Van Gogh & Japan

 foto: zelfportret Van Gogh met afgesneden oor.

Van Gogh & Japan. Tijdens zijn verblijf in Parijs van 1886 tot 1888 raakt schilder Vincent van Gogh in de ban van Japanse prenten. Ukiyo-e, 19 de-eeuwse kleurenhoutsneden, die in deze periode erg in zwang zijn in deze stad. Zelfs warenhuizen verkopen deze prenten. Parijzenaars richten hun huizen à la Japonaise in. Een ware rage, die vlak na de Wereldtentoonstelling ontstond. Van Gogh zelf was verrukt van de ogenschijnlijk simpele composities, het kleurgebruik en de grote vlakken. Het verzamelen van deze prenten zou uiteindelijk een grote wending geven aan zijn carrière. De schilder verzamelde uiteindelijk 600 van deze prenten. (Een selectie hieruit, opgehangen, net als van Gogh zelf deed me gewone punaises bevinden zich op de bovenste verdieping van de tentoonstelling) Japan werd zijn nieuwe artistieke voorbeeld. Het werd een ijkpunt voor Van Gogh nadat hij zich vestigde in Arles. Door met Japanse ogen te kijken veranderde zijn stijl. Naar een kleurrijker palet.

 foto: links een houtgravure, rechts Van Gogh.

Op 15 juli 1888 schreef Van Gogh aan zijn broer Theo in Parijs:

“De Japanse kunst is iets als de primitieven, als de Grieken, als onze oude Hollanders, Rembrandt, Potter, Hals, Vermeer, Van OstadeRuisdael. Dat kent geen einde”

Van Gogh identificeerde zichzelf in de nieuwe woonomgeving met Japan en de Japanners. Hij had het idee dat Zuid Frankrijk gelijk staat met Japan. Ik vind dat zelf niet zo verwonderlijk, omdat de Provençaalse Rhônevlakte vol riet riet en fruitbomen in bloesems wordt gedomineerd door de Mont Ventoux met zijn witte stenen top. Net als op Japanse prenten, waar de berg Fuji vaak centraal staat. En als je vanuit dit vlakke perspectief gaat kijken krijg je grote vlakken in je schilderijen die je ook ziet in Japanse prenten.

 foto’s: de berg Fuji en een Japanse courtisane.

Zuid Frankrijk, het landschap van de Provence als het gedroomde Japan van Vincent van Gogh. De inspirerende irissen als rand van een veld, zicht op Arles en fruitbomen in bloesemtooi. Van Gogh bewonderde de Japanse benadering van de natuur en het landschap en wilde het zo schilderen. Een mooie gedachte. De volgende keer als ik via de A7 vanuit Lyon zuidwaarts rijd ga ik proberen de Japanse trekken van het landschap te ontdekken.

 foto’s: inspirerend Zuid Frankrijk

De schilder identificeerde zich dermate met Japanners, dat hij zich op een zelfportret afbeeldde als Japanse monnik. Dit indrukwekkende schilderij is bij hoge uitzondering uitgeleend door het Harvard Museum uit Cambridge (VS) aan het Van Gogh Museum. Er tegenover vind je het zelfportret dat Gauguin maakte voor Vincent. Naast dit portret hangt het zelfportret van Van Gogh met afgesneden oor uit 1889, dat sinds 1930 niet meer getoond is in Nederland. Wederom een bijzondere bruikleen van The Courtauld Gallery in Londen. Bijzonder!

 foto’s: Vincent en Gauguin.

Kleur en golven in de Japanse prenten inspireerden Van Gogh tot schilderijen van de zee en op de tentoonstelling is te zien hoe de Japanse gedachte zo ingrijpend zijn visie en kunst veranderde en niet zonder succes, want in het land van de rijzende zon heeft men veel bewondering voor zijn werk. Natuurlijk hebben anderen zoals Rembrandt, Vermeer en Monet dat ook, maar met zijn Japanse stijl weet Van Gogh de Japanse harten te veroveren. Zijn het de bloemen, de natuur, de keuren of de indeling van zijn schilderijen. Ik weet het niet. Wel zagen 750.000 bezoekers deze tentoonstelling van Gogh & Japan al in SapporoOsaka en Kyoto.

 foto: de zee op een Japanse prent en door Van Gogh.

En nu is Amsterdam de gastheer van deze grote internationale tentoonstelling. Met circa 60 schilderijen en tekeningen van Vincent van Gogh en een rijke selectie Japanse prenten creëert het Van Gogh museum een bijzondere ervaring. Door de opstelling wordt duidelijk hoezeer Japan deze schilder en zijn werk veranderde. Vanaf 23 maart a.s. tot en met 24 juni is Van Gogh & Japan te zien aan het Museumplein. Ik vind deze tentoonstelling een must see!

 foto: een van de Japanse prenten.

Meer informatie en openingstijden vind je op Van Gogh & Japan

Nog een laatste woord over à la Japonaise. Niet alleen de kunst werd gegrepen door de fascinatie voor Japan, ook de keuken van de negentiende eeuw maakte kennis met gerechten façon Japonaise. Een keukenterm, die nog steeds bestaat. Het gaat dan niet om specifiek Japanse gerechten, maar over de bordschikking en garnituur. Gerechten op gelakte borden versierd met een bloem van dunne gember. Bijna 130 jaar later nog steeds en vogue. Zo zie je maar hoe Japan kan inspireren.

 foto: Japans geïnspireerd aspergerecht.

Worst maken met Meneer Wateetons.

foto: cover Worstbijbel.

Worst maken met Meneer Wateetons. Al heel wat jaartjes geleden maakte Gereons Keuken Thuis kennis met de kunsten van Joost in Hilversum. Toen nog getooid met baard, als een echte Vinex jager, legde hij in kookwinkel Oldenhof uit hoe je zelf worst maakte. Hij vertelde over vlees, het malen met een ouderwetse vleesmolen, het kneden, het vullen van de darm, het slingeren en knopen en nog veel meer. Het was me allemaal een beetje ontschoten tot de boekpresentatie vorige week donderdag onder de rook van Ransdorp. Daar in idyllisch landelijk Noord ligt de heerlijke stek van Boergondineren, waar Meneer Wateetons regelmatig zijn kunsten con brio vertoont. Want hij weet er alles vanaf, van ambachtelijk met eten en technieken omgaan. Uit zijn boeken blijkt dat Joost nooit over één nacht ijs gaat. Dat deed hij in Over Rook en Over Rot. Hij onderzoekt, probeert uit, kookt, knutselt en onderwijst. Met humor. En hij doet dat nu opnieuw met de Worstbijbel. Eén van de delen uit de serie culinaire bijbels, uitgegeven door Carrera Culinair.

 foto’s:  het malen van het vlees.

Worst maken gingen we dus. Verse worst van varkensvlees met kruiden in een darmpje. Het is zo simpel, mits je de juiste dingen aanschaft. En het is heerlijk om te doen. Mits je niet bang bent om de mouwen op te stropen en vette handen te krijgen. Het aanwezige gezelschap werd in teams van drie verdeeld om aan de slag te gaan met het koude, de temperatuur is belangrijk, vacuüm verpakte vlees. Grafisch ontwerper Tijs, Carrera uitgever Arjan en ik maakten de vleesmolen vast aan de tafel en begonnen met het rustig malen van het vlees tot dikke spaghetti-achtige slierten. Dat is doorwerken, want het malen vergt wat spierkracht. Ondertussen vijzelden we de gereed staande kruiden, zout en specerijen. Het kneden kon beginnen, niet zoals je deeg kneed voor koekjes of brood (dat lees je in een andere kookbijbel), maar lekker stevig. De vetten en eiwitten van  het worstvlees moeten er goed van langs krijgen. Dus aan de slag met slaan, stompen en kneden van de massa. Bij het maken van worst krijg je een gratis work out erbij.  Goed voor de bi- en triceps. En je kunt een stukje ergernis kwijt. Tenminste als je dat kwijt moet.
Het opzetstuk werd van de vleesmolen gehaald en voor een ander vulstuk vervangen.  Meneer Wateetons legde uit dat je deze ook met van een lege kitspuit kunt maken. Staat allemaal in de Worstbijbel beschreven. Het worstjes maken kon beginnen. De sfeer werd een beetje lacherig en het schuiven van de darm over de tuit en het vullen leverde nogal wat plastische opmerkingen op. Enfin, er werd weer gedraaid met de slinger en voor wij het wisten lag er zo’n anderhalve meter zelf gemaakte worst. Het verdelen in kleine  worstjes kon beginnen. Daar leerde Meneer Wateetons de techniek voor. Het eind resultaat werd dichtgeknoopt en klaar is Kees.

 foto: het eindresultaat.

Wat een leuke en leerzame bezigheid. Eén van de nuttige workshops, die je ook kunt volgen bij Joost. Maar dat is nog niet alles, na de workshop toog Gereons Keuken Thuis weer huiswaarts met in zijn tas de zelfgemaakte worstjes, de 496 pagina’s tellende Worstbijbel en een starterspakket om het alles thuis nog eens fijntjes over te doen, niet met verse, maar eens met droge worst. Laat ik eerst maar eens starten met het doorgronden van de materie van deze Worstbijbel.

 Worstbijbel, van malen tot knopen en van drogen tot roken, Meneer Wateetons (ISBN 9789048842261) is een uitgave van Carrera en is te koop voor € 29,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

VET van Bas Robben.

 foto: cover VET.

VET! Het zat er gewoon aan te komen, jeune premier kun je Bas Robben inmiddels niet meer noemen. Met zijn eersteling ZUUR won hij de publieksprijs voor het kookboek van het jaar 2016. Maar Bas wilde verder, een nieuw thema, dat hij lang stil wist te houden. Het werd VET, niet direct het meest favoriete onderwerp van veel kookboekenlezers en -kopers. Dankzij jarenlange informatie van onder andere het voedingscentrum en margarinefabrikanten heeft vet een wat verdachte bijsmaak.  En…. je wordt er dik van!  Robben is het hier totaal niet mee eens en hij startte een queeste naar wat hij de zesde smaak noemt. Move over umami, VET komt eraan. Het boek staat vol met fantastische, gulzige en decadente kookavonturen. Wat hij eerder met ZUUR deed doet Bas nu met inderdaad VET.

Het mooi vormgegeven kookboek start met een uiteenzetting van de functie en de smaak van vet. Waarom vet wel en niet gezond is, het verschil tussen on- en verzadigde vetten, boter, olijfolie, plantaardige en dierlijke vetten. Autodidact Robben laat in het eerste deel zien dat hij gedegen onderzoek pleegt alvorens los te gaan in de keuken. Dat was in zijn begintijd wel anders toen hij een varkenspoot trachtte te koken in de magnetron.

 foto: bitterballen van confit met Beerenburg

Na deze beschouwing gaan we koken, volgens het procedé van Robben. Een mix van traditioneel VET met Taiwanese invloeden meegebracht door zijn partner. Bas weet er altijd een mooie draai aan te geven in bijzondere recepten. VET is een uitstekend middel om voedsel te conserveren, net als zout en zuur. In het hoofdstuk over conserveren gaan we aan de slag met een leuke zaterdagmiddagbesteding, boter maken. Boter, die je trouwens ook kunt roken. Schmaltz van kippenvel en reuzel staan op het menu. Deze vetten geven je gerecht net dat vollere mondgevoel. En dan de homemade lardo (Italiaans of Taiwanees), need I say more? Voor een aardappel rogge pizza met rozemarijn.

Frituren, het geeft zo’n heerlijke odeur aan je interieur. Bas frituurt daarom altijd buiten. Hij vertelt over frituurvet, maakt groentetempura met nori-eendenvetmayo. Wat een spannende snack. En hij onthult zijn friet voor luie mensen zoals hij. Konfijten mag natuurlijk niet ontbreken. Het is een van de mildste manieren om eten te garen. Anders dan frituren geeft deze methode een andere structuur aan je eten. Bas Robben legt het allemaal duidelijk uit. Gekonfijte tomaten, makkelijke rillettes en natuurlijk confit de canard, die we verderop terug zullen zien als basis voor bitterballen met Beerenburg. Van het laatste drankje heb ik nog een fles staan, dus aan de slag. Infusies & emulsies, voor olieën met smaak. Zoals decadente chili-olie of gebrande coquille met verbrande prei-olie. Wow factor gegarandeerd.

 foto: decadent vet dessert.

VET kan je gebak maken of breken, het is een onderdeel van de structuur. In Bakken & IJs geeft Robben mooie voorbeelden. Doe je dure Lancaster handcrème de deur uit en maak spritsen of Bretonse kouign-amann, het voluptueuze zusje van de croissant au beurre. Mascarpone softijs of het decadente burrata met tonkameringue, karnemelkgranité en geroosterde perensap.

Blijven de drankjes over en wat is het leven van Bas zonder cocktails. Net als in ZUUR maakt hij VET lekkere cocktails, zoals een mescal sour met hibiscus en venkelzaadolie. Daring net als zijn pornstar martini uit ZUUR.

Het laatste wat ik wil zeggen is dat VET een geweldig pleidooi is om je schroom voor deze smaakmaker te laten varen. Bas Robben en alleen die aan dit boek hebben meegewerkt zijn hierin geweldig geslaagd. Gereons Keuken Thuis is al benieuwd naar de volgende uitdaging. Maar eerst is er nu VET. Een mooie opvolger van ZUUR, alhoewel deze smaken natuurlijk ook complementair zijn. Homemade pickles bij de vette rillettes van Bas zijn niet te versmaden.

 foto: luxe chili-olie.


VET, Bas Robben (ISBN 9789461431837) is een uitgave van GoodCook en is on- en offline te verkrijgen voor € 24,95.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Zes seizoenen van Joshua McFadden.

 foto: cover Zes seizoenen.

Zes seizoenen, Joshua McFadden. Een nieuwe kijk op koken met groenten van deze groentetovenaar. Het is vleesloze week in Nederland, een week zonder lapje varkensvlees, kippenpootje of runderworstje. Gelukkig is het helemaal 2018 en hip om wat meer groenten te eten. Fijn voor je lijf, maar ook voor het milieu en de grap is dat dit niet beperkt blijft tot onze landsgrenzen. Ook in de VS worden mooie boeken gemaakt rond het koken met groenten. In Gereons Keuken Thuis ligt nu het boek van kok en groenteteler Joshua McFadden, bijgestaan door Martha Holmberg. Chef McFadden verruilde de Big Apple voor het rurale bestaan in Maine. Op de Four Season Farm, real farming & real food,  leerde hij de fijne kneepjes van biologische teelt en tuinieren. Hij kreeg de leiding over de tuin en startte direct met koken. Hij werd door vies te worden een betere kok, aldus McFadden. Hij verruilde Maine voor Rome. Deze twee ervaringen veranderden zijn kookstijl voor altijd. Hij leerde met de seizoenen koken. Tegenwoordig bestiert hij het populaire “Roman inspired” restaurant Ava Gene’s in Portland, Oregon.

Zes seizoenen? We kennen er toch maar vier? Inderdaad, maar de schrijver vindt dat je daarmee jezelf tekort doet. Met name de zomer kent volgens hem drie gezichten. (weet niet of dat voor ons klimaat opgaat?)  Reden voor McFadden om zijn 225 recepten met groenten te verdelen over zes seizoenen.

 foto’s: zomerse groenten

McFadden heeft de lat hoog gelegd, zo blijkt uit het eerste hoofdstuk. Hij wil van iedereen, op welk niveau dan ook, een betere kok maken. Het boek start met aanwijzingen bij het koken. Eigenlijk niet vreemd als je bedenkt dat dit een kookboek is, dat is verschenen in de VS, de wieg van het grab&go, dat je hipsters in steden tegenwoordig ziet doen. Dus als tegenwicht wat DIY is helemaal niet zo slecht.

Hierna volgen de voorraadkast en standaardrecepten voor krokant, romig, sauzen, dips en dressing. Brood, taartdeeg en granen. En nog wat andere basistechnieken en -recepten.

Seizoen no. 1, de lente, komt voor de schrijver altijd precies op het moment dat hij verveeld raakt van wintereten. Voorjaarsgroenten passeren de revue. Een salade van rauwe artisjok, kruiden amandelen en Parmezaanse kaas. Alleen te maken met hele jonge artisjokken. Asperges lonken, gegrild met tuinbonen en broodkruim. Geen overdadige ingrediëntenlijst bij de recepten. Tot slot een pasta carbonara met verse erwtjes. Ik zou de lente van McFadden “lightness of being”willen noemen. De vroege zomer, seizoenen gaan nooit netjes in elkaar over. Vroege bietjes om te stomen, worteltjes om te grillen en lamsragout als verdwaald gerecht, overigens wel vol verse groenten. Joshua McFadden gaat wel met mate aan het vlees.

 foto: geroosterde broccoli met tonnato.

Midsummer, broccoli komt voorbij in een rigatoni met broccoli en worst. Of geroosterd met tonnato. Een bloemkoolbiefstuk met provolone of courgette met tonijn uit de oven. Ik krijg nu al zin in het al fresco gebeuren op mijn balkon. Lekker licht eten en een mooie stimulans voor mij om meer met groenten te doen op het buitengrilletje. De nazomer met mais, aubergine en een keur aan tomaten. Voor gegrilde mais met alla diavolaboter of de pasta alla Norma en Toscaanse panzanella.

 foto: crostata met snijbiet!

Zes seizoenen gaat verder met de herfst, een crostata van snijbiet, boerenkool en palmkool komen voorbij (persoonlijk vind ik dat wintergroenten)voor zoetzure palmkool als bijgerecht of een Ierse calcannon met waterkersboter. De winter dient zich aan knolselderij en sluitkolen. Voor Mcfadden betekent het  aardse smaken, winterharde groenten met natuurlijk antivries in de vorm van opgebouwde suikers. Voor een recept van gefrituurde kool met zaden en citroen of wat te denken van een koolrabibrandade?

En hiermee is het jaar rond. Joshua McFadden verdeelde het in zes seizoenen. Ik sluit me aan bij de eigenaren van Four Season Farm in het voorwoord, die van mening zijn dat een jaar 365 seizoen heeft. Zes seizoenen van Joshua McFadden is een ware uitdaging voor Gereons Keuken Thuis om meer met groenten te doen. Ik ga hier nog veel lees- en  kookplezier aan beleven.

 foto’s winter, brandade gemaakt van koolrabi

Zes seizoenen, een nieuwe kijk op koken met groenten, Joshua McFadden & Martha Holmberg  (ISBN 9789000359653) is een uitgave van Spectrum en is “liever” lokaal te koop voor € 35,00

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Food Euphoria Festival

Het is alweer een tijdje geleden, dat ik een Grieks onderwerp aansneed op mijn blog. Maar nu heb ik een reden op deze woensdag aan zee, omdat Georgios Mitrakas van Greek Food Tales een heus Grieks foodfestival organiseert op zondag 25 maart 2018. Met natuurlijk eten, muziek en dans. Zelf noemt storyteller Mitrakas het een dag vol smaken, cultuur  en geluk. Het Griekse woord daarvoor is natuurlijk euphoria. (hierdoor heb ik nu al de hele dag dat winnende Zweedse songfestivalnummer in mijn hoofd)

De hele gedachte achter Food Euphoria Festival is een combinatie van traditionals en dingen uit het contemporaine Griekenland te laten proeven en voelen. Grote en kleine foodproducenten maken hun opwachting, om direct de consument te bedienen, maar ook om in contact te komen met foodbloggers en inkopers. Food Euphoria Festival gaat het moderne Griekse eten op de kaart zetten. Er zijn drankjes, streetfood en maaltijden. Daarnaast is er ruimte voor workshops met Griekse topchefs en foodbloggers.

 foto’s:  food workshops van onion Patty en Nacarats Aggelos Kremydas.

Muziek is er in de vorm van Griekse bands en dansgroepen. En als klap op de vuurpijl een theaterstuk over de godin Demeter. Visit Greece doet ook een letterlijke duit in de tas die elke bezoeker meekrijgt in de vorm van Euphoria chocolade, speciale granaatappel likeur en een kortingsvoucher voor de webshop van Greek Foodtales.

  foto’s: Cocoowa chocolade en ELEA van Takis Panagakis.

Het  Food Euphoria Festival is op zondag 25 maart van 12 tot 22 uur in Q factory aan het Atlantisplein  1 in Amsterdam Oost (poort). Parkeren is gratis op zondag.

 foto:  Let’s  celebrate euphoria!

Καλως Ηλθατε!

En, leuker kan ik het niet maken. Aan de eerste twee reacties onder deze blog mag ik twee keer entree voor 2 personen weggeven van Georgios en consorten. Meld je naam en contactgegevens en je wordt op de gastenlijst gezet.

Kookweek bij Podere del Buongustaio.

 foto: Podere del Buongustiao

Kookweek bij Podere del Buongustaio. De Italiaanse week en foodparade op Gereons Keuken Thuis zijn vanwege een tsunami aan Italië-onderwerpen vijf weken doorgeschoven naar 16 april a.s. In maart en april komt er een keur aan kookboeken uit met een Italiaans thema. Ook hebben collegabloggers de nodige input aangeleverd. Het zou zonde zijn als de Italiaanse themaweek dan al voorbij is, zonder alles mee te kunnen nemen. Een uitzondering maak ik voor Adje Middelbeek. Vandaag neem ik jullie mee -als voorproefje- naar haar domein in Umbrië, Podere del Buongustaio, te vertalen als boerderij van de goede smaak. Elk voorjaar organiseert Adje samen met Drentse kok Joop Zwiep deze lekkerbekkenreis. Ik schreef er vorig jaar ook al over. Een week lang delicatessen opsnorren, samen leuke stekken ontdekken, koken en natuurlijk relaxen onder de Umbrische zon. (geen Tuscan sun deze reis, sorry Frances) Van 29 april tot 5 mei leggen Adje en Joop hun gasten in de watten. Je leest er alles over op  Podere del Buongustaio

     foto’s: worst maken en truffels jagen

De deelnemers bezoeken op de eerste een asperge Sagra, gaan truffeljagen, leren van alles over salumi en proeven wijnen. Na een dag op pad geweest te zijn ga je aan de slag met Joop Zwiep om een heerlijke Umbrische maaltijd te bereiden. Een vol programma in deze mooie landelijke streek.

Eén van de highlights is een bezoek aan Salumificio David Salumi in San Venanzo. We bezoeken het laboratorio waar alle orginele Umbrische worsten en vleeswaren zoals  salami, prosciutto, coppa met truffel, mortadella en diverse soorten  salami van wildzwijn worden gemaakt. Er hangen gemiddeld zo’n 10.000 Prosciutto’s in het laboratorio van Davide en er wordt hier op jaarbasis zo’n 13.200 kilo zout verwerkt voor de totale productie van alle worsten en hammen.

  foto: een creatie van Joop Zwiep.

Een aanrader voor culi’s en Italië adepten, deze heerlijke week. Voor degenen, die thuis blijven vandaag een easy Italian pastagerecht. Penne met eendenworstjes en champignons. Erbij een glas rode Montefalco uit Umbrië.

Nodig:

8 eendenworstjes

400 g biologische penne

bakje kastanjechampignons

1 rode ui in ringen

2 tenen knoflook

50 g roomboter

olijfolie

peterselie

3 el balsamico azijn

peper en zout

gehakte peterselie

Bereiding:

Verhit in een pan wat olijf olie en de helft van de boter. Bak hierin kort de worstjes aan. Haal de worstjes uit de pan en zet ze opzij onder aluminium folie. Kook in een pan met ruim water de penne al dente. Bak de champignons aan in het bakvocht. Voeg daarna de rode ui in ringen roe en geperste knoflook. Snijd de worstjes in plakken en voeg toe. Blus het geheel af met balsamico. Maak op smaak met wat peper en zout. Voeg als laatste de rest van de roomboter en gare pasta toe. Serveer in grote schaal bestrooid met de gehakte peterselie.

  foto: op bezoek in de wijngaard.

Deze week kost € 1350,00 en bij de prijs is inbegrepen:

Bij de prijs inbegrepen:

+ Ontvangst met Prosecco

+ 6 overnachtingen op basis van 2 personen op 2 persoons kamer

25€ pn toeslag bij gebruik 1 persoon van 2 persoons kamer

+ Op de dag van aankomst gaan we genieten van de bosasperges in Pietrafieta

+ Vijf driegangen kooklessen van Joop Zwiep

+ Huiswijnen van het landgoed

+ Wijnproeverijen bij Vitalonga en Castello di Montegiove

+ Truffels zoeken en de proeverij in de truffelwinkel van Doreane Moretti

+ Bezoek met rondleiding en proeverij bij Salumificio David Salumi

+ Alle lunches

+ Pasta di Nonna

+ Bezoek Scarzuola

Niet bij de prijs in begrepen zijn de kosten voor de reis naar Umbrie en retour Nederland

 foto: wildzwijnshaasje met linzen

Verdere details lees je in deze PDF: podere

Talk & table met Lizet Kruyff.

 foto: met Lizet en Carin op pad in het Rijks.

Talk & Table met Lizet Kruyff.  Ik leerde Lizet in eerste instantie kennen als “Rijntje Biljardt“, in een mooi boek dat ik van een vriendin uit Haarlem kreeg. Maar dat was niet alles, ik bleek haar ook al als schrijfster van de berichten van het blog Mededelingen van land- en tuinbouw te kennen. En via de bruine bonenbende op Twitter. Onze eerste live kennismaking volgde op het eerste Internationale Symposium on Food in de Lutherse Kerk aan het Spui, waar culinair historica Lizet sprak over eten aan het hof. Over de service à la Russe en oranje toetjes. Vele ontmoetingen volgden, tussen de zakken piepers, in het oude Bossche Bethanieënklooster, waar zij Puntneuzen & kersenpitten ten doop hield en soms aan tafel zoals bij Rijks®. Tijd dus voor een indringende talk & table met deze tegenwoordig  -in het stadje van fabelschrijver Fontaine wonende-  grande dame de Champagne, een woordspeling op de tekst van de leuke kaart die zij mij uit haar woonplaats stuurde. (foto) Maar nu laten we Lizet zelf aan het woord in een nieuwe aflevering van gesprekken en gerechten. Ik wil alles van haar weten en beloon deze lieve vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijntip.

 foto: een kaart, die Lizet mij stuurde.

Wie is Lizet Kruyff? Vertel eens iets over jezelf?

Nee, wie en wat ik ben blijkt uit wat ik doe en wat ik vertel!

Wat doe je op dit moment? Waar ben je mee bezig?

Het afgelopen jaar was een jaar van transitie. We verkochten onze heerlijke boerderij in de Bommelerwaard en vestigden ons – definitief – in Frankrijk. Natuurlijk nog wel met een pied-à-terre in Nederland. Dat vinden we voor onderzoek, lezingen en ander werk, vrienden- en familiebezoek onmisbaar. Dat onderzoek is langlopend. Zoals een ander postzegels spaart, verzamel ik bij voorkeur Franse, maar eigenlijk alle koks in en om het hof in Den Haag in vorige eeuwen. Met alle daaruit voortvloeiende verhalen en onderzoeksthema’s. Op dit moment specifiek de laatste decennia van de 19de eeuw, de periode dat een piepjonge koningin Wilhelmina uitgroeit tot ingehuldigd vorstin en jonge echtgenote. Die periode is cruciaal voor de koninklijke keuken. Het is het thema van mijn volgende boek.

Ter afwisseling zijn we bezig met het inrichten van de Franse tuin, waarbij we geïnspireerd worden en ter zake kundig bijgestaan door tuinarchitecte Carien van Boxtel. Haar creativiteit, kennis en smaak past goed bij onze wensen. Ook dat is een project met lange adem. Het behouden van de Franse sfeer, de omgeving aanpassen aan onze woonwensen, het temmen van de wildernis met behoud van biodiversiteit en natuurlijke aspecten. Het zal je niet verbazen dat er al de nodige sneeuwklokjes, narcissen en tulpen in staan.

Vertel eens iets over je interesse in de geschiedenis food (ik weet dat je archeologe bent)? Hoe is die ontstaan?

Lang geleden studeerde ik Geschiedenis en Prehistorische Archeologie in Leiden. Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat ik daar ‘aankwam’ zoals dat toen heette. We vieren het lustrum daarvan met de VVSL (Vereniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden) en onze nog steeds heel gezellige jaarclub. Wie archeologie studeert graaft op. Bijvoorbeeld oude bewoningssporen. En je leert dus over hoe men vroeger de boel organiseerde. Vanzelfsprekend wil je dan ook weten wat deze vroege bewoners van ons land aten: jagen, verzamelen, akkerbouw, veeteelt. Wat voor spulletjes konden ze maken met de techniek en materialen van toen. Hoe kookten ze en hoe smaakte dat?

Eigenlijk alle archeologen die ik ken zijn dol op lekker eten, koken redelijk fanatiek en drinken daar graag iets prettigs bij. Studie en hobby lopen dan al gauw in elkaar over. Ik herinner me nog hoe bij het schervenpracticum (het bestuderen en coderen van vondstenmateriaal van een opgraving) een beloning (natuurlijk een fles wijn) werd uitgeloofd voor wie in de klei van de aardewerken potscherven de afdruk van een graankorrel vond. Dat gebeurde helaas maar zelden. De methoden en technieken die ik tijdens de studie heb geleerd komen mij nu goed van pas. Vanuit alle disciplines die het onderzoek naar de prehistorie ten dienste staan.

      foto’s: covers boeken Lizet Kruyff uit Gereons kookboekenhoek.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk. 

Als kind wilde ik al archeoloog worden. Ik vond dat superspannend en schreef toen ik tien, elf was al een ‘encyclopedie van prehistorische dieren’. Ook op de middelbare school ging mijn eindscriptie voor het vak biologie over de prehistorische mens. Is er een alternatief? Kosmonaut of operazangeres zou ik ook prachtig hebben gevonden. Maar het verleden trok me meer.

Bij jouw stukken en in je kookboeken merk ik altijd dat jij niet over één nacht ijs gaat, geduldig bestudeer jij alles en pluis je archieven uit. Heel inspirerend. Hoe doe je dat?

Doorzoeken nét zolang tot je de vraag achter de vraag hebt kunnen beantwoorden. Zie het als een hooiberg waarin je naar spelden zoekt. Vind je een speld? Waarom dan dié speld en niet een andere? En wat betekent het dan, dat je juist dié speld vindt? Zie het als een in de war zittende kluwen wol. Je trekt aan een draadje en kijkt wat er uit komt rollen. Gaat het verhaal ergens heen? Of is de knoop onontwarbaar? Even wegleggen, later nog eens proberen, misschien vanaf de andere kant. En altijd proberen of je nóg een bron voor wat je ontdekt hebt kunt vinden. Niet gauw tevreden zijn. Hulp vragen aan mensen met aanpalende kennis is ook belangrijk. Maar vooral: taai doorzettingsvermogen, geduld, discipline, inspiratie en bovenal: luisteren naar wat de primaire bronnen je vertellen.

Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een (kook)boek voor jou?

Het corrigeren van de drukproeven en het wachten tot het boek van de drukkerij is gekomen. Zenuwslopend kan ik je melden! En dan het wachten op de eerste fout die er in staat. Want echt, dat gebeurt altijd. Ook is er altijd iets dat je er nog graag bij had willen vertellen, maar ja, helaas, te laat.

video: Lizet vertelt het verhaal achter één van mijn favoriete schilderijen in het Rijksmuseum.

En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?

De research, het vinden van een stem die het verhaal vertelt, het vinden van de speld in de hooiberg, het speuren in de oude kookboeken naar spannende receptuur, het delen van al die geweldige verhalen met je lezers.

Hoe is jouw fascinatie voor de tafels en diners van de Oranjes ontstaan?

Die fascinatie voor het eten aan ons hof is eigenlijk toevallig gekomen. Rijntje Biljardt is daar debet aan, vandaar mijn grote dank aan haar. Rijntje, een vrouw van vlees en bloed, de eerste vrouw in ons land, die met haar eigen naam en haar gezicht en haar stem een kookboek heeft uitgegeven in 1840. In haar inleiding schrijft ze dat ze in 1837 gekookt heeft voor de ‘geliefde koning’ – dat is dan Koning Willem I  – en voor de kroonprinses, Anna Paulowna, op Paleis Soestdijk. Met die gegevens gewapend heb ik het Koninklijk  Huisarchief benaderd met het verzoek onderzoek te mogen verrichten. En dat mocht. Van de ene vraag rol je dan naar de volgende. Het is één van de prachtigste archieven van ons land en ik ben dankbaar dat ik toegang krijg tot de voor mij belangrijke stukken. Vergeet niet: het is wel een privé-archief van de familie! Ik vind het een voorrecht daar te mogen werken. Mijn focus ligt dus op de koks, de keuken en de maaltijden.

  foto: cover Puntneuzen & kersenpitten.

Staan er nog andere projecten op stapel?

Wie weet….  Soms is het goed om niet te hard voor de troepen uit te lopen! Maar er zijn altijd nieuwe vragen, nieuwe puzzels, nieuwe bronnen.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd? Waar moet die aan voldoen?

Een goddelijke maaltijd vind ik moeilijk te omschrijven. Het hangt van zoveel af. Gezelschap, gelegenheid, jaargetijde, omgeving. Ik kan volmaakt gelukkig zijn en genieten van het eten tijdens een spontane picknick in een prachtig buitengebied op een zomaar zonnige zomerdag. Spijbelen met de man. Aan de andere kant van het spectrum staat natuurlijk een maaltijd bij Joris Bijdendijk, die wat mij betreft als weinig anderen in staat is om smaken en texturen te combineren tot een bijzonder en verrassend geheel. Mijn mond, mijn gehemelte, mijn neus begrijpen wat hij doet. Er zijn meer sterrenchefs waar ik met plezier gegeten heb. Maar eigenlijk doe ik dan andere koks onrecht. Want oh, wat hebben we ooit – aangespoeld in een minidorpje in de Elzas – op een binnenplaatsje verschrikkelijk lekkere kraakverse forel zitten eten met een heerlijk glaasje wijn van de lokale wijnboer. Dat was met recht een goddelijke maaltijd. Forel met amandeltjes en een glaasje (toen nog tokay) pinot gris. In een pril lentezonnetje. Een goddelijke maaltijd is een geschenk, een verrassing, die zich niet echt laat plannen.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Heel lastige vraag, Gereon. Ook daar weer geldt: gelegenheid, gezelschap, geografie. Ik heb heerlijke Frascati gedronken in Italië, die het in Nederland helemaal niet deed. We dronken verrukkelijke Oostenrijkse wijn, die prima smaakte bij het diner in Krems, maar niet in Nederland. We kregen ooit op een terrasje in St Romain een meer dan heerlijke witte Bourgogne, die echt altijd heerlijk bleef, ook in Nederland. Champagne, ja, ook, maar niet iedere dag. Loire, ook heerlijk. En niet te vergeten, de prachtige traditionele witte wijnen uit Stellenbosch (Groot Constantia). Ja, zo kan ik dus nog wel doorgaan. Meestal word ik minder blij van een rode wijn van het type Merlot enzo. Maar af en toe een glas Beaujolais, of Bourgogne kan ik waarderen. Ach, het hangt er allemaal van af. Tegenwoordig kies ik vooral voor biologische wijnen, en daarin is ook voldoende keus gelukkig.

Wat lust je echt niet en waarom niet?

Ik houd niet van haring. In geen enkele vorm. Het ruikt niet lekker, het is te vet, en ook al neem ik maar één hap ik boer nog de hele dag haring. Bleh.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

Het liefst gaan we gewoon een beetje op avontuur. Ergens is een leuke tentoonstelling, of een congres, of een plantenmarkt, ergens zijn vrienden neergestreken: hét excuus om de koffers te pakken en eens een reisje te maken.

Wat pluis jij in de bibliotheken van Parijs uit? Kun jij wat meer daarover vertellen?

Dat heeft weer met het grote onderzoek naar de koks te maken. Bibliotheken en archieven in Parijs zitten vol met spannende informatie die óók iets vertellen over wat er in Nederland aan de hand is. En meer zeg ik nog niet. Wacht maar geduldig af.

             foto’s: het gele schriftje uit mijn jeugd.

Het gerecht voor Lizet.

Het opvallende na het lezen van de antwoorden van Lizet was, dat mij meteen een dessert uit begin jaren tachtig te binnen schoot. Ik knipte het als dertienjarige uit het tijdschrift Avenue en plakte het in mijn gele kookschriftje. Het is een oranje toetje met vier verschillende bereidingen, dat wijlen Cas Spijkers op de kaart had staan in de Swaen in Oisterwijk. De pudding, gelei en sorbet heb ik jarenlang in vele varianten gemaakt. Op zoek dus naar het gele schriftje in de dozen, die opgeslagen staan in Zandvoort. Dit weekend heb ik het herlezen, wat kookte ik al veel dingen als tiener. Ik begrijp nu waarom het voor Lizet zo spannend is om in archieven te vorsen en dingen over eten uit vervlogen tijden te ontdekken. Zij brengt mij op het idee om dat zelf ook eens meer te gaan doen. Anyway, het oranje toetje voor Lizet Kruyff is geworden “les quatres assorties d’agrumes de la saison”, een mooie titel voor een mandarijnenpudding, een theegelei en sorbet. En vergeet vooral de vlinder niet van twee kleuren grapefruit. Ja zo ging dat in 1981. Je kunt bij dit dessert natuurlijk een glas demi sec Champagne drinken of homemade vin aux oranges.

Mandarijnenpudding.

Nodig 6 personen:

6 mandarijnen

250 ml mandarijnensap

250 ml room

7 g gelatine

2 eidooiers

50 g suiker

Bereiding:

Snijd de kapjes gekarteld van de mandarijnen. Schep het vruchtvlees eruit, pureer, zeef en maak er sap van. Breng het sap met suiker aan de kook, voeg de geweekte en uitgeknepen gelatine toe en laat licht afkoelen. Klop de eidooiers en room schuimig en spatel dit door het “hangende” en afgekoelde sap met gelatine. Vul de uitgelepelde mandarijnenschil met pudding en zet dakje erop en laat verder opstijven in ijskast.

Theegelei met sinaasappel.

Nodig:

6 sinaasappels

500 ml sinaasappelsap

15 g gelatine

10 g orange pekoe thee

5 g gunpowder thee

wat frambozen of ander klein contrasterend fruit

Bereiding:

De sinaasappels  schillen en in partjes snijden (voor mooi resultaat ook het vlies verwijderen) Breng het sap aan de kook en laat hierin de theesoorten lang trekken. Zeef het getrokken thee/sinaasappelmengsel en los de gelatine erin op. Leg in 6 vormpjes onderin de frambozen en zet de sinaasappelpartjes rechtop. Giet de gelei eroverheen en laat opstijven in de ijskast. Stort de gelei na kort in warm water te hebben gehouden uit de vorm op bordje.

Grapefruitvlinder.

Nodig:

2 gele grapefruits

2 roze grapefruits

1 borrelglas Bourbon of andere whisky.

2 el honing

Bereiding:

De grapefruits schillen en ontvliezen. In parten snijden en circa 1 uur laten weken in whisky/honingmengsel. De partjes als vlinder op het dessertbord leggen en wat marinade erop lepelen.

Sorbet van bloedsinaasappel.

Nodig:

500 ml +

250 ml bloedsinaasappelsap (totaal ca. 10 stuks)

50 g suiker

200 g glucosestroop

2 luchtig geklopte eiwittten

Bereiding:

Een kwart liter sap koken met suiker en glucosestroop. Mengen met het overige sap. Laten afkoelen in de vriezer, onder telkens roeren zodat er geen ijskristallen ontstaan. Twee eiwitten tot schuim kloppen en dit door de bevroren massa roeren. Op het laatste moment met spuitzak mooie torentjes maken bij serveren.

Fit for fun weken (slot)

 De fit for fun weken naderen hun einde, zijn aan de laatste etappe bezig. Voor 2018 is het dan weer gedaan met een maand lang geen alcohol drinken, balansdagen, minder suikers en gezond proberen te eten. Maar niet heus…. Ik ben daar jaarrond mee bezig. De meeste mensen kennen door mijn blogs mijn dagelijkse routine wel. Zo niet, kun je het altijd nalezen in mijn blogs over afslanken en goede voornemens. De kunst is gelegen in ritme ontdekte ik al eerder. Van nature ben ik niet zo’n snoepkees, maar dit jaar verving ik geen alcohol drinken toch door de nodige snoepmomenten. En de balansdagen schoten er ook bij in, behalve als het de boekhouding van 2017 betrof. Snoepen, het paard achter de wagen spannen, als je het in het licht van Het Suikerboek van Damon Gameau ziet. Meer aandacht was er tijdens de #fitforfun weken ook voor vegan eten. Ik sprak erover bij June Hoogcarspel van NH Radio en bezocht de olijke tweelingbroers van Happy Pear. Soms is de vegan variant prima te doen. zonder al dat vlees. Wat niet werkt, zijn melkvervangers. Gereons Keuken Thuis kwam erachter dat amandelmelk een ware caloriebom is in je pap in de morgen. Gewoon weer halfvolle melk dus na 25 februari. Ik had het over ritme, daar ga ik dit voorjaar weer mee verder. Maar alles op #LUBM wijze. In onderstaand citaat lees je meer over mijn dagelijkse régime. (dat was in januari 2016 zo en ook in 2018)

Een dag, die er eet-technisch gesproken als volgt uitziet. Ik start de dag met een glas citroensap met lauw water. Wakkert de organen aan hun werk te gaan doen. Daarna doe ik 75 sit ups en wat andere lichte oefeningen. Dan is het tijd voor ontbijt. Een kom pap of wat knäckebröd met beleg. Een mok met zwarte koffie en de dag gaat van start. Twee à drie keer in de week met een stevige sessie in het zwembad van tussen de 1250 en 1500 meter. (mijn voornemen is om in 2016 mijn techniek te gaan verbeteren) Tijdens de lunch is het tijd voor een kom soep, wat broodjes en fruit. In de middag maak ik dan vaak een fikse wandeling. Naar de markt of de stad in en uit. Dan heb je zo heel wat stappen in de benen zitten. Daar heb ik geen stappentelapp of mevrouw Bakker voor nodig. Gewoon common sense. Geen gesnack tussendoor, soms een taartje. Ik heb het geluk dat ik niet zo’n zoetekauw ben. Het avondeten is een verse warme maaltijd met wijn. Geen verboden vrucht in Gereons Keuken Thuis. En vooral eten met aandacht. En zo is de dag rond.

In de Facebook groep Foodbloggers Benelux vroeg ik naar sport- en voedingsgewoontes om te plaatsen in deze post en tijdens mijn wekelijkse #tweetup. Ik had, moet ik zeggen, op een daverende respons gerekend, gezien het grote aantal fitboys en -girls met dito blogs, dat deze groep bevolkt. Nou, dat viel vies tegen. Ik vermeld in ieder geval wel de twee dappere inzenders, die de handschoen aan namen. Omelet met boerenkool werd ingestuurd door Elisabeth van der Ark. Judith Pagrach verblijdde mij met een pindakaas smoothiebowl. Dank dames voor jullie bijdragen. Helaas aan mij niet besteedt, daar ik gruwel van eieren en je mij met pindakaas ook niet blij maakt. Maar dat terzijde.

De fit for fun weken lopen ten einde. Weer wat dingen geleerd, wat kilootjes kwijt, een maand alcohol-loos en nu weer aan de bak. In maart komt er veel nieuws op de weg van Gereons Keuken Thuis. Van workshop worst maken, via bio-wijnen, kleur in je eten, TLV? en een spannend oranje toetje voor een gast in Talk & Table.  De week zonder vlees van 5 tot en met 11 maart a.s. sla ik over.

 Stay tuned en fit for fun zou ik zeggen.

Recepten uit WENEN.

 foto: cover recepten uit WENEN.

Recepten uit WENEN, eine Spaziergang durch die Stadt an der schönen blauen Donau. Veel Weners zullen beamen, dat wandelen door deze romantische en veelzijdige stad al een belevenis an sich is, maar een culinaire wandeling laat een smakelijk Wenen zien. De stad van de Kaffeehäuser, Heuriegen en Backhendler. Stad van de onovertroffen schnitzel Wiener Art, Sachertorte en Kaiserschmarren. Eten is het lust en leven van de Wener. De hoffelijke en tegelijk bucolische stad. Dat is Wenen op de scheidslijn van West en Oost. Klassiek & hoffelijk mengt met avant-garde & rebels. Eten langs het Donaukanaal, district 1 rond de Stephansdom verkennen en nassen op de Naschmarkt. De laatste stek heet niet voor niets zo.

Antonia Kögl, van oorsprong Beierse, verpandde haar hart aan deze stad en maakte samen met Arnold Poschl een kookboek vol klassieke en moderne recepten uit Wenen. Gestyled in een mooie strakke Jugendstil typografie. Kögl en Poschl startten in het centrum van de hoofdstad, waar veel klassiekers zijn te vinden. Het traditionele Wenen, met snacks als Käferbonensalat, Aufstriche (belegjes) in vele soorten en kleuren en bij zur Herknerin, gevestigd in een oude garage, proefden ze Spinatknödel en zult met pompoenpitolie. Deze olie is trouwens in vele varianten te verkrijgen op de Naschmarkt.

 foto’s: voorgerechten uit Wenen

Recepten uit Wenen gaat verder met voorgerechten, Frittatensuppn of een Altwiener Suppntopf, een bezoek aan het traditionele Oostenrijkse restaurant Lugeck geeft het recept voor Wiener Erdäpfelsuppn mit Steinpfilzen en het recept voor hun onvoltroffen Wiener, ja daar is ie, schnitzel. De Wiener Tafelspitz mit Rösti mag ook niet worden vergeten.

Weense hoofdegerechten, pasta met witte kool, Spätzle met kaas of gevulde paprika’s. Wenen heeft het grootste areaal aan wijnbouw van alle Europese steden binnen haar stadsgrenzen. Weinhaus Arlt, een voorstedelijke Heurige serveert een tartaar van cantharellen met ei en lavas en als dessert Schokolade Rübe Kren, een taart van rode biet, chocola en mierikswortel (foto). Wat een smaken. Glas nieuwe wijn erbij en je merkt dat het goed toeven is in het Weense. Via nog meer smakelijke hoofd- en nagerechten, waaronder buikspek met karwij en de wereldberoemde Kaiserschmarren belanden we bij het instituut Sacher, een klassiek en statig adres, bekend van de taart , maar de ravioli met geitenkaas en rabarber (foto) of gemarineerde karper met rode bieten zijn ook niet te versmaden. Exit klassiek Wenen. Er lonkt een tweede deel in dit boek.

 foto’s: traditionele hoofdgerechten.

Want in Recepten uit Wenen willen Antonia Kögl en Arnold Poschl ook het hedendaagse tijdsgewricht laten zien. Het verkennende. Wenen mag dan een bonk nostalgie zijn, de 21e eeuwse restaurateurs timmeren ook aan de weg. Labstelle in het hart van Wenen combineert traditie met stedelijke verfijning, met een recept voor Matjes von der Forelle mit Kartoffellangos. De laatste zijn van oorsprong een Hongaarse snack. Delicatessenwinkel Lingenhel, kaasmakers, serveren een homemade burrata met komkommer en vlierbessensaus (foto). Gereons Keuken en Route wandelt verder naar Neni am Nachmarkt, waar een kokkin met Israëlisch-oosterse roots vernieuwende gerechten serveert, zoals hamshuka of geplette zoete aardappel met zure room.

 foto’s: moderne en klassieke Nachtisch.

Aan de westelijk stadsrand openden de broers Pilchmailer opnieuw het voorheen traditionele Weense restaurant Zum Herkner. Hun menu’s zijn een combinatie van oud en nieuw Wenen. Spinatschaumsuppe met wijngaardslakken, gemarineerde zult met rivierkreeftjes & bonen of Griesschmarren, inderdaad een variatie op. Hier eindigt mijn culinärische Spaziergang.

Ik kan uren bladeren door het kookboek Recepten uit Wenen en genieten van al het lekkers, dat Kögl en Poschl je voorschotelen in tekst en beeld. Ik krijg direct zin om de stad aan de Donau onveilig te gaan maken en te gaan nassen bij alle genoemde adressen. Wien bleibt, of moet ik zeggen, ist Wien.

Recepten uit Wenen, Antonia Kögl (ISBN 9789461431820) is een uitgave van Goodcook en is te koop voor € 24,95

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

France profonde, kip uit de oven.

 foto: Village bourguignon.

France profonde is behalve een term voor het platteland ook een gevoel. een hang van de soms wat depressieve Fransman naar het ongerepte leven buiten de grote stad. Lekker aanmodderen in de grond, groente verbouwen en een stukje jagen. Weg van de boulot, métro en dodo. (werk, forenzen en slapen) Een soort geboorterecht dat zijn wortels heeft in Revolutie, althans voor de burger. De adel en clerus verloren hun recht op het bezit van de grond en de burger ging ermee aan de slag. Overigens speelde de laatste koningin van Frankrijk, Marie Antoinette, al boerinnetje in haar eigen hameau de la Reine bij Versailles. Dat was in de 18de eeuw heel hip. Dartelen tussen het vee, in een Normandisch décor. Zo beleven heel veel stadsmensen en ook buitenlandse huizenbezitters nog steeds la France profonde. Gereons Keuken Thuis is er ook mee behept. Een weekje à la campagne laat mijn boerenbloed harder stromen en is natuurlijk hartstikke #fitforfun. Buiten zijn, in de tuin werken, hout voor de haard hakken, allemaal een prima work out. Al is er in de winter geen hand voor ogen te zien door de mist die optrekt vanuit het Saône dal en is het verraderlijk glad op de kronkelweggetjes door het eikenbos naar het dichtstbijzijnde stadje. Maar dat mag de pret niet drukken. Lekker knus voor de grote haard, luiken dicht (want buiten kom je toch niemand tegen) en koken maar. Een gevoel van tijd genoeg. Internet en social media zijn er toch niet of beperkt beschikbaar. Koken met de producten, die je op de zaterdagse markt hebt gescoord.

 foto: de kaasmeisjes op de markt.

Het charmante aan Frankrijk is dat er op een Franse markt naast handelaren in allerlei waar, ook producenten staan. Nog steeds. Zoals de boerin, die zelf haar verse geitenkaasjes maakt. De Hollandse kaasmeisjes Suus&Paula, die met hun eigen geaffineerde Nederlandse kazen de Zuid-bourgondische markten onveilig maken. De dame met haar dahlia’s. In Louhans, de kippenhoofdstad is het zelfs op maandagochtend een getokkel en gekwaak van jewelste, als alle kipproducenten hun levende koninginnen van de Bresse meebrengen. Un vrai spectacle. De lokale wijnproducent. De paté- en terrinespecialist. Je kostje is zo gekocht. Langs de bakker voor een mooi stokbrood met een stevige korst. Voor mij is het een vorm van onthaasten. Na een korte koffiestop met een keur aan boodschappen terugkeren naar le bourg, zoals een hoger gelegen dorp wordt genoemd. Ik snap die hang van Fransen naar dat France profonde wel, want zondagavond staat de A6 weer vol voor de rentrée via één van de portes van de Parijse ringweg. Om er weer tegenaan te kunnen in het stadse leven.

Vandaag is het zaterdag met een heel makkelijk recept voor een kippetje met groenten en Provençaalse kruiden uit de oven. Instant France profonde maaltijd. Een heerlijk #nowaste gerecht. Ik voeg meestal toe wat ik nog in de ijskast vind. En als je een goede stevige boerenkip hebt gekocht is deze driemaal te gebruiken. Meestal houd ik na zo’n feestmaal (wij zijn maar met ons tweeën) het karkas en een borstfilet over. Precies voldoende voor de volgende stap in het proces. Je zet het karkas met koud water op het vuur en laat het dan uren lang trekken, totdat je een stevige kippenbouillon hebt. En daags erna maak je van de filet en wat champignons een ragoutWe drinken bij de kip een rode passetoutgrain bij, de enige blend in Bourgondië van gamay en pinot noir.

 Foto: kip met Provençaalse kruiden.

Nodig:

1 stevige kip, label Rouge, ca. 1,2 kg

500 g roseval aardappeltjes

1/2 paprika

1/2 winterwortel

1 rode ui

4 à 5 tenen knoflook

peper en zout

3 tl gedroogde Provençaalse kruiden

paprikapoeder

olie

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 220 graden. Snijd de aardappels, wortel en paprika in stukken en leg deze in een braadslee of ovenschaal. Pel de knoflooktenen en snijd de rode ui grof. Doe deze ook in de schaal. Leg de met peper, zout, paprikapoeder en Provençaalse kruiden van binnen en buiten ingewreven kip er bovenop, besprenkel met een beetje olie en zet deze midden in de oven. Ik gebruik meestal een Spaanse aardewerk cazuela als ovenschaal. Reken per 500 g kip ongeveer 20 minuten braadtijd. Soms laat ik het geheel wat langer op lagere temperatuur nagaren. Als de kip na een half uur een mooi korstje heeft zet ik de oven terug naar 175 graden en laat het gerecht nog een uurtje in de oven. Prik er met een vork erin om te zien of het vlees gaar is.

Laat de kip even rusten en serveer direct in stukken gesneden met de groenten en een lik Franse mayonaise.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten