Wat staat er op het menu? Farfalle.

foto: beeld op Art Zuid

Ik lees vaak op allerlei fora de vraag: “Wat staat er op het menu deze week?” Meestal ben ik nooit zo van de menu’s. Moet daarom het antwoord op deze vraag vaak schuldig blijven. Eén uitzondering daargelaten, het begin van het nieuwe jaar. Dan stel ik een menuutje samen vol plannen, ideeën, projecten en wensen. Het vlindert dan in mijn hoofd. Zullen we dit jaar de ACBMversterken of op een laag pitje zetten?  Ga ik door met mijn gasten in Talk and Table? Wat is nieuw en wat blijft op mijn blog? De eerste dagen denderen deze vragen door mijn bolletje. En dan ineens, op een mooie winterse morgen aan zee weet je de grote lijn, je vertrekpunt. Ik kan het nu al opsommen.
In januari komt de digitale versie van Gereons Keuken Thuis uit.* Ben benieuwd wat lezers van dit E book gaan vinden?  In 2014 blijf ik gasten uitnodigen voor Talk and Table, waaronder een creatieve onderneemster en een culinair meisje uit de grote stad. Nieuw dit jaar is dat hun verhalen ook op mijn nieuwe Engelstalige blog www.gereonscityflavours.blogspot.com zullen verschijnen. Een blog vol smaken uit de stad voor city dwellers. Ondernemers in Amsterdam vraag ik zich te komen voorstellen.

Een enkel hapje ACBM als de gelegenheid zich voordoet. Met inzendingen voor het #foodblogevent stop ik na twee jaar. Thuisafgehaald doe ik als de tijd er voor is. Met meer simpele gerechten voor buurtbewoners. Wijnen en vragen over wijn van lezers blijven in ieder geval op de agenda staan, evenals de recensies van nieuwe kookboeken of spannende events. En ik blijf in 2014 wandelen door stad, koken aan de kust of culinaire ontdekkingen doen op het land. Allemaal input voor mijn tweede boek “Gereons Keuken en Route” Ik ben hier al hard mee aan de slag.
Maar je hebt ook energie nodig. De vlinders in mijn hoofd maken mij hongerig. Vandaag een gerecht, dat smaakt naar de zee, farfalle met mosselen.Snel klaar, ik heb nog veel te doen vandaag. we drinken bij deze pasta een mollige witte wijn uit Apulië, gemaakt van de bombino druif.Nodig:

500 g mosselvlees
500 g farfalle
rasp van 1/2 citroen
3 tenen knoflook
2 glazen witte wijn
2 visbouillonblokjes
gehakte peterselie
2 el bloem
1 tl chilipoeder
olijfolie
peper en zout

Bereiding:

Bestrooi de mosselen met wat peper en bloem. Meng goed door elkaar. Snijd de knoflook fijn. Boen een citroen goed schoon en rasp de schil. Zet een pan water op met ruim water en 1 visbouillonblokje. Breng aan de kook. Verhit olie in een pan en bak de mosselen kort aan. Voeg de citroenrasp, 1 tl chilipoeder en knoflook toe. Bak kort mee. Verbrokkel het andere bouillonblokje. Blus het geheel af met de wijn en laat sudderen. Kook de farfalle beetgaar. Schep de pasta door de vissaus en proef. Voeg eventueel nog wat zout of pasta kookwater toe. Meng gehakte peterselie door het gerecht.

* Kijk op http://gereonskeukenthuis.nl/blog/boek-van-gereon/ hoe je het E book kunt bestellen.

Kerstmis 2013

 foto: detail schilderij Rijksmuseum
 

Een harde windkracht negen uit het zuiden raast over de stad. Een turbulent begin van de kerstdagen. Binnen staat de boom te stralen, als lichtend middelpunt in deze dagen. Er wordt gekookt in vele stijlen. Internet liep vol met recepten, blogs, tips, trucs en hele menu’s. Het woord stress valt met grote regelmaat. Want dat hebben wij onszelf aangepraat in deze maatschappij. We moeten vele ballen hoog houden als echte kerstjongleurs. Treffender kon het gisteren niet verwoord worden door een filosoof op TV. Ik hoorde zijn opmerking op de achtergrond. “Kerst is geen feest van geloof meer, maar van genot…” Er moet namelijk worden genoten en dat moet je laten zien aan anderen. Ieder op zijn eigen wijze. Zoals meneer R. uit Zuid Limburg, die zei blij te zijn dat Kerst niet meer zo sober is. Nee juist veel lichtjes, kleurtjes, eten en hoempapa. Alles in Dreivierteltakt! Kerstmis verliest twee letters, de s en de t, afkorting van heilig en wordt kermis.  Ach, net als de storm van vandaag raast het kerstgedreun ook weer over. En dan is iedereen weer blij dat die dagen weer over zijn. Ik ben er helemaal klaar voor. Een easy lunch op Eerste Kerstdag, met terrine prouvenço, involtini van kalkoen gevuld met pruimen en noten in sherryjus. Wat selderijpuree. En een griesmeelpuddinkje toe met cranberry/gember gelei. Op Tweede Kerstdag de boel opeten in Brabant. Zo stormen we weer goed gevuld op het nieuwe jaar af. Ik wens alle lezers van mijn blog mooie warme Kerstdagen.

Code rood, salade met peperbiefstuk

 foto: weeronline.nl

Code rood beheerst de gemoederen in het land op deze vijfde december. Het scharlaken rood van de mantel van de Sint. Het vermanende rood van het KNMI vanwege de storm. Rood alom. Het zal voor velen een spannende avond worden. Gaan de treinen op tijd? De storm zal de pret niet drukken. Met rode koontjes zitten de kinderen te wachten op hun pakjes. Zou de goede Sint nog komen, nu hij het weer zo lelijk vindt? Ja inderdaad een regel uit het meest geciteerde lied van vandaag. Code rood. Wat zal het (sinterklaas) journaal vanavond veel te melden hebben. Buiten raast de wind langs de daken. Een bliksemschicht en een donderklap. Ik hoop dat de Sint weer en wind trotseert. Ach, dat komt al eeuwenlang goed. Binnen is het warm. Rode wijn in mijn glas, een warme teug uit de Chianti. Rood vlees, peperbiefstuk-reepjes op een salade met walnoten, geitenkaas en gefruite sjalotjes. Vandaag was het rood.

Nodig 4 personen:

2 grote biefstukken à 150 g
1 geitenkaasje
1 kop gepelde walnoten
200 g rucola
2 sjalotjes
peper en zout
zwarte peper uit de molen
olijfolie
rode wijnazijn

Bereiding:

Maal op een bord een flinke hoeveelheid zwarte peper en wentel de biefstukken erdoor. Verhit in een pan de olie met een klont boter. Als het vet bruin is, bak dan de beide biefstukken om en om in enkele minuten mooi bruin en krokant. Haal het vlees uit de pan. Snipper de sjalotjes. Fruit kort de sjalotten aan, schep uit het vet en zet apart. Rooster in een droge koekenpan de noten. Maak de rucola aan met wat olie en rode wijn azijn. Verkruimel de geitenkaas erdoor. Voeg de geroosterde walnoot toe Bestrooi de biefstukken met wat zout en snijd in hele dunne plakjes. Verdeel de salade over de borden, leg de dunne plakjes vlees erop. Garneer met de kort aangefruite sjalotjes. Serveer direct.

Sweet Saturday roast met rode uienrelish

 foto: zie ginds komt de stoomboot (internet)

Het is met recht een zoete dag te noemen, deze derde zaterdag van november. Er piept een flauw herfstzonnetje door de nevel en het grijs. Want vandaag komt hij weer aan in het land, Sinterklaas. Met zijn stoomboot. En wie zoet is, dat weet ieder Nederlands kind, krijgt lekkers. Dat geldt ook voor grote kinderen zoals ik. Het enigmatische van deze periode van het jaar zal mij altijd bijblijven. Want hoe kon het, dat terwijl wij als kinderen braaf bij de piano stonden te zingen, er pepernoten door de deur naar binnen werden gegooid? En dan meteen daarna de beste vriendin van je moeder binnenkwam, maar zij had niets of niemand gezien. Het blijft toch één van de mooiste sprookjes. En dan op Sinterklaasavond zelf de verwachting, de spanning, de mand met cadeautjes die zomaar voor de deur stond. Gelukkig reed hij nooit ons huisje voorbij. Zou het nog steeds zo gaan in een tijd waar je alle facts kan checken via internet. Zou Sinterklaas zelf ook de app foursquare hebben? Liever niet want dat is juist de mythe.

Vandaag een varkensfilet rollade uit de oven met een rode uienrelish. Ik schreef het al, wie zoet is krijgt lekkers. Er bij drinken we een Rioja joven van Palacio Milflores. Een mooie fruitige jonge wijn. Een beetje Spanje in het glas. Voelt Sint zich meteen thuis.

 

Nodig 4 personen:

1 varkensfilet rollade van 1 kg
5 rode uien
glas rode port
2 sinaasappels
3 kruidnagels
2 el honing
2 el bruine suiker
peper en zout
boter

 

Bereiding:

Wrijf de rollade in met wat peper en zout. Braad de rollade op hoog vuur aan aan alle kanten en leg in een oven  schaal. Smeer de rollade in met wat honing en voeg een half glas witte wijn toe. Laat de rollade 45 minuten garen in een oven van 175 graden. Bedruip regelmatig met jus.
Smelt wat boter in een pan en fruit de rode uienringen langzaam aan. Voeg, de port, kruidnagel, suiker,het sap van de sinaasappels toe en wat geraspte schil. Breng aan de kook en laat langzaam pruttelen tot uien gaar zijn. Serveer de rollade in plakken gesneden met wat uienrelish. Geef er een aardappel/selderij puree bij.

Balkenbrij met rommelkruid

foto: detail van schilderij Rijksmuseum

Ik zie het nog steeds voor me, alle cakeblikken, diepe schalen en bakjes in de kelder. Gevuld met stollende balkenbrij. Mijn oma maakte vaak zelf Gelderse balkenbrij. Met rommelkruid natuurlijk. Dan stond ze te roeren in een grote pan. Rommelkruid is een mengsel van specerijen. het wordt niet veel meer verkocht. Ik koop het vaak bij de Peperbol aan de Albert Cuypstraat. Rommelkruid is ook een streekgebonden mengsel. Er zijn vele varianten van. Voor balkenbrij is het eenvoudig te maken te maken door 2 tl gemalen zwarte peper, 1 tll geraspte nootmuskaat, 1/2  kruidnagelpoeder, 1/2 tl kaneel  1/2 tl gember en een 1/2 tl gestampt anijszaad goed door elkaar te mengen.
En dan de balkenbrij. Ik zou er niet snel aan beginnen, omdat ik geen goede kelder heb. En geen klanten ervoor. Maar het resultaat, als de balkenbrij gestold is is heerlijk. Gebakken in roomboter met bruine basterdsuiker. Dat was voor mij als kind een traktatie. Ik zie het zo voor me, met de krentjes erin. Krentjes in plaats van rozijnen. Dat was oma de Leeuws versie.
Rommelkruid gebruik ik ook om peren te stoven of in een terrine. Je krijgt dan hele spannende smaken.
Voor het foodblogevent van oktober met als thema kruiden een balkenbrij recept, zoals mijn grootmoeder het maakte.

Nodig:

2 l bouillon
1/2 liter bloed
1 kg spek en snijresten van varkensvlees
400 g boekweitmeel
1 kop krentjes
2 el rommelkruid
2 laurierbladeren
peper en zout

Bereiding:

Snijd het vlees heel fijn. Doe het vlees samen met de bouillon en het bloed in een pan en breng aan de kook.
Voeg de kruiden toe. Beetje bij beetje gaat het boekweitmeel erbij . Kook het geheel 30 tot 40 minuten door. Blijf roeren om een mooie massa te krijgen. Voeg aan het einde de krentjes toe. Stort de balkenbrij in een vorm en laat afkoelen en stollen. Snijd in plakken en bak de balkenbrij in hete boter. Serveer met basterd suiker of appelstroop.

Nederlanders verkopen Nederland, het Friesland van Mannin!

IMG_4661B_resize foto: It  Fryske gea

In mijn queeste naar recepten diende Mannin zich aan. Fries in bloed en aderen ging zij vol enthousiame aan de slag. Twee recepten voor de serie nederlanders verkopen Nederland, met prachtige foto’s stuurde zij in. Dank Mannin. En veel succes met je broodverkoop in Ljouwert.

Mijn naam is Mannin. Ik blog over diverse baksels op www.baksels.net, Ik bak op bestelling en geef workshops in bakken. Ik ben getrouwd en moeder van twee jongens (van 4,5 en 6,5 jaar). Geboren in Friesland en na een 10-jaar durend uitstapje naar Twente zijn we sinds 1,5 jaar weer terug op Friese bodem. We wonen in het Noord-westen van Friesland, de streek die ook wel de Klaaihoeke (kleihoek) wordt genoemd.
Friesland (of Fryslân zoals tegenwoordig de officiële naam is) is één van de noordelijke provincies, welke bijna 650.000 inwoners telt en als hoofdstad Leeuwarden heeft. Hoewel ik Twente ook erg mooi vond, ben ik blij weer terug te zijn in Friesland. Hier vind je nog ongekende rust en dorpen met hun oude, met liefde onderhouden dorpskernen met allemaal hun eigen kerk die hoog boven alles uittorent. Dit omdat deze op een grote terp staat en ons herinnert aan vervlogen tijden waarin de Friezen met grote regelmaat te maken kregen met overstromingen. Hier zie je  “kop-hals-romp-boerderijen” genoemd  naar de hoge vorm van het voorhuis (de kop), het lagere verbindingsstuk als nek en de hoge schuur welke de romp moet voorstellen. Dit type boerderij schijnt haar naam te hebben gekregen omdat de vorm doet denken aan een liggende koe. Daarbij komen we bij wat de Friezen “ús mem” (onze moeder) noemen. Dit verwijst naar het Friese stamboekvee, de zwart met witte koeien die als melkkoe over de hele wereld bekend zijn.
Natuurlijk mag ik het Fryske Hynder (het Friese paard); dat grote, statige, zwarte paard met zijn lange manen en staart niet vergeten. Als ik een stukje ga fietsen kan ik ontzettend genieten van de vergezichten en de afwisseling van prachtige wolkenluchten, weilanden waarin niet alleen vee staat, maar waar ook diverse weidevogels te zien zijn. Denk bijvoorbeeld aan de grutto of de kievit, een vogel waarvan de Friezen uit eeuwenoude traditie graag de eieren rapen. Friesland biedt veel afwisseling.
Zoals gezegd zitten wij in de Kleistreek, de streek waar oude-zeeklei ligt en het landschap voornamelijk bepaald wordt door weilanden, aardappelvelden en akkers met suikerbieten, uien en penen. In het oosten van de provincie vindt men “De Wouden”, het meer bosrijke gebied van Friesland en waar men zandgrond heeft. Het midden en zuid-oosten van de provincie kenmerkt zich door uitgestrekte veengebieden. In het Zuidwesten ligt Gaasterland, waar zelfs enig hoogteverschil te vinden is, veroorzaakt door landijs dat in de ijstijd de keileem opstuwde. Tot slot de welbekende elf steden, verbonden door waterwegen (het liefst bedekt met dik ijs, want dan staat Friesland op zijn kop!) met elk hun oude kernen.
Naast de eigen (officiële) taal die we hier hebben, heeft Friesland ook vele typische streekgerechten en streekproducten.  Een selectie van de heerlijkheden:  Fryske dúmkes, Friese oranjekoek, Fryske Sûkerbôle, anijsbeschuit, suikerlatten, diverse soorten (kruid)koeken, Fries roggebrood, het drankje Berenburg, Friese nagelkaas (kaas met komijn en kruidnagel), Jouster pof (een soort gevulde krentenbol), Friese pepernoten en drabbelkoeken. Wie meer Friese heerlijkheden met hun recepten wil bekijken gaat naar: www.lekker-frysk.nl
Zoals je misschien zal opvallen staan er veel baksels in dit lijstje, deels omdat mijn voorkeur naar baksels uit gaat, maar ook omdat de Friezen zoet zijn aangelegd. Misschien wel omdat er hier zoveel suikerbieten worden geteeld? Ook worden er veel specerijen gebruikt, met name anijs kom je vaak tegen.
Hieronder twee Friese recepten: Fryske Sûkerbôle (Fries suikerbrood) en het recept voor de welbekende, kruidige Fryske Dúmkes (Friese duimpjes)
IMG_1190B_resizefoto: grutto
Fryske Sûkerbôle: 

Ingrediënten:
·         75 gram zachte roomboter
·         500 gram bloem
·         6 gram zout
·         1,5 dl lauwe melk
·         12 gram droge gist
·         3 eetlepels gembersiroop (= ongeveer 45/50 ml)
·         2 eieren op kamertemperatuur
·         1 flinke theelepel kaneel
·         120 gram kandijsuiker, greinsuiker of parelsuiker (verkrijgbaar bij o.a. de Welkoop, in een paars doosje van het merk Tiense Suiker)
·         suiker
·         boter voor het invetten van de vorm
Werkwijze:
·         Smelt de boter voorzichtig in een pannetje op laag vuur en laat afkoelen tot kamertemperatuur.
·         Doe de bloem en het zout in de een kom en roer goed door met een garde.
·         Voeg de gist toe, roer weer goed door met een garde.
·         Voeg de lauwe melk toe, de gesmolten boter, de gembersiroop en de eieren.
·         Kneed dit in een standmixer met de kneedhaak in ca. 10 minuten tot een mooi soepel, samenhangend deeg. Het deeg is goed als je er tussen je vingers een vliesje van kunt vormen. Je kunt natuurlijk ook met de hand kneden, dit zal wat langer duren.
·         Leg het deeg in een licht ingevette kom en zet weg op een warme, vochtige en tochtvrije plek. (Ik doe dit in een onverwarmde oven met een bakje heet water op de bodem)
·         Laat ca. een uur rijzen tot het deeg in volume verdubbeld is.
·         Kneed er dan de kaneel en de parelkorrels door.  Je kunt als alternatief ook het deeg tot een grote plak uitrollen en deze gelijkmatig bestrooien met kaneel en de suikerparels.
·         Maak een rechthoekige plak van het deeg, deel denkbeeldig in drieën en vouw de linke flap over de middelste, en de rechterflap vervolgens ook over de middelste.
·         Draai het deeg een kwartslag en rol losjes op.
·         Vet een cakebakblik van 25 cm dik in met boter en bestrooi met suiker.
·         Leg het deeg hierin en laat nog ca. een kwartier rijzen op een warm, vochtig en tochtvrij plekje.
·         Verwarm de oven voor op 190 graden.
·         Bestrooi de bovenkant van het deeg met suiker en bak het in ca. 30/33 minuten gaar en goudbruin.

·         Stort het brood na het bakken op een rooster (doe er eventueel een plastic zak omheen, iets lucht inlaten zodat het niet tegen het brood aan komt, dit zorgt ervoor dat de suiker lekker gaat plakken) en laat afkoelen.

Fryske dúmkes (ca. 20-25 stuks): 

Ingrediënten:
·         125 gram Zeeuwse bloem (als je hier niet aan kunt komen kan je gewone tarwebloem gebruiken
·         0,5 gram zout (1/8 theelepel)
·         1,6 gram kaneelpoeder (1/2 theelepel)
·         1,5 gram gemberpoeder (1/2 theelepel)
·         1,5 gram anijspoeder (1/2 theelepel)
·         3 gram anijszaad
·         25 gram lichte basterdsuiker
·         50 gram donkere basterdsuiker
·         50 gram hazelnoten
·         60 gram zachte roomboter
·         1 eidooier
·         1-2 eetlepels water
Werkwijze:
·         Doe de tarwebloem, zout, kaneelpoeder, gemberpoeder, anijspoeder, anijszaad, basterdsuiker bij elkaar in een kom en roer goed door met een garde.
·         Rooster de hazelnoten in een droge koekenpan op een halfhoog vuur tot ze kleuren.
·         Laat de hazelnoten afkoelen en hak ze in kleine stukjes.
·         Doe ook de hazelnoten in de kom en roer nog eens goed door.
·         Voeg nu de boter, eidooier en 1 eetlepel water toe.
·         Kneed het geheel kort tot een samenhangend deeg. Het deeg hoort vrij droog te zijn, het moet net genoeg samenhang vertonen. Als het te het te droog is, voeg dan nog een beetje water toe. Begin bij een halve eetlepel en kijk of het deeg dan goed is. Zo niet, voeg dan nog maximaal een halve eetlepel toe.
·         Laat het deeg ingepakt in huishoudfolie een 20 minuten rusten in de koelkast
·         Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius
·         Bestuif het werkblad met wat bloem en rol het deeg met een deegroller hierop uit tot een rechthoekige plak met een dikte van 1 cm.
·         Snijd rechthoekjes van 2 X 5 cm. en druk de hoekjes iets rond.
·         Leg de Fryske dûmkes op enige afstand van elkaar op een met bakpapier of siliconen bakmatje beklede bakplaat.
·         Bak de Fryske dûmkes in ca. 15 minuten gaar met de ovendeur op een heel klein kiertje om vocht te laten ontsnappen.
·         Laat de koekjes afkoelen op een rooster.
Bron: “Het Nederlands bakboek” door Gaitri Pagrach-Chandra
Lekker ite! (eet smakelijk!)

 

Je zou er een boek over kunnen schrijven……

In de zomer van 2012 opperde een familielid van mij dat het zonde was om alleen maar te bloggen over eten en wijn. “Je zou eens een boekje moeten schrijven”, zei de dame in kwestie. Subiet ging ik aan de slag, tekstjes verzinnen, recepten nakijken en fotootjes verzamelen. En in augustus was mijn kindje klaar, dacht ik. Van meet af aan wist ik dat mijn boekje “Gereons Keuken Thuis” een boekje zou zijn uit de losse pols, zoals ik zelf kook. Ik verzin vaak de recepten achteraf, nadat ik een maaltijd aan mijn thuisfront of gasten heb voorgeschoteld. Een werkje ook zonder foto’s van gerechten. Daar doe ik niet aan. Dat vind ik meer iets voor de menuborden met TL verlichting op een willekeurige toeristenboulevard. (grimast nu)

En het design, dat moest ook passen bij mijn keukentje, geen frutsels, niet veel kleurtjes, wat hout. Ontwerpster Fenny Kusumawardani van Atlantis Media begreep precies wat ik bedoelde. Zij maakte de lay out en de omslag. Ik ben er heel blij mee. En schrijfster Marieke Rijneveld gaf de voorzet voor de achterflaptekst.
In het voorjaar van 2013 begon het echte werk, het na laten lezen, het fine tunen, het drukken. Het had allemaal veel voeten in de aarde. Ik zou er een boek over kunnen schrijven, verzuchtte ik deze zomer.
Maar aan alles komt een einde. “Gereons Keuken Thuis” is nu een tastbaar feit. De bestelde boeken zitten al in een envelop en gaan vandaag op de post. Tijd voor het volgende project. Of misschien toch maar weer een boek? Wie weet, ik heb in ieder geval de smaak te pakken…

En dan de hamvraag, welke wijn drink je erbij? Ik ga voor een rode wijn uit de Beaujolais, de cuvée fût de chêne van domaine la Rizolière. Een fonkelrode wijn van oude wijnranken, vieilles vignes, 10 maanden gelagerd op eikenhout.

Nederlanders verkopen Nederland, Antoinette met Limburgse vlaai.

In de serie Nederlanders verkopen Nederland staat vandaag de provincie van het bronsgroen eikenhout centraal, het Limburgse land. Het land waar Antoinette van http://kokenmetantoinette.blogspot.nl/ vandaan komt. Tegenwoordig woont deze blog”ster” in Verona, waar ze op haar blog schrijft over het heerlijk eten in de Bel Paese. Ik weet zeker, dat als Antoinette in Venlo of pakweg Bunde was gaan wonen, zij met evenveel élan en blijheid over de Limburgse keuken zou schrijven. Antoinette zond een proemevlaai in. We drinken er een Muscat de Rivesaltes bij of koffie…..
 proemevlaai 006foto: proemevlaai.
Proemevlaai
Ze staat bekend om haar asperges en zoervleis, de vele bierbrouwerijen, het carnaval en om Maastricht.
Ze is omringd door België en Duitsland, Noord-Brabant en Gelderland. En van boven tot onderen doorsneden door de Maas. Maar het is er oeverloos gezellig!
De zuidelijkste provincie van Nederland is Limburg.
Schuif aan bij onze koffietafel . De ereplaats is, hoe kan het ook anders, voor meneer pastoor.
Hij gaat voor in een gebed. (Amen! ) En iedereen gaat aan de bouillon, of ‘goeie soep’ zoals sommige mensen zeggen.
Daarna gaan we door naar zachte broodjes met fijne vleeswaren en kaas.
O ja, niet te vergeten, die kroketten komen ook van de beste slager van het dorp. En de mosterd is natúúrlijk Limburgs.
We ronden af met koffie en vlaai. En na een afsluitend woord van de pater familias proosten we op het goede leven. Zo wordt zelfs een begrafenis toch nog gezellig…
Er gaat nog veel water door de Maas tot heel Nederland aan de koffietafel zit. Maar een Limburgse vlaai bakken kan vandaag nog!
Vulling:
1 kilo verse blauwe pruimen
2 eetlepels rietsuiker
Bodem en raster:
400 gram bloem en wat extra om het werkblad mee te bestrooien
20 gram verse gist
ongeveer 1,5 dl melk
1 biologisch ei of ½ ei van gemiddelde grootte
40 gram boter en wat extra om de bakvorm in te vetten
40 gram suiker
4 gram zout
melk
grove suiker
(Vrij naar het recept voor pruimenvlaai uit het Limburgse vlaaienboek van Netty Engels – Geurts, via http://dailykaat.wordpress.com/2013/04/08/proemevlaai-voor-verona/)
Was de pruimen en verwijder de pitten.
Pureer de pruimen met een staafmixer tot moes, doe er twee eetlepels rietsuiker bij en breng aan de kook in een pan met dikke bodem.
Laat de moes een uurtje pruttelen onder regelmatig roeren. Laat de moes afkoelen.
Los de gist op in wat lauwwarme melk.
Doe de bloem in een kom en strooi het zout langs de rand. Maak een kuiltje in het midden en doe hierin het gistmengsel, boter, ei, melk en suiker.
Kneed er een soepel deeg van en zet dit weg totdat het deeg flink is in volume is toegenomen en je een sterke gistgeur ruikt.
Verwarm de oven voor op 175 graden.
Wrijf een ronde bakvorm met een doorsnee van 30 cm in met boter.
Bestrooi het werkblad met wat bloem.
Rol 2/3 van het deeg uit en bekleed een vlaaivorm met het deeg. Prik er gaatjes in met een vork en laat het deeg nog een keer een kwartier rijzen.
Verdeel de pruimenmoes erover.
Rol de rest van het deeg uit en snijd er latjes van met een vlaaienraster of met een pizzasnijder. Maak er een raster van op de vlaai.
Druk de latjes aan de rand van de vlaai aan en haal overtollig deeg weg.
Bestrijk de latjes met melk en bestrooi met wat grove suiker. Mocht je die niet hebben dan gebruik je gewone kristalsuiker.
Bak de vlaai ongeveer 20 minuten in de heteluchtoven op 200 graden.
Muziek terwijl u werkt:

Rowwen Heze – Herberg de Troost

Foodblogevent september, gegratineerde oesters

 foto: wie kijkt nu naar wie?

Ik kijk uit over de kolkende Noordzee. September in Nederland. Na die lange zomer. Het leek soms wel de Côte d’Azur. Gewoon aan het Hollandse strand. Hoef je dus helemaal niet weg. Het thema van het foodblogevent deze maand is fingerfood. Kan van alles zijn: een snel naar binnen geschrokte hamburger van een grote fastfoodketen (eet ik dus nooit, maar zie velen dat doen op straat) , een sateetje op de Amstelveenseweg, picknick sandwiches tijdens het zwemmen, een Holtkamp garnalenkroket, haring aan zijn staartje of oesters op de Pure Markt. Oesters, dat is fingerfood in optima forma, openen, wat citroensap of niet en hap, slik weg.
Voor dit thema van deze  keer ik terug naar een recept van mijn blog, gegratineerde oesters. Het staat ook in mijn kook/leesboek Gereons Keuken Thuis, dat in oktober verschijnt. Stel je voor Saint Tropez, wie kijkt daar toch naar wie? De passanten op de kade of de bootmensen naar de passanten? Het is een dagelijkse show. Blijft fascinerend. Maar nu de oesters, gegratineerd, uit het vuistje (niet je handen branden) met een glas koele rosé uit Gassin, de cuvée de Bailli. Nog even nazomeren.

Nodig 4 personen:

1 dozijn oesters
3 sjalotjes
bosje peterselie fijngehakt
100 g boter
peper
zout
1/2 Spaans pepertje
2 el paneermeel

Bereiding:

Snipper de sjalotjes fijn. Snijd het Spaanse pepertje in hele kleine stukjes. Meng de peterselie, Spaanse peper en sjalot door de boter. Voeg weinig peper en zout toe. Leg de oesters op een met aluminium folie bedekte bakplaat. Verwarm de oven op 180 graden en zet de plaat erin. Haal de oesters eruit als ze open zijn en haal de bovenste schelp eraf. Kijk hierbij uit dat je jezelf niet brandt!!
Vul de schelpen met het botermengsel en strooi er wat paneermeel over. Zet hierna nog enkele minuten onder hete grill. Serveer daarna direct.

Vijgen in rode wijnsiroop

 foto: Cornelis van Haarlem, zondeval

Ze zijn weer te krijgen verse vijgen, Groen van buiten met een mauve waas op hun schil. Van binnen zoet en sappig. Met roze tot donkerrood vruchtvlees. Een vrucht voor bij je prosciutto of moet ik gewoon ham zeggen. Of prosciuttoham? Nee dat in ieder geval niet, bedacht ik deze week. Geen tautologieën gebruiken in mijn blogposts.  Ik dwaal af op deze zaterdagmorgen. Het gaat om vijgen immers. Een symbolische en heel oude vrucht. Volgens de overlevering kenden Adam en Eva deze vrucht al. Na hun zondeval maakten zij een rok van de bladeren van de ficus of vijgenboom. De vrucht gedijt goed in het hele Mediterrane gebied.
Vijgen worden rauw of gekonfijt gegeten. Of verwerkt tot confiturejams. (hè daar ga ik weer) Mijn recept voor vandaag is gekookte vijgen in een wijnsiroop. Een siroop gemaakt van een rode Côtes du Rhône, met wat tijm uit de garrigue en sinaasappel. Proef de smaken van de Midi

Nodig:

8 rijpe vijgen
1 fles rode wijn (Côtes du Rhône)
1 sinaasappel
1 citroen
4 el rietsuiker
2 takjes tijm

Bereiding:

Was de vijgen en dep ze droog. Boen de citroen en sinaasappel schoon en snijd in stukken. Haal de pitjes uit de partjes. Giet de fles wijn in een pan, voeg de citroen, sinaasappel, tijm en suiker toe en breng aan de kook. Zet de vijgen met de steel naar boven in  het kokende vocht en laat tien minuten koken. Haal de vijgen eruit en laat ze afkoelen. Zeef het kookvocht en breng opnieuw aan de kook. Bewaar wat sinaasappel en citroen om te garneren.  Kook de wijn voor de helft in. Giet in een kan en laat afkoelen. Serveer de vijgen op en bordje met de siroop. Garneer met de partjes citroen en sinaasappel en een vers takje tijm.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten