#100DOD, wat is dat nu weer voor een hashtag? Het is de titel van het nieuwe boek van Bert van Guyze en Delphine Steelandt. Honderd dagen van toewijding. een complete gids naar de fitste versie van jezelf. Maar wat moet Gereons Keuken Thuis daar nu mee, hoor ik jullie al denken? Om naast alle lekkere hapjes in redelijke shape te blijven en (nee ik sport het niet om een super gespierd iemand te worden) mijn conditie op peil te houden heb ik een bepaald eet- en sportregime. Het grappige is dat je net zoals je uitgekookt of -geblogd kunt zijn, ook in je dagelijkse sportroutine een dip kunt ervaren. Die yoga oefeningen worden saai, de sit ups vertonen nog weinig variatie en dat zwemmen gaat niet meer zo hard, als je zou willen. Dan komt een boek als geroepen tijdens mijn #fitforfun weken.
#100DOD bevat drie pijlers, work outs, weetjes en voeding. Omdat in Vlaanderen 100 days of dedication slechts op één fysieke plek werd aangeboden, bedachten de schrijvers het in boekvorm aan te gaan bieden. Een programma van 100 dagen, waarop je elk moment mee kunt beginnen. Gebaseerd op trajecten, die Bert van Gruyze al jaren met succes en met voor ieder wat wils heeft ontwikkeld. Dus of je nu jong, oud, fit, mager of zwaar bent: Er is voor iedereen een kans om uit te groeien tot een fitte versie van je zelf.
Dan begint pijler 1, detox, gericht op je zwaktes, zoals suiker, alcohol en andere cravings. Letten op je voeding. Een outdoor workout kan je echt een boost geven tijdens deze dag 1 t/m 35. geïllustreerd met duidelijk foto’s van de oefeningen. Dan komt de build op met wederom leuke tips voor voeding en oefeningen. Wat ik charmant en helemaal van deze tijd vind, is dat ter illustratie bij de oefeningen op de foto’s een man van middelbare leeftijd is te zien. Dat geeft deze burger moed! En erbij de recepten van Delphine Steelandt. In februari van dit jaar besprak ik haar boek Body Fit.
Het boek legt start met hoe je stap voor stap kunt groeien, legt de voorbereiding uit en de drie fasen, waarop #100DOD is gestoeld, een detoxfase, een build fase en tot slot een level up fase. Work outs, die variëren van makkelijk tot moeilijk. Een gedegen tijdsindeling. Daar kan het bij mij ook aan schorten, omdat mijn matineuze zwemsessies vaak er tussendoor moeten worden gepropt. De schrijvers vertellen daarna alles over intervallen, tijdsduur van oefeningen en dan kun je aan de slag. Essentials, de squat, plank, lunge, crunch en push up. Zo ongeveer mijn ochtendsessie. Cardio komt aan bod voor je conditie en vetverbranding.
#100DOD gaat daarna naar de level up fase. Je hebt je voeding onder de knie en je maakt je work out wat complexer. Een hele kluif dus, maar Gereons Keuken Thuis gaat het allemaal proberen. Keep you informed tijdens de volgende #fitforfun weken.
Ik vind #100DOD een vlot boek, dat duidelijk geïllustreerd je aan het werk zet. Smoesjes zijn niet meer nodig. You’d better work! (vrij naar RU Paul) Gereons Keuken Thuis gaat snel mee aan de slag.
#100DOD, Bert van Gruyze & Delphine Steelandt (ISBN 9789491457613) is een uitgave van Lannoo en kost € 29,99
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Nog eenvoudiger 2, Pascale Naessens. Low carb & ketogerechten met 4 ingrediënten. Hij zat er natuurlijk aan te komen, nadat het boek Nog eenvoudiger met 4 ingrediënten een grote hit was. Pascale Naessens verstaat als geen ander de kunst de lezer mee te nemen op pad door haar leefwereld en uitgesproken ideeën over voeding. Stoelend op een stevige basis van ervaring en onderzoek, maar nooit saai. Want eten is GENIETEN, volgens deze schrijfster en als het je gezondheid ten goede komt al helemaal. De habitat van Pascale spreekt Gereons Keuken Thuis erg tot de verbeelding. Verfijnd eten in een mooie ambiance. Gerechten geserveerd op haar mooie aardewerk. Ik vroeg haar daarover het hemd van haar lijf in een aflevering van talk&table op mijn blog.
Over het schrijven van haar boeken is Pascale Naessens kort:
“Het is een avontuur, je start met een blanco canvas, vertrekt van een leeg blad, dat groeit en groeit. Dat vind ik een fantastisch proces. Het boek groeit met je mee. Dat vind ik boeiend en fijn om te doen. En als het dan klaar is begint het assembleren, het monteren net als bij een film. Het hele werk steekt in elkaar. Dat vind ik fantastisch.“
Dit tekent haar persoonlijkheid en in Nog eenvoudiger 2 gaat ze weer vanuit een andere optiek te werk. Ten eerste gaat het over de magie, die zij ervaart tijdens het koken. Daarna volgt een stukje theorie, waarvan zij zegt dat lekker eten belangrijker is dan theorie. Edoch, het wordt nog even schematisch geduid. Met de toevoeging dat geen persoon hetzelfde is en dat ieder zijn eigen draai moet vinden. Nieuw in Nog eenvoudiger 2 is, dat naast een laag koolhydraten gehalte Pascale ook kookt vanuit de keto-gedachte. Achterin het boek vind je uitgebreide informatie van haar over zorgen voor je darmen, het ketogene dieet en het nu populaire intermitterend vasten.
Maar eerst gaan we koken, daar draait het om in een kookboek. Pascale Naessens heeft voor deze keer de recepten gekoppeld aan de tijd, die je nodig hebt om deze chique gerechten klaar te maken. Klaar in 10, 15,20 en tot slot 25 minuten. Ik noem er een paar: Tonijn met kruidige tomatensaus in10 minuten, zalm , knapperig met groentespaghetti in een kwartier, in 20 minuten zet je gehaktballetjes van kip met prei en curry op tafel en tot slot in nog geen half uur een heerlijk vegan gerecht van linzen met pompoen, shiitake en wakame. Easy does it
Pascale sluit af met de oven het werk te laten doen voor een miniquiche met ham en gaat op chic met een heuse bloemkoolpuree met foreleitjes en amandelschilfers. Wow, wat je kunt doen met 4 ingrediënten. Dit laatste gerecht komt zeker eens op tafel in Gereons Keuken Thuis. Ik sluit af op deze vrijdag met de conclusie, dat Pascale Nasssens met Nog eenvoudiger 2, een mooie nieuwe boreling heeft toegevoegd aan haar uitgebreide familie van kookboeken. Sans aucun doute!
Nog eenvoudiger 2, met vier ingrediënten, Pascale Naessens (ISBN 9789481458588) is een uitgave van Lannoo en kost € 25,99
Sobremesa, het Ibiza van Sergio Herman. Het favoriete onderdeel van de dag op Ibiza is de nazit na een copieuze lunch in de schaduw. Een goede gewoonte, de koffie komt op tafel en eventueel een glas knalgroene hierbas. Er wordt nog wat gekeuveld en nagenoten van het eten. Soms duurt de sobremesa zolang, dat het alweer tijd is voor tapas of de volgende maaltijd. Het heerlijke landerige bestaan van Sergio Herman op Ibiza. Deze momenten ervaart hij als puur en persoonlijk geluk. Zijn hoofd leegmaken, nieuwe ideeën en concepten verzinnen. Dat gaat hem hier op la isla blanca goed af. Alle recepten in Sobremesa ontstonden in één dag. Het was hard werken, vertrouwde schrijfster Mara Grimm (die samen met Herman voor deze productie tekende) mij toe tijdens de Hilton haringparty. Reden voor mij om uit te kijken naar dit boek en vandaag, noem het een rondje van de zaak, een recensie op basis van een PDF. Daar werk ik namelijk niet graag mee. Maar dat terzijde.
Laten we duiken in het Ibiza-gevoel van Sergio Herman. Daar horen mooie gerechten en dito sfeerplaatjes bij. Dit maakt het een ultiem nazomerboek. Als je nog de naderende herfst wilt uitstellen. Koelere luchten in september boven de nog warme Middellandse Zee. Ibiza betekent eenvoud voor de chef, verse ingrediënten van het land en de borden worden ook minder strak opgemaakt dan je normaliter zou verwachten van Herman. Niet vreemd als je bedenkt dat juist easy living het grote kenmerk en aantrekkingskracht van dit eiland is.
Sobremesa start met basisrecepten, van mousseline tot een heuse basispaella. We gaan het land op, de campo van Eivissa, dat in tegenstelling tot de met clubs en uitgaanders bezaaide kustweg van het vliegveld naar stad een oase van rust en contemplatie is. Sergio Herman kookt van de campo, groentegerechten, een gazpacho (eigenlijk geen favoriet van hem) als salade. Paprikarolletjes met komkommer en bulgur. Geserveerd op het keramiek van Charlotte. Robuuste eenvoud. Vaak, zo vertelt hij gaat hij uitgeput het vliegtuig in, bekaf van alle afspraken en deadlines, maar bij aankomst op Ibiza krijgt Sergio een adrenalinekick. (Zou die werking van Es Vedra dan toch kloppen?) De witte dorpjes met hun lieve kerkjes, het doet hem allemaal wat. De contrasten, je kunt natuurlijk dansen tot je erbij neervalt, maar ook de rust op het eiland is iets wat je meeneemt. Ik kan dat beamen, ’s nachts naar de sterren kijkend ver van het partygeweld of overdag genieten van de wijdsheid op heerlijke stranden. Overzicht.
Sobremesa gaat verder, met hoe kan het ook anders MAR. De zee is altijd aanwezig, Met vis van een pescaderia in San Juan, verse vis, waar Sergio graag mee aan de slag gaat. Voor in het Catalaanse fideua, een tempura van sardines of zeebaars met citrus en komkommer. Op smaak gebracht met het goud van Ibiza: SAL! Als je richting Sa Canal rijdt kom je uit bij de hoge bergen, geen sneeuw, maar zout uit de salines van dit eiland. Een prachtig natuurlijk paradijs.
Montaña, de bergen, alhoewel Ibiza geen echte bergen heeft valt er in het heuvellandschap heel wat te grasduinen. Een Moors kippetje, de intens rode kleur van de bodems, daarboven een blauwe lucht. Gevulde empanadas of een pastagerecht van linguine met venkel en Ibicenco worstjes. Je proeft als het ware la tierra. Ik snap wel waarom Mara Grimm mij vertelde dat het heerlijk werken was aan Sobremesa. Want recht om de hoek in de heuvels is Ibiza ontdaan van alle frou frou, toerisme en lawaai en wat rest is de pure eenvoud. Nog wat zoets en de sobremesa kan beginnen. Als ik op deze wat grauwe dinsdag naar buiten kijk, krijg ik spontaan het idee om naar dit eiland af te reizen en bij Sergio Herman aan te schuiven. Sweet dreams of la buena vida, maar vooralsnog kom ik deze ochtend wel door met dit kleurrijke boek en een sterke mok koffie. Een nazomerse sobremesa. Disfruta!
Sobremesa, mijn Ibiza, Sergio Herman, met tekst van Mara Grimm (ISBN 9789048844388) is een uitgave van Carrera en kost € 34,99
Noot: De PDF van dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Easy Monday, studentikoze chili con carne. Gisteren vierde Gereons Keuken Thuis de laatste zomervakantiedag in SeaSpot. Het was fijn om weer eens wat langer aan zee te vertoeven. Dat vond mijn nieuwe huisdier DaPeppa ook helemaal geen straf. Wat een diversiteit aan weertypen hebben we deze zomer gehad. Maximum temperaturen, die fluctueerden tussen de 14 en bijkans 40 graden Celsius. Windstille avonden al fresco dinerend op het strand en windkracht 9 trotserend, met bakken zand all over the place. Een vakantie, waarin je alle elementen ervaart. Waarin je steden bezoekt waar je een tijdje niet bent geweest, vis haalt in IJmuiden, wat cultuur snuift in de residentie en de stilte van een Benedictijner klooster ondergaat en -en passant- wat leert over de eerste graven van Holland, die hier liggen te rusten. Kortom, de werkweek is weer begonnen en het bloggen lonkt. Gereons Keuken Thuis heeft veel op het lijstje staan de komende nazomer: van true Italian Food via een heuse vakantiegerechtenblog vol tips van foodbloggers, wat nieuwe boeken, zoals Biotoop en nog een #zomergast in mijn serie talk & table, Francis Kuijk. Weer snel aan de slag…. Dat vraagt om een Easy Monday gerecht in de vorm van studentikoze chili con carne, volgens goed gebruik uit de roaring jaren tachtig met ananas. Hoe retro. Dat wordt het vandaag en nu aan de slag. A propos mijn nieuwe huisdier DaPeppa heeft het heerlijk gehad en wil niet mee terug naar Mokum.
Nodig:
1 blik bruine bonen, uitgelekt
1 blikje kidneybonen, uitgelekt
350 g h.o.h. gehakt
1 dikke prei in ringen
3 tenen knoflook fijn gesneden
1 blikje tomatenpuree
1 Spaans pepertje in ringetjes
1 rode paprika
1 blikje ananasstukjes, uitgelekt
zout & peper
cayennepeper naar smaak
olie
wat water
Bereiding:
Was en snijd daarna de rode paprika in blokjes. Snijd de prei in ringetjes en was kort. Hak de knoflook fijn. Snijd de Spaanse peper in ringetjes. Verhit wat olie in een braadpan en rul het gehakt met wat zout en peper en een snuifje cayennepeper. Voeg de gesneden paprika, prei, knoflook en Spaanse peper toe en bak kort mee. Voeg de tomatenpuree toe. Bak kort mee en blus met wat water. laat de groente even garen. Voeg de ananas, zonder siroop toe. Open de blikken met bonen en laat uitlekken in een vergiet. Doe als laatste de bonen erbij en warm deze mee. Proef het gerecht en maak eventueel wat pittiger door extra cayennepeper toe te voegen.
Gastblogger René Meesters over Barricourt. René Meesters schrijft al jaren op zijn eigen blog Het eten is klaar. Hij heeft, net als Gereons Keuken Thuis, een voorliefde voor Frankrijk Maar daarnaast publiceert hij ook over andere delen van Europa. Behalve recepten en verhalen staan op zijn blog ook veel kookboekenrecensies. Een mooie aanleiding om René weer eens uit te nodigen voor een zomerse gastblog. Deze maal verhaalt hij over Barricourt, gelegen in le pays perdu van de Franse Ardennen. Het inspireerde Gereons Keuken Thuis om er een eerder geblogd recept voor een salade pissenlit bij te plaatsen.
Vakantiepark Barricourt. Iets meer dan 50 jaar geleden woonden er, verdeeld over vier dorpen, nog ruim 400 mensen in Tailly. Nu zijn dat er nog een krappe 200. Tailly ligt in de Franse Ardennen. Niet in het mooiste deel. Een licht glooiend terrein met akkers en weilanden zover je kunt kijken. De dichtstbijzijnde stad is Verdun, al telt die ook maar zo’n 20.000 inwoners. Het is een klein uurtje rijden met de auto. Naar Reims is het al gauw anderhalf uur. Een klein supermarktje ligt op zo’n 8 km. Daar ligt waarachtig ook een drie-sterren camping in de buurt. Het hoogtepunt van een verblijf daar is, volgens hun eigen website, het kasteel van Sedan, één van de grootste middeleeuwse kastelen van Europa. Niet het mooiste en toch ook nog gauw drie kwartier rijden. De school is ongeveer net zo ver. Wat ik eigenlijk bedoel: het Franse platteland heeft een probleem. Vergrijzing, leegloop, werkeloosheid. De Fransen trekken naar de stad. De jeugd heeft op het platteland niets te zoeken.
Barricourt. Zo’n 24 jaar geleden was ik in Barricourt. Één van de vier dorpskernen van Tailly. We verbleven er twee dagen bij vrienden die op hun beurt daar een huisje gehuurd hadden van dorpsgenoten. Het was voorwaar geen zomer! Er moest hout worden gehakt voor de kachel! Buiten was het grijs en kil. Uitstapjes herinner ik me niet. Wel een wandeling door het dorp, wat eigenlijk niet meer was dan een rondje om de kerk. Niet alle wegen waren verhard. Hier en daar stak een koe zijn kop door de deur. De fermier kwam eens kijken wie daar langs zijn boerderij liep. Ah, les Hollandais! Bonjour! Waarschijnlijk waren wij, behalve zijn vrouw, de eerste mensen, die hij die dag zag.
Doen? Ik vroeg en vraag het me nog steeds af: Waarom kopen Nederlanders een tweede woning op het Franse platteland? Oké, voor de prijs hoef je het niet te laten. Onder de € 50.000,- heb je al een heel behoorlijk opknappertje. Onder de €40.000,- zal je iets langer moeten klussen, maar het is mogelijk. Waarschijnlijk is alles mogelijk en zal het met minder uiteindelijk ook nog wel lukken. Maar dan? Reis je zelf 3 tot 4 keer per jaar af naar jouw stekkie in la douce France? Wordt dat jouw vakantie de rest van je leven? Of hoop je stiekem dat het toch goed te verhuren is? Dat heel veel mensen plotseling willen verblijven ‘au milieu de nulle part’? In niemandsland!
En toch! En toch droomde ik er zelf ook wel eens van. Wat als je nou zo’n heel dorp koopt? In het centrum staat een potentieel multifunctioneel gebouw mét klokkentoren. Daar kan een restaurantje in, een winkel of overdekte markt, een Carrefour Express. De bebouwing is talrijk genoeg om 50-60 vakantiewoningen te huisvesten. Het omliggende land is groot genoeg voor een camping, een zwembad. Het heuvellandschap leent zich prima voor fietsers en wandelaars.
Maar…. Het Franse platteland blijft stil, leeg en saai. Het gaat dus niet gebeuren!
Dank voor je leuke bijdrage René! Uit de oude doos plaats ik een recept voor een salade pissenlit erbij. Ik weet zeker dat je in de velden rond of op de muren van Barricourt voldoende ingrediënten voor deze salade vindt.
Recept. Een salade uit Lotharingen, een paardenbloem salade met warme aardappels. Voor het gemak maak ik gebruik van rucola, een verwant van de paardenbloem. Is het ook voor de wat minder avontuurlijke lezers te behappen. Bij deze salade raad ik een Riesling uit de Moezelstreek aan.
Nodig 4 personen:
400 g krieltjes
200 g rucola
100 g spekblokjes
1 sjalotje
gehakte bieslook
1 teen knoflook
1 el grove mosterd
peper
zout
olijfolie
witte wijn azijn
Bereiding:
Was de krieltjes en kook ze gaar in hun schil. Was de rucola en laat uitlekken. Verhit de olie en bak de gerookte spekblokjes uit met het sjalotje en de knoflook. Snijd de nog warme krieltjes doormidden en meng deze met de rucola en bieslook. Schep de spekblokjes over de salade. Blus het spekvet met wat witte wijnazijn en voeg een schep grove mosterd toe. Giet de warme dressing over de salade. Serveer direct met een stuk knapperig stokbrood.
Gastblogger Anne-Marie Otter-Schuster. Ik leerde de schrijfster van het blog My Happy Kitchen kennen tijdens een zomerse bijenlunch in het voormalige bankgebouw van Albert de Bary aan de Gouden Bocht. Sindsdien treffen wij elkaar regelmatig tijdens evenementen, boekpresentaties en het drinken, ik moet zeggen het proeven, van wijn. Het leuke aan de blog van Anne-Marie vind ik, dat zij naast recepten, die zij zoveel mogelijk zonder pakjes en zakjes kookt, ook op zoek gaat naar het verhaal achter het recept of gerecht. Zo heeft Gereons Keuken Thuis genoten van het verhaal van de vader van Anne-Marie, die zorgde dat het huis van Monet weer echt het Blauwe Huis kon worden genoemd. Heerlijke verhalen, net zoals haar gastblogger verhaal over Oostenrijk op deze zaterdag. Dank Anne-Marie!
Culinair Oostenrijk
Waar in mijn jeugd driekwart van de klas in de zomer naar Spanje of Frankrijk afreisde, ging ons gezin steevast naar Oostenrijk. En dat vond ik bepaald geen straf! Want naast de prachtige natuur (die bergen!), de gezellige stadjes en de vriendelijke mensen, ben ik vanaf dag één fan van de Oostenrijkse keuken.
Oostenrijkse keuken
De Oostenrijkse keuken is niet echt verfijnd. Het is meer stevige boerenkost, om te eten na een dag hard werken op de alm. Gerechten met het lekkerste Tiroler speck, scharreleitjes en vaak stinkende maar oh zo lekkere boerenkazen. Ook kent de keuken veel invloeden van omringende landen, zoals Hongarije, Tsjechië, Kroatië en Italië, die voor 1900 ten dele tot het Oostenrijkse keizerrijk behoorden.
Beroemd
Natuurlijk kent de Oostenrijkse keuken een aantal wereldberoemde gerechten. Zoals de Wiener Schnitzel en de Sachertorte. En wist je dat zelfs de cappuccino niet uit Italië maar uit Oostenrijk komt? Daar vertel ik na de zomer meer over op in de reeks geschiedenis van beroemde gerechten op mijn blog.
Als kind – en nu trouwens nog steeds – keek ik echter het meest uit naar knödels, spätzle, Tiroler gröstl en Pinzgauer kasnocken. Erbij natuurlijk een Almdudler, de Oostenrijkse frisdrank gemaakt van Alpenkruiden.
Kookboek
Ook fan van of benieuwd naar de Oostenrijkse keuken? Een kookboek dat ik je van harte kan aanbevelen is ‘Recepten uit Wenen’ van Antonia Kögl. Gereons Keuken Thuis schreef er al een uitgebreide review over.
Kaiserschmarrn
Wie Oostenrijk vooral kent van de wintersport, is vast ook fan van kaiserschmarnn. Het recept vind je op mijn blog. Zoete, luchtige reepjes pannenkoek met poedersuiker, al dan niet aangevuld met rozijnen en appel-, pruimen- of bessencompote. Omdat ik op mijn blog regelmatig schrijf over de geschiedenis van beroemde gerechten heb ik dit keer – speciale voor Gereons keuken thuis – een editie geschreven over de geschiedenis van kaiserschmarrn.
Geschiedenis
Over het ontstaan van het gerecht kaiserschmarrn bestaan – zoals meestal het geval is – weer verschillende verhalen. Was het keizer Franz Josef (1830-1916) die zijn naam gaf aan dit calorierijke gerecht? De kaiserinneschmarrn die de patissier van het hof speciaal had gemaakt vielen bij keizerin Sisi niet in de smaak. Zo kon ze haar mooie figuur toch niet behouden? Franz Josef daarentegen vond het zalig, en at gewoon ook haar portie op. Het hof veranderde de naam dan ook al snel in Kaiserschmarrn.
Of waren het toch de boeren en kaasmakers (käser) die de naam gaven aan dit gerecht? Wanneer zij zomers op de alm bij hun koeien verbleven aten ze graag käserschmarrn. Gemaakt van de melk en eieren die ruim voorradig waren. Toen de keizer tijdens een jachttrip op de alm overnachtte kreeg hij de schmarrn te eten. Hij was hier zo erg van gecharmeerd dat ze de naam veranderde van käserschmarrn naar Kaiserschmarrn.
Tot slot is er nog het verhaal van de arme boerin, die aan de verdwaalde keizer Frans Joseph een mislukte pannenkoek serveerde met de verontschuldiging dat het slechts ‘Schmarrn’ was (rommel) wat zij serveerde. Waarop de keizer, die het zich goed liet smaken, eraan toevoegde: maar dan wel Kaiser-schmarrn!
Gastblogger Anne-Marie deelt op My Happy Kitchen heel veel tips over bezienswaardigheden in Oostenrijk en natuurlijk diverse recepten. Auf wiedersehen!
Hoogzomers eten, noem je dat eigenlijk zo? Want bij hoogzomer stel ik me hoge temperaturen voor, de lucht zwanger met het verdampte vocht en een zon die moordend kan zijn. De hondsdagen, die niet zo heten, omdat deze dieren dan verkoeling zoeken met hun tong uit de mond. Wat is hoogzomers eten eigenlijk? Voor veel Nederlanders betekent het barbecueën op een supermarkt “kant en klaartje” of een glimmend ruimteschip, dat het halve platje beslaat. Want als het warm is gaat de Nederlandse man zijn oerkunsten vertonen. Er zal vlees worden verbrand, om daarna met vette bakken saus half rauw naar binnen te worden gewerkt. Of je doet als de alom aanwezige millennial in de grote stad, ver weg van het warme nest in Onstwedde of Aardenburg. Hij/zij struint de blauwe grootgrutter af voor allerlei kant en klare waar, vooral verpakt in plastic, lekker duurzaam. Bio? Dan ga je met deze have, je mede millennial soortgenoten en natuurlijk je mobiel het heerlijk existentialistisch zitten te hebben in een park voor het oog van de social media wereld. Wat is de zomer toch fijn!
Maar alle gekheid op en stokje. het is vandaag woensdag en ik wil mijn lezertjes danig vermanen. Ik weet dat de temperaturen niet je van het zijn, om jullie te inspireren tot grote trouvailles voor de #alfresco zomer op Gereons Keuken Thuis. Dat het Nederlands elftal in de finale stond. En dat vaders al druk bezig is de stationwagon vol te proppen voor de reis naar de camping naar zuiderse streken. Maar van binnen heb ik dat blije hoogzomerse gevoel, dat binnenkort de inzendingen gaan binnenstromen…… Kan ik op 15 september in ieder geval twee mensen blij maken met een hoogzomers kookboek. EINDE DIENSTMEDEDELING!
Hoogzomers eten betekent in Gereons Keuken Thuis vooral lunchen met een frisse salade met vis. Of tagliatelle met spinazie, room en gerookte zalm. Snel in elkaar geknutseld en natuurlijk helegaar niet Italiaans. Lekker broodjes, vlees met olie en knoflook grillen op de elektrische BBQ. Groentes, makkelijk met ras al hanout uit de oven. Hoemmoes & tzatziki. Over het laatste gerecht las ik een fijne theorie van Jacques Meerman in zijn nieuwe boek Mediterraneo. Tzatziki is een heel universell gebeuren. Maar ik dwaal weer af. Laat ik to the point komen, vandaag wordt het herfstig met hier en daar een bui, dus kies ik voor flammeküche. Een glas pinot blanc erbij uit de Elzas. En toevalligerwijs stond er nog een bakje knalroze hoemmoes en lag er nog een zakje sla in de ijskast, wat augurkjes erbij en hoppa, je hebt hoogzomers eten!
Recept van vandaag: flammeküche met Munster.
Nodig:
150 g brood- of pizza deeg goed uitgerold 3 uien 25 g boter 150 g gerookte spekjes 100 g kwark (fromage blanc) 1 dl dikke room 1 el koolzaadolie zout en peper uit de molen
extra: 1/2 Munster Geromé
Bereiding:
Verhit de oven voor op 240 graden. Rol het deeg zo dun mogelijk uit en leg het op bakpapier op een bakplaat. Pel de uien en snijd ze in dunne ringetjes. Verwarm wat boter en laat ze kort bruinen in een pan. Zet apart. Bak de spekjes uit en laat deze uitlekken op wat keukenpapier. Meng de kwark, vette room, koolzaadolie door elkaar in een kom. Maak op smaak met flink peper en zout. Smeer uit over het uitgerolde deeg en garneer met de spekjes, Munster en uienringen in gelijke mate. Bak de flammeküche in 15 minuten af.
Het is maandag 1 juli, dag van de pastasalade, de lustrumeditie. Wat een feest toch elke keer weer zo aan het begin van de zomer. Het enthousiasme, waarmee iedereen zijn recept voor pastasalade deelt en dat al voor de vijfde keer! Deze reis gaat Gereons Keuken Thuis vloeken in de kerk, zowel in de Italiaanse als die van de stad Nice. Want pasta wordt nooit koud gegeten en in een salade Niçoise gaat wel aardappel maar geen pasta. Ik maak deze keer een pastasalade à la Niçoise op mijn eigen wijze. En fotografeer deze creatie niet. Kan allemaal aanstoot geven, maar what the heck, het is maar één dag per jaar dag van de #pastasalade. Laten we aan de slag gaan!
Eerst even wat terugblikken: In 2015 begon ik op de dag van de pastasalade met een knalgele funky pastasalade met spek en ras al hanout, de 2016 editie was geïnspireerd op de vlag van Portugal met groene olijven en het rood van chorizo. Een daverend succes gedurende een beachdag in SeaSpot. In 2017 ging ik met de Franse slag te werk. Het werd uiteindelijk een half warme pastasalade, van volkoren penne, sinaasappel, noten, een dressing van rode wijnazijn en notenolie en snel gegrilde eendenborst, op een bedje van veldsla, sur un lit de mâche. Een bord en een mond vol zullen we maar zeggen.
Van geheel andere orde was de pastasalade op 1 juli 2018 met vis in de hoofdrol. Bart van Olphen zou blij zijn met zoveel vis uit blik gebruik! En… tatarata: voor de lustrumeditie dit jaar ga ik voor een pasta salade à la Niçoise. We drinken er koude rosé bij, uit de VAR, heerlijk verkoelend als de temperaturen de 30+ aantikken. 1 juli, dag van de pastasalade. Be a good sport en deel zoveel mogelijk de creaties van je collega foodbloggers op Facebook, Twitter en Instagram.
Nodig:
300 g gekookte penne afgekoeld
250 gekookte sperziebonen
1 rode ui in ringetjes
2 tenen knoflook fijngehakt
2 vastkokende aardappels gekookt en in blokjes (fac.)
1 blikje ansjovis
2 el kappertjes
2 tenen knoflook fijngehakt
citroensap
olijfolie
zwarte peper
zout
gehakte peterselie
4 hard gekookte eieren in kwarten
Bereiding:
Kook de penne al dente en laat deze afkoelen. Spoel goed af met koud water en zet even ter koeling in wat gezouten water. Kook de aardappels en eieren. Snijd de aardappels in blokjes en de w=eieren in kwarten. kook de sperziebonen in ruim kokend gezouten water. Laat de ansjovis uitlekken, net als de kappertjes op wat keukenpapier. Hak de tenen knoflook zeer fijn en rasp wat schil van de geboende citroen. hak wat peterselie fijn. Men alle ingrediënten goed door elkaar in een schaal. Maak een dressing van peper, zout, olijfolie en citroensap. Meng de dressing door de pastasalade. Serveer de salade op borden met als garnering de partjes hard gekookt ei.
Tot slot een korte bloemlezing van pastasalades van andere foodbloggers:
BOSH! Ik val op deze woensdagmorgen maar meteen met de deur in huis. Ik begin het dreinende toontje van veel veganisten een beetje zat te worden. Niet vanwege het feit, dat ik een nog vleesetende omnivoor ben of vegan food niet lekker vind. Ik heb vaak moeite met de competitie- en zendingsdrang van veel vegans. Alsof je leven ervan afhangt. En alsof het je een beter mens maakt dan iemand anders. En dan vergeet ik nog de badinerende, licht diskwalificerende toon, die veel vegans aannemen op de social media. Jammer, want vegan of plantbased eten is in mijn ogen technisch een verrijking van je keukenrepertoire. Al dan niet uitgebreid met een stukje vlees of vis. Of juist eens niet? Laten we afspreken, dat als het voortaan over plantaardig eten gaat de farizeeër-modus wordt uitgezet. Tot zover mijn matineuze vermaning.
Want ik wil het vandaag over BOSH!, simpele recepten, ongelooflijke resultaten, helemaal plantaardig. hebben. Het nieuwe vegan kookboek van Henry Firth en Ian Theasby. Als je deze heren uit Sheffield drie jaar geleden had gevraagd, wat zij van vegan food vonden, had je dat waarschijnlijk komen te staan op een driewerf HUH? De lads begonnen Bosh.tv en werden in no time vegan celebs in heel Blighty. Gereons Keuken Thuis denkt, dat dit komt door het afwezig zijn van dat pruilende millennial toontje. Vegan eten is leuk en dat stralen deze mannen uit. Geen ingewikkeld gedoe, gewoon lekker koken en knutselen met plantaardig eten.
BOSH! begint met wat essentials, zoals keukenspullen, ingrediënten en wat heel leuk is, feestelijke menu’s voor weekendkoks. Doordeweeks gaan Henry en Ian voor snel, maar voor gasten pakken ze graag uit. Zo is er de romige carbonara als binnenkomer, een uitdaging om de umamismaak van spek en de creaminess van ei te evenaren. De guacaroni zou niet misstaan tijdens de #dagvandepastasalade. Of de puttanesca zonder vis. De twee heren schuwen ook het grotere werk niet, zoals een Guinness champignonpie (wat zou je daar nu bij drinken?), onweerstaanbare risotto of het topgerecht Pettigrews vegan paella. Alles in een setting waar je vrolijk van wordt, net als de knaloranje binnenkaft van dit boek. Gereons Keuken Thuis wil wel eens aanschuiven voor hun big roast. Of #alfresco voor de BBQ coleslaw of Buffalo wings, gemaakt van bloemkool. De vrolijkheid spat ervan af. Uiensoep ontbreekt niet, met een mooi alternatief voor vleesbouillon. En tot slot, het is zomer, de cocktails. want vegan betekent niet dat je je drinks veronachtzaamt. Dat is wat ik bedoel met dit kookboek, het is vegan food zonder het H woord, zonder hel en verdoemenis. En gezondheidsclaims. Eigenlijk heel LUBM .
Hoofdredacteur Francis Wehkamp van Fontaine had het bij het juiste eind, toen ze me in april tipte over dit kookboek. Want of je nu minder vlees wilt eten, of helegaar de transitie naar plantbased wilt maken, Firth en Theasby koken erop los in BOSH! Gereons Keuken Thuis zou zeggen, kijk hun video’s en lees hun kookboek, dan verdwijnt alle ballast, die om vegan food heen hangt als sneeuw voor de zon! BOSH! wordt een zomerhit in mijn keukentje.
BOSH!, simpele recepten, ongelooflijke resultaten, helemaal plantaardig. Henry Firth & Ian Theasby (ISBN 9789059569089) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 27,00.
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Talk and table met Janneke Vreugdenhil. Ik leerde schrijfster en journaliste Janneke Vreugdenhil kennen bij de verschillende boekpresentaties en andere events, waar wij als culinair schrijvers regelmatig te vinden zijn. Zo was Janneke een keer mijn partner in crime tijdens het maken van kimchi tijdens een vegan workshop. We hebben toen veel lol gehad! De goedlachse NRC kookrubriek journaliste is een multi getalenteerde schrijfster van kookboeken en kan één de kookboekendiva’s van Nederland worden genoemd. Denk aan SOLO food, dat ook buiten onze grenzen een groot succes is en het ontzettend leuke feestboek Altijd feest, want met het laatste is Vreugenhil wel behept. In mei verscheen haar nieuwe boek uit over groenten: We love groente, waarmee een nieuwe teerm #plantificeren het licht zag! Haar boek I love groenten uit 2014 werd verkozen tot het lekkerste vegetarische kookboek. Soms wordt Janneke “the Dutch Nigella” genoemd, las ik in een interview met een Britse krant. Hoe beleeft zij dat? Maar nu laten we Janneke zelf aan het woord in en nieuwe aflevering van talk and table. Als #zomergast. Ik wil alles van haar weten en beloon deze lieve vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijntip.
Wie is Janneke Vreugdenhil. Vertel eens iets over jezelf?
Nou zeg, wat een openingsvraag! Wat antwoorden jouw zomergasten daarop zoal? Oké, laat ik dit over mezelf vertellen: Ik kan een aardig potje koken, maar er ontploft evengoed regelmatig iets in mijn keuken. (Het zo’n flauwe gewoonte van culinair journalisten om net doen of ze alles weten en kunnen. Dan hebben we daar maar meteen mee afgerekend.)
Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig, naast je nieuwe boek en je kookcolumns?
Van je hobby je beroep kunnen maken is natuurlijk een groot voorrecht, maar het gevaar bestaat dat je voor je het weet geen hobby’s meer hebt. Dat alles wat je doet werk is geworden. Dat dreigde om eerlijk te zijn wel een beetje te gebeuren in mijn leven. Daarom ben ik een half jaar geleden begonnen met kleien. Ja echt, het klinkt kinderachtig maar ik vind het fantastisch om te doen, zo ontspannend. Ik las laatst in NRC een artikel met de kop: kleien is het nieuwe yoga. Ik doe aan allebei, hoe cliché wil je het hebben, ha! Maar goed, ik zit dus elke dinsdagochtend in het atelier van een bevriende kunstenares en keramiste met mijn handen in de klei. Maar hoewel ontspanning nog steeds het enige doel daarvan is, komen er toch weer als vanzelf werkgerelateerde dingen uit. Heb ik opeens een serie borden of schaaltjes gemaakt, of, zoals laatst, een kreeftenstaart geboetseerd.
Vertel eens iets over je interesse in food? Hoe is die ontstaan? Ik zag dat je jurist bent (ben ik ook) en in de culischrijverij terecht bent gekomen.
Die interesse was er al vroeg. Ik kom uit een gezin waar veel aandacht was voor eten. Mijn moeder kookte (en kookt nog steeds) graag en was altijd bezig nieuwe recepten uit te proberen. Als klein meisje deed ik haar dat al na, dan stond ik aan het aanrecht te knoeien met koffiedik en Roosvicee en afwasmiddel en vond ik zogenaamd nieuwe drankjes uit. Vanaf mijn twaalfde kookte ik ongeveer een keer per week het avondeten. Heel vaak Aziatisch, dat was mijn favoriete keuken.
Na de middelbare school twijfelde of ik rechten zou gaan studeren of naar de school voor journalistiek. Het werd rechten, in die tijd een studie waarmee je alle kanten op kon. Dat blijkt ook wel uit het feit dat ik daarna alsnog de journalistiek in ben gerold. Het begon met een paar recepten en artikelen voor tijdschriften en voor ik het wist had ik een dagelijkse kookcolumn in NRC.next.
Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.
Als je het me lang geleden had gevraagd had ik gezegd: rechter of officier van justitie. Maar hoewel me dat nog steeds mooie beroepen lijken zeg ik nu: fotograaf en/of documentairemaker. Toch weer beroepen waarin je verhalen vertelt, alleen niet, zoals ik nu doe, met woorden, maar met beeld.
Bij jouw stukken en in je kookboeken merk ik altijd dat jij heel praktisch kookt. En op een feestelijke wijze. Hoe doe je dat?
Praktisch en feestelijk? Goh, daar denk ik nooit zo over na omdat het nu eenmaal is zoals ik kook. Maar goed, ik denk dat dat wat jij ‘praktisch’ noemt, zit in het feit dat mijn recepten altijd gewoon in de keuken ontstaan. Al kokend, onder mijn handen. Ik zit ze niet achter mijn bureau te verzinnen, zeg maar. (Dat klinkt logisch, maar je moest eens weten hoeveel kookboeken geschreven worden zonder dat er ook maar íets wordt uitgeprobeerd.) Het is pas wanneer je ze echt maakt dat je erachter komt dat het handig is om het net even zus te doen, of net even zo. En dat schrijf ik dan ook op, zo duidelijk mogelijk.
Voor wat betreft dat feestelijke: ik word over het algemeen heel vrolijk van lekker eten, en van het proces daarnaartoe, het koken dus. Ik vermoed dat je dat kunt teruglezen in de stukje die ik bij zo’n recept schrijf, en dat dat is waar jij zo’n feestelijk gevoel bij krijgt. Klopt dat? Ja, klopt wordt er vrolijk van.
Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?
Het maken van het register. Dat laat ik altijd graag over aan een redacteur.
En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?
Alles behalve het maken van het register, haha. Serieus, ik geniet enorm van elke fase van het proces. En niet in de laatste plaats van de fase waarin de fotografie tot stand komt. Ik werk bijna altijd met bevriende fotografen en het worden altijd zulke gezellige dagen. Superhektisch, heel vermoeiend, maar zo bevredigend.
Staan er nog andere projecten op stapel dit jaar?
Niks wat ik nu al aan jouw nieuwsgierige neus ga hangen, lieve Gereon! (Lees: er zit allerlei spannends in het vat, maar het is nog iets te vroeg om daarmee naar buiten te treden.)
Wat vind jij een goddelijke maaltijd?
Een kom Aziatische noedelsoep. Of het nu een Japanse ramen is of een hete Thaise soep, zo’n geurige, pittige soep met van die glibberige noedels die je met behulp van twee stokjes naar binnen laat slipperen is een van de fijnste dingen ter wereld om te eten.
Soms wordt jij de Nederlandse Nigella Lawson genoemd? Welke overeenkomsten zie je zelf?
Ach ja, als één journalist dat een keer heeft geroepen, staat het voor je het weet op je Wikipediapagina 😉 Maar goed, ik snap het ook wel eigenlijk. En dan heb ik het niet over Nigella’s looks, maar over het feit dat wij allebei schrijven over huiselijk eten. We zijn geen chefkoks, we zijn gepassioneerde thuiskoks die huiselijk eten koken voor hun kinderen en vrienden en daar verslag van doen. Daarbij houden we allebei wel van een klont boter en een scheut drank in de pan. Ook zijn we beiden journalist en bewaren we een zekere gezonde distantie tot al te hip voedsel en gekke trends.
En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?
Ik ben altijd meer een rood-drinker dan een wit-drinker geweest. Een van mijn favoriete druiven is de Pinot Noir. Maar de laatste jaren kom ik vaak in Spanje en daar drinken we vaak wat steviger rood.
Wat lust je echt niet en waarom niet?
Ik kan maar 1 ding verzinnen: gekonfijte gember. Dat vind ik al mijn hele leven vies. Terwijl ik van verse gember geen genoeg kan krijgen. Gek hè.
Waarheen ga je het liefst naar op reis?
Als het over eten gaat: Azië. Dat vind ik culinair gezien echt het spannendste continent. Neem nou China. Ik ben er nooit geweest, maar het land staat hoog op mijn verlanglijstje. Ze gebruiken daar heel andere kooktechnieken dan in het westen. Zoals eerst iets frituren en het daarna laten sudderen, of zoals het marineren van vlees met een schepje zetmeel, waardoor dat vlees zijdeachtig zacht wordt. Ik vind zulke dingen allemaal reuze inspirerend.
En misschien een rare vraag. Ik las dat jij en je novio in BCN gebakken graatjes aten? Is dat wat?
Haha, ja dat moet je echt eens proberen. Mijn verkering en ik aten dat tijdens onze eerste date in een oude vissersbar in Barceloneta. Ze weken die graten eerst in melk, halen ze daarna door de bloem en frituren ze. Een oeroud lokaal gebruik en tegelijkertijd helemaal van deze tijd want no waste!
Het recept en de wijn voor Janneke.
Dank je wel voor het meedoen aan talk and table en je leuke antwoorden, Janneke! Een mooie combinatie Oosters eten en Pinot Noir wijnen. Altijd een mooie tegenhanger voor pittige Aziatische smaken. Nu is Gereons Keuken Thuis daar niet zo mee behept, Omdat Janneke aangeeft niet van poespas te houden, maar wel van technieken ontdekken , combineer ik er een aantal. Ik maak voor haar gepaneerde kipdijfilet met geroosterde komkommer en lenteui en homemade gefermenteerde spitskool. Je kunt dit serveren met een dash Japanse soyasaus of ketjap manis en wat noedels in bouillon of, zoals ik deed, wat wilde rijst. Erbij geen Bourgogne, maar een rode Mount Riley Marlbourough pinot noir uit Nieuw Zeeland.
Nodig 2 personen:
4 kipdijfilets
1 ei
bloem
Madras curry of vadouvan.
paneermeel
zout & peper
1 komkommer in repen
4 lenteuitjes
1/2 chilipeper ter garnering (fac.)
Japanse soyasaus of ketjap manis.
1/2 spitskool fijngesneden
2 tl chilivlokken
zout
Bereiding:
Begin daags ervoor met de pickles van spitskool. Snijd de spitskool fijn en was deze laat uitlekken. weeg de gesneden kool en voeg 2% zout toe. Kneed het zout er goed door. Voeg naar smaak chilivlokken toe. Doe de kool in een tsukemonopers of als je die niet hebt in een bak waarin je een glas met water of iets anders zwaars zet. Laat het geheel 8 uur op kamertemperatuur trekken en zet daarna in de ijskast tot gebruik. Voor gebruik de koolreepjes uit het fermentatievocht halen.
Meng op een bord bloem, 2 tl madras curry, peper en zout door elkaar en haal de kipdijfilets er doorheen. Kluts de eieren en laat de kipdijfilets hierin even baden, daarna haal je ze door paneermeel gemengd met 2 tl currypoeder. Wil je het sterker? Gewoon meer spice gebruiken. Verhit een flinke wat olie en bak het vlees krokant en bruin. Haal het vlees uit de pan en bedek met folie. Fruit in de olie snel wat ringetjes Spaanse peper. (facultaftief, want Gereons Keuken Thuis was het op de zaterdag van bereiding van dit recept spontaan vergeten)
Was de komkommer en snijd deze in de lengte door. Haal de zaadlijsten eruit en snij in smalle sticks. Haal het schutblad van de lenteui, was deze en kort iets in. Verhit een grillpan ingestreken met wat olie, maar niet te veel en gril komkommer en lenteui. Haal de groente van de grillpan en bestrijk met wat Japanse sojasaus of zoals ik deed met ketjap manis.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.