Frankrijk volgens foodbloggers. Elk jaar plaats ik in de Facebookgroep Foodbloggers Benelux dezelfde oproep: “Wat is jullie favoriete Franse gerecht? En wat wil je erover vertellen?” Het levert altijd mooie verhalen, plaatjes en recepten op. Tijd voor een bloemlezing.
Monique Moreau vertelt: “Ik vind heel veel plekken mooi in l’Hexagone ofwel Frankrijk. Ile d’Oléron met haar prachtige oesters en kleine mosselen verdient wel een aanbeveling!”
Frankrijk-blogger René Meesters: “Wat een moeilijke vraag. La douce France kent zoveel mooie en favoriete plekken. Allemaal met hun specifieke eigenschappen. Onmogelijk dus om volledig te worden. Voor een stedentrip beveel ik (behalve Parijs) altijd Lille aan. Dat heeft ook met de afstand te maken. Zelf ben ik dan binnen 2 uur ‘midden’ in Frankrijk. Verder Nancy of Lyon, Metz is mooi maar de omgeving is het meest saaie stuk van Frankrijk.” Hij vervolgt: “Streken waar ik steeds weer naar terugkeer: De Ardèche en de Dordogne (met Sarlat-la-Canéda). En wat zuidelijker de Franse delen van Baskenland en Catalonië. Dichter bij huis heb ik zeker iets met Picardië (zelfs leuk voor een korte vakantie bij mooi weer en met Amiens als stralend middelpunt) en onlangs heb ik ook het zuidelijk deel van Normandië (bij de invasiestranden) aan mijn permanente verlanglijstje toegevoegd. Daar mag ook Bayeux niet ontbreken en persoonlijk een beetje verliefd op Courseulles sur mer, al zal dat wel een persoonlijke reden hebben, vermoed ik. Minder heb ik (nog?) met Bourgondië, al is ook Dijon een mooie stad. Hetzelfde geldt voor de Cöte d’Azur, waar Nice dan weer de moeite waard is. Eigenlijk houdt het niet op: de Jura, de Vogezen, de Drôme, Bretagne….Tja.” René zond een leuk recept in voor flammkuchen uit le Grand Est.
Petra Poudèl, die zelf jarenlang in Nice woonde en werkte, noemt socca à la Niçoise, de pannenkoek van kikkererwtenmeel. Het lokale streetfood. Gereons Keuken Thuis at dat nog in oktober bij het bekende adres Lou Pilha Leva in Vieux Nice.
Grappig vind ik dat deze keer de inzendingen een hoog koek gehalte hebben, maar dat terzijde.
Boor Siegel, van domaine Malpas in departement Aveyron woont stuurde een heel simpel maar ontzettend lekker recept met een leuk verhaal op. Pascade of Pascadou zoals ze het in het Occitaans uitspreken.
De kust van Normandië, Fécamp met de mooie Benedictijner abdij. Ingrid Larmoyeur geeft cocktailsuggesties met de Normandische kruidenlikeur DOM Bénédictine en het verhaal over deze ooit door monniken gemaakte drank
Zelf is Gereons Keuken Thuis dol op la France profonde, het boerenland, de wijngaarden van de Mâconnais, kip uit de Bresse, gevoed met mais. Ik heb er al heel wat over geschreven. Voor de aankomende paasdagen mijn recept voor kip à la crème. Je vreet je vingers erbij op.
Frankrijk volgens foodbloggers, een mooie aftrap voor mijn Franse weken. Dank voor jullie inzendingen. Maandag a.s. een heerlijk recept van mijn Franse kookheld Stéphane Reynaud. Mocht je nu geïnspireerd zijn door Monique, René, Petra, Boor of Ingrid? Aarzel dan niet om in een reactie onder deze post jouw lekkerste Frankrijk ervaring te vertellen en je favoriete recept uit de Hexagone te delen.
Proef de zee, of beter gezegd de smaak umami, wat in het Japans heerlijkheid betekent. Want dat is wat het gebruik van zeewier in je gerechten oplevert. Ik ruik als het ware de ziltige jodium lucht, die je vaak op het strand ervaart. Anne Fleur Sanders schreef er een kookboek over, want zeewier wordt in de keuken steeds populairder. Het is een bron van smaak en heel gezond. In Nederland is het gebruik van zeewier nog vrij onontgonnen gebied. Daarentegen de Japanse en Koreaanse keukens kennen deze groente en voedingsstof uit zee al eeuwen. En wij eigenlijk ook al decennia lang door de nori om sushi heen. Maar er is meer dan norivellen in zeewierland. Reden genoeg voor Anne Fleur en styliste Anya van de Wetering om op ontdekkingstocht langs de kust te gaan, want ook in ons kikkerlandje worden genoeg heerlijke wieren verzameld en gekweekt. Invliegen is zeker niet altijd nodig.
Waarom gaat Proef de zee over zeewier? Zeewier bevat onmisbare voedingsstoffen, zoals eiwitten en mineralen. Maar ook sporenelementen en antioxidanten. Zeewieren zijn veelzijdig met ieder een eigen karakter. Er valt dus van alles mee te doen en te maken. Het is een goede vervanger voor zout, met als kanttekening, dat een te grote consumptie door de aanwezigheid van jodium niet altijd goed voor je schildklierwerking is. Zelf plukken raden de dames niet aan, omdat je niet weet hoe vers het wier is.
Proef de zee begint met de meest toegankelijke wieren, zeesla en zeespaghetti. Zeesla komt veel voor in Zeeland. Het groeit aan strekdammen en op oester- en mossel schelpen. Gereons Keuken Thuis ziet het vaak in aangespoelde vorm op het strand liggen. Het is de kropsla uit zee en in veel gerechten te verwerken, koud en warm. Ik vind het recept voor zeewierhummus met gerookte haring een vondst. Het leuke aan de schrijfsters is, dat ze zeewier uit de traditioneel macrobiotische Japanse hoek halen. Wat te denken van zeewierkaas van yoghurt met verse kruiden en eetbare bloemen.
Hierna volgt de bruine zeespaghetti. Een simpel doch chique gerecht vind ik de zeespaghetti met burrata, geroosterde tomaatjes en basilicum. Een mooie draai aan de insalata caprese. Kombu, kelp, komt aan bod, het Japanse wakame, dulse en nog meer andere zeewieren. Tot slot gebruiken de Anne Fleur en Anya agar agar, dat ik ken uit de moleculaire keuken, voor snoepjes en heel bijzonder chlorella (feitelijk geen wier) voor meringues met een groene twist.
Proef de zee is een mooi en handzaam boek, dat je in een oogopslag laat kennis maken met de geneugten van deze groente uit zee. Mooie recepten, origineel, vrolijke styling en in frêle kleuren op de gevoelige plaat gezet door Bella Thewes, de grijs-, blauw- en groenschakeringen van de Noordzee, waar ik op deze maandagochtend vanachter de laptop op uitkijk. Gereons Keuken Thuis gaat naast de blik nu ook proefondervindelijk aan de slag met wat de zee ons biedt. Zeewier!
Proef de zee, koken met zeewier. Anne Fleur Sanders & Anya van de Wetering (ISBN 9789089897961) is een uitgave van Terra en kost € 23,99.
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan. Gereons Keuken Thuis staat op het punt een nieuwe liefhebberij te starten. Ik hakte al van alles in de pot, van tomatensaus tot appelstroop, maar sinds ik het mooie boek Tsukémono en de Hi Pet picklepers ontving van fermentatieleraar Peter van Berckel ben ik helegaar in de ban van deze stijl van pickles maken. Het fermenteren van groente zoals het in Japan al eeuwenlang gebeurt. Snel en je kunt het elke dag doen, want met dit apparaat zijn je gefermenteerde groentjes in een handomdraai klaar.
Het fermenteren zit in de genen van Van Berckel, vertelt de schrijver in de inleiding van zijn boek. Hij stamt uit een geslacht van jeneverdestillateurs en bierbrouwers. Zelf is deze vrolijke kok al dertig jaar bezig met natuurvoeding. Hij gebruikte kefir, desem, kombucha en tempeh al voordat ze hipster werden. Niet alleen voor de consumptie, hij reisde zelfs naar Frankrijk af om alles te leren over wilde fermentatie. Daarna ging het snel. Peter ging zich specialiseren en werd fermentatieleraar, voor hem nog steeds een leuke ontdekkingstocht. Het creëren van nieuwe smaken, het ontdekken van telkens nieuwe gezondheidsaspecten. Het is een hele wereld. De wereld van Peter van Berckel.
Het eerste gedeelte van Tsukémono gaat over de geschiedenis, de smaak, de methode en gezondheidsaspecten van Tsukémono, de Japanse naam voor gefermenteerde groente. Al in de 4e eeuw ontdekten de Japanners deze methode en door de eeuwen heen zijn vele smaken en soorten ontstaan. Peter besteedt ook aandacht aan de tradities van de Japanse maaltijd, het vleselijke, maar ook de spirituele kant, het dankbaar zijn voor al het goede en de moeite die is getroost om in harmonie te leven met al het moois uit de natuur. Hij legt daarna de verschillen de wijzen van pickelen, picklen en pekelen uit en het verschil tussen traditioneel fermenteren en het werken met de pickle pers. (mijn nieuwe huisdier) Hygiëne komt nog aan bod en dan is het tijd om zelf aan de slag te gaan. Het daadwerkelijk zouten, kneden en persen van groenten. Smaakmakers toevoegen. Een kind kan de was doen. Het streven naar smaakbalans. Tsukémono is zo’n mooie traditie van de harmonie tussen zout, zuur, zoet, bitter en tot slot umami.
Ik maak een sprong naar het tweede gedeelte van het boek, de recepten. Als je de aanwijzingen goed opvolgt kunnen je pickles gewoon niet mislukken, minimaal 30 minuten in de pers en klaar is je gezonde groentehapje. Van Berckel start met Oosterse recepten zoals zoetzure rettich en appel pickle, kimchi ontbreekt niet of sushi van gepicklede kool. Overal worden de recepten uitgelegd in duidelijke woorden en foto’s. Spelen met smaken en de pickle pers doet de rest. Ter voorbereiding was ik onlangs bij een Chinese supermarkt in de stad om te kijken welke smaakmakers en ingrediënten ik zou aanschaffen. Peter legt deze allemaal duidelijk uit. Want de mogelijkheden zijn eindeloos. Tsukémono is ook in Westerse keukens goed toe te passen. Wat te denken van een echte Hollandse snert pickle of tsukéziki, Peters variant van het in Gereons Keuken veel gegeten Griekse yoghurtgerecht. Zelfs caponata van Sicilië behoort tot de mogelijkheden. Wat een keuze allemaal en dan te bedenken dat het allemaal gewoon op basis van groente en wat zout ontstaat. Ik ben overtuigd en heb er een nieuwe smakelijke hobby bij. Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan. Dat zou je vaker moeten doen!
Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan, Peter van Berckel (ISBN 9789081821575) is een uitgave van Rineke Dijkinga Books en is te koop voor € 28,95
TIP: kijk ook eens op de vrolijke website van Peter van Berckel, waar je alles vindt over het boek, fermenteren, workshops en benodigdheden.
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Strudel + Knödel. Waar over het algemeen culi’s en foodbloggers erg veel weten en schrijven over de keuken van Italië, de tegenwoordig erg hippe Levantijnse cuisine en allerlei andere exotische gerechten, is er één onontdekte keuken, de Duitse! Een enkele blogger met Duitse roots daargelaten. Kennis van de culinaire cultuur van dit grote land gaat vaak niet verder dan zuurkool, schnaps, bier, schnitzels und rostbraten. Vergeet ik nog de Schwärzwalder Kirschtorte. Gereons Keuken Thuis is ook niet echt een kenner van Duits eten. Ik bezit wel enkele Duitse wildboeken, maar daar houdt de kunde op. Daarentegen moet ik wel zeggen, dat ik tijdens mijn vele verblijven in Frankfurt, een heel andere kijk op modern Duits eten en lokale wijnen heb gekregen. Ik denk dat het ook een beetje Duits is om niet van de toren te blazen over hun culinaire prestaties. Eten moet wat Duitsers betreft vooral “deftig” zijn, goed verzorgd, hartig en stevig.
Het is de van Duits/ Welshe afkomst Anja Dunk, die vanuit haar woonplaats op het Britse eiland de Heimatküche van haar moeder beschrijft in het mooi vormgegeven kookboek Strudel + Knödel, een ontdekkingsreis in 200 recepten door de hedendaagse keuken van het geboorteland van haar moeder. In Wales tijdens haar jeugd werd er veel Duits eten gekookt, Zie het als een soort nostalgisch Essen. Dunk groeide dus op met de zachte en verfijnde smaken van Duitse gerechten. Zij wilde dan ook de recepten van haar moeder en Omi bundelen. Strudel + Knödel met zelfgemaakte foto’s is het resultaat. Een fijne handleiding door de heutige Duitse keuken. Duits eten gaf de schrijfster een gevoel van thuis. Overigens niet vreemd, in veel mediterrane badplaatsen, waar veel Duitse badgasten komen, zijn veel Gaststätte te vinden, met klinkende namen als Zum dicken Ei of Beim Hauswirt, waar nach Deutscher Art wordt gekookt. Klassiekers met een Warsteiner erbij.
Dunk noemt de Duitse keuken in Strudel + Knödel eenvoudig en troostrijk, met zuivel- en eiergerechten, zoals warme karnemelksoep of een hazelnotenomelet. Stevige gerechten met subtiele smaken. Ingelegde dingen, ook zo heerlijk. Anja Dunk verkent de Duitse kelders vol jam van Obst, tafelzuren en gefermenteerde gerechten. Een zuurkoolrecept ontbreekt natürlich nicht!
Meel en water vormen de basis voor knoedels. wij denken altijd dat de Italiaanse keuken patent heeft op deegwaargerechten. In Duitsland kunnen ze er ook wat van. Deeg voor de wereldberoemde broden en voor knödel, met bijvoorbeeld witvis of karwijzaad, een echte Duitse smaak.
Midden in het boek vind je een repertorium van Duitse smaken, kruiden en specerijen. Heel handig. Hierna gaat Anja Dunk los in het hoofdstuk Alles mag, van hertenburgers tot met karwijzaad geroosterde bieten met karnemelk. Ik vind het een Neue Deutsche Welle, niet in muziek, maar in de keuken. Er wordt gebakken, drankjes worden gemaakt. Dunk spaart kosten noch moeite om je opnieuw kennis te laten maken met deze fijne en originele keuken. Strudel + Knödel is behalve leerzaam een echte ode aan de keuken van onze Nachbarn vom Osten.
Strudel + Knödel, de moderne Duitse keuken, Anja Dunk ( ISBN 9789038805986) is een uitgave van Nijgh Cuisine en is te koop voor € 29,99.
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Bij het Bretonse eiland Ouessant gebeurt iets heel bijzonders. Op zestig meter diepte, in stalen caissons, liggen daar flessen champagne uit Epernay, ver weg van de bewoonde wereld in stilte te rijpen. Sans oxygène. Champagne van de bodem van de zee. Een marketingverhaaltje of toch iets bijzonders? Tijdens de masterclass champagne door Hervé Justin van het biologisch en biodynamisch opererende champagnehuis Leclerc Briant leerde Gereons Keuken Thuis van alles over de teelt en productie van hun wijnen. Leclerc Briant, tegenwoordig in Amerikaanse handen, is al bijna 30 jaar bezig als biodynamisch bedrijf. Volgens de principes van Rudolf Steiner. In principe valt wijnbouw niet onder zijn principes, want wijn is de facto geen eerste levensbehoefte. Voedsel, lucht en water wel. Desalniettemin hebben ze het toch geprobeerd. Met een mooi resultaat, weinig of helemaal niet bijsuikeren, zoals bij hun blanc de blancs met de klinkende naam La Croisette (nee niet vernoemd naar de boulevard van Cannes, maar naar de wijngaard), een kakelstrakke brut met naar mijn oordeel iets te veel zuren. Een lang verhaal over de positie van Mars ten opzichte van de Aarde volgde en Justin vertelde, dat deze constellatie veel gevolgen had voor de malolactische gisting van de stille wijn. Maar, vroeg ik me direct af, dat probleem kennen toch niet alleen de biodynamische wijnproducenten? Ik ga binnenkort eens verder op onderzoek uit.
Biochic, daar gaan ze voor bij Leclerc Briant. Champagne is namelijk een feestdrank, aldus Justin van Leclerc Briant. Speciaal voor deze masterclass tijdens deze editie van Vini Bio hadden zij hun paradepaardje Abyss, champagne van de bodem van de zee meegenomen, om te proeven. Ruwe flessen met zeepokken en ander gespuis, doordat deze flessen bij Ile d’Ouessant worden afgezonken en een jaar afgesloten blijven liggen. Opduiken heeft geen zin, want dat red je niet, volgens Hervé Justin. Abyss 2013 is een blend, zoals de meeste champagnes, gemaakt van pinot meunier en pinot noir en met wat witte chardonnay. Leclerc Briant gebruikt voor de tweede gisting alleen natuurlijke dosage en als de champagne in Epernay klaar is, wordt het tijd voor het Atlantische uitstapje van een jaar. De kurk kleurt zwart onder water, maar die wordt bij terugkeer in de Champagne direct vervangen. Helaas, antwoordde Justin, kan en mag dat niet met andere capsules of kurken, want dat is tegen de AOP regels.
Champagne dient nu eenmaal van A tot Z gemaakt te worden in deze regio. Maar een uitstapje au bord de la mer kan altijd. Tijd om te proeven van deze wat door autolyse gevormde toasterige en amberkleurige wijn. Een kruidige geur, mooie belletjes en spannende beetje op Madeira lijkende smaak. Nutty flavours. Toch wel apart. Maar met de prijs van om en nabij de 195 euro’s mag je natuurlijk toch wel wat verwachten. (en sparen om zo’n fles te bemachtigen) Een niet alledaagse champagne. Abyss van de bodem van de zee, is het marketing of iets magisch, wie zal het zeggen? Gereons Keuken Thuis is in ieder geval weer een wijnervaring rijker.
Na deze masterclass was het tijd voor de wijnen bij Vini Bio, waarover een andere keer meer. Dank aan Ghislaine Melman voor de organisatie.
Vis uit blik 2, een zonnige vrijdagmiddag in de Amsterdamse Utrechtsestraat, waar The Can Bar het decor vormde voor de presentatie van het tweede boek van Bart “Fishtales” van Olphen over een redelijk onbekend product, maar niet minder smakelijk fenomeen. Vis uit blik. Want, zo vertelde Bart, de meest gegeten vis in Nederland is, inderdaad, tonijn uit blik. Wild gevangen vis in tegenstelling tot de meeste gekweekte verse vis. En waarom dan niet iets meer uitgegeven voor een smakelijke variant, die ook nog eens lijngevangen is rond de evenaar? En direct wordt ingeblikt, zodat wij jaarrond kunnen genieten van deze delicatesse. Goed voor de vissers, visstand en ook nog eens duurzaam ook.
Zijn fascinatie voor conserven is ontstaan, doordat Bart, in de tijd dat hij nog sterrenchef wilde worden, in contact kwam met Robert Kranenborg, chef van La Rive. Van Olphen spaarde ervoor om daar te gaan eten. Kranenborg heeft nooit onder stoelen of banken gestoken, dat het heerlijk koken is met vis uit blik. Dat deden zijn ouders ook al. Voor de aanwezigen deze middag maakte hij deviled eggs met gerookte haring, een geweldig wentelteefje met schelvislever door het beslag & krabsalade en uit Vis uit blik 2 een heerlijk gerechtje van kabeljauwlever met miso en zure haring. Umami galore met de zure hint van de haring. Moet ik nog even doorgaan?
Dat is nu het leuke aan dit nieuwe boek van Bart van Olphen. Onverwachte recepten en smaken. Hij laat je kennismaken met de mogelijkheden van ingeblikte vis. Om warm te eten, in een salade en in allerlei bekende en onbekende gerechten. Leuk voor alledag, maar ook om de show te stelen op feestjes. Bart wil de lezer van Vis uit blik 2 laten zien en proeven, dat dit volwassen product het goed doet in je keuken en op tafel. “Fishtales” van Olphen vertelt over de vangst, de visser en de geschiedenis en heel belangrijk de duurzaamheid van blik. En tot slot, vis uit blik is makkelijk, want je hebt altijd voorraad in huis voor een snelle maaltijd. Vooruit ik noem nog een paar gerechten, zoals een tuna melt met ketchup, pasta putanesca, zalmkoekjes met chimichurri en, deze vind ik echt een trouvaille, hete bliksem met gerookte haring.
Bart laat met Vis uit blik 2 wederom zien dat deze producten echte een heerlijke gastspeler in je keukentje zijn. Gereons Keuken Thuis weet al waar dit boek belandt. Tussen de andere visboeken in SeaSpot. Ideaal (blik)voer voor na een dag aan het strand.
Vis uit blik 2, Bart van Olphen met fotografie van David Loftus. (ISBN 9789021570778) is een uitgave van Kosmos en is te koop voor € 18,50
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Het is #fitforfun februari. Een mooie aanleiding om het eens te hebben over de masterclasses vegan koken met Eke Mariën en Joris Schildknecht. Ze staan weer voor de deur in maart, twee dagen koken met de kennis van deze heren in een gezellige ruimte aan de Zeeburgerdijk 54 in Amsterdam Oost. Op een novembermaandag toog Gereons Keuken Thuis naar de kookstudio alwaar hij Eke en Joris in full anticipation aantrof bij de voorbereiding van hun vegan masterclass. Ik schoof aan tussen de deelnemers en proefde van de wortelcake, die werd versterkt met wat matcha zout. Spelen met smaken.
Maar wat doe jij nu op een vegan masterclass? Dat zal ik uitleggen. Mijn belangstelling voor plantbased of vegan cooking ligt niet zozeer in de aspecten van diervriendelijk of gezond. Mij interesseert vooral de creativiteit om mooie gerechten te maken zonder dierlijke producten. Dat vergt enige aanpassing in je kooktechnieken. Niks modieus aan, in oudere tijden kenden velen al het principe van plantbased cooking, niet uit hipheid, maar gewoon omdat er niets anders voorhanden was. Dat is nog steeds zo voor een groot gedeelte van de wereldbevolking. Het merendeel van alle vleesconsumptie, bijbehorende teeltuitwassen en gezondheidsrisico’s vind je in de V.S., Europa, Zuid Afrika en Australië. Een paradoxale gedachte hierbij is, dat dit ook de ultieme droom is van de “not haves” Een vleesetend model als walhalla. Ik vind vegan koken daarom ook leuker dan vegetarisch koken, dat blijft hangen in een soort vis noch vlees modus. Ga dan voor goud. Vegan koken betekent voor mij kennis vergaren van processen en net zoals bij moleculair koken een creatief proces.
En met die kennis van koken zit het bij beide heren wel snor. Enkele jaren geleden smulde ik al van de theorie van Eke over bakken. Zijn kookboek staat nog steeds te prijken in mijn kookboekenhoek. Niet dat ik zo verschrikkelijk vaak bak, maar ik ben liefhebber van de duidelijke manier waarop Eke processen ontleedt en inzichtelijk maakt.
De masterclasses vegan koken van Eke en Joris bestaan uit een zoete en hartige dag. Smaken leren ontdekken. Zo worden je vegan baksels vaak zoeter en anders van textuur. De heren leren je op eerste dag hoe hier een draai aan te geven. Dag twee staat in het teken van hartige gerechten. Je leert om meer smaak te genereren. In eerste instantie mis je, als je vegan gaat koken de umami smaak, omdat je geen dierlijke producten gebruikt. maar er gaat een wereld voor je open als je weet wat er te koop is. Na de theorie ging ik samen aan de slag met culicollega Janneke Vreugdenhil. We maakten kimchi, pittige bonenburgers voor de lunch en leerden van Joris een leuk recept voor zuurkoolravioli. Alles homemade. Veel ga ik verder niet verklappen.
De volgende masterclasses vegan koken staan gepland op 4 & 18 maart en 11 & 25 maart. Wie weet schuif ik nog aan. Tenminste als dat mag van de heren. Meer informatie vind je op Facebook en Koken met Kennis
In november tijdens een presentatie vertelde kunstenaar Maroeska Metz gepassioneerd over haar leven, carrière en haar kookboek Hoe Dan?!, dat net als haar andere ontwerpen een uiting van haar creatieve wereld is. Het boek schreef ze aanvankelijk voor haar kinderen en het neemt je mee op pad langs gerechten uit haar zeven favoriete keukens. Op een 2.0 wijze, want alle recepten zijn door middel van een QR-code ook nog allemaal voorzien van een filmpje. Oorspronkelijk wilde Maroeska violiste worden, wat nog te zien is in haar ontwerpen van meubels, lampen en juwelen. De ‘vioolkrul’ is namelijk haar handelsmerk. Maroeska volgde een opleiding tot beeldhouwer aan de Rietveld Academie en maakte voor haar eindexamen onder andere een tentoonstelling met eetbare beelden. Het leuke aan de kookkunsten van Maroeska is, dat deze stoere dame ook dingen doet die je niet zomaar thuis moet proberen. Echt apart. Maar nu laten we Maroeska zelf aan het woord in een nieuwe aflevering van talk&table. Ik wil alles van haar weten en beloon deze lieve vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijntip.
Wie is Maroeska Metz? Vertel eens iets over jezelf? Ik stond als 11-jarige al voor mijn ouders en broers te koken, want mijn moeder hield er niet van. Wel heb ik van haar geleerd om te fotograferen. Die liefde voor lekker eten en fotografie heeft als onderdeel van mijn werk als kunstenaar geleid tot een kookboek. Ik heb er tien jaar aan gewerkt en net als bij een kunstwerk komt hierin alles samen waar ik van hou. Vormgeving, smaak en beeld. Het is ook geen standaard kookboek, ik laat bijvoorbeeld in de filmpjes zien waarom iets mislukt want alleen op die manier verbeter je jezelf in de keuken. Ik hou van het experiment omdat dat tot nieuwe inzichten leidt. Ik ben net 60 jaar geworden en heb als autodidact nu bijna 50 jaar ervaring in de keuken. En nog steeds mislukt er bij mij ook wel eens iets dus ik ben nog steeds aan het leren.
Wat doe je op dit moment? Waar ben je mee bezig, behalve met HHB? De opnamen voor Heel Holland Bakt zijn al lang achter de rug en ik heb nu weer tijd om te ontwerpen. Je moet je voorstellen, als je deelneemt aan zo’n tv-programma ben je ter voorbereiding elke dag taarten aan het bakken. Om jezelf te verbeteren. Ik had in die periode nergens anders tijd voor. Vertel eens iets over je interesse in koken? Hoe is die ontstaan? Ik had op de middelbare school een lerares natuurkunde die ook kookles gaf, mevrouw Peterman. Koken is eigenlijk een soort scheikunde bedrijven want je voegt verschillende ingrediënten bij elkaar en dan ontstaat er iets nieuws. Dat vind ik ongelooflijk spannend en blijft me tot op de dag van vandaag uitdagen om te experimenteren. Eigenlijk is het creatieve proces van een ontwerper niet veel anders.
Wat zou je doen als je één keuze had tussen ontwerpen en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk. Opera-zangeres, ik kan helemaal niet zingen hoor, don’t worry, maar het lijkt me een superberoep. De combinatie van zingen en acteren vind ik geweldig. Ik ben een enorme opera-fan en heb al zeker 35 jaar een abonnement van de Nederlandse opera. Ik ga nog steeds naar alle opera’s die me interesseren. Je zal me niet snel bij ‘Hänsel und Gretel’ (Hans en Grietje inderdaad) van componist Humperdink aantreffen, maar wel bij Wagner.
Je houdt je eigen stijl vast, de krul komt zelfs terug bij de inleiding van de hoofdstukken, van antipasti en polpette tot groente-, vlees- en visgerechten. Hoe doe je dat? Ik ben als ontwerper altijd op zoek naar iets dat mensen intrigeert. Alles wat je bij een eerste aanblik meteen begrijpt, vind ik niet interessant. Daar ontbreekt de spanning. Daarom verwerk ik al dertig jaar in mijn ontwerpen een krul, het is een vorm met een begin en een einde die me telkens weer uitdaagt. Ik heb bijvoorbeeld net in mijn werkplaats een taartvorm in elkaar gelast, in de vorm van een krul intrigeert het. Een cirkel, vierkant of rechthoek herkennen mensen onmiddellijk. De vorm kan daardoor saai worden en verliest de aandacht. Zodra een ontwerp afwijkt, zoals met een krul of een ovaal, blijf je geboeid en wordt je interieur ook veel spannender. Ik kan in de keuken bijvoorbeeld enorm genieten van de vorm van een ei, de schaal heeft een perfect gebogen lijn, er zit ongelooflijk veel spanning in en toch klopt het. Bij het ontwerpen ben ik altijd op zoek naar die magie.
Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou? De fotografie is het allerleukste maar ook het allermoeilijkste. Ik werk niet met hulpmiddelen, alles wat je op mijn foto’s ziet is ook daadwerkelijk opgegeten. Op deze manier fotograferen impliceert dat je maar een paar seconden hebt om de foto te maken. Daarna wordt een gerecht dof (is nog wel eetbaar) en kan je opnieuw beginnen als de foto niet goed genoeg is.
En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou? Het experimenteren en mensen inspireren. Bijvoorbeeld het ontwikkelen van een broodrecept voor dummies, zodat je mensen kan overhalen dat ze dingen gaan doen waarvan ze nooit gedacht hadden dat ze dat zouden kunnen.
Staan er nog andere projecten op stapel? Ik ben in gesprek met een Belgische fabrikant die mogelijk een door mij ontworpen servies en pannen op de markt wil brengen. Ik heb in het verleden veel ontwerpen gemaakt voor borden, glazen, bestek en pannen maar die zijn tot nu toe nog nooit industrieel geproduceerd. Ik heb er wel prototypes van laten maken, en altijd met een krul. Verder ontwerp ik juwelen en ben ik steeds bezig met het ontwikkelen van nieuwe recepten. Wie weet waar dat nog toe leidt. In februari sta ik met mijn kookboek ‘Hoe Dan?!’ op de Huishoudbeurs.
Wat vind jij een goddelijke maaltijd? Waar moet die aan voldoen? Zuiverheid van ingrediënten die tot verrassende smaakcombinaties leiden, knapperig, zacht en luchtig. Bijvoorbeeld zelfgebakken brood met baba ganoush of hummus. Het lijkt heel eenvoudig maar het is het niet. Als je dit totaal perfect aan mijn voorzet, vind ik dit goddelijk.
En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is? Ik hou heel erg van Gigondas en de wijnen uit de Côtes du Rhone. En van Amarone, één van de mooiste Italiaanse rode wijnen. En van Arneis, een witte wijn uit de Piemonte.
Wat lust je echt niet en waarom niet? Ik hou niet van haring en van orgaanvlees, zoals tripes. Ik vind de smaak niet prettig, ook heb ik moeite met rauwe ui, paprika en radijs, daar kan mijn maag niet goed tegen. Maar in gebakken vorm vind ik het wel lekker.
Waarheen ga je het liefst naar op reis? Dat is makkelijk, Italië. Ik ben dol op de Italiaanse keuken omdat de zongerijpte producten iets volstrekt anders zijn dan wat wij hier moeten eten. Behalve als je het in een eco-tuin gaat halen. Voor het kookboek hebben we 120 filmpjes opgenomen waarin ik iets uitleg, een bepaalde handeling laat zien of je vertel over de herkomst van een recept of ingrediënt. We hebben daarom ook 20 filmpjes opgenomen in de regio Lazio. Door de QR-code onder een recept te scannen, zie je een bijbehorende video maar je kunt ook naar mijn website www.maroeska.nl waar alle filmpjes te vinden zijn.
Ik vind het jammer dat er over jouw deelname aan Heel Holland Bakt zoveel is te doen. Ik vind de reacties op social media erg flauw. Wil jij daarover wat vertellen? Ik ben 60 jaar en sta al bijna 50 jaar in de keuken te koken en te bakken. Ik heb geen professionele opleiding maar heb wel waanzinnig veel ervaring. Ik heb een echte autodidact en bovendien ook vormgever. Die combinatie is niet eerder in HHB vertoond en dat vindt een klein groepje Twitteraars heel lastig. Er kijken elke week bijna 3,5 miljoen mensen naar het programma en die zien hopelijk dat ik me telkens probeer te verbeteren en de jury probeer te verrassen. Ik ben een concept-denker en vond het daarom ontzettend leuk om mee te doen. Ik werd door elke opdracht uitgedaagd om het uiterste uit mezelf te halen qua smaken en concept. Dat heeft geleid tot in elk geval drie keer de titel ‘meesterbakker van de week’. Voor zover dat iets waard is, want ik blijf natuurlijk een amateur. Maar wel een goede. Mensen kunnen mij niet in een hokje plaatsen en vinden me met een eigen kookboek ‘te professioneel’. Ik zou daarom niet als kandidaat mee mogen doen, maar van tevoren heeft Omroep MAX aangegeven mijn kookboek geen enkel probleem te vinden. ‘Hoe Dan?!’ is de uiting van een artistiek en persoonlijk proces. Bovendien staan er allemaal basisrecepten met een eigen twist in en zijn de opdrachten in HHB van een totaal andere orde. Dat is ook voor mij moeilijk, in aflevering 2 ging ik bijvoorbeeld finaal onderuit toen de oven niet deed wat ik wilde. Gelukkig had ik de andere twee opdrachten wel goed gedaan en mocht dus door naar de volgende aflevering.
Wil je nog iets anders vertellen…. delen? Ik heb me in moeilijke tijden altijd staande gehouden door uitgebreid te koken. En dat is iets anders dan veel geld uitgeven voor ingrediënten, want met inventiviteit kom je een heel eind. Het gaf stabiliteit in mijn gezin want koken en bakken vergt concentratie en geeft dus afleiding. En het hield mijn sociale leven in stand.
HET RECEPT.
Gereons Keuken Thuis vindt na haar antwoorden te hebben gelezen Maroeska een echte vorser, iemand van trial & error. Mooie manier van magie verwerken in waar je mee bezig bent. Zo bedenkt zij op die manier steeds nieuwe concepten, al dan niet geslaagd, maar de volgende keer beter. Daarnaast is zij inventief met ingrediënten en vormt koken voor haar de crux van haar sociale leven. Via deze twee uitgangspunten kwam ik terecht bij een groot conceptueel kunstenaar, Salvador Dalí. In Gereons kookboekenhoek staan twee lijvige goudkleurige kookboeken, Les diners de Gala en Les Vins de Gala. Waar Maroeska koken en kunst verweeft, waren de rollen bij het koppel Dalí & Gala gescheiden. Hij bedacht het concept zij de culinaire uitwerking. Zo gaven zij gerenommeerde dinertjes. Everyone was invited. Ik kon er dus niet omheen een recept uit dit retro boek vol kunst te kiezen. Voor mij ligt de uitdaging niet in het beeld maar in het verwoorden van de bedoeling van Dalí. Hoe kookte dit setje daar in Parijs en Cadaques? Een echte uitdaging, omdat je bijna 50 jaar na verschijning van deze boeken merkt, dat veel dingen heel anders zijn geworden, waarschijnlijk ook de smaak.
Het wordt taart van rivierkreeft, met sauce Nantua volgens Dalí’, oorspronkelijk een recept van het prestigieuze Maxim’s in Parijs. Een volslagen zwaar bijna 19e eeuws recept. Gereons Keuken at het eens als creatie bij Dick Soek, van Piloersmaborg in Den Ham in december 2014. Hij gebruikte oer Nederlandse langoustines van trawler UK158 in plaats van rivierkreeft. Zijn versie was een verbluffende lichte fluffy taart. Het recept is in wezen heel makkelijk, maar ik moet zeggen, dat het duo Dalí & Gala wel wat slordig in hun annotatie is. Hun ingrediëntenlijst matcht niet geheel met de bereidingswijze, vandaar dat ik voor Maroeska het recept een stukje heb gemoderniseerd en aangepast. Overigens kreeg ik bij het droogkoken van dit recept direct het idee, om het maar te maken volgens de wijze van de zeeforelmousse uit mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis. Misschien toch eens proberen, wordt vervolgd!
Dan de wijn, ik merk dat Maroeska een duidelijke voorkeur heeft voor Rhône en Pièmonte. Zuiderse smaken. Gereons Keuken Thuis blijft als keuze hangen in het dorp Mancey, Bourgogne du Sud, met wit van de caves aldaar voor bij de rivierkreeftjestaart. Mâcon Mancey blanc, vieilles vignes, “les essentiels”. Onctueux wit voor bij de barokke taart en met op het etiket, om in stijl aan tafel te blijven, de bekende accolade van Caves de Mancey. Dank Maroeska voor je deelname en enthousiasme!
Nodig:
2,5 kg verse gekookte rivierkreeftjes.
1/2 kreeft
250 g snoek(baars)
750 ml slagroom
2 wortels
1 ui
tijm, laurier, peterselie, dragon en een steel selderij.
50 ml cognac
1/2 l visfumet
2 eiwitten
250 g tomaten in stukjes
zout & peper (was Dalí in zijn recept vergeten)
Bereiding:
Bereiding mousse voor taart:
Haal voorzichtig het vlees uit de achterkant van de rivierkreeftjes en zet apart. Bewaar de schalen, scharen en poten, om de saus te maken. Leg een hele gekookte rivierkreeft apart voor de presentatie. Maak de halve kreeft schoon, bewaar het koraal (in geval van vrouwelijk kreeft) voor de kleur.
Doe de gekookte snoek, kreeft en rivierkreeftvlees in keukenmachine, maal fijn en voeg één voor één de geklopte eiwitten toe. Zeef de substantie en spatel er zout peper en lobbig geklopte slagroom doorheen. Voeg voor de kleur wat gezeefd koraal toe. ( indien bij de kreeft aanwezig). Doe voor je de mousse in een vorm doet een kooktest, door 1 eetlepel kort te pocheren. Dan kan je nog zout en peper of wat extra room toevoegen. Kook de taart in een vorm in 40 minuten af in een pan met kokend water. Laat daarna afkoelen.
Bereiding sauce Nantua:
Bak de karkassen kort aan in wat boter, voeg de gesnipperde ui, wortels, bleekselderij en kruiden toe. Blus af met cognac en flambeer. Voeg de visfumet toe en de tomaten en laat het geheel op laagvuur trekken. Zeef de saus. Maak van wat boter en bloem een beurre manié en bind de saus.
Haal de taart uit de vorm en stort op een schaal. Overgiet met e warme sauce Nantuaen garneer met een hele rivrierkreeft on top.
Hoe dan?! Favoriete recepten uit de 7 keukens van Maroeska Metz. (ISBN 9789082889802) is een uitgave van MarkMedia&Art en kost € 34,95
Pijlinktvis in januari. Het zijn nog steeds de weken van de Lage Landen. Gereons Keuken en Route ging naar de Halkade in IJmuiden om op uitnodiging van Het Nederlands Visbureau bij Pluijms eetbare wereld van alles te horen, zien en proeven over pijlinktvis. Deze vissoort van de maand januari speelde de hoofdrol op deze druilerige woensdagmiddag.
Een mooi lokaal product vertelde visserman Wim Melissant van kotter Goeree1 uit Stellendam, die daags ervoor 12 ton vis in Boulogne sur Mer aan wal bracht, waarvan 3 ton pijlinktvis gevangen volgens de flyshoot visvangstmethode met lijnen en een oranje boei. Een behoorlijk technisch verhaal, maar deze methode is erop gericht bodemvissen te vangen zonder de bodem te beschadigen. Melissant glunderde toen hij vertelde, dat hij en zijn familie jaren geleden hiermee waren begonnen, omdat de vissermannen zich genoodzaakt zagen andere soorten te bevangen door de strenge quota. En met succes! Want er is pijlinktvis in overvloed in onze wateren, hoezo en waarom is niet zeker. Misschien de klimaatverandering?
SVO leermeester Nico Waasdorp nam het stokje over en liet zien hoe je pijlinktvis schoonmaakt en in mootjes hakt. Rauwe sashimi van pijlinktvis, een echte delicatesse. Chef van de dag Derk de Jonge had leuke gerechten voor ons in petto, zoals een salade met een ceviche van inktvis, een risotto met inktvisinkt, gevulde pijlinktvis met venkel en pijnboompitjes uit de oven en een lekker wokgerecht. Wat een verschillende kanten kun je op met inktvis van goede kwaliteit. Dat weten ze in het Middellandse Zeegebied al heel lang, want 80 procent van de vangst verschijnt als calamares of in andere gerechten daar op tafel. Gek eigenlijk, dat een dier dat in onze Noordzee terecht is gekomen en dan zo weinig bereid en gegeten wordt door de Nederlandse consument. Terwijl het schoonmaken en bereiden een fluitje van een cent is. Eenmaal thuis heb ik direct de twee inktvissen gefileerd voor een pasta of a la plancha. Ga er snel eens mee aan de slag.
Naast deze vis van de maand is er ook een mooie andere reden om naar de Halkade af te reizen. Voor het Noordzeevis Kookboek uit IJmuiden. Het verhaal van de visveiling en het heerlijke product, dat hier dagelijks aan wal komt. In december tijdens de presentatie van dit boek ging ik proeven aan de Halkade. Lekkere gerechten door René Pluijm, die tevens ambassadeur is van vis uit IJmuiden. Een mooie uitgave van de gemeente Velzen, zeehaven IJmuiden, de IJmuider Courant, Stichting Noordzeevis uit IJmuiden en niet te vergeten Het Nederlands Visbureau. Het boek is te koop in de haven!
In dit leuke kook- en leesboek vond ik een recept voor pijlinktvis gevuld met pijnboompitten. Ik verving het tomatensap door gepelde tomaten uit blik en de munt door herbes de Provence. Het gerecht doet me een beetje denken aan seiches farcies à la Sètoise. De wijntip in het kookboek is het vermelden waard, rode Côtes du Roussillon. Rood uit het zuiden bij vis.
Nodig:
4 tot zes schoongemaakte pijlinktvissen.
1 blik gepelde tomaten
1 el tomaten puree uit tube
olijfolie
1 ui gesnipperd
3 tenen knoflook
50 g pijnboompitten geroosterd
2 el gewelde rozijnen
100 g bulgur of couscous geweld
fijngehakte peterselie
2 tl herbes de Provence
3 dl witte wijn
Bereiding
Meng in een diepe lage schaal een el tomatenpuree, peper & zout en wat olijfolie en marineer hierin de inktvis. Laat een tijdje staan. Fruit de ui en knoflook en bak de pijnboompitten mee. Let op dat ze niet verbranden! Verwarm de oven voor op 180 graden.Schep de gewelde couscous, fijngehakte peterselie, rozijnen erdoor en vul aan met 2 dl witte wijn. Voeg eventueel ook wat extra peper toe. Haal de pijlinktvissen uit de marinade en vul ze met het pijnboompitten/couscous mengsel. Fruit de tomaten uit blik aan in wat olijfolie, voeg wat peper & zout, herbes de Provence en een snufje paprikapoeder toe. Doe de gevulde inktvissen in een ovenschaal en giet de saus erover. Zet in de oven en stoof het geheel in 45 minuten gaar. (iets langer mag ook)
Foodparade, de keuken van de Lage Landen. Van Ameland tot Atrecht en van Aarlen tot Anna Paulowna. Er zijn in deze geografische afbakening van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden heel wat lekkere gerechten te vinden. En, omdat januari in het teken staat van #lagelanden op mijn blog, ging ik in de Facebookgroep Foodbloggers Benelux te rade bij mijn foodie collega’s met onderstaande foodparade als resultaat. Smikkel en smul ervan zou ik zeggen. Want het mag gezegd worden: er is heel wat te beleven in de keuken van de Lage Landen!
Antoinette zond een recept in voor heerlijke volle hopjesvla en vertelt veel over de achtergrond van dit toetje.
It Fryske Gea wordt vertegenwoordigd door Sophie met Fryske dûmkes Lekkere stevige koekjes uit het Hoge Noorden.
Tot slot een receptje van mij, Kempische varkenshaas van bij ons, met jenever, jeneverbes en mosterd. Stevige smaken uit de Kempen. We drinken er Corsendonk bij, uit het stedeke schone Turnhout, waar de hertog werd onthaald met de kreet “harba lorifa”. Tenminste zo leerden wij dat op de lagere school.
Nodig:
2 varkenshazen in stukjes.
1 el jeneverbessen
1 el zwarte peperkorrels
2 el bloem
1 glas jenever
1/2 bakje champignons
1 el Dijon mosterd
boter
peper en zout
gehakte bieslook
5 el crème fraîche
Bereiding:
Doe de jeneverbessen en peperkorrels in een vijzel en wrijf ze fijn. Meng 1 el van dit mengsel en een snuifje zout door 2 eetlepels bloem en wentel de varkenshaas stukjes er doorheen. Verhit een flinke klont boter in de pan en bak het vlees aan. Haal het vlees eruit en zet afgedekt weg. Snijd de champignons in plakjes en bak deze kort in het hete braadvet. Blus af met een glas jenever en laat kort sudderen. Voeg de crème fraîche toe, nog wat van het peper/jeneverbes mengsel en een lepel mosterd. Laat kort doorwarmen. Leg het vlees terug in de saus en warm nog even mee. Maak op smaak met wat zout. Serveer de varkenshaas met wat saus op een bord. Bestrooi voor de kleur met wat gehakte bieslook.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.