Puntneuzen en kersenpitten.

 foto; cover puntneuzen en kersenpitten.



Puntneuzen en kersenpitten, verhalen en recepten uit de keuken van Jeroen Bosch. Het is nog steeds Boschjaar in ‘s-Hertogenbosch, stad van deze schilder en in de 15e eeuw een hub van activiteit en voorspoed. Als kind dacht ik vaak als ik bij de put op de markt stond te wachten, hoe het zou zijn om laat Middeleeuws Den Bosch te bezoeken. Bijvoorbeeld met de teletijdmachine van professor Barabas. (Hij stuurde ook Suske en Wiske overal heen) Om te kijken, hoe de mensen leefden, wat ze deden en om de kathedralenbouwers aan het werk te zien. Want veel meer dan het verhaal van de erwtenman had ik op de lagere school niet meegekregen. En het blije lied, dat ik als kind leerde over de incomste van de hertog. ( refrein: Harba lorifa zong den hertog…harba lorifa…. na zevenhonderd jaren in dit edel Brabants land)

Den Bosch in de 15e en 16e eeuw dus. Een handelsstad, de vierde stad van het Brabantse hertogdom, gelegen aan de grens. Later gezien de toevloed van de vele clerici klein Rome genoemd. Jeroen Thijssen en Lizet Kruyff doken onder in het wel en wee van deze booming stad. In verhalen en recepten. Mariëlla Beukers verzorgde de wijn. De gerechten werden gefotografeerd op aardewerk uit de tijd van Bosch, dat is te zien in het Groot Tuighuis. Een soort teletijdmachine dus, zij het in boekvorm. De auteurs zijn grondig te werk gegaan, om een mooi beeld van het leven, eten en drinken van de bewoners van de stad van Bosch te schetsen. Want eten is nooit ver weg op de indrukwekkende schilderijen van Bosch. Op basis van wat er over is vastgelegd en is opgegraven. De puntneus bijvoorbeeld, een drinkbeker uit deze tijd.

Laten we eens een rondje maken langs wat personen en gerechten.zoals mevrouw Beckers, de bakster, die warme gevoelens koestert voor knecht Jacomo terwijl de man zich verpoost in de kroeg. Dit kan alleen maar tot ellende leiden. Wie weet bakte deze vrouw wel liefcoecken, waarvan direct na dit verhaal het recept wordt gegeven. Cees Holtkamp hielp de schrijvers met de juiste receptuur. Kersenpitten. Een ingesloten non, een heremiet krijgt elke dag wat te eten terwijl zij in volle stilte en duisternis bidt. Op een dag schuift een vreemdeling pannenkoeken en kersenmoes naar binnen. Ze wordt verleid. Dit maakt bij haar heel wat los. Een recept voor boekweit pannenkoeken en kersenmoes.

Het mooie verhaal van slagersvrouw van Straten. Een potige tante die al het werk deed in de slagerij. Zoals het roeren in de potten van de beuling. Gereons Keuken Thuis schreef hier in blog 500 nog iets over. Beuling is nog steeds een traditioneel gerecht in Den Bosch.De visser, die een monster wil vangen. Vis was in deze drassige streken overal en het is verbazingwekkend te lezen hoeveel vissoorten er werden gegeten. Had ook met vasten te maken en wat vis is in deze tijd was, was een zeer ruim begrip.

Peren in Ypocras, in wijn met specerijen. Anders dan ik ooit dacht waren specerijen al ruim voorhanden in deze stad. Lizet Kruyff legt het allemaal haarfijn uit. Timmerman Lambert die met zijn kornuiten een streek uit haalt tijdens het kapittel van de ridders van het Gulden Vlies. hij tovert zowaar een lach op het gezicht van hertog Maximiliaan. Zoals Jeroen Thijssen het beschrijft lijkt het wel of je erbij zat in de kathedraal.

Het verhaal van Louis Beys, notabele met één makke. Hij heeft geen erfgenaam en gaat op pelgrimstocht naar het Heilige Land. Wie weet bracht hij de granaatappels mee voor bij de witte kip. Een populair gerecht in deze dagen.

We krijgen een wijnimporteur te spreken, die naast witte Rijnwijn een beeld van de heilige Jan naar Den Bosch toe weet te smokkelen door vijandig Gelre. Naast witte wijn gemaakt van de elbling druif dronken de Bosschenaren, hoe kan het ook anders, rode pinot noir uit Beaune. En ook wijnen uit de Poitou. Mariëlla Beukers vertelt erover in puntneuzen en kersenpitten.

Ik sluit mijn rondgang op voor mij bekend terrein af met de komst van de keizer. De blijde incomste van de jonge Karel de Vijfde. wat moet dat een spektakel zijn geweest in de stad van Bosch. Zouden sommigen in de stoet van Karel en langs de weg stiekem model hebben gestaan voor de Hooiwagen? Ik weet het niet en het blijft gissen. Of moet ik zeggen fantaseren. Want dat doet dit boek met me. Je duikt in de caleidoscopische wereld van Jeroen Bosch door de mooie verhalen van Jeroen Thijssen, de duidelijke uitleg en recepten van Lizet Kruyff tezamen met een mooi glas rood uit de Bourgogne. Puntneuzen en kersenpitten is een echte teletijdmachine.

Puntneuzen en kersenpitten, Jeroen Thijssen en Lizet Kruyff* (ISBN 9789492206237) is een uitgave van Loopvis en is te koop voor € 27,50

* met medewerking van Mariëlla Beukers (teksten wijn), Cees Holtkamp (baksels), Joke Boon (grauwe erwten recept) en Saskia Lelieveld (fotografie)

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Ants on a Shrimp.

 foto: Ants on a Shrimp

Ants on a Shrimp. Op een zonnige dinsdagmorgen sprong Gereons Keuken Thuis op zijn fiets en reed naar het Ketelhuis om daar een kijkje in de keuken van René Redzepi te nemen. Niet letterlijk natuurlijk maar in de vorm van een fooddocumentaire gemaakt en geschreven door Maurice Dekkers. Een hele bijzondere film. René Redzepi kennen we allemaal van NOMA, het beste restaurant ter wereld, jaren achter elkaar. Nordisk Mad, waar deze kok en zijn hele team al jaren mee experimenteren. Bijzondere creaties. Maar je kunt te lui worden, te voldaan. En zodoende verhuisde Redzepi het hele NOMA team naar de keukens van het Mandarin Hotel hartje Tokio, om daar zes weken te gaan koken op de wijze van NOMA.  Maurice Dekkers  verhuisde mee naar Japan om deze queeste vast te leggen. Spannend.

 foto: René Redzepi

Voor NOMA Tokio waren 58.000 inschrijvingen en slechts ruimte voor 3000 couverts. Een grote uitdaging met vele risico’s. De film laat zien hoe Redzepi en zijn team door het prachtige Japan reizen om zo veel mogelijk mooie natuurlijke ingrediënten te verzamelen. Als een dirigent stuurt hij zijn hele team op bijna vaderlijke wijze aan, want elke persoon binnen het NOMA team heeft zijn eigen specialiteit. Als een symfonie leidt hij het team. De koks wonen bij wijze van spreken in de keuken. Eén van de koks zegt zelfs dat de keuken van NOMA haar relatie is. De passie voor eten en beleving spat van deze film af. In een hoog tempo zie we de koks gerechten bedenken, afkeuren, vervallen in oude patronen. Totdat eindelijk het 14 gangen menu op kaiseki wijze helemaal naar wens is van de meester. NOMA Tokio kan open en het concert kan beginnen. Sashimi van citrus, een rauwe langoustine, krakend vers met zout en mieren, origami van zwarte knoflook en een taartje met zoetwater mosselen. Een gelakte geroosterde eend, die 4 weken is afgehangen om te delen aan tafel Het is een groot spektakel  van smaak, product, creatie en genot. De film neemt je mee van kop tot staart en in anderhalf uur tijd doe je zoveel indrukken en inspiratie op, dat je thuis het geheel nog eens aan je voorbij laat trekken. Food forThought! Een aanrader. Ants on a Shrimp.

 foto: secuur werk eend roosteren.

Ants on a Shrimp is een productie van cinema delicatessen vanaf 1 september a.s. te zien in diverse theaters in heel Nederland.

franse kook kunst.

 foto: franse kook kunst

Franse kook kunst. In de Ardèche bestiert chefkok Nort van Hoof (de Fransen noemen hem Norbert) Eclats de Vie, een chambre et table d’hôtes. Nort is geen onbekende kok. Op zijn 26e werkte hij al in een gerestaureerd benedictijner klooster in de Cevennen. Ook schreef hij in 1998 zijn eerste kookboek “Koken op een Berg. je kunt dus zeggen dat Nort zijn sporen wel heeft verdiend. Mensen eten graag bij hem. Hij kookt graag à l’improviste met al het moois dat het land van de Ardèche voortbrengt. Schrijfster Margriet Weenink en beeldend kunstenaar Willem Weenink gingen samen met Nort aan de slag. Het resultaat van hun inspanningen is franse kook kunst  geworden. Een kookboek dat kunst, tekst en recepten verenigt. Willem Weenink tekende voor de illustraties, Margriet dichtte en schreef de teksten en Nort kookte. Het is een sfeervol geheel geworden.

De indeling van het boek is niet op basis van gerechten maar op producten. Het start met tomaten, rood en sappig van de Franse zon. Dan volgen de kastanjes, lang een belangrijke voedselbron voor de lokale bevolking. Olijven ontbreken niet. Vis, zoetwatervis uit de rivier de Ardèche. Knoflook doet de schrijvers terugverlangen naar de sixties en Ramses Shaffy. Paddenstoelen, geteeld of geplukt. Kip, vooral de poulet fermier of jaune. Appels symboliseren de herfst, pruimen uit rijke oogst. Varkensvlees, eieren, schapen, citroenen en tot slot kruiden&groenten. De schrijfster en tekenaar hebben kosten noch moeite gespaard om al deze producten te voorzien van een kunstzinnige connotatie. Met leuke verhalen, gedichten, foto’s en tekeningen. In mijn optiek geldt dat niet voor de recepten. Die hadden best wat creatiever gemogen en met wat meer couleur locale. Ik mis terroir. Het zijn meer alledaagse internationale recepten. Dat is jammer.

Dat neemt niet weg dat dit kook- en leesboek een prima passe temps is voor je aanstaande vakantie. Je huurt een huisje in de Ardèche of elders in Frankrijk, leest wat en kookt wat zoals Nort dat doet. Bij vertrek laat je dit kookboek voor de volgende gasten of je gastheer/vrouw liggen.

franse kook kunst, Nort van Hoof, Margriet Weenink en Willem Weenink (ISBN 9789089896988) is een uitgave Terra en kost €20,00

 

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Zilt Zoet Zeeland.

 foto: cover zilt zoet Zeeland

Zilt Zoet Zeeland. Zomers bij mijn grootouders op de camping in Zeeland. Op het strand van Westerschouwen garnalen vangen. Vliegeren in de duinen bij Burgh Haamstede. Het is al weer lang geleden, maar ik koester er nog steeds mooie herinneringen aan. Oma bakte scholletjes in het schuurtje, die diezelfde dag nog waren gevangen door mijn opa in zijn bootje. Het leek een tijd waarin zomers eeuwenlang duurden. De tocht met de pont van Breskens naar Vlissingen op mijn veertiende, een echte zeereis in mijn eentje. Met in mijn tas verse langoustines van de visafslag om mee naar huis in Den Bosch te nemen.

Vanuit Gereons SeaSpot kijk ik op deze middag naar de grauwe Noordzee. Zou het  nog zomer worden? Als het aan Anette van Ruitenburg, Ruth de Ruwe en Tanja van den Berge ligt wel. Want zij schreven het mooie boek Zilt Zoet Zeeland. Natuur, cultuur en gastronomie van misschien wel de mooiste provincie van ons land. In het boek maken de culischrijfsters van Ruitenburg en van den Berge en landschapsfotografe de Ruwe een tocht door het land omringd door water en zee. Op de grens van Zilt en zoet. Dat levert mooie verhalen, smakelijke recepten en plaatjes op. Over de vloedlijn waarin de scheermessen goed gedijen. Het getij dat van belang is voor de mossel- en oesterteelt. Een mosselpotje op twee manieren. Over het fruit dat rijpt in de Zeeuwse zon. Voor een kersenclafoutis. Zeeuwse boterbabbelaars ontbreken niet. Net zomin als hun verhaal over het kreeftenvissen. De wijn van Schouwen Duiveland. Het lamsvlees van Noord Beveland. Zeewierteelt. Alikruiken, krukels of kreukels met krentenbrood. De jacht op de eilanden. Hertenham met kweepeer en zuurkoolsalade. Zeekat, een soort inktvis uit de Oosterschelde. Wat een overvloed allemaal in deze provincie. Zilt Zoet Zeeland. Eigenlijk is het in een korte blog als deze moeilijk samen te vatten. telkens als je het boek openslaat ontdek je iets nieuws. De drie dames hebben kosten noch moeite gespaard om met producenten van al het lekkers te spreken. Boeren te bezoeken. Op pad te gaan met vissers. En vooral van alles te proeven. Met dit boek maak je een reis door het eilandenrijk vol met gepassioneerde mensen met een verhaal. Opgeschreven en gefotografeerd. Want naast de mooie verhalen en recepten staan er prachtige foto’s van het Zeeuwse land in, die je meteen doen verlangen op pad te gaan om het allemaal zelf te beleven en natuurlijk proeven.. Dat Zilt en Zoet Zeeland. Gereons Keuken en Route moet er snel weer eens naartoe.

Zilt Zoet Zeeland, Anette van Ruitenburg, Ruth de Ruwe en Tanja van den Berge (ISBN 9789059567078) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 39,95

Meer informatie over alle activiteiten van deze drie dames vind je op de websites van Annette van Ruitenburg, Ruth de Ruwe en Tanja van den Berge

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Nanban, Tim Anderson.

 foto: Nanban

Nanban, verwarmende gerechten uit Japan. Een kookboek, dat start met de slogan “voor alle japanofielen“. Niet dat ik dat direct ben, maar de cultuur en keuken van dit eilandenrijk boeien me mateloos. Dit geldt ook voor de chef en schrijver Tim Anderson, die op zijn geboortegrond in Winsconsin al gebiologeerd keek naar kookprogramma’s van Japanse chefs. Dat was nog eens iets anders dan de mac and cheese, danish of pierogi op de plains van deze staat. Tim ging zwerven. Via Californië, waar het voor hem te duur was om Japans te kunnen eten. Ramen was een ontdekking voor hem als een alternatief, dat niet een rib uit je lijf kostte. Anderson belandde in het zuiden van het eilandenrijk, waar door de eeuwen heen Portugezen, Hollanders (Decima) en later Amerikanen een duit in het zakje van de cuisine deden. Nanban, de zuidbarbaarse keuken. Tim dook onder in de smaken van Japan en meer nog in de smaken van Kyushu en Fukuoka. Het Japanse streetfood. Ramen paradijs en een zeer persoonlijke en diverse keuken. Zo deed de latere winnaar van Masterchef Britain zijn ervaring op. Gevolg een restaurant Nanban in Brixton, waar hij volgens deze tradities kookt. Een izakaya stond hem voor ogen, een restaurant waar alles tegelijk op tafel komt.

Maar nu over het eten uit deze zuidbarbaarse keuken. Ik heb altijd een vrij autarkisch beeld gehad van de Japanse keuken met strenge regels, soorten eten, bereidingswijzen en rituelen. Niets is minder waar. In dit kookboek neemt Anderson je mee op reis door de fusion keuken van Zuid Japan. De verschijningsvorm mag dan meegenomen zijn door de buitenlanders, de texturen en smaken zijn ontegenzeggelijk Japans.Het boek start met basisingrediënten, zoals misopasta, mirin en soyasaus. Anderson vertelt ook over de typische zuidelijke chilipeper yuzu. Daarna volgt een lange lijst van meer basisingredienten, groenten en verse kruiden.

Nu kunnen we aan de slag met nanban gerechten. Met basissauzen en smaakmakers. Dat kenmerkt toch de Japanse keuken, de smaken van de verschillende componenten. Gereons Keuken Thuis vindt dit altijd verrassend in een Japans restaurant. Het geheel fijngesneden en à  pointe gegaarde gerecht met een explosie van smaak. Anderson geeft tips voor pasta’s, oliën en zelfs kimchi. Veel aandacht is er voor dashi, de smaakmaker voor ramen. Tenslotte de manier van rijst koken.

 foto: dashi smaakmaker voor de ramen.

De basis ligt er. We kunnen verder op ontdekkingsreis met kleine gerechten, zoals zoete aardappel met yuzuboter uit de oven, onsen tamago (warmwaterbroneieren) of gebakken zwoerdjes uit Okinawa. Allemaal watertandend lekker op de gevoelige plaat gezet voor dit boek.Vervolgens de grote gerechten. Nadrukkelijk groot, omdat bij een izakaya maaltijd geen voor- of hoofdgerecht wordt geserveerd. Alle komt tegelijkertijd op tafel. Je deelt samen de smaken met een glas bier of kommetje sake. Een “carbonaraachtige pasta met mentaiko, tempura, kip Nanban en een stukje Tex Mex in de vorm van tacorijst. Anderson besteedt ook aandacht aan grillen. Hoe kan het ook anders in het land van de hibachi en teppanyaki? Geroosterde varkensbuik, in spek gewikkelde pimientos de Padrón (inderdaad Spaans)en kippenvelspiesjes. Zelf at ik ooit spiesje met knapperig zalmvel.

Bouillon mag niet ontbreken, de schrijver wijdt een heel hoofdstuk aan ramen in alle verscheidenheid. De bouillon als basis en de componenten om er een gerecht van te maken. De alkalische noedels en toppings. Je leest dat Anderson niet over één nacht ijs is gegaan. Verder met de desserts, van een Portugese Castella cake uit Nagasaki tot matchaboter voor koekjes. Een zoete afsluiter. Nanban sluit af met drankjes en praktische informatie voor als je in Japan bent.

Nanban, verwarmende gerechten uit Japan vind ik een heel plezierig boek, omdat het niet alleen recepten bevat. Het gaat mij ook om de achtergrond. Je leest duidelijk, dat het Tim Anderson er aan gelegen is je mee op reis te nemen door deze zuidelijke barbaarse keuken. Eens was nanban een scheldwoord, maar Anderson laat zien dat dit ver achter ons ligt. Een heerlijk boek in een gedurfde styling vol verhalen en smaak. Het nodigde Gereons Keuken Thuis uit direct aan de slag te gaan, Nanban: instant voer voor de japanofiel!

Nanban, verwarmende gerechten uit Japan, Tim Anderson (ISBN 9789095966606) is een uitgave van Fontaine en kost € 29,95

Noot: dit boek werd mij als recensieexemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Het oog eet ook mee….

 foto: het blauwe canvas.

Het oog eet ook mee. Inderdaad eten als plaatje. Je bord maar koud laten worden, omdat de foto niet naar wens lukt. Elke foodie kent het verschijnsel van Zallemut een nog een keertje overdoen” Ik ben er mee gestopt. De foodfoto’s, die ik plaats zijn niet van die “ohlala” schoonheid of die “je ne sais quoi” styling. Heb ik op Gereons Keuken Thuis nooit als speerpunt beschouwd. Het schrijven van mijn food and wineblog is in eerste instantie uit gemak ontstaan. Zat ik vaak daags na een door mij georganiseerde wijnproeverij mails te tikken met recepten, die ik daags ervoor had geserveerd. Vaak uit de losse pols tijdens het inschenken van de glazen wijn. Niets meer en niets minder. Zo blog ik ook. Veel recepten ontstaan niet in de keuken, maar zoals deze ochtend aan de keukentafel van Gereons SeaSpot. Gewoon ontsproten aan mijn bolletje. Droogkoken noemde ik dat eens op de radio en typen maar. Daar schiet inderdaad dan het plaatje bij in. Ach who cares?

Ik ben ook niet zo van het trial and error. Ik heb de constante drang om iets nieuws te bedenken, op onderzoek uit te gaan. Daarom kook ik eigenlijk nooit recepten uit kookboeken. Ik savoureer de recepten. Sla de context en kleur van het boek als filmpje op in mijn geheugen. En als de tijd dan rijp is gaat het stomen, malen en vliegt een recept voor een blog eruit. Nooit te lang mee bezig zijn. Daarom is Gereons Kookboekenhoek continue in beweging. Dingen komen en gaan. Dat  is voor mij de essentie van het schrijverschap. Een Normandische appeltaart pur beurre wordt bedacht tijdens de matinale zwemsessie. Mijn recept voor worstjes van de wijnboer heb ik te danken aan alle tochten door de Beaujolais. En de funky burgers met zalm voor een kunstenaar ontstond tijdens een rondje Stedelijk. Ik doe veel dingen ins Blaue hinein. Een leeg zwembad als canvas, de grijze Noordzee als doek of het plaveisel van de stad als bouwsteen.

Dit gezegd hebbende komen we bij het mooie thema Het oog eet ook mee., waarmee Sophie van Wijnen alle bloggers uitdaagt eens te beschouwen wat je overnieuw zou kunnen doen. Die foto, die tekst  of allebei. Een leuk ruim thema, waar iedereen iets mee kan. Ook in Gereons Keuken Thuis valt er visueel wat te verbeteren. En ik weet meteen wat. Mijn nieuwe kookboek Gereons Keuken en route wil ik frisser hebben, ietwat meer foodfoto’s, prikkelender tekst, want daar wordt het oog ook naar getrokken. Vrolijker kleuren, funky voor de cityvibes, groen en dartel à la campagne en azuur en zeeschuim voor dat strandgevoel. Ja zo ga ik het binnenkort briefen aan degene, die deze handschoen oppakt. Geen makkelijke taak, want ik kom nooit met beeld wel met tekst. Zo zie je maar op deze donderdagmorgen terwijl ik uitkijk over het grote blauw vanuit mijn raam. Het oog eet ook mee!

 foto: funky pastasalade.

Voor dit thema een oud recept uit een oud evenement, dat weer nakende is. Op 1 juli a.s. is het weer dag van de pastasalade. Spannend.  Onderstaand het recept van vorig jaar. Mijn inzending voor het oog eet ook mee. Drink bij deze salade een zwoele witte viognier uit Zuid Frankrijk.. Ik kan deze wijn al ruiken.

Nodig:

300 g gekookte en afgekoelde penne.

1 gele paprika

1 sjalotje

1 citroen

3 speklapjes

1 el ras al hanout

1 el vloeibare honing

1 el gehakte bieslook

1 blikje mais

peper en zout

3 el olijfolie

Bereiding:

Maak van 1 el olie, 1 el honing en 1 el ras al hanout een marinade. Smeer de speklapjes hiermee in. laat de marinade 15 minuten intrekken. Verhit de grillpan en bak de lapjes tot ze krokant zijn. Zet het vlees apart onder wat folie.Was en snijd de paprika, laat de mais uitlekken en snipper het sjalotje. Hak de bieslook fijn. Meng alles door de afgekoelde penne en maak op smaak met flink wat peper en zout. Liefhebbers van pit kunnen een tl harissa pasta uit Tunesië toevoegen.Maak van 2 el olijfolie, wat citroensap en wat rasp van de schil een dressing en meng deze door de salade. Snijd hierna de speklapjes fijn en voeg deze toe aan de pastasalade. Serveer direct.

Talk and table, John Robert Myers.

  foto: John Robert Myers

Everyday I see a piece of art on Facebook spread by an American painter and photographer, John Robert Myers, born in the Rockies and nowadays living in Macon Georgia. ( Does his last name refer to Dutch roots?)  Curious, I searched for his own website and what I found was a site full of art and photographs of art, that he makes. Definitely my cup of tea. His art is just colorful and gay. I invited John Robert to participate in “gesprekken en gerechten” (Talk and Table)  Let’s see if we can make a dish for John from the answers he gives to my questions. A bright, rocky dish. Of course with a glass of wine from the Màconnais (France)

 

Who is John Robert Myers? Tell me some more

I am a painter and fine art photographer. I was born in Amarillo, Texas, and lived in Colorado from age two to six years old. I have lived in Georgia since that time. I grew up in a big family of three brothers and three sisters. My spouse, Jack Mayes and I were married last July on our 30th anniversary of living/being together. He and I lived out in the country for twenty-five years before moving into the city of Macon. I miss my peafowl (I had over 25 at one time), my pigeons and the quietude of the country. I love animals, and have had many different kinds in my lifetime. Jack and I restored a ‘High’ Victorian house in Macon (while we were living in the country), re-graining, re-marbling and stenciling the interiors. We received an award from The Georgia Trust for Historical Preservation for that restoration. Today Jack and I own a wonderful historic Greek Revival house. We have three dogs that we think of as our children. I am exhibit chair for Middle Georgia Art Association, and write a blog for them. I help my friend Betsy with her pet nanny service, and I have recently started working as the weekend manager at a local historic house.

 

How did your attraction for art and photography start?

Because I was born with an eye condition which makes focusing while reading difficult, I struggled in school. For some reason art always came naturally to me. I remember when I was a young child taking my workbook up to my first grade teacher to ask her a question. She took my booklet, got up in front of the class and showed them a drawing I had made of a kitten on the side of the page because she thought it was so well executed. In my mind I can still see the breathtaking beauty of the mountains of Colorado, and the architectural beauty of The Air Force Academy in the mid-Sixties. I will never forget asking my dad to take me inside of The Air Force Academy Cadet Chapel. I was in awe. My family moved off the base to a large mid-century modern house in Black Forest, Colorado where the woods seemed to breathe. My sister, Patricia and I would watch for the first star at night. We would go out onto the sun deck, or if it was too cold we would stand at the sliding glass doors of my parents bedroom, holding hands while we wished upon that first little star. I remember my lovely mother putting on her makeup and Chanel No 5 perfume, brushing out her beautiful red hair, and getting dressed. I wanted to somehow harness these experiences. Drawing and painting was my way to do it. When I was around 10 years old I found my dad’s old Agfa camera in a closet. He bought me some film, and I loved the whole photography process.

What is the biggest theme in your work?

Without a doubt it would be spirituality. I am a closet mystic. What is art if it doesn’t have soul in it?

What is your favorite type of art?

I love non-objective art. Anselm Kiefer and Gerhard Richter (The Cage Paintings) are my favorite modern day artists. Picasso is God. Seeing van Gogh’s ‘Starry Night’ at age 13 truly changed my life. Bernini, John Singer Sargent, Lichtenstein, Klimt, de Kooning, Rothko and Pollock are favorites. Jack and I own several large portraits from the late Alabama artist Barbara Gallagher, and I love them as much today (or more so) than I did when they were purchased over 25 years ago. I would love to own a hanging glass sculpture from Dale Chilly. It would be perfect in our front hall.

Which kind of art do you like to photograph the most and which absolutely not?  I am very curious about that.

My photography is seldom raw. I usually use several different filters and combos in my work. I often tweak the hue/colors as well. I am drawn to photographing architecture (interiors and exteriors). I am fascinated with the energy of houses and buildings. I am also drawn to photographing flowers and trees. I do NOT like to photograph weddings! I did so for my best friends because I love them, but on the whole I don’t enjoy it.

Do you travel a lot and what are your experiences?

I love to travel, but we haven’t done so as much as I would like because Jack and I worry about our puppies when we’re gone. My first trip (I was 5 years old), I remember riding over and sailing under the Golden Gate bridge. My uncle took us to the Haight-Ashbury section of San Francisco… this was 1967 at the height of the hippie movement. Nobody answered my question when I asked, “Why is that man walking another man on a dog leash?”! Being a child at that time living at the Air Force Academy in Colorado, it was quite a shock!

I love Spain, the Prado. I love Montreal… it was interesting to me that the food in Montreal is the best ‘American’ food I’ve ever eaten. Chicago has always been a favorite city. Jack’s favorite place is the beach, and I would say mine is the mountains. A few years ago Jack and I drove out to the Midwest and I think it is some of the most beautiful farmland (the land and what beautiful barns!) I’ve ever seen. I want to see Italy and England (to see the gardens of/and the great houses).

I read you are always driven by exploration of art and beauty, how does this interfere with your own art?

It can be maddening! I am constantly fascinated by art and beauty. It can make me conscious of different aspects of my work that I’ve never noticed. All in all it makes me a better artist.

I noticed your happiness when equal marriage finally got legalized in the US. Did it affect your work?

I’m sure that it has had an effect whether it’s perceptible to my eye or not. I do believe my art is lighter and feels different. Jack and I stood on the courthouse steps in Macon the day we got our marriage license and it felt surreal to us that this equality had become a reality in our lifetime. I am changed.

And for whom you would like to paint and why?

Those who understand and appreciate art. My art is a reflection of me. I wouldn’t go as far as to say that they are like my children as some painters do. I want to find homes for them. But my hope is for them to be loved and enjoyed.

On food, which food do you like and which you would never eat?

When I was 7 years old we moved to a little farming community in Georgia. My dear mother is a wonderful Southern cook. I grew up picking peaches and figs. We picked blackberries on the side of clay roads in the country. We had pecan trees on our property. We children picked up the pecans for Mother’s baking, as well as to sell for our Christmas money. We raised chickens. My mother always had a large garden. During the summer we were picking beans, peas, tomatoes, eggplant, corn, okra, squash, cucumbers, cantaloupes and watermelons, as well as digging potatoes. My mother canned and pickled enough to last all winter.

Jack is a great cook, who comes from a family of excellent and celebrated cooks. I have always felt thankful to be a part of a family of great cooks, especially around the holidays. Southern food is better than ever. I love Italian food, and although I don’t consider myself a cook, I do make a delicious manicotti. As far as food that I won’t eat, I am pretty much willing to try most foods, but no bugs or worms.

What wine do you like?

My favorites are dry reds. Jack’s cousin Frances and her husband Ed have a marvelous line of wines that are truly delicious.

Can you tell me something about your “foodprint”  We waste a lot of food in the western world?

Jack and I respect food and rarely waste it. My father wouldn’t eat leftovers, but I usually look forward to them. We stay away from junk food, and fast food. We do sit down and eat a dinner that Jack prepares every night (I do the dishes!). One thing that I would like to do is go to the farmers market in the summertime. There just doesn’t seem to ever be enough time, and I do hope that our Farmers Market will eventually be moved back downtown where it was originally in Macon.

What else do you want to tell?

Gereon, Thank you so much for inviting me to participate in gesprekken en gerechten. I am looking forward to your recipe!

 foto: Lust in the proper, painting by John.



The recipe and wine.

Thanks for answering my questions and participating!

On this Easter Sunday I thought of a Corsican veal stew for John and his man.  A touch of Spring. I hope that he likes it,The wine to pair is a red one from Tuscany, Torbolone, a product made bij fattoria la Vialla, an organic farm near Arezzo.

Ingredients:

2 lbs veal (shoulder meat) in cubes

2 big carrots

2 onions

2 stems of thyme, 2 bay leaves an 1 stem of roemary, tied together as a bouquet garni.

2 cloves of garlic

1 tbs flower

3 oz stock (beef or veal)

1 glass of white wine

2 oz black and 2 oz green olives

finely chopped parsley and chives

2 tbs oil

pepper and salt

Preparation:

Cut the carrots in cubes, the onions in fine rings. Peel the garlic and cut in tiny pieces. Heat up some oil and stir fry the carrots, onion and garlic. Cut the meat in cubes, season with some salt and black pepper. Pass the meat through some flower. Heat up some oil in a Dutch oven and fry the meat until brownish. Add the earlier fried carrots, onions and garlic and pour the wine and stock in the pan. Add the bouquet garni and let the dish simmer for an hour or so, until the veal meat is tender. When it’s done, remove the bouqet garni and add the black and green olives. Let the olives just warm for a short while. Season the dish to taste with some black pepper and salt. Garnish with some finely chopped chives and parsley. Serve this dish with focaccia bread and a Spring salad.

Lichte Zeden in het Van Gogh Museum.

 foto: bed van courtisane als eyecatcher.

Lichte Zeden! Gereons Keuken Thuis bezocht in het Van Gogh Museum de caleidoscopische wereld van schilders en hun modellen in het Parijs van de 19e eeuw. Niet zomaar modellen maar de wereld van de prostituee in al haar verschijningen. Schilderijen van keurige dames, zwoele courtisanes, tippelaarsters of wasvrouwen aan de Seine. Baudelaire inspireerde de schilders met zijn oproep dat kunst het moderne leven zou moeten weerspiegelen. Vele schilders gaven hieraan gehoor, ieder op zijn eigen manier. Zo zijn er op deze tentoonstelling heroïsche beelden te zien van een prostituee als mythische vrouw, gezeten op een kar getrokken door de mannen, die zij in haar ban heeft. Statige portretten van hippe en deftige courtisanes. Bewust geposeerd naakt. En de wereld van Toulouse Lautrec, die de rauwe kantjes van het uitgaans– en hoerenleven in Montmarte in zijn kunst ving. Niets glamoureus aan. Lichte Zeden schetst een beeld van de maatschappelijke discussies rond dit beroep. Weliswaar was prostitutie toegestaan (met een vergunning) in Frankrijk, maar het kon voorkomen dat vrouwen door de politie op straat werden opgepakt zonder enige reden. Zij werden dan naar de Saint Lazare gevangenis gebracht. Dit leidde vaak tot onverkwikkelijke taferelen. Ook gewone huismoeders konden zomaar van de straat worden geplukt, omdat het onderscheid tussen een prostituée en een burgervrouw vaak niet was te maken. De tentoonstelling laat dan ook de schemerzijde zien. het was niet alleen Wein, Weib und Gesäng. Naast de glamour en rijkdom, die sommige vrouwen verwierven, was er de misère, ziekte en grote armoede. Iedere kunstenaar verbeeldt dit op zijn eigen manier. Je moet deze vie en rose in het museum gewoon binnenstappen! Want naast dat het een mooi beeld schept van de laatste decades van de 19e eeuw schetst het ook een heel actueel beeld. Ik denk hierbij meteen aan de censuur van Facebook over kunstwerken in onze tijd. Niets nieuws onder de zon dus en dat maakt deze tentoonstelling een aanrader.

Lichte Zeden, prostitutie in de Franse kunst van 1850-1910, met ruim 100 kunstwerken van onder andere Dégas, Van Gogh, Picasso en Toulouse Lautrec is te zien van 19 februari tot en met 19 juni in het Van Gogh Museum in Amsterdam.

 

Bij lichte zeden hoort een pikante pasta. Er bereikten mij vele antwoorden op de sociale media. Een recept voor spaghetti alla puttanesca (hoerenpasta) kan als hartverwarmertje niet ontbreken na het bezichtigen van de tentoonstelling. Ik ging te rade bij Italiaans koken met Antoinette. zij geeft een recept voor deze pikante pasta, waar naar verluidt de klanten naar de case rosse werden gelokt. Zou dat in Parijs ook zo zijn geweest? We drinken een stevig glas Ciró bij, donker en zwoel rood uit Calabrië.

 

 

 

Nodig:

 

400 gram spaghetti
500 gram verse gepelde tomaten of 1 blik gepelde tomaten
1 gedroogd rood pepertje
ansjovis, 8 filets
1 flinke teen knoflook
3 eetlepels olijfolie
1 eetlepel kappertjes
1 ons zwarte olijven
2 eetlepels gehakte peterselie
zout naar smaak

Bereiding:

Zet een grote pan met water op voor de spaghetti.
Zet een kleine pan met water op voor de verse tomaten.
Was de tomaten en snijd met een scherp mes een kruis aan de bovenkant en aan de onderkant.
Houd de tomaten enkele seconden in het kokend hete water, giet het water af en zet de tomaten apart.
Hak het pepertje fijn.
Spoel de ansjovis af onder de lopende kraan en dep ze droog.
Snijd de ansjovis in grote stukken.
Kneus de knoflook.
Pel de tomaten, verwijder de zaadlijsten en snijd de tomaten in blokjes.
Doe de olijfolie in een pan en bak hierin de ansjovis, de knoflook en het pepertje.
Doe de olijven en kappertjes erbij en bak ze 2 minuten mee.
Doe de tomaten erbij en laat de saus ongeveer een kwartier pruttelen. Doe er tegen het einde van de kooktijd 1 eetlepel peterselie bij en roer dit goed door.
Zout het kokende water en doe de spaghetti erin. Kook de spaghetti volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Doe de saus bij de spaghetti al dente (of andersom) en roerbak kort.
Serveer meteen met Parmezaanse kaas en verdeel de rest van de peterselie over de borden.

Blog 500, de stad van Bosch

 foto: het wakende oog in de kathedraal.

Blog 500!  Na vierenhalf jaar bloggen is het zover. Op Facebook plaatste Gereons Keuken Thuis een oproep: wat willen jullie lezen in blog 500? Rijntje Biljardt stelde voor een willekeurige kookencyclopedie open te slaan op pagina 500 en dat recept te maken. Anderen stelden de knalblauwe cupcakes van de foto of gefillter fisch.voor, die ik in het bericht noemde. Sophie van Wijnen ging voor een Bourgondisch familiemenu. Miss Foodie zag het wel zitten, dat ik 500 rode wijnen ging bebloggen. Monnikenwerk. Er was een voorstel voor zalm met asperges, een ander wilde weer iets met zuurkool. Jacqueline Backers stelde wintersportgerechten voor. Claudia Reina zag het wel zitten als Gereons Keuken Thuis ging schrijven over zijn favoriete etenswaren. Allemaal leuke ideeën, waarmee ik zeker het komende jaar iets kan doen op mijn blog. Hartelijk dank voor het inzenden!.

Eén inzending prikkelde mijn fantasie voor Blog 500. Yvet van Hilten kwam met het idee voor een recept van 500 jaar geleden met een anekdote à la Gereon. Dat wordt het. Ik kwam direct uit op de stad waarin ik opgroeide. De stad van Bosch.

We gaan dus 500 jaar terug in de tijd, naar de markt van de stad ‘s-Hertogenbosch, één van de vier kwartiersteden van het machtige hertogdom Brabant. Een vinexplaats avant la lettre, want deze stad was gegroeid als kool in de 15e eeuw.. En had aantrekkingskracht op velen, die zich er vestigden. Adel, burgers en heel veel geestelijken. Er kwam een grote kathedraal op de plek, waar voorheen een Romaanse parochiekerk stond. De Sint Janskathedraal, een waardig onderkomen voor het mirakelbeeld van Onze Lieve Vrouw. Kosten noch moeite werden gespaard. Het was me allemaal wat. Niet zonder slag of stoot. Denk aan het verhaal van de erwtenman, die als beeldhouwer werkte aan deze kathedraal. Elke dag bracht zijn vrouw hem een pannentje grauwe erwten. Hij vond dat geen maal voor een hardwerkende man en schopte de pan erwten naar benee. Sindsdien zit hij versteend boven de ingang van de Onze Lieve Vrouwekapel. Ga eens kijken of je hem kunt ontdekken.

Op de markt werd Jheronimus van Aken geboren. (zijn standbeeld staat voor het pand met de groene gevel). Hij werd een bekende kunstschilder onder de naam Jeroen Bosch. Want zo kennen wij hem. Ik probeer me regelmatig voor te stellen waardoor deze man zich liet inspireren. Waren het de spugers op de bogen van de kathedraal, de Middeleeuwse koppen van de bevolking in de straten van deze drukke marktplaats of ontsproot alles aan zijn eigen fantasie? Door zijn allegorische figuren werd Bosch ook wel de schilder van de duivel genoemd.

Jheronimus Bosch trad toe tot het Illustere Onze Lieve Vrouwe broederschap, een club, die in 1318 werd opgericht ter verering van de Zoete Moeder. Het was een gilde van clerici en leken. De broederschap kwam regelmatig bij elkaar en genoot dan van een geschonken zwaan als maaltijd. De schenker, meestal van adel, kreeg door zijn gift de naam zwanenbroeder. Zo heet in de volksmond het gilde nog steeds het Zwanenbroedersgilde. Hun onderkomen aan de Hinthamerstraat is nog steeds te bezoeken en het gilde bestaat nog steeds.

Tot zover de anekdote, nu nog het gerecht van 500 jaar oud. Het wordt geen zwaan kan ik verzekeren, want dat eten we niet meer. Maar in Den Bosch wordt tot op heden beuling gegeten. Bossche beuling voor deze blog 500. Nog steeds te verkrijgen bij enkele slagers, waarvan er één op de Pensmarkt huist. Een gerecht, dat de zwanenbroeders niet zouden versmaden, Jheronimus Bosch incluis.

De basis voor Bossche beuling bestaat uit zacht gegaard varkensvlees, boekweitmeel en rugspek. Het mengsel hiervan wordt in een kromme runderdarm gestopt met geheime kruiden, die per slager verschillen. Daarna wordt het geheel gegaard in bouillon tot een kerntemperatuur van 78 graden. Beuling wordt gebakken en gegeten met brood, net als balkenbrij.(bron: streekproducten/ Zuid Nederland)

Omdat de receptuur voor Bossche beuling per bron verschilt geef ik in deze blog 500 een recept voor mijn eigen homemade zure zult, ook zo’n oude Brabantse klassieker. Eet smakelijk Yvet van Hilten!

Zult kan worden gemaakt van kalfs-, varkens- of rundvlees. Restvlees dat lang word gegaard. Wordt zult gemaakt van een de kop, dan heet het hoofdkaas. Denk aan tête de veau. Als je veel botten en kraakbeen houdende vleesresten (zoals oor) mee kookt gaat er al een gelerende werking vanuit. Mocht het vocht te dun blijven kun je altijd wat gelatine toevoegen. Ik maak de zult met wat witte wijnazijn. Zult doet het ook goed als borrelhap bij een koud glas bier…., want 500 jaar geleden dronk men (in ieder geval) geen water. That’s sure.

Nodig:

1 kg schouderkarbonades

500 g krabbetjes

zout en peper

150 ml witte wijn azijn

zure augurkjes

nootmuskaat

3 kruidnagels

3 laurierbladeren

2 takjes tijm

gehakte peterselie

Bereiding:

Zet al het vlees net onder water in een pan. Maak een bouquet garni van de laurier en tijm. Voeg zout, peper, kruidnagels, nootmuskaat en de witte wijn azijn toe. Breng het geheel aan de kook, schuim eventueel af. Laat het vlees 2 à 3 uur trekken op laag vuur. Haal het vlees uit de pan en snijd heel fijn. Haal de harde stukjes eruit. Haal ook het vlees van de krabbetjes. Zeef de bouillon en laat afkoelen. Schep het vet eraf. Als het vocht is afgekoeld en het is niet dik genoeg, kun je het inkoken. Of wat gelatine toevoegen. Meng het vlees, gehakte zure augurkjes en de gehakte peterselie door de stollende bouillon. Giet het in een vorm en laat opstijven in de ijskast.

NB in het kader van de 500ste sterfdag van Jeroen Bosch gonst het van de activiteiten in het bruisende Den Bosch. Kijk op  Bosch 500 voor alle info!

Vega wijnwandeling in Gereons SeaSpot

 002foto: de wine line up!

Het is november aan zee. Buiten worden de dagen al snel korter. Tijd voor een vegetarische wijnwandeling, die ik samen met vega kok in spe Sofoula Schalkwijk organiseerde in Gereons SeaSpot. Een workshop met  foodbloggers, een kookboekenrecensent en een schilderes als gasten.

Joke Boon maakte linzentruffels uit haar nieuwe kookboek Bonen, dat eind november in de winkels ligt.

006 foto: linzentruffels.

De workshop startte met een I heart Cava uit Catalonië waarbij vega kok Sofoula twee apéro hapjes maakte, een cashewnotenkaas en pompoenpitpaté. Dit gaat vaker geserveerd worden in Gereons Keuken Thuis.

12208562_440211599512880_1802594950355476601_n foto: kunst van Antoinette Grote Gansey

Antoinette Grote Gansey kwam met een carpaccio van rode biet, walnoot en geitenkaas, een mooie begeleider van de witte Argentijnse torrontes La Padrera van bodega los Toneles. (Mendoza)

Marleen van Es maakte een hoemmoes van borlottibonen met platbrood. Een gerechtje voor bij de mollige en toch frisse chardonnay van Barefoot, die sinds dit najaar in Nederland verkrijgbaar is. gekomen. Witte wijn voor het najaar. In een andere blogpost vertelde ik al eens, dat Barefoot gaat voor schone stranden. Lekker met je blote voeten op een schoon strand of in de Bloemendaalse branding. Beter kunnen we het in Gereons SeaSpot niet treffen.

lifestylelab (3) foto: de nieuwe chardonnay van Barefoot.

Sofoula Schalkwijk stal de show met haar speciaal voor deze vega wijnworkshop bedachte recepten.

Bij de Palataia pinot noir van Stepp&Gaul uit de Pfalz serveerde Sofoula spannende garden rolls. Een spannende combi met de aardse tonen van de spätburgunder.

Hierna kwamen de linzenburgers, voor bij de Juliénas van Marieke en Didier Canard van domaine la Rizolière in Vauxrenard. (Beaujolais)

 010foto: linzenburgers, lekker!

De vega wijnwandeling en workshop eindigde met een glaasje PX sherry van Barbadillo  Een mooi toetje, omdat het internationale week van de sherry is van 2 t/m 8 november. Met vele evenementen rondom deze wijnen uit Andalusië.

 007foto: de smoky soep van tante Doubs.

De recepten van vega kok Sofoula tijdens de  vega wijnwandeling en workshop.

Toastje met cashewnotenkaas en pompoenpitpaté

Cashewnotenkaas:

150 g geweekte en afgespoelde rauwe cashewnoten

In de blender met de volgende ingrediënten, (doe het een beetje op gevoel en naar je eigen smaak):

Genoeg water om er een smeuige dikke pasta van te pureren

halve eetlepel citroensap,

1 eetlepel gistvlokken

scheutje tamari

halve eetlepel miso

bladpeterselie

Pompoenpitpaté

Ingrediënten:

125 g pompoenpitten, geweekt

1 eetlepel olijfolie

1 eetlepel gehakte peterselie

1 eetlepel citroensap

1 theelepel verse tijm

Bereiding:

In de blender

zout naar smaak toevoegen

Linzenburgers

Ingrediënten:

Olijfolie

300 g zoete aardappel

6 lente-uitjes, alleen het wit

2 theelepels paprikapoeder

1 blik linzen, uitgelekt en afgespoeld

platte peterselie fijngesneden

100 g feta

65 g zelfrijzend bakmeel

3 eieren

Turkse/Griekse yoghurt

Bereiding:

Schil en rasp de zoete aardappel

Snijd de bosuitjes in ringetjes

Verwarm 1 eetlepel olie en bak er de geraspte aardappel en de gesnipperde bosui een paar minuten op hoog vuur in, voeg het paprikapoeder toe en bak het 1 minuut mee. Doe het in een kom en zet apart.

Spoel de linzen af in een zeef, hak de peterselie, verkruimel de feta en doe het allemaal bij het aardappelmengsel. Breng op smaak met peper en zout.

Meng in een kom het zelfrijzend bakmeel met de eieren en doe bij het aardappelmengsel.

Zet drie koekenpannen op het vuur, doe er wat olie in. Schep met een eetlepel vier hoopjes van het mengsel in de pan en bak een paar minuten aan beide kanten knapperig en leg op een broodje met een slablaadje en een dot yoghurt erbij.

Garden rolls

Ingrediënten:

rijstvellen

1 winterpeen

1 komkommer

1 bosui

1 pakje gerookte tofoe

2 eieren

wat rijstvermicelli

Kikkoman sojasaus als dip

Bereiding:

Snijd komkommer, bosui en wortel in gelijke stukken en dan in dunne reepjes

Kluts de eieren en bak er omeletjes van. Snijd die in reepjes.

Snijd gerookte tofoe in reepjes.

Laat de rijstvermicelli 3 minuten wellen in een kom met kokend water

Dompel de rijstvellen een voor een in een diep bord met warm water. Laat ze uitlekken op een schone theedoek en leg er van alles een beetje op. Vouw ze dubbel, vouw de zijkanten naar binnen en rol op.

12144680_440204992846874_3500244396714228366_n foto: Vega vrijdag!

Ook eens van de gerechten van vega kok Sofoula genieten? Bezoek dan vrijdag 13 november de Vega Vrijdag in Haarlem.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten