar ik nog nooit van gehoord had. Chinezen zijn alleen wat ingetogener dan in veel andere landen en buiten Shanghai en Beijing kwam ik niet veel mensen tegen die ook maar een woord Engels spreken. Vaak keken mensen me wat verschrikt aan en reageerden wat verlegen als ik ze benaderde. Daarom was ik voortdurend onder de mensen, maar toch wat alleen.

Video: voor RTV Oost doet Tieme verslag van zijn reis.

Je hebt ook gereisd door minder veilige oorden, hoe heb je dat ervaren?

Ik heb in Turkije de artillerie horen knallen in Koerdisch gebied, fietste vlak langs Tsjetsjenië, reed langs mijnenvelden in Cambodja en door het omstreden grensgebied van Nagorno-Karabach (tussen Armenië en Azerbeidzjan) waar nog wekelijks geschoten wordt. Voor de meeste van deze gebieden geldt een code rood als reisadvies. Ook landen als Iran, Oezbekistan en Transnistrië klonken me voor ik aan mijn reis begon best spannend in de oren. Natuurlijk fiets ik niet zomaar een echt oorlogsgebied in en zorgde ik altijd wel wat ik op de hoogte was van wat er lokaal speelde. Toch viel het me op dat juist in deze gebieden de mensen extra verheugd reageerden op mijn komst. Net als in het verhaal in Noosh-e-Jaan over Nagorno Karabach. Hier at ik tussen de ruïnes met een stel automonteurs en we hadden een geweldige avond. Eigenlijk heb ik me nooit echt onveilig gevoeld.

Wat was minst aantrekkelijke kant van deze reis voor jou?

Ik kan het me werkelijk niet bedenken. Natuurlijk was het soms ontzettend zwaar. Een sneeuwstorm om 4500 meter hoogte is geen gein en ik heb wel eens ergens in een halve greppel moeten kamperen in de regen omdat er nergens anders plek was. Mijn tent lekte en alles was nat en koud. Bepaald geen droomvakantie als je het zo bekijkt. Maar eigenlijk zijn juist dat de momenten die je enorm intens beleeft. Als je daar doorheen komt, kan je er de volgende dag om lachen, klop je jezelf op de schouder en ben je weer een ervaring rijker.

En wat was de meest aantrekkelijke kant van je reis voor jou?

De wereld heel langzaam zien veranderen vanarf mijn fietsje. Je ziet het ene landschap overgaan in het volgende, je ziet de mensen langzaam meeveranderen; de huizen die ze bouwen, wat ze eten, hoe ze eruit zien en waar ze in geloven. Als je zo langzaam reist heb je eigenlijk nooit een cultuurschok, maar wordt de wereld een stukje logischer.

Wat ik zo leuk vind is dat jij vaak met open armen werd ontvangen. Kun je daarover vertellen?

Het leek soms zo dat hoe verder ik oostwaarts fietste, hoe gastvrijer ik ontvangen werd. In veel culturen is het een soort gouden regel dat je reizigers onderdak moet bieden. Hier vindt je sporen van in de islamitische cultuur, de nomadische culturen van Centraal-Azie en Mongolie, bij bergvolkeren en in boeddhistische landen. Mensen zijn hier ook meer van elkaar afhankelijk, waardoor je een vreemdeling nooit buiten zal laten staan. Op de Mongoolse steppe weet je bijvoorbeeld dat er misschien maar een klein tentenkamp staat per 50 kilometer. Daarom is er een soort regel dat de deur van hun tent altijd open staat, een reiziger hoeft niet eens te kloppen. Het is volledig vanzelfsprekend dat ze je eten, drinken en onderdak geven omdat ze precies weten hoe het is om reiziger te zijn in vreemd gebied.

Ik heb deze ontmoetingen echt ervaren als de hoogtepunten van mijn reis. Hoe geweldig is het om de kans te hebben het echte familieleven te ervaren in al die verre landen?!

Noosh e Jaan is klaar. Staan er nog momenteel andere projecten op stapel?

Ik heb nog stapels aan verhalen op de plank liggen en voel, zeker na het verschijnen van dit boek, een grote drang om deze te delen. Noosh-e-Jaan heb ik geschreven in de rust en stilte van een Cambodjaanse boomhut. Ik ben van plan me de komende maand op nog zo’n plek op te sluiten, misschien wel in een klein klooster in de Sri Lankaanse bergen. In zo’n omgeving weet ik zeker dat ik een mooi format ga bedenken om de rest van mijn verhalen in te gieten.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd?

De Iraanse khoresh-e fesenjaan is zeker een van mijn favorieten, maar omdat ik zo lang in Vietnam heb gewoond roept de mi quang ook een soort thuisgevoel bij me op. Als ik in Azië ben is het enige wat ik wel eens mis de lekkere kaas en room uit Europa en die lekkere volheid van gerechten.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Ookal drink ik zelf maar amper, toch deed ik op reis ook verslag van bijzondere wijngebieden. Zo genoot ik erg van Roemeense Frankenwijn, mierzoete Tokai, echte sovjettchampagne in Rusland, originele (en illegaal geproduceerde) Shiraz in Iran, fantastische Georgische rode wijnen en ook wat minder succesvolle expirimenten uit Oezbekistan, China en Vietnam. Toch is een van de beste wijnen een reserva uit de kelders van Purcari Estate in Moldavië geweest. Deze is tijdens een wijnconcours al eens verkeerd aangezien voor een Franse Bordeaux en doet er qua volheid zeker niet voor onder.

Wat lust je echt niet en waarom niet?

Mongoolse geitenkop was bepaald geen favoriet. Misschien komt het omdat we in Nederland niet gewend zijn om organen en andere onderdelen van het dier te eten, althans, niet zoals in veel andere landen. Er is me in Kirgizië ook wel eens een hele schapendarm gevoerd die ik wel geproefd heb, maar daarna toch maar even onder de andere botjes heb verstopt.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

India is nog altijd een grote droom van me, maar als ik een land zou moeten kiezen om nog eens naar terug te gaan dan zou het misschien Georgië of Iran zijn. Deze landen hebben allebei een bijzondere keuken die voor mij een perfecte combinatie is tussen mediterraan en oosters. Ook qua cultuur en natuur zijn dit hele rijke landen.

Wat was je meest indrukwekkende eetervaring tijdens je reis?

Wat een lastige vraag Gereon! Misschien kies ik dan wel voor de Birmese khao swe die ik at in een enorm afgelegen boeddhistische tempel tussen de rijstvelden. Ik kwam hier per toeval terecht en voelde me echt een soort ontdekkingsreiziger die een nieuwe stam ontdekte in de jungle. Er stond iemand met een grote waaier naast me, tegenover me zat een boeddhistische monnik in zijn lange gewaad en er kwamen meisjes binnen met grote schalen eten.

Het recept.

Dank voor je leuke antwoorden, Tieme.Voor iemand, die zoveel heeft gereisd en gegeten is het niet makkelijk om 1,2, 3 een gerecht te verzinnen, te meer omdat ik de keukens en landen waar Tieme doorheen fietste niet ken, noch geproefd heb. Gereons Keuken Thuis moet toch eens aan de slag met de gerechten uit Noosh e Jaan. Gekozen heb ik voor mijn homemade ribbetjes, lekker sticky tussen je vingers. Als wijn zoek je dan iets zuidelijks erbij, wat in het geval van Tieme een rode shiraz uit Australië, waarvan de druif zijn naam dankt aan de sprookjes- en tapijtenstad in Iran. Of wat dichter bij huis een primitivo uit Puglia. Moge het  je ziel voeden!

   foto’s: ribbetjes voor en na het lakken !

Nodig:

1,2 kg ribbetjes of krabbetjes

2 el kikkoman sojasaus

2 el rijstazijn

2 el ketchup

1 el honing

een stukje gemberwortel fijngehakt

2 tenen knoflook geperst

2 tl sambal

3 el olie

peper en grof zout

Bereiding:

Doe de ribbetjes in de oven op 180 graden en laat ze in 45 minuten gaar worden. Giet het overtollige vet en vocht af en laat afkoelen. Maak een marinade van alle ingrediënten hierboven en smeer de ribbetjes ermee in. Zet de oven op 180 graden en bak het vlees in een half uur of langer af. Als je de oven lager zet kun je ze langer doorgaren. Serveer de ribbetjes met wat gele Iraanse rijst en een frisse komkommer/meloensalade.

Noosh e Jaan, een culinaire wereldreis per fiets, Tieme Hermans (ISBN 9789089897688) is een uitgave van TERRA en is te koop voor € 20,00

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten