INDOROCK, een kookavontuur met Vanja van der Leeden. Keukens, die door migranten in een ander land belanden, krijgen vaak een nostalgische status. Zo ook de Indische of Indonesische keuken, daar wil Gereons Keuken Thuis als leek op dit gebied vanaf zijn. De Indo keuken kent een hoog tempo doeloe gehalte. Een soort Pasar Malam (voor millennials Tong Tong fair) gevoel. Eten, dat je terug brengt naar de verloren tijden. Met liedjes van Wieteke van Dort en veel wierook. Het heeft bijna iets Proustiaans. Vanja van der Leeden, die samen met haar man Remko Kraaijeveld INDOROCK maakte, had altijd een broertje dood aan de keuken van haar voorvaderen. Voeg daarbij, dat haar oma niet kon koken en het hebben een serieuze pinda allergie. De Indo keuken was duidelijk niet voorbestemd voor Vanja. Overigens vond zij dat niet erg, totdat zij een trip maakte naar de Gordel van Smaragd. Het resulteerde in haar moderne fusion stijl van Indonesisch koken. Een fenomeen, dat we eerder dit jaar zagen bij Pascal Jalhay met Baru Belanda. Maar dat is een ander genre. Waar Jalhay de Indonesische keuken herontdekte vanuit zijn professionele vak als kok, ging Vanja op zoek naar de wat wildere rock kant van het eten. Niet vreemd als je bedenkt dat haar schoonvader nog steeds een fervent Indo-rocker bij de Bintangs is. Voor van der Leeden geen rijsttafels, geen recepten met een hoog nostalgisch gehalte, maar smaken, die swingen. Net als de muziek.
Een klasgenote van mij en samensteller van de tentoonstelling “De Indische keuken, een wereldkeuken”, Florine Koning, verwoordt het zo op de achterkant:
“De eeuwenoude Indische keuken is beïnvloed door vele keukens, waaronder de Portugese, Nederlandse, Chinese, Indiase, Britse en Franse. juist dit gemengde karakter van de Indische keuken maakt dat de kok als geen ander de richting bepaalt. Waar de ene kok teruggrijpt op oude familierecepten, is de ander op zoek naar nieuwe combinaties….”
Vanja van der Leeden hoort met INDOROCK in de tweede categorie thuis en gaat op zoek naar nieuwe combinaties. Ook schuwt zij en dat vindt Gereons Keuken Thuis bijzonder, wijn niet. Want de alom heersende gedachte is: water of bier bij Indonesisch eten. Helemaal niet waar. Esmee Langereis laat leuke smaakcombinaties zien in INDOROCK.
Taal-virtuoze Vanja, ik vind het woord taalnazi niet zo, begint alvorens te koken met de uitspraak en spelling. Zij kiest voor de hedendaagse Indonesische spelling. Dat zal voor sommigen wennen zijn, maar uitgesproken blijven de klanken hetzelfde. Na uitleg over de gehanteerde receptuur, een zijstraatje over het vervangen van pinda’s door amandelen, de vijzel en het gebruik ervan, gaan we shoppen in de toko. Want soms kan het voor niet-stedelingen best moeilijk zijn de juiste ingrediënten te vinden. Geen nood, stelt de schrijfster, er is tegenwoordig online veel te krijgen.
Vanja ontmoette Indonesische sterchef William Wongso, pleitbezorger voor de keukens van de Indonesische archipel. Hij bracht Vanja in contact met de juiste mensen tijdens haar reis. Want het zou zonde zijn als mooie familierecepten mee in het graf werden genomen. Een groot deel van de inspirerende koks, die Vanja ontmoette, zijn een tip van deze maestro Wongso. Zijn bijdrage is substantieel voor INDOROCK.
Genoeg nu, we gaan eten! Soto, soep natuurlijk in vele eigentijdse varianten, zoals soto betawi met empal en geroosterde cherrytomaatjes. Of een chique bisque udang peteh. Een mooie variant op het garnalengerecht in kokokssaus dat je vindt in veel toko’s. Groenten en vega komen aan bod, heel mooi met een jackfruit curry. Van der Leeden noemt de jackfruit de natte droom van veel vegans. Of wat te denken van spicy boerenkool met avocado en fris boerenkoolsap. Tussendoor lees je verhalen van koks, waarmee Vanja sprak en samenwerkte tijdens haar reis. Vlees komt aan bod, de schrijfster wast een varkentje voor Balinese porchetta. Gevuld met één van de bumbu’s, die allemaal achterin in het boek worden vermeld. Het zou anders een te lange ingrediëntenlijst per recept opleveren.
Vis, zelf sambal maken is zo gepiept en het voordeel is dat je je eigen draai aan je eigenste sambal kunt geven. Vanja maakt daar dankbaar gebruik van voor bijvoorbeeld makreel met kecap-lak. Menu’s in plaats van rijsttafels. Met de laatste heeft Vanja niets. Zij twijfelde of zij dit in het boek zou zetten, maar uiteindelijk deed ze het. Met een steuntje in de rug van een Brits-Sumatraanse schrijver. Uiteindelijk is een rijsttafel natuurlijk bedacht in de koloniale tijd. Niet echt rock ‘n roll dus. INDOROCK besluit met allerlei basisrecepten voor sambal, rijst en bumbu’s.
Wat een spannend boek is INDOROCK, een kookavontuur met Vanja van der Leeden. Hoe inspirerend is het te zien, hoe een non Indische keuken-adept samen met haar man Remko Kraaijeveld, die de smakelijke fotografie verzorgde, een hele nieuwe schwung aan de Indo keuken geeft. “Bintang” biertje en -muziek erbij en koken maar.
INDOROCK, Indonesische smaken in een nieuwe jas, Vanja van der Leeden (ISBN 9789038806761) is een uitgave van Nijgh Cuisine en is te koop voor € 34,99
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
WILD van Bruno Doucet, 85 recepten en alle technieken, die je nodig hebt voor de bereiding. Het is oktober, wildmaand op Gereons Keuken Thuis en dan ontvang ik van uitgeverij Terra dit prachtige boek. Het begin: opgroeiend in een boerenfamilie mocht de vader van Bruno Doucet, Claude, als 10- of 12-jarige mee op jacht met zijn vader. Een niet ongebruikelijk coming of age ritueel op de Franse campagne. Na het gewone werk op de boerderij trokken de jagers eropuit en keerden dan voor de lunch terug met een weitas vol klein wild. De jacht herhaalde zich daarna in de middaguren. Toen Claude Doucet volwassen was werd het kleinwild ingeruild voor grootwild. Een andere tak van sport zullen we maar zeggen en later hij gaf zijn passie voor de jacht door aan zijn zoon Bruno. Voor zover Bruno Doucet zich kan herinneren zag hij zijn grootvader en vader jagen. Elk weekend vanaf kinds af aan jaagden zij op WILD op het terrein van ouders Doucet, kwekers in de buurt van Tours. Hier werd de basis gelegd voor zijn culinaire carrière. Bruno ging naar de hotelschool en werd chef-kok. Hij haalde tevens zijn jachtvergunning en is sindsdien een culinair- en jachtexpert in Frankrijk.
Geen seizoen wordt meer overgeslagen. Doucet beleeft veel plezier aan het bereiden van eigen geschoten wild in de keuken. Je zou kunnen zeggen, dat wild in wezen duurzamer vlees is dan het vlees, dat op grote schaal wordt gefokt en geslacht, nadat de dieren zijn gemest, met mais en andere gewassen. WILD betekent een minder grote belasting voor het milieu. Alhoewel, als iedereen nu gaat jagen, hoeveel stikstof produceren de kruitdampen?
WILD begint met de geschiedenis van de jacht in Frankrijk en Nederland, de verscheidene jachtmethodes en geschiedenis van de wildkeuken. Er zijn namelijk verschillen tussen het jagen op klein- of grootwild. En of je werkt met een staander hond of speurhonden meute. Het stuk over jacht en de keuken is ook interessant. Doucet beschrijft in WILD verschillende kookboeken vol technieken om wild te bereiden. Daarna volgt een catalogus van veder- en haarwild. Van patrijs via Schotse sneeuwhoen tot wintertaling. Gelardeerd met prachtige terroirfotografie en illustraties. Per vogelsoort verteld Bruno Doucet over de kenmerken. Dan volgt het kleine haarwild, in Europa betekent dat veelal haas of wild konijn.
Het derde deel bestaat uit groot- of grofwild, het ree, hert of everzwijn. Heel Frans vind ik ook, dat de gems een rol krijgt. Tot slot besteedt de schrijver aandacht aan specifiek wild, dat in Nederland niet meer wordt bejaagd, zoals de gaai en hotsnip. Het slotstuk gaat over de “clandestiene”jacht op de ortolaangors. Een vogeltje omringt met mythes. In het tweede deel van WILD gaat Bruno Doucet koken. Paté en croute van zomertaling of een nougat van haas uit de Beauce (departement Eure et Loir). Watersnip uit de Camargue of lijsters uit de Var. Boerenterrines komen aan bod. Alles op een rustieke wijze gefotografeerd door Louis Laurant Grandadam.
Alle recepten in WILD zijn gewoon likkebaardend lekker en het terroir spat van de plaatjes af. Naast kleinwild gaat Bruno Doucet in WILD aan de slag met hert, ree en zwijn. al dan niet gecombineerd met ganzenlever, stevige sauzen. Ik noem het gewoon France profonde eten. Zoals een gebraad van reebout. Het boek sluit af met bijgerechten, fonds, marinades en boters. Wat zal het in de keuken van Doucet heerlijk aards ruiken.
In ieder geval vindt Gereons Keuken Thuis, dit vuistdikke boek WILD van Bruno Doucet over jacht en het bereiden van wildgerechten een must have en één bonk terroir. Al kook je er niet uit, dan nodigt dit prachtige boek de lezer uit om mee op pad te gaan door de campagne, die chef-kok en jager Doucet zo koestert. Lekker mijmeren met een glas rode Chinon… instant herfstgevoel!
WILD, Bruno Doucet (ISBN 9789089897985) is een uitgave van Terra en is te koop voor € 45,00
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Duvelse eigenzinnigheid: “Doe wat je gezegd wordt, wees het braafste jongetje van de klas, en er gebeurt nooit iets memorabels. Nee, wees eigenzinnig! Als onze brouwers, die bijna honderd jaar geleden gist uit Schotland mee smokkelden, waar de rest zocht naar mythische monsters, vonden zij de perfecte Schotse biergist, waaraan Duvel, tot op de dag van vandaag, haar eigenzinnige smaak en karakter dankt.”
Zo’n honderd jaar geleden ontdekten de brouwers dit heerlijke gist en voegden daarbij mout, hop en hun Duvelse geduld. Want dit bier rust twee weken in warme kelders en 6 weken in koude. Natuurlijk kan dat sneller, maar het geeft Duvel zijn eigen smaak en consistentie.
Vandaag mijn tweede blog over de bieren van Duvel Moortgat. Het is herfst, tijd voor Brabantse stoof van reevlees met Duvel. Geduld is een schone zaak. Maar dan heb je ook wat.
Nodig:
1,5 kg uitgebeend en in blokjes gesneden reevlees
1 grote witte ui
1 middelgrote winterpeen
1 teen knoflook
250 gram witte champignons
3 sneetjes peperkoek besmeerd met Dijon mosterd
4 kruidnagels
1 tl gedroogde tijm
wat jeneverbessen
flesje Duvel
Bereiding:
De ui en de wortel in ringen snijden, de champignons grof snijden, de knoflook persen. Flesje Duvel op een middel laag vuur warm laten worden. De blokjes reevleess aanbraden in boter, aan het eind bestuiven met een beetje bloem en door elkaar roeren tot ook de bloem bruin is.Ondertussen de uien, wortel en knoflook op een laag vuur ongeveer 8 minuten laten stoven tot de uien glazig zijn. Het vlees en de groenten samen met het bier voegen. Het vlees moet onder staan. De specerijen en tijm erbij. Ongeveer twee uur laten pruttelen, let op dat het vlees niet uit elkaar valt.
De champignons voorzichtig aanbakken, niet te lang. Het laatste kwartier, twee/ drie sneetjes peperkoek met mosterd mee laten sudderen. Als laatste de gebakken champignons 5 minuutjes mee laten sudderen. Serveer deze schotel eens met aardappelpuree en spruitjes met spekjes.Als bijgerecht zijn ook de peren in Beaujolais siroop erg lekker.
Foodbloggersparade WILD. Het najaar en wild zijn voor Gereons Keuken Thuis onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ik heb in mijn kookboekenhoek heel wat wildboeken staan. Wist je dat jacht duurzamer is dan we denken? Want bij jacht op haar- en vederwild wordt er geen voeding geproduceerd om de dieren eerst vet te mesten. Dat scheelt heel wat. Maar dit terzijde, daar gaat het helemaal niet om. Voor de Foodbloggersparade WILD van deze maand oktober vroeg ik de leden van Foodbloggers Benelux hun lekkerste wildgerechten in te zenden. Onderstaand tref je een bloemlezing aan.
Thomas culinair Hertenbiefstuk met biersaus Een mooi klassiek gerecht zeker nu de bruine bieren weer in het seizoen zijn.
Ingrid van Vinissima Uienjus met zwarte knoflook. Ingrid weet mij altijd te verrassen met haar trouvailles op eet- en wijngebied.
Anne-Marie in happy keuken met wild zwijn ragout Ja wild zwijn hoort helemaal bij de herfst of bij tagliatelle.
Elsa maakt konijn op de wijze van Alice Konijn is ook zo’n runner up in Gereons Keuken Thuis. Lekker stoven met bier.
Marjolein zond een recept in voor raspberry duck breast Eendenborst mag niet ontbreken met een zoet accent van framboos. Wist je dat je eendevetjus lekker kunt afblussen met frambozenazijn?
Christien uit Zeeland wildpaté zelf maken Tot slot paté uit Zeeland, Christien legt het allemaal uit.
Mijn bijdrage aan deze Foodbloggersparade WILD.
Wild zwijn? Vorig jaar oktober vertelde ik op Gereons Keuken Thuis nog over de jagers, die ik tegenkwam in de heuvels tussen Mancey en Tournus. Borden langs de weg: “Attention chasse en cours!” Mannen in oranje hesjes, die op zaterdag een robbertje achter de wilde zwijnen aan gaan rennen. In de hoop, als waren zij Astérix en Obélix, een wild zwijn te verschalken. Ik vroeg me direct af of Théo erbij was. Die oranje hesjes zijn om te voorkomen, dat ze elkaar per ongelijk in de bil schieten. Uitstappen uit de auto voor foto’s was derhalve geen optie deze ochtend. Het bracht me meteen op het idee, om weer een karbonaadjes te maken met een wildsmaak. Het verschil tussen varken en zwijn is dat de laatste erop los scharrelt en veel meer dingen zoals jeneverbessen, wilde kruiden en ander natuurlijk spul eet. En…, voegde een Facebook vriendin, die voorheen in de Bourgogne woonde, eraan toe, veel meer spiermassa heeft. Dus roder vlees. Natuurlijk is het geen wild zwijn, maar niet getreurd, met kruiden en specerijen in een marinade kun je een heuse wilde stoof van varkensvlees maken. Dat leerde ik van mijn tante Doubs, juist ja die van de soep, uit de Morvan. Lekker stevig glas rood erbij en smikkelen maar.
Nodig:
1,5 kg schouderkarbonaden
2 sjalotten
1 prei in ringen
1 winterwortel
1 tak rozemarijn geritst
2 laurierbladeren
3 tenen knoflook
genoeg rode wijn om het vlees onder te laten staan
2 cm gember
8 kruidnagels
15 geneusde jeneverbessen
1 el Dijon mosterd
bloem
peper en zout
boter
Bereiding:
Maak een marinade van de wijn, grof zout peper, mosterd, gehakte knoflook, gember in dunne reepjes, de jeneverbessen, laurier en rozemarijnnaalden. Leg de ontbeende schouderkarbonaden in deze marinade en dek af. Laat het geheel minimaal 24 uur in de ijskast staan.
Haal het vlees uit de marinade, dep het droog en haal het door de bloem met wat zout en peper. Verhit boter en bak het varkensvlees aan. Snijd ondertussen de prei, sjalot en wortel fijn. Breng in een steelpan de marinade aan de kook. Haal de karbonades uit het vet en zet apart. doe de groenten in de pan en zet ze kort aan. Blus af met de warme en gezeefde marinade. Doe de karbonades terug en laat het geheel een uur stoven op heel zacht vuur. Bind de saus met wat beurre manié. Serveren met fluffy aardappelpuree en geroosterde pompoen uit de oven.
Aan tafel met Charles Dickens. Een nieuw leuk boekje uit de stal van uitgeverij het Zwarte Schaap plofte op de mat. Handzaam en leesbaar, vol historisch materiaal. Een bibelot vol huiselijke recepten uit de 19e eeuw, opgespoord en bewerkt door Josephine Leeuwenhoek van het blog My inner Victorian. Wat een feestje om te lezen, als je net als Gereons Keuken Thuis kunt genieten kostuumdrama’s zoals Victoria, dat nu is nu zien op TV. Ik moet ook eerlijk toegeven, dat ik een beetje bevooroordeeld ben. Mijn favoriete historische periodes zijn namelijk de Romeinse keizertijd en de post Napoleontische negentiende eeuw. De laatste vooral romantiek maar ook vernieuwing. Schuivende panelen.
Voor Josephine, die blogt over deze eeuw zijn de verhalen van schrijver Charles Dickens een grote inspiratiebron. Dickens was onderdeel van de opkomende burgerlijke middenklasse in Engeland en zijn verhalen staan vol culinaire thema’s. Tussen 1812 en 1870 veranderde er veel op het gebied van voedselproductie en -bereiding. Ook veranderden de eettijden, de structuur van de maaltijden en het serveren. Eten werd als gevolg van de industriële revolutie voor meer bevolkingsgroepen bereikbaar. En er ontstond een thuiskook-cultus, met kookboeken gericht op de huisvrouw i.p.v. de kok(kin) in dienst.
Aan tafel met Charles Dickens start met Soep, een belangrijke maaltijdcomponent. De schrijver spiegelt het in zijn boek Mr. Fishbone voor alsof een kind de was kan doen, ik bedoel soep kan maken. Niets is minder waar, want het trekken van bouillon was in de Victoriaanse tijd een precies werkje, net als het maken van bouillonblokjes voor onderweg. Misschien verklaart dat de liefde van Engelsen abroad als ze hun obligate pot Marmite meeslepen naar het ontbijt?
De vlees consumptie steeg en als gevolg van de trek naar de stad veranderden eetmomenten, de aanvoer van waren naar de bemiddelde citydwellers. Het lijkt wel dit decennium van de 21e eeuw. Vlees was een statussymbool. Hoe omgekeerd is het nu. Je moet je realiseren, dat dit product niet voor iedereen was weggelegd, maar het kwam meer en meer op tafel, zoals de befaamde Ruth Pinch’s beef steak pudding. Gereons Keuken Thuis heeft in zijn jeugd een tijdje bij M&S gewerkt dus veel van de gerechten doen mij aan de kersttijd denken in dit warenhuis.
In het boek David Copperfield maakt Dickens reclame voor groenten. Gestoofd, gekookt, maar ook salades worden populair en staan hoog op het repertoire van zijn vrouw Catherine. Ik maak een sprong naar de theecultus, voor ons zo vanzelfsprekend verbonden met deze periode. In 1870 was de tea al behoorlijk ingeburgerd als tussenmaaltijd met hartige en zoete knibbles. Wat te denken van de Victoriaanse spunge cake?
Aan tafel bij Charles Dickens besteedt tot slot aandacht aan de keuken van de familie Dickens thuis. Josephine Leeuwenhoek gunt je een sneak view in huize Dickens, waar de service à la Russe al goed was ingeburgerd. Daarmee sluit ik af op deze dinsdag. Dit leuke kookboek is een schot in de roos. Well done, my inner Victorian Josephine!
Aan tafel met Charles Dickens, Josephine Leeuwenhoek (ISBN9789492821096) is een uitgave van Het Zwarte Schaap en kost € 12,50 ( als dat geen leuke surprise is voor onder de kerstboom!)
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
PROVENCE, Alex Jackson. Deze prachtige streek is back on track. In de keuken van SeaSpot ligt nu een kookboek waarmee het heerlijk is nazomeren. Alex Jackson is een self declared francofiel, studeerde Frans in Parijs en verpandde zijn hart aan de Provence en cuisine uit deze streek. Hij begon zelfs een restaurant in Londen, Sardine, waar Provençaalse huiselijke kost de boventoon voert op de kaart. Geen oh la la ingewikkelde gerechten à la Française, maar pure ingrediënten zo van onder de Provençaalse zon. Jackson zorgde hiermee voor een herwaardering van deze keuken in Engeland. Nadat Peter Mayle de Provence onsterfelijk maakte in zijn boek, trokken veel bleekneuzige Britten naar dit deel van Frankrijk om zich te laven aan het mooie leven aldaar. Echter in de jaren negentig verschoof het accent van Frankrijk naar Italië, misschien wel mede door die andere schrijver Frances Mayes, die met haar boek Een huis in Toscane, de deur openzette voor Italië. Maar dit terzijde op deze eerste herfstdag. Alex Jackson geniet dagelijks van de Zuid Franse gerechten, die in wezen niet veel verschillen van de keukens van Ligurië en Catalonië. Verse waar staat voorop, de zee is nooit ver weg, er zijn overal kruiden te plukken en er is olie. Waar boven Valence de keukens zich wentelen in de boter, de Sud Ouest het doet met ganzen- en eendenvet, in de Provence draait alles om olijfolie, het groengele goud voor in de gerechten. En als je alles goed gebruikt proef je als het ware de Provence.
Heel bijzonder is, dat elke maand Jackson in Sardine een zogenaamde Grande Bouffe organiseert, een smikkel- en smul partij rondom een bekend Zuid Frans gerecht. Recepten uit kookboeken, die hij geweldig vindt en koken met de meest mooie ingrediënten. Een echt feestmaal tussen de normaal huiselijke maaltijden, die hij serveert. In aparte hoofdstukken in dit kookboek doet hij zijn werkwijze uit de doeken. Maar nu gaan we de seizoenen, waarin het boek verdeeld is verkennen. PROVENCE start met de lente, waarin er een keur aan verse groenten en fruit is. De eerste tuinbonen, asperges, hopscheuten en sla. Het is feest op de markten. de warme Provençaalse zomer volgt. het jaargetijde waarmee de meesten de Provence associëren. Rijpe meloenen uit Cavaillon, soupe au pistou en lang tafelen in de schaduw. De Barbecues gaan aan en er wordt gepicknickt met pan bagnat. Malin! Een tijd van overvloed.
Gereons Keuken Thuis wil, hoe kan het ook anders op deze 23e september stilstaan bij de herfst van Alex Jackson. Net als voor mij het favoriete seizoen van Jackson. De lucht wordt koeler, een tijd vol noten, truffels, wijnoogst, fruitsoorten, die smachten om te worden verwerkt. Alex Jackson citeert zelfs dichter Keats met de zinsnede “mists and mellow fruitfulness”. Pompoenen arriveren en na de hitte van de zomer wordt het tijd voor steviger smaken. Dat merk je ook in de gerechten van dit najaar, gefrituurde panisse, een kikkererwtensnack, krokante varkensoren met appel-aioli, eekhoorntjesbrood met persillade of fazant uit het veld met druiven en rode wijn. Ik kan de Provençaalse herfst bijna proeven.
Tot slot de winter, de olijfolie is binnen, er wordt volop op gejaagd.Salade maken plaats voor stoofgerechten. Voor een fanatieke kok is de Provence in de winter een paradijs, koken met de dingen die je vindt. Een rijkdom, die de gemiddelde toerist nooit krijgt te zien.
Wat een heerlijk kookboek heeft Alex Jackson met PROVENCE gemaakt, de huiselijke keuken van de Provence. Ik weet nu al zeker, dat zijn gerechten het komende najaar en winter een prominente plek in mijn SeaSpot krijgen. Ik kan de senteurs Provençales nu al ruiken. Met recht een farewell to summer.
PROVENCE, heerlijke seizoensgerechten uit Zuid Frankrijk, Alex Jackson (ISBN 9789461432186) is een uitgave van GoodCook en is on- en offline te koop voor € 25,95
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Waterkersstamppot met Tripel d’Anvers. Tijdens het Grand blogger dinner in juni jl. maakte ik kennis met Brecht Terryn, biersommelier en de speciale bieren van Duvel Moortgat. Een nieuwe uitdaging voor Gereons Keuken Thuis was geboren. Een bieradvies in plaats van een wijntip bij de recepten op mijn blog. Aan de slag dus, als eerste met een bier van ’t Stad Antwerpen. Wie kent nu niet de befaamde bollekes van De Koninck brouwerij, die veelvuldig over de toog gaan in café Den Engel op een hoek van de Grote Markt schuin tegenover het stadhuis van Antwerpen? Toen mijn vader daar nog om de hoek woonde kwam ik er weleens en sedertdien verschijnen er regelmatig bieren van deze brouwerij tijdens de borrel op tafel. Met een stukske abdijkaas van de Ten Katemarkt of een andere snack.
Sinds Gereons Keuken Thuis de Tripel d’Anvers van de Koninck proefde, is dit bier steevast een aperitief geworden. Geschonken in een bokaal, dat je langs de kaaien van ’t Stad voert. Met in de rand de landmarks van Antwerpen, zoals de ranke toren van de kathedraal en Museum aan de Stroom gegraveerd. Een echte Antwaarpse tripel blond en krachtig. De hints van sinaasappelschil en koriander geven dit bier een schwung. Natuurlijk heerlijk bij visgerechten, maar ook bij Midden Oosterse hoemmoes. Ik vind dat de tonen van dit bier mooi matchen met de komijn en look in mijn homemade hoemmoes. Het bier inspireerde mij om erbij een nazomerse waterkersstamppot metTripel d’Anvers te maken. Een variant op een studentengerecht. (wij deden altijd kerrie in de rauwe andijvie stamppot) Het eerste in mijn Belgo-Amsterdamse tripel reeks, want La Chouffe en Duvel, beiden van Duvel-Moortgat volgen dit najaar nog. En zo vertelde Brecht mij, ons Mokumse IJ-bier is ook een loot aan de stam van dit bier concern. Anayway, het wordt stamppot met pittige waterkers en een vleug Bombay spice curry poeder, dat ik ook rijkelijk over de worstjes strooide.
Waterkersstamppot met Tripel d’Anvers
Nodig:
1,5 kg iets kruimige aardappelen
250 g waterkers of veldsla
boter
eidooier
melk
nootmuskaat
peper en zout
Bombay spice curry poeder
8 worstjes van de slager
Bereiding:
Schil, was en kook de aardappelen. Giet de pan af en stamp de aardappelen fijn. Voeg en fikse klont boter, wat lauwe melk, zout peper en een snuif nootmuskaat toe. Meng de waterkers of veldsla er doorheen en een vleug Bombay spice curry poeder. Bestrooi de worstjes met hetzelfde poeder en bak deze in een het boter bruin. Serveer de waterkersstamppot met de worstjes en kerrie-jus en natuurlijk een mooi schuimende glas Tripel d’Anvers.
Tripel d’Anvers is in Nederland te koop bij o.a. de blauwe grootgrutter, supermarkten en slijters.
Noot: dit bier werd mij als sample gestuurd door Duvel Moortgat NL. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Talk & table met Francis Kuijk. Ik ontmoette deze kook en schrijfster voor het eerst dit voorjaar tijdens de presentatie van haar Basisboek Indonesisch in restaurant Happy happy Joy joy in Amsterdam Oost. Gereons Keuken Thuis moet eerlijk zeggen, dat hij deze favoriet uit het programma HHB (Heel Holland Bakt) nooit eerder had ontmoet, noch haar andere (bak)boek had gelezen. Ligt vooral aan mij, ontdekte ik. Waarschijnlijk doordat veel afleveringen van HHB mij ontgaan. Maar dat terzijde. Ook tijdens de presentatie van het boek was er weinig tijd om elkaar te spreken. Wat doe je dan? Je nodigt een schrijver uit voor talk & table. Mijn interesse was gewekt door de Indische of moet ik zeggen Indonesische keuken van de Australisch/Nederlandse vedette met Indo roots. In haar boek legt ze voor leken zoals ik uit, hoe je snel een gezellige maaltijd maakt, want daar draait het om bij Francis. Allemaal samen aan tafel. Maar nu laten we Francis zelf aan het woord in als #herfstgast in een nieuwe aflevering van talk & table. Ik wil alles van haar weten en beloon deze lieve vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijntip.
Wie is Francis Kuijk. Vertel eens iets over jezelf?
Wie ben ik? Een Nederlands-Indische-Aussie, helemaal thuis in ons prachtig kikkerlandje. Een levensgenieter. Ben een mensen-mens met een passie voor heerlijk eten, bakken en koken. Koken boeit mij, maar wat ik net zo boeiend vind is om mensen te zien die het beste uit zichzelf durven te halen.
Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig, naast je nieuwe boek en je nieuwe programma bij MAX?
Mijn nieuwe boek heeft mij tot de zomer behoorlijk bezig gehouden. Maar ik moet eerlijk zeggen dat deze zomer een beetje in het teken heeft gestaan van het verlies van mijn moeder en vooral mijn man. Tijd genomen om tot mezelf te komen. Tijd voor onszelf. De zomerpauze is nu voorbij en er staan allerlei leuke dingen op de agenda; de primeur van het “Basisboek Indonesisch: de Masterclass”, 50+ Beurs, allerlei foodie-evenementen en er komen nog een reeks boeksigneersessies aan. Daarnaast ….. ben ik volop bezig met een nieuw project waar ik nu niet al te veel over mag/kan verklappen 😊.
Vertel eens iets over je interesse in food? Hoe is die ontstaan? Ik las dat jij voorheen als managementassistente en event coördinator werkzaam was en HHB je een zetje in de culi richting gegeven heeft?
Mijn liefde voor koken en bakken is altijd een deel geweest van wie ik ben. Mijn moeder kookte altijd thuis. Ik ben de oudste van zes kinderen. Dus ik hield me altijd bezig met jongere zusjes en broertjes. Maar ik mocht altijd koken en vooral bakken gewoon omdat ik het leuk vond. ….. Ik had sowieso 6 gewillige proefkonijnen. HHB heeft me zeker een zetje gegeven. Ik ben zo’n kookgek, die ieder kookprogramma keek en met receptuur en ideeën aan de slag ging. “Wedstrijd diners” voor mijn gezin …. Gewoon omdat het kon. Ik kon me niets mooiers bedenken om een keer mee te mogen doen. Deelnemen aan het HHB heeft mij geholpen, om in mijzelf en mijn kunnen te geloven. Ik had me wel aangemeld, wilde uiteraard ver komen, maar dacht niet dat ik het kon. Maar ervoor vechten ging ik….. dat zeker. Het programma heeft mij vooral geleerd om lef te hebben om te doen wat in je hart ligt. En na het programma werd dit bevestigd omdat mijn werkgever (waar ik overigens nog steeds werk) mij de gelegenheid gaf om met mijn passie en talenten iets te doen binnen het bedrijf. Ik ben daarom ruim één jaar on tour geweest binnen DSM met de “Deliciously Healthy Roadshow”, waar we niets meer en niets minder deden dan laten zien dat je met kleine aanpassingen gezonder en lekker kan eten. Dit deden we met pop up workshoprestaurants waar we met 20 mensen tegelijk een 30 minuten workshop een paar keer op een dag deden, gevolgd door een Tasting Table. Hoe gaaf is het als je werkgever zo in je gelooft?! Helemaal geweldig.Tegelijkertijd bleef ik ook dicht bij mezelf en met de tijd werd het mij steeds duidelijker dat het geen wat ik echt wil delen toch de Indonesische keuken is. Waarom? Het hoort bij mij. Het is een prachtig exotische keuken en een waar het samen met elkaar zijn en eten delen de basis vormt.
Wil je iets vertellen over de support van wijlen je man, je steun en toeverlaat in deze carrièreswitch?
Mijn man is altijd mijn grootste fan geweest, in alles. En zo lang ik hem ken, bleef hij tegen mij zeggen, “Jouw talenten, en vooral je kooktalenten, daar moet je iets mee. Dat moet je met anderen delen.” En alsof het zo moest zijn, toen ik mee deed met HHB ging mijn man met pre-pensioen. Dus het was eigenlijk van begin af aan dat wij samen op pad gingen.
Wat zou je doen als je één keuze had tussen bezig zijn met koken en bakken en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.
Ooooh, daar kan ik kort over zijn. Ik ging tegelijk de keuken in. Ik heb een heerlijke en mooie afwisselend baan, maar mijn hart ligt echt in de keuken.
In je kookboeken merk ik altijd dat jij heel praktisch kookt. De basis moet worden gelegd en dan aan de slag Hoe doe je dat?
Een ding wat enorm helpt in de keuken is plannen. Als je goed over dingen na denkt en georganiseerd ben, dan is een recept volgen een stuk makkelijker. Daarnaast maakt een schone en opgeruimde werkplek koken niet alleen makkelijker maar ook overzichtelijker. Ook nog iets om in je achterhoofd te houden bij bakken en koken, is dat je over het algemeen anders met koken omgaat dan met bakken. Dit is zeker zo als je een kok bent die “een beetje van dit erbij doet en een beetje van dat”. Bij koken kan je dit namelijk best permitteren. (daarom is Gereons Keuken Thuis niet van het bakken) Ik stimuleer het zelfs, want iedereen kookt naar eigen smaak en kan creatief zijn met recepten. Maar als het om bakken gaat, dan raad ik aan om preciezer te werk te gaan. Bakken heeft vooral te maken met processen, technieken en reacties tussen ingrediënten en elementen. Volg een recept en leer de basistechniek van wat je wilt maken, voordat je met een recept creatief wordt.
Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?
Ik kan eerlijk zeggen dat ik geen minst aantrekkelijke kanten heb ondervonden. Alle fases zijn anders en kosten verschillende niveaus van inspanning. Het lastigste is misschien kwantificeren wat je uit de losse pols doet. Maar dat vind ik niet een “minst aantrekkelijk” iets.
En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?
Ik vond het allerleukste, dat mijn receptuur door een team gemaakt werd en “A” het klopte gewoon, en “B” het werd zo mooi in beeld gebracht. Soms kon ik echt niet geloven dat de beelden mijn recepten waren.
Staan er nog andere projecten op stapel dit jaar?
Jaaaa ….. Maar daar kan ik nog niet veel over zeggen.
Wat vind jij een goddelijke maaltijd?
Ben gek op rendang, daar kan je mij voor wakker maken. Een bord witte rijst, met Rendang geserveerd met atjar komkommer, sajoer boontjes, een beetje bubuk gedelei en emping. Ben ook echt, echt dol op sambal goreng udang, sappige reuze garnalen zijn echt goddelijk inderdaad. Maar ik heb ook persoonlijke voorkeur voor “less is more” dus ik ben minstens zo blij met een bord witte rijst, gebakken tempe, sambal en schijfjes verse komkommer. Yummmmm, ik begin tegelijk te watertanden 😊
Je bent van Australisch/Nederlandse background, met Indische roots een mooie combi. Welke overeenkomsten zie je zelf tussen deze drie achtergronden?
Pffff …. Wat een lastige! Ik kan niet echt zeggen dat ik perse overeenkomsten zie. Wat ik wel kan zeggen is dat in Australië, wat me daar opvalt, is dat de Nederlands/Indische gemeenschap daar elkaar echt opzoekt. Op de een of ander manier zoeken ze de Nederlandse gezelligheid dat altijd gepaard gaat met de Indische saamhorigheid en eten delen met elkaar, in een “relaxed” atmosfeer met het ontspannenheid van de Aussie-Indisch levenswijze.
En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?
Welke wijnen ….. ja… ook weer een lastige. Ik heb hier wel mijn voorkeur over bij het eten. Zelf drink ik en serveer ik bij Indisch eten koud water. Ik vind dat er al zo veel smaken aanbod komen dat een slokje water verfrissend is. Maar ….. “that’s just me”. Mijn man dronk soms graag een biertje bij Indisch eten. Als het puur op wijnen aankomt heb ik toch een voorkeur voor een prosecco of zelfs een champagne, en bij rode wijnen kan ik genieten van een merlot, maar ook een prachtige volle Bordeaux. Ligt aan mijn bui.Ik ben een voorstander van het drinken van de wijn, die je vooral lekker vindt. Dat gezegd hebbende, als ik een meergangen diner van Franse keuken klaar maak, dan ga ik wel uitgebreid aandacht besteden aan welke wijn bij de ingrediënten of gerecht past. Dus …. Alles kan voor mij. (Gereons Keuken Thuis gaat eens nadenken)
Wat lust je echt niet en waarom niet?
Geitenkaas. Het is echt niet mijn ding. Hier word ik ook echt onpasselijk van. Geen idee waarom.
Waarheen ga je het liefst naar op reis?
“First en foremost” naar Australië. Mijn familie woont daar nog en ik houd gewoon heel veel van het land. Vind het echt prachtig en de levensstijl is om van te genieten. Maar mijn volgende reis op mijn wensenlijst is Indonesië. Ik ben er wel eens eerder geweest, maar ik zou nu echt willen gaan om een culinair reis te maken gecombineerd met het opzoeken van de plaatsen waar mijn moeder vandaan komt.
En misschien een rare vraag. Is er een truc om Indisch eten niet te laten mislukken, bij mij wordt bijvoorbeeld de nasi goreng altijd te klef of sommige dingen te pittig?
Oooh, er zijn zo veel trucjes en op zo veel gebieden. Maar even antwoord op jouw vraag dan … Nasi: er zijn verschillende manieren om te zorgen dat je nasi niet klef word. De eerste-hulp oplossingen zijn, (a) gebruik koude rijst, (b) gebruik rijst met een lange korrel, (c) doe er geen taugé of vochthoudende groenten in, (d) zorg dat je wok goed heet is. Pittig ja/nee? Begin met je pepers proeven. Die zijn per seizoen en ras anders.
Wil je nog iets anders vertellen….delen?
Jazeker alleen is het niet iets culinairs; “You know all the things you’ve always wanted to do? Do them”. Als ik iets mag doorgeven aan een ander, is dit het wel. Vind het geen waar je blij van word en doe dat. Een blij en gelukkig mens kan veel meer aan in het leven, en het leven heeft veel om van de genieten als we het maar durven.
Het recept voor Francis Kuijk:
Dank je wel Francis voor de heerlijk openhartige antwoorden. En het delen van je visie. Inderdaad moet je soms doorzetten met je plannen. En… met de steun van je naasten. Natuurlijk nooit zonder lekker te eten. Look what has become of you. Een mix van waar jij voor staat. Het inspireerde mij mijn all time #alfresco favoriet te herzien en er een draai voor jou aan te geven. Mijn ribbetjes kunnen zo op de BBQ, of je laat ze als het buiten in dit kikkerland te koud is, langzaam garen in de oven. De wijn erbij, hoe kan het ook anders is geen merlot rood, noch een bubbel, maar een volvette chardonnay van Hardy’s, Souteastern Territories, maar heerlijk biertje Tripel d’Anvers van brouwerij De Koninck met hints van koriander en citrus is ook een fijne match.
Nodig:
1,5 kg ribbetjes of krabbetjes
4 el kikkoman sojasaus
3 el rijstazijn
3 el ketchup
3 el ketjap manis
1 el honing
2 tl gemberpoeder
2 tl korianderpoeder
2 tenen knoflook geperst
3 tl sambal badjak
3 el olie
peper en zout
koude rijst
1 limoen
Madras kerrie.
Bereiding:
Doe de ribbetjes in de oven op 180 graden en laat ze in 45 minuten gaar worden. Giet het overtollige vet en vocht af en laat afkoelen. Maak een marinade van alle ingrediënten hierboven en smeer de ribbetjes ermee in. Zet de oven op 180 graden en bak het vlees in een half uur of langer af. Barbecueën buiten mag natuurlijk ook. Als je de oven lager zet kun je de ribbetjes langer garen. Serveer de ribbetjes met wat curry spice limoenrijst. Gebruik hiervoor 4 koppen gekookte rijst de rasp en sap van een limoen en flink wat kerrie Madras poeder. Bak het geheel kort aan, maak op smaak met peper en zout en serveer bij de ribbetjes. Erg lekker bij deze ribs zijn pickles, die je maakt op de Japanse tsukémono wijze. Komkommer overnight gefermenteerd zou niet misstaan.
Vijgendessert van gastblogger Meggy. De herfst staat voor de deur en dat betekent, dat er gewerkt maar ook genoten kan worden in de idyllische tuin in Vaassen van mijn (school)vriendin Meggy Timmer-Oostdijck. Zij woont daar samen met man en zoon. Een lusthof vol fruit, noten en bessen. Meggy geniet er met volle teugen van. Maar het is ook de plek, die ze graag met anderen deelt. Achterin is haar tuinhuis, gebouwd voor coaching en creatieve workshops van deze veelzijdige vrouw. Met ziel en zaligheid een mooiere naam was er niet te verzinnen voor haar praktijk. Of wat te denken van een stiltewandeling in de natuur? Waar verbondenheid bovenaan staat. Maar nu genoeg, gisteren stuurde Meggy mij dit heerlijke nazomerse dessert. Klaar in een handomdraai om het najaar alvast te vieren. Muchas gracias Meggy!
Vijgendessert van gastblogger Meggy. “Ik geniet altijd heel erg van de nazomerdagen in de tuin. Ochtenddauw, een heel aangenaam zonnetje en dan een kopje koffie op het terras met de blote voetjes in het gras. De eerste appels zijn geperst tot sap, de stoofperen alweer heerlijk gestoofd in rode wijn met kaneel en suiker en de hazelnotenoogst moeten we dit jaar echt delen met al die eekhoorntjes. Nog een paar bramen voor in de Griekse yoghurt met granola, een paar takjes druiven voor bij een kaasplankje, echt genieten van de oogst uit eigen tuin. Van de markt nam ik een paar rijpe vijgen mee en maakte er een heel simpel toetje van dat ik graag deel. Het is een echt najaarsdessert.”
Op de vraag van Meggy, welke wijn erbij, suggereer ik een Rivesaltes ambré, okergeel van kleur door de rijping op eikenhouten vaten.
Nodig 2 personen:
3 rijpe vijgen
flinke klont roomboter
grote eetlepel goede honing van de imker
Bereiding:
Doe in de steelpan de boter en de honing en verwarm dat, doe de stukjes vijg erbij en laat het 5 a 10 minuutjes rustig sudderen zodat de smaakjes kunnen vermengen. Serveer er een bolletje ijs bij of hangop en doe er wat nootjes of granola over heen. Smakelijk!
Let op:
Op 28 september en 12 oktober a.s. verzorgt Meggy weer workshops intuïtief tekenen & schilderen, de zondag 13 oktober een mooie stiltewandeling en ja, ik mag het al aankondigen: een workshop Kerst zonder stress….. op 9 december! Werp een blik in de agenda op de site van Met Ziel en Zaligheid.
Handboek voor mensen, die hun kamerplanten altijd dood laten gaan. Als dat geen mooie titel is voor een boek. Een probleem, dat veel mensen tegenkomen, zeker in deze tijd, waarin het hipster is om van je huis een urban jungle te maken, of je nu groene vingers hebt of niet. Jelmer de Boer, die ik aanvankelijk kende als foodschrijver, evolueerde via een reisboek tot nu groene plantenschrijver. Jelmer trapt af met wat bespiegelingen over leven. Alles in het begin is makkelijk, totdat je meer leert en erachter komt dat je nooit alles zult begrijpen. Hoe waar! Met kamerplanten is het niet anders. Je koopt een hippe plant en zet hem in huis, geeft hem water en licht, piece of cake zou je zeggen. Maar niet heus. Je plant gaat dood en het kost je veel moeite om hem in leven te houden. Onlangs verhuisde ik zelf een wat wegkwijnende baobab vanuit Amsterdam naar SeaSpot. Het beestje veerde op en baadt nu in het licht van de zee.
Handboek voor mensen, die hun kamerplanten altijd dood laten gaan. is bedoeld voor de teleurgestelde plantafficionado. De Boer wilde geen glossy boek schrijven maar de oprechte plantenliefhebber aan de hand nemen in de verzorging van de plant, een levend wezen, dat velen in hun huiskamer en elders hebben staan. De werking van planten en het beantwoorden van waaromvragen? De urban jungle, waar tegenwoordig veel millennials graag in gedijen is als biotoop helemaal niet geschikt voor de Hollandse huiskamer. Je zult je dan ook niet snel een Mowgli wanen. Veel planten worden gekweekt in lichte warme Hollandse kassen. Een jungle thuis is per definitie niet maakbaar.
Waarom hebben mensen planten in huis? In wezen geen relevante vraag, want dat is nu juist de crux van een hobby. Er zijn vele redenen te noemen waarom je een plant in huis neemt, van luchtzuivering tot decoratie. Jelmer de Boers voorouders hadden geen musa (bananenplant) in hun Drentse stede. Hij verhaalt over het ontstaan van de kamerplant, de moeilijke namen en veredelaars, waardoor dit product uiteindelijk als object in ons midden komt. De geografie van planten komt aan bod, de biologische factoren, van wortels tot stengel. Zelfs CO2 opslag vermijdt de schrijver niet. Hierna gaat hij aan de slag met plantensoorten en hun (eigen) aardigheden.
En dan komt het belangrijkste deel: DE VERZORGING, want je wilt toch niet dat je plant, die zo’n belangrijk onderdeel van je habitat is, doodgaat. De Boer geeft aankooptips, watergeeftrucs en gaat in op de functie van veel of weinig licht. Allemaal heel handig om te weten. En wat geef je zo’n fijne plant nu te eten? Eens in de zoveel tijd moet je plant verpot worden. Logisch, jij koopt toch ook weleens nieuwe kleren als je afgevallen of aangekomen bent? En de kapper bezoek je ook regelmatig. Ook wil een plant zich net als den mensch reproduceren. Handboek voor mensen, die hun kamerplanten altijd dood laten gaan gaat er uitgebreid op in.
Tot slot besteedt Jelmer de Boer aandacht aan ziekten en rampen met je kamerplant, het voorkomen ervan, zodat je langer kunt blijven genieten. Ik vind Handboek voor mensen, die hun kamerplanten altijd dood laten gaan een heerlijk boekje zonder veel visueel geweld (hoe haakt dit aan bij de plaatjesgerichte millennnial?), maar vol praktische weetjes. Een fijne aanwinst in mijn urban jungle!
Handboek voor mensen, die hun kamerplanten altijd dood laten gaan, Jelmer de Boer (ISBN 9789461562531) is een uitgave van Bertram & de Leeuw en kost € 16,95
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Reacties laden....
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.