Brabant kookboek!

foto: cover Kookboek van Brabant.

Brabant kookboek! In Gereons Keuken Thuis ligt een rood “buukske” Het ontbrak nog in mijn kookboekenhoek. Een kookboek, dat recepten verzamelt uit de “gezelligste” provincie van ons land. (vinden dat niet alle provincies dat?) Brabant. Andréa Janssen dook in de niet altijd zo gezellige geschiedenis van culinair Brabant, waar zeker na de deling van 1648 en de industrialisering in de 19e eeuw het niet altijd feest was op tafel. Dat gold zeker voor het gebied, dat wij tegenwoordig Noord Brabant noemen. Een gebied, dat veel water had in het westen en noorden en onvruchtbare zandgronden met heide in het oosten en tegen de Belgische grens. Een gebied waar de centrale regering in Den Haag maar weinig aandacht aan besteedde, volgens Janssen. Het leven was hard. De boerenbevolking bestond voor een groot gedeelte uit keuterboeren met grote gezinnen, die leefden van hun gemengde bedrijf. Kijk eens naar de verweerde koppen van de Aardappeleters, die Van Gogh zo treffend neerzette. Tot en met de twintigste eeuw leefde de Brabander vooral in dorpen. De steden waren niet doorgegroeid sinds de Spaanse tijd en werden bevolkt door middenstand en een kleine (adellijke) toplaag. Vanaf de 19e eeuw veranderde de samenleving. Door de wol- en vleesverwerkingsindustrie onstonden industrieplaatsen zoals Tilburg en Oss. West Brabant werd een grote suikerproducent. Tot slot vestigde de Bommelse familie Philips zich in Eindhoven, wat weer een hele andere instroom aan bewoners vanuit heel Nederland veroorzaakte. Met plezier gaat de schrijfster op zoek naar al dan niet verloren gerechten. Wat aten en eten de Brabanders?

foto: de Sint Janskathedraal in ‘s-Hertogenbosch

Worstenbroodjes, Bossche bollen en zult. Deze gerechten schieten meteen te binnen bij GKT als het over Brabant gaat. Met Bossche bollen ben ik zelf opgegroeid, net zoals worstenbroodjes. En zult? Een product, waar je overigens geen recept van aantreft in het boek, is een all time guilty pleasure van GKT. Kookboek van Brabant begint met soep. Een niet geheel onlogische keuze, want dit is een goede maagvuller in grote gezinnen. Dat betekent palingsoep in het waterrijke westen en noorden van Brabant. Visserij was er volop, zowel in de rivieren als zeearemen. Vis was een goedkoop en niet onbelangrijk voedingsmiddel in de katholieke provincie. Nog steeds wordt er bij Bergen op Zoom gevist naar ansjovis. In het boekje staan ook veel aardappel- en bonen gerechten, destijds een belangrijke bron van eiwit en koolhydraten. Denk aan blote billetjes in het gras, een stamppot van snij- en witte bonen. Zeker in de winter als groente uit de Weckpot. Ook kwam er pap op tafel, zoals de bekende Begijnenrijst uit Breda.

foto: Carnavalsmaandag in Oeteldonk, een dorp in het moeras.

Carnaval, het feest van het jaar. Dan ligt drie dagen lang in de steden en dorpen het openbare leven stil. Het feest voor de katholieke vastenperiode. GKTheeft hier fijne herinneringen aan. Bijvoorbeeld de bekende nonnevotten van bakker Sonnemans in Sint Oedenrode. Echt een baksel voor de carnavalstijd. Over bakken gesproken: Andrea Janssen vermeld een recept voor Bossche Koek, een traditionele koek, die al werd gebakken in de tijd van schilder Jeroen Bosch. Bijna was deze lekkernij verloren gegaan in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Maar gelukkig weer nieuw leven ingeblazen. De Bossche bol wordt genoemd, een van oorsprong Haagse soes, die aan zijn honderdjarige zegetocht begon door onder andere bakkerij De Groot aan de Stationsweg in Den Bosch. Wie is er niet groot mee geworden. En wat ook Brabants is: de eierkoek! Landelijke furore kreeg deze naar mijn beleving wat droge koek door Sonja Bakker, de dieetdiva.

foto: Een Vlaamse schuur in de Meierij.

Andere hoogtijdagen worden gevierd met o.a. worstenbroodjes (na de nachtmis met Kerst), balkenbrij met bruine suiker bij een boterham of een uitgebreide Brabantse koffietafel. De laatste zie je nog regelmatig na communies of begrafenissen. Kookboek van Brabant is een leuk geschreven boekje, zeker voor Brabantse uitwijkelingen zoals GKT. Met voor mij ook nieuwe recepten. Ik mis de recepten voor zure zult en Bossche beuling, waarvan ik vrees, dat ze niet meer zo tot de hedendaagse smaak behoren. Het “buukske” krijgt een (ere) plek in mijn kookboekenhoek tussen het Bossche koekkookboek, Puntneuzen en Kersenpitten en het Bossche bollenboek.

Kookboek van Brabant. Andréa Janssen (ISBN 9789492821270) is een uitgave van Het Zwarte Schaap en is te koop voor € 17,95.

Noot: dit boek werd mij als recensie-exemplaar gestuurd door de uitgeverij. De bespreking hier is mijn eigen mening. Lees ook de disclaimer

Over Andréa Janssen: Wat leuk dat je even op mijn site langskomt. Ik ben Andréa en ik woon in het Zuiden van Nederland, in de buurt van Oss. Mijn passie is koken en eten. En dat begon al toen ik heel klein was. Want ik hou van lekker eten en voor de meeste wereldkeukens kun je me ’s nachts wakker maken (en dat zegt heel wat). En de recepten op mijn blog zijn precies gemaakt zoals ik graag eten klaarmaak: snel, lekker én makkelijk te maken zijn! En het liefst met een leuke twist. Met de recepten die je op deze site terugvind, maak je gerechten waar iedereen blij van wordt. Elke dag en elk moment. Of het nu een lekkere verse maaltijd met je gezin is, een dinertje met familie of een feestje met lekkere hapjes. En waarom niet allemaal tegelijkertijd? (Janssen op haar site)

Carnaval in Frankrijk.

Carnaval in Frankrijk. Zondag barst onder de rivieren het driedaagse carnaval los. GKT is opgegroeid in pronkjuweel Oeteldonk en het fenomeen carnaval is iets waar GKT elk jaar met veel genoegen aan terugdenkt. Puur jeugdsentiment. Moet er wel bij zeggen, dat ik een niet dusdanige carnavalsganger ben, dat ik jaarlijks terugkeer, zoals vele andere zuiderlingen wel doen. Maar carnaval heeft wel een plekje in mijn hart. Het blijft een interessante traditie, waarvan aan, niet met dit feest opgegroeide mensen, moeilijk de portée valt uit te leggen. Tot zover carnaval in Nederland. Wat GKT boeit, zijn de verscheidene uitvoeringen van Mardi Gras, vette dinsdag op verschillende plekken in Frankrijk. Van Duinkerken tot Nice en van Châlon sur Saône tot Limoux. Verschillende carnavalsvieringen met ieder een heel eigen karakter.

foto: carnval in Limoux, Aude.

Limoux, in de Aude kent het langstdurende carnaval, dat wereldwijd bestaat. Het traditioneel Occitaanse gebeuren neemt bijna drie maanden in beslag en wordt met overgave gevierd van begin januari tot en met carnavalsdinsdag. Limoux is de stad van de blanquette, de oudste mousserende wijn ter wereld. Move over Champagnestreek, want de bakermat ligt hier zullen ze je hier altijd vertellen. Nice is een heel ander verhaal, maanden werken de verschillende broederschappen in deze stad aan mooie verlichte praalwagens, die tijdens het carnavalsfeest door Nice trekken, eindigend op de Place Massena. Er is een zee aan bloemen, die als een regenbui over het publiek neerdaalt. Daarna barst het grote bal los.

foto: In Duinkerken kunnen ze er ook wat van.

Duinkerken is een heel ander verhaal. Een carnaval vol maritieme tradities. Met de verkiezing van de meeuw van het jaar. Dat is de man of vrouw, die het beste een meeuwengeluid kan maken. Vanaf het stadhuis worden haringen, tegenwoordig vacuüm verpakt naar de carnavalsvierders gegooid en het grote feest rondom Jan Bart, de held van Duinkerken. Een soort Piet Hein, die allerlei schepen wist te enteren en kapen. In de grote feesthal gaan de Duinkerkers dan los rond zijn piratenschip. Het grote Bal des Corsaires.

foto: Nice, Place Messana.

Tot slot Châlon sur Saône, de bakermat van het Bourgondische carnaval. In  deze stad wordt tien dagen lang uitbundig carnaval gevierd. De koning van de Gôniots, de carnavalesk uitgedoste mensen, neemt dit jaar 24 februari ‘s avonds officieel de sleutels van de stad in ontvangst en dan barst het feest los. Hoogtepunt is de optocht op beide zondagmiddagen. Meer dan 1.200 personen en  imposante praalwagens, in muziekgroepen en als Gôniot uitgedost trekken langs het publiek dat zich heeft verzameld langs de rivier en in het centrum van de stad.

foto: Goniots in Châlon.

RECEPT voor bugnes de Lyon.

In Frankrijk komen tojdens de carnavalsperiode heel wat beignets op tafel. Bugnes of te wel gefrituurde reepjes deeg met citroenschil zijn een klassieker uit de keuken van Lyon.  Deze lekkernij wordt traditioneel gemaakt op de eerste zondag van de vasten, maar velen vinden het zo lekker, dat de bugnes Lyonnaises ook op andere dagen van het jaar verkrijgbaar zijn. Ze liggen bij veel bakkers in de stad. De wijn die bij deze zondagse traktatie hoort is een crémant de Bourgogne, het liefst een blanc de noirs. Een sprankelende bubbelwijn gemaakt van de pinot noir druif.

foto: bugnes uit Marmiton.

Nodig:

schil van halve citroen
500 g bloem
6 eieren
90 suiker
100 g zachte boter
2 tl rum
1/2 tl zout
olie om te frituren
poedersuiker

Bereiding:

Schil de citroen en kook de schil kort in heet water. Laat afkoelen en hak fijn. Doe de bloem in een kom, breek de eieren erboven. Voeg de zachte boter, 1/2 tl zout, suiker, rum en citroenrasp toe. Maak een stevig deeg van alle ingrediënten. Bestrooi een plank met wat bloem en kneed het deeg goed door. Zet het deeg daarna 2 uur in de ijskast. Rol het deeg uit op een met bloem bestoven plank en maak er dunne repen van. Verhit in een pan de olie en frituur de repen deeg beetje bij beetje. Keer ze halverwege om. Als de bugnes goudbruin en gaar zijn, schep je ze op keukenpapier. Ga zo door tot alle repen gefrituurd zijn. Serveer direct bestrooid met poedersuiker.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten