Opzij cupcakes, opzij nieuwerwetse fratsen, in papiertjes met hartjes, met glazuur, met crèmes en in allerlei kleurtjes. De madeleines komen eraan! De oermoeder van alle cakejes. Geen gedoe, maar gewoon bedacht door ene Madeleine uit een dorp in Lotharingen. Zij bakte ze in een schelpvorm voor de afgezette Poolse koning Stanislas, die in 1738 de hertog van Lotharingen werd. Zoals zovelen tegenwoordig was hij een echte cake adept, want behalve de madeleine wordt ook de baba au rhum aan Stanislas toegeschreven. Hij liet de traditionele kugelhopf cakejes drenken in Malaga wijn. En noemde deze Moorse cakejes Ali Baba.
Ook een andere Bekende Fransman (heet dat zo?) uit de negentiende eeuw had iets met de madeleine. Marcel Proust doopte ze in zijn jasmijn thee, terwijl hij gezeten op het terras van een hotel in Cabourg mijmerde over deze cakejes als metafoor in zijn grote werk “à la recherche du temps perdu”. Op zoek naar de verloren of is het de in te halen tijd? Die vraag kun je stellen. Daarom bombardeer ik de madeleine tot vervangster van de cupcake. En waar ga ik ze in dopen? Dat heb ik al bedacht. Een stroperige, donkerbruine, zoete PX sherry. En dan maar mijmeren.
Nodig 12 stuks
bakblik in schelpvormpjes (Carrefour)
2 eieren
merg van een vanillestokje
125 gram fijne suiker
100 g witte gezeefde bloem
125 g boter
1/4 tl bakpoeder
1/2 el citroenrasp erg fijn
Bereiding:
Verwarm de oven voor op 200 graden. Meng in een kom de eieren, citroenrasp en vanille. Voeg beetje de suiker toe terwijl je met een garde blijft kloppen. Klop het geheel tot een mooie massa. Na vijf minuten kan het meel en bakpoeder er beetje bij beetje bij. Klop tot een luchtig deeg. Als laatste kan de gesmolten en afgekoelde boter er door worden geroerd.
Vul de schelpvormpjes met 2/3 beslag. Bak de madeleines ongeveer 10 à 12 minuten. Als de randjes loslaten zijn ze gaar. Snijd de cakejes los en laat afkoelen.