Foodparade lente 2017.

Foodparade lente 2017. Het is begin april en het zonnetje van maart heeft het bloed al doen kriebelen. Weg met winterkost, de eerste moestuintjes van de blauwe grootgrutter staan te kiemen in Gereons Keuken Thuis, mijn handen jeuken om het #alfresco seizoen te starten.Barbecue en kookplaatje naar buiten. Voor de jaarlijkse alfresco-actie heb ik al een mooi kookboek in zuiderse sferen klaarliggen voor de winnaar in september. Maar daarover meer na de Italiaanse week begin mei. Pasen staat voor de deur. In tegenstelling tot wat de supermarktmagazines ons aanraden geen bacchanaal met ontbijt, brunch, paasborrel en diner in mijn keukentje, maar een buitenfeest met dito lente-eten. Misschien een BBQ, iets met kreeft of de eerste asperges. Wie zal het zeggen. Kortom, ik heb er zin in, indachtig de dichtregel van Herman Gorter: “Een nieuwe lente……” Stay tuned!

Tia Maria & coffee.

Stooker Roasting Co. aan het Kastanjeplein in Amsterdam Oost was begin maart het podium van coffee en Tia Maria. Stylish and trendy. De lancering en officiële kick off van Tia Maria coffee Academy De bartender meets the barista en deze twee werelden kunnen veel van elkaar leren, zo bleek uit de diverse presentaties.Een nieuw koffietijdperk breekt aan. Onder andere met de martini espresso, waarover het verhaal gaat dat een supermodel uit de tachtiger jaren iets wilde drinken wat haar wakker maakte en waar drank in zat. De bartender creëerde de martini espresso. De rest is geschiedenis. Wie het supermodel was werd niet verteld.  De cocktail ging hierna viral. Dat gaan we terugzien in het immer hippe Amsterdam. Een nieuwe koffiedimensie. Wil je het thuis eens proberen? Het recept is kinderlijk eenvoudig:

Nodig:

25 ml wodka

25 ml Tia Maria

1 of 2 shots espresso

5 ml suikersiroop

ijs

shaker

Bereiding:

Doe de Tia Maria, wodka, espresso en suikersiroop in een shaker met ijs. Hard schudden en vervolgens uitschenken in een gekoeld martiniglas. Serveer de cocktail met drie koffiebonen.

We gaan verder met de foodparade…..

Meat Malbec

Malbec, de beroemde Argentijnse druif, zorgt voor spannende Mendoza wijnen. Bijvoorbeeld de rode wijnen van Bodega Luigi Bosca, in Nederland geïmporteerd door Oud Reuchlin en Boelen sinds 1733. Op het ietwat desolate industrieterrein Waarderpolder in Haarlem vond een uiterst warme asado plaats in het kader van deze emblematische Argentijnse wijn. Meat Malbec!  Letterlijk en figuurlijk. De kok van Harlem BBQ ging aan de slag met een groot stuk vlees, picanha, op een het Black Bastard. Mijn tafeldame, wijnjournaliste Romy Kooij maakte pintxos morunos, een ambassadrice van Luigi Bosca zorgde voor lekkere broodjes met provolone en Gereons Keuken Thuis tekende voor de chimichurri. Onze gerechten werden genuttigd onder het genot van onder allerlei malbec wijnen zoals de Finca los Nobles malbec & petit verdot. La Linda malbec old vines en Luigi Bosca Insignia malbec. Mooie dieprode wijnen voor bij het rode vlees en de pit van de chimichurri. Laat het #alfresco seizoen maar beginnen. “Ongewoon lekker” blogster Jody Mijts maakte deze sfeerimpressie, waarin ik ook mocht figureren.

Kreeftenseizoen

Op 30 maart ging het Zeeuwse kreeftenseizoen weer van start. Volgens de traditie start het Zeeuwse kreeftenseizoen met het vangen en veilen van de eerste Oosterscheldekreeft. In Colijnsplaat is nog de enige kreeftenmijn van Europa te vinden. Sinds 1883 leeft de kreeft tussen de basaltblokken van de Zeeuwse dijken. de deltawerken zorgen voor schoon en zilt water en de populatie groeide gestaag. Kreeften zijn nu ook te vinden in de Grevelingen en het Veerse Meer. Je mag ze niet zomaar vangen. Daarop wordt streng toegezien. Tot en met 15 juli kan er weer volop worden genoten van dit product uit de Oosterschelde. In Zeeuwse restaurants of thuis. Helaas kon Gereons Keuken en Route niet bij de officiële dag zelf zijn, maar ik ga zeker eens een kreeft uit de Zeeuwse wateren proeven. Ik zag een leuk recept in Zilt Zoet Zeeland. Lekker Tafelen haakte op dit evenement in met een instructievideo. Later in dit seizoen gaat Gereons Keuken Thuis er eens mee aan de slag.

Een paasrecept mag niet ontbreken in deze foodparade Lente 2017.

Paastaartjes uit de Berry

De Berrichons koken op robuuste wijze. Veel stevige soepen, vis uit de rivieren Cher en Indre, lamsvlees, Charolais rund en kastanjes. Stevige maaltijden voor hen die hard werken op het land. Ook zijn de geitenkaasjes, zoals crottins uit de streek bekend, die perfect samengaan met de wijnen uit Sancerre en Reuilly. Er valt heel wat te ontdekken op eet- en drinkgebied in deze streek.
Met Pasen in zicht dacht ik aan paastaartjes gevuld met drie soorten vlees en geitenkaas. Een “paté de Pâques au Biquion”. In de Berry worden deze gevuld met varkens-, rund- en jonge geitenvlees. Ik maak er een simpele versie van met rundergehakt en lamsvlees. Er bij drinken we een rode Reuilly  gemaakt van de pinot noir druif. Een rode wijn uit een koel klimaat, licht met hints van frambozen en viooltjes. Een mooie tegenhanger van de paastaartjes.

Nodig 4 personen:

4 vellen bladerdeeg
125 g rundergehakt
100 g lamsvlees in hele fijne reepjes
75 g verse geitenkaas
1 sjalotje
2 el gehakte peterselie
4 eieren
nootmuskaat
peper en zout
olie

Bereiding:

Meng het gehakt, fijngesneden lamsvlees, gesnipperd sjalotje, 1 eidooier en peterselie door elkaar. Maak dit vleesmengsel op smaak met peper, zout en een snufje nootmuskaat. Kook twee eieren hard en pel ze. Snijd de eieren in kwarten.  Rol de vellen bladerdeeg heel dun uit. Leg ze op een met bloem bestoven werkblad. Verdeel de helft van het vleesmengsel over de vier vellen deeg en leg op elk 2 partjes ei. Maak af met een plakje verse geitenkaas. Verdeel daarna de rest van de vleesvulling over de flapjes. Vouw de vellen deeg goed dicht en druk aan met een vork. Bestrijk met eigeel voor ze de oven ingaan. Bak de flapjes in 25 minuten goudbruin in een oven van 180 graden. Serveer deze paastaartjes op een bord met wat waterkers.

Keukentafeldiner bij Christine!

 

Gereons Keuken Thuis ging op pad voor een keukentafeldiner van Christine’s Keuken. Leuk nieuw initiatief in Uitgeest. In een verzorgde ambiance serveerde deze kok een driegangendiner voor de aanwezigen. Er werd gestart met asperges en zalm op een bedje van salade met frambozendressing. Christine schonk er een kloeke witte Gavi uit Piemonte bij. Het hoofdgerecht was een klassieke bereiding van varkenshaas met aardappels in een cocotte en, zoals de gastvrouw het noemde, een tomatenprutje. Een stevige merlot uit Chili begeleidde deze dis. De salade was weergaloos, wat een kleurexplosie. Het diner besloot met een dessert van huisgemaakt vanilleijs, een coulis en room in een after eightbakje. Op 21 april a.s. gaat deze chef live. Wil je erbij zijn? Dan kun je je aanmelden op de site van Christine’s Keuken. Je beleeft gegarandeerd een fijne en culineuze avond.

Leermeesterdag 2017

De leermeesterdag van het ROC Amsterdam bij groothandel De Kweker is altijd de moeite waard te bezoeken. Er valt altijd iets te beluisteren en te zien. Dus Gereons Keuken Thuis ging op pad. Joël Broekaert vertelde over de zin en onzin van onze vleesconsumptie. Je moet mensen leren wat ze kunnen eten in plaats van willen eten. #nowaste. Bijvoorbeeld geitenbokjes vlees in plaats van plofkipfilets. Een grote uitdaging in de toekomst voor de horecaleerlingen. Ook heel interessant was de lezing over facilitaire dienstverlening. Meer en meer wordt alles aan elkaar gekoppeld en verder technisch verbeterd. Een regelrechte technische uitdaging dus, zoals het internet der dingen. Dat heeft gevolgen voor hoe facilitaire dienstverlening in de toekomst zijn beslag krijgt. Food for thought. Na deze peptalk was het tijd voor de excursie naar De Kweker zelf, met mediterrane schatten, revolutionair Zeeuws brood, pain de mer, gemaakt met Oosterschelde water, garnalen van de SOLT mannen van het Wad uit Groningen en tenslotte de signature dishes van ROC sterklas leerlingen. Het was weer een heerlijke lentedag bij het Foodcenter aan de Van Galenstraat.

Ik wens jullie allen een Fijne Lente!

Op wijnreis door Portugal.

 foto: Portugese wijnparade.

Op wijnreis door Portugal, van de zuidstranden van de Algarve tot de steile hellingen van de Douro. Wat een diversiteit. Gereons Keuken en Route kende deze streken helemaal niet. De versterkte wijnen uit Porto, wit uit de Alentejo, modern design voor een wijnmakerij in het midden van het land. Kunst ontmoet wijn en je kunt er nog logeren ook. Al deze onderwerpen kwamen aan de orde in een gezamenlijke presentatie van Visit Portugal en wijnimporteur Olaf Kerstens van André Kerstens Wijnkopers. Een selectie van het moois dat de regio’s van Portugal de verwende reiziger en wijndrinker te bieden hebben. In ieder geval veel moois en lekkers, zo bleek.

De reis begon in Alentejo, de andere kant van de Taag, een streek met witte dorpjes op heuvels, kurkeiken, warme zomers en rust. Vooral rust, want er wonen op een oppervlakte van heel België maar 600.000 inwoners. Voeg daarbij de strakke onbewolkte luchten en je kunt je voorstellen, dat het zwerk ’s nachts ook een festijn is. Bij deze streek presenteerde Olaf Kerstens een witte reserva DOC Alentejo, gemaakt van 100% lokale druif Antao Vaz en houtgerijpt. Bijzonder, zeker als je weet dat Portugezen vooral rode wijndrinkers zijn. Een doordrinker noemde hij het.

Centro de Portugal, nog zo’n rurale streek. Het hartland van de DOC Dao. De vertegenwoordigster vertelde over de design wijnhuizen waar het goed toeven is, al logerend tussen het groen van de wijnranken en kunst. Stukje lokale kaas uit de Serra do Estrela, de hoogste bergketen van Portugal erbij en een goed glas Quinta de Carvalhas Encruzado 2014, wit met een mooie lengte.

Op wijnreis door Portugal. Algarve, de zuidelijke stranden van Cabo São Vincente tot aan Faro. Strandplezier, watersport, golfbanen en een mooi natuurreservaat. Alles voor de verwende toerist. Wat kun je er in kort bestek over zeggen. Bezoek het achterland, waar de tijd direct lijkt stil te staan. De witte dorpjes met barokke kerkjes uit de tijd, dat de koloniale rijkdommen binnen spoelden. Olaf Kerstens presenteerde bij Algarve een stevige blend van Covento do Paraiso Euphoria uit 2012. Veel fruit proefde ik.

video: Braga op bezoek in Lissabon

We maken een grote bocht naar het noorden van Portugal. Met Porto als tegenwoordig populaire bestemming, Het religieuze en Keltische Braga. (op het filmpje hierboven op promo bezoek in Lissabon)  Groen, Atlantische stranden en in 2016 was deze regio benoemd tot Europese gastronomische regio. Vaar eens over de Douro langs de steile hellingen, waar de druiven voor rood en wijn voor port worden geteeld. Geproefd werd een rode, volle en toch verfijnde Douro van Prats & Symington, Prazo de Roriz.

 foto: ruby en tawny uit Porto.

De reis eindigde in Porto, hoofdstad van de versterkte wijnen. Een bestemming op zich, gepresenteerd in een rijke ruby port, Olazabal Reserve vol rood fruit en een 10 jaar oude tawny port van Vale D. Maria, intens vol gerijpte krenten en noten. Het maakte de wijnreis door het veelzijdige Portugal compleet. De kreet BEM VINDO is zeker van toepassing.

The Palomar, de moderne keuken van Jeruzalem.

 foto: cover The Palomar.

 

The Palomar, ruim 100 gerechten uit de moderne keuken van Jeruzalem. Een eclectische mix van Joodse, Levantijnse, Noord Afrikaanse, Italiaanse, Jemenitische en andere invloeden. Samengebracht door de drie hoofdrolspelers van dit in Londen gevestigde restaurant. Eigenaar en voormalig DJ Layo Paskin, koks Yossi “Papi” Elad en Tomer Amedi. De eerste vertelt het verhaal van het restaurant, nummer twee de achtergronden van de ingrediënten en Tomer als laatste schreef de recepten. The Palomar, gestyled als een fifties Californische duiventil. En dat is het. Wij zijn allen halfbloedjes, begint Layo zijn relaas en dat is te merken in deze fusion keuken, waar in allerlei talen wordt gekookt, gewerkt en gelachen.

Het boek begint met de voorraadkast. Tomer Amedi legt uit wat de basis van de keuken in The Palomar is. Typische producten uit het Midden Oosten. Hij heeft ze thuis ook staan. Bijvoorbeeld koosjer zout (zonder jodium), dadelsiroop, geurwaters, sumak etc.. De basis van de maaltijden zijn gebaseerd op zoals Amedi het noemt de maaltijd voor de maaltijd. Op vrijdagavond komen veel mensen bij elkaar om een gezellig feestmaal te nuttigen. Deze start met 8 à 9 mezze. Dat was één van de pijlers van zijn moeders keuken. Hoe kregen we het allemaal op? vraagt de kok zich af. Direct volgen een aantal basisrecepten voor ingemaakte citroen, harissa, rode ui met sumak, tzatziki en hoe kan het ook anders kippenleverspread. Gehackte leber was nooit een favoriet van Tomer, nu wel.

Als intermezzo vertelt Layo Paskin wat over de wijnen in het restaurant. Dat vind ik heel leuk, omdat wijn vaak een ondergeschoven kindje is in kookboeken en zeker met deze uitgesproken smaken wel wat aandacht verdient. Na de mezze gaan we aan de slag met rauwe gerechten, rauwe vis en zeevruchten. Wat de laatsten te maken hebben met de keuken van Jeruzalem, snapte ik niet helemaal. Laten we het een culinair dichterlijke vrijheid noemen. Verder lezend kom je erachter, dat deze gerechten zijn voortgekomen uit een nieuwsgierigheid van Amedi, omdat zeevruchten in zijn opvoeding een verboden vrucht waren. Dus Marokkaanse oesters, coquillecarpaccio of ingemaakte sardines verschijnen ten tonele in The Palomar.

De hoofdgerechten, gemaakt met de eerder genoemde ingelegde citroenen, homemade harissa, betaalbare ingrediënten met veel smaak. Waaronder ook orgaanvlees, volgens een #nowaste principe. De shakshuka in een aantal varianten ontbreekt niet, boureka’s met feta en aubergine, de polpo van Papi of ribeyes met harissa-aardappelpuree en Midden-Oosterse chimichuri. In een apart blokje legt Tomer Amedi de verschillende Joodse keukenstijlen uit, de Asjkenazische, Sefardische of Mizrachi. Een mix van vele stijlen van Oost Europa, via Andalusië tot Jemen en Iran. Een apart gerecht vind ik de bereiding van buikspek met ras al hanout, gedroogd fruit en Israëlische couscous. Ach we zijn in Londen zullen we maar zeggen.

Het laatste deel gaat over patisserie en zoetigheden, oranjebloesemijs in kataifinestjes, basbousa en een Jeruzalemse mess. Het boek sluit af met basisrecepten brood, pita’s en kreplachs.

The Palomar, ruim honderd gerechten uit het moderne Jeruzalem neemt je mee op pad in de keuken en tradities van alle koks, die in dit Londense restaurant werken. Zij schuwen het experiment niet en gaan iets verder van de Ottolenghi en zijn kompanen. Ik vind de receptuur wat bewerkelijk voor mijn kleine keukentje. Maar het boek is een grote bron van inspiratie en mooie achtergrondverhalen. De fotografie van Helen Catchcart is likkebaardend lekker.

The Palomar, ruim honderd gerechten uit het moderne Jeruzalem (ISBN 9789059566927) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 24,95

 

Lente in de keuken.

 foto: ontluikend lentegevoel.

Lente in de keuken. Het nakende voorjaar betekent voor mij lucht en ruimte. Opruimen, zowel fysiek als in mijn hoofd. Plannen maken voor mijn blog. Welke recepten ga ik delen, welke producten vind ik interessant, welke kookboeken ga ik dit seizoen recenseren? Het leidt allemaal tot een draaikolk in mijn hoofd. Zoveel plannen. Het omgekeerde effect ontstaat. Ik ga procrastinatie gedrag vertonen. Ik verzin alles om niet iets op papier of in het huidig tijdsgewricht in mijn laptop te stoppen. Ik ga me ergeren aan troep, aan onbestendige potjes, die me aankijken en boeken ter recensie, die lonken. Dat remt mij in mijn creativiteit. En geeft geen luchtig lentegevoel. Een probaat middel is dan opruimen, inventariseren en vooral dingen wegmikken of beter weggeven. (Bij ooievaars zie je dat ook, het mannetje keert eerder terug van overwinteren om het nest te kuisen.) Noem het een tour de cuisine. Je kruidenkast eens updaten, de vriezer leegeten en onbestemde restjes in  de vuilnisbak gooien. Dat ruimt op en geeft lucht. Inmiddels is mijn kledingkast op orde en is er een bezem door mijn kookboekenhoek en mijn keukenkastjes gegaan. Ik vind het een feest. Ook het lichaam was aan een beurt toe en dat uitte zich in een maand geen alcohol tot mij nemen. Niet het dagelijkse gewoontewijntje. Het is mij prima bevallen en voor herhaling vatbaar. Het wordt een jaarlijks terugkerend festijn in Gereons Keuken Thuis. Maar nog even over mijn tour de cuisine. Mijn keuken moet in lente-stand en gisteren kreeg ik gezien de temperaturen bijna zin om het #alfresco gebeuren vast op te starten. maar je moet realist blijven. We leven in Nederland en een koutje is zo gevat terwijl je buiten aan het koken bent. Eenmaal opgeruimd kan het brainstormen beginnen. Wat worden de thema’s dit voorjaar? In ieder geval start begin mei mijn jaarlijkse #alfresco actie. Er ligt al een leuk kookboek klaar voor de meest originele inzending. Begin april is het tijd voor een “lente” foodparade. met allerlei nieuwigheidjes en ,hoop ik, veel inzendingen. Er verschijnen weer veel leuke boeken, waarvan ik jullie op de hoogte ga houden. Ik ga Gereons kookboekenhoek reorganiseren en heel wat pareltjes weggeven. (ophalen kan altijd) Kortom er is veel te doen in Gereons Keuken Thuis. Vandaag ga ik aan de slag met salie, een voorbode van de lente bij de Romeinen. Ik gebruik het in een klassiek gerecht uit Rome, een in de mond springende saltimbocca alla Romana. Erbij een glas wit uit Castelli Romani. En de lente in mijn keuken is compleet.

Nodig:

4 dunne kalfsschnitzels of platgeslagen kalfsoesters

4 plakken parmaham

salieblaadjes

bloem

50 g boter

1 glas witte wijn

peper en zout.

Bereiding:

Leg op elk stuk vlees een plak parmaham en één of twee blaadjes salie. Vouw dicht en zet vast met een prikker. Bestrooi het vlees met peper en zout en wentel het door de bloem. verhit de boter en bak snel aan. Laat het vlees kort garen en haal het uit de pan. Leg op een bord en dek af met aluminium folie. Giet het glas wijn in de pan en laat de jus iets inkoken. Serveer de saltimbocca direct met wat jus.

FOODIES nr. 100.

 foto: cover Foodies nr. 100


FOODIES nr. 100. Een extra dik feestnummer van dit culi tijdschrift ligt in Gereons Keuken Thuis op tafel. Onder gasthoofdredacteurschap (als je dat neerlegt met Scrabble op drie woordwaarde, ben je de bom) van niemand minder dan HHB diva Janny van der Heijden. Voor deze gelegenheid stapte zij weer in haar op oude rol van hoofdredactrice. Iets wat zij jaren deed bij TIP culinair. Wat heb ik veel uit dat blad gemaakt voor mijn kompanen in het studentenhuis. Maar dat terzijde. FOODIES nr. 100, het nummer van maart 2017.  Een feestelijke Charlotte Russe staat op de cover. Het fijne van eten luidt de ondertitel en als Janny de scepter zwaait weet je dat we het gaan beleven. “Eten verbindt, je deelt tradities, het geeft je een kijkje in de pannen en de ziel van de ander.” Zomaar uitgangspunten voor dit nummer, aldus de hoofdredacteur in haar editorial.

En dat gaan we beleven. Al bladerend, start  Foodies met een korte uitleg over verschillende vormen van cakejes, van de cannelé via de de brioche naar een baba au rhum, de opmaat naar het thema Franse patisserie verderop in het blad. We kijken in Janny’s keukenkastje, in haar kookboekenhoek. En dan gaat het los, voor dit honderdste nummer proostte Janny met haar gasten tijdens een lente pranzo.  De rivierkreeftjes risotto ontbrak niet. Als je proosten zegt zeg je natuurlijk champagne. Voor Foodies verkende Janny deze streek, de sfeer in de crayères vol flessen, het sanctum santorum van de rémueur, de man die de flessen draait. Arabisch zoet volgt en dat is meer is meer dan Marokkaanse koekjes en baklava.

Een bezoek aan het kookatelier van culinair specialist Carola de Kanter mag niet ontbreken. Binnenkort verschijnt bij Good Cook haar boek Leafs. Dat is pas #greenhappiness! Wie weet geschikt voor een pagina 53 blog. Een spread over bloggers volgt, met een kanttekening: de man, die koken kan is niet de enige mannelijke foodblogger, Foodies!! Waarvan akte! (stille hint) We gaan verder met wijn en ham, echt een  Gereons Keuken Thuis onderwerp. Op reis door Ribera del Duero! Na de wijn gaat Janny op de koffie bij kop tot kont chef Nel Schellekens. Van haar verscheen onlangs het heerlijke boek, Kop tot kont Chef. Het dubbelinterview levert smakelijke anekdotes op. Haute friture, snacken op stand, kleur in de keuken en de keuken van Nadia Zerouali. Foodies nr 100 sluit af met de vooraankondiging van hun nieuw kookboek, met hun 100 beste recepten. Vergeet ik bijna de uitsmijter, het Franse bakken.

Zoveel lekker leesvoer en kookplezier voor het weekend in één blad. Ik moet zeggen dat de input van Janny van der Heijden in de nummer goed is opgepikt en wat meer zwaarte geeft aan het blad. Dat miste ik wel eens in andere nummers. Die weg moeten jullie verder inzetten. Ik heb gesmuld van de terroirverhalen. Ga zo door zou ik zeggen, ook in nummer 101!

FOODIES nr. 100,  met gasthoofdredacteur Janny van der Heijden ligt nu in de kiosk of bij je bladenman voor € 5,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Gereons goulash.

 foto: Gereons goulash

Gereons goulash. Het schoot me deze week ineens te binnen. Lang niet gemaakt, Het stond als gerecht op mijn thuisafgehaald menu. (Overigens nooit opgehaald, maar dat geeft niets) Goulash of zoals deze stoofpot in mooi Hongaars heet: pörkölt, want gulyas is een soort soep. Gestoofd  vlees met de vrucht van het Hongaarse land de paprika, rood, geel of groen. Nederland maakte via pakjes en zakjes kennis met goulash in de seventies.

Paprika, vers of in allerlei varianten poeders. Ga eens kijken op de centrale markt van Boedapest vlakbij de Kettingbrug en je ziet het rode goud in allerlei gedaanten. Dan weet je ook waarom mensen, die werken in een paprikapoederfabriek rode kleding dragen. Een witte overall zou niet lang zijn maagdelijke kleur behouden.

Goulash, het liefst zou ik het eens maken als heiduken doen op de uitgestrekte poesta. In een keteltje hangende aan een driepoot boven een houtvuur. Is dat niet instant mannelijke foodbloggers porn. Zo van je paard, je tent net opgezet, hout gesprokkeld en stoven maar. Past zo in de wilde weken, waar ik al eerder blogs over schreef.

Maar nu naar Gereons goulash, juist ja, die van thuisafgehaald. Ik vind het een gerecht, dat deze grauwe dagen opvrolijkt. Wat pit in den donder geeft. En hoe langer het op het vuur staat, des te steviger de pittigheid van de rode paprika en het vlees zich vermengen. Dat deed ik afgelopen zaterdag ook. Op zaterdagochtend gingen, met muzak van Yonderboi op de achtergrond, alle ingrediënten in de pan om twee stoofsessies van 3 uur verder op zondagavond te worden op gesmikkeld  Gereons goulash met een stevig glas rood stierenbloed uit Eger. êtvágyat!

 foto: klaar voor de start.

Nodig:

1 kg runder riblappen

3 rode uien

1 stevige winterwortel

3 rode paprika’s

4 tenen knoflook

2 tl tijm

1 tl chilipoeder

2 el paprikapoeder

2 dl runderfond

1 glas rode wijn

1 klein blikje tomatenpuree

peper en zout

2 el bloem

50 g boter

extra water

Bereiding:

Was de rode paprika’s en snijd deze in stukken. Schrap de wortel en snijd in blokjes. Snijd de rode uien, maar niet te fijn. Hak de tenen knoflook in stukjes. Snijd het vlees in blokjes en bestrooi met bloem zout en peper. Voeg als laatste een el paprikapoeder toe. verhit de boter en braad het vlees om en om aan. Blus af met wat rode wijn. Fruit in een andere pan de uien aan en voeg deze toe aan het vlees. Zet de paprika en wortel even aan in dezelfde pan samen met de tomatenpuree. Voeg de fond, een el paprika poeder, tl chilipoeder, gehakte knoflook en tijm toe en verwarm. Giet dit mengsel over het vlees, zodat het onderstaat en voeg eventueel wat water toe. Het vlees moet onderstaan. Laat het geheel op laag vuur en een sudderplaatje minimaal 3 uur stoven. (Ik deed er 6 uur over)  Voeg tussentijds nog wat vocht toe. Serveer de goulash uit de pan met stevig zuurdesembrood of heel retro met gekookte rijst en erwtjes. Dat laatste deed Gereons keuken thuis op zondagavond. (niets wilds aan)

Cuisine du terroir.

 foto: cover vintage kookboek

Cuisine du terroir. Het is al weer een tijdje geleden, dat ik het erover had. Maar streekkeukens en -gerechten blijven altijd de hitparade in Gereons Keuken Thuis aanvoeren. Ik kan het gewoon niet laten om overal waar ik kom eerste- of tweedehands werkjes te scoren over de Franse terroirkeuken. Bij de kringloopwinkel in Amsterdam West, bij een benzinestop langs de autoroute of in dat knusse boekwinkeltje tegenover de abdij in Tournus. Mijn kookboekenhoek in de hal staat er vol mee. De basiskeuken van Gereons Keuken Thuis blijft nu eenmaal de Franse, niets meer en niets minder.

Vandaar dat ik zo verguld was met het heerlijke boek van ene Brigitte Talleray. Ik vond het bij de kringloopwinkel en het heet de Traditionele Franse Keuken, verschenen in 1993. (ver voor de tijd van bloggen, Instagram en Facebook) Niet de meest opzienbarende titel, maar het gaat om de inhoud. Talleray neemt je mee op reis door de zeshoek. Ze reisde van Vlaanderen en Artesië tegen de klok in naar Normandië en Bretagne. Deed het westen aan, de Limousin en Auvergne. Verkende de Gascogne en Pyreneeën. Belandde in de Languedoc, dwaalde door de Provence, Stak de Golfe du Lion over naar Corscica. Trok via de Rhône naar het Noorden, Lyon en Savoye. Schreef over Bourgondië. En eindigt in het Noordoosten, Lotharingen en Elzas. Wat een leuke culinaire Tour de France. Met dito recepten en liefdevolle bereidingen opgetekend uit de monden van locals. Dat levert niet altijd doorwrochte en sluitende recepten op, maar des te meer mooie verhalen. Cuisine du terroir, wat een queeste van deze schrijfster. Kom je zo’n leuk boek tegen schroom dan niet het direct aan te schaffen, want je hebt er veel plezier van, al zeg ik het zelf.

Vandaag twee recepten uit dit leuke boek, gebakken cêpes met persillade en boter en een aardappelsalade uit de Cevennes, die Ravien Cévenol heet. Ik paste de ingrediënten iets aan naar de 21e eeuw, en ook de bereiding. Want koperen pannen zijn echt niet per se nodig. Lekker vega op deze druilerige woensdag in februari. We drinken er een stevig glas rood uit de Rhônevallei bij.

Nodig:

Voor de gebakken cêpes:

500 g wilde paddenstoelen, naar keuze

3 el extra vièrge olijfolie

2 tenen knoflook geperst

2 el fijngehakte peterselie

zout en peper

klontje gezouten boter

Voor de Ravien Cévenol:

500 g vastkokende aardappelen

1 stronk friséesla, gesneden en gewassen

20 halve gepelde walnoten

1 Granny Smith geschild in stukjes

3 stengels bleekselderij in plakjes

4 el walnotenolie

1 1/2 el witte wijnazijn

peper en zout

Bereiding:

Veeg de wilde paddenstoelen goed af met keukenpapier en snijd ze in stukjes. Verhit een flinke scheut olijfolie in een (koperen) koekenpan en bak de paddenstoelen goudbruin. Voeg hierna de knoflook, peterselie en boter toe en laat met een deksel kort garen. (het originele recept doet alles tegelijk in de hete olie. M.i. niet zo een goed idee, omdat de knoflook dan kan aanbranden. Voeg deze later toe)

Kook de aardappelen gaar, laat ze afkoelen en snijd deze in stukjes. ( het originele recept heeft het over prakken?) Doe de blokjes aardappel en Granny Smith in een slakom. Voeg de gewassen frisee sla toe, de walnoten en bleekselderij. Het recept gaat ervan uit, dat je dit in laagjes doet. Maak een vinaigrette van de olie azijn, peper en zout en giet deze over de salade. Het recept van Talleray mengt de Ravien niet, ik wel.

Serveer de warme cêpes en Ravien Cëvenol op een bord en serveer direct met desembrood en boter.

Op wijnreis door Catalunya.

 foto: op wijnreis door Catalunya.

Op wijnreis in Catalunya, 300 wijnmakers ontvangen het hele jaar rond bezoekers op hun mooie bedrijven in Catalonië.  Catalunya, een autonome regio in noordoost Spanje, bekend van haar hoofdstad, de bruisende metropool Barcelona, de stranden van de Costa Brava en Dorada, de Pyreneeën, de modernistische architectuur van Gaudí. Kunstenaars als Dalí en Picasso lieten hun artistieke sporen na. De andere steden zoals Girona, Tarragona en Lleida met 2500 jaar historie. Voor elk wat wils dus in deze regio. En wijn! Sinds de klassieke oudheid worden er wijnen gemaakt in deze streek. Topwijnen! Een reis door de wijngaarden, met een variëteit aan landschappen, druivenrassen en wijnen, verdeeld over 12 denominaci0nes de origen, de DO’s. (wij noemen dat een herkomstbenaming) Allemaal te ontdekken, als je toch een bezoek brengt aan Barcelona of even genoeg hebt van het luieren op het strand. In het bestek van deze blog voert het wat ver, om alle 12 gebieden te bespreken. Uitgebreide informatie vind je op de site van Generalitát de Catalunya. Zij wijzen je de weg naar de mooiste domeinen, de leukste logeeradressen, de lekkerste culinaire geneugten en nog veel meer.

 foto: de kelders van Codorníu.

Op wijnreis door Catalunya betekent allereerst de DO Catalunya, de algemene appellatie van deze streek. Wijnbouw teruggaand tot de tijd van de Griekse stad Emporion, het huidige Empuriés. Het is de meest productieve en best verkopende denominacion van de deze streek. Rood, wit, rosé en wat te denken van de authentieke bubbel cava? Deze heeft zelfs een eigen DO gebaseerd op het suikergehalte, variërend van extra brut tot dolç. Zo’n 300 stadjes, 50 duizend hectare groot, met 35 toegestane druivenrassen, 200 geregistreerde kelders en 60 miljoen flessen per jaar vormen deze grootste appellatie. Er zijn overal het hele jaar door proeverijen, markten en festiviteiten te bezoeken Ga eens vanuit Barcelona op pad!

De Penedès is de volgende DO gelegen achter de Costa Dorada. Gereons Keuken en Route bezocht deze streek eens vanuit badplaats Sitges. Naar cava hoofdstad Sant Sadurní, waar bekende huizen zoals Codorníu hun wijnkathedralen hebben vol bubbels. Bezoek in Vilafranca ook eens het Vinseum. Maar de Penedès is niet alleen cava. De streek is ook een grote producent van stevig rood. In Vilafranca vind je ook de cellers van Torres, het bekendste wijnhuis van Spanje. Ik vind sowieso hun winkels in Spanje een beleving. Al vanaf de Romeinse tijd wordt er wijn verbouwd in de Penedès, voor transport over de Via Augusta. De jonge witte wijnen van deze streek worden, recht uit het vat, geserveerd bij Xató, een salade van groente vis en picada, de typische Catalaanse amandelsaus.

 foto: de Penedès

Het laatste gebied op wijnreis door Catlunya is DO Priorat, een klein, maar fijn wijngebied, vlak achter Tarragona. De wijnbouw werd hier geïntroduceerd door monniken van het Kartuizer klooster van Escaladei. Mooie naam eigenlijk de trap van God, maar dat terzijde. De kartuizer kloosterlingen brachten de Franse wijze van wijn maken met zich mee. Hun orde leefde in stilte. Priorat is het Catalaanse woord voor priorij. De abt van het klooster bestierde de wijngaarden. Sinds de jaren 90 van de vorige eeuw werden er innovaties uitgevoerd en Priorat hoort tegenwoordig bij één van de meeste prestigieuze gebieden ter wereld. De monniken zijn er natuurlijk allang niet meer, maar hun rode wijnen (96% van de totale productie) leven voort. Gemaakt van garnatxa negra, carinyena of samso. Stevig rood. Een bezoek waard zijn de kleine dorpen van deze streek, gelegen in een bergachtig landschap. De tijd heeft stilgestaan. En nog steeds met de stilte van de Kartuizers.

Gereons Keuken en Route zou op deze zaterdag nog veel meer kunnen en willen vertellen. Maar beter is het nog om deze gevarieerde bestemming zelf eens te ontdekken. De wijnmakers staan klaar voor je. Net als alle leuke hotels en speciale restaurants. De toeristenorganisatie van Catalonië kent wel tien redenen om de wijngebieden te bezoeken. Waarschijnlijk zijn dit er veel meer. Want de regio Catalunya ademt gastronomie in al haar caleidoscopische facetten.

 foto: cavaflessen.

¡Benvinguts! Op wijnreis door Catalunya.

Stoven bij Janneke thuis.

 foto: cover Stoven

Stoven bij Janneke thuis. Ik zie het helemaal voor me daar in Margraten tussen de heuvels, fruitbomen en mergelgrotten. Bij het krieken van de dag zet Janneke Philippi een pan op het vuur en stoven maar. Dat stoven en sudderen is dankbaar, dat weet ik uit ervaring, ideaal als je veel aan huis werkt. Je laat het gerecht al dan niet op zo’n sudderplaatje staan en je werkomgeving vult zich met een veelbelovende geur van het avondeten. Toch is voor veel mensen stoven niet weggelegd, simpelweg uit tijdsgebrek. Je kunt moeilijk een pan mee naar kantoor nemen en deze op de convector zetten. Stoven is voor veel mensen dus weekend koken. Maar dat hoeft niet per se. Philippi geeft ook gerechten in haar boek met korte stooftijden.

Het boek start met wat je nodig hebt, een sudderplaatje of een gaskachel doen wonderen. Ik kan me herinneren, dat ik, inmiddels jaren geleden, ’s ochtends het konijn aanbraadde en de pan op de gaskachel in de woonkamer zette op de laagste stand. Bij terugkomst van de universiteit was het vlees dan boterzacht.  Want stoven doe je op 90 graden, aldus Janneke.

Stoven is niet alleen winters eten, stoven is voor elk seizoen. In welke braadpan dan ook. Zolang je maar vocht toevoegt en wat zuurs gebruikt, zeker in combinatie met vlees. Recepten voor vlees, vis, groente en fruit volgen. We beginnen met het vlees. wat te denken van reeworstjes met paddenstoelen en salie, konijn van de jager, eendenbout met gedroogde paddenstoelen of hoe kan het anders Limburgse gehaktballen met stroop! Wat likkebaardend lekker allemaal en door echtgenoot Serge smakelijk in beeld gebracht.

Vis kun je ook stoven, een Hollands vispannetje met zeekraal en garnalen, bereidingstijd 25 minuten en 10 minuten stoven. Dat is in een handomdraai klaar. Of botervis met ansjovis, rode peper en citroen. Een lekker idee voor na een wandeling op het strand. Het boek besluit met groente en fruit, waarvan ik twee recepten wil vermelden, een romige champagnezuurkool, oh la la en stoofperen met herfstbokbier en vanille. Eens wat anders dan peerkes in de Beaujo!

Stoven bij Janneke thuis is een heerlijk winterboek. Gelukkig heeft het vandaag gesneeuwd en had ik veel werk aan huis. Stoven dus.

Stoven bij Janneke thuis, Janneke Philippi (ISBN 9789045211985) is een uitgave van Karakter en is te koop voor € 19,99

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Nel, van kop-tot-kont-chef.

 foto: cover Nel, van kop-tot-kont-chef

Nel, van kop-tot-kont-chef. Onlangs sloot Gasterij de Gulle Waard in Winterswijk haar deuren. Het bedrijf, waar chef kok Nel Schellekens kookte volgens haar principe van 0% waste en 100% taste.  Met groente, fruit, van pit tot schil, vlees, natuur en zoals de titel al zegt van kop tot kont. Niets gaat verloren. Wat een mooi streven en wat is deze methode ver van ons af komen staan. Het boek Nel, van kop-tot-kont-chef zou daar wel eens verandering in kunnen brengen. Eigenlijk zijn het allemaal dingen, die we allang wisten, maar die door het supermarktgeweld met kant en klare lapjes, superfoods uit een potje en groentejuwelen een beetje verloren zijn gegaan. Nel Schellekens biedt een kijkje in haar keuken.

Eten begint volgens Nel met om je heen te kijken en dan alles ervan willen weten. Niet van je hap, slik, weg of niet willen weten waar het vandaan komt. Het eerste wat zij kookte was een zandtaartje voor haar broer. Onnodig te zeggen, dat deze traktatie (van zandbakzand) niet in de smaak viel. Maar het lag op haar pad. Nel wordt gelukkig van lekker, goed en puur eten. Ze werd chef, met een eigen passie en filosofie. Koken met ziel en zaligheid. Met de beste producten, die je in je streek of zelfs tuin kunt vinden. En alles van kop tot kont #nowaste. Daar begon in Gereons Keuken Thuis het feest der herkenning.

Nel, van kop-tot-kont-chef start met het EI, een buitengewoon bijzonder voedingsmiddel dat in vele gerechten en gedaanten voorkomt. Ze maakt er Eis, ijs van ei mee en vertelt en passant wat je met een uitgelegde hen kunt maken. Een prima fond. Ook geeft ze recepten voor haantjes, waarvan ze ook de kammen en kloten gebruikt in een salade. Voor de vegans is er de zwavelzwam uit het bos. Gans is een favoriet van Nel, gevuld met boomgaardlekkers, de borst gerookt of gans in een Waterzooi, deze keer niet uit Gent, maar van gent (mannetjesgans) Hiermee is de toon gezet. Nel kookt graag met mannetjesvlees.

Maar eerst een hoofdstuk over granen. Goed brood, koekjes, gries en hooibroodpudding vragen om goede granen. Volgens Nel zijn deze door de commercialisatie steeds minder te vinden. Ga ernaar op zoek bij een ambachtelijke molenaar is haar devies. De koningin van de groente, in de Achterhoek op zandgronden voldoende aanwezig. De asperge, om te frituren, voor een heerlijke helleveeg of voor bouillon van de overgebleven schillen. Ook een beproefde methode in Gereons Keuken Thuis. Verder gaat het met al het lekkers uit de wei, van paardenbloem, voor kappertjes of salade tot zuivel. Melk, wei als bijproduct van kaas en biest. Dat riep bij mij instant herinneringen op, want dat werd thuis vaak gegeten. (met suiker en beschuitje) Biest is de eerste melk van een koe na het kalven. Een echt superfood met veel meer eiwitten en vetten dan gewone melk. Als een kalf er 5 liter van op heeft is een goede afweer bereikt. Er blijft dus 10 liter van deze wonderdrank over. Hoezo niet gebruiken, #nowaste?

De mannen van Nel, stieren en bokken. Het mannelijke dier delft al jaren het onderspit. Een haan legt geen eieren en bokken en stieren geven geen melk. Jarenlang stond de “man”op de kaart van Gasterij de Gulle Waard. Het vlees is spierrijk als gevolg van testosteron. Worden jonge stierkalven gecastreerd, dan worden ze als os zwaarder en behouden de kracht van een stier, maar niet het temperament. Een makke grazer. Met sappig vlees. Ook is Nel gebruiker van het vlees van de bok. Dit vlees is culinair net zo veelzijdig als ree, lam, rund of varken. Bijvoorbeeld in bokworst of als bokkenpootje.

We gaan naar de kermis, een zwijntjeskermis. Het varken is een veelzijdig en makkelijk boerderijdier. Breed inzetbaar. Ik las het recept voor balkenbrij 2.0. Een glimlach van herkenning. Ik zie mijn oma nog roeren in de pan balkenbrij met natuurlijk rommelkruid. Het goedje werd in cakeblikken gestort en moest afkoelen in de kelder. Wat een traktatie met suiker en boter. Het vijfde kwartier, orgaanvlees, komt ook aan bod. Over niertjes, kop en staart in een Italiaanse ragú en hart. Niet iedereens smaak, maar zoals Nel het vertelt maakt het direct duidelijk. Waarom dure zwezerik eten terwijl je met stierenballen ook heerlijke dingen maakt? Dit hoofdstuk wierp bij mij  wel de vraag op waarom ik niet van de baklucht van bijvoorbeeld lever of niertjes houdt, maar ander bewerkingen geen probleem vind.

Boomgaard lekkers, gerechten met appel, druivenblad en druif. Stroop koken, een bekend fenomeen in Gereons Keuken Thuis. want jong geleerd is oud gedaan. Verjus van zure druiven. En allerlei dolmades. Verder met bijvangst uit de tuin, zoals dennentopjessiroop, thee, zuurkool of een meikeversoepje. Het boek besluit met allerlei zoet lekkers en traktaties voor je huisdier. Kookhooi voor je konijn of groente voor je goudvis. Wat een vondst.

En zo is het cirkeltje rond. Nel Schellekens heeft in het boek Nel, van kop-tot-kont-chef al haar passie en kunde gestopt. Voor mij een feest der herkenning, vol terroir. Wat een kennis en verhalen. Al lezend vraag je je af waarom je heel veel dingen niet meer of vaker doet? Gemak of is het wat de boer niet kent… etc? Ik ben in ieder geval gebiologeerd door dit boek.

NEL, van kop-tot-kont-chef, Nel Schellekens & René Zanderik, met fotografie van Alexander van Berge (ISBN 9789089897152) is een uitgave van Terra en is te koop voor € 29,99

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten