Trudy de fazant. Onlangs plaatste ik op Facebook een oproep voor leuke verhalen voor de groene editie van Gereons Mag, die rond 22 februari verschijnt. Gastblogger Rinze de Vries stuurde mij een verhaal uit zijn Amsterdamse tuin. Over Trudy, een tuinbewoonster, waarvan Rinze eerst dacht, dat zij een fazant was.
Trudy, de fazant. In mei 2002 woonde ik in een huis met een grote achtertuin in Amsterdam. Het stel dat er voor ons woonde was al oud en had lang niets meer aan de tuin gedaan. Die verwilderde tuin trok, tot onze verrassing, veel vogels, kikkers en op een middag zelfs een konijn. In het najaar zag ik een grote vogel hoog in één van de bomen zitten. Het leek wel een fazant. Grappig vond ik het wel. In Amsterdam zoveel natuur. Later zaten we aan de koffie en bleek die fazant een kip te zijn. Tevreden scharrelde zij door de tuin. Ik heb haar een bruine boterham gegeven en die hapte ze zacht tokkend weg. Echt dichtbij kwam ze niet, maar dat had ik ook niet verwacht. Na de boodschappen (het was op een zaterdag) was ze er nog steeds. Ze zat in een groenblijvende boom op een lage tak. Tja wat te doen? Maar weer een boterham onder de boom gegooid en ook die hapte ze tevreden tokkend weg. Toen het donker werd dacht ik, dat ze was vertrokken. Na nog eens goed te hebben gekeken bleek ze veel hoger in de boom te zitten. Klaar voor de nacht.
’s Ochtends scharrelde ze weer door de tuin en de hele zondag bleef ze dat doen. Maandag heb ik bij de dierenwinkel gemengd graan aangeschaft. Dit ging er vlot in en zodra ze me zag kwam ze al voorzichtig aanscharrelen die week. Een tijd lang ging dit zo door. Wij vonden het wel gezellig. Zelfs toen ze op een zaterdagochtend om acht uur luid onder ons slaapkamerraam zat te tokken. Een bakje voer en stil was onze Trudy weer. Via via hoorden we dat Tru thuishoorde op de school om de hoek. De conciërge kwam haar halen toen ik aan het werk was, want ik wilde het niet zien. Erg tam was ze nog steeds niet en ik zag al wilde taferelen van een angstige kip voor me, die met grof geweld door een nare man werd meegesleept. Dit was eind november 2002. Het kippenvoer heb ik op 30 december maar in de tuin gegooid voor de andere vogels. Mijn stille hoop, dat ze terug zou komen, had ik laten varen.
Echter het jaar 2003 had niet beter kunnen beginnen want op 3 januari scharrelde ze weer tevreden door onze tuin. Trudy was terug en voorgoed hoopte ik. De tuin werd haar domein. Ik snoeide en haalde onkruid weg. Ze stond zowat op mijn tenen te trappelen om te kijken of er beestjes omhoog kwamen als ik iets ging planten. Kleine plantjes kregen geen kans, want nijver als ze was, groef ze alles op. Op een dag merkte ik dat ze uit de tuin van buren kwam. Eieren had ik nog nooit gezien. Ook niet echt meer aan gedacht, maar ineens ontdekte ik een nest met meerdere eieren achter de omheining. En het was niet eens Pasen.
In de achtertuin is het bij een beetje snoeien en het planten van wat bessenstruiken gebleven. En een nachthok voor de kippen want ik haalde er nog twee Orpingtons bij. Trudy bleek een Assendelfter raskip. Ze had een grappig rozetje op haar hoofd. Jaren scharrelden ze door de tuin. Nijver krabbend trokken ze rond op zoek naar pieren. In de avond gingen ze in het nachthok en gelukkig legden ze daar ook eitjes. Nu 20 jaar later tuinier ik op een dakterras vol met grote potten. Ik kan vanaf het dak de tuin bijna zien. Op het dak groeien frambozen, zwarte bessen, aalbessen en bramen. Er staan kersenbomen, een perzik, pruimenbomen, nectarines en vijgen. In het seizoen verbouw ik sla, spinazie en snijbiet in potten. De groene parkieten hebben de kersenbomen al ontdekt. Ik vind het wel grappig, maar nog leuker had ik het gevonden als Trudy in weer in een boom had gezeten. Ze heeft 10 jaar bij ons gewoond en telkens als ik weer iets verplant denk ik dat ik haar zachtjes hoor tokken.
Dank je wel Rinze voor deze leuke gastblog. Speciaal voor jou een Bourgondisch eierrecept uit mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis: “Oeufs en meurette”, een Bourgondische klassieker van eieren gepocheerd in rode wijn met een rode wijnsaus. Deze saus is een combinatie van wijn, spek en uien. Lang inkoken maakt de saus dikker en stroperiger.
Nodig:
1 fles rode Bourgogne wijn
100 g spek in blokjes
6 sjalotjes
100 g boter
250 ml runderbouillon
8 sneden brood
2 tenen knoflook
50 ml wijnazijn
8 verse eieren
zout, peper
gehakte peterselie/bieslook
1 l heet water
Bereiding:
Snijd het spek in heel fijne kleine blokjes. Hak de sjalotjes fijn. Verhit ongeveer 20 g boter en bak de spekblokjes en sjalotjes kort aan tot bruin. Giet er 500 ml rode wijn bij en de bouillon. Bewaar de rest van de wijn voor het pocheren. Kook dit onder telkens roeren voor de helft in zodat een dikke saus ontstaat. Rooster het brood en wrijf in met de knoflooktenen. Giet in een pan de overige wijn, water en azijn en breng aan de kook. Let op dat het niet kookt maar borrelt. Breek de eieren één voor één in een kopje. Zet het vuur laag en roer het water kokende water zo dat er een kolk ontstaat. Voeg het ei toe en laat het 3 minuten pocheren. Schep eruit met schuimspaan. Doe dit ook met de andere eieren. Houd ze warm in een schaal met warm water. Snijd eventueel de randjes van de eieren bij. Als de saus goed is ingekookt, voeg dan peper en zout toe en de rest van de boter in blokjes om te binden. Niet meer verwarmen. Leg het geroosterde brood op een schaal, en leg op elke snee een gepocheerd ei. Giet de saus erover en bestrooi met wat bieslook en peterselie.