Baru Belanda, Indische keuken 3.0. Soms zijn er van die kookboeken waar je over blijft nadenken voordat je een recensie schrijft. Aytems of Inspiration van Ayt Erdogan is er zo eentje, Bijdendijk, een keuken voor de lage landen van Joris Bijdendijk en nu Baru Belanda van Pascal Jalhay, uitgave van Fontaine uitgevers. Waar ken ik Pascal van? Van samen koken voor AH bij een kookstudio in de Elanddsstraat in Amsterdam. Van zijn fenomenale lunch in november 2017 op de Dam, samen met tafeldame Jean Beddington en Baru Belanda co auteur Marcus CPL en FavorFlav Polman, met de gedeconstrueerde gado gado.
Baru Belanda, vrij vertaald Hollandse nieuwe. Het opus magnum, dat Pascal Jalhay nog eens in zijn leven moest maken. Tot zijn reis samen met zijn vader was Pascal niet veel bezig met de keuken van zijn roots. Hij vond de Indische keuken niet spannend genoeg. In tegenstelling tot de andere Aziatische keukens maakte de keuken van zijn vader geen stormachtige ontwikkeling door, zoals bijvoorbeeld de Thaise of tegenwoordig hippe Koreaanse keuken. Deel daarvan komt doordat de Indische keuken, zoals wij hem kennen geboren, is door gebrek aan ingrediënten. Toen de vader van Pascal in Holland arriveerde moest hij de nodige ingrediënten ontberen, simpelweg omdat het niet te koop was in Nederland. Daarnaast is de Indische keuken in Nederland altijd een thuiskeuken geweest, genoteerd in schriftjes van oma’s en tantes met ieder hun eigen manier van koken. Pascal Jalhay wil daar met dit prachtige kookboek Baru Belanda verandering in brengen, want in Indonesië ontdekte hij dat de keuken van zijn roots helemaal niets oubolligs had. Smaakexplosies en kleursensaties trof hij aan. Tijd voor een Indo keuken 3.0! En dat is deze man wel toevertrouwd.
Jalhay kookte bij Vermeer twee sterren bij elkaar, ik werkte eens met hem samen bij Keizer Culinair en proefde zijn gedecontrueerde gado gado tijdens een lunch in Bougainville op de Dam. Need I say more? Pascal Jalhay is een kei in het bedenken en assembleren van gerechten en dat is nu juist wat hij in dit kookboek doet samen met andere chefs van Indische afkomst. Een twist geven aan de Indische gerechten. Een mooie samenwerking met oude rotten in de keuken, zoals Lonny Gerungang (Di Roemah in Kerobokan) en Anita Boerenkamp (Spandershoeve in Hilversum) en jonge talenten als Syrco Bakker (Pure C, Cadzand) en Jaimie van Heije (zelfde naam in Amsterdam) met als oogmerk de ontdekking van nieuwe Indonesische keuken.
Baru Belanda start met een rijsttafel in De Librije in Zwolle. Hier werden de plannen gesmeed voor een nieuwe Indische keuken. Nieuwe smaken, die veel kunnen toevoegen aan de zich steeds uitbreidende Nederlandse culinaire scene. Na de inleiding van Pascal en mijmeringen over Indisch eten toen & nu van diens vader gaan we aan de slag met recepten. Wat een creaties, de kleur, geur en smaak spat van de foto’s af in Pascals ode aan de Indische keuken. Natuurlijk begin je met het zelf maken van smaakmakers zoals boemboes en sambals. Daarna gaat hij aan de slag met zijn creaties. Een klassieke Franse bonenschotel wordt peteh à la nage. Er volgt een ode, hoe kan het ook anders, aan rendang. Of wat te denken van zuurkool met gekruid rundvlees en krokante mie? Zo kan ik nog wel even doorgaan. Vergeet ook de stunning bapao’s niet en Pascals signatuurgerecht gado gado.
Naast Pascal brengen ook andere chefs een ode aan Indonesië, ieder op hun eigen manier. Jimmy Lohamza (Bali James in Breda) maakt o.a. een salade van pijstaartinktvis uit Gianyar en geroosterde kip uit Lombok. Danny Jansen (TV chef) gaat voor babi pangang, maar dan met zalm in plaats van babi. Frank Deuning (Raffles in Den Haag), tot slot, gaat voor gulai kambing, gestoofd geitenvlees. Bij elke chef staat een leuk kort interview. Dat maakt dit kookboek ook een kennismakingsboek met de Indische roots van de chefs.
Met Baru Belanda, een ode aan de Indische keuken is Gereons kookboekenhoek een mooi kookboek over de Indische keuken rijker, modern met inachtneming van al die recepten, die Indische Nederlanders meenamen naar Holland. Pascal Jalhay maakt er “Hollandse nieuwe” mee. Een mooie renaissance van de Indische keuken binnen de Nederlandse eetcultuur. CHAPEAU! in chocoladeletters. Meer dan dat kan Gereons Keuken Thuis er niet van maken.
Baru Belanda, een ode aan de Indische keuken, Pascal Jalhay & andere chefs (ISBN 9789059569034) is een uitgave van Fontaine en is te koop voor € 29,99
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Vorige week zondag gebruikte ik, gezien de temperatuur de apéro buiten, in het gezelschap van Vrouwvolk, een heel mooi kunst- en kookboek, dat ik ontving van Nijgh Cuisine. Vol fameuze recepten voor fantastische vrouwen. Ik wist al lang dat Colette er wat van kon en schreef op Gereons Keuken Thuis eens over George Sand en haar déjeuners., maar de schrijfsters Marianne Pfeffer Gjengedal & Klaudia Iga Pères nemen je in dit boek mee langs de tafels van Marie Antoinette, Jane Austen, Anna Pavlova, Björk en La Loren. Wat een boek!
VROUWVOLK, fameuze dames eten ook. Dat was het uitgangspunt voor de vijf jaar durende queeste van foodstyliste Marianne Pfeffer Gjengedal en portretfotografe Klaudia Iga Pérès. Beiden werkten in de reclamewereld en bedachten om hun creatieve talenten te gebruiken voor het kunstzinnige kookboek, dat op deze Stille Zaterdag naast mijn laptop ligt. Een ode aan het dagelijkse leven met ups & downs, die ook bekende vrouwen kennen. De schrijvers deden onderzoek naar de te portretteren vrouwen, hun eetgewoonten en historische recepten. Je kunt nu eenmaal niet verwachten dat een Russische ballerina uit de twenties van de vorige eeuw quinoa at of smoothies dronk. Björk daarentegen wel, want zij is een vrouw van dit tijdsgewricht. Een interessant uitgangspunt, dat mij niet geheel vreemd is, want herhaaldelijk komen ook op Gereons Keuken Thuis beroemde vrouwen voorbij, zoals George Sand, la Loren of Madame du Barry. Dat is meteen de reden waarom ik onder de indruk ben van VROUWVOLK. Deze twee dames kropen letterlijk en figuurlijk in de huid van bekende vrouwen en hebben zo een heel kunstzinnig kookboek gemaakt vol prachtige gerechten. Laten we het een soort feminien sprookjeskookboek noemen. Vol heldinnen en feeën. Vanwege de verhalen, maar ook gevangen in prachtig beeld.
Marie Antoinette, de vrouw van Louis XVI, trapt af met oh la la haar rococo recepten in poederroze en met veel frou frou. De toon van het boek is direct gezet. Gjengedal en Pérès kruipen in de huid van deze Oostenrijkse, die haar onzekerheid verstopte onder een flinke wolk van barok en parfum. Ze speelde graag herderinnetje in het Trianon, ver van die boze wereld. En de aanstaande Revolutie. Je kunt je deze Franse koningin niet voorstellen zonder een Charlotte Russe, confisserie of macarons.
Jane Austen is een hele andere categorie vrouw, een sterke schrijfster op het Engelse platteland uit de “landed gentry”, iets wat wij denk ik herenboeren zouden noemen. Rijk geworden door pachtinkomsten. Een mannenwereld, waar huwelijk met of zonder liefde een uiterst gecompliceerde toestand was. Thematiek te over dus voor de jonge Jane. Bij Austen horen een robuust en geglaceerd varkensgebraad en hoe kan het ook anders Yorkshire pudding. Landelijk eten.
Ik maak en sprong in de tijd naar Coco Chanel, de couturière, bekend van de little black dress, het topless zonnebaden in Deauville en heel erg stout het dragen van een broek. Chanel woonde een groot deel van haar leven in het Ritz hotel en zal dus niet vaak hebben gekookt. De mare gaat dat zij leefde van een gepofte aardappel met kaviaar en een glas champagne. Ach zulke gekkigheden hoorden bij de Parijse beau monde in de années folles. Het inspireerde de schrijfsters tot zoetigheden à la Ladurée of van andere Franse patissiers.
Het is niet de bedoeling alle vrouwen hier op te gaan sommen, waarvan je leven en eten in dit boek kunt lezen, beleven en proeven. Vooruit nog eentje dan, Norma Jeane Mortenson, beter bekend als Marilyn Monroe, beroemde actrice met een minder vrolijk leven. Marianne Pfeffer heeft zich in de zelfde wulpse pose op bed laten fotograferen. de schrijfsters kwamen erachter dat sexy spelen helemaal niet zo makkelijk is. Dat was dus echt een talent van Marilyn. Voor VROUWVOLK dichten ze deze actrice pancakes, granola en smoothies toe. Ontbijteten voor een moviestar en haar lovers. Roomservice.
Dit kunst- en kookboek van Marianne Pfeffer Gjengedal en Klaudia Iga Pérès mag met recht een poëtisch album worden genoemd aan verschillende generaties fameuze vrouwen uit allerlei disciplines. Een ode aan hun talenten, maar ook aan de manier waarop deze bijzondere en wilskrachtige vrouwen leefden en aten. Ik vind VROUWVOLK een heerlijk boek om uit te lezen tijdens de komende Paasdagen en om te gebruiken, als ik weer eens op Gereons Keuken Thuis een bekende dame wil portretteren.
VROUWVOLK, fameuze recepten voor legendarische dames, Marianne Pfeffer Gjengedal & Klaudia Iga Pérès. (ISBN 9789038806747) is een uitgave van Nijgh Cuisine en is on- en offline te koop voor € 39,99
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Tuinieren van maand tot maand. Een Jaar in de Tuin. Het Paasweekend staat voor de deur en toevalligerwijs voorspellen de weermeneren mooi weer. Overigens doen ze dat elk jaar zo vlak voor de Paasdagen, maar dat terzijde. Gereons handen gaan dan jeuken. De buitenboel moet aan kant, de BBQ naar buiten en er dient geplant en gezaaid te worden. Voor mij een jaarrond project en één van mijn grootste hobby’s: groei en bloei op mijn stadsbalkon. Planten, bloeiend, groenten en kruiden. Spitten en scheppen maar, om dan weer de hele zomer #alfresco te genieten. Van uitgeverij GoodCook, die naast koken ook met groei en bloei behept zijn, ontving ik het groenboek Een Jaar in de Tuin, dat Ian Spence, begeesterd tuinier, schreef samen met de Britse Royal Horticultural Society. Een vademecum voor elke tuinliefhebber. Ideaal voor Gereons Keuken Thuis, want ik moet een geheimpje verklappen: tuinieren gaat bij mij net als koken, een snuifje van dit en een snufje daar. Net als in de keuken ben ik ook buiten à l’improviste in de weer. Ik koop en zaai wat planten en ga aan de slag. Soms valt het resultaat tegen, het slaat niet aan, de muizen eten mijn zaailingen op, bloeiende planten staan te donker of bladverbranding. Spence geeft je hierop alle antwoorden en legt stapsgewijs per maand uit wat je kunt doen. Categorieën als het hele jaar door bloeiend op je balkon, het hele jaar in blad, bollen voor elk seizoen, geuren en hoe trek je dieren aan? (overigens houd ik de muizen het liefst op afstand)
Ian Spence legt van januari tot en met december uit wat je kunt doen, want tuinieren, zo blijkt wel uit dit boek is net als regeren vooruitzien. Ik blik alvast vooruit, want de maand mei is de mooiste maand van allemaal, na half mei verdwijnt de kans op nachtvorst, het zonnetje staat hoog aan de hemel en alle exoten kunnen naar buiten. Je kunt courgettes planten, pronkbonen en kruiden. Ik heb er nu al zin in. En zo gaat het groene boek door. Een groot probleem voor velen is de zomer. Je gaat op vakantie of de droogte slaat toe. De schrijver geeft je goede tips om te zorgen voor een zomerbestendige tuin. Want het is naar als je van een weekje strand terugkomt en je treft een totaal verlept balkon aan. Nogmaals planten, plannen en vooruitzien. Een Jaar in de Tuin neemt je aan de hand. In oktober wordt bijvoorbeeld uitgelegd hoe je dahliaknollen te laten overwinteren. Kijk daar heb ik iets aan, voorheen groef ik ze uit en gooide ze weg. Helemaal niet nodig.
Het laatste deel van het boek is A-Z plantenlijst met bijzondere planten en hun (eigen)aardigheden, hoe deze te combineren en te verzorgen. Gereons Keuken, ik bedoel Balkon, Thuis weet nu al dat hij veel plezier gaat hebben van dit boek. Een Jaar in de Tuin is een onmisbaar boek voor als mijn handen jeuken en mijn groene vingers tintelen om aan de slag te gaan. Ik houd jullie deze zomer op de hoogte van mijn vorderingen.
Een Jaar in de Tuin, RHS & Ian Spence (ISBN 9789461432070) is een uitgave van GoodCook en is te koop voor € 30,95
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Foodblogger Cora over haar Frankrijk. Vorige week plaatste ik mijn jaarlijkse lenteparade met foodbloggers over hun associaties bij l’Hexagone. Helaas ontbrak gastblogger Cora van Cultfood. Een blog over moeiteloos koken voor elke dag. Vandaag haar Franse verhaal en een recept voor kumquatmarmelade.
Frankrijk gezien door de ogen van Cultfood.
Onze eerste belevenissen starten met een huwelijksreis naar Parijs. Daarna kwamen we zo vaak terug – met en zonder het hele gezin – dat we alle kuststreken en berggebieden hebben gezien. Dat zijn gewoon onze favorieten evenals de eilanden, van Belle Ile, de Golf van Morbihan tot Ile de Ré en Ile d’Oleron. Het mooiste eiland bezoeken we dit jaar, ik kan haast niet wachten om op weg te zijn naar Corsica. Aan de kusten lopen we natuurlijk de Sentiers des Douaniers, bezoeken havens, oude zeilboot-evenementen en vissershaventjes. Maar ook mondaine steden en musea. We nemen zeker ook altijd het achterland mee van de regio waar we zijn en organiseren een leuke aanrijd- en vertrekroute.
Meestal trekken we in zo’n regio ook nog een aardig eindje door meerdere logeeradressen te bespreken. En dat maakt Frankrijk zo leuk: de afwisseling van logies in kasteeltjes, olijvenboomgaarden, een havenplekje. Zo associeert onze oudste Normandië met boenwas door te logeren in meerdere oude boerderijtjes. De Pyreneeën verschillen als berggebied hemelsbreed van de Alpen, Elzas en Jura. En dan zijn er nog de vakwerkhuisjes, niet alleen in Normandië en Bretagne, maar bijvoorbeeld ook in Colmar. En de hooggelegen, vaak verstilde middeleeuwse bergdorpen. Frankrijk verveelt nooit door die diversiteit. Want we hebben het nog niet niet eens gehad over de dieren – ezeltjes en wilde Potok paardjes – of over de de diverse rotsen van krijt, graniet etc. en het banjeren over lange, diepe stranden of door leuke kunstenaarsdorpen.
Als foodblogger zijn de streken van Frankrijk voor mij verbonden met de Franse specialiteit ‘marmelade’ of ‘compote’. Voor mijzelf natuurlijk bij al die prachtige kazen, voor mijn man in zijn croissant en voor de kinderen in hun crêpe. Als ik al een taart maak, dan start die activiteit toch met het maken van een heel mooie compote. En dat brengt mij bij een laatste, nog vergeten aspect van het Franse platteland: de abdijen. Die zulke heerlijke on-Nederlandse jam fabriceren.
Ik beveel nu mijn kumquat-bloedsinaasappel marmelade aan in deze Franse weken op Gereons Keuken Thuis. In de Provence staat namelijk de eerste of oudste Franse kumquateraie, het domaine de la Jouasse.
In mijn blog vertel ik al dat deze vruchten nu worden geïmporteerd vanuit het Middellandse Zee gebied. Franse smaken zijn zo bijzonder. Daarom zijn ook mijn favoriete Franse drankjes erin verwerkt: wat Grand Marnier en Calvados. Die laatste hield ik over aan mijn verblijf in een klein, wat uitgestorven kasteel. In mijn voorraadkast prijkt nog slechts één potje bijzondere Franse jam, de kiwis a trois épices. De kennismaking met de Franse confitures is waarschijnlijk de reden dat ik zo graag met fruit aan de slag ga. En dat mijn nieuwe Franse vakantie maar snel moet beginnen.
Ben jij een foodblogger met net zo’n heerlijk Frankrijkverhaal of -recept? Laat het dan hieronder in een reactie achter of schrijf eens een gastblog voor Gereons Keuken Thuis.
Proef de zee, of beter gezegd de smaak umami, wat in het Japans heerlijkheid betekent. Want dat is wat het gebruik van zeewier in je gerechten oplevert. Ik ruik als het ware de ziltige jodium lucht, die je vaak op het strand ervaart. Anne Fleur Sanders schreef er een kookboek over, want zeewier wordt in de keuken steeds populairder. Het is een bron van smaak en heel gezond. In Nederland is het gebruik van zeewier nog vrij onontgonnen gebied. Daarentegen de Japanse en Koreaanse keukens kennen deze groente en voedingsstof uit zee al eeuwen. En wij eigenlijk ook al decennia lang door de nori om sushi heen. Maar er is meer dan norivellen in zeewierland. Reden genoeg voor Anne Fleur en styliste Anya van de Wetering om op ontdekkingstocht langs de kust te gaan, want ook in ons kikkerlandje worden genoeg heerlijke wieren verzameld en gekweekt. Invliegen is zeker niet altijd nodig.
Waarom gaat Proef de zee over zeewier? Zeewier bevat onmisbare voedingsstoffen, zoals eiwitten en mineralen. Maar ook sporenelementen en antioxidanten. Zeewieren zijn veelzijdig met ieder een eigen karakter. Er valt dus van alles mee te doen en te maken. Het is een goede vervanger voor zout, met als kanttekening, dat een te grote consumptie door de aanwezigheid van jodium niet altijd goed voor je schildklierwerking is. Zelf plukken raden de dames niet aan, omdat je niet weet hoe vers het wier is.
Proef de zee begint met de meest toegankelijke wieren, zeesla en zeespaghetti. Zeesla komt veel voor in Zeeland. Het groeit aan strekdammen en op oester- en mossel schelpen. Gereons Keuken Thuis ziet het vaak in aangespoelde vorm op het strand liggen. Het is de kropsla uit zee en in veel gerechten te verwerken, koud en warm. Ik vind het recept voor zeewierhummus met gerookte haring een vondst. Het leuke aan de schrijfsters is, dat ze zeewier uit de traditioneel macrobiotische Japanse hoek halen. Wat te denken van zeewierkaas van yoghurt met verse kruiden en eetbare bloemen.
Hierna volgt de bruine zeespaghetti. Een simpel doch chique gerecht vind ik de zeespaghetti met burrata, geroosterde tomaatjes en basilicum. Een mooie draai aan de insalata caprese. Kombu, kelp, komt aan bod, het Japanse wakame, dulse en nog meer andere zeewieren. Tot slot gebruiken de Anne Fleur en Anya agar agar, dat ik ken uit de moleculaire keuken, voor snoepjes en heel bijzonder chlorella (feitelijk geen wier) voor meringues met een groene twist.
Proef de zee is een mooi en handzaam boek, dat je in een oogopslag laat kennis maken met de geneugten van deze groente uit zee. Mooie recepten, origineel, vrolijke styling en in frêle kleuren op de gevoelige plaat gezet door Bella Thewes, de grijs-, blauw- en groenschakeringen van de Noordzee, waar ik op deze maandagochtend vanachter de laptop op uitkijk. Gereons Keuken Thuis gaat naast de blik nu ook proefondervindelijk aan de slag met wat de zee ons biedt. Zeewier!
Proef de zee, koken met zeewier. Anne Fleur Sanders & Anya van de Wetering (ISBN 9789089897961) is een uitgave van Terra en kost € 23,99.
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Hoemmoes voor de Tineke Show. Naast een pan met Griekse balletjes nam ik ook een gerecycled Grieks yoghurtemmertje met mijn geheime hoemmoes mee naar de Tineke show afgelopen vrijdag. En om dat mijn belofte aan presentator Jan Rietman schuld maakt, nog een keer het verhaal achter de groene hoemmoes uit mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis.
Hoemmoes, hummus, houmous, hoemoes, choemmoes. Vele schrijfwijzen voor een dip uit de Levant. Van kikkererwten of kekers. (de naam van de Romeinse staatsman Cicero betekende kikkererwt, maar dat terzijde) Met of zonder sesampasta, techina of tahin. Voor ieder wat wils deze dip.
Hummus is een handig gerecht voor op een druilerige dag in maart. Of als de cookingvibes in Gereons Keuken Thuis een dipje hebben. Of tijdens een maartse kookstaking. Je zet het in een handomdraai op tafel. Het zit vol vezels en voedingswaarde. Hummus voor bij geroosterde karbonaadjes, bij een glas rosé of met wat crudités op een bordje vooraf. Of bij een easy Griekse maaltijd met spanakopita en keftedes, de balletjes die ik vrijdag meenam naar de Tineke Show.
Instant lentegevoel op tafel. Weg dip. Je kunt er eindeloos mee variëren. Met wat bietjes voor een mooie roze kleur of met koriander voor een pittige bite. Schuim het internet maar af voor dit gerecht. Er zijn al eindeloos veel varianten bedacht. Ik maak de hummus altijd met wat citroenrasp en veel peterselie. Ik maal de kekers niet helemaal fijn zodat er wat structuur overblijft. Hoort dat zo? Misschien niet, maar één hap hummus en weg is de dip. Letterlijk en figuurlijk. En het was heel gezellig bij Tineke op NPO5.
Nodig:
1 grote pot kikkererwten uitgelekt
1 citroen geperst
2 tl citroenrasp
4 tenen knoflook
1/2 bosje peterselie
olijfolie
1 tl chilipoeder
2 tl komijn
peper en zout
lauw water
Bereiding:
Doe alle ingrediënten in een smalle hoge kom en maal met de staafmixer op hoge snelheid tot een mooie gladde massa. Indien het te droog wordt kun je altijd wat water en extra olie toevoegen. Laat de hummus afkoelen in de ijskast.
Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan. Gereons Keuken Thuis staat op het punt een nieuwe liefhebberij te starten. Ik hakte al van alles in de pot, van tomatensaus tot appelstroop, maar sinds ik het mooie boek Tsukémono en de Hi Pet picklepers ontving van fermentatieleraar Peter van Berckel ben ik helegaar in de ban van deze stijl van pickles maken. Het fermenteren van groente zoals het in Japan al eeuwenlang gebeurt. Snel en je kunt het elke dag doen, want met dit apparaat zijn je gefermenteerde groentjes in een handomdraai klaar.
Het fermenteren zit in de genen van Van Berckel, vertelt de schrijver in de inleiding van zijn boek. Hij stamt uit een geslacht van jeneverdestillateurs en bierbrouwers. Zelf is deze vrolijke kok al dertig jaar bezig met natuurvoeding. Hij gebruikte kefir, desem, kombucha en tempeh al voordat ze hipster werden. Niet alleen voor de consumptie, hij reisde zelfs naar Frankrijk af om alles te leren over wilde fermentatie. Daarna ging het snel. Peter ging zich specialiseren en werd fermentatieleraar, voor hem nog steeds een leuke ontdekkingstocht. Het creëren van nieuwe smaken, het ontdekken van telkens nieuwe gezondheidsaspecten. Het is een hele wereld. De wereld van Peter van Berckel.
Het eerste gedeelte van Tsukémono gaat over de geschiedenis, de smaak, de methode en gezondheidsaspecten van Tsukémono, de Japanse naam voor gefermenteerde groente. Al in de 4e eeuw ontdekten de Japanners deze methode en door de eeuwen heen zijn vele smaken en soorten ontstaan. Peter besteedt ook aandacht aan de tradities van de Japanse maaltijd, het vleselijke, maar ook de spirituele kant, het dankbaar zijn voor al het goede en de moeite die is getroost om in harmonie te leven met al het moois uit de natuur. Hij legt daarna de verschillen de wijzen van pickelen, picklen en pekelen uit en het verschil tussen traditioneel fermenteren en het werken met de pickle pers. (mijn nieuwe huisdier) Hygiëne komt nog aan bod en dan is het tijd om zelf aan de slag te gaan. Het daadwerkelijk zouten, kneden en persen van groenten. Smaakmakers toevoegen. Een kind kan de was doen. Het streven naar smaakbalans. Tsukémono is zo’n mooie traditie van de harmonie tussen zout, zuur, zoet, bitter en tot slot umami.
Ik maak een sprong naar het tweede gedeelte van het boek, de recepten. Als je de aanwijzingen goed opvolgt kunnen je pickles gewoon niet mislukken, minimaal 30 minuten in de pers en klaar is je gezonde groentehapje. Van Berckel start met Oosterse recepten zoals zoetzure rettich en appel pickle, kimchi ontbreekt niet of sushi van gepicklede kool. Overal worden de recepten uitgelegd in duidelijke woorden en foto’s. Spelen met smaken en de pickle pers doet de rest. Ter voorbereiding was ik onlangs bij een Chinese supermarkt in de stad om te kijken welke smaakmakers en ingrediënten ik zou aanschaffen. Peter legt deze allemaal duidelijk uit. Want de mogelijkheden zijn eindeloos. Tsukémono is ook in Westerse keukens goed toe te passen. Wat te denken van een echte Hollandse snert pickle of tsukéziki, Peters variant van het in Gereons Keuken veel gegeten Griekse yoghurtgerecht. Zelfs caponata van Sicilië behoort tot de mogelijkheden. Wat een keuze allemaal en dan te bedenken dat het allemaal gewoon op basis van groente en wat zout ontstaat. Ik ben overtuigd en heb er een nieuwe smakelijke hobby bij. Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan. Dat zou je vaker moeten doen!
Tsukémono, snelle groentefermentaties uit Japan, Peter van Berckel (ISBN 9789081821575) is een uitgave van Rineke Dijkinga Books en is te koop voor € 28,95
TIP: kijk ook eens op de vrolijke website van Peter van Berckel, waar je alles vindt over het boek, fermenteren, workshops en benodigdheden.
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
The Joy of Nature, Hockney & Van Gogh. Vandaag start de (meteorologische) lente, een nieuw seizoen, net als de nieuwe tentoonstelling The Joy of Nature in het Amsterdamse Van Gogh Museum. Voor het eerst zijn de kolossale en kleurrijke Yorkshire landschappen van David Hockney te zien in Nederland. Een overweldigend visueel spektakel, dat je direct overvalt bij binnenkomst in de tentoonstellingsruimte. Want de schilderijen zijn niet gewoon groot, maar HUGE! Ze zijn dan ook samengesteld uit verschillende panelen, die samen het werk vormen. De kleuren spatten er vanaf. Gereons Keuken Thuis kende Hockney vooral van zijn Californische zwembadschilderijen. Toen ik zeventien was schilderde ik er één op groot formaat na en deed dit roze en blauwe gevaarte cadeau aan een schoolvriendin. Tot zover mijn kunstenaarsaspiraties.
In de schilderijen herken je onmiskenbaar de invloed van Van Gogh op de Britse kunstenaar. Beiden vertoefden in een klimaat waar de seizoenen weinig verschillen in licht. Zeker in Los Angeles, waar Hockney lang verbleef. In de jaren 90 keerde David Hockney terug naar zijn geboortegrond Yorkshire en werd geconfronteerd met de wisseling van seizoenen en bijbehorende lichtval. Hij startte net als Vincent van Gogh met het schilderen van landschappen. Hockney’s werk vertoont duidelijke parallellen met de landschappen van Van Gogh. Bijvoorbeeld de verticale lijnen van de bomen, die mij sterk deden denken aan het werk van Van Gogh in Auvers sur Oise.
David Hockney is een bewonderaar van de beweging in de schilderijen van Van Gogh, volgens hem één van de redenen, waarom zoveel mensen nog steeds van het werk van Van Gogh houden. Het is niet statisch je bent er als het ware bij. Overigens kan Hockney er ook wat van. Met moderne technieken, zoals video en schilderen met een I-pad, neemt de kunstenaar je mee op een tocht door zijn geboortestreek. Hockney schuwt moderne technieken niet. Op de bovenetage van de tentoonstellingsruimte hangt een werk, dat er in eerste instantie eendimensionaal uit lijkt te zien, maar ga je er recht voorstaan is het net of je bij Hockney in zijn atelier staat. Bijzondere ervaring. Ik vraag me dan af, hoe Van Gogh aan de slag was gegaan met de huidige technologie?
En zo gaat de hele tentoonstelling door, het dynamische werk van Hockney naast de beroemde werken van Van Gogh. Het laat zien dat beiden in staat zijn een sterk verhaal neer te zetten in beeld, dat je pakt in welke context dan ook. Prikkelend voor je fantasie.
The Joy of Nature, Hockney & Van Gogh, samengesteld door Edwin Becker (hoofdconservator Van Gogh Museum) i.s.m. David Hockney, de David Hockney Inc.en David Hockney Foundation is te zien van 1 maart tot en met 26 mei 2019 in het Van Gogh Museum. Een aanrader, geef je ogen, maar ook andere zintuigen de kost!
Risotto alla primavera, dat is het gerecht, wat bij mij opkomt, als ik de kleurrijke werken van Hockney en Van Gogh zie. Het is nu op sommige landgoederen in de duinen daslooktijd, frêle groen met minuscule witte bloemetjes onder de nog kale bomen. Lentesmaken om aan tafel met deze mannen te delen.
Nodig 4 personen:
400 g arborio of carnaroli rijst 1 l groentebouillon (van blokje), getrokken van de afsnijdsels 1 bundeltje groene asperges of andere (groene) lentegroente 2 stengels bleekselderij 1 wortel roomboter 2 sjalotjes peterselie gehakt peper en zout 1 glas witte wijn 3 el olijfolie
Wat daslook en kaas voor de garnering
Bereiding:
Snijd de harde onderkanten van de groene asperges. Kook de asperges 3 minuten en laat ze afkoelen. Snijd de wortel in kleine blokjes en de stengels selderij in ringetjes. Snipper de sjalotjes fijn. Verhit in een pan de olie en fruit de sjalot. Bak de groenten kort mee, Voeg alle afsnijdsels toe aan de bouillon. Voeg de rijst toe en bak deze mee totdat de rijst kleurt. Blus af met de witte wijn. Voeg beetje bij beetje de warme bouillon toe en blijf roeren totdat de rijst alles opneemt. Blijf de rijst tussentijd roeren. Na twintig minuten is de rijst klaar. Roer de aspergestukjes door de risotto (of een andere groene groente) Maak de risotto af met wat boter, peterselie, peper en zout. Serveer op borden met eventueel wat daslook voor de kleur en wat geraspte Parmezaanse kaas. Een kloeke witte pinot grigio uit de Veneto gaat er prima bij.
TIP: Breng naast je bezoek aan The Joy of Nature ook een bezoek aan de bovenste verdieping van het museum. Daar zijn de onlangs door het Van Gogh museum verworven etsen van tijdgenoot Camille Pissarro te zien.
SuriMAM cooking, op zoek naar de soul van de Surinaamse keuken. Dat is de zussen Moreen, Aretha & Martha wel toevertrouwd. Zij namen de passie voor en “het –soso lobie– met liefde” bereiden van eten over van hun moeder, die in de jaren zestig naar Nederland verhuisde. Eten was altijd een feest bij de zussen thuis. Oma’s en tantes sneden de ingrediënten en de kinderen scharrelden rond in de keuken. Op deze wijze kregen de drie dames hun familieverhalen en keukengeheimen met de paplepel ingegoten. (Of eten ze in Surinaamse gezinnen geen pap?). Na hun eerste familieboek vol herinneringen, koken deze dames in SuriMAM deel twee gerechten uit de natuur. Een speciaal boek. Ik wil alles van hun weten en beloon deze veelzijdige vrouwen dan met een speciaal recept of menuutje met een bijpassende wijnsuggestie. Dat wordt nog puzzelen in mijn keukentje, maar ik ga mijn best doen.
Wie zijn Moreen, Aretha en Martha a.k.a. SuriMAM Vertel eens iets over jullie zelf?
Ik ben Aretha, de jongste van de 3 zussen. Ik woon samen en heb een zoontje van 8 jaar. Ik werk bij de vakbond als managementassistente. Ik houd van koken met elkaar en steeds nieuwe gerechten uit proberen. Naast al dat lekkere eten moet je wel in shape blijven natuurlijk, maar ik vind het gelukkig leuk om te sporten twee keer per week. Op zijn tijd een dansje doen of naar een concert gaan is mijn ontspanning. Moreen: Mijn naam is Moreen Waal en ik ben de oudste van de drie zusters van SuriMAM cooking. De beginletters van onze voornamen hebben wij gebruikt als eerbetoon naar onze moeder. MAM. Suri ( Suriname) is het land waar ze afkomstig uit was. We zijn alle drie in Amsterdam geboren, hebben een gedeelte van onze jeugd daar meegemaakt en zijn halverwege de jaren 70 vertrokken naar Dordrecht. Daar leerden we hoe eten verbindend werkt. De Surinaamse gemeenschap was toentertijd heel erg klein in Dordrecht en we zaten altijd bij elkaar om verhalen te vertellen. We gingen vaak naar Amsterdam terug voor familiebezoek of om naar de markt te gaan. Nadat we onze scholen hadden afgemaakt zijn we midden jaren 80 terug gekeerd naar Noord-Holland. Ik werkte daar bij de politie Amsterdam in verschillende functies en heb dit meer dan 15 jaar gedaan. Ook in mijn andere werkzaamheden en tot nu toe ben ik altijd bezig geweest in het verbinden van personen met elkaar. Ik ben moeder van drie volwassen kinderen en oma van drie prachtige kleinkinderen.Martha : Ik ben de middelste van de drie zussen . Getrouwd en woonachtig in Purmerend. Verder dol op koken, lezen, shoppen en dansen.
Wat doen jullie op dit moment? Wat houdt jullie bezig? Koken on tour zie ik vaak voorbijkomen.
Aretha: Wij zijn nu druk bezig met de voorbereidingen op de komende food events. Wij staan de komende maanden veel op beurzen en festivals. We zijn zojuist terug gekomen van Texel, waar er een proeverij werd gehouden in de plaatselijke boekhandel op het eiland, een chefkok aldaar had gekookt uit ons boek en het was mooi om te zien dat de Surinaamse keuken daar op het eiland ook kleur krijgt. Moreen: Op dit moment ben ik werkzaam voor een grote woningcoöperatie. SuriMAM Cooking is echt mijn vierde kindje houdt me heel erg bezig. Koken is echt mijn passie, maar ook onderzoek doen naar de herkomst van bepaalde oude gebruiken in de Surinaamse eetcultuur houdt me al jaren bezig en heb hier in de loop der jaren opmerkelijke resultaten in gevonden. Ik hoop voor de toekomst dat mijn kinderen en kleinkinderen kunnen blijven genieten van de heerlijkste groenten en fruitsoorten die er voor handen zijn. Middels koken on tour blijven we ook daar een boodschap in uitstralen voor de liefde van moeder natuur.Martha: Naast mijn dagelijkse job in de financiële sector zijn we bezig om de Surinaamse keuken met zijn kleurrijke en veelzijdige gerechten meer naamsbekendheid te geven. Dit doen we door onze kookboeken en verschillende events.
Vertel eens iets over jullie interesse in food? Hoe is die ontstaan? Wat deden jullie voor je ging schrijven over eten?
Aretha: Interesse is ontstaan dankzij mijn moeder. Zij betrok ons al vroeg bij het bereiden en kopen van voeding. Zo nam ze ons altijd mee naar de markt en daar mocht ik altijd de verse groenten en fruit uitkiezen. Ik vond dat altijd heel leuk, omdat ik altijd een appeltje of iets anders lekkers kreeg van de marktkoopman. Voordat we een boek hadden geschreven, kwamen we als familie al veel bij elkaar en maakten we altijd heerlijke gerechten. Haar gerechten hebben we gelukkig onthouden en bewaard zodat we ze konden publiceren in ons eerste boek. Moreen: Mijn interesse voor food is al van jongs af aan ontstaan. Het was niet meer dan vanzelfsprekend dat we overal bij betrokken werden. Mijn moeder had een andere eetcultuur en wij zijn geboren in Nederland. We hebben daar altijd goed in weten te schipperen. Dus van jongs af aan zag je al dat men bij vriendinnetjes al anders met eten omging. Bijvoorbeeld alles was precies afgemeten… Geen aardappel extra. Dat viel bij ons thuis wel op. In Dordrecht kregen we voor het eerst met schooltuinen te maken en toen ik daar in mijn schooltuin bezig was wilde ik niets liever dan daar zijn. Ik trok mijn schoenen uit en klompjes aan en aan het werk. Jaren later had ik in Almere een grote moestuin in een kas en verbouwde ik daar de bekendste Surinaamse groenten zoals Klaroen, Bitawirie, Antroewa en nog veel meer. Ik dacht toen nog vaak terug als klein meisje, hoe ik met mijn eerste worteltjes naar huis kwam en nu een eigen grote moestuin. Ik kwam daar ook helemaal tot rust, zeker met de drukke baan, die ik op dat moment had. Martha: Food heeft van jongs af aan een belangrijke rol gespeeld in ons leven. Wij werden altijd betrokken bij het koken. Tijdens mijn pubertijd ben ik mij meer gaan interesseren in het mooie land Suriname en ben in mijn twintiger jaren voor het eerst naar Suriname geweest. Ik werd verliefd op het land, de Surinaamse keuken en de gerechten, die ik nog niet kende. Voordat wij gingen schrijven hebben wij een paar jaar geleden een dating bureau gehad. Wij organiseerden speeddate-events op trendy locaties in Amsterdam. Toen onze moeder echter ernstig ziek werd ( de ziekte van Alzheimer) zijn wij hiermee gestopt.
Wat zou je doen als je één keuze had tussen schrijven van een kookboek en een ander beroep? Wat was je dan geworden? Geen compromis mogelijk.
Aretha: Ik ben echt een organisatietalent en houd van feestjes, dus zou een evenementenbureau willen beginnen en dan alles regelen van A tot Z. Moreen: Ik was dan astronaut geworden. Naast liefde voor koken heb ik ook een grote passie voor alles wat maar met de sterren/universum te maken heeft. Jaarlijks ga ik naar Noordwijk om mezelf up to date te houden van de nieuwste ontwikkelingen bij NASA en ESA. Op heel kleine schaal geef ik ook les aan de kinderen op de basisschool om daar de kinderen bewust te maken van de kwetsbaarheid van onze planeet en hoe daar mee om te gaan. Martha: Oeps, dat is moeilijk. Het schrijven van kookboeken is zo een geweldige ervaring vooral als je ons kookboek in de boekhandels ziet liggen of mensen, die ons kookboek kopen. Dat blijft een enorme eer. Maar dan zou ik een strandtent met een B&B willen beginnen in een kleurrijk land met muziek en heerlijk eten.
Wat ik zo leuk vind aan jullie, is dat jullie altijd overal te vinden zijn met jullie gerechten. Op de culiperslunch, bij boekhandels en zelfs op Texel. Altijd goedlachs.Hoe doen jullie dat?
Aretha: Het is geen trucje, het zit in ons. Wij zijn wie we zijn, positief in het leven staan en genieten van de mooie dingen in het leven. Natuurlijk heb je ook wel hobbels, maar daar komen we met elkaar wel uit om het op te lossen. Moreen: Ik tel mijn zegeningen en dan blijf ik wel lachen hoor. Ik vind het heerlijk om met mijn zusters zoiets moois als SuriMAM Cooking neer te zetten. Tja dan blijf je wel lachen.Martha: Ten eerste hebben wij een hele fijne uitgever die ons overal introduceert en ons begeleidt. Daar zijn wij heel blij mee . Verder is onze instelling meegegeven door onze moeder. Ik denk dat als je veel liefde hebt gehad, een fijne jeugd, niet verwend bent geweest en hebt leren omgaan met tegenslagen je nuchter tegen dingen aankijkt en je ook echt kan genieten van bijzondere dingen, zoals onze kookboeken, die ter nagedachtenis van onze moeder gemaakt zijn. Ik voel en weet dat zij ook enorm geniet en dat geeft zeker positieve energie.
Wat is minst aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jullie?
Aretha: Voornamelijk de deadlines, voordat het boek naar de drukker gaat, moet alles kloppen en dus ook van alles worden gewijzigd, dat geeft soms wel stress. Moreen: De verhoudingen precies uitschrijven. Vaak is het op gevoel en dat moet je loslaten. Onze moeder zei altijd :”maten en meten dat doe je maar bij de kleermaker”.Martha: Het schrijven van een kookboek en dat samen met je twee zussen die ook je beste vriendinnen zijn is een heel mooi avontuur en alles heeft wel iets leuks Maar als je wilt weten wat het minst leuke is dan zij het de verbeteringen . Het moet natuurlijk kloppen de tekst en de recepten. Dus als je een paar keer correcties terugkrijgt dan is het wel even doorbijten. Maar daar leer je ook weer van.
En wat is de meest aantrekkelijke kant van het schrijven van een kookboek voor jullie?
Aretha: De positieve reacties op ons boek van alle kanten. En natuurlijk dat je wordt uitgenodigd bij een tv of radio omroep. Het is een mooie ervaring om een kijkje ‘achter de schermen’ te nemen. Moreen: Dat we het met z`n drieën doen. Met zijn drieën hebben we lief en leed gedeeld en we vinden het super dat we zo nog dichter naar elkaar toe groeien.Martha: Hmmm, teveel om op te noemen : Het samen verhalen van vroeger weer beleven met onze moeder en familie, het proces, de recepten maken, en het uiteindelijke resultaat van het kookboek in de winkel zien.
Kunnen jullie wat vertellen over je specifieke aandachtspunten in de SuriMAM boeken? Wie covert welke belangstelling?
Aretha: De aandachtspunten zijn, kook met aandacht én liefde, en neem niet meer wat je nodig hebt. Moreen: In de SuriMAM Cooking boeken houd ik me voornamelijk bezig met de oude authentieke recepten/ vergeten groenten en kruiden en de gebruiken en rituelen binnen de Surinaamse cultuur.Martha: Wij wilden de kookboeken dicht bij ons houden en de recepten en de verhalen zijn daarom rechtstreeks uit ons leven en dus zijn de kookboeken erg persoonlijk. De recepten die er in staan hebben wij van onze moeder tantes en oma’s geleerd.
Jullie handelsmerk is rood, groen en geel, de Surinaamse vlag, hoe is dat zo gekomen? En wat symboliseren deze kleuren.
Rood staat voor Vooruitgang.. Bij Martha staat die kleur ook goed en past ook bij haar persoonlijkheid. Groen staat voor vruchtbaarheid.. Ik heb de meeste kinderen. Groen was de lievelingskleur van onze moeder.De geelpuntige ster staat voor Eenheid. Gouden toekomst en met beide benen op de grond. Aretha is de jongste van ons drieën en deze kleur past uitstekend bij haar persoonlijkheid. Wij dragen trouwens Anisas gevouwen in de ” Miss De Neef stijl”.
Wat vinden jullie een goddelijke maaltijd?
Aretha: Lekkere kip uit de oven met een heerlijke sopropo ernaast geserveerd met rijst. Moreen: Zelf vind ik gestoofde okertjes met gamba`s in kerriesaus heel erg lekker.Martha: Antroewa met biologische kip en een pepertje.
En natuurlijk welke wijnen, ik weet dat één keuze niet mogelijk is? Of drinken jullie nooit wijn?
Aretha: Ik was onlangs op Texel, en heb van een wijnimporteur hele lekkere wijn gedronken genaamd “Le Clos des Suds”. Na een maand gestopt te zijn, we deden mee met de challenge ‘dry January’, is een wijntje in het weekend wel weer lekker om te ontspannen. Moreen: Ik drink zelf haast geen wijn of alcohol maar een glaasje gemberwijn zo af en toe aan het eind van de avond..Heerlijk!Martha: Af en toe een wijntje vind ik persoonlijk heerlijk. Rood en wit. De Franse wijnen en Italiaanse wijnen zijn mijn favorieten.
Wat lust je echt niet en waarom niet?
Aretha: Ik lust geen varkensvlees, haring en mosselen. Ik vind de smaak gewoon niet lekker. Moreen: Haring met uien en zuur. Ik krijg het echt niet weg.Martha: Ik ben gek op vis. Maar wat ik echt niet lust zijn mosselen.. Ben daar één keer goed ziek van geworden .
Waarheen ga je het liefst naar op reis?
Aretha: Naar een land met mooi natuurschoon, kust, strand, zee, weids landschap. Kortom: ik ben een natuurmens. Moreen: Al jaren ga ik naar het Caribisch gebied op vakantie. Cuba heeft mijn hart gestolen. Aankomende jaren heb ik mijn pijlen op West en Zuid-Afrika gericht. Maar met mijn zusters naar Suriname dat vooral als eerste.Martha: Teveel op op te noemen ! Ik moet nog zoveel zien van de wereld . Maar hoog op lijstje staat Afrika, mijn oorspronkelijke roots.
Willen jullie nog iets anders vertellen….delen?
Aretha: Ja, ik vind het erg mooi om te zien dat men tegenwoordig bewuster omgaat met voedsel. Wees zuinig met wat je eet, kijk goed op het etiket of er niet teveel verzadigde vetten in zitten. En Ruik. Veel producten kan je nog prima eten, zolang ze nog goed ruiken en niet beschimmeld zijn. Moreen: Mensen geniet en hou van elkaar. We zijn te speciaal om met ruzie door het leven te gaan. Eet wat minder vlees en meer groente. Geen enkel dier op aarde zet zijn kinderen hier neer om op gegeten te worden. Martha: Ik word erg blij als ik zie dat kinderen en jongeren zich meer gaan verdiepen in wat ze eten ( minder vlees en vis) , waar het vandaan komt en alleen nemen wat je nodig hebt . Een bijdrage doen aan de klimaatsverandering begint ook op je bord.
De picknick Tropézien met SuriMAM.
Jongens, jongens of moet ik zeggen lieve dames, dank voor de veelzijdige antwoorden. Wat een energie en wat een liefde voor jullie moederkeuken en de natuur. Een dansje tussendoor. Jullie maken van het leven een groot feest. Toen ik jullie antwoorden las, had ik nog geen enkel idee, wat te maken voor jullie. Maar getriggerd door het antwoord over wijn van Aretha kreeg mijn recept of moet ik zeggen menuutje wel contouren. We gaan het schiereiland rond Saint Tropez afschuimen. Ik zie me al zitten met jullie drie in een 2CV cabrio, vol gas over de smalle weggetjes! En een bezoek brengen aan de kleurrijke schilderijen van Paul Signac in l’Annonciade. Als menuutje heb ik wat gerechten op een rijtje gezet, die makkelijk te maken zijn, met liefde en die ik speciaal voor jullie voorzag van wat pit. Ik zie jullie zo staan achter de stoof in de haven van Saint Tropez. Want als het op Texel kan kan het daar ook. We gaan voor een picknick tussen de wijngaarden met socca uit Nice, crudités & easy aioli, caviar, oh la la, van aubergine en een tian de légumes met zalm. Tot slot de accras de crevettes uit mijn kook- en leesboek Gereons Keuken Thuis. De laatste balletjes worden vooral gegeten op Guadeloupe en Martinique. We drinken er natuurlijk een heerlijke bleke rosé bij van chateau Minuty uit Gassin. En voor Moreen een watertje geïnfuseerd met vers geplukte kruiden, zoals de wilde venkel, die je overal langs de weg vindt in Zuid Frankrijk. BON APPETIT!
Socca à la Niçoise met crudités
Nodig (10 stuks):
300 g kikkererwtenmeel
2 tl zout
3 tl ras al hanout
500 ml water
olie om in te bakken
komkommer
paprika rood
wortel
selderij
radijsjes
mayonaise
2 tenen knoflook
citroensap
cayennepeper.
Bereiding:
Doek het meel, het zout en de ras al hanout in een kom en voeg beetje bij beetje het lauwe water toe. maak er een mooi beslag. Zet het beslag zeker 2 uur in de ijskast. Er kunnen klontjes in ontstaan, maar die verdwijnen tijdens de rusttijd.
Verhit wat olie in een koekenpan en doe een schep beslag in de hete olie. Bak de socca om en om en zet apart onder folie. Eet direct op of laat afkoelen. (je kunt de socca dan ’s avonds gebruiken bij de BBQ)
Was de groente en snijd ze in reepjes. Maak van 4 el mayonaise, citroen en 2 tenen knoflook een knoflookmayo. Maak deze op smaak met wat cayennepeper.
Caviar d’aubergine op de wijze van NINA.
Nodig:
2 flinke aubergines
6 teentjes knoflook
2 takjes rozemarijn
2 el olijfolie
1 uitje gesnipperd
zeezout en zwarte peper
dressing van 1 el rode wijnazijn, 3 el olijfolie, peper en zout.
2 tl Provençaalse kruiden
1/2 pakje boter
bieslook
zwarte olijven zonder pit
Bereiding:
Verwarm de oven voor op 200 graden. Snijd de aubergines in de lengte doormidden. Bestrooi de delen met wat zeezout. Laat de aubergines een kwartiertje staan. dep ze daarna droog met papier. Maak een ruitpatroon in het vruchtvlees. Snijd de teentjes knoflook in stukjes en doe deze tussen de inkepingen. Doe hetzelfde met de naalden van de rozemarijn. Voeg zout en peper toe en schenk er wat olijfolie overheen. Wikkel de aubergines in aluminiumfolie en bak ze 45 tot 50 minuten in de oven tot het vruchtvlees helemaal zacht is.
Haal de pakketjes uit de oven en laat iets afkoelen. Hak het vruchtvlees van de aubergines, de knoflooktenen en rozemarijn fijn en doe in een kom. Laat de caviar d’aubergine afkoelen in de ijskast.
Snipper een uitje en meng dit door de caviar d’aubergine, Maak een dressing van azijn, olijfolie, peper en zout en roer deze door de pasta.
Hak de bieslook fijn en roer deze samen met een el grof zeezout door een half pakje zachte boter. Serveer de caviar d’aubergine op vers stokbrood met de boter en olijven.
Tian van zalm uit Gereons Keuken Thuis.
Nodig:
400 g verse zalmfilet
3 jonge preien
bekertje crème fraîche
2 rijpe avocado’s
3 citroenen geperst
4 takjes dille voor de garnering
2 tomaten ontveld en ontpit in kleine blokjes
olijfolie
3 el gehakte peterselie
2 el gehakte bieslook
zout en zwarte peper uit de molen
Bereiding:
Hak de zalm in heel fijne stukjes. Voeg ruim citroensap, 1 el olijfolie, de gehakte kruiden, peper en zout toe. Laat even staan. Snijd de prei in heel fijne ringetjes. Verhit wat olijfolie en smoor de prei gedurende 10 minuten. Voeg twee eetlepels crème fraîche toe. Laat afkoelen. Pureer de avocado’s met de staafmixer, voeg wat citroensap toe, peper en zout en 3 eetlepels crème fraîche. Vul de glazen eerst met een laagje prei, dan de uitgelekte zalm en strijk het geheel af met de avocado mousse. Garneer de tian met wat blokjes tomaat en een klein takje dille.
Garnalenballetjes met koriander:
Nodig voor 12 balletjes:
200 g garnalen
3 sjalotjes gesnipperd
1 el gehakte koriander
1 eiwit
50 cl zonnebloemolie
1 el bloem
zout
peper
1/2 Spaans pepertje in ringetjes
1 teen knoflook
1/2 el witte wijnazijn
Bereiding:
Maal in de keukenmachine of met de staafmixer de garnalen, sjalotjes, knoflook en Spaanse peper fijn. Voeg de bloem, azijn, koriander, peper, zout en eiwit toe en maak er een deeg van. Draai er kleine balletjes van. Verhit in een wok de olie en frituur de balletjes 4 à 5 minuten. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Serveer de balletjes met wat partjes limoen en wat sambal.
SuriMAM, op zoek naar de soul van de Surinaamse keuken. Moreen, Aretha & Martha de Waal. (ISBN 9789024577675) en SuriMAM 2, 60 eigentijdse recepten. Moreen, Aretha & Martha Waal (ISBN9789024582952) zijn uitgegeven door Luitingh-Sijthoff en in de boekhandel te verkrijgen voor € 24,99 per deel.
Eten als in het Zuid Italiaanse Pioppi, dat deed Gereons Keuken Thuis onlangs in de pop up van Roberto’s restaurant tijdens het Little Italy Event in de Westergasfabriek, alwaar chef Franz Condé tevens het eerste exemplaar aan Nora French overhandigde. Het deed mij terugdenken aan mijn kindertijd. Samen met mijn oma ging ik elk jaar zo rond de Nijmeegse Vierdaagse logeren bij haar oudere zus, tante Door, die in een klein huis met boomgaard en geit in Mook woonde. Van het huidige grab & go had tante Door natuurlijk nog nooit gehoord, noch van kant en klare producten vol suikers, die sinds de jaren negentig van de vorige eeuw hun opwachting hebben gemaakt. Nee, beide zussen aten, wat er in het seizoen was en vers. Niets meer en niets minder, zonder stress, elke dag te voet naar de ochtendmis en eten & drinken met mate. Veel groenten en weinig vlees, vooral tijdens de vasten. Zowel mijn oma als tante Door hebben een respectabele leeftijd bereikt.
Zo stel ik het me ook voor in het Zuid Italiaanse Pioppi. Een kleine plaats aan zee, waar geleefd wordt volgens het ritme van de seizoenen. Waar nog hard wordt gewerkt op het land of in de visserij. En waar geen stress heerst, maar sociale coherentie. En waar ouderen, heel belangrijk hun plaats in de maatschappij hebben. Je zou Pioppi zo kunnen scharen tussen die andere zogenaamde blue zones als Costa Rica, Ikaria, Okinawa, Palo Alto en Sardinië. Daar bereiken de bewoners door hun dieet hoge leeftijden, zonder welvaartsziekten zoals diabetes of hart- en vaat ziekten.
Dit gegeven vormde een reden voor Aseem Malhotra en Donal O’Neill om een onderzoek te doen naar deze eetgewoonten. Het resulteerde in het boek Het Pioppi dieet, met als boodschap, eet zoals de “nonne” van deze Italiaanse plaats en je valt af en voorkomt welvaartsziekten. Het Pioppi dieet rust op een aantal pijlers: iedere dag bewegen, vermijd (chronische) stress, tijdelijk vasten, stop met bewerkte voeding, geraffineerde koolhydraten en tot slot wees niet bang voor vetten.
Nora French, healthcoach en schrijfster van Gezond Fastfood vertaalt deze uitgangspunten in een uiterst makkelijk te hanteren kookboek. Aan de slag met het Pioppi dieet. Geen straf volgens French, want wat is er nu lekkerder dan gezond en vers eten. Dat kan Gereons Keuken Thuis alleen maar beamen.
Pioppi hét kookboek start met ingrediënten en uitleg, daarna stelt French wat weekmenu’s op. Voor de leek een duidelijk handvat, om mee te beginnen. Een boodschappenlijst volgt en we kunnen aan de slag met een romige koffieshake of roerei met boerenkool & spekjes als ontbijt. Bietensalade met haring & appel of sla wraps als lunch. Vispakketje met groenten of linzensoep met yoghurt & koriander als avondeten. Tot slot geeft Nora French een aantal basisrecepten. Pioppi hét kookboek sluit af met een aantal recepten van een chef Antonio Morinello uit deze Italiaanse plaats.
Nu de hamvraag, wat kan Gereons Keuken Thuis hier nu mee? In de eerste plaats moet ik zeggen, dat een Pioppi dieet niet het ding is, dat ik van A tot Z ga volgen. Ten eerste ben ik daar te dwarrelig voor en misschien nog belangrijker een aantal onderdelen zitten al in mijn dagelijkse ritme, Van opstaan met citroensap, 50 sit ups, twee keer in de week een stevig robbertje zwemmen en letten op mijn suikerconsumptie. Ik heb het geluk, dat ik geen zoetekauw ben. Daarnaast ben ik door de jaren prefab food ontwend. Natuurlijk vind ik kant en klaar eten, bijvoorbeeld een vette bamischijf uit de muur, als craving hartstikke lekker, maar het verzadigt niet en doet je smachten naar meer.
En wat betreft dit boek: ik vind Pioppi hét kookboek prima handvatten bieden voor degenen, die nog aan de basis staan van hoe en wat. Van een menu van 21e eeuws graaien & snaaien naar laten we het het een “tante Door” manier van koken noemen. Nora French legt het gedegen uit en je kunt direct aan de slag, al was het maar in eerste instantie als food for thought, the rest comes naturally!
Pioppi hét kookboek, Aseem Malhotra, Donal O’Neill en Nora French (ISBN 9789045217529) is een uitgave van Karakter en is on- en offline te koop voor € 19,99
Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.