Ma Bourgogne

 foto: bourg de Mancey

Ma Bourgogne, vorig weekend reed Gereons Keuken en Route weer eens over de dreven van Bourgogne du Sud. Te lang geleden. Noem het een recherche du temps perdu , met op elke hoek en in elke bocht een anekdote of verhaal. Behalve een inspiratievijver voor mijn food & wineschrijfsels stond in deze streek ook de wieg van heel wat figuren uit mijn sprookjes. En ja, het kasteel van Royer bestaat echt, dicht getimmerd en verwaarloosd, maar nog steeds bezit van een rijke Lyonese familie. Overbuurvrouw Madeleine, parisienne van oorsprong, kwam als jonge vrouw in dienst bij het kasteel en bleef hangen in de streek rond Tournus. Ze is inmiddels 97 en het weerzien afgelopen zaterdag was een groot feest. Alsof de tijd had stilgestaan, maar dat doet het ook in dit soort dorpjes.

 foto: in de keuken van Madeleine.

Ma Bourgogne, streek voor mij van de rots van Solutré, die boven de wijnstad Mâcon uitsteekt, de abdij St. Philibert in Tournus, een slaperig stadje aan de Saône en de wijngaarden van Mancey, Chardonnay, Viré en Pouilly Fuissé, die wit van de chardonnay druif voortbrengen en rood van gamay en pinot noir. De laatstgenoemde druif wordt ook gebruikt voor de bruisende crémants, die door de Vignerons de Mancey worden gemaakt.

 foto’s: wijnstad Mâcon.

In oktober weekenden gaan de mannen uit de dorpen op pad in een oranje hesje. Er worden borden langs de wegen gezet met de tekst: Attention chasse! Drijfjacht op everzwijnen. Afgelopen zaterdag zag ik ze weer bezig. Ik was nieuwsgierig of Théo inmiddels ook bij de troupe de chasseurs behoort, maar waagde het niet uit de auto te stappen. Stel je voor dat ik aangezien zou worden voor het objet du désir, waarnaar deze mannen zo druistig naar op zoek waren. En op een schot hagel in mijn billen zat ik niet te wachten.

 foto: Mancey aan de voet van de heuvel.

Ik had wel weer langer willen blijven, maar la rentrée lonkte, nieuwe kookboeken, de herfst in Gereons Keuken Thuis en mijn praatje over eten bij June tot 12 op NH radio. Het ochtendzonnetje schijnt de woonkamer binnen en buiten kan nog net al fresco worden geluncht. We boffen maar met deze beetje Bourgondische nazomer, zoals ik deze ken uit ma Bourgogne. Licht frisse ochtenden en als de zon dan de huizen, gebouwd van gestapelde stenen beschijnt warmt het dorp op en is het heerlijk buiten vertoeven.

 foto’s: Tournus ville

Lunchen met een kop warme uiensoep of een lekkere hartige cake van de monniken van het pelgrimspad, dat boven op de Col des Chèvres loopt en de verbinding was tussen Cluny en de wijngaarden en kloosters van de Côte d’Or. Warme herfstlunch. Uiensoep, vandaag in de kom en morgen bij NH radio. De smaken van ma Bourgogne. We drinken er een glas passetoutgrain bij uit Dulphey.

Nodig:

1 kg uien

50 g boter

2 el olijfolie

2 takjes tijm

1 takje rozemarijn

1 el mosterd

1 liter runderbouillon (vers of van blokje)

1 glas rode wijn

1 laurierblaadje

stokbrood

geraspte oude kaas of Gruyère

gehakte peterselie

peper en zout

Bereiding:

Pel de uien en snijd ze in grove stukken. Verhit de boter en olie in een diepe pan. Voeg de uien toe en laat op laag vuur in een kwartier glazig worden. Zet het vuur hoger en bak de uien in circa 10 minuten bruin. Blus af met een glas rode wijn. Voeg de mosterd, tijm en rozemarijn toe. Als laatste de warme runderbouillon. Laat het geheel nog zeker een half uur pruttelen. Voeg naar smaak nog wat peper en zout toe. Snijd plakken van het stokbrood en leg deze bestrooid met de kaas kort onder de grill. Serveer de Franse uiensoep in diepe kommen met het stuk stokbrood erin. Strooi er wat fijngehakte peterselie overheen.

Het Franse Kookatelier

 foto: cover Het Franse Kookatelier

Het Franse Kookatelier. Beaune in het midden van de Côte d’Or. Ik kom, of beter gezegd, kwam er graag, in deze middeleeuwse Bourgondische wijnstad. Voor de wijnen van domaine Petitot net buiten de stadsmuren, de mosterd van Fallot en de kazen van Alain Hess. En niet te vergeten om leuke hebbedingen te kopen in de boekhandel tegenover het Hospices de Beaune. Stuk voor stuk mooie culinaire adressen. En ik kwam er voor de sfeer, rond de Hospices met zijn torentje en Vlaamse tegeldak, de markthallen of om een hapje te eten. Maar al weer 3 jaar geleden vond ik het, tijdens mijn laatste bezoek aan Beaune op weg naar het zuiden, iets te veel. TROP!!!! Te veel touringcars, toeristen en rumoer. De stilstaande tijd is voorbij. In Amsterdam wordt geklaagd, maar moet je dit eens voorstellen in zo’n kleine stad. Gelukkig verdwijnen aan het einde van de dag de hordes en keert de Bourgondische calme, zoals beschreven in het mooie boek Het Franse Kookatelier weer terug. Dat is waar moeder en dochter hun bestaan in het Amerikaanse Arizona voor verruilden.

Tijdens haar schooltijd in Phoenix ontwikkelt dochter Kendall een coup de foudre voor de Franse taal en cultuur. Zij verkast naar Parijs, volgt een vinologencursus en belandt als employée bij Amerikaanse wijnkoper Kermit Lynch in Beaune.  In de tussentijd is moeder Marjorie met succes aan het kokkerellen geslagen in Phoenix. Uiteindelijk mist ze haar dochter en verruilt ze Arizona voor de Bourgogne, met als bagage wat kookboeken en de hond.

Niets doen kan moeder Marjorie niet en alras is het idee voor een kookstudio, The Cook’s Atelier geboren. De dames startten in een klein appartement in het stadje, maar al snel is er  meer ruimte nodig en verhuizen ze naar een droom van een pand in de Rue de Lorraine, waar naast de kookstudio ook een winkel en een heuse cave aux vins zit, bestierd door de echtgenoot van Kendall, die ook voor de Provençaalse touch zorgt in het geheel. Het is allemaal heel idyllisch, het oude pand, de eetzaal via de 17e eeuwse wenteltrap, koken met koperen pannen en antiek kookgerei. Het boek leest daarom een beetje als een sprookje en dat is kennelijk wat de dames voor ogen hebben. De prachtige plaatjes van de batterie de cuisine in het gelid, messen, koperen pannen, het oerklassieke fornuis. Een droombeeld van Frankrijk en voor de lieve somma van € 295,00 p.p. ga je met de dames een ochtendje naar de markt, om daarna een lunch van 7 gangen te bereiden. (een weekprogramma kost, schrik niet, 4500 Euro)

En dan het koken. In het boek Het Franse Kookatelier wordt niet over een nacht ijs gegaan. Alle seizoenen komen voorbij, gerechten, producten, wijnboeren en la vie campagnarde. Gereons Keuken Thuis vertoefde vaak in deze contreien (afgelopen week nog) en kan als het ware de gerechten in het boek ruiken en proeven. Het is nu herfst en tijd voor cèpes. Dus serveren Marjorie en Kendall deze paddenstoelen op toast, gevolgd door pompoensoep met beurre noisette, als hoofdgerecht een eendenborst met knolselderij en cantharellen. Toe is er een tarte Tatin met pruimen. De recepten zijn voor acht tot tien personen. Ik denk dat dat ligt aan het aantal gasten per kookworkshop. Gewoon door twee delen dus, als je voor 4 kookt.

Net terug komende van mijn congé annuel kan ik niets anders zeggen dat Het Franse Kookatelier een heerlijk (kook) boek is om mee op de bank voor je Bourgondische haardvuur te gaan zitten. (of naast de CV in Holland) Een boek vol charme en terroir, met leuke eenvoudige recepten en voorzien van kookadviezen. Ik zou zeggen schenk een glas stevig rood uit de Côte d’Or in en stap in de wereld van Het Franse Kookatelier.

Het Franse Kookatelier, Marjorie Taylor & Kendall Smith Franchini (ISBN 9789000361229) Is een uitgave van Het Spectrum en is on – en offline te koop voor € 39,99.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Talk & table, Koken met Karin.

 foto: Karin op haar website.

Wie kent Koken met Karin nu niet? De ongekroonde antipakjes en zakjeskoningin. Wekelijks ontleedt zij in Trouw een nonsense product. Van Griekse kofta via boerenomelet tot Limburgse aspergesoep. Karin laat zien dat het ook allemaal anders kan. Zonder veel moeite en met groot effect. En gelijk heeft ze. Met een pakje of zakje koopt de consument veelal een recept, een berg zout en additieven. Ze schreef er al heel wat succesvolle boeken over. Daarnaast verscheen deze zomer opnieuw haar Handboek Oven, met praktische tips. In de zomer? Ja juist schuif je gewoon je gerecht in de oven terwijl je geniet van een glas wijn in de avondzon. Zo makkelijk maakt Karin Luiten het. En dan de leuke illustraties? Een ideale zomergast voor mijn serie Talk & table. Ik wil alles van haar weten en beloon deze veelzijdige vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijnsuggestie.

Wie is Karin Luiten. Vertel eens iets over jezelf?

Ik ben kookboekenschrijver en culinair journalist. Altijd bezig met lekker eten en vooral hoe je dat zo appetijtelijk mogelijk opschrijft.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?

Ik ben net terug van 5 weken vakantie, dus ik moet er weer een beetje inkomen. Maar ik heb in de Franse hangmat wel liggen mijmeren over mijn volgende (dertiende) kookboek, ik heb enorm zin om daar aan te beginnen.

Vertel eens iets over je interesse in food? Hoe is die ontstaan?  Wat deed je voor je ging schrijven over eten?

Mijn moeder had een pesthekel aan koken, dus het was heel lang eigenlijk geen issue. Tot ik na mijn middelbare school een jaartje au-pair naar Franstalig Zwitserland ging en ik elke dag geacht werd te koken voor 3 kinderen. Ik ben maar gewoon begonnen, met behulp van kookboeken en kooktijdschriften, en ik bleek het ontzettend leuk te vinden. En daarna was het hek van de dam. Ik weet nog goed mijn eerste Michelin-restaurantervaring, bij Christophe in Amsterdam: wauw! Dat eten zó kan smaken! Toch was ik realistisch genoeg om al snel in te zien dat kok worden niet mijn roeping was, dat is zo’n specialisme. Ik ben talen gaan studeren, daar was ik veel beter in, en dat leidde tot een baan bij de opera (elke dag 5 talen spreken, heerlijk!) en daarna bij een uitgeverij voor sponsored magazines, waar ik juist weer leerde communiceren in mijn eigen taal.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.

Restaurateur leek me altijd geweldig, en dan bedoel ik niet de horeca, maar iemand die minutieus maandenlang schilderijen of oude fresco’s in kerkjes zit te restaureren met een penseeltje.

Bij jouw stukken, op social media en in je kookboeken merk ik altijd dat jij niet over één nacht ijs gaat, geduldig probeer jij alles uit. Ik zelf ben impulsiever  Hoe doe je dat?

Recepten moeten kloppen, dat vind ik het allerbelangrijkst, naast uiteraard dat het lekker moet wezen. Als ik voor mezelf kook doe ik natuurlijk ook maar wat, dat luistert niet zo nauw, maar als je een gerecht de wereld instuurt met de bedoeling dat andere mensen het ook gaan maken, dan is het werkelijk mijn eer te na om recepten te publiceren die niet kloppen. Het is tenslotte mijn beroep. Wat niet wegneemt dat er natuurlijk toch af en toe een foutje insluipt, dat er bijvoorbeeld een knoflookteen uit de ingrediëntenlijst zoek raakt in de beschrijving of andersom, tja, het blijft mensenwerk natuurlijk. Maar dan baal ik wel. Online is het makkelijk, dan kun je het snel corrigeren, bij een boek moet je wachten op de eerstvolgende druk.

Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?

Haha, are you kidding? Een kookboek maken vind ik heerlijk! Van begin tot eind, van bedenken tot koken, van testen tot tekenen, van corrigeren tot vormgeving bijsturen. Eigenlijk vind ik het pas lastig worden als het gedrukt en af is, want dan moet het aan de man gebracht worden. Hoe ga ik in hemelsnaam 18 miljoen Nederlanders overtuigen dat ze toch echt mijn boek willen hebben? Dat is elke keer weer een zorg.

    foto’s: covers boeken van Karin.

En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?

Zie vorige vraag. Het is heel veelzijdig, ik kan er al mijn creativiteit in kwijt.

Kun je wat vertellen over de illustraties in je boeken en bij je blogs? Heb je altijd al getekend?

In mijn laatste baan kreeg ik bij functioneringsgesprekken steevast kritiek dat ik tijdens vergaderingen altijd het A4-tje met de agenda helemaal zat vol te tekenen, dat vonden ze een teken van desinteresse. Uiteindelijk nam ik maar geen pen meer mee naar vergaderingen. Ik moest daar echt weg, maar wat moest ik dan gaan doen? Alleen koken en tekenen vond ik leuk, maar wat kon ik daar nou mee? Tot een vriend suggereerde om die twee te combineren in een website met recepten en tekeningetjes.

Je handelsmerk is rood, al dan niet met witte stippen of blokjes, hoe is dat zo gekomen?

Ik tekende altijd met een zwart stiftje, maar dat werd op mijn website zo saai. Ik wilde geen waaier aan kleuren, dan werd het te kinderachtig, want laten we wel wezen, zo goed kan ik nou ook weer niet tekenen, haha, dus ik koos voor één steunkleur. Mijn favoriete kleur was rood, dus zo gezegd, zo gedaan. Al bleek het nog best lastig, want hoe teken je een bordje met sla als je alleen zwart en rood tot je beschikking hebt? Vandaar de neiging om met rode accenten te werken: gestreepte bordjes, gestippelde schaaltjes, glaasje (rode!) wijn erbij. Aanvankelijk had ik alleen maar illustraties op mijn website, maar intussen heb ik het tekenen een beetje los gelaten en doe nu meer met foto’s. Zeker in kookboeken werkt dat toch gewoon veel beter.

 foto: #fotomomentje tijdens boekpresentatie.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd?

Dat vind ik net zo’n onmogelijke vraag als ‘wat is je favoriete recept’. Het bijzondere van eten is dat er 1001 mogelijkheden zijn, het is maar net in wat voor bui je bent en wat daar het beste bij past.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Ik ben in het algemeen meer een wit-liefhebber. Fris en geurig, daar hou ik van, denk Grüner Veltliner, Rueda, dat spul. Maar de allerlekkerste witte wijn vind ik Condrieu. Alleen voor speciale gelegenheden, met een hele mooie vis erbij.

Wat lust je echt niet en waarom niet?

Zuurkool. Jekkiederrie. Als kind vond ik het al stinken. Als ik thuiskwam en rook dat mijn moeder zuurkool aan het maken was, maakte ik meteen rechtsomkeert en ging bij een vriendinnetje eten. Intussen weet ik rationeel wel dat zuurkool misschien best lekker kan zijn, mits gemaakt door een echte vakman, maar ik vind het stiekem wel prettig overzichtelijk om hardnekkig vast te houden aan die éne antipathie. Voor de rest eet ik namelijk alles.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

Frankrijk is altijd fijn en vertrouwd, maar vlak ook Azië niet uit, daar speelt eten en de versheid van ingrediënten zo’n belangrijke rol. Vooral in Vietnam heb ik zo heerlijk gegeten. En vorig jaar was ik in Japan, dat was culinair gezien ook een openbaring. ‘Oh, sushi zeker?’ vraagt iedereen dan, maar die heb ik in een maand tijd welgeteld twee keer gegeten. Er is zo ontzettend veel meer!

Je bent ook een Facebookpagina gestart als reactie op de challenge van Honig, de 365 dagen zonder pakjes en zakjes pagina? Hoe is de respons?

Ik krijg veel reacties, maar vooral van mensen die óók niks met pakjes en zakjes hebben. Natuurlijk hoop je vooral de mensen te bereiken die wél Honig-adept zijn, om ze te kunnen laten zien hoe het anders kan. Een beetje zendingsdrang heb ik toch wel in me… En de vele enthousiaste reacties van ‘bekeerlingen’ sterken me daarin gelukkig. Dat neemt niet weg dat Honig gewoon doorgaat met z’n malle challenge, al heb ik viavia wel vernomen dat ze mijn tegenactie niet leuk vinden. Gna gna.

Wil je nog iets anders vertellen….delen?

Lieve mensen, van mij mag je alles eten wat je wilt, wie ben ik om je dingen te ontzeggen als jij iets lekker vindt? Ik zeg alleen: het leven is te kort om vies te eten. Onthou dat als je de eerstvolgende keer vreugdeloos een bremzoute magnetronmaaltijd zit weg te lepelen.

     foto’s: trawlers, au marché.

Het menu.

Dank je voor de leuke antwoorden, Karin! Deze keer ga ik niet voor een recept maar voor un petit menu, want het was me alras duidelijk dat jij net zo een Frankrijk adept bent als ik. De campagne verkennend, op pad door de hypermarché en dwalend over de markten. Een menu du jour dus met een visgerecht uit Normandië, een verrine als voorafje (ik weet dat jij van leuke blikjes houdt) en iets met chocolat uit de oven toe. Allemaal lekkere recepten uit mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis. Dan de wijnen, voor bij de astuce een mooi chenin blanc uit de Loirestreek, bij het hoofdgerecht een zuiderse picpoul de pinet uit de Languedoc en bij het dessert,  een moelleux au chocolat een glas Banyuls. Bon Appétit!

Verrines de thon au fromage blanc.

Nodig:

1 blikje tonijn op water, uitgelekt

1/2 pot fromage blanc of kwark

1/2 potje crème fraîche

kappers uitgelekt

peper

zout

1 el olijfolie

dragon

Bereiding:

Maak de tonijn fijn met olie en zout, voeg de dragon toe en de crème fraîche/ kwark. Pureer alles tot een mooie gladde mousse. Voeg de kappers en peper naar smaak toe en vul hiermee een glas of potje. Serveer met geroosterd volkorenbrood in, gesneden in  smalle reepjes.

   foto: met vis kun je zoveel doen


Aumônières de la mer.

Nodig:

1 kg mosselen

400 g witvis, kabeljauw of koolvis

200 g grijze garnaaltjes

4 el crème fraîche

3 draadjes saffraan

1 bosje peterselie

1 tl Maïzena

peper en zout

4 grote koolbladeren

1 kop diepvrieserwtjes

water

bindtouw

Bereiding:

Was de mosselen goed. Verwarm in een grote pan een kop water met wat zout. Doe de mosselen in de pan en laat ze in ongeveer vijf minuten openen. Haal de mosselen uit de pan en laat ze iets afkoelen. Haal het mosselvlees uit de schelpen en zet apart. Zeef het kookvocht. Snijd de witvis in repen.

Meng de crème fraîche met saffraan, peper, zout en gehakte peterselie. Los de Maïzena op in het mosselkookvocht en meng dit door de crème fraîche. Breng het mengsel aan de kook in een pan en voeg de stukken vis en erwtjes toe. Als het te dik wordt kan er wat kookvocht bij. Als laatste voeg je de mosselen en garnaaltjes toe. Was de groene kool bladeren en kook ze ongeveer 10 minuten in gezouten water. Leg op elk koolblad een flinke schep van de visragout en bind de bladeren dicht met wat keukendraad. Doe de buidel terug in de pan met het water van kool en kook nog ongeveer 10 minuten.

Serveer de aumônières met in gezouten Normandische boter gebakken aardappeltjes.

  foto: coöperatie Banyuls.

Moelleux au chocolat met Banyuls.

Nodig:

2 grote eieren

25 g suiker

snufje zout

100 g pure chocolade

100 g boter

30 g bloem

4 ramequins (ronde ovenschaaltjes)

boter om in te vetten

bloem om te bestuiven

gezeefde poedersuiker ter decoratie

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 200 graden. Eieren met de suiker schuimig kloppen. Meng de bloem en het snufje zout er doorheen. Boter en chocolade samen au bain marie smelten. Eiermengsel toevoegen en alles glad roeren. Ramequins invetten en met bloem bestuiven. mengsel over bakjes verdelen. De ramequins 12 minuten in de oven bakken en beslist niet langer. Dat is wat mijn vriendin Sofoula uit Haarlem altijd zegt!  De ramequins op bordjes omkeren en bestrooien met poedersuiker. Eventueel garneren met gedroogde abrikozen of sinaasappelkonfijt in stukjes.

  foto: cover het grote ovenboek.

Talk & table David and Stephen Flynn.

 picture: David and Stephen Flynn.

Earlier this year I met the two guys Stephen and David Flynn for lunch at the INK hotel in Amsterdam. They were in the Netherlands to cook from their wonderful cookbook World of  Happy Pear. Later that week I talked about these twins on local radio. About vegan and vegetarian cooking and being a happy pear.  Because that’s their starting point. Healthy food and an early morning’s dive into the sea provide happiness. The Flynn brothers are invited to be my next summerguests in my series Talk & table. Based on the answers they give, I will conceive a recipe, that will please them and my readers. I suppose that it will have a vegetarian and Dutch twist. Needless to say I will add a personalized wine pairing suggestion.

Who are David and Stephen Flynn and what would you like to share with us? 

We are identical twins from Ireland. We started our business 14 years ago to create a happier and healthier world and build community. Our business – The Happy Pear – started out with Dave, Steve and a little red van. Today there are around 170 people with us and we have three wholefood cafés; two food stores; a sprout farm producing wheatgrass and healthy living, organic sprouts and microgreens; a Happy Pear branded food manufacturing and distribution business producing award-winning products (we have almost 30 products in around 1,000 Irish retailers and six products in the UK in Waitrose supermarkets); a coffee roastery producing hand roasted Happy Pear coffee; and a fermentation kitchen producing a variety of delicious fermented foods. We also have three bestselling cookbooks and a combined online and social media reach of around a million.  We love what we do every day and we are passionate about it. The business was conceived to create a happier and healthier world and it’s very much why it exists nowadays. 

You have built quite a business with Happy Pear, it is all so joyful. What is up til now your most impressive project?

 Like anything, there are ups and downs, sunny days and rainy days, which are just part of life. As a whole, it’s phenomenal and wonderful and we adore it, and we couldn’t do anything else. We’re very fortunate and content because it’s our passion and what we love. However, it is important to have more challenging days too because they make you appreciate the good days even more. Our most impressive project is the business itself and the community we’ve built. We love the team we work with. We have an amazing team of people from many different countries of the world and we’re very proud of that and grateful for the community aspect of our business. Our community is far-reaching and includes our online community, the community around our cafes in Greystones and Clondalkin, as well as the broader community of like-minded people who are interested in eating better, moving more, and being better versions of themselves. 

Nowadays you are a culinary phenomenon  How did you learn to cook? And where started your ambition to cook vegetarian?

We grew up eating a standard meat and two veg diet. It was only when we went abroad that we changed our diets becoming vegetarian and then vegan/plant-based. Now we eat a whole food and plant-based diet and we have done so for about 16 years now. We started our business with a fruit and veg shop and we were obsessed with fruit and veg and how to cook with them. When we first opened our business there were no vegetarian or vegan cooking courses – they were considered quite niche here in Ireland. The only accessible cooking courses at the time were traditional French cooking courses, based around meat and dairy products, and this wasn’t what we were interested in doing. So, when we decided to open our own café we hired a chef called Doreen Palmer and she had about 30 years of experience as a vegetarian chef and she used to teach cooking. We trained under Doreen and one of the best ways of learning how to cook is to open your own restaurant because if your food isn’t very good you have no customers! We quickly learned how to cook, to cook well, and to cook for lots of people.  

Steve: “I was in Whistler in Canada and I changed my own diet to become vegetarian and through that experience, I discovered that I was fascinated with cooking. It’s a cool, party ski resort and all I wanted to do at the time was cook vegetarian food!” Dave: “I was in South Africa and I had a similar experience and changed to a vegetarian diet around the exact same time. It’s a twin thing!”

     pictures: Lunch with Happy Pear at INK Hotel, Amsterdam

You both  invest a lot of energy in defining new dishes and translating your experiences all over the place? The Happy Pear is more than just Veggies, it seems to me that it is a total lifestyle. In another life, would you do it again? Or would it be something else?

We are both extremely creative and we shoot two new recipe videos for YouTube per week. This means we are constantly in that space of creating new content and recipes and experimenting and adapting. We tend to really thrive in that space! 

The Happy Pear is more like a movement, with family and community at its core. It’s all about encouraging people to eat healthier and live better lifestyles and to have a laugh because ultimately, we’re all going to die. It’s not about being veggie or vegan but about having fun, enjoying life, and trying to be a little bit better.  We’d do it all again. Even with the mistakes along the way, which have led us to this point!

Your dishes and recipes speak to the imagination, certainly with me. They are gorgeous.I tasted your lasagne! How do you do that?

Certainly, a lot of experience helps! Having cooked so many dishes, in so many ways, for so many things [events] means you have a lot of experience to pull from, and often as a chef one of the most important tools is your tongue and taste buds and your ability to simplify more complex dishes. We spend a lot of time doing this because typically our audience on YouTube is younger and they want a tasty meal now. In our new book we’ve really focused on trying to make healthy food quick, easy and accessible – like a home-cooked dinner in 10 minutes.

In February you told me you liked Dutch produce to work with, can you tell about that?

We think Holland is phenomenal – it grows the most amount of veg for Europe and is a world-leader and leading light in horticulture. We eat a lot of veg and think you do an amazing job!

The last two decades there has been a shift from meat to other more vegetarian cuisines. I see this in your books. Can you tell something about trends. In Ireland?

When our first cookbook called The Happy Pear came out [the one with the yellow cover] it was a vegetarian cookbook and our publishers told us that a typical chef with a TV show might sell around 2,000 copies. We didn’t have a TV show and our book celebrated vegetarian cooking but nonetheless, Penguin [our publishers] decided to print 6,000 copies – they told us because we had a café and shop that we’d sell them over the years. The book came out in October of 2014 and within six weeks we’d sold the 6,000 copies and that Christmas it was the bestselling cookbook that year and to date, it’s sold over 100,000 copies!  Our second cookbook – The World of the Happy Pear – won ‘Irish cookbook of the year’ in 2016 and it’s sold around 60,000 copies so far. Additionally, within 3 days our latest cookbook, Recipes for Happiness, became a No. 1 bestseller in Ireland and it debuted in the Top 10 bestseller list in the UK! All of this just speaks to the appetite of Irish people for something different, something more plant-based and veg-centric. It’s amazing to see and there has been a huge shift. Back when we started our business vegetarianism was quite exclusive and now every day we meet people who are vegetarian or vegan or eager to try them out.

   picture: Boys at the barn.

 

What is beautiful about The Happy Pear is that it’s also about forming a community. Did you both foresee that when you started?

One of the main aims of building the business was to create community and to bring people together to share a similar philosophy in life and just to have a laugh! Naturally, as humans, we are all social creatures and we have this yearning to come together so we’ve done lots of things of the years to enable this like our baking competitions. For example, every year in apple season we hold an apple baking competition, or it could be a chocolate love festival, and we ask people to make a dish using apples (we often provide them for free). Then we judge the best baking and we have a party to celebrate the occasion. 

Also, in our cafes, we have a long-standing tradition of giving away free organic porridge every single morning (for almost 10 years). These are both great community events where people, neighbours and new friends are brought together through food. Additionally, we go to the local schools and talk to children to help inspire them to eat more veg and be curious about where our food comes from. We also swim in the sea at sunrise every day and increasingly people join us each day from all over the world. We do big public Swimrise events throughout the year and there could be between 200 – 500 people at these so they really help to build community.

We also offer free yoga classes at our cafe in Dublin, in Clondlakin, and regularly well over 100 people attend on a Saturday or Sunday morning!  

More and  more vegan start ups appaer. What do you think of the general quality. Has it become better the world wide culinary landscape?
It’s fabulous and we’re delighted to see a lot more plant-based eating and a lot more interest in it and a lot more vegan start-ups. It’s great to see and demonstrates that people’s tastes are changing. Some of the things affecting this are documentaries on Netflix like Cowspiracy and What The Health – movies like these are helping to open people up and drive awareness about the impact of how they eat and how it affects the political landscape and global warming. People are not starting to realise that animal agriculture has a significant impact on the environment and plant agriculture has significantly less. So, there’s a lot more interest in this and a lot more people eating more vegetables. And it’s also a consideration for our own health, which is amazing to see.  In terms of the culinary landscape, it’s great and very experimental and we’re really enjoying seeing a lot more fusion cooking, it’s more ethical, and more boundaries are being broken so it’s super-exciting! 
 
  picture: taking a swim in the morning.

 

 

What do you miss in nowadays cuisine?

Really, it’s the simplest things.  Steve: “For example, my wife is Polish and a couple of weeks ago we were in Poland and I walked into the greenhouse on her family’s land and picked a big, ripe heirloom tomato and literally sat down and had tomato with a little olive oil and salt for lunch and it was incredible. Often we forget really good food can just be really simple produce and it doesn’t need to be super-complex.”

Speaking of food,  which one is your favorite dish? And needless to ask which wine?

Steve: “My new favourite dish – and we filmed this for our YouTube channel last night – is Crispy Teriyaki Tofu Pancakes with a Plum Sauce. It’s fabulous, so enjoyable and so delicious!”  
Neither of us drink alcohol! We both gave up alcohol around 16 years ago, around the time we switched to eating a whole food and plant-based diet. We came from a background of playing semi-professional rugby and going to all boys schools, where there is a perceived culture of lots of drinking [alcohol] so for us to give it up was quite a change but we’ve found it to be hugely beneficial for our own health and happiness.

 

And what do you’d never eat?

We never eat meat. It’s just not for us and each to their own. Our message isn’t about making anyone a vegan or vegetarian, it’s about trying to get people to eat more vegetables and enjoy their lives!

If you would give a cooking class, what would you want to teach us?

Steve: “I’d like it to be more about cooking techniques rather than recipes because nowadays people have access to so many recipes that I’d try to go back to teaching an appreciation for simple things. For example, with vegetables the key thing to getting more flavour is just trying to brown your veg and to avoid using too much oil. So I think I’d start by teaching people the philosophy about whole foods and vegetables and their importance for our health and then I’d show them the cooking techniques.”

Last but not least, what is your favorite movie?

Steve: “I loved The Shape of Water that was out recently, directed by Guillermo del Toro. It’s one of the best movies I’ve ever seen.”

The recipe.

The most charming aspect of David’s and Stephen’s quest for plant based food, is that they don’ t want to be gurus, but want to show us what plant based food and buidling a communitysense did for them. They are happy with it. And as they say in their new book, that’s due in August: “Everyone is invited!” Since it is high summer and Gereons Keuken Thuis still cooks a lot outside on his Amsterdam balcony,  my recipe for them is easy and colorful. David and Stephen love Dutch veggies. A plantbased mixed grill of cauliflower, kohlrabi turnip, leek, red sweet bellpeppers and courgette in differntastes it will be, with my homemade pinkish hummus. As the guys don’t drink wine, I will serve them my tasty water infused with rosemary, basil and cucumber. Lavender will give an extra mediterranean hint. As for my wine suggestion I would say a summer white blend of chardonnay and viognier from Chile.


Ingredients:

1 small cauliflower,  maybe you can get a colered one

1 kohlrabi turnip

2 sweet red bellpeppers

1 yellow and green courgette

4 small leeks

8 organic carrots

sea salt flakes

peper

2 tbs  of Moroccan ras al hanout

olive oil

1 lemon in parts

chopped parsley

1 jar of chickpeas

1 lemon

1 cooked beetroot

4 cloves of garlic

2 ts of ground cumin

1 ts cayenne pepper

salt

olive oil

Preparation:

Wash and peel all the vegetables and cut them in medium sized parts. Remove the seeds from the sweet red bellpeppers and courgettes. Cut the leeks in halves. Make an infused oil from the salt flakes, peper and ras al hanout spice.  Sprinkle the infused oil all over the vegetables. Put them on the BBQ or grill, make sure that you start with the caulifower, kohlrabi turnip,  carrots, followed the softer varietals. When the vegetables are done put them aside under some aluminium foil. Let them sweat a bit.

Put the drained chickpeas in a bowl together wit the beetroot, cut in pieces.  Add the juice of one lemon, 4 cloves of garlic, salt, cumin, cayenne pepper and oil and blend the whole thouroughly into a nice thick hummus. You could use some aquafaba to add some fluffiness to the mixture.

Serve the grilled vegetables on a plate, with some extra salt flakes, lemon part and sprinkle some chopped parsley over it. Serve and share with extra pita bread and the pink hummus.

Enjoy!

 picture: cover of their soon to be released  book in the Netherlands.

Talk & table met Tieme Hermans.

  foto: cover Noosh e Jaan

Vol bewondering las ik onlangs het relaas van Tieme Hermans, die in zijn eentje een culinaire reis van tweeënhalfjaar maakte op de fiets. Van Zwolle naar Bali. Je moet het maar durven. Via Duitsland, Midden- en OostEuropa, Rusland, Iran, de steppen van Centraal Azië en dan zuidwaarts via China naar Bali. Opmerkelijke tocht, lijkt me soms best eenzaam. Maar Tieme kreeg er iets voor terug, gesprekken met mensen, ontdekkingen en eten on the road. In Noosh e Jaan, Perzisch voor smakelijk eten, tekende hij zijn avonturen op en lardeerde deze met 32 lokale gerechten. Ik las het in één ruk uit. En nu is Tieme  zomergast voor mijn serie Talk & table. Ik wil alles van hem weten en beloon deze reislustige reporter dan met een speciaal, wie weet,  werelds recept met een bijpassende wijn.

Wie is Tieme Hermans. Vertel eens iets over jezelf?

Ik zou kunnen zeggen dat ik een enorme avonturier ben, maar eigenlijk voel ik me ook nog gewoon een normale Hollandse jongen. Toevallig heb ik een passie voor ontdekken, talen, verhalen, cultuur en eten die me de wereld rond drijft. Ik ben enorm sociaal en maak overal makkelijk vrienden, maar ben soms ook het slachtoffer van mijn eigen sociaal-zijn en kan daardoor ook enorm genieten van stilte en alleen zijn. Ik hou van knoflook, lange gesprekken met oude vrienden, verstoppertje spelen, de hele dag in de keuken staan en wakker worden in mijn kleine tentje.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?

Na mijn fietsreis naar Bali stopte het avontuur niet. Ik heb 2,5 jaar in Vietnam gewoond en ben van daaruit weer gaan fietsen, dit keer met mijn vriendin Elske, die ik daar leerde kennen. Op dit moment fietsen we door de bergen van Sri Lanka tussen de theeplantages. Hier doe ik geweldige inspiratie op voor een vervolg op Noosh-e-Jaan, aangezien de gastvrijheid hier de mensen met de paplepel ingegoten wordt. Met grote regelmaat worden we uitgenodigd bij mensen thuis voor lekkere ceylonthee, vaak gevolgd door een tafel vol Sri Lankaanse specialiteiten.

Vertel eens iets over je interesse in reizen? Hoe is die ontstaan?

Misschien heeft het iets te maken met mijn vader, een echte verhalenverteller. Zelfs tijdens wandelingen in het bos vlakbij mijn oude woonplaats Zwolle, vertelde hij over die ene magische boom of heuvel verderop en kreeg ik als kind zin om de wereld te verkennen. Later kreeg ik een wereldbol cadeau en had ik een grote placemat op mijn bureautje met plaatjes van allerlei verschillende stammen in hun traditionele kledij. Ik bleef nieuwsgierig en bleef vragen stellen. Ook las ik altijd al veel en als tiener maakten onder andere de avonturen van Marco Polo enorm veel indruk op me. Dat wilde ik ook!

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijver zijn en een ander beroep? Wat was je dan geworden?

Waarschijnlijk zou ik dan met kinderen willen werken, iets wat ik eerder ook gedaan heb. Ik vind het fantastisch om stadskinderen mee te nemen het bos in om te leren boomklimmen, kamperen en een vuurtje maken. Tijdens mijn reis maakte ik ook altijd makkelijk contact met lokale kinderen en wat ik altijd bijzonder vind is hoe weinig taal je nodig hebt om een hechte band met ze te krijgen.

Volgens mij is een reis alleen ook soms wel een eenzame bezigheid. Zeker als  je een monotone rit maakt. Hoe ga je dan verder?

Mijn tweeënhalf jaar durende fietsreis was inderdaad grotendeels een solo-expeditie. Maar los van een aantal lange woestijnritten en de grote leegte van Mongolië voelde ik me toch maar weinig alleen. Door zo langzaam te reizen sta je voortdurend in contact met de mensen die je passeert. Omdat ik meestal kleine weggetjes kies, kom ik meestal door gebieden waar mensen echt nooit toeristen zien, of waar ze zelfs nog nooit een Europeaan hebben gezien. Daarom had ik eigenlijk veel kleine praatjes, mensen zwaaien veel en soms wordt je spontaan uitgenodigd. Dit ging in sommige landen zelfs zo ver dat ik er soms naar snakte om even een nachtje lekker te kamperen en alleen te zijn. De keren dat ik dan echt alleen was voor wat langere tijd kon ik er ook echt van genieten. Vreemd genoeg is China de enige plek waar ik me af en toe alleen heb gevoeld. Ik fietste door het dichtbevolkte oosten van het land langs allemaal miljoenensteden waar ik nog nooit van gehoord had. Chinezen zijn alleen wat ingetogener dan in veel andere landen en buiten Shanghai en Beijing kwam ik niet veel mensen tegen die ook maar een woord Engels spreken. Vaak keken mensen me wat verschrikt aan en reageerden wat verlegen als ik ze benaderde. Daarom was ik voortdurend onder de mensen, maar toch wat alleen.

Video: voor RTV Oost doet Tieme verslag van zijn reis.

Je hebt ook gereisd door minder veilige oorden, hoe heb je dat ervaren?

Ik heb in Turkije de artillerie horen knallen in Koerdisch gebied, fietste vlak langs Tsjetsjenië, reed langs mijnenvelden in Cambodja en door het omstreden grensgebied van Nagorno-Karabach (tussen Armenië en Azerbeidzjan) waar nog wekelijks geschoten wordt. Voor de meeste van deze gebieden geldt een code rood als reisadvies. Ook landen als Iran, Oezbekistan en Transnistrië klonken me voor ik aan mijn reis begon best spannend in de oren. Natuurlijk fiets ik niet zomaar een echt oorlogsgebied in en zorgde ik altijd wel wat ik op de hoogte was van wat er lokaal speelde. Toch viel het me op dat juist in deze gebieden de mensen extra verheugd reageerden op mijn komst. Net als in het verhaal in Noosh-e-Jaan over Nagorno Karabach. Hier at ik tussen de ruïnes met een stel automonteurs en we hadden een geweldige avond. Eigenlijk heb ik me nooit echt onveilig gevoeld.

Wat was minst aantrekkelijke kant van deze reis voor jou?

Ik kan het me werkelijk niet bedenken. Natuurlijk was het soms ontzettend zwaar. Een sneeuwstorm om 4500 meter hoogte is geen gein en ik heb wel eens ergens in een halve greppel moeten kamperen in de regen omdat er nergens anders plek was. Mijn tent lekte en alles was nat en koud. Bepaald geen droomvakantie als je het zo bekijkt. Maar eigenlijk zijn juist dat de momenten die je enorm intens beleeft. Als je daar doorheen komt, kan je er de volgende dag om lachen, klop je jezelf op de schouder en ben je weer een ervaring rijker.

En wat was de meest aantrekkelijke kant van je reis voor jou?

De wereld heel langzaam zien veranderen vanarf mijn fietsje. Je ziet het ene landschap overgaan in het volgende, je ziet de mensen langzaam meeveranderen; de huizen die ze bouwen, wat ze eten, hoe ze eruit zien en waar ze in geloven. Als je zo langzaam reist heb je eigenlijk nooit een cultuurschok, maar wordt de wereld een stukje logischer.

Wat ik zo leuk vind is dat jij vaak met open armen werd ontvangen. Kun je daarover vertellen?

Het leek soms zo dat hoe verder ik oostwaarts fietste, hoe gastvrijer ik ontvangen werd. In veel culturen is het een soort gouden regel dat je reizigers onderdak moet bieden. Hier vindt je sporen van in de islamitische cultuur, de nomadische culturen van Centraal-Azie en Mongolie, bij bergvolkeren en in boeddhistische landen. Mensen zijn hier ook meer van elkaar afhankelijk, waardoor je een vreemdeling nooit buiten zal laten staan. Op de Mongoolse steppe weet je bijvoorbeeld dat er misschien maar een klein tentenkamp staat per 50 kilometer. Daarom is er een soort regel dat de deur van hun tent altijd open staat, een reiziger hoeft niet eens te kloppen. Het is volledig vanzelfsprekend dat ze je eten, drinken en onderdak geven omdat ze precies weten hoe het is om reiziger te zijn in vreemd gebied.

Ik heb deze ontmoetingen echt ervaren als de hoogtepunten van mijn reis. Hoe geweldig is het om de kans te hebben het echte familieleven te ervaren in al die verre landen?!

Noosh e Jaan is klaar. Staan er nog momenteel andere projecten op stapel?

Ik heb nog stapels aan verhalen op de plank liggen en voel, zeker na het verschijnen van dit boek, een grote drang om deze te delen. Noosh-e-Jaan heb ik geschreven in de rust en stilte van een Cambodjaanse boomhut. Ik ben van plan me de komende maand op nog zo’n plek op te sluiten, misschien wel in een klein klooster in de Sri Lankaanse bergen. In zo’n omgeving weet ik zeker dat ik een mooi format ga bedenken om de rest van mijn verhalen in te gieten.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd?

De Iraanse khoresh-e fesenjaan is zeker een van mijn favorieten, maar omdat ik zo lang in Vietnam heb gewoond roept de mi quang ook een soort thuisgevoel bij me op. Als ik in Azië ben is het enige wat ik wel eens mis de lekkere kaas en room uit Europa en die lekkere volheid van gerechten.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Ookal drink ik zelf maar amper, toch deed ik op reis ook verslag van bijzondere wijngebieden. Zo genoot ik erg van Roemeense Frankenwijn, mierzoete Tokai, echte sovjettchampagne in Rusland, originele (en illegaal geproduceerde) Shiraz in Iran, fantastische Georgische rode wijnen en ook wat minder succesvolle expirimenten uit Oezbekistan, China en Vietnam. Toch is een van de beste wijnen een reserva uit de kelders van Purcari Estate in Moldavië geweest. Deze is tijdens een wijnconcours al eens verkeerd aangezien voor een Franse Bordeaux en doet er qua volheid zeker niet voor onder.

Wat lust je echt niet en waarom niet?

Mongoolse geitenkop was bepaald geen favoriet. Misschien komt het omdat we in Nederland niet gewend zijn om organen en andere onderdelen van het dier te eten, althans, niet zoals in veel andere landen. Er is me in Kirgizië ook wel eens een hele schapendarm gevoerd die ik wel geproefd heb, maar daarna toch maar even onder de andere botjes heb verstopt.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

India is nog altijd een grote droom van me, maar als ik een land zou moeten kiezen om nog eens naar terug te gaan dan zou het misschien Georgië of Iran zijn. Deze landen hebben allebei een bijzondere keuken die voor mij een perfecte combinatie is tussen mediterraan en oosters. Ook qua cultuur en natuur zijn dit hele rijke landen.

Wat was je meest indrukwekkende eetervaring tijdens je reis?

Wat een lastige vraag Gereon! Misschien kies ik dan wel voor de Birmese khao swe die ik at in een enorm afgelegen boeddhistische tempel tussen de rijstvelden. Ik kwam hier per toeval terecht en voelde me echt een soort ontdekkingsreiziger die een nieuwe stam ontdekte in de jungle. Er stond iemand met een grote waaier naast me, tegenover me zat een boeddhistische monnik in zijn lange gewaad en er kwamen meisjes binnen met grote schalen eten.

Het recept.

Dank voor je leuke antwoorden, Tieme.Voor iemand, die zoveel heeft gereisd en gegeten is het niet makkelijk om 1,2, 3 een gerecht te verzinnen, te meer omdat ik de keukens en landen waar Tieme doorheen fietste niet ken, noch geproefd heb. Gereons Keuken Thuis moet toch eens aan de slag met de gerechten uit Noosh e Jaan. Gekozen heb ik voor mijn homemade ribbetjes, lekker sticky tussen je vingers. Als wijn zoek je dan iets zuidelijks erbij, wat in het geval van Tieme een rode shiraz uit Australië, waarvan de druif zijn naam dankt aan de sprookjes- en tapijtenstad in Iran. Of wat dichter bij huis een primitivo uit Puglia. Moge het  je ziel voeden!

   foto’s: ribbetjes voor en na het lakken !

Nodig:

1,2 kg ribbetjes of krabbetjes

2 el kikkoman sojasaus

2 el rijstazijn

2 el ketchup

1 el honing

een stukje gemberwortel fijngehakt

2 tenen knoflook geperst

2 tl sambal

3 el olie

peper en grof zout

Bereiding:

Doe de ribbetjes in de oven op 180 graden en laat ze in 45 minuten gaar worden. Giet het overtollige vet en vocht af en laat afkoelen. Maak een marinade van alle ingrediënten hierboven en smeer de ribbetjes ermee in. Zet de oven op 180 graden en bak het vlees in een half uur of langer af. Als je de oven lager zet kun je ze langer doorgaren. Serveer de ribbetjes met wat gele Iraanse rijst en een frisse komkommer/meloensalade.

Noosh e Jaan, een culinaire wereldreis per fiets, Tieme Hermans (ISBN 9789089897688) is een uitgave van TERRA en is te koop voor € 20,00

Al fresco zomer, berenjenas rellenas.

Het is nog steeds zomer en de #alfresco actie op Gereons Keuken Thuis gaat onverdroten verder. (tot en met 15 september a.s.) Vandaag met een inzending van mijn schoolvriendin Meggy Timmer- Oostdijck uit Vaassen. Wij kennen elkaar van gymnasium Beekvliet. Gastblogger Meggy studeerde Spaans en belandde in de reiswereld. Zij zag alle hoeken en gaten van de wereld. Tegenwoordig coacht ze en geeft ze workshops met Ziel & zaligheid, in haar heerlijke boomgaard, waarbij je leert uit de sleur van je werk of alledag te stappen en met hernieuwde energie er weer tegenaan te gaan. Dat daarbij iets lekkers hoort spreekt vanzelf. Meggy stuurde special voor de #alfresco zomer een lekker gerecht in van het eiland Mallorca, berenjenas rellenas. Met aubergine in de hoofdrol.

 foto: workshop intuïtief schilderen in Meggy’s boomgaard.

Mijn favoriete zomergerecht at ik begin jaren 90 op Mallorca. De slager van het lommerrijke Sa Pobla had mij uitgenodigd voor het diner. Na een vooraf van sobresada, jamon serrano en olijfjes kregen we als hoofdgerecht berenjenas rellenas, gevulde aubergines. Echt zo verrukkelijk! Ik deel het recept graag met anderen, en ook al smaakt het niet helemaal zoals toen, is het toch een fijn zomers gerecht.

 foto: aubergines.

Nodig voor 2 personen:

2 aubergines

300 g lams- of half om half gehakt

1 eitje

1 uitje fijngesneden

2 teentjes knoflook fijngesneden,

broodkruim

flink wat peterselie.

zelfgemaakte tomatensaus

peper en zout

Bereiding:

Kook de aubergines een kwartiertje zodat ze zacht worden. Hol ze uit en laat een beetje aan de schil zitten. Meng alle ingrediënten plus de aubergine pulp door elkaar en vul de aubergines ermee. Doe de tomatensaus in een ovenschaal en leg de aubergines erin. Verwarm de oven voor tot 180 graden en zet de schotel 30 minuten in de oven tot het gehakt gaar is. Lekker met een frisse salade en stokbrood om in de saus te dopen.

Gereon weet er vast wel een passende wijn bij of probeer eens een tinto de verano, een rood slobberwijntje met gazeuse limonade. Een rode Costières de Nîmes combineert goed bij dit gerecht van Meggy.

Que Aproveche!


NB: wil je ook meedoen aan #alfresco actie en op 15 september kans maken op één van de twee boeken, die ik verloot laat dan een reactie achter op Al fresco zomer

Talk & table, Lisette Kreischer.

  foto: cover vernieuwde Ecofabulous.

Onlangs plofte de heruitgave van Ecofabulous uit 2009 van Lisette Kreischer op de mat in Gereons Keuken Thuis. Een mij tot dan toe onbekend boek. Dat komt eigenlijk doordat ik niet zo behept ben met de plantaardige keuken. Ik vind het wel interessant, met name vanuit concept ontwikkeling, maar ben geen vegan adept. Noch goeroe. Ik kende de schrijfster niet, maar ging op op pad over de dreven van het wereldwijde web. Lisette is een gepassioneerde, radicale, yoga beoefenende, stylende en vegan kookboekenschrijfster. Leerzaam en ideale gast dus voor mijn serie talk & table. Ik wil alles van haar weten en beloon deze vrouw dan met een speciaal recept voor haar met een bijpassende wijntip.

Wie is Lisette Kreischer? Vertel eens iets over jezelf?

Ik ben geboren in Schiedam, in een liefdevol aardappelen-groente-vlees gezin. Mijn vader is goed met zijn handen en werkte in de bouw en mijn moeder was/is goed met de pollepel. Ze kookte altijd de sterren van de hemel en heb heerlijke herinneringen aan onze eetmomenten. Rond mijn tiende begon er echter iets te knagen. Dieren, vrienden, gelijkheid, eten. Ik begon me te beseffen dat er iets moest sterven zodat ik kon eten. Ik begon echter te twijfelen aan de noodzaak daarvan en kwam op een dag thuis en zei resoluut ‘ik word vegetariër’. Mijn ouders knikten liefdevol en mijn moeder verwijderde het dagelijkse stukje vlees uit mijn dieet. Ze ging op zoek naar vervangers en ik kreeg mijn eigen groentepotje. Ze deed dat heel goed tot het moment dat ik zelf nieuwsgierig begon te worden naar de mogelijkheden van de vega keuken. Ik had interesse in koken, ging naast mijn moeder voor het fornuis staan, was geïntrigeerd door mijn moeders kookkunsten en wilde vooral alles weten over de voedselindustrie. Ik beet mij vast in de herkomst van vlees, vis, zuivel, honing, ei, kaas, melk, etc. Hoe werd het geproduceerd? Hoe verliepen de Nederlandse subsidiestromen? Hoe was de voedselindustrie in het Nederland na de oorlog tot stand gekomen en waarom? Wat is een gezond dieet? Welke reclame campagnes werden en worden gesubsidieerd? Wat is waar? Wat zijn de voor- en tegenargumenten voor een plantaardige manier van eten en waarom? En zo langzaam maar zeker leerde ik meer en meer over het veganisme. Hoe meer ik leerde over de zuivelindustrie en hoe deze onlosmakelijk verbonden is met de vleesindustrie, over dieren in de natuur en over de kracht van planten hoe meer ik ook zuivel, kaas en ei uit mijn dieet begon te schrappen en hoe meer ik dus met planten begon te experimenteren als voedsel. Tot ik rond mijn twintigste erachter kwam dat ik volledig plantaardig at. Dat voelde goed en ik vond het leuk om met deze keuken te experimenteren. Ik greep terug naar mijn moeders recepten en begon deze te veganizeren. Dat werkte en mijn familie begon mee te eten. Het was lekker, dus waarom niet was het credo. Mijn moeder en ik waren gek op Engeland, op Engels antiek en op de afternoon teas. Al snel moest ook die laatste eraan geloven en kreeg het van mij een vegan sausje. Ik begon steeds meer vraag te krijgen naar zo’n dergelijke veggie tea om bij mensen thuis te serveren. Mijn tea service werd snel daarna geboren. Dit was het begin van mijn avontuur als vegan activist en ondernemer. Hieruit volgde nog een vegan cupcake bedrijf en dat transformeerde uiteindelijk in The Dutch Weed Burger. Iets heel anders dan een cupcake, maar nog steeds eten, nog steeds vegan en nog steeds een manier om mensen te inspireren de plantaardige keuken te omarmen via de maag. Tussendoor studeerde ik aan de stylingacademie in Amsterdam. Ik was goed in het neerzetten van sferen en kon wel met de camera overweg. Dit resulteerde in een platform genaamd Veggie in Pumps. Ik lanceerde dat platform precies rond de tijd dat Al Gore zijn Inconvenient Truth uitbracht waarmee de deuren naar duurzaamheidsland werden geopend en een uitgever mijn werk spotte. Dat was het begin van mijn carrière als boekenmaker. Veggie in Pumps was mijn eerste boek waarna er nog velen volgden. Als ik terugkijk dan zie ik dat mijn ouders heel belangrijk zijn geweest in de vorming van mij, als iemand die kiest waar zij in gelooft en het creëren van mogelijkheden. Mijn vader zegt altijd, geld hebben we niet, maar wel spullen. Hij raapt nog altijd boutjes en moertjes van de straat en heeft me altijd laten zien dat je alles kan maken, als je er maar in gelooft. Mijn moeder is ontzettend goed in styling, sfeer en lekker koken. Ik zal nooit zo goed als zij kunnen koken, maar ik probeer nog altijd in de buurt te komen. Dat samen met een goede dosis discipline van mijn kant heeft me altijd gedreven om te blijven creëren, schrijven en het verhaal te vertellen waar ik zo gepassioneerd over ben. De prachtige, kleurrijke en liefdevolle plantaardige keuken. Mijn moeder werd op haar 50ste vegetariër en is nu zo goed als veganist. Mijn vader eet veelal vegetarisch en let ontzettend op. Van hem hoeft het ook allemaal niet zo. Zijn ontbijt is iedere ochtend een smoothie met havermelk. Dat maakt me een trotse dochter.

Wat doe je op dit moment? Waar ben je mee bezig?

Letterlijk, vandaag, leg ik de laatste hand aan een nieuw boek dat ik samen met mijn uitgever (Kosmos) en beste vriendin (Maartje Borst) aan het maken ben geweest genaamd Man.Eat.Plant., waarin we een heerlijke stoere plantenkeuken in de spotlight zullen zetten. (now we are talking girl!) Tevens werk in aan de vertaling voor een buitenlandse uitgave van mijn recent verschenen boek The Plant Pharmacy en ben ik workshops aan het uitzetten voor volgend jaar in het kader van kruidengeneeskunde (waar ik een aantal weken geleden voor ben afgestudeerd). En er lopen wat leuke marketingdingetjes en plannen voor Ecofabulous koken in alle seizoenen. Daarnaast ben ik druk met de tuin en alles wat daarin gebeurt.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.

Wat een vreselijk moeilijk, maar ook leuke vraag. Ik kan daar niet eenduidig over zijn. Was ik fotograaf geworden of juist vegan dierenarts? Was ik de wereld rond gaan zwerven in de voetsporen van mijn kruidenheld Juliette de Bairacli Levy of dansdocent? Ik denk dat ik toch fotograaf was geworden om met mijn camera het verhaal van het dieren- en plantenrijk te vertellen.

Recepten verzinnen is niet makkelijk, ik tob er zelf ook vaak mee. Zeker als je vegan wilt koken. Hoe doe je dat?

Vanuit het niets iets bedenken vind ik ook lastig. Maar mijn truc is dat ik veganizeer. Ik kijk naar wat ik vooral vroeger lekker vond en mijn moeders keuken en haal daar het dier uit en stop er plant in. Dan nog wat fine-tunen om het helemaal in balans te krijgen en klaar. Zo kan ik eindeloos doorgaan.

Ken jij vegan kok Daniela Cicione? Ik vind haar heel inspirerend, omdat zij wat toevoegt i.p.v kopieert. Een beetje hetzelfde als jouw burger. Ken je het blad Ossigeno?

Prachtig werk door die dame. Heel inspirerend en bijna als schilderijtjes zijn haar gerechten. Ik houd heel erg van haar werk. Het blad ken ik niet.

 foto: cover Groente uit zee.

Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een (kook)boek voor jou?

Ik vind de PR erna vaak een uitdaging. Tijdens het schrijven leg ik mijn ziel en zaligheid in zo’n boek. Al mijn tijd, energie en creativiteit vloeit door in het boek dat vorm krijgt. Dan is het af. Pfieuw. Heerlijk. Hèhè. Wat een geschenk. Maar dan begint het pas. De wereld ermee laten kennismaken. Soms voelt dat als leuren. Ik kan een keer vertellen hoe blij ik ermee ben en daarna moeten mensen het gaan proberen. Maar in de snelheid van alle dag en de social hypes is het een uitdaging om dat hoog te houden. Er is zoveel en mensen worden continue geprikkeld en verleid met moois van anderen. Daar binnen een plekje vinden waarbij ik bij mezelf blijf, authentiek spreek en tegelijk mijn werk onder de aandacht blijf brengen is continue in beweging en continue een uitdaging. (Ik ken het verschijnsel)

En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jou?

Het creëren van een mini wereld waarin ik alles kwijt kan of nou ja alles, in ieder geval waarbinnen ik kan vertellen wat me op dat moment het meeste boeit, raakt en beweegt. Daarnaast schrijf ik niet alleen, ik doe ook de fotografie en dat laatste vind ik een meerwaarde omdat ik dan echt helemaal zo’n boek tot leven kan laten komen. Een boek voelt dan als een stukje van mij aan de wereld; het is heel privé en persoonlijk en tegelijk publiekelijk.

 foto: Dutch weed burger.

 

Hoe is jouw fascinatie voor zeewieren ontstaan?

Na het bijwonen van een prachtige en indrukwekkende lezing van oceaanbeschermer Dos Winkel in 2009 werd het mijn missie om de plantaardige keuken te verrijken met zeewier en deze bijzondere zeegroente op de Nederlandse kaart te zetten. Met Dos maakte ik dan ook mijn eerste boek over zeewier genaamd NON*FISH*A*LI*CIOUS en ik werd verliefd op dat bijzondere groene plantje uit zee.

Zeewier in combinatie met de plantaardige keuken creëert een killer combi en kan antwoord geven op grote wereldse thema’s en ervoor zorgen dat voedsel eerlijker wordt verdeeld. Daarnaast is deze manier van eten zeer efficiënt als het gaat om het gebruik van natuurlijke bronnen, het bespaart een hoop dierenleed en is ondersteunend voor het menselijk lichaam.

In 2012 ontwikkelde ik samen met Mark Kulsdom The Dutch Weed Burger, een 100% plantaardige hamburger met zeewier. De combinatie van plant power met zeewier bleek inderdaad een groot succes. Door mijn liefde voor alle prachtige noten, granen, peulvruchten, zaden, groente, fruit, kruiden en wieren die er te vinden zijn, ontstond er een verlangen een mooi boek te maken over algen en wieren. Na heel wat experimenteren in de keuken en smaaktesten met zeewier voelde ik dat dit boek gevuld moest worden met overheerlijke gerechten die de lezer op een subtiele manier zou laten kennismaken met bijzondere wieren, zilte groente en microalgen.

In samenwerking met stylist Roos Rutjes, Stichting de Noordzeeboerderij en uitgever Kosmos hebben we toen Groente uit Zee gemaakt; en kleurrijk en informatief boek waarin je alles leest over zeewier: over groei, de soorten en de samenstelling, tot informatie over voedingswaarde en bereidings- en aankoopadviezen. En natuurlijk kun je zelf aan de slag met 50 heerlijke plantaardige recepten.

Staan er nog andere projecten op stapel?

Jazeker en ook even niet. Na 7 jaar aan The Dutch Weed Burger te hebben gewerkt, de afgelopen 10 jaar 10 boeken te hebben gemaakt en zojuist te zijn afgestudeerd als fytotherapeut merk ook ik dat het fijn is om even te kijken wat er beweegt rondom dit alles. Na de lancering van Man.Eat.Plant. in september zal ik even meer gaan aanschouwen wat er beweegt in de wereld en hoe ik mijn kwaliteiten ten goede kan inzetten om daarvoor ondersteuning te bieden.

Moeilijke vraag, wat vind jij van al die vegean bloggers met keer op keer dezelfde recepten? Ik heb nu al die pannenkoeken, shakes en groentepasta wel gezien.

Ik begon als ondernemer en activist toen dit fenomeen nog niet bestond. Ik moest het doen met een flyer hier en daar, op markten staan, lezingen geven en echt mond tot mond reclame. Dat was mooi, maar maakte het ook moeilijk om versneld een grotere groep mensen te bereiken. De missie van de gemiddelde veganist is immers, de wereld informeren aangaande gruwelijkheden achter vlees en zuivel en inspiratie bieden rondom de smakelijke potentie van de plantaardige keuken. Ik voelde me meer dan eens teleurgesteld in de traagheid waarmee de wereld leek te veranderen. Dat werd echter anders toen de wereld van blogs en social media opkwam. Ineens konden mensen die aanvankelijk ook een bijdrage wilde leveren aan deze beweging met een keuken en een scherpe pen verschil maken en bijdragen aan dat wat hun zo aan het hart gaat. Ik kan dat heel goed begrijpen en waarderen en ben dankbaar dat ze er zijn. Ze bereiken namelijk weer hun eigen doelgroep en kunnen zo zorgen voor een versnelling. Dankzij hun heeft het veganisme, wat echt een diepzinnige doordachte visie is op de wereld en zijn wortel heeft in compassie, in een sneltreinvaart bekendheid krijgen. Echter houd ik van kwaliteit en voel al langere tijd dat het ook belangrijk is dat ook deze keuken zich blijft vernieuwen. Dat we elkaar blijven uitdagen om de kwaliteit te verhogen, de smaak te verrijken en de inhoud te verbeteren. Stiekem hopen we dat met ons boek Man.Eat.Plant. te doen. Wicked Healthy doet dat ook goed. Geen vleesvervangers maar stoere groente, echte smaken en goede technieken.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd? Waar moet die aan voldoen.

Umami! Er moet umami in aanwezig zijn. (En het moet natuurlijk plantaardig zijn.) Na mijn avontuur met zeewier weet ik wel het een en ander over umami en daarmee ook wat er vaak ontbreekt in de vegan keuken. Zoet, zuur, zout en bitter is wel vertegenwoordig, maar umami wordt vaak over het hoofd gezien terwijl juist dat ervoor zal zorgen dat een gemiddelde vleeseter ook zal zitten te smullen van het plantaardige maal dat je serveert. Daarom vind ik de chefs Celine Steen en Derek Sarno zo ontzettend goed voor deze beweging. Zij begrijpen umami en begrijpen hoe je alle smaken goed kunt vertegenwoordigen in een plantaardig gerecht om zo toch een krachtig bord eten kunt komen.

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Het begint bij vegan en biologisch, en eigenlijk het liefst Vin Nature. Mijn lief heeft mij een aantal jaar geleden Vin Nature voorgeschonken. Eerst dacht ik ‘paardenstal’ daarna wilde ik nooit meer anders. Verder merk ik dat ik snel een voorkeur heb voor Tempranillo en Sangiovese. (rood dus)

Wat lust je echt niet en waarom niet?

Hmm lastig. Ik lust alles wel, maar heb wel voorkeuren. Liefst geen pastinaak. Ik weet niet precies waarom, maar wij gaan niet goed samen.

  foto: cover Plant Pharmacy.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

Ik hou niet van vliegen (milieu enzo), dus probeer Europa via aards transport zoveel mogelijk te ontdekken. Van Schotland, Engeland, Tsjechië, Scandinavië, Italië, Spanje, Zwitserland. Tja. Het maakte me niet zoveel uit. Ik hou van schoon water om in te zwemmen, mooie bloemenweides met kruiden en goed eten. Dat laatste regelen we meestal zelf door te koken met producten van lokale bio markten of we zoeken wat in de buurt via www.happycow.com – wat altijd een leuk avontuur oplevert.

Nu een heikele vraag, een bijproduct van alle zuivel en eieren, gegeten door vegetariërs is dat er jaarlijks heel wat bokjes, haantjes en kalfjes nutteloos worden geboren. In die zin vind ik vegan eerlijker t.o.v. van het dier. Wat is jouw visie?

Ik kan daar heel lang, breed en diep over uitweiden, heb mijn research gedaan en tegelijk kan ik er kort over zijn en aangeven dat precies om die reden ik vegan ben geworden. Het vegetarisme is wellicht een stap voorwaarts, maar het creëert nog altijd lijden. Ik zeg dat niet om vervelend te zijn, het is een feit. Helaas. Johnas van Lammeren – beste raadslid van Nederland – verwoordt het zo helder in ons boek Man.Eat.Plant. – ‘Veganisme biedt oplossingen voor vraagstukken waar het vegetarisme geen raad mee weet. Het mooie van veganisme is dat je de hele dier-industrie links laat liggen, en dat je daarnaast ook andere wereldproblemen aanpakt’. Dat er vervolgens zoveel moois uit voort is gekomen voor mij persoonlijk (mijn gezondheid verbeterde, ik kan een steentje bijdragen in het ondersteunen van de natuur en het milieu, ik draag niet bij aan dierenleed en ik ben op smaakavontuur gegaan) had ik nooit durven dromen.

Wil je nog iets anders vertellen….delen?

De mindset achter het veganisme verspreidt zich in rap tempo. Waar vegans 10 jaar geleden nog werden weggezet als gekkies, wordt deze lifestyle en het gedachtegoed erachter steeds meer omarmt, belicht, onderbouwd en serieus genomen. Gelukkig maar want de aarde verandert in rap tempo en het is hoog tijd voor een manier van eten die zowel de natuur, de planten, de dieren, als de mens kan ondersteunen.

Wil je vandaag ermee aan de slag, maar oh help, je hersenen willen niet mee, want ze denken nog in vlees, vis, zuivel? Dat is helemaal niet gek. Je moet anders leren denken. Help jezelf wederom door jezelf goed te informeren en te weten dat tegenover de +/- 6 dieren die over het algemeen geconsumeerd worden, ontelbaar veel groenten en plantaardige opties staan. Dus hieronder alvast een kort lijstje ter inspiratie:

Melk? Denk aan al die mooie plantbased melksoorten, die er zijn: haver, amandel, rijst, soja, kokos, etc. Probeer het gewoon.

Kaas? Ja dit is een dingetje he? Maar dat is gelukkig ook in opkomst. Vegan kaasjes zijn al op de markt en oh my ik kan je alvast vertellen…hier gaat echt een giga markt voor aangebroken worden…goede vegan kaas gaat massaal komen en dat gaat rocken?! (binnenkort is de vegakaas van Cicione te koop bij EKO plaza)

Ei? Maak een tofuutje scrambled. Tofu scrambled? Ja, briljant, tofu verkruimelen en goed op smaak brengen (Kala Namak baby, Kala Namak). Recept please: lang leve Google en als je mijn boek Plant Power hebt, daar staat een versie in, evenals in het toekomstige Man.Eat.Plant..

Room? No problemo. Denk haver-, amandel- of sojaroom.

Yoghurt? Denk eens aan soja- of kokosyoghurt. Yum.

Roomboter? Er bestaat plantaardige boter, geen zorgen. (Zoek wel even zonder palmvet en anders gewoon geen boter en in de pan een lekkere plantenolie.) Wel eens koolzaadolie geproefd? Die van Brassica is goud!

IJs? Er bestaat super lekker vegan ijs. Gewoon even zoeken. Of vraag om sorbetijs (een echte sorbetje bestaat enkel uit fruit, water en suiker).

Vis? Waarom ook alweer? Omega? Vissen maken geen omega aan, ze krijgen het binnen door het eten van algen. Beter dus direct die algjes eten. Denk aan zeewier, spirulina en chlorella. Lees er alles over in Groente uit Zee.

Vlees? Je wilt waarschijnlijk vooral op iets kauwen en je wilt waarschijnlijk dat het juicy is. Ga op zoek naar vleesvervangers, pimp je tempé en ontdek seitan. Kook in wijn, knoflook en kruiden. Bak in je paddenstoelen in kipkruiden. Gebruik shoyu om af te blussen. Wees alert dat je op een avontuur gaat. Het ene zul je wel lekker vinden, het andere niet. Schrijf na 1 poging niet gelijk al het andere af. Waarschijnlijk vond je rauw vlees ook niet echt lekker, dus aan de slag met smaak en bite.

Honing? Prachtig spul en voedsel van de bij, die het harder nodig heeft dan wij. We hebben trouwens genoeg ander mooi spul te eten.

Duur? Shop in het seizoen, denk ook aan bulk. Daarnaast planten zijn echt niet zo duur.

Smaakloos? Umami baby! Boost those veggies with it. Denk aan veel knoflook, gebakken ui, tomaat, gerookte paprikapoeder, gerookt zeezout, gistvlokken, shoyu, zeewier, etc. Oh ja en Kala Namak = magic, zeker voor dat tofuutje scrambled. Onmisbaar!

Alles anders? Hmm beetje. Blijf gewoon bij je favoriete maaltjes en veganizeer ze. Haal het dier eruit en stop plant erin. Zo simpel kan het zijn!

  foto: Happy Pear lasagne van restaurant Pressroom.

Het recept.

Wat een doorwrochte antwoorden. Dank je wel Lisette voor alle informatie in je antwoorden. Ik ben erg benieuwd naar je nieuwe boek Man Eat Plant, omdat ik inderdaad soms de wat stoere connontatie mis bij vegan eten. Ook ben ik erg onder de indruk van je wierenverhaal, dat ik al eens eerder hoorde tijdens een lunch met de Happy Pear broers. Je gerecht is dan ook gebaseerd op hun lasagne, die ik eens bij The Pressroom van het INK hotel at. Echter zij maken hem van alleen groente en crumbled cashew kaas. Voor jou vervang ik die door de cashew kaas van Cicione en ik vul de lasagne aan met wat cantharellen of wilde bospaddenstoelen, voor de noodzakelijke bite en umami. Het is tenslotte cantharellen seizoen. De rode wijn erbij is een biologische Morellino di Scansano uit de Maremma, het wilde Westen van Toscane. 100% sangiovese druif en gemaakt door het oudste Italiaanse biobedrijf Fattoria La Vialla.

Nodig voor 6 tot 8 personen:

1 grote knolselderij, circa 1 kg

4 eetlepels olie

zeezout

1 middelgrote zoete aardappel (400 g)

1 middelgrote ui

4 tenen knoflook

1 rode chilipeper

200 g geschoonde cantharellen

1 courgette

5 zongedroogde tomaatjes

1 blad laurier

1 dl rode wijn

2 blikken tomatenblokjes

100 g tomatenpuree

1 1/2 el vegan agavestroop

1/2 tl zout

1/4 tl gemalen peper (mag van mij ook uit de losse pols)

Voor de cashewroom:

200 g rauwe cashewnoten

3 dl water

sap van 1 limoen

1 dl groentebouillon

1,5 dl neutrale olijfolie

1 tl zout

1/4 tl  gemalen zwarte peper

50 g verse basilicum

Stukje cashewkaas (Eko Plaza)

Bereiding:

Week de cashewnoten 30 minuten in 3 dl water. Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius. Schil de knolselderij en snijd hem in lange repen, als lasagnevellen, van ongeveer 1/2 cm dik. Meng deze met 1 eetlepel olie en een snufje zout en leg ze op twee bakplaten. Schrob de zoete aardappels schoon en snijd hem in kleine stukjes. Meng deze goed met 1 eetlepel olie met een snufje zout en leg op een derde bakplaat.

Bak de knolselderij en de zoete aardappel 25 minuten, of tot ze zacht zijn. Haal ze uit de oven, maar laat die aanstaan. pel de ui en knoflook en hak deze grof. Snijd de chilipeper fijn en verwijder de zaadjes als je niet van scherp houdt. Snijd de cantharellen en de courgette in dunne plakjes. Snijd de zongedroogde tomaatjes heel fijn.

Doe 2 eetlepels olie in een grote pan op hoog vuur. Bak daarin de ui, de knoflook en de chilipeper 4 minuten onder geregeld roeren, tot de knoflook goudbruin is en de ui doorschijnend. Voeg de courgette en het laurierblad toe en bak alles onder geregeld roeren nog 5 minuten. Bak in een aparte pan de catharellen en voeg deze later los toe. Voeg de rode wijn toe en kook deze 2 minuten in. Voeg de tomatenblokjes toe, de tomaten puree, de zongedroogde tomaatjes, de  agavesiroop. Breng op smaak met wat zout en peper. Doe de gare zoete aardappel bij de tomatensaus. Breng het geheel aan de kook en laat de saus onder af en toe roeren kort pruttelen. Het moet tenslotte geen pulp worden

Giet en spoel voor de cashewroom de geweekte cashews af. Maak ze in een blender samen met de overige ingrediënten (ook de basilicumstelen) voor de cashewroom heel glad. Schep de helft van de cashewroom in een grote ovenschaal. Leg hier de helft van de gebakken knolselderij op en schenk daar alle tomatensaus over. Maak met de resterende knolselderij nog een laag leg hier wat cashewkaas en de cantharellen tussen, weer wat tomatensaus  en eindig met de cashewroom en wat verkruimelde cashewkass. Bak de lasagne 15 minuten, tot de cashewroom is gestold en de lasagne er mooi gebakken uitziet.

Video: zelfs reuzel kun je veganiseren, aldus Lisette Kreischer.

Ecofabulous, Lisette Kreischer (ISBN 9789492086662) is een uitgave van Orlando en kost  € 19,95

Talk & table, Ayt Erdogan.

   foto: Ayt Erdogan

Tijdens de culiperslunch op 9 april jl. raakte ik aan de praat met een man strak in het pak. Hij vertelde van alles over het restaurant El Qatarijne, waar ik al zo vaak langs ben gelopen. Maar nooit van bedacht heb wat zich daar nu afspeelde. Totdat ik het mooie boek Aytems van Inspiratie van Ayt Erdogan  las. De man in pak was Gult de jongere broer van mijn zomergast Ayt Erdogan. Deze chef heeft een grote voorliefde voor de Ottomaans Mesopotamische keuken en is een ster in creaties te bedenken, die niet zouden misstaan in het serail van de Sultan. Hij is mijn volgende zomergast voor mijn serie Talk & Table. Ik wil alles van hem weten en beloon Ayt dan met een speciaal, wie weet een Byzantijns recept met een bijpassende wijn. Ga mijn best doen.

Wie is Ayt Erdogan. Vertel eens iets over jezelf?  

Geboren in het Gooi, eigenlijk geworteld in een typische gastarbeidersgezin. Daarom ben ik ook mijn ouders dankbaar voor de kansen die zij hebben gecreëerd en schatplichtig aan het land dat me heeft gevormd en uiteraard de volwassenheid introk. Eerlijk gezegd, werd de basis voor mijn culinaire identiteit gelegd bij ons thuis in Hilversum met de homemade cuisine van mijn lieve moeder. Deze thuisbereidingen zijn onder mijn huid gekropen. Wat mooi hiervan is dat, wat ik van thuis heb meegekregen, schotel ik mijn gasten voor, maar dan innoverend, eigentijds en des Ayts.

Wat doe je op dit moment? Wat houd je bezig?

Begin 2016 was restaurant El Qatarijne een feit, een prachtig concept in het hart van Utrecht. Vernieuwend, fris en met potentie. Samen met mijn compagnons hebben we iets kunnen neerzetten dat er in de Domstad nog niet was. Alles staat of valt met een gepassioneerde brigade, wat dat betreft: alleen kan je niets! Mijn keuken laat zich omschrijven als een spannende cross-over tussen Oost en West met een glansrol voor de Ottomaanse- en  Mesopotamische keuken en een subtiele toepassing van oosterse ingrediënten. En mijn bezig zijn met dit alles, is kort samengevat, een wereld aan inspiratie die ik graag inhaleer.

Vertel eens iets over je interesse in koken? Hoe is die ontstaan?

Ben er eerlijk gezegd mee opgegroeid, mijn grootste inspiratie bron (mijn moeder) was een instellingskokkin. Mijn oudste broer was een pizzaiolo, al op vrij jonge leeftijd. Mijn oom was met horeca bezig in Turkije. Rond mijn negende levensjaar vertrok ik met mijn oudste broer (toen vier jaar ouder dan ik) naar Bursa in het noorden van Turkije, waar wij beiden een jaar op een kostschool verbleven. Daar ontdekte ik dat ik kok wilde worden. De aanblik en de geuren van het eten: tomaten, netmeloenen, bergtijm en granaatappels maakten een onuitwisbare indruk op me als kok in spe.

Wat zou je doen als je één keuze had tussen cuisinier zijn en een ander beroep? Wat was je dan geworden?

Dat zou ik heel snel, zonder lang na te denken beantwoorden, een links benige prof voetballer. Alleen kreeg in mijn beste tijd van het voetballen een enkel breuk.Toen was het wel snel over. Kookte toen ook al, en dacht van nu stort ik me op een ding en dat is koken!!

  foto: Saltimbocca moderno

Jij bent van veel markten thuis. Ondanks dat je basis de Ottomaanse keuken is, deins je er niet voor terug om te koken met bijvoorbeeld Noordzeetong, Franse rattes of Japanse producten Elke keer een nieuwe creatie. Volgens mij heb jij een groot register aan smaken in je hoofd. Hoe doe je dat?

Dit vind ik een hele mooie vraag Gereon! Heb natuurlijk de Franse kant lang bij Alain Caron kunnen leren,  daarmee mag van geluk spreken. Wat betreft de Hollandse vissoorten uit de prachtige Noordzee  heb ik mogen genieten bij Jon Sistermans, Jan De Wit en korte tijd bij Lucas Rive. De oriental moves and skills heb ik te danken aan Annemarie Wortman van destijds The Tides Duinlust, een fantastische spa, medical centre met arjuvedische 5 elementen cuisine. Veel van mijn creaties zijn echter te herleiden tot mijn moeder: zij legde de basis voor mijn culinaire identiteit.

Dus eigenlijk combineer ik mijn moeders keuken qua flavours met de technieken van mijn grootmeesters waar ik in dienst ben geweest. Zo ontstaan  uiteindelijk die triggerende combinaties.

  foto: kunstenaar Ayt aan het werk.

Wat is minst aantrekkelijke kant van in de keuken staan voor jou?

Eigenlijk deugt het in de keuken aan alle kanten, alles heeft zijn charmes. Als ik alleen toch iets zou moeten noemen? Dan noem ik  tegenwoordig al die overdreven diëten, die worden gehanteerd. Begrijp me absoluut niet verkeerd. Als er serieus diëten of allergieën zijn dan zou ik daar voor dik en dun gaan. Maar al die verzinsels of toevallig rages heb ik niks mee. Soms voel mezelf net of ik in het UMC werk op sommige avonden! (ik, Gereon, ken dit verschijnsel van kookworkshops, als er één schaap begint te melden dat hij of zij een dieet heeft volgen er altijd meer)

En wat is de meest aantrekkelijke kant van in de keuken staan voor jou?

Ook weer vrijwel de zelfde antwoord als net, alle kanten zolang je maar vrij wordt gelaten als kok in je creaties, dan staat er een ongekende beleving voor je te wachten. Ben ik van mening. Werk heel graag met heel veel vis en bijzondere patisserie vaardigheden. (dat zie je in je mooie boek!) 

Wat ik zo leuk vind is dat jij veel samenwerkt met familie, dat vond ik zo mooi in het boek. Jullie lijken altijd plezier te hebben. Kun je daarover vertellen?

Jaaaaa!, dat is het allermooiste wat er is. Het is warmbloedig, het is niets anders dan vroeg van huis met zijn allen en dan op de zaak aankomen in je andere, 2de thuis als het ware. Het is zo mooi, mijn twee zoons in de service, mijn vrouw als gastvrouw of placeren van onze gasten. Mijn jongste broertje de maître voor aanzicht en zelfs mijn jongste schoonzus helpt fantastisch, ook op de zaak zijn we weer één grote familie.

Staan er nog momenteel andere projecten op stapel?

Er staan inderdaad wat mooie vooruitzichten op stapel. Ten eerste ben ik momenteel een mooi innoverend Italiaans concept aan het coördineren als createur en signatuurchef. Er is nog een ander wereldwijd concept dat ik ga opzetten( daar mag ik nog niet veel van zeggen) en er is ook nog culinaire televisie in aantocht, in waarschijnlijk, 2019! En heel veel in de verte is mijn droom om een kookacademie te beginnen voor mijzelf.

Wat ik zo bijzonder vond is de band met je ouders, speciaal met je moeder.  Zij is bijna je muze wat betreft de Turkse keuken. Kun je hier meer over vertellen?

Haar reactie, toen ik kenbaar maakte kok te willen worden, klinkt nog steeds in mijn oren: Als dit is wat je wilt, ga er dan voor de volle honderd procent voor anders kun je het net zo goed laten. Koken is meer dan alleen maar in de pan roeren: het is emotie! Stop liefde in je eten, respecteer je leermeesters, koester je talent en probeer vooral niet braaf te koken vertelde ze dan vaak! (Dat is mooi gezegd van je moeder!)

  foto: Anjouduif met Turkse koffie.

Wat vind jij een goddelijke maaltijd?

Het zijn er meerdere, ik zal er drie vertellen: rogvleugel echt puur op zijn Hollands met  beurre noisette, kappertjes en bruine suiker. Iskender, een kebab gerecht uit Bursa dun gesneden vlees met tomatenjus en krokant gegrilde lavas brood. Anjou duif uit Loire, gebakken ganzenlever, witte zoete aardappel crème, morieljes en jus van gevogelte en Turkse koffie. ( Ik las dit mooie Byzantijnse recept in je boek!)

En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is?

Ben qua wijn zelf wel wat klassieker. Ik hou meer van Frans, dan is het Bourgogne, Midden oosten vind ik Musar zeker ook heel mooi! Prachtige wijn uit Azerbeidzjan is de Savalan Chardonnay en als laatste, uit de roots: het wijnhuisVinkara met zijn Narince

Wat lust je echt niet en waarom niet?

In principe eet ik alles, behalve, van huis uit, eet ik absoluut geen varkensvlees! En om daarnaast nog iets te noemen van vroeger, wat moeizaam door mijn keel gaat, zijn okra’s.

Waarheen ga je het liefst naar op reis?

Dat benoem ik altijd als “ De mooiste ontmoetingen zijn ontmoetingen die culinair gedurfd zijn…’’ voor mij! Heel mooi vind ik Cappadocië, dat in de richting Centraal Anatolië ligt (inspiratiebron ook). En ben verliefd op Toscane, ook Siena! En vond Sao Paulo ook een fascinerende stad toen ik er voor een weekje op stage was (DOM) 

 foto: mooie Lavas garni creatie

Ik vind je band met Utrecht ook bijzonder. Zelf ken ik deze stad niet zo goed, wat vind jij er zo leuk aan?

Utrecht kan wel wat culinaire reuring gebruiken…waar Maastricht met gemak sterrenrestaurants ophoest, is Utrecht bepaald geen hofleverancier van Michelinsterren of Bibgourmands (enkel Elvi). En de rapporteurs van Lekker knopen hun jas nog eens stevig dicht als ze domstad passeren: perifeer gebied. Het staat buiten kijf dat Utrechters van een feestje houden (zie Le Grand Depart 2015) en concerten, muziekfestivals kunnen waarderen, Tivoli Vredenburg zorgt geregeld voor muzikale opschudding. De stad heeft veel in zijn mars: 2017 werd Utrecht door UNESCO gekozen tot City of Literature en de universiteit van Utrecht werd tot vervelens toe uitgeroepen tot beste onderzoekingsuniversiteit van Nederland. Maar zo innig als men de wetenschap omarmt, zo beschroomd is men als het om gastronomie gaat. De vlammen slaan er niet uit om het zo te zeggen.

Wil je nog iets anders vertellen….delen?

Ja, graag zelfs. Zeg niet dat het morgen er zal zijn (Michelinster) Maar weet van collega’s van hogere segmenten of  culinaire journalistiek, dat we in twee jaar tijd erin geslaagd zijn El Qatarijne een nieuw leven hebben in te blazen. Vooral met de flavours van onze roots, onbekende specerijen, waarmee we de hoge verwachtingen in balans kunnen brengen of juist culinaire lef tonen.

Daarmee wil ik laten zien, dat we potentie tonen en op zeer hoog niveau strijden, culinair gezien dan. Daarom vind ik de uitlating wij gaan voor een Michelinster, eigenlijk heel vreemd! Nee, we gaan voor een totale beleving, maar wel met cachet en met culinaire lef, zeker met het hele team voor het professionele totaalplaatje. Het komt heel zelfverzekerd over, misschien, maar wij geloven erin. En… als er nieuwe gasten zijn geweest en die iets hebben beleefd. Dan gaat het ons ook lukken om ook hen (van Michelin) erin te laten geloven. Zeker weten!

Culinaire groet, Ayt

Hartelijk, eindeloos dank voor deze fantastische mogelijkheid!!!!! Graag gedaan Ayt!

  foto: Ayt met glazen bol

HET RECEPT.

Als ik naar de antwoorden van Ayt Erdogan op mijn vragen kijk en zijn stijl van koken in Aytems of inspiratie bezie, ligt er voor mij een grote uitdaging in het verschiet. Grasduinend door mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis, (Ik stuur je snel eens het E book ervan Ayt) kwam ik mijn Belgische amuses uit 2011 tegen. Ik heb ze iets aangepast aan de smaken van de Levant, een tikkeltje meer zoet, meer spice en wat tzatziki ter verkoeling. Ik hoop dat Ayt het kan waarderen.

Vandaag ga ik twee tartaartjes maken als amuse. Eén van gemalen runderbiefstuk, overigens is eendenborst, heel vers ook lekker en een tartaar van gerookte kipfilet. Je kunt met dit soort amuses eindeloos variëren. En deze hapjes vormen een feestelijke opmaat voor wat verder ter tafel komt. Een mooie koele Beaujolais Villages van domaine la Rizolière onderstreept deze hapjes. Het is tenslotte zomer.

 foto: Gereons tzatziki voor bij de amuses.

Nodig voor 12 stuks:

150 gemalen biefstuk

1 tl sojasaus

1/2 tl worcestersaus

1/2 el olijfolie

1/2 sjalotje

1 lenteuitje

1/2 teen knoflook.

gehakte peterselie en bieslook

2 tl sumak

zout, peper

Bereiding:

Meng alle ingrediënten goed door elkaar. Maak er kleine balletjes van en rol deze door de gehakte kruiden. Serveer op een amuselepel.

Nodig voor 12 stuks:

150 g gerookte kipfilet, zeer fijngehakt.

1 el pijnboompitten

6 el granaatappelpitten

1 tl sherryazijn

1 tl hazelnootolie

2 el gehakte koriander

grof zout, peper

snuifje pimentón de la Vera

Bereiding:

Rooster de pijnboompitten en maal ze -niet te- fijn. Meng alle ingrediënten, behalve de granaatappelpitten. Verdeel deze tartaar over kleine amuseglaasjes met onderin de granaatappelpitten en erbovenop een dash tartaar.

Gereons tzatziki:

Nodig:

1/2 komkommer zonder zaadlijsten in fijne blokjes

3 tenen knoflook

gehakte dille

veel zwarte peper

een snuifje kerriepoeder

Griekse yoghurt 10%

grof zout

groene EV olijfolie

Bereiding:

Snijd de komkommer in kleine blokjes en doe in een vergiet. Bestrooi ruim met grof zeezout en laat een uur uitlekken. Spoel daarna de komkommer niet af want dan wordt hij weer nat. Pers de knoflook uit en meng met wat peper, kerriepoeder en olie. Roer de komkommer erdoor, de dille en Griekse yoghurt. Serveer op een bordje met een takje dille en druppels olijfolie.

  foto: Oredek Kombinasyon.

Tot slot: El Qatarijne, East meets West is te vinden aan de Mariaplaats 24 in Utrecht, 

030-2318485.

Grand Blogger Dinner 2018.

 foto: menu Grand Blogger Dinner 2018.

Een zomerse vrijdagavond, de zon hoog boven de Amstel, de terrassen van Mokum zitten vol en op het water is het een drukte van belang. Summer in the city! Hoed op, jasje aan en Gereons Keuken Thuis stapte op de fiets richting het IC Amstel Hotel, de magische plek waar op deze avond Mister Goodiebag zijn gasten onthaalde op zijn jaarlijkse Grand Blogger Diner. Een select gezelschap dat kwam proeven van het moois, dat de aanwezige merken hebben te bieden. Een heuse foodparade in dinervorm.

De ontvangst bestond uit een apéro van drie wijnen en drie soorten chocola van Godiva. Een wine and chocolat pairing. Normaliter ben ik niet zo van zoet met wijn, maar de sommelier wist mij over te halen melkchocolade bij Pol Roger brut champagne te proeven. Zoute karamel chocolade bij een prachtige oude droë steen (chenin blanc) l’Avenir uit Zuid Afrika en tot slot puur met sinaasappelzest  bij een bleke rosé uit de Languedoc.

 foto: chocola en wijn in de hal van het Amstel Hotel.

 foto: de geweldige droë steen

Het gezelschap toog naar beneden voor het pièce de résistance van deze avond, dat werd gehouden in de onlangs gerenoveerde spiegelzaal van het Amstel. Mocht je in de buurt zijn van het professor Tulpplein stap dan eens binnen, want deze dame aan de boorden van de rivier is na 150 jaar geheel in oude luister hersteld. Alwin Jäger en zijn crew trakteerden ons op een mooi diner, de tafels in stijl aangekleed en op elke plek een kaartje met je naam. prima verzorgd. Gereons Keuken Thuis nam plaats naast Nikolai, of moet ik zeggen zangeres Niki Today. Aan mijn rechterhand zat mijn tafeldame Betina van Betty’s Kitchen. Uitzicht had ik op twee struise zusjes uit Leeuwarden, met Diana Ross krullen, de kookmutsjes. Hun blognaam leverde nog wat hilariteit op, omdat aan onze zijde van de tafel kookwitches werd verstaan.

 foto: de amuses van Alvalle.

 foto: Mijn tafeldames de Kookmutsjes. Noot: hier staat geen foto meer, omdat één van de dames tegenwoordig een hoofddoek draagt en mij verzocht de originele foto te verwijderen.

Sommelier Daan Sloothaak, van wijnkopers Verbunt, schonk de eerste wijn in, bijzonder wit uit Zuid Frankrijk, gemaakt van de Spaanse albariño-druif voor bij de amuses met gazpacho van Alvalle. Wat een leuke combinatie. En wat een mogelijkheden, we hadden het al snel over gazpacho-coktails en gazpacho helado con gambas picantes. De sfeer zat er goed in. Gezien de hoge temperaturen was veel drinken, niet alleen wijn, belangrijk. Chaudfontaine uit de Ardennen verzorgde de gasten met hun natuurlijk mineraal water. Van bruisend tot plat…

 foto: lasagne di pasta sfogliata.

De tweede gang was een lasagne van pasta sfogliata met hoemmoes van Maza, gegrilde groenten,en een prachtige tomaten coulis. Erbij een bleke Spaanse rosé. La Rive, het restaurant van het Amstel Hotel deed ook een duit in het zakje in de vorm van langzaam gegaarde prime rib, met Griekse orzo en krokant van Parmezaan. Wat een mooie combinatie, zeker met de magnum rood Nodo d’Amore uit de Veneto, waarmee de sommelier aan kwam zetten. Een blend van corvina veronese en een dash merlot.

 foto: prime rib van La Rive.

 foto; de rode Veneto magnum.

Olie uit Nederland, wij hebben weliswaar geen olijfbomen, maar wel akkers vol koolzaad, basis voor het nieuwe merk Brassica, koud geperste basisolie om te koken, voor je dressings en heel speciaal met een touch geklaarde boter. Daarmee kun je aan tafel je gasten op het verkeerde been zetten, concludeerden Nikolai en ik. Het Grand Blogger Dinner ging verder met zalm, op 60 graden gegaard, voorzien van een scheutje van de koolzaadolie. De witte wijn van Saalentein uit het Argentijnse Mendoza ging prima samen met de volle wat filmende olie.

 foto: zachtgegaarde zalm met Brassica.

Het dessert, ik ben eigenlijk geen toetjesman, werd gepresenteerd door Koupe, ijs met minder koolhydraten en hoger in proteïne.. Het zag eruit als een plaatje op het bord, met chocoladeparels, fluffy groene kussentjes. Iets te veel naar mijn smaak, maar een mooie afsluiter van de avond. Net als de dessertwijn, waar ik gezien het inmiddels geanimeerde gesprek over Ibiza met de kookmutsjes vergeten ben de naam te vragen. Gelukkig wist de fotografe mijn nog vast te leggen terwijl ik rook aan deze creatie.

 foto: het grand dessert.

 foto: serieus wijnmoment

Wat een diner en wat een leuke en spannende combinaties. Het was weer een mooie avond vol smaken en leuke gesprekken. Bepakt met, de naam zeg het al, mooie goodiebag toog Gereons Keuken Thuis richting west onder de heldere zomerhemel vol sterren.

Dank aan Alwin, Hielke en de rest van het team voor een geweldig Grand Blogger Dinner en tot volgend jaar!

Mediterrane zomer, wijn uit Libanon.

 foto: Bekaa Vallei in de sneeuw.

Mediterrane zomer, wijn uit Libanon. Enkele weken geleden bezocht Gereons Keuken Thuis een masterclass en proeverij van Libanese wijn in Hotel Casa 400. Gastvrouw Ghislaine Melman had de wijnmakers van de Union Vinicole du Liban naar Nederland gehaald, om op deze zomerse maandag hun wijnen te promoten. En wat zijn dat er véél!

Libanon is één van de oudste wijnregio’s ter wereld, gelegen in de driehoek Kaukasus, Mesopotamië en Middellandse Zee. De Feniciërs maakten al wijn en verscheepten deze via hun haven Byblos naar de koloniën, die zij als zeevaarders stichten. 5000 jaar wijncultuur en -export. Zelfs een vermelding in het Oude Testament. Ook gaat de mare dat het wonder van de bruiloft in Kana, water in wijn veranderen, plaatsvond in Libanon. De Romeinen kwamen, stichtten de wijnstad Baalbek en verbeterden de wijnproductie, opgevolgd door de Byzantijnen. De Ottomaanse heersers stonden wijnproductie voor liturgische doeleinden oogluikend toe en in 1870 namen Franse Jezuïeten hun  Franse druivensoorten mee naar het land, wat leidde tot een verbetering van de wijnproductie. Tot zover de geschiedenis, we maken een stap naar de huidige tijd.

 foto: de wijnregio’s van Libanon

Libanon kent vier wijnregio’s, Batroun in het noorden van het land, Mount Lebanon in het midden, met aan de lijzijde de beroemde Bekaa Vallei, een groot waterreservoir en tenslotte het zuiden rond Jezzine. In Libanon overheersen de druivensoorten cabernet sauvignon, carignan, cinsault en syrah voor rode wijnen en van oudsher werd voor wit veel sauvignon blanc gebruikt. Andere witte druivensoorten zijn van recentere datum. Daarnaast kent Libanon twee witte inheemse cépages, obaideh en merwah, die behalve voor wijnen ook als basis dienen voor arak, de nationale drank voor aan de mezze tafel.

video: Chateau St. Thomas met de legendarische witte obeidah druif.

Ik kende alleen het emblematische huis, of moet ik zeggen Chateau Musar, dat toevalligerwijs vlak bij mij in de buurt te koop is. Maar er zijn veel meer verrassende en leuke wijnproducenten in Libanon. De Libanese wijnen vinden voor 50% procent hun weg naar de binnenlandse markt, een ander deel wordt geëxporteerd naar landen, waar een grote Libanese expat-kolonie leeft. De Union Vinicole vindt het nu tijd dat ook West Europa kennis maakt met hun mooie product.

Voorheen stonden de wijnen van Libanon bekend om het vele hout gebruik, zoals in de Nieuwe Wereld, stevige chardonnay en viognier voor wit en veel cabernet sauvignon voor rood. Dat is de laatste jaren aan het veranderen. Naast gebruik van obeidah en merwah, wordt er volop geëxperimenteerd met andere cépages. Dat levert veel nieuwe wijnen op.

 foto: proeftafel Chateau Musar

Gereons Keuken Thuis haakte aan bij wijnhuis Karam  uit Zuid Libanon voor hun frisse, een beetje Provençaalse Arc en Ciel rosé, een blend van syrah, cabernet sauvignon en pinot noir, die niet zou misstaan bij een mezze van vis of schaaldieren. Mij werd verteld, dat ondanks de geografische ligging en vele zonne-uren, de wind van de Middellandse Zee altijd een verkoelend effect heeft op de teelt. Daarna was het tijd voor de wijnen van het wereldberoemde huis Musar uit de Bekaa vallei, gevestigd in een achttiende-eeuws kasteel. Musar is bekend om haar elegantie en rijping van wijnen. wit uit 2008 en rood uit 2003 stonden op de proeftafel.

Lichte wijnen, stevig rood en een geoxideerde dessertwijn waren te vinden bij Chateau Oumsiyat, in Nederland vertegenwoordigd door Tamis & VinoVia wijnen. Ik proefde de Soupir rosé en de de 100% obeidah Douce Nuit uit 2009. Zoetzuur en donker. Alleen die namen al.

In het hart van Mount Lebanon ligt Clos de Cana, 300 dagen zon per jaar en ideaal klimaat op deze hoogte voor een range aan wijnen. Cinsault en syrah rosé, rood van pinot noir en de rode Jardin Secret 2010 van de lokale druif sabbaghieh.

 foto: rakakat & parelcouscous.

Tot slot proefde ik bij Coteaux de Liban een bio rosé met de mooie naam Désir en bij Ixsir, vertegenwoordigd door wijnimport J. Bart een witte blend van één van de beste terroirs van het land, gemaakt van obeidah, muskaat en viognier. De laatste verrassend fris voor bij de rakakat en parelcouscous uit Souq 

 foto: met partner in wine-crime Ingrid.

Onder de indruk keerde Gereons Keuken Thuis weer westwaarts, met veel zomerse ideeën voor deze geweldige wijnen, die het geheel in de trend van Levantijns eten goed zullen doen bij alle mezze. Mediterrane zomer vraagt om wijn uit Libanon, zullen we maar zeggen!


Recept


Ik ben verzot op de lichte en fantasierijke Levantijnse keuken. Ik maak een ovengerecht van lamsgehakt en bulgur. Het wordt geserveerd met een yoghurt saus. Erbij drinken we een rosé uit de Bekaa Vallei, een Chateau Musar Jeune, vol en zacht met tonen van framboos, amandel en rode appelschil.

Nodig:

100 g bulgur

400 g kalfsgehakt

1 roze ui gesnipperd

1 el olijfolie

boter

peper en zout

voor de vulling:

2 el olijfolie

1 ui gesnipperd

200 g lamsgehakt

50 g pijnboompitten

50 g  witte amandelen

1/2 tl chilipoeder

voor de saus;

500 g Griekse yoghurt

3 tenen knoflook geperst

2 el gehakte munt

Bereiding:

Meng de bulgur, het kalfsgehakt, de fijn gesnipperde ui en een el olie goed door in een kom. Maak op smaak met wat peper en zout. Verhit in een pan de olie en fruit daarin de ui. Voeg het lamsgehakt toe en bak het rul en bruin. Voeg als laatste de pijnboompitten en walnoten toe. Maak op smaak met chilipoeder, peper en zout. Vet een ovenschaal in met wat boter en leg onderin een laag van het kalfsgehakt. Schep daarop de vulling en sluit het geheel af met nog een laagje van het kalfsgehakt. Bak het geheel in 40 minuten af in een oven op 180 graden. Aan het einde kun je de schotel bestrijken met boter. Meng de yoghurt, knoflook en munt tot een gladde saus. Snijd de gehaktschotel in repen en serveer in een broodje met de saus.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten